St.Emilion 1929
A. Schoterman Zn.
Landbouwcrisis-begrooting
Inpoldering van het IJsselmeer
FEUILLETON
Steun absoluut nood
zakelijk
De beschuldigingen van
Ds. Kersten
KOEIEN AAN BESLAG
ONTTROKKEN?
per flesch fl.45 per anker f 58.—
Aan N.O. polder wordt
nog niet begonnen
Rijksfinanciën moeten beter
worden
HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout
OVERSTE SAXON
PARLEMENTAIR OVERZ1CIT1
Geen verdere inkrimping van de
beetwortelsuikerproductie
DEN HAAG, 12 Maart. Bij den aanvang
der vergadering bleek, dat er nog elf afge
vaardigden zich op het sprekerslijstje voor
de landbouwcrisisbegrooting hadden laten
inschrijven. Toen die het woord hadden ge
voerd, waren er in totaal zeven en twintig
sprekers geweest. Wij behoeven hen niet
allen te noemen, gelukkig..
De heer Droesen (R.K.) nam het op voor
de kleine boeren, wien moest worden toe-
gestaun, voldoende varkens' en kippen te
houden, en die z. i. moesten word-.ni gehol
pen door een degressie in de prijzen dor
landbouwproducten, door werkverschaffing
bij hen in de buurt en door credietverlec-
ning. De heer Sneevliet (R. S.) waarschuw
de de kleine hoeren zich niet door de na-
tionaal-socialisten op sleeptouw te laten
nemen, maar beschuldigde anderzijds de
regeering den laalstcn wind in de zeilen te
blazen. Mr. Vervoorn (platteland) herinner
de nog eens aan het rapport betreffende
Overijssel, blijkens hetwelk de kleine hoe
ren daar G2 cent per dag inkomen hebben,
dus minder dan dc landarbeiders, wier loon
ook volgens mr. Ver voorn zeker niet te hoog
is. En ds. Lingbeek (II. G.) merkte op, dat
de kleine boeren, die kippen houdon, den
gerststeun moeten betalen en hun eieren
slechts kunnen verkoopen voor „een appel
en een ei!"
Sprak dc heer Droesen zich uit voor oen
stelsel van verhoogde monopolieheffingcn,
zonder zich te binden aan de uitwerking
van dit beginsel, zooals „Landbouw en
Maatschappij" ze voorstaan, mr. Vervoorn
verklaarde, veel te gevoelen voor de wijzi
gingen in de landbouwpolitiek, door dezo
organisatie gepropageerd. En mr. Wester
man (N. H.) achtte, wat „Landbouw en
Maatschappij" voorstaat, zeer aannemelijk.
Hij betoogde, dat, juist omdat wij niet ge
noeg land hebben om alle granen te ver
bouwen, die wij behoeven, wij niet hang
behoeven te zijn, dat de invoerrechten op
geïmporteerde granen niet genoeg zullen
opbrengen, om daaruit de compensaties te
bekostigen voor de vleesch- en zuivel pro
ducenten.
Minister Steenberghe aan
het woord
Minister Sleenberghc, ten leste aan het
woord komende, zeidc in verhand met een
pleidooi van den heer Van Kempen (Lib.)
voor de Indische suiker, dat hij niet bereid
was onze beet wortelsuikerproduc tie nog
verder in te krimpen.
De heer Ebels (V.D.) had geklaagd, dat
er zoo weinig persoonlijk contact bestaat
met den minister en dc hoofdambtenaren
der crisisdiensten. Z.Exc. zeide. dat zij
overdag niets anders doen dan nienschen
ontvangen. Het andere werk verrichten zij
's avonds en 's nachts! Met iedereen
kunnen zij niet spreken, maar allen, die het
wenschen, worden op het departement te
woord gestaan.
