FEUILLETON DE VROUW IN DIENST DER GEiMEENTE Voorstel van B. en W. gedesavoueerd HET WERKEN VOOR STEUN GEFINGEERDE DIEFSTAL OPGEHELDERD HOOGTIJ-CLAUSULE GESCHRAPT UITBREIDING VAN HET LUCHTVERKEER De bestelde Douglasmachines ZWANEN BERG'S LEVERKAAS Paleis voor Volksvlijt- zaak DE INDISCHE LOON BELASTING De heer Effendi stelt vragen DE BOUW VAN EEN flottieljehider Vragen van den heer\)rop OVERSTE SAXON Verzet in den Amsterdamsch'-n raad tegen vervanging door mannen .'.Ms I ERDAM, 27 Febr. In de beden gc houuld raadsvergadering werd een inter pellatie behandeld van het raadslid me vrouw Tilanus (S.D.) in zake het plaatsen vrouwelijke arbeidskrachten in ge meentedienst. Door mevrouw Tilanus werd aangehaald een besluit van li. en W., waarin aan hoof den van dienst werd voorgeschreven om wanneer vacatures ontstaan, bezet door vrouwelijke ambtenaren, deze bij gelijke geschiktheid te dóén bezet ion door manne lijke candidaten en zoo veel mogelijk vrou welijke arbeidskrachten te doen vervangen door mannen, /.ij zette uiteen dat de ge lijkheid van den man en de vrouw is opge heven. Bovendien gaat dit in tegen de de mocratie. Spr. vroeg wat B. en W. toch heeft bewogen een dergelijk besluit te ne men. Hebben B. en W. wel overwogen dat door dit besluit vrouwen en meisjes in ver gelijking met den man dubbel bemoeilijkt worden in het verkrijgen van een middel van bestaan en daardoor gedwongen zul len worden tot economische afhankelijk heid van ouders en anderen? Tenslotte vroeg mevr. Tilanus of B. en W. bereid'zijn intrekking van het besluit in nadere over weging te nemen. He wethouder Kropman zeide dat dit be sluit van B. en W. een gevolg is van een voorschrift van de Begeering. Wanneer mevr. Tilanus zegt dat vrouwe lijke ambtenaren niet meer gelijke rechten hebben, dan moet spr. dit ontkennen. Vrou wen blijven benoembaar in specifiek vrou welijke beroepen. En dat zijn er niet wei nig. Hot aantal vrouwelijke ambtenaren is zonder dit besluit reeds van zelf gedaald van 9.8 p?t. tot 6.1 pet. B. en W hebben niet gedacht aan strenge maatregelen. Nog altijd zijn hier ter stede een groot aantal ambtenaressen in dienst der gemeente. De zaak wordt niet op de spits gedreven. Ech- ter in dezen tiid moet rekening worden ge houden met de werkloosheid. Een jonge man. die aan het werk gaat, wordt later wellicht een verzorger van een gezin. Dit is minder het geval met een meisje. Na-haar repliek deed mevr. Tilanus een voorstel, waarbij B. en W. worden uitge nood igd het desbetreffende voorstel in te trekken. Door mevrouw Koek-Mulder werd be toogd dat de verdediging van den wethou der nog al zwak was. Ook deze spreekster meende dat het een groote onrechtvaardig heid is dat de vrouw bij het vervullen van betrekkingen bij den man wordt achterge steld. Ook mej. mr. Frieda Katz (C.H.) betreurt het besluit van B. en W. Spr. was wel van oordcel dat gehuwde vrouwen haar ambt behooren neer te leggen, maar dat B. en W. er toe gekomen zijn ook ongehuwde vrouwen uit betrekkingen te weren, kan spr. niet begrijpen. Want opengevallen va catures moeten door mannen vervuld wor den. Spr. hoont dat B. en W. zullen toe zeggen dat zij zullen overwegen hun be sluit te herzien. Het voorstel van mevrouw Tilanus behoeft dan niet te worden aan genomen. Nadat de heer Sleinmetz (R.K.) had ver klaard met B. en W. mee te gaan en dus het voorstel-Tilanus zal stemmen, steunde de heer Do Miranda het voorstel. Spr. is van oordeel dat niet de ervaring met het vrouwelijk personeel oorzaak is van dit be sluit». De wethouder zegt dat dit besluit geen princioiecle beslissing is van B. en W. Het