FEUILLETON
DE VROUW IN DIENST DER
GEiMEENTE
Voorstel van B. en W.
gedesavoueerd
HET WERKEN VOOR
STEUN
GEFINGEERDE DIEFSTAL
OPGEHELDERD
HOOGTIJ-CLAUSULE
GESCHRAPT
UITBREIDING VAN HET
LUCHTVERKEER
De bestelde Douglasmachines
ZWANEN BERG'S
LEVERKAAS
Paleis voor Volksvlijt-
zaak
DE INDISCHE LOON
BELASTING
De heer Effendi stelt vragen
DE BOUW VAN EEN
flottieljehider
Vragen van den heer\)rop
OVERSTE SAXON
Verzet in den Amsterdamsch'-n
raad tegen vervanging
door mannen
.'.Ms I ERDAM, 27 Febr. In de beden gc
houuld raadsvergadering werd een inter
pellatie behandeld van het raadslid me
vrouw Tilanus (S.D.) in zake het plaatsen
vrouwelijke arbeidskrachten in ge
meentedienst.
Door mevrouw Tilanus werd aangehaald
een besluit van li. en W., waarin aan hoof
den van dienst werd voorgeschreven om
wanneer vacatures ontstaan, bezet door
vrouwelijke ambtenaren, deze bij gelijke
geschiktheid te dóén bezet ion door manne
lijke candidaten en zoo veel mogelijk vrou
welijke arbeidskrachten te doen vervangen
door mannen, /.ij zette uiteen dat de ge
lijkheid van den man en de vrouw is opge
heven. Bovendien gaat dit in tegen de de
mocratie. Spr. vroeg wat B. en W. toch
heeft bewogen een dergelijk besluit te ne
men. Hebben B. en W. wel overwogen dat
door dit besluit vrouwen en meisjes in ver
gelijking met den man dubbel bemoeilijkt
worden in het verkrijgen van een middel
van bestaan en daardoor gedwongen zul
len worden tot economische afhankelijk
heid van ouders en anderen? Tenslotte
vroeg mevr. Tilanus of B. en W. bereid'zijn
intrekking van het besluit in nadere over
weging te nemen.
He wethouder Kropman zeide dat dit be
sluit van B. en W. een gevolg is van een
voorschrift van de Begeering.
Wanneer mevr. Tilanus zegt dat vrouwe
lijke ambtenaren niet meer gelijke rechten
hebben, dan moet spr. dit ontkennen. Vrou
wen blijven benoembaar in specifiek vrou
welijke beroepen. En dat zijn er niet wei
nig. Hot aantal vrouwelijke ambtenaren is
zonder dit besluit reeds van zelf gedaald
van 9.8 p?t. tot 6.1 pet. B. en W hebben
niet gedacht aan strenge maatregelen. Nog
altijd zijn hier ter stede een groot aantal
ambtenaressen in dienst der gemeente. De
zaak wordt niet op de spits gedreven. Ech-
ter in dezen tiid moet rekening worden ge
houden met de werkloosheid. Een jonge
man. die aan het werk gaat, wordt later
wellicht een verzorger van een gezin. Dit is
minder het geval met een meisje.
Na-haar repliek deed mevr. Tilanus een
voorstel, waarbij B. en W. worden uitge
nood igd het desbetreffende voorstel in te
trekken.
Door mevrouw Koek-Mulder werd be
toogd dat de verdediging van den wethou
der nog al zwak was. Ook deze spreekster
meende dat het een groote onrechtvaardig
heid is dat de vrouw bij het vervullen van
betrekkingen bij den man wordt achterge
steld.