Rede van ds. Kersten uit:
eengerafeld
Dc heer Kersten (S. G.) heeft in woord en
geschrift beschuldigingen geuit inzake do
uitvoering van de steunmaatregelen en
o. m. beweerd, dat kalveren in do weide
zouden worden doodgetrapt. Ecnige afge
vaardigden hadden gevraagd, wat daarvan
waar was. Z.Exe. zeide, dat de runderen,
bij de tccltbeperking betrokken, niet in do
wei zijn geweest en dal de Nedcriandscho
Vereeniging tot bescherming van dieren
geen klachten heeft. De heer Kersten had
ook verklaard, dat millioenen blikken
vleesch zouden zijn vernietigd, maar er zijn
niet meer dan 12000 bussen ongeschikt
voor consumptie verklaard. Volgens ds.
Kersten zijn er voorts duizenden bussen
verbrand. Onder vroolijkheid der Kamer
gaf Z.Exc. toe, dat er 1600 bussen verbrand
zijn... bij een brand in een nakhuis te
Rotterdam. Op een parlementaire, maar te
vens ondubbelzinnige manier rafel lo de be
windsman ds. Kerslens beschuldigingen
dermate uiteen, dat er niots van overbleef.
De regeering, verklaarde Z.Exc. voorts,
acht den landbouwsteun absoluut noodza
keik. Dit brengt prijsregeling met zich,
maar gaat volgens den minister niet in
tegen de aanpassingspolitiek, daar deze
niet gericht is op het laagst moeeiijke peil,
maar op herstel van gezonde verhoudingen.
In het kader van het alge
meen belang
Z.Exc. verklaarde als eerlijk man, dat hij
voor de hoeren zal doen wat mogelijk is,
maar dat hij dit slechts kan doen in het
kader van het algemeen belang.
In verband met den aandrang naar ver
lichting van vaste lasten zeide de minis
ter, dat hij over het algemeon r,e pacht niet
te hoog vindt. Hij deelde mede, dat de re-
gccring maatregelen heeft getroftcn tegen
niet-noodzakelijke executies en faillisse
menten van landelijko eigendommen.
Wordt in zoo'n geval land verkocht, dan
kan de nieuwe eigenaar niet bij een crisis
organisatie zijn aangesloten, mag hij hot
land niet bebouwen, er geen vee op houden
enz. Het land is dus onverkoopnuar! Er
komt een commissie, die zal onderzoeken
of een executie al dan niet noodzakelijk is.
Oud-minister Donner zal do leiding dezer
commissie nemen. (Men zie voor deze re-
gceringsverklaring pag. 1 van het eerste
blad).
In het te verwachten bezuinigingsontwerp
zullen voorstellen worden gedaan tot ver
lichting van vaste lasten van landerijen.
Z.Exc. gaf met vele cijfers een weerleg
ging van het stelsel, door „Landbouw en
Maatschappij" gepropageerd, zich veront
schuldigende voor zijn talrijk cijfermate
riaal en voor de dorheid van dit deel van
zijn betoog.
Z.Exc. concludeerde, dat het door „Land
bouw en Maatschappij" aanbevolen systeem
30 rnillioen gulden tekort oplevert, minder
baat aan de boeren geeft dan het tegen
woordige stelsel en niet minder aan admi
nistratie kost.
Centralisatie van crisis
diensten
Voorts verdedigde hij de centralisatie van
de crisisdiensten. Ten aanzien van dc
kwestie „coöperatie en parlicuier bedrijf"
verklaarde hij, dat ieder op eigen terrein
moet blijven en dat hij legenover beide
objectief zal staan. De hooge distributie-
kostep der levensbehoeften, waarover was
geklaagd, noemde Z.Exc. de schu'i van den
verbruiker, die do dingen thuis bezorgd vvi
hebben, wat veel geld kost. Echter maakt
de middenstand meer en meer \erschil in
prijs tusschen koopen in den winkel en be
zorging aan huis. Met betrekking tot de
kleine boeren wees de bewindsman erop,
dat die in Drenthe niet alleen van hun be
drijfje plachten te leven, maar >ok elders
gingen werken. Zij zullen voorts worden
geholpen door de verlichting van vaste las
ten. De vraag, of de regcering strengere
maatregelen moet nemen, om de bindarhel-
dersloonen op peil te houden en om meer
landarbeiders aan het werk te zotten, zal
Z.Exc. naarstig onderzoeken.