besluit staat niet los van de werkloosheid crisis en het is eenomen op erond van de circulaire van de Beeeering. B. en W. wil len gaarne het besluit nog eens bezien, maar kunnen niet verklaren het voorstel te zullen intrekken. Pe motie van mevrouw Tilanus kwam daarna in stemming en werd aangenomen met 23 tegen 13 stemmen. De vergadering werd verdaagd. NEDERLANDSCH GETUIGSCHRIFT VOOR SPORTMASSAGE HAARLEM. Geslaagd: de heeren D. G. A. Meerman, J. Buhling, Amsterdam; A. J. A. de Winter, Naaldwijk; J. Krijnen, J. Moe- liker, den Haag; P. van der Hooft en Mej. E. J. A. Janssens, Haarlemmermeer. Her examen: 3. Afgewezen: 3. Van een verbod is geen sprake 's-GBAVENTIAGE. In enkele bladen is gemeld, dat het z.g. „werken voor den steun" in het vervolg verboden zou zijn. Hieruit zou kunnen worden afgeleid, dat de minister van sociale zaken in het alge meen aan het beginsel van de contrapresta tie bij de steun verleening een einde zou hebben gemaakt. Dit is, naar wij vernemen, niet juist. Het standpunt dat de minister terzake in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over de rijksbegrooting voor het dienstjaar 19115 heeft ingenomen houdt in, dat. om met name genoemde redenen aan den vorm van werkverschaffing de voor keur pegeven moet worden boven „werken voor den steun". Dit standpunt is ongewij- igd gebleven. Aan verschillende gemeente besturen is verzocht met dit standpunt re kening te willen houden. Van een verbod is echter geen sprake en het feit, dat nog in een 30-tal gemeenten het systeem van wer ken \oor den steun met medewerking van het rijk onder bepaalde voorwaarden wordt toegepast, spreekt voor zichzelf. Dader na drie jaar bekend De heer G. uit Haarlem deed drie jaar geledyen aangifte van een diefstal van 1700, die bij hem zou zijn gepleegd. De heer G. «was op het hooren van gerucht naar beneden gegaan en had bij die ge legenheid een schotwonde in zijn duirn op- geloopen. Het onderzoek sedert dien inge steld leidde tot niets. De politie had wel eenig vermoeden, dat men hier met een fictie te doen had. maar voldoende bewij zen hiervoor kon men niet aanvoeren, hoe wel men het vreemd vond, dat G. juist den volgenden dag het bedrag van 1700 aan een verzekeringsmaatschappij had moeten overmaken. Dezer dagen kreeg de Haarlemsche poli tie aanwijzingen om G. aan te houden. Hij heeft thans hekend destijds een valsche aangifte te hebben gedaan. De wond in zijn duim had G. zich toegebracht. G. is in ar rest gesteld. Wijziging van het Zendtijd4 besluit Naar het Handelsblad verneemt, heeft do minister van Binnenlandsche Zaken het bekende zendtijd-besluit van 15 Mei 1930 zóódanig gewijzigd, dat vervallen is punt 6, dat de regeling der zgn. hoogtijdagen van de (socialistische! arbeidersbeweging bevat. Terzake van deze zgn. hoogtijdagen werd een onderlinge regeling van zendtijd- ruil tusschen Avro en Vara voorgeschre ven een regeling,- die echter nooit getrof fen is, omdat de Avro de desbetreffende be schikkingen geheel aan den minister wenschte over te laten. Thans is punt 6 geschrapt en zal in het vervolg de minister zich op de laatste alinea van punt 10 beroepen, indien hij van de gewone regeling der zendtijdver- deeling wenscht af te wijken. Deze alinea bepaalt namelijk, dat de minister beslist in alle gevallen, dat inzake den zendtijd geen overeenstemming tusschen de om- roeplichamen wordt bereikt, mits het be ginsel van het besluit niet wordt, aange tast. RATTENBESTRIJDING TE AMSTERDAM AMSTERDAM. 