VERMOGENS
Vrouwenhanden
PUROL
IN NEDERLAND
OVERSTE SAXON
DE ROOFMOORD TE
OYEN
OUDE VROUW DOOD
GESLAGEN
UIT DE STAATSCOURANT
REGELEN VOOR
HUISARBEID
Hit totaal der vermogens is van
1929 1930 op 1933'1934 met
bijna 4.2 milliard gulden
gedaald
lii de binnen enkele dagen verschijnende
tweede aflevering van hot Maandschrift van
het Centraal Bureau voor de Statistiek wor
den gepubliceerd de uitkomsten der vermo
gensbelasting. Het belastingjaar 10:13/1934 is
iderbij in vergelijking gebracht met de voor
afgegane jaren.
He aandacht zij er op gevestigd, dat het
bedrog der vormogens betrekking heeft op
den toestand van het Vermogen bij den aan
vang van het belastingjaar (1 Mei). Het
cijfer 1930/1931 is dus nog slochts in geringe
ma'e beinvloed door de in het najaar van
1929 opnieuw ingetreden economische crisis,
in veel sterker rnatc is dit het geval met
liét cijfer der vorige jaren.
\ervolgcns zij opgemerkt, dat wegens het
ontbreken van daartoe- geschikto gegevens
geen rekening kon worden gehouden met de
m den loop der jaren gewijzigde waarde
van het geld.
Uit de cijfers blijkt, dat onder den invloed
der in 1920 ingetreden malaise het totaal
bédrag der vermogens van 1020/1921 tot
1923/1924 is gedaald met bijna 1.407 mil-
lioen en van laatstgenoemd jaar tot 1929/
1930 als gevolg van de verbetering in den
algemeenen economischon toestand wederom
is géstegen niet ruim 3.433 millioen.
Als gevolg van do in 1929 ingetreden eco
nornlsche crisis is daarop een vermindering
gevolgd van 4.191 millioen van 1929/1930
tot 1933/19.34. Het vermogen over laatstge
noemd jaar is hierdoor 708 millioen lager
dan dat over 1923/1921 f5.81 pet).
De bevolking nam van 1 Januari 192/4 tot
1934 toe met 11.94 pet, met wclk percentage
een vermeerdering der gezamenlijke vermo
gens correspondeert van f 1.S20 millioen,
zoodat, indien geen rekening wordt gehou
den rnet de waardevermindering van het
geld. het totaal der vermogens over 1933/19:14
2.528 millioen lager is dan het cijfer, dat
verkregen wordt, indien van 1923/1924 af het
totaal der vermogens dezelfdo stijging zou
vertoonen als de bevolking.
Op overeenkomstige wijze blijkt, dat het
totaal der vermogens over 1933/1931 zelfs
reeds 5.107 millioen lager is dan het ciifer,
dat verkregen wordt, indien van 1929/1930 af
het totaal der vermogens dezelfde stijging
zou vertoonen als de bevolking. Ook de
cijfers van het onzuiver bedrag der belasting
vertoonen eenzelfde beeld.
Betreffende het aantal aangeslagenen zij
vennold, dat in tegenstelling met het be
drag der vermogens en der belasting het
aantal over 1921/1922, over 1923/1924 en over
1930/1931 telkens hooger is dan dat over het
onmiddellijk daaraan voorafgaande jaar.
Per 1000 inwoners kwamen over 1921/1922 24
aangeslagenen voor, wclko aantal daalde tot
22 over 1923/1924, wederom steeg tot 25 over
1929/1930 en 1939/1931, waarop een ver
nieuwde daling volgde tot 21 over 1933/193-1.
Vergelijkt men het aantal aangeslagenen
in de verschillende vermogensgroepen, dan
blijkt, dat dit van 1920/1921 tot 1923/1924 al
leen voor de groep aangeslagenen met ver
mogens beneden f 50.000 is gestegen en voor
de andere groepen is gedaald. Van 1923/
1924 op 1929/1930 zijn voor elk der vermo
gensgroepen do cijfers steeds gestegen;
daarentegen zijn deze van 1929/1930 op 1933/
1934 voor de vermogensgroepen boven de
30.000 wederom gedaald.