Ook mej. mr. Frieda Katz (C.H.) betreurt
het besluit van B. en W. Spr. was wel van
oordcel dat gehuwde vrouwen haar ambt
behooren neer te leggen, maar dat B. en
W. er toe gekomen zijn ook ongehuwde
vrouwen uit betrekkingen te weren, kan
spr. niet begrijpen. Want opengevallen va
catures moeten door mannen vervuld wor
den. Spr. hoont dat B. en W. zullen toe
zeggen dat zij zullen overwegen hun be
sluit te herzien. Het voorstel van mevrouw
Tilanus behoeft dan niet te worden aan
genomen.
Nadat de heer Sleinmetz (R.K.) had ver
klaard met B. en W. mee te gaan en dus
het voorstel-Tilanus zal stemmen, steunde
de heer Do Miranda het voorstel. Spr. is
van oordeel dat niet de ervaring met het
vrouwelijk personeel oorzaak is van dit be
sluit».
De wethouder zegt dat dit besluit geen
princioiecle beslissing is van B. en W. Het
besluit staat niet los van de werkloosheid
crisis en het is eenomen op erond van de
circulaire van de Beeeering. B. en W. wil
len gaarne het besluit nog eens bezien,
maar kunnen niet verklaren het voorstel
te zullen intrekken.
Pe motie van mevrouw Tilanus kwam
daarna in stemming en werd aangenomen
met 23 tegen 13 stemmen.
De vergadering werd verdaagd.
NEDERLANDSCH GETUIGSCHRIFT VOOR
SPORTMASSAGE
HAARLEM. Geslaagd: de heeren D. G.
A. Meerman, J. Buhling, Amsterdam; A. J.
A. de Winter, Naaldwijk; J. Krijnen, J. Moe-
liker, den Haag; P. van der Hooft en Mej.
E. J. A. Janssens, Haarlemmermeer. Her
examen: 3. Afgewezen: 3.
Van een verbod is
geen sprake
's-GBAVENTIAGE. In enkele bladen is
gemeld, dat het z.g. „werken voor den
steun" in het vervolg verboden zou zijn.
Hieruit zou kunnen worden afgeleid, dat
de minister van sociale zaken in het alge
meen aan het beginsel van de contrapresta
tie bij de steun verleening een einde zou
hebben gemaakt.
Dit is, naar wij vernemen, niet juist. Het
standpunt dat de minister terzake in de
memorie van antwoord op het voorloopig
verslag over de rijksbegrooting voor het
dienstjaar 19115 heeft ingenomen houdt in,
dat. om met name genoemde redenen aan
den vorm van werkverschaffing de voor
keur pegeven moet worden boven „werken
voor den steun". Dit standpunt is ongewij-
igd gebleven. Aan verschillende gemeente
besturen is verzocht met dit standpunt re
kening te willen houden. Van een verbod is
echter geen sprake en het feit, dat nog in
een 30-tal gemeenten het systeem van wer
ken \oor den steun met medewerking van
het rijk onder bepaalde voorwaarden wordt
toegepast, spreekt voor zichzelf.
Dader na drie jaar
bekend
De heer G. uit Haarlem deed drie jaar
geledyen aangifte van een diefstal van
1700, die bij hem zou zijn gepleegd. De
heer G. «was op het hooren van gerucht
naar beneden gegaan en had bij die ge
legenheid een schotwonde in zijn duirn op-
geloopen. Het onderzoek sedert dien inge
steld leidde tot niets. De politie had wel
eenig vermoeden, dat men hier met een
fictie te doen had. maar voldoende bewij
zen hiervoor kon men niet aanvoeren, hoe
wel men het vreemd vond, dat G. juist den
volgenden dag het bedrag van 1700 aan
een verzekeringsmaatschappij had moeten
overmaken.
Dezer dagen kreeg de Haarlemsche poli
tie aanwijzingen om G. aan te houden. Hij
heeft thans hekend destijds een valsche
aangifte te hebben gedaan. De wond in zijn
duim had G. zich toegebracht. G. is in ar
rest gesteld.
