VERMOGENS Vrouwenhanden PUROL IN NEDERLAND OVERSTE SAXON DE ROOFMOORD TE OYEN OUDE VROUW DOOD GESLAGEN UIT DE STAATSCOURANT REGELEN VOOR HUISARBEID Hit totaal der vermogens is van 1929 1930 op 1933'1934 met bijna 4.2 milliard gulden gedaald lii de binnen enkele dagen verschijnende tweede aflevering van hot Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek wor den gepubliceerd de uitkomsten der vermo gensbelasting. Het belastingjaar 10:13/1934 is iderbij in vergelijking gebracht met de voor afgegane jaren. He aandacht zij er op gevestigd, dat het bedrog der vormogens betrekking heeft op den toestand van het Vermogen bij den aan vang van het belastingjaar (1 Mei). Het cijfer 1930/1931 is dus nog slochts in geringe ma'e beinvloed door de in het najaar van 1929 opnieuw ingetreden economische crisis, in veel sterker rnatc is dit het geval met liét cijfer der vorige jaren. \ervolgcns zij opgemerkt, dat wegens het ontbreken van daartoe- geschikto gegevens geen rekening kon worden gehouden met de m den loop der jaren gewijzigde waarde van het geld. Uit de cijfers blijkt, dat onder den invloed der in 1920 ingetreden malaise het totaal bédrag der vermogens van 1020/1921 tot 1923/1924 is gedaald met bijna 1.407 mil- lioen en van laatstgenoemd jaar tot 1929/ 1930 als gevolg van de verbetering in den algemeenen economischon toestand wederom is géstegen niet ruim 3.433 millioen. Als gevolg van do in 1929 ingetreden eco nornlsche crisis is daarop een vermindering gevolgd van 4.191 millioen van 1929/1930 tot 1933/19.34. Het vermogen over laatstge noemd jaar is hierdoor 708 millioen lager dan dat over 1923/1921 f5.81 pet). De bevolking nam van 1 Januari 192/4 tot 1934 toe met 11.94 pet, met wclk percentage een vermeerdering der gezamenlijke vermo gens correspondeert van f 1.S20 millioen, zoodat, indien geen rekening wordt gehou den rnet de waardevermindering van het geld. het totaal der vermogens over 1933/19:14 2.528 millioen lager is dan het cijfer, dat verkregen wordt, indien van 1923/1924 af het totaal der vermogens dezelfdo stijging zou vertoonen als de bevolking. Op overeenkomstige wijze blijkt, dat het totaal der vermogens over 1933/1931 zelfs reeds 5.107 millioen lager is dan het ciifer, dat verkregen wordt, indien van 1929/1930 af het totaal der vermogens dezelfde stijging zou vertoonen als de bevolking. Ook de cijfers van het onzuiver bedrag der belasting vertoonen eenzelfde beeld. Betreffende het aantal aangeslagenen zij vennold, dat in tegenstelling met het be drag der vermogens en der belasting het aantal over 1921/1922, over 1923/1924 en over 1930/1931 telkens hooger is dan dat over het onmiddellijk daaraan voorafgaande jaar. Per 1000 inwoners kwamen over 1921/1922 24 aangeslagenen voor, wclko aantal daalde tot 22 over 1923/1924, wederom steeg tot 25 over 1929/1930 en 1939/1931, waarop een ver nieuwde daling volgde tot 21 over 1933/193-1. Vergelijkt men het aantal aangeslagenen in de verschillende vermogensgroepen, dan blijkt, dat dit van 1920/1921 tot 1923/1924 al leen voor de groep aangeslagenen met ver mogens beneden f 50.000 is gestegen en voor de andere groepen is gedaald. Van 1923/ 1924 op 1929/1930 zijn voor elk der vermo gensgroepen do cijfers steeds gestegen; daarentegen zijn deze van 1929/1930 op 1933/ 1934 voor de vermogensgroepen boven de 30.000 wederom gedaald. Wat de verhoudingscijfers aangaat, zij opgemerkt, dat voor alle groepen vermo gens van 30.000 en hooger de cijfers van 1923/1924 cn 1933/193-4 in \ergelijking met die van respect. 