27 Febr. In de heden ge houden raadsvergadering werd na eenige discussie z. h. s. aangenomen een voor dracht tot het treffen van maatregelen ter bestrijding der rattenplaag. Voor dit iaar wordt een bedrag gevraagd van 30.000. Uit de Memorie van Antwoord inzake de begrooting van het Verkeersfonds Aan de memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de bcgrooting van het verkeersfonds wordt nog het volgende ontleend: Dat een aantal bedragen hooger moest worden geraamd dan die, toegestaan voor 1931, is niet gevolg van gebrek aan zuinig heid. De luchtvaart is bezig zich hooger te ontwikkelen, Ondanks de crisis is sedert eenfgc jaren duidelijk merkbaar, dat de aanvankelijk aarzelende houding van het publick plaats gaat maken voor volledige aanvaarding van het nieuwe verkeersmid del. Het is onvermijdelijk, dat met de uit breiding van het lucht\erkeer de taak van de betrokken Rijksdiensten grooter wordt. In de eerste plaats geldt dit voor den radio dienst en den meteorologischcn dienst ten behoove van de luchtvaart, welke door het Rijk worden verzorgd. Behoefden tot voor enkele jaren slechts twee luchtvaartterrei nen (Schiphol en Waalhaven) van inrichtingen voor de diensten met het daar bij behoorend personeel te zijn voorzien, thans is dit aantal, mede in verband met de uitbreiding van het binnenlandsche lucht verkeer, vermeerderd met 4 luchtvaartter reinen, t. w. V 1 i s s i n g e n, Twente, Noor d-N ederland en Haamstede. Eischen van navigatie en veiligheid Daarbij komt, dat het luchtverkeer zoowel ten aanzien van de navigatie als van de vei ligheid aanzienlijk hoogere eischen aan de genoemde diensten stelt dan kort te voren het geval was en dat in verband met de technische verbeteringen, welke de diensten in den laatst on tijd hebben ondergaan, door de bestuurders van luchtvaartuigen meer en meer van de hulp, welke zij kunnen bie den, gebruik wordt gemaakt. De ervaring heeft geleerd, dat een belangrijke verhoo ging van de regelmaat van het luchtver keer daarvan het gevolg is. Dat als gevolg \an een en ander de kos ten, zoowel voor aanschaffingen als voor exploitatie, ook bij het betrachten van de uiterste zuinigheid, hooger worden dan over voorafgaande jaren en dat ook de perse* neelsuitgaven stijgen, zal geen verder be toog behoeven. Ook de verhooging van andere posten is een noodzakelijk gevolg van de uitbreiding van bet luchtverkeer. De verhooging van den post opleiding van luchtvaartpersoncoi wordt veroorzaakt door de voortschrijdende opleiding van adsplranten-verkeersvlieger, waarvan de aantallen voor de jaarklasseit 1933 en 1934 aanzienlijk grooter waren dan die voor de jaarklassen 1931 en 1932, tenge volge van de groeiende behoefte aan bo stuurders van verkeersvliegtuigen. Ook doordat voor subsidie aan do K.L.M een aanzienlijk lager bedrag kon worden uitgetrokken dan voor 1934, is in weerwil van bovenbedoelde verhoogingen het eind bedrag der l>egrooting lager dan dat voor 1934 Toen het zich liet aanzien, dat de K.L.M. niet tijdig de beschikking zou kunnen ver krijgen over een voldoend getal vliegtuigen van de doordeN.V. Ned. Vliegtuigenfabriek ontwikkelde typen F 22 en F 36, heeft zij minislerieele goedkeuring verworven op het onvermijdelijk gebleven besluit om in haar onmiddellijke behoefte aan vliegtuigen te voorzien door aanschaffing van Douglas DCi vliegtuigen. De K.L.M. heeft er steeds naar gestreefd de Nederlandschc industrie te bevorderen en het lag dan ook aanvanke lijk in de bedoeling de benoodigde Douglas DC-2 vliegtuigen door de N.V. Ned. Vlieg tuigenfabriek hier te lande in licentie te laten vervaardigen. Aangezien nader bleek, dat dan de eerste vliegtuigen in het gunstig ste geval eerst tegen het einde van dit jaar zouden kunnen