Wijziging van het Zendtijd4
besluit
Naar het Handelsblad verneemt, heeft do
minister van Binnenlandsche Zaken het
bekende zendtijd-besluit van 15 Mei 1930
zóódanig gewijzigd, dat vervallen is punt
6, dat de regeling der zgn. hoogtijdagen
van de (socialistische! arbeidersbeweging
bevat. Terzake van deze zgn. hoogtijdagen
werd een onderlinge regeling van zendtijd-
ruil tusschen Avro en Vara voorgeschre
ven een regeling,- die echter nooit getrof
fen is, omdat de Avro de desbetreffende be
schikkingen geheel aan den minister
wenschte over te laten.
Thans is punt 6 geschrapt en zal in het
vervolg de minister zich op de laatste
alinea van punt 10 beroepen, indien hij
van de gewone regeling der zendtijdver-
deeling wenscht af te wijken. Deze alinea
bepaalt namelijk, dat de minister beslist
in alle gevallen, dat inzake den zendtijd
geen overeenstemming tusschen de om-
roeplichamen wordt bereikt, mits het be
ginsel van het besluit niet wordt, aange
tast.
RATTENBESTRIJDING TE
AMSTERDAM
AMSTERDAM. 27 Febr. In de heden ge
houden raadsvergadering werd na eenige
discussie z. h. s. aangenomen een voor
dracht tot het treffen van maatregelen ter
bestrijding der rattenplaag. Voor dit iaar
wordt een bedrag gevraagd van 30.000.
Uit de Memorie van Antwoord
inzake de begrooting van
het Verkeersfonds
Aan de memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de bcgrooting van
het verkeersfonds wordt nog het volgende
ontleend:
Dat een aantal bedragen hooger moest
worden geraamd dan die, toegestaan voor
1931, is niet gevolg van gebrek aan zuinig
heid. De luchtvaart is bezig zich hooger te
ontwikkelen, Ondanks de crisis is sedert
eenfgc jaren duidelijk merkbaar, dat de
aanvankelijk aarzelende houding van het
publick plaats gaat maken voor volledige
aanvaarding van het nieuwe verkeersmid
del. Het is onvermijdelijk, dat met de uit
breiding van het lucht\erkeer de taak van
de betrokken Rijksdiensten grooter wordt.
In de eerste plaats geldt dit voor den radio
dienst en den meteorologischcn dienst ten
behoove van de luchtvaart, welke door het
Rijk worden verzorgd. Behoefden tot voor
enkele jaren slechts twee luchtvaartterrei
nen (Schiphol en Waalhaven) van
inrichtingen voor de diensten met het daar
bij behoorend personeel te zijn voorzien,
thans is dit aantal, mede in verband met de
uitbreiding van het binnenlandsche lucht
verkeer, vermeerderd met 4 luchtvaartter
reinen, t. w. V 1 i s s i n g e n, Twente,
Noor d-N ederland en Haamstede.
Eischen van navigatie
en veiligheid
Daarbij komt, dat het luchtverkeer zoowel
ten aanzien van de navigatie als van de vei
ligheid aanzienlijk hoogere eischen aan de
genoemde diensten stelt dan kort te voren
het geval was en dat in verband met de
technische verbeteringen, welke de diensten
in den laatst on tijd hebben ondergaan, door
de bestuurders van luchtvaartuigen meer
en meer van de hulp, welke zij kunnen bie
den, gebruik wordt gemaakt. De ervaring
heeft geleerd, dat een belangrijke verhoo
ging van de regelmaat van het luchtver
keer daarvan het gevolg is.
Dat als gevolg \an een en ander de kos
ten, zoowel voor aanschaffingen als voor
exploitatie, ook bij het betrachten van de
uiterste zuinigheid, hooger worden dan over
voorafgaande jaren en dat ook de perse*
neelsuitgaven stijgen, zal geen verder be
toog behoeven.