Hij waarschuwde ten slotte, dat men
volksgroepen niet tegen elkaar moet uit
spelen en niet, door afgunst te wekken,
angelen moet drijven in het vitesch der
volksgemeenschap.
LEENING DEN BOSCH
Naar wij vernemen is op de 3 A pet. lee
ning Den Bosche groot 1 rnillioen gulden,
waarop de inschrijving op 8 dezer tot den
koers van 98 pet. was opengesteld bij do
Incassohank N.V. en de Ned.-Indischo Han
delsbank N.V., tot een zoodanig bedrag in
geschreven. dat een belangrijke reductie op
de inschrijving moet plaats plaats vinden
Veehouder uit Barneveld staat
in hooger beroep terecht
AMSTERDAM, 12 Maart. Het Gerechts
hof alhier, behandelde vandaag de straf
zaak tegen den veehouder H. G. uit Barne
veld, die er van wordt verdacht vee, waarop
door ambtenaren van de crisisvarkenswet
beslag was gelegd, aan dit beslag to hebben
onttrokken.
Voorts zou hij opzettelijk in voorraad heb
ben gehad negen melkgevende koeien zon
der dat verd. toen als rundveehouder was
aangesloten bij de Stichting Landbouwcrisis
Organisatie voor Gelderland, terwijl verd.
tevoren meegedeeld was, dat hij als rund
veehouder verplicht was lid te zijn van ge
melde stichting.
De rechtbank te Utrecht had den man
vrijgesproken van het onttrekken aan het
beslag, doch voor het tweede feit veroordeeld
tot 50.— boete, subs. 20 dagen hechtenis.
Verdachte had principieele bezwaren om
zich aan te sluiten bij de genoemde stich
ting en hij weigerde de desbetreffende for
mulieren te teekenen. De man is gemeente
raadslid en ook in een vergadering, welke
in het dorp is gehouden en waar verschil
lende medestanders van hern aanwezig wa
ren, heeft hij zijn bezwaren kenbaar ge
maakt. Ook heeft hij zich te dezer zake tot
de regeering gewend.
Verschillende malen is hij door de ambte
naren aangemaand om te voldoen aan de
wettelijke bepalingen, doch hardnekkig bleef
hij bij zijn weigering. Hij zeide zelf zijn vee
te zullen verkoopen.
Toen de ambtenaren, zoo verklaarden zij
ter terechtzitting, dit hoorden, hebben zij
mondeling aangezegd, dat zij beslag op het
vee legden.
Verdachte echter ontkent dit met klem.
Hij had de koeien inderdaad vervoerd, doch
hij meende hiertoe gerechtigd te zijn, daar
z.i. van beslag geen sprake was. Een getuige
£l décharge had het bezoek van de ambtena
ren. die het beslag zouden hebben aange
zegd, meegemaakt. Ook hij had van
de beslaglegging niets gehoord; wel was er
mee gedreigd.
Uitvoerig zette de veehouder zijn princi
pieele bezwaren tegen deze crisisvoorschrif
ten uiteen.
De procureur-generaal nir. dr. D. Reilingh,
achtte zoowel de onttrekking van het vee
aan het beslag, als het niet nakomen van ge
melde crisisvoorschriften bewezen. Spr. re-
quireerde een gevangenisstraf van één
maand en verbeurdverklaring van de op
brengst van het later van rijkswege ver
kochte vee.
Arrest 26 Maart.