worden geleverd, hoewel de K.L.M. deze reeds binnenkort noodig heeft om de diensten, welke met het aanstaande zomerseizoen eenige uitbreiding moeten on dergaan. naar behooren t kunnen uitvoe ren. moest zij er toe besluiten de benoodigde 14 Douglas vliegtuigen in Amerika te doen vervaardigen, zij het dat deze bestelling we gens de door Fokker verworven rechten over de N.V. Ned. Vliegtuigenfabriek liep Hierdoor is intusschen de Fokkerfabriek- beter in staat haar eigen typen verder te „Iets extra's" op de boter- hom. Voor huisgenoot en gast om van te watertanden ontwikkelen en binnenkort is dan ook be stelling van een tweede F 36 vliegtuig bij die fabriek te verwachten. Rijksstudiedienst voor de luchtvaart De minister is van meening, dat de kos ten van den Rijksstudiedienst voor de Lucht vaart terecht ten laste van het Verkeers fonds zijn gebracht. Hoewel deze dienst ook werkzaamheden verricht ten behoeve van andere Overheidsinstellingen en van parti culieren zijn die ten dienste van het lucht verkeer zoo overwegend, dat de dienst zonder voorbehoud bij het verkeerswezen behoort. Voor decentraliseercnde werking en* het vormen van nieuwe bureaux behoeft niet te worden gevreesd, aangezien tenge volge \an overgang naar het Verkeersfonds de onderlinge verhoudingen f^een wijziging ondergaan. Overneming van het luchtvaartterrein Scheltingwoude van het Departement van Defensie beoogt ter wille van de belangen van het luchtverkeer te voorkomen, dat het eenige bij uitstek gunstig gelegen terrein voor burgerlijke watervliegtuigen met ten koste van belangrijke bedragen gebouwde vliegtuigloodsen, sleephellingen en verdere inrichtingen zou verdwijnen. Hoewel in be scheiden mate, wordt 't luchtvaartterrein Schel li ngwoude door burgerlijke vliegtui gen bepaalde postvliegtuigen, gebruikt, ter wijl het verder ten dienste staat voor het beproeven van hier te li.ide gebouwde wa tervliegtuigen. Hoewel het verkeer met watervliegtuigen nog gering is, zijn er teckenen, welke duiden op een verdere ontwikkeling van het water vliegtuig, bepaaldelijk van de vliegboot. Dc achterstallige trekkingen moeten zonder tusschenpoo* zen gehouden worden AMSTERDAM, 27 l'fllir. Hot gercclitsliof heeft vandaag uitspraak gedaun in het ge schil dat de N.V. Paleis voor Volksvlijt en een deel van haar obligatiehouders verdeeld houdt. De heer M. H. de Castro tc Brussel, een der obligatiehouders, heeft destijds gevor derd, dat het Paleis zou worden veroor deeld tot het doen houden van de sinds 1911 geschorste trekking van obligaties. Deze zaak is indertijd uitvoerig door de Amstcrdamsche rechtbank behandeld. In hooger beroep heeft het gerechtshof de vordering van den heer de Castro op be paalde gronden afgewezen. Daarna heeft de Hooge Raad deze uitspraak gedeeltelijk ver nietigd en dc zaak ter nadere beslissing terug verwezen naar het hof. In deze zaak is eenigen tijd geleden ge pleit. Voor het Paleis trad op mr. M. L. Kan; voor den heer de Castro mr. M. van Vugt. Het hof heeft thans de vordering van den heer de Castro toegewezen en het Pa leis veroordeeld tot het houden der achter stallige trekkingen, die onmiddellijk achter elkaar, dus niet met tusschenpoozen van een half jaar moet plaats hebben. Het Palcis is veroordeeld in de kosten van het geding, begroot op ƒ665. SANEERING VAN DEN VEESTAPEL In de te 'sGravenhagc gehouden verga dering der eerste afdeeling van het Kon. Ned. Landbouwcomïté werd besloten in zake de beperking van den rundveestapel de andere centrale landbouworganisaties voor'te stellen gezamenlijk bij de regeering aan te dringen op opheffing van do beper king. welke