1920/1921 en 1929/1930 tel kens een daling doen zien. Slechts een zeer klein deel van alle belastingplichtigen valt in de hoogore vermogensgroepen, terwijl dit deel van 1920/1921 tot 1933/1931 nog voortdurend kleiner is geworden. Het aandeel dezer groepen in het totaal der vermogens en der belasting is evenwel van veel meer belang. Zoo bezaten over 1920/1921 en 1933/1934 de resp. 40.39 en 47.29 pCt. der aangeslagenen voor vermogens beneden f 30.000 tezamen resp. 10.12 en 15.36 van het totaal vermogen Denk er aan, als ge over personen en fei ten oordeelt, gij ziet slechts uwe zijde van de werkelijkheid. Jan Ligtharl. door G. P. BAKKER 84 Even sloeg de overste zijn redder op den schouder. „Braaf, braaf jongen", zei hij. En nu vooruit. Het gaat om je leven". Het scheen (lat de hengst hem volkomen begreep. Hij schoot weg als een pijl, gevolgd door zijn beide vrienden en daarachter een grootc troep vijandelijke ruiters. De wedren begon. Het was een rit op leven en dood. De paarden vlogen over het boschpad. De roodc hengst hield zich prachtig, bleek de sterkste, bleef overwinnaar. De afstand tus- schen liem en zijn vervolgers werd steeds grooter. Bovendien liepen zijn beide vrien den de ruiters voortdurend in den weg. vóoral dc dikke Ardenner. die lang niet zoo vlug over het smalle pad schommelde. Maar onverwachts kwam uit een zijweg een nieuwe troep vijanden on versche paar den, kurassiers van Von Bernstein. Een seconde voor hem bereikte de vos het snij punt, donderde hen voorbij. Weer begon de achtervolging» maar hij bleef aan den kop, paloppeercnd met grootc sprongen. Tien lengten lag hij voor, toen Sax on plotseling een snel vlietende breede beek zag, stroo mnd luftschen rotsen in dc diepte. Er lag en droegen slechts resp. 6.25 en 9.53 pCt. bij tot dc totaal opbrengst der belasting in hoofdsom. Daarentegen hadden de resp. 0.78 en 0.38 pCt. dor aangeslagenen voor vermo gens van 1.000.000 en hooger resp. 19.90 en 12.34 pCt. van het gezamenlijk vermogen en droegen resp. 20.78 en 13.23 pCt. tot dc totaal opbrengst der belasting bij. Het gemiddeld vermogen per aangeslage ne is van 1920/1921 af hieronder vermeld: 1929/1921 f 85.000 1927/1928 f 79.000 1921/1922 - 80.000 1928/1929 - 81.000 1922/1923 76.000 1929/1930 - 81.00U 1923/1924 - 75.000 1930/1931 79.000 1924/1925 - 74.000 1931/1932 - 74.000 1925/1926 - 76.000 1932/1933 - 65.000 1926/1927 - 78.000 1933/193-1 - 65.000 Uit deze cijfers blijkt, dat het gemiddeld vermogen na een daling van f 85.000 over 1920/21 tot f 74.000 over 1924/1925, over de volgende jaren weer regelmatig is gestegen tot f 81.000 over 1928/1929 en 19-29/1930, om daarna weer to dalen tot f 65.000 over 1932/ 1933 cn 1933/1934, waardoor het f 20.000 blijft beneden het hoobsto cijfer uit bovenstaand overzicht (1920/1921) en nog f 9000 lager is dan het laagste dezer cijfers (1924/1925 cn 1931/1932). (Vervolg van ons vorig Blad). De rechtbank is als volgt samengesteld: president rnr. W. Urnmels, rechters mr. Poei'ink en jhr. mr. Verheijen. Het O.M. wordt waargenomen door de substituut of ficier van justitio mr. van Everdingen. Tegen ieder der verdachten werd