Wat de verhoudingscijfers aangaat, zij
opgemerkt, dat voor alle groepen vermo
gens van 30.000 en hooger de cijfers van
1923/1924 cn 1933/193-4 in \ergelijking met
die van respect. 1920/1921 en 1929/1930 tel
kens een daling doen zien.
Slechts een zeer klein deel van alle
belastingplichtigen valt in de hoogore
vermogensgroepen, terwijl dit deel van
1920/1921 tot 1933/1931 nog voortdurend
kleiner is geworden. Het aandeel dezer
groepen in het totaal der vermogens en
der belasting is evenwel van veel meer
belang.
Zoo bezaten over 1920/1921 en 1933/1934 de
resp. 40.39 en 47.29 pCt. der aangeslagenen
voor vermogens beneden f 30.000 tezamen
resp. 10.12 en 15.36 van het totaal vermogen
Denk er aan, als ge over personen en fei
ten oordeelt, gij ziet slechts uwe zijde van
de werkelijkheid.
Jan Ligtharl.
door G. P. BAKKER
84
Even sloeg de overste zijn redder op den
schouder. „Braaf, braaf jongen", zei hij. En
nu vooruit. Het gaat om je leven".
Het scheen (lat de hengst hem volkomen
begreep. Hij schoot weg als een pijl, gevolgd
door zijn beide vrienden en daarachter een
grootc troep vijandelijke ruiters. De wedren
begon. Het was een rit op leven en dood.
De paarden vlogen over het boschpad. De
roodc hengst hield zich prachtig, bleek de
sterkste, bleef overwinnaar. De afstand tus-
schen liem en zijn vervolgers werd steeds
grooter. Bovendien liepen zijn beide vrien
den de ruiters voortdurend in den weg.
vóoral dc dikke Ardenner. die lang niet zoo
vlug over het smalle pad schommelde.
Maar onverwachts kwam uit een zijweg
een nieuwe troep vijanden on versche paar
den, kurassiers van Von Bernstein. Een
seconde voor hem bereikte de vos het snij
punt, donderde hen voorbij. Weer begon de
achtervolging» maar hij bleef aan den kop,
paloppeercnd met grootc sprongen. Tien
lengten lag hij voor, toen Sax on plotseling
een snel vlietende breede beek zag, stroo
mnd luftschen rotsen in dc diepte. Er lag
en droegen slechts resp. 6.25 en 9.53 pCt. bij
tot dc totaal opbrengst der belasting in
hoofdsom. Daarentegen hadden de resp. 0.78
en 0.38 pCt. dor aangeslagenen voor vermo
gens van 1.000.000 en hooger resp. 19.90 en
12.34 pCt. van het gezamenlijk vermogen en
droegen resp. 20.78 en 13.23 pCt. tot dc totaal
opbrengst der belasting bij.
Het gemiddeld vermogen per aangeslage
ne is van 1920/1921 af hieronder vermeld:
1929/1921 f 85.000 1927/1928 f 79.000
1921/1922 - 80.000 1928/1929 - 81.000
1922/1923 76.000 1929/1930 - 81.00U
1923/1924 - 75.000 1930/1931 79.000
1924/1925 - 74.000 1931/1932 - 74.000
1925/1926 - 76.000 1932/1933 - 65.000
1926/1927 - 78.000 1933/193-1 - 65.000
Uit deze cijfers blijkt, dat het gemiddeld
vermogen na een daling van f 85.000 over
1920/21 tot f 74.000 over 1924/1925, over de
volgende jaren weer regelmatig is gestegen
tot f 81.000 over 1928/1929 en 19-29/1930, om
daarna weer to dalen tot f 65.000 over 1932/
1933 cn 1933/1934, waardoor het f 20.000 blijft
beneden het hoobsto cijfer uit bovenstaand
overzicht (1920/1921) en nog f 9000 lager is
dan het laagste dezer cijfers (1924/1925 cn
1931/1932).
(Vervolg van ons vorig Blad).
De rechtbank is als volgt samengesteld:
president rnr. W. Urnmels, rechters mr.