voor de overname, van z.g. reactiedieren is ingesteld. De gelegenheid om onze veestapel te saneeren door het op groote schaal opruimen van reactiedieren is thans bizonder gunstig en keert misschien nimmer terug. Een gedeelte van de loonen van Inlandsche schepelin, gen ingehouden? De heer Effendi heeft aan de Ministers van Sociale Zaken en van Koloniën dc vol gende vragen gesteld: 1. Is het juist, a. dat in verband met dc invoering van de loonbelasting van A% in Indië, do direc tie van den Rotterdamschen Llovd is over gegaan tot het inhouden van van het loon der Inlandsche schepelingen? b. dat er tegen deze maatregelen een groo te ontstemming heerscht onder dc schepe lingen, waaraan uiting is gegeven door het zenden van delegaties uit de betrokkenen naar de directie, gesteund door alle onder a genoemde schepelingen? c. dat de directie als antwoord daarop een negental dier schepelingen door de po litie aan boord van het s.s. „Siantar" heeft laten brengen, welk s.s. thans reeds op weg is naar Indië, terwijl aan bedoelde schepe lingen slechts halve gage is uitbetaald? 2. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, is de Regeering dan niet van meening, dat dit optreden i'an de directie van den Rotterdamschen Lfóvd on toelaatbaar is? 3. Wil de Regeering onmiddwlijk aan de directie van den Rotterdamschen Lloyd ken baar maken, dat haar optreden zoowel wat betreft hel inhouden van flet loon, als het onder dwang wegvoerer tegen halve gage van Inlandsche schepe''nKen haar goedkeu ring niet heeft? 4. Wil de Regeë-»n.£ bevorderen, dat de weggevoerde sch-pPe'tngen in fndic onder geen enkelen v>>rm eenige verdero schade van dit optreAm der directie van den Rot terdamschen Lloyd zullen ondervinden? De tonnenmaat ek het geschut vergroof De heer Drop heeft den Ministei^n de fensie de volgende vragen gesteld: I. Is het waar: a. Dat de flottieljelcider-Xederland,\e jn het aanbouwplan gevoegd bij het weVnt_ werp tot verhooging van hoofdstuk Vllfter Rijksbegrooting 1930, stuk 346, zitting Tve_ de Kamer 1929/30 was opgenomen als schip van 3000 Ton, berekend op een va a snelheid van 34 mijl en te voorzien van^ kanonnen van 12 c.M.. thans in aanbouw berekend op een waterverplaatsing van 423 Ton, op een vaarsnelheid van 32,5 mijl daarop te plaatsen kanonnen van 15 c.M.; b. dat tengevolge van het veranderd»! bouwplan de bedoelde flottieljeleider niet zaA kosten F!. 7500.000.— gelijk geraamd, doch! Fl. 10.000.000.-? II. Zoo het in vraag I gestelde bevcstM gend moet worden beantwoord, wil de Mi- nistcr dan mededeelen waarom van deze I verandering niet in de toelichting op een der begrootingen, volgende op die voor 1930, melding is gemaakt, en een uiteenzetting geven van de wijze, waarop in dit verhand de in de verschillende jaren aangevraagde en toegestane termijnen moeten worden be zien? III. Wil dc Minister ten slotte, in verband met het bovenstaande, mededeelen of het op de bcgrooting voor 1935 uitgetrokken be drag van Fl. 300.000.— voor artillerie ten be hoeve van den flottieljeleider, geheel of ten deele bestemd is voor het geschut van groo ter kaliber, in vraag I genoemd? ZUIDERZEEWERKEN Do directeur-generaal der Zuiderzeewer ken heeft heden aanbesteed het aanleggen van een gewalste verharding op een gedeel te van de Slootweg in de Wieringermeer, lang pl.m. 4 K.M. en het uitvoeren van bij komende werken. Laagste inschrijfster was de N.V. P. C. Zanen te Haarlem voor 27.800. Breek nimmer door een enkelen twist de vriendschap af. Want u zou gaan ontbre ken de lafenis voor uwe ziel in den dorst van nood en smart. door G. P. BAKKER '25 Ze