wegens diefstal, gepleegd in vcreeniging van twee personen en vergezeld gaande van geweld, 15 jaar gevangenisstraf geëischt. GELDERMALSEN, 11 Maart. Heden morgen is in het naburige Rumpt de on geveer 70-jarige weduwe W. van Wijk na een woordenwisseling doodgeslagen. De weduwe, die de R.K. Kerk had bezocht be gaf zich huiswaarts. Gekomen op den Mid denweg kreeg zij ruzie met haar 60-jarigen buurman Buunders, welke zoo hoog liep, dat de man dc vrouw doodsloeg. Wat de aanleiding voor de woordenwisseling is ge weest, is niet bekend Buurders heeft zich toen hij zijn daad had bedreven, zelf bij de politie aangemeld. Hij is in verzekerde bewaring gesteld. H. M. DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA OP WEG NAAR NEDERLAND BERN, 11 Maart (Reuter). II. M. dc Koningin Wilhelmina en II. K. H, Prinses Juliana zijn uit Unterwasser vertrokken, om via Bazel naar Den Haag tc reizen. OP VRIJE VOETEN 's-GRAVENHAGE 11 Maart. Hedenoch tend is van V. die Vrijdagochtend bij den politie-inval in het kantoor van dc Intern- bank aan de Parkstraat was aangehouden, weder op vrij voeten gesteld. De politic oor deelde geen termen aanwezig om den man langer in arrest tc houden of voor den of ficier van justitio te leiden. HET OCTROOIRECHT DELFT, 11 Maart. Mr. J. van Loon heeft hedenmiddag bij de aanvaarding van het ambt van Bijzonder Hoogleeraar in het Recht van den Industrieelen Eigendom, aan de Technische Hoogeschool te Delft een rede gehouden, getiteld: „Individu en Gemeen schap in het Octrooirecht". BENOEMINGEN BIJ DEN HAAGSCHEN G.G.D. 's-GRAVENHAGE, 11 Maart. Dc Haag- sche gemeenteraad heeft in zijn heden ge houden vergadering benoemd tot geneeshee- ren bij den G.O. en G.D. de heeren A. J. van Galen J.ast, arts te Voorthuizen, C. Kruyt, arts te Ridderkerk en J. J. L. de Neve, arts te Buitenpost. bhjven ondank* alle huishoudelijke arbeid Bij K. B. is bevorderd tot officier van gezondheid der le klasse do officier van gezondheid der 2e klasse P. van der Esch. Bij K. B. is met ingang van 1 April aan den tweede-luitenant K. F. de Kroon van het regiment genietroepen een eervol ont slag uit den militairen dienst verleend. Bij K. B. is benoemd tot ridder in dc Orde van Oranje-Nassau C. T. Breebaart, secretaris-penningmeester van het Christe lijk militair tehuis te Leiden. Bij K. B. is aan den reserve-officier Aan gezondheid der tweede klasse dr. II. Broers en aan den reserve-eerste-luitenant W. Noordijk van het 7o regiment veldartillerie een eervol ontslag uit den militairen diénst verleend. Bij K. B. is benoemd tot reserve-eorste- luitenant bij zijn tegenwoordig regiment de reserve-tweede-luitenant M. Eisma van het 9e regiment infanterie. Bij K. B. is op hun verzoek een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den reserve-majoor J. R. Schuil van het 10e regiment infanterie en aan den reserve-eerste-luitenant J. A. Buijs van het 8e regiment veld-artillerie. Bij K. B. is een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan den reserve- dirigeerend officier van gezondheid der tweede klasse dr. J. Wittop Koning en aan den reserve-kapitein O. L. J. Sikkens van het le regiment veld-artillerie. Bij K. B. is met ingang van 1 Maart 1935 aan Ir. Th. J. Mansholt op zijn verzoek eervol ontslag verleend als inspecteur van den landbouw, hoofd van den buitenland schen