Poei'ink en jhr. mr. Verheijen. Het O.M.
wordt waargenomen door de substituut of
ficier van justitio mr. van Everdingen.
Tegen ieder der verdachten werd wegens
diefstal, gepleegd in vcreeniging van twee
personen en vergezeld gaande van geweld,
15 jaar gevangenisstraf geëischt.
GELDERMALSEN, 11 Maart. Heden
morgen is in het naburige Rumpt de on
geveer 70-jarige weduwe W. van Wijk na
een woordenwisseling doodgeslagen. De
weduwe, die de R.K. Kerk had bezocht be
gaf zich huiswaarts. Gekomen op den Mid
denweg kreeg zij ruzie met haar 60-jarigen
buurman Buunders, welke zoo hoog liep,
dat de man dc vrouw doodsloeg. Wat de
aanleiding voor de woordenwisseling is ge
weest, is niet bekend Buurders heeft zich
toen hij zijn daad had bedreven, zelf bij de
politie aangemeld.
Hij is in verzekerde bewaring gesteld.
H. M. DE KONINGIN EN PRINSES
JULIANA OP WEG NAAR
NEDERLAND
BERN, 11 Maart (Reuter). II. M. dc
Koningin Wilhelmina en II. K. H, Prinses
Juliana zijn uit Unterwasser vertrokken,
om via Bazel naar Den Haag tc reizen.
OP VRIJE VOETEN
's-GRAVENHAGE 11 Maart. Hedenoch
tend is van V. die Vrijdagochtend bij den
politie-inval in het kantoor van dc Intern-
bank aan de Parkstraat was aangehouden,
weder op vrij voeten gesteld. De politic oor
deelde geen termen aanwezig om den man
langer in arrest tc houden of voor den of
ficier van justitio te leiden.
HET OCTROOIRECHT
DELFT, 11 Maart. Mr. J. van Loon
heeft hedenmiddag bij de aanvaarding van
het ambt van Bijzonder Hoogleeraar in het
Recht van den Industrieelen Eigendom, aan
de Technische Hoogeschool te Delft een rede
gehouden, getiteld: „Individu en Gemeen
schap in het Octrooirecht".
BENOEMINGEN BIJ DEN HAAGSCHEN
G.G.D.
's-GRAVENHAGE, 11 Maart. Dc Haag-
sche gemeenteraad heeft in zijn heden ge
houden vergadering benoemd tot geneeshee-
ren bij den G.O. en G.D. de heeren A. J. van
Galen J.ast, arts te Voorthuizen, C. Kruyt,
arts te Ridderkerk en J. J. L. de Neve, arts
te Buitenpost.
bhjven ondank* alle huishoudelijke arbeid
Bij K. B. is bevorderd tot officier van
gezondheid der le klasse do officier van
gezondheid der 2e klasse P. van der Esch.
Bij K. B. is met ingang van 1 April aan
den tweede-luitenant K. F. de Kroon van
het regiment genietroepen een eervol ont
slag uit den militairen dienst verleend.
Bij K. B. is benoemd tot ridder in dc
Orde van Oranje-Nassau C. T. Breebaart,
secretaris-penningmeester van het Christe
lijk militair tehuis te Leiden.
Bij K. B. is aan den reserve-officier Aan
gezondheid der tweede klasse dr. II. Broers
en aan den reserve-eerste-luitenant W.
Noordijk van het 7o regiment veldartillerie
een eervol ontslag uit den militairen
diénst verleend.
Bij K. B. is benoemd tot reserve-eorste-
luitenant bij zijn tegenwoordig regiment de
reserve-tweede-luitenant M. Eisma van het
9e regiment infanterie.
Bij K. B. is op hun verzoek een eervol
ontslag uit den militairen dienst verleend
aan den reserve-majoor J. R. Schuil van
het 10e regiment infanterie en aan den
reserve-eerste-luitenant J. A. Buijs van het
8e regiment veld-artillerie.
Bij K. B. is een eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend aan den reserve-
dirigeerend officier van gezondheid der
tweede klasse dr. J. Wittop Koning en aan
den reserve-kapitein O. L. J. Sikkens van
het le regiment veld-artillerie.