GECOMPLICEERDE AANRIJDING
OP DEN HOOFDWEG
AMSTERDAM, 12 Maart. Op den
Hoofdweg hij den Postjesweg is vanmiddag
te ongeveer één uur een gecompliceerde
aanrijding geschied, waarbij betrokken wa
ren een bakkerskar, een auto en een motor
met zijspan. De man, die de bakkerskar
duwde, wilde, van de bakkerij komende,
zijn wagen van de onevenzijde naar de
evenzijde van den weg brengen. Toen hij op
de trambaan was, naderde uit de richting
Postjesweg een auto, waarvan de bestuur
der, een Utrechtenaar, met een boog om de
bakkerskar heenreed om dit vehikel te ont
wijken. Op hetzelfde oogenblik naderde uit
de richting van het Mercatorplein een mo
tor met zijspan Dit voertuig en de auto
botsten met een hevigen slag op elkaar,
met het gevolg, dat de bestuurder van den
motor van het zadel werd geslingerd. De
motor met zijspan reed op eigen kracht ver
der en kwam, gelukkig zonder ongelukken
te veroorzaken, in een voortuintje tot stil
stand. Dc bestuurder, een 31-jarige Amster
dammer, bleek een bloedende hoofdwonde
en een armbreuk te hebben opgeloopen. Hij
is naar het Wilhelmina Gasthuis vervoerd.
De materieele schade van dit ongeval is niet
groot.
NED. VEEHOUDERIJ-CENTRALE
's-GRAVENHAGE, 12 Maart. De Nedcr-
landsche Veohouderijcentrale rnaukt be
kend, dat gedurende het tijdvak van 25 tot
30 Maart de inneming van gezouten spek
zal geschieden op onveranderde voorwaar
den en tegen onveranderde prijzen.
\'ijnhandet
Utr. straat 1? Gevestigd 1Ü7is Telefoon 145
Post van 2 rnillioen voors»
hands teruggenomen
Verschenen is de memorie van antwoord
op liet voorloopig verslag der Tweede Ka
mer over de begrooting van het Zuiderzee-
fonds 1935.
Daaraan is het volgende ontleend
De regeering sluit zich aan bij vele leden,
die in verdere inpoldering op den duur
meer voor- dan nadeelen zien. Bij den
financieelen toestand, zooals deze zich thans
laat aanzien, is echter grooto voorzichtig
heid geboden. Op het crediet van den
Staat kan niet onbegrensd een beroep wor
den gedaan zoolang het herstel der Staats
financiën nog niet zoover is gevorderd, dat
een in hoofdzaak sluitende Riiksbegrooting
wordt verkregen. Do mogelijkheid daar
van kan eerst worden overzien na de tot
standkoming van dc nog in dit zittingsjaar
te behandelen wolsontworpen om tot de on
misbare verdere verbetering van de finan
ciën to komen.
Op grond hiervan meent de regeering,
dat het geen zin heeft, het op deze begroo
ting onder art. 8 voor de N.O. inpoldering
uitgetrokken bedrag van 2 rnillioen te hand
haven; zij geeft er de voorkeur aan, dien
post voorshands terug te nemen in afwach
ting van do uitkomst der bemoeiingen in
zake verbetering der Rijksfinanciën.
In een bijgevoegde nota van wijziging is
met dit voornemen rekening gehouden. Ver
dere wijzigingen zijn gevolg van liet stre
ven der regeering om de Rijksuil gaven,
welke uit deze begrooting voortvloeien, tot
een in verband met dé omstandigheden
noodzakelijk en zoo laag mogelijk peil
terug te brongen.
Een en ander zal echter niet ten gevolge
hebben, dat de voorbereiding van een finan
cieel aannemelijk plan voor de N.O. inpol
dering zal worden gestaakt.
Voortbouwende op den ter zake reeds ver
richten arbeid is aan do diensten der Zui
derzeewerken en van de Wieringermeer
opdracht verstrekt, gezamenlijk dergelijk
plan verder te onderzoeken en