kuste hem nog een maal. „Misschien zien we elkander nooitweer. Dat zou het beste voor mij zijn. Vergeten zal ik je nooit Ik zal bij je waken tot het licht begint te worden". Een man en een vrouw sjokten langs den landweg. Het waren havelooze schooiers. Tijd, regen en wind hadden hun kleercn verfomfaaid en in flarden gescheurd, do kleuren besmeurd en vergrauwd. De man, een flinke blonde kerel, droeg een mars op den rug en steunde op een langen eiken knuppel. „Jan zei hij tegen de donkere, vrij lange vrouw. „Het ongeluk schijnt ons te vervolgen. Met moeite zijn we uit Hessen gevlucht, waar Tilly's ruiters alles neer slaan, en bij Mühlhauscn zijn wo nauwe lijks de galg ontkomen. „En in Thüringen speelden die lui van Pappenheirn hetzelfde deuntje rooven en moorden 2oodat er voor niemand anders Iets meer overblijft". „Hier in het Erfsticht is het ook al ge speeld en nog droeviger. Niets, maar ook letterlijk niets te halen voor ons. Aan de groote wegen staat geen boerderij meer en hier aan de landwegen is niets te krijgen. Al smeek ik met mijn armzaligste vrou wenstem, niemendal. De stakkers lijden zelf honger". „Spreek dat woord niet uit, Jan" „Goed, maar het is toch waar." „Weet je nog die doode marskramer aan den weg, die jou de kiep gaf. Veel waarde was er niet in, maar er viel soms een han deltje te doen en als we geen centen had den, bood jij den waard met mooie woorden een kunstvoorwerp aan, dat we hier of daar hadden opgepikt". „En nu", zei Jood. „Niets. Zelfs de magere kraaien zijn zoo sluw geworden, dat ze zich niet meer laten verschalken". „Weet je", riep Jan. „Ik heb zin die ver velende rokken hier uit te trekken en op den weg te smijten". „En ik om de kiep in de sloot te slinge ren". „Ik ben bang dat we Holland nooit zul len bereiken, Holland, waar werk moet zijn in overvloed. Waar duizenden naar zee gaan op zoek naar verre landen en avon turen". „Daar zouden we een nieuw leven kun nen beginnen en verstandiger zijn". „Zeker. We hebben beiden schuld gehad. Maar waarom zijn we heden zoo vertrou welijk? We hebben nooit over het verleden gesproken. „Kom", zei Jan. „Misschien komen we er toch nog. Kijk de zon lacht ons toe. Zie den hoogen, blauwen hemel. Het is een prach tige morgen. Een gelukkig teeken en het kost niemendal". „Tegen het einde wil ieder graag zijn ziel verlichten". „Kan me niets schelen. Wat bekommert een mensch zich om de natuur, als het lijf steekt van den honger. Als je in geen et maal iets in de maag hebt gekregen, die toch al bedorven was door korsten brood, niets dan korsten beschimmeld brood. Ik heb er er genoeg van. Ik ga daar in de schaduw onder dien boom liggen". „Neen", zei Jan. „Kom mee" en hij pakte zijn grooten vriend bij den arm. „Laat mij. Wat geeft het? Morgen of overmorgen crepeeren we toch aan den kant van den weg. Geen dag te vroeg". „Kijk", riep Jan eensklaps. „Zie je die donkere omtrekken van een ruïne en dat kleine figuurtje tegen den ochtendhemel?" „Ja, daar gaat iemand", stemde Joop toe. „Ver weg, kwam iemand uit een zijpad. Al weer verdwenen in de hosschen." „Kom mee. Kom mee", riep Jan en ver snelde zijn pas. „Zie, daar is een bruggetje. Het voert naar den bouwval. Een ridderhofstee. Mis schien toch nog bewoond". Ze gingen de brug over, door een grooten verwaarloosden tuin kwamen ze aan een deur. „Geef ons iets te eten, al is het maar een korstje brood, edele menschenvrienden", jammerde de smeekende stem van een ster vende vrouw. Hij klopte op de deur. Luider en luider. „Niemand", meende Joop. „Vreemd", antwoordde Jan. „Die persoon moet van hier gekomen zijn". Hij drukte tegen de deur. Ze