Bij K. B. is met ingang van 1 Maart 1935
aan Ir. Th. J. Mansholt op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als inspecteur van
den landbouw, hoofd van den buitenland
schen lartdbouwvoorlichtingsdienst, met
dankbetuiging voor dc in die betrekking
bewezen diensten, en is bevorderd tol in
specteur van den landbouw, hoofd van den
buitcnlandschen voorlichtingsdienst Ir. R.
P. Bonthuis, thans Rïjkstüinbouwconsulent
in algemeenen dienst met den persoonlij
ken titel van inspecteur van den land
bouw.
Bij K. B. is benoemd tot ridder in do
Orde van den Nederlandschen Leeuw Ir.
Th. J. Mansholt, inspecteur van den land
bouw, hoofil van den buitenlandschen land-
bouwvoorlichtingsdienst te 's-Gravenhage.
Bij K. B. is toegekend de gouden eere
medaille der Oranje-Nassau Orde aan P.
we Yrieso wonende te Oldeboorn, gemeen
te Utingeradeet, eerste botermaker hij de
Coöperatieve Zuivelfabriek „Utingeradeel"
G. A. te Akkrum.
Bij K. B. is toegekend de bronzen eere
medaille der Oranje-Nassau Orde aan J
Wen ting, pakknecht bii de N.V. C. Hoyng
te Utrecht en aan A. Janssen, arbeider bij
de N.V. Th. Burgers Steenfabrieken te
Weurt, gemeente Beuningen.
Bij K. B. is met ingang van 1 Mei aan
den administrateur hij het hoofdbestuur
der P.T.T. J. H. Ebbeler op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als zoodanig niet
dankbetuiging voor de aan den lande be
wezen diensten.
Bij K. B. is met ingang van 1 Maart 1935
benoemd tot hoofdcommies bij het hoofd
bestuur der P.T.T. de commies bij den
P.T.T.-dienst Ch. D. J. Buijs.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de ontvanger der directe be
lastingen enz. W. de Rode verplaatst van
het kantoor Ommen naar het kantoor Don
gen.
TWEE WONINGEN TE HILLEGOM
UITGEBRAND
HILLEGOM, 11 Maart. In den afgeloo-
pen nacht is de woning van den heer A.
Paase, nabij den Stationsweg alhier, in dc
asch gelegd. De bewoners moesten in nacht
gewaad vluchten.
De aangrenzende woning van den heer
Kovert is mede uitgebrand. De brandweer,
die spoedig ter plaatse was, werkte met vier
stralen. De oude met riet bedekte huizen
waren echter niet meer te redden. Het
brandende riet veroorzaakte een groote von
kenregen. De oorzaak is vermoedelijk te
zoeken bij een brandende kachel in dc wo
ning van Paase. Alles was verzekerd.
Ontwerp voor een alyemeenen
maatregel van bestuur bij den
Iloogen Raad van arbeid
aanhangig gemaakt
De Minister van Sociale Zaken heeft bij
den Iloogen Raad van Arbeid aaiihangi,
gemaakt een voor-ontwerp van algemeenen
maatregel van bestuur, als bedoeld in dc ar
tikelen 1, 3, 8, 10 en 20 der Iluisarbeidwct
1933.
De bedoeling van deze A. M. V. B. te noe
men „Huisarbeidsbesluit" is, krachtens de
bedoelde wetsartikelen, aan te geven, welke
\\erk2anmhcde11 huisarbeid in den zin der
wett zullen zijn, zulks om te voorkomen,
dat werkzaamheden, die overigens aan de
omschrijving van huisarebid voldoen, doel
welke niet met industrie te maken hebben,
onder de bepalingen der Huisarbeidswet
1933 zouden komen te vallen. Artikel I somt
de werkzaamheden op, slechts die zijn ge
noemd, blijkens de toelichting, welke in ver
band met de daarbij heerschendc toestanden
het eerst om voorziening vragen. Later kan
worden overwogen, of nog andere werkzaam
heden moeten worden aangewezen als huis
arbeid.