Ook de verhooging van andere posten is
een noodzakelijk gevolg van de uitbreiding
van bet luchtverkeer. De verhooging van
den post opleiding van luchtvaartpersoncoi
wordt veroorzaakt door de voortschrijdende
opleiding van adsplranten-verkeersvlieger,
waarvan de aantallen voor de jaarklasseit
1933 en 1934 aanzienlijk grooter waren dan
die voor de jaarklassen 1931 en 1932, tenge
volge van de groeiende behoefte aan bo
stuurders van verkeersvliegtuigen.
Ook doordat voor subsidie aan do K.L.M
een aanzienlijk lager bedrag kon worden
uitgetrokken dan voor 1934, is in weerwil
van bovenbedoelde verhoogingen het eind
bedrag der l>egrooting lager dan dat voor
1934
Toen het zich liet aanzien, dat de K.L.M.
niet tijdig de beschikking zou kunnen ver
krijgen over een voldoend getal vliegtuigen
van de doordeN.V. Ned. Vliegtuigenfabriek
ontwikkelde typen F 22 en F 36, heeft zij
minislerieele goedkeuring verworven op het
onvermijdelijk gebleven besluit om in haar
onmiddellijke behoefte aan vliegtuigen te
voorzien door aanschaffing van Douglas
DCi vliegtuigen. De K.L.M. heeft er steeds
naar gestreefd de Nederlandschc industrie
te bevorderen en het lag dan ook aanvanke
lijk in de bedoeling de benoodigde Douglas
DC-2 vliegtuigen door de N.V. Ned. Vlieg
tuigenfabriek hier te lande in licentie te
laten vervaardigen. Aangezien nader bleek,
dat dan de eerste vliegtuigen in het gunstig
ste geval eerst tegen het einde van dit jaar
zouden kunnen worden geleverd, hoewel de
K.L.M. deze reeds binnenkort noodig heeft
om de diensten, welke met het aanstaande
zomerseizoen eenige uitbreiding moeten on
dergaan. naar behooren t kunnen uitvoe
ren. moest zij er toe besluiten de benoodigde
14 Douglas vliegtuigen in Amerika te doen
vervaardigen, zij het dat deze bestelling we
gens de door Fokker verworven rechten
over de N.V. Ned. Vliegtuigenfabriek liep
Hierdoor is intusschen de Fokkerfabriek-
beter in staat haar eigen typen verder te
„Iets extra's" op de boter-
hom. Voor huisgenoot en
gast om van te watertanden
ontwikkelen en binnenkort is dan ook be
stelling van een tweede F 36 vliegtuig bij
die fabriek te verwachten.
Rijksstudiedienst voor de
luchtvaart
De minister is van meening, dat de kos
ten van den Rijksstudiedienst voor de Lucht
vaart terecht ten laste van het Verkeers
fonds zijn gebracht. Hoewel deze dienst ook
werkzaamheden verricht ten behoeve van
andere Overheidsinstellingen en van parti
culieren zijn die ten dienste van het lucht
verkeer zoo overwegend, dat de dienst
zonder voorbehoud bij het verkeerswezen
behoort. Voor decentraliseercnde werking en*
het vormen van nieuwe bureaux behoeft
niet te worden gevreesd, aangezien tenge
volge \an overgang naar het Verkeersfonds
de onderlinge verhoudingen f^een wijziging
ondergaan.
Overneming van het luchtvaartterrein
Scheltingwoude van het Departement van
Defensie beoogt ter wille van de belangen
van het luchtverkeer te voorkomen, dat het
eenige bij uitstek gunstig gelegen terrein
voor burgerlijke watervliegtuigen met ten
koste van belangrijke bedragen gebouwde
vliegtuigloodsen, sleephellingen en verdere
inrichtingen zou verdwijnen. Hoewel in be
scheiden mate, wordt 't luchtvaartterrein
Schel li ngwoude door burgerlijke vliegtui
gen bepaalde postvliegtuigen, gebruikt, ter
wijl het verder ten dienste staat voor het
beproeven van hier te li.ide gebouwde wa
tervliegtuigen.