lartdbouwvoorlichtingsdienst, met dankbetuiging voor dc in die betrekking bewezen diensten, en is bevorderd tol in specteur van den landbouw, hoofd van den buitcnlandschen voorlichtingsdienst Ir. R. P. Bonthuis, thans Rïjkstüinbouwconsulent in algemeenen dienst met den persoonlij ken titel van inspecteur van den land bouw. Bij K. B. is benoemd tot ridder in do Orde van den Nederlandschen Leeuw Ir. Th. J. Mansholt, inspecteur van den land bouw, hoofil van den buitenlandschen land- bouwvoorlichtingsdienst te 's-Gravenhage. Bij K. B. is toegekend de gouden eere medaille der Oranje-Nassau Orde aan P. we Yrieso wonende te Oldeboorn, gemeen te Utingeradeet, eerste botermaker hij de Coöperatieve Zuivelfabriek „Utingeradeel" G. A. te Akkrum. Bij K. B. is toegekend de bronzen eere medaille der Oranje-Nassau Orde aan J Wen ting, pakknecht bii de N.V. C. Hoyng te Utrecht en aan A. Janssen, arbeider bij de N.V. Th. Burgers Steenfabrieken te Weurt, gemeente Beuningen. Bij K. B. is met ingang van 1 Mei aan den administrateur hij het hoofdbestuur der P.T.T. J. H. Ebbeler op zijn verzoek eervol ontslag verleend als zoodanig niet dankbetuiging voor de aan den lande be wezen diensten. Bij K. B. is met ingang van 1 Maart 1935 benoemd tot hoofdcommies bij het hoofd bestuur der P.T.T. de commies bij den P.T.T.-dienst Ch. D. J. Buijs. Bij beschikking van den Minister van Financiën is de ontvanger der directe be lastingen enz. W. de Rode verplaatst van het kantoor Ommen naar het kantoor Don gen. TWEE WONINGEN TE HILLEGOM UITGEBRAND HILLEGOM, 11 Maart. In den afgeloo- pen nacht is de woning van den heer A. Paase, nabij den Stationsweg alhier, in dc asch gelegd. De bewoners moesten in nacht gewaad vluchten. De aangrenzende woning van den heer Kovert is mede uitgebrand. De brandweer, die spoedig ter plaatse was, werkte met vier stralen. De oude met riet bedekte huizen waren echter niet meer te redden. Het brandende riet veroorzaakte een groote von kenregen. De oorzaak is vermoedelijk te zoeken bij een brandende kachel in dc wo ning van Paase. Alles was verzekerd. Ontwerp voor een alyemeenen maatregel van bestuur bij den Iloogen Raad van arbeid aanhangig gemaakt De Minister van Sociale Zaken heeft bij den Iloogen Raad van Arbeid aaiihangi, gemaakt een voor-ontwerp van algemeenen maatregel van bestuur, als bedoeld in dc ar tikelen 1, 3, 8, 10 en 20 der Iluisarbeidwct 1933. De bedoeling van deze A. M. V. B. te noe men „Huisarbeidsbesluit" is, krachtens de bedoelde wetsartikelen, aan te geven, welke \\erk2anmhcde11 huisarbeid in den zin der wett zullen zijn, zulks om te voorkomen, dat werkzaamheden, die overigens aan de omschrijving van huisarebid voldoen, doel welke niet met industrie te maken hebben, onder de bepalingen der Huisarbeidswet 1933 zouden komen te vallen. Artikel I somt de werkzaamheden op, slechts die zijn ge noemd, blijkens de toelichting, welke in ver band met de daarbij heerschendc toestanden het eerst om voorziening vragen. Later kan worden overwogen, of nog andere werkzaam heden moeten worden aangewezen als huis arbeid. Opgesomd dan worden: le. het plakken van gunimi-artikeleu en het bewerken, sorteeren en verpakken van celluloid waren; 2e. het bewerken, sorteeren en verpakken van voorbehoedmiddelen; 3e. het vervaardigen, herstellen en afwer ken A an onder- en bovenklceding, daaronder