Opgesomd dan worden:
le. het plakken van gunimi-artikeleu en
het bewerken, sorteeren en verpakken van
celluloid waren;
2e. het bewerken, sorteeren en verpakken
van voorbehoedmiddelen;
3e. het vervaardigen, herstellen en afwer
ken A an onder- en bovenklceding, daaronder
begrepen schoeisel en hoofdbedekking;
4e. het vervaardigen, herstellen cn afwer
ken van huishoudgoed, zooals lakens, sloo
pen, servetten cn dergelijke;
5e. het vervaardigen en afwerken van
lampekappen cn van vormen voor lampe-
kappen;
6e. het schoenstikken;
7e. het op kaartjes naaien oi op andere
wijze bevestigen van knoopen:
8e. het strijken en opmaken van wasch-
goederen;
9e. het behandelen van vuil waschgoed:
10e. het behandelen van lompen en ande
ren afval;
llo. het schoonmaken van fruit en het le
zen van peulvruchten en kofficboonen.
De verdere artikelen werken het bepaalde
in artikel 3 der Huisarbeidswet 1933 nader
uit. Artikel 3 bevat een absoluut verbod ten
aanzien van het plakken van gummi-artike
len, alsmede ten opzichte van het bewerken,
sorteeren en verpakken van celluloldwaren
en voorbehoedmiddelen. Deze werkzaamhe
den zijn krachtens het besluit niet alleen
in eigenlijke huis-industrie verboden, doch
mogen evenmin verricht worden in een
werkplaats, behoorendc tot de onderneming,
waarin of waarvoor zij worden verricht, in
dien deze werkplaats zich bevindt in een ge
bouw, hetwelk geheel of gedeeltelijk be
woond wordt, of indien in het werklokaal,
zij het ook op andere gedeelten van den dag,
geslapen, gegeten, gekookt of gewoond wordt
of ander huishoudelijke bezigheden worden
verricht.
Het strijken cn opmaken van waschgoede-
ren is volgens artikel 5 alleen verboden in
lokalen waarin ook geslapen wordt. Daar de
ze werkzaamheden dikwijls in keukens ge
schieden. waartegen nie1 het minste be
zwaar bestaat, is het verbod niet uitgestrekt
tot lokalen, waarin tevens gegeten, gekookt
of gewoond wordt of andere huishoudelijke
bezigheden worden verricht.
In artikel 6 zijn voor do daargenoemde
werkzaamheden (die uit artikel 1 sub 3 tot
en met 7) welke nog al veel van de oogen
vergen, verlichtings- en tevens warmte-
eisclieii gesteld.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
ten aanzien Aan het schoonmaken van fruit
en het lezen van peulvruchten en koffieboo-
nen geen voorwaarden van hygiënischen
aard zijn gesteld. Zulks is niet nagelaten,
omdat er minder reden voor zou zijn dan bij
de andere in artikel 1 genoemde Averkzaam-
heden, integendeel, doch uitsluitend en al
leen, omdat het stellen van dergelijke
eischen bedoelden arbeid in huis-industrie
onmogelijk zou maken. a\elke consequentie
niet gedragen kan worden, aangezien de on
derhavige werkzaamheden meestal door de
armsten onder de armen worden ■verricht.
De artikelen 7 tot en rnet 9 regelen de aan
sprakelijkheid a oor dc naleving van het be
sluit.
Artikel 10 geeft de bevoegdheid tot het ver-
lcenen van vrijstelling cn in bepaalde ge
vallen tot het intrekken van die vrijstellin
gen.
Dc volgende artikelen regelen de Averk-
zaamhedon der plaatselijke huisarbeidscom-
missies.
Regelen voor onvolwaardigcn
oorts is bij den Iloogen Raad van Arbeid
aanhangig gemaakt een Avetontwerp tot Avij-
ziging \an de lluisarbeidswct 1933, dat t«»t
sterkking heeft afwijkende voorwaarden in
scheppen voor onvolwaardige arbeidskrach
ten.