Hoewel het verkeer met watervliegtuigen
nog gering is, zijn er teckenen, welke duiden
op een verdere ontwikkeling van het water
vliegtuig, bepaaldelijk van de vliegboot.
Dc achterstallige trekkingen
moeten zonder tusschenpoo*
zen gehouden worden
AMSTERDAM, 27 l'fllir. Hot gercclitsliof
heeft vandaag uitspraak gedaun in het ge
schil dat de N.V. Paleis voor Volksvlijt en
een deel van haar obligatiehouders verdeeld
houdt.
De heer M. H. de Castro tc Brussel, een
der obligatiehouders, heeft destijds gevor
derd, dat het Paleis zou worden veroor
deeld tot het doen houden van de sinds
1911 geschorste trekking van obligaties.
Deze zaak is indertijd uitvoerig door de
Amstcrdamsche rechtbank behandeld. In
hooger beroep heeft het gerechtshof de
vordering van den heer de Castro op be
paalde gronden afgewezen. Daarna heeft de
Hooge Raad deze uitspraak gedeeltelijk ver
nietigd en dc zaak ter nadere beslissing
terug verwezen naar het hof.
In deze zaak is eenigen tijd geleden ge
pleit. Voor het Paleis trad op mr. M. L.
Kan; voor den heer de Castro mr. M. van
Vugt. Het hof heeft thans de vordering van
den heer de Castro toegewezen en het Pa
leis veroordeeld tot het houden der achter
stallige trekkingen, die onmiddellijk achter
elkaar, dus niet met tusschenpoozen van
een half jaar moet plaats hebben.
Het Palcis is veroordeeld in de kosten
van het geding, begroot op ƒ665.
SANEERING VAN DEN VEESTAPEL
In de te 'sGravenhagc gehouden verga
dering der eerste afdeeling van het Kon.
Ned. Landbouwcomïté werd besloten in
zake de beperking van den rundveestapel
de andere centrale landbouworganisaties
voor'te stellen gezamenlijk bij de regeering
aan te dringen op opheffing van do beper
king. welke voor de overname, van z.g.
reactiedieren is ingesteld. De gelegenheid
om onze veestapel te saneeren door het
op groote schaal opruimen van reactiedieren
is thans bizonder gunstig en keert misschien
nimmer terug.
Een gedeelte van de loonen
van Inlandsche schepelin,
gen ingehouden?
De heer Effendi heeft aan de Ministers
van Sociale Zaken en van Koloniën dc vol
gende vragen gesteld:
1. Is het juist,
a. dat in verband met dc invoering van
de loonbelasting van A% in Indië, do direc
tie van den Rotterdamschen Llovd is over
gegaan tot het inhouden van van het
loon der Inlandsche schepelingen?
b. dat er tegen deze maatregelen een groo
te ontstemming heerscht onder dc schepe
lingen, waaraan uiting is gegeven door het
zenden van delegaties uit de betrokkenen
naar de directie, gesteund door alle onder
a genoemde schepelingen?
c. dat de directie als antwoord daarop
een negental dier schepelingen door de po
litie aan boord van het s.s. „Siantar" heeft
laten brengen, welk s.s. thans reeds op weg
is naar Indië, terwijl aan bedoelde schepe
lingen slechts halve gage is uitbetaald?
2. Indien deze vraag bevestigend moet
worden beantwoord, is de Regeering dan
niet van meening, dat dit optreden i'an de
directie van den Rotterdamschen Lfóvd on
toelaatbaar is?
3. Wil de Regeering onmiddwlijk aan de
directie van den Rotterdamschen Lloyd ken
baar maken, dat haar optreden zoowel wat
betreft hel inhouden van flet loon, als het
onder dwang wegvoerer tegen halve gage
van Inlandsche schepe''nKen haar goedkeu
ring niet heeft?