begrepen schoeisel en hoofdbedekking; 4e. het vervaardigen, herstellen cn afwer ken van huishoudgoed, zooals lakens, sloo pen, servetten cn dergelijke; 5e. het vervaardigen en afwerken van lampekappen cn van vormen voor lampe- kappen; 6e. het schoenstikken; 7e. het op kaartjes naaien oi op andere wijze bevestigen van knoopen: 8e. het strijken en opmaken van wasch- goederen; 9e. het behandelen van vuil waschgoed: 10e. het behandelen van lompen en ande ren afval; llo. het schoonmaken van fruit en het le zen van peulvruchten en kofficboonen. De verdere artikelen werken het bepaalde in artikel 3 der Huisarbeidswet 1933 nader uit. Artikel 3 bevat een absoluut verbod ten aanzien van het plakken van gummi-artike len, alsmede ten opzichte van het bewerken, sorteeren en verpakken van celluloldwaren en voorbehoedmiddelen. Deze werkzaamhe den zijn krachtens het besluit niet alleen in eigenlijke huis-industrie verboden, doch mogen evenmin verricht worden in een werkplaats, behoorendc tot de onderneming, waarin of waarvoor zij worden verricht, in dien deze werkplaats zich bevindt in een ge bouw, hetwelk geheel of gedeeltelijk be woond wordt, of indien in het werklokaal, zij het ook op andere gedeelten van den dag, geslapen, gegeten, gekookt of gewoond wordt of ander huishoudelijke bezigheden worden verricht. Het strijken cn opmaken van waschgoede- ren is volgens artikel 5 alleen verboden in lokalen waarin ook geslapen wordt. Daar de ze werkzaamheden dikwijls in keukens ge schieden. waartegen nie1 het minste be zwaar bestaat, is het verbod niet uitgestrekt tot lokalen, waarin tevens gegeten, gekookt of gewoond wordt of andere huishoudelijke bezigheden worden verricht. In artikel 6 zijn voor do daargenoemde werkzaamheden (die uit artikel 1 sub 3 tot en met 7) welke nog al veel van de oogen vergen, verlichtings- en tevens warmte- eisclieii gesteld. De aandacht wordt er op gevestigd, dat ten aanzien Aan het schoonmaken van fruit en het lezen van peulvruchten en koffieboo- nen geen voorwaarden van hygiënischen aard zijn gesteld. Zulks is niet nagelaten, omdat er minder reden voor zou zijn dan bij de andere in artikel 1 genoemde Averkzaam- heden, integendeel, doch uitsluitend en al leen, omdat het stellen van dergelijke eischen bedoelden arbeid in huis-industrie onmogelijk zou maken. a\elke consequentie niet gedragen kan worden, aangezien de on derhavige werkzaamheden meestal door de armsten onder de armen worden ■verricht. De artikelen 7 tot en rnet 9 regelen de aan sprakelijkheid a oor dc naleving van het be sluit. Artikel 10 geeft de bevoegdheid tot het ver- lcenen van vrijstelling cn in bepaalde ge vallen tot het intrekken van die vrijstellin gen. Dc volgende artikelen regelen de Averk- zaamhedon der plaatselijke huisarbeidscom- missies. Regelen voor onvolwaardigcn oorts is bij den Iloogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een Avetontwerp tot Avij- ziging \an de lluisarbeidswct 1933, dat t«»t sterkking heeft afwijkende voorwaarden in scheppen voor onvolwaardige arbeidskrach ten. Hieraan bestaat behoeft zegt de Memorie van Toelichting. Immers er zijn onvolwaar dige arbeidskrachten, die voor hun levenson derhoud vrijwel uitsluitend zijn aangewezen op het verrichten van huisarbeid en die, daar zij slechts in een langzaam tempo kun nen werken, in arbeidsprestatie