Hieraan bestaat behoeft zegt de Memorie
van Toelichting. Immers er zijn onvolwaar
dige arbeidskrachten, die voor hun levenson
derhoud vrijwel uitsluitend zijn aangewezen
op het verrichten van huisarbeid en die,
daar zij slechts in een langzaam tempo kun
nen werken, in arbeidsprestatie achterblij
ven bij do a ohvaardigen. Werd ook ten aan
zien van die groep van onvdRvaardigén
steeds naleving geëischt van dc krachtens de
Huisarbeidswet 1933 gegeven voorschriften,
dan zou het gevolg zijn, dat geen werkge
ver hun meer huisarbeid zou opdragen,
Avaardoor hun iedere bestaansmogelijkheid
zou zijn ontnomen. Daarom worden vrijstel
ling mogelijk gemaakt.
De a\'et geeft wel is waar reeds de bcvoegd-
heid, om in de bij algemeenen maatregel van
bestuur aangewezen gevallen vrijstelling tc
vojdêenen van hetgeen krachtens dat artikel
rnet het oog op de gezondheid, de zedelijk
heid of het leven-der betrokkenen is voorge
schreven, doch hiermede kan niet worden
volstaan.
Ook in ander opzicht, met name ten aan
zien van krachtens dc wet vastgestelde looii-
bcpalingen voor de huisarbeiders en hun
hulparbeiders, zal zich de noodzaak van vrij
stelling kunnen voordoen.
Wordt a au de bevoegdheid, bij het thans
voorgestelde artikel toegekend, gebruik ge
maakt, dan zal er uiteraard naar worden ge
streefd, toch zooveel mogelijk waarborgen tc
scheppen tegen ongewcnsclitc toestanden.
Vrijstelling zal daarom alleen gegeven kun
nen worden na liet hooren van een ter zake
kundige commissie. Bovendien zal zoodanige
vrijstelling slechts voorwaardelijk kunnen
worden verleend, bij welke bepaling o.a. de
gedachte heeft voorgezeten om de vrijstelling
veelal afhankelijk te stellen van medewer
king en toezicht van de zijde van vereenigiii-
gen, opgericht ten behoeve van de verbete
ring Aan het lot der onvohvaardigë arbeids
krachten.
VRACHTAUTO VERBRAND
GROESBEEK, 11 Maart. Hedenavond
te zeven uur geraakte dc vrachtauto van
de firma Puyn uit Nijmegen, geladen rnet
stroo cn op weg van Grocsbeek naar Nij
megen, op den z.g. Nieuwen Weg, vermoe
delijk door kortsluiting in brand. Dc
chauffeur kon nog bijtijds uit dc cabine
komen en bleef ongedeerd. De auto ging
geheel in vlammen op. De Groesbeekscho
branchveer heeft de nablussching verricht.
Dc schade wordt door verzekering gedekt.
SLACHTOFFER VAN DE ZIEKTE
VAN WEIL
ZUID-BEI JERLAND, 11 Maart. Hier
ter plaatse heeft zich wederom een geval
voorgedaan van de ziekte van Weil, niet
doodelijken afloop. Het slachtoffer, een
3S-jarige landarbeider, was werkzaam ge
weest bij het uitdiepen van polderslooten
en had daarbij een kleine verwonding aan
de hand opgeloopcn.
BRAND TE HEDEL
DEN' BOSCH. 11 Maart. Hedenmorgen
vroeg is brand uitgebroken in de woning
van de wed. A. v. d. Bogert op het Klein-
veld te Hcdel. Het Avoonhuis met bijgebou
wen werd geheel in de asch gelegd. De
dorpsbrandweer wist te voorkomen, dat het
vuur oversloeg op de belendende perceelen.
Van den inboedel is zoo goed als niets
gered. Het pand was slechts laag verze
kerd. Vermoedelijk is de brand ontstaan in
een schoorsteen.