4. Wil de Regeë-»n.£ bevorderen, dat de
weggevoerde sch-pPe'tngen in fndic onder
geen enkelen v>>rm eenige verdero schade
van dit optreAm der directie van den Rot
terdamschen Lloyd zullen ondervinden?
De tonnenmaat ek het
geschut vergroof
De heer Drop heeft den Ministei^n de
fensie de volgende vragen gesteld:
I. Is het waar:
a. Dat de flottieljelcider-Xederland,\e jn
het aanbouwplan gevoegd bij het weVnt_
werp tot verhooging van hoofdstuk Vllfter
Rijksbegrooting 1930, stuk 346, zitting Tve_
de Kamer 1929/30 was opgenomen als
schip van 3000 Ton, berekend op een va a
snelheid van 34 mijl en te voorzien van^
kanonnen van 12 c.M.. thans in aanbouw
berekend op een waterverplaatsing van 423
Ton, op een vaarsnelheid van 32,5 mijl
daarop te plaatsen kanonnen van 15 c.M.;
b. dat tengevolge van het veranderd»!
bouwplan de bedoelde flottieljeleider niet zaA
kosten F!. 7500.000.— gelijk geraamd, doch!
Fl. 10.000.000.-?
II. Zoo het in vraag I gestelde bevcstM
gend moet worden beantwoord, wil de Mi-
nistcr dan mededeelen waarom van deze I
verandering niet in de toelichting op een
der begrootingen, volgende op die voor 1930,
melding is gemaakt, en een uiteenzetting
geven van de wijze, waarop in dit verhand
de in de verschillende jaren aangevraagde
en toegestane termijnen moeten worden be
zien?
III. Wil dc Minister ten slotte, in verband
met het bovenstaande, mededeelen of het op
de bcgrooting voor 1935 uitgetrokken be
drag van Fl. 300.000.— voor artillerie ten be
hoeve van den flottieljeleider, geheel of ten
deele bestemd is voor het geschut van groo
ter kaliber, in vraag I genoemd?
ZUIDERZEEWERKEN
Do directeur-generaal der Zuiderzeewer
ken heeft heden aanbesteed het aanleggen
van een gewalste verharding op een gedeel
te van de Slootweg in de Wieringermeer,
lang pl.m. 4 K.M. en het uitvoeren van bij
komende werken. Laagste inschrijfster was
de N.V. P. C. Zanen te Haarlem voor
27.800.
Breek nimmer door een enkelen twist de
vriendschap af. Want u zou gaan ontbre
ken de lafenis voor uwe ziel in den dorst
van nood en smart.
door G. P. BAKKER
'25
Ze kuste hem nog een maal. „Misschien
zien we elkander nooitweer. Dat zou het
beste voor mij zijn. Vergeten zal ik je nooit
Ik zal bij je waken tot het licht begint te
worden".
Een man en een vrouw sjokten langs den
landweg. Het waren havelooze schooiers.
Tijd, regen en wind hadden hun kleercn
verfomfaaid en in flarden gescheurd, do
kleuren besmeurd en vergrauwd.
De man, een flinke blonde kerel, droeg
een mars op den rug en steunde op een
langen eiken knuppel.
„Jan zei hij tegen de donkere, vrij
lange vrouw. „Het ongeluk schijnt ons te
vervolgen. Met moeite zijn we uit Hessen
gevlucht, waar Tilly's ruiters alles neer
slaan, en bij Mühlhauscn zijn wo nauwe
lijks de galg ontkomen.
„En in Thüringen speelden die lui van
Pappenheirn hetzelfde deuntje rooven en
moorden 2oodat er voor niemand anders
Iets meer overblijft".
„Hier in het Erfsticht is het ook al ge
speeld en nog droeviger. Niets, maar ook
letterlijk niets te halen voor ons. Aan de
groote wegen staat geen boerderij meer en
hier aan de landwegen is niets te krijgen.