achterblij ven bij do a ohvaardigen. Werd ook ten aan zien van die groep van onvdRvaardigén steeds naleving geëischt van dc krachtens de Huisarbeidswet 1933 gegeven voorschriften, dan zou het gevolg zijn, dat geen werkge ver hun meer huisarbeid zou opdragen, Avaardoor hun iedere bestaansmogelijkheid zou zijn ontnomen. Daarom worden vrijstel ling mogelijk gemaakt. De a\'et geeft wel is waar reeds de bcvoegd- heid, om in de bij algemeenen maatregel van bestuur aangewezen gevallen vrijstelling tc vojdêenen van hetgeen krachtens dat artikel rnet het oog op de gezondheid, de zedelijk heid of het leven-der betrokkenen is voorge schreven, doch hiermede kan niet worden volstaan. Ook in ander opzicht, met name ten aan zien van krachtens dc wet vastgestelde looii- bcpalingen voor de huisarbeiders en hun hulparbeiders, zal zich de noodzaak van vrij stelling kunnen voordoen. Wordt a au de bevoegdheid, bij het thans voorgestelde artikel toegekend, gebruik ge maakt, dan zal er uiteraard naar worden ge streefd, toch zooveel mogelijk waarborgen tc scheppen tegen ongewcnsclitc toestanden. Vrijstelling zal daarom alleen gegeven kun nen worden na liet hooren van een ter zake kundige commissie. Bovendien zal zoodanige vrijstelling slechts voorwaardelijk kunnen worden verleend, bij welke bepaling o.a. de gedachte heeft voorgezeten om de vrijstelling veelal afhankelijk te stellen van medewer king en toezicht van de zijde van vereenigiii- gen, opgericht ten behoeve van de verbete ring Aan het lot der onvohvaardigë arbeids krachten. VRACHTAUTO VERBRAND GROESBEEK, 11 Maart. Hedenavond te zeven uur geraakte dc vrachtauto van de firma Puyn uit Nijmegen, geladen rnet stroo cn op weg van Grocsbeek naar Nij megen, op den z.g. Nieuwen Weg, vermoe delijk door kortsluiting in brand. Dc chauffeur kon nog bijtijds uit dc cabine komen en bleef ongedeerd. De auto ging geheel in vlammen op. De Groesbeekscho branchveer heeft de nablussching verricht. Dc schade wordt door verzekering gedekt. SLACHTOFFER VAN DE ZIEKTE VAN WEIL ZUID-BEI JERLAND, 11 Maart. Hier ter plaatse heeft zich wederom een geval voorgedaan van de ziekte van Weil, niet doodelijken afloop. Het slachtoffer, een 3S-jarige landarbeider, was werkzaam ge weest bij het uitdiepen van polderslooten en had daarbij een kleine verwonding aan de hand opgeloopcn. BRAND TE HEDEL DEN' BOSCH. 11 Maart. Hedenmorgen vroeg is brand uitgebroken in de woning van de wed. A. v. d. Bogert op het Klein- veld te Hcdel. Het Avoonhuis met bijgebou wen werd geheel in de asch gelegd. De dorpsbrandweer wist te voorkomen, dat het vuur oversloeg op de belendende perceelen. Van den inboedel is zoo goed als niets gered. Het pand was slechts laag verze kerd. Vermoedelijk is de brand ontstaan in een schoorsteen. BOERDERIJ AFGEBRAND HARSKAMP, 10 Maart. Toen de land- bouAver A. Kleycr gisteravond in zijn schuur gelegen aan den Harderwijker weg te Hars kamp, bezig was stroo te snijden, viel dc lamp, A\aarbij hij werkte om, met het gevolg dat het stroo vlam vatte. De schuur stond spoedig in lichte laaie. Hoewel dc boer alle moeite deed zoo veel mogelijk vee te red den slaagde hij er niet in al het vee naar buiten te brengen. Ten gevolge van den feilen wind sloeg het vuur spoedig over naar de woning van den boer, die evenals de schuur geheel afbrandde. Van de inboe del kon slechts weinig gered worden. Een paard, een koe, en drie varkens verbrand den, terwijl een varken zoodanige brand wonden kreeg dat het moest worden afge maakt. Een hooiberg verbrandde eveneens totaal. Door gebrek aan water kon de brand weer weinig uitrichten. De schade wordt slechts gedeeltelijk door verzekering gedekt, voor voetgangers een plank over, die echter voor een ruiter onbegaanbaar avss. „Vooruit", riep Saxon, raakte liet paard even met dc hielen in de zijden, boog diep voorover. De hengst aarzelde niet. Met het grootste gemak nam hij de beek en gaf zijn achtervolgers het nakijken. De vluchteling zag om. Slechts één rui ter durfde zijn voorbeeld te volgen. Saxon draaide zich nieuwsgiering om in den za del. liet paard van den vervolger sprong, maar de beek bleek te breed. De achterhoe ven kletsten tegen de overzijde, de beencn Aan bet dier gleden van den steilen glad den oever. Ruiter en paard vielen achter over in de diepte. De overste hield zijn paard in, liet hem stappen om hem op adem te laten komen en klopte hem dankbaar op den hals. „Braaf", herhaalde hij. „Je bent een prachtigen vriend. Nu zullen wc het verder wel opknappen". Te laat zag de vluchteling dc tromp a'aïf een musket tusschen de bladeren uitsteken, vlak voor hem. Ilij hoorde den knal. liet paard, in den kop getroffen, stortte neer. De vluchteling sprong juist op tijd uit den zadel, keek naar hel paard, dat hem mot brekende, verwonderde oogen aanzag, alsof hij niet begreep waarom men hem zoo ge meen behandelde, nadat hij zoo zijn uiterste best had gedaan. Terwijl Süxon zich even voorover boog naar zijn vriend, voelde hij een slag op 2ijn schouder. Snel richtte hij zich op. greep dc kolf- van het musket, draaide het vliegens vlug om en sloeg den muskatier. die hot paard had gedood, tegen den grond. Maar nu kwamen van alle zijden soldeniers op zetten. De vluchteling hield het zware ge- Aveer bij den lóóp, zwaaide het rond als een veer. Telkens als de kolf neerkwam, ver brijzelde liet schouder of hoofd Van een tegenstander. Meer en meer drongen de aanvallers op maar Saxon stond nu met den rug tegen een boom en om hem heen lagen talrijke aanvallers. De soldeniers trachten hem rnet hun zwaarden te bereiken. Ze moesten hem levend vangen. Verwonden mochten ze hem. Een sleek in een arm of een heen zou hem het spreken niet belemmeren. Ze durf den echter niet schieten, uit vrees hem in dc melée doodelijk te Avonden. Dat was het groote voordeel van den vluchteling. Elke stoot werd met het musket afge weerd en dan in één beweging viel de kolf als een zware knots mcdoogenloos neer cp den aanvaller. Zc weken terug. Een luitenant schreeuwde: „Valt aan. lafaards. Kan je dien kerel niet baas? Wacht maar eens". Hij viel uit met zijn zwaard, stortte neer rnet verbrij zelden schedel, gekraakt als een noot. Toch Avas het duidelijk dat het einde spoedig moest komen. Saxon begreep dat ontvluchten niet mogelijk zou zijn. Hij zag nergens een uitweg, doch dc strijdlust flik kerdc in zijn oogen en zijn hart avOS ver vuld van een wilde vreugde. Hij zwaaide zijn vroeselijk wapen cn schreeuwde zijn strijdkreet zoo luid. dat er oen aarzeling bij den vijand ontstond. Ze wisten nu dat elke stoot of houw onmiddellijk door dood of zware verwonding Averd gewroken. Een paar officieren keken naar de wors teling. maar zc namen er geen deel aan. „Wat een kerel", sprak de een. „Je zoudt waarachtig wenschen, dat hij ontkwam". „En wij zouden de schande op ons laden niet een leger één man niet te kunnen overmeesteren", brulde de andere. „Kijk, verdomd, daar vloert liii er Aveor een. Voor uit suffers. Valt aan. Kan jc nu met je allen dien kerel niet baas?" Maar de dooden en de kermende gewon- doiï op den- grond bemoeilijkten den aan val en liet bloed maakte den bodem glibbe rig. De knots velde ieder, die binnen haar bereik kwam, neer, gaf een vijand gelegen heid naderbij te sluipen. Saxon begon steeds vechtend achteruit te trekken. Zijn scherpe opmerkingsgave had hem oen uitweg gewezen. Het a\as een heel kleine kans, maar hij moest die nemen. Hij was onvermoeid. Zijn ademhaling ging even regelmatig als bij bet begin van het gevecht. Hij sprong vooruit, slingerde den man, die het dichtst hij hem stond het musket in het gelaat en dan met een plot selinge onverwachte zwenking rende hij het woud in. de aarzelende aanvallers vol verbazing achter latend. Gered! Maar het Avas en bleef een ongeluksdag. Slechts eenige passen bad hij gedaan of hij strompelde over een verborgen boomwortel, nog voor hij in het kreupelbosch was ver dwenen. Hij a iel voorover. Toen stortte het geheels pak over hem heen als de meute over liet hert. HOOFDSTUK XXN I. Bloedende uit verscheidene Avonden werd dc gevangene op een boerenwagen vol stroo, aan handen en voelen gebonden, naar het kamp vervoerd. Dc wagen wérd bewaakt door een dub bele haag musketiers, alsof de bewustelooze rnan iu staat zou ziin tegenstand te bieden of te ontkomen. In het kamp werd hii on ruwe wijze bij gebracht en voor don krijgsraad geleid. Iïij stond daar zwaar geboeid met ge bogen hoofd tusschen zes hellebaardiers. Over den rechterwang van zijn flinken kop liep een breede bloedige streep, waaruit langzaam blocddropiiels langs zijn kaak naar beneden sijpelden. Ziin kleeren waren roode, beslijkte flarden. Hij spande zijn uiterste krachten in om zich op dc been ie houden. Nu en dan scheen cr een rilling over zijn lichaam te gaan. Aan een lange tafel tegenover hem zaten een drietal officieren, terwijl een sergeant- schrijver de besprekingen volgde cn aan- teekeningen maakte. „Hoe is jc naam?" vroeg dc majoor, dc middelste der officieren. „Willem", luidde liet bijna toonloozo ant* va oord. „Verder?" De gevangene haalde dc schouders op. „Jc van „Ze noemden mij „de Schipper". „Wat is je geboorteland?" „De Nederlanden". „Sinjeur Govaerts", sprak de majoor lot. een officier, die schuin achter hem stond. „Vraag de gevangene iets in uw moeder taal. IIij is immers een landsman van u?" De schansmcester knikte. „Wat Avas ie beroep?" Zijn Nederlandsch had in de vele jaren, dat hij bij de keizer lijken diende, een Duitsch tintje gekregen. „Schippersknecht", luidde het zachte ant woord. „In orcle, majoor", klonk liet oordeel van den A'estingingcnicuf. „Dat cenc Avoord Is voldoende". In het bijna onmerkbaar lachje om zijn lippen lag meer medelijden dan yroolijk- lieid. jammer van dien flinken kerel, dacht hij blijkbaar. „Hoe kAvam je in 't leger?" vroeg de majoor verder. „Geronseld". Dóór dezen man?" Dc gevangene kook naar den grijzen snorrobaard en knikte. „Wachtmccslcy, Avaar heb je hem opge duikeld?" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 4