BOERDERIJ AFGEBRAND
HARSKAMP, 10 Maart. Toen de land-
bouAver A. Kleycr gisteravond in zijn schuur
gelegen aan den Harderwijker weg te Hars
kamp, bezig was stroo te snijden, viel dc
lamp, A\aarbij hij werkte om, met het gevolg
dat het stroo vlam vatte. De schuur stond
spoedig in lichte laaie. Hoewel dc boer alle
moeite deed zoo veel mogelijk vee te red
den slaagde hij er niet in al het vee naar
buiten te brengen. Ten gevolge van den
feilen wind sloeg het vuur spoedig over
naar de woning van den boer, die evenals
de schuur geheel afbrandde. Van de inboe
del kon slechts weinig gered worden. Een
paard, een koe, en drie varkens verbrand
den, terwijl een varken zoodanige brand
wonden kreeg dat het moest worden afge
maakt. Een hooiberg verbrandde eveneens
totaal. Door gebrek aan water kon de brand
weer weinig uitrichten. De schade wordt
slechts gedeeltelijk door verzekering gedekt,
voor voetgangers een plank over, die echter
voor een ruiter onbegaanbaar avss.
„Vooruit", riep Saxon, raakte liet paard
even met dc hielen in de zijden, boog diep
voorover. De hengst aarzelde niet. Met het
grootste gemak nam hij de beek en gaf
zijn achtervolgers het nakijken.
De vluchteling zag om. Slechts één rui
ter durfde zijn voorbeeld te volgen. Saxon
draaide zich nieuwsgiering om in den za
del. liet paard van den vervolger sprong,
maar de beek bleek te breed. De achterhoe
ven kletsten tegen de overzijde, de beencn
Aan bet dier gleden van den steilen glad
den oever. Ruiter en paard vielen achter
over in de diepte.
De overste hield zijn paard in, liet hem
stappen om hem op adem te laten komen
en klopte hem dankbaar op den hals.
„Braaf", herhaalde hij. „Je bent een
prachtigen vriend. Nu zullen wc het verder
wel opknappen".
Te laat zag de vluchteling dc tromp a'aïf
een musket tusschen de bladeren uitsteken,
vlak voor hem. Ilij hoorde den knal. liet
paard, in den kop getroffen, stortte neer.
De vluchteling sprong juist op tijd uit den
zadel, keek naar hel paard, dat hem mot
brekende, verwonderde oogen aanzag, alsof
hij niet begreep waarom men hem zoo ge
meen behandelde, nadat hij zoo zijn uiterste
best had gedaan.
Terwijl Süxon zich even voorover boog
naar zijn vriend, voelde hij een slag op 2ijn
schouder. Snel richtte hij zich op. greep dc
kolf- van het musket, draaide het vliegens
vlug om en sloeg den muskatier. die hot
paard had gedood, tegen den grond. Maar
nu kwamen van alle zijden soldeniers op
zetten. De vluchteling hield het zware ge-
Aveer bij den lóóp, zwaaide het rond als een
veer. Telkens als de kolf neerkwam, ver
brijzelde liet schouder of hoofd Van een
tegenstander.
Meer en meer drongen de aanvallers op
maar Saxon stond nu met den rug tegen
een boom en om hem heen lagen talrijke
aanvallers. De soldeniers trachten hem rnet
hun zwaarden te bereiken. Ze moesten hem
levend vangen. Verwonden mochten ze
hem. Een sleek in een arm of een heen zou
hem het spreken niet belemmeren. Ze durf
den echter niet schieten, uit vrees hem in
dc melée doodelijk te Avonden. Dat was het
groote voordeel van den vluchteling.
Elke stoot werd met het musket afge
weerd en dan in één beweging viel de kolf
als een zware knots mcdoogenloos neer cp
den aanvaller.
Zc weken terug.
Een luitenant schreeuwde:
„Valt aan. lafaards. Kan je dien kerel
niet baas? Wacht maar eens". Hij viel uit
met zijn zwaard, stortte neer rnet verbrij
zelden schedel, gekraakt als een noot.
Toch Avas het duidelijk dat het einde
spoedig moest komen. Saxon begreep dat
ontvluchten niet mogelijk zou zijn. Hij zag
nergens een uitweg, doch dc strijdlust flik
kerdc in zijn oogen en zijn hart avOS ver
vuld van een wilde vreugde. Hij zwaaide
zijn vroeselijk wapen cn schreeuwde zijn
strijdkreet zoo luid. dat er oen aarzeling bij
den vijand ontstond. Ze wisten nu dat elke
stoot of houw onmiddellijk door dood of
zware verwonding Averd gewroken.
Een paar officieren keken naar de wors
teling. maar zc namen er geen deel aan.
„Wat een kerel", sprak de een. „Je zoudt
waarachtig wenschen, dat hij ontkwam".
„En wij zouden de schande op ons laden
niet een leger één man niet te kunnen
overmeesteren", brulde de andere. „Kijk,
verdomd, daar vloert liii er Aveor een. Voor
uit suffers. Valt aan. Kan jc nu met je
allen dien kerel niet baas?"
Maar de dooden en de kermende gewon-
doiï op den- grond bemoeilijkten den aan
val en liet bloed maakte den bodem glibbe
rig. De knots velde ieder, die binnen haar
bereik kwam, neer, gaf een vijand gelegen
heid naderbij te sluipen.
Saxon begon steeds vechtend achteruit te
trekken. Zijn scherpe opmerkingsgave had
hem oen uitweg gewezen. Het a\as een heel
kleine kans, maar hij moest die nemen.
Hij was onvermoeid. Zijn ademhaling
ging even regelmatig als bij bet begin van
het gevecht. Hij sprong vooruit, slingerde
den man, die het dichtst hij hem stond het
musket in het gelaat en dan met een plot
selinge onverwachte zwenking rende hij
het woud in. de aarzelende aanvallers vol
verbazing achter latend.
Gered!
Maar het Avas en bleef een ongeluksdag.
Slechts eenige passen bad hij gedaan of hij
strompelde over een verborgen boomwortel,
nog voor hij in het kreupelbosch was ver
dwenen. Hij a iel voorover. Toen stortte het
geheels pak over hem heen als de meute
over liet hert.
HOOFDSTUK XXN I.
Bloedende uit verscheidene Avonden werd
dc gevangene op een boerenwagen vol
stroo, aan handen en voelen gebonden, naar
het kamp vervoerd.
Dc wagen wérd bewaakt door een dub
bele haag musketiers, alsof de bewustelooze
rnan iu staat zou ziin tegenstand te bieden
of te ontkomen.
In het kamp werd hii on ruwe wijze bij
gebracht en voor don krijgsraad geleid.
Iïij stond daar zwaar geboeid met ge
bogen hoofd tusschen zes hellebaardiers.
Over den rechterwang van zijn flinken kop
liep een breede bloedige streep, waaruit
langzaam blocddropiiels langs zijn kaak
naar beneden sijpelden. Ziin kleeren waren
roode, beslijkte flarden. Hij spande zijn
uiterste krachten in om zich op dc been ie
houden. Nu en dan scheen cr een rilling
over zijn lichaam te gaan.
Aan een lange tafel tegenover hem zaten
een drietal officieren, terwijl een sergeant-
schrijver de besprekingen volgde cn aan-
teekeningen maakte.
„Hoe is jc naam?" vroeg dc majoor, dc
middelste der officieren.
„Willem", luidde liet bijna toonloozo ant*
va oord.
„Verder?"
De gevangene haalde dc schouders op.
„Jc van
„Ze noemden mij „de Schipper".
„Wat is je geboorteland?"
„De Nederlanden".
„Sinjeur Govaerts", sprak de majoor lot.
een officier, die schuin achter hem stond.
„Vraag de gevangene iets in uw moeder
taal. IIij is immers een landsman van u?"
De schansmcester knikte.
„Wat Avas ie beroep?" Zijn Nederlandsch
had in de vele jaren, dat hij bij de keizer
lijken diende, een Duitsch tintje gekregen.
„Schippersknecht", luidde het zachte ant
woord.
„In orcle, majoor", klonk liet oordeel van
den A'estingingcnicuf. „Dat cenc Avoord Is
voldoende".
In het bijna onmerkbaar lachje om zijn
lippen lag meer medelijden dan yroolijk-
lieid. jammer van dien flinken kerel,
dacht hij blijkbaar.
„Hoe kAvam je in 't leger?" vroeg de
majoor verder.
„Geronseld".
Dóór dezen man?"
Dc gevangene kook naar den grijzen
snorrobaard en knikte.
„Wachtmccslcy, Avaar heb je hem opge
duikeld?"
(Wordt vervolgd).