Al smeek ik met mijn armzaligste vrou
wenstem, niemendal. De stakkers lijden
zelf honger".
„Spreek dat woord niet uit, Jan"
„Goed, maar het is toch waar."
„Weet je nog die doode marskramer aan
den weg, die jou de kiep gaf. Veel waarde
was er niet in, maar er viel soms een han
deltje te doen en als we geen centen had
den, bood jij den waard met mooie woorden
een kunstvoorwerp aan, dat we hier of daar
hadden opgepikt".
„En nu", zei Jood. „Niets. Zelfs de magere
kraaien zijn zoo sluw geworden, dat ze
zich niet meer laten verschalken".
„Weet je", riep Jan. „Ik heb zin die ver
velende rokken hier uit te trekken en op
den weg te smijten".
„En ik om de kiep in de sloot te slinge
ren".
„Ik ben bang dat we Holland nooit zul
len bereiken, Holland, waar werk moet zijn
in overvloed. Waar duizenden naar zee
gaan op zoek naar verre landen en avon
turen".
„Daar zouden we een nieuw leven kun
nen beginnen en verstandiger zijn".
„Zeker. We hebben beiden schuld gehad.
Maar waarom zijn we heden zoo vertrou
welijk? We hebben nooit over het verleden
gesproken.
„Kom", zei Jan. „Misschien komen we er
toch nog. Kijk de zon lacht ons toe. Zie den
hoogen, blauwen hemel. Het is een prach
tige morgen. Een gelukkig teeken en het
kost niemendal".
„Tegen het einde wil ieder graag zijn ziel
verlichten".
„Kan me niets schelen. Wat bekommert
een mensch zich om de natuur, als het lijf
steekt van den honger. Als je in geen et
maal iets in de maag hebt gekregen, die
toch al bedorven was door korsten brood,
niets dan korsten beschimmeld brood. Ik
heb er er genoeg van. Ik ga daar in de
schaduw onder dien boom liggen".
„Neen", zei Jan. „Kom mee" en hij pakte
zijn grooten vriend bij den arm.
„Laat mij. Wat geeft het? Morgen of
overmorgen crepeeren we toch aan den
kant van den weg. Geen dag te vroeg".
„Kijk", riep Jan eensklaps. „Zie je die
donkere omtrekken van een ruïne en dat
kleine figuurtje tegen den ochtendhemel?"
„Ja, daar gaat iemand", stemde Joop toe.
„Ver weg, kwam iemand uit een zijpad. Al
weer verdwenen in de hosschen."
„Kom mee. Kom mee", riep Jan en ver
snelde zijn pas.
„Zie, daar is een bruggetje. Het voert
naar den bouwval. Een ridderhofstee. Mis
schien toch nog bewoond".
Ze gingen de brug over, door een grooten
verwaarloosden tuin kwamen ze aan een
deur.
„Geef ons iets te eten, al is het maar een
korstje brood, edele menschenvrienden",
jammerde de smeekende stem van een ster
vende vrouw.
Hij klopte op de deur. Luider en luider.
„Niemand", meende Joop.
„Vreemd", antwoordde Jan. „Die persoon
moet van hier gekomen zijn". Hij drukte
tegen de deur. Ze vloog open.
Voorzichtig, Joop in de voorhoede, slopen
ze op de teenen door de gang.
„Niemand. Helaas onbewoond".
„Onderzoeken".
Ze openden een paar deuren, leege, kale
vertrekken.
„Vrij bovenlicht. De hemel is mijn zol
der". grapte Jan.
Plotseling keerde Joon zich om, den wijs
vinger op den mond. Door een reet onder
een deur scheen eon zwak schijnsel.
Hij klopte bescheiden. Geen antwoord.
Langzaam draaide hij den knop om, keek
door de kier, wenkte Jan.
Op de tafel stond een kleine brandende
lantaarn. De ramen waren door luiken ge
sloten, maar de naden wierpen lichtende
lijnen in het vertrek.
Jan opende de deur. Toen schrok hij te
rug. Op den grond tegen een stoel geleund
lag een man. Zij wachtten angstig. Het
lichaam bewoog zich niet.
Geruischloos gleden ze de kamer binnen,
de oogen op den man gericht.
Joop boog zich over hem heen.
„Een lijk?"
Dc ander schudde het hoofd, nam han
dig de kortjan weg, zette zijn mars neer,
haalde een eind touw te voorschijn en bond
vlug met groote kennis van zaken handen
en voeten van den bewustelooze.
„Zie zoo, dat is veiliger", oordeelde hij
Snel doorzocht hij dc zakken, vond een
pistool, kruit, kogels, een knipmes en toen
een goed gevulde beurs.
„Zilveren daalders en zelfs goudvinken".
Hoera, we zijn gered", jubelde -hij, alle
voorzichtigheid vergetend op het gezicht
van liet goud. Hij zwaaide de hand met de
beurs in de lucht. „Straks kunnen we wel
tellen. Nu weg". De buidel verdween in zijn
zak.
„Wat zou er in die kast zijn? De sleutel
steekt in de deur. We zullen dat volledig
heidshalve een even onderzoeken", meende
Jan en opende de deur.
„Een rijk ontbijt", juichte Joop, maar
keek toch of de man op den grond niet hij
kennis was genomen. „En zie een kruik".
Hij rook „Wijn".
„Hij is bewusteloos en gebonden", zei
Joop en begon het voedsel naar binnen te
schrokken, goot een roemer vol wijn. Jan
volgde het voorbeeld. Ze aten alles op, de
oo»en strak op den man gericht:
Toen pakte Joop de roemer in zijn mars,
gaf Jan de kruik en zei: „Ik geloof, dat dit
alles van eenige waarde is."
„Zal ik hem lossnijden?" vroeg Jan. „Hij
heeft ons geholpen, heeft ons edelmoedig
alles wat hij bezat gegeven. Hij zou hier
kunnen verhongeren. Hij, onze Jevcnsred-
der." i
„Onmogelijk. Veel te gevaarlijk".
„Wie zou hij zijn?"
„Een zeeman".
„Bestelen is mooi gennoeg. Maar'om hem
hier gebonden te laten verhongeren is toch
al te gemeen".
„Maar als we hem vrij laten, volgt hij
ons misschien en dan leggen we het loodje.
Dank je. Wij zijn bereid. Laat ieder voor zich
zelf zorgen", oordeelde Joop en met rasse
schreden verdween hij.
Jan haalde de schouders op, maar volgde
zijn vriend. Hij zag hem over de brug gaan
en snel verdwijnen. Er bleef hem niets over
dan te volgen. Juist om den hoek zag hij
een groep ruiters. Hij bleef staan aan den
kan van den weg.
Toen ze hem voorbij waren, schreeuwde
hij. „Hopman, ik geloof dat ze daar in die
ridderhofstede aan het vechten zijn". Hij
wachtte geen antwoord af. tilde zijn rok
ken hoog op en liep wat hij Toopen kon de
hosschen in zijn kameraad na.
HOOFDSTUK XIX.
Edzke hield de wacht in het kreupelhout
aan de andere zijde van den weg. maar
niemand ging de brug over, sinds de overste
was verdwenen.
Eerst bleéft hij rustig in zijn schuilhoek
zitten, rookte zijn piinie. luisterde naar het
zachte ruischen der bladeren en keek naar
het spel der door den wind bewogen scha
duwen in het witte maanlicht.
De nacht zweefde langzaam over het land,
de krekels tiilnten. de kikvorschcn In de
slooten kwaakten en een late vógel zong
nog zijn lied.
(Wordt vervolgd).