vloog open. Voorzichtig, Joop in de voorhoede, slopen ze op de teenen door de gang. „Niemand. Helaas onbewoond". „Onderzoeken". Ze openden een paar deuren, leege, kale vertrekken. „Vrij bovenlicht. De hemel is mijn zol der". grapte Jan. Plotseling keerde Joon zich om, den wijs vinger op den mond. Door een reet onder een deur scheen eon zwak schijnsel. Hij klopte bescheiden. Geen antwoord. Langzaam draaide hij den knop om, keek door de kier, wenkte Jan. Op de tafel stond een kleine brandende lantaarn. De ramen waren door luiken ge sloten, maar de naden wierpen lichtende lijnen in het vertrek. Jan opende de deur. Toen schrok hij te rug. Op den grond tegen een stoel geleund lag een man. Zij wachtten angstig. Het lichaam bewoog zich niet. Geruischloos gleden ze de kamer binnen, de oogen op den man gericht. Joop boog zich over hem heen. „Een lijk?" Dc ander schudde het hoofd, nam han dig de kortjan weg, zette zijn mars neer, haalde een eind touw te voorschijn en bond vlug met groote kennis van zaken handen en voeten van den bewustelooze. „Zie zoo, dat is veiliger", oordeelde hij Snel doorzocht hij dc zakken, vond een pistool, kruit, kogels, een knipmes en toen een goed gevulde beurs. „Zilveren daalders en zelfs goudvinken". Hoera, we zijn gered", jubelde -hij, alle voorzichtigheid vergetend op het gezicht van liet goud. Hij zwaaide de hand met de beurs in de lucht. „Straks kunnen we wel tellen. Nu weg". De buidel verdween in zijn zak. „Wat zou er in die kast zijn? De sleutel steekt in de deur. We zullen dat volledig heidshalve een even onderzoeken", meende Jan en opende de deur. „Een rijk ontbijt", juichte Joop, maar keek toch of de man op den grond niet hij kennis was genomen. „En zie een kruik". Hij rook „Wijn". „Hij is bewusteloos en gebonden", zei Joop en begon het voedsel naar binnen te schrokken, goot een roemer vol wijn. Jan volgde het voorbeeld. Ze aten alles op, de oo»en strak op den man gericht: Toen pakte Joop de roemer in zijn mars, gaf Jan de kruik en zei: „Ik geloof, dat dit alles van eenige waarde is." „Zal ik hem lossnijden?" vroeg Jan. „Hij heeft ons geholpen, heeft ons edelmoedig alles wat hij bezat gegeven. Hij zou hier kunnen verhongeren. Hij, onze Jevcnsred- der." i „Onmogelijk. Veel te gevaarlijk". „Wie zou hij zijn?" „Een zeeman". „Bestelen is mooi gennoeg. Maar'om hem hier gebonden te laten verhongeren is toch al te gemeen". „Maar als we hem vrij laten, volgt hij ons misschien en dan leggen we het loodje. Dank je. Wij zijn bereid. Laat ieder voor zich zelf zorgen", oordeelde Joop en met rasse schreden verdween hij. Jan haalde de schouders op, maar volgde zijn vriend. Hij zag hem over de brug gaan en snel verdwijnen. Er bleef hem niets over dan te volgen. Juist om den hoek zag hij een groep ruiters. Hij bleef staan aan den kan van den weg. Toen ze hem voorbij waren, schreeuwde hij. „Hopman, ik geloof dat ze daar in die ridderhofstede aan het vechten zijn". Hij wachtte geen antwoord af. tilde zijn rok ken hoog op en liep wat hij Toopen kon de hosschen in zijn kameraad na. HOOFDSTUK XIX. Edzke hield de wacht in het kreupelhout aan de andere zijde van den weg. maar niemand ging de brug over, sinds de overste was verdwenen. Eerst bleéft hij rustig in zijn schuilhoek zitten, rookte zijn piinie. luisterde naar het zachte ruischen der bladeren en keek naar het spel der door den wind bewogen scha duwen in het witte maanlicht. De nacht zweefde langzaam over het land, de krekels tiilnten. de kikvorschcn In de slooten kwaakten en een late vógel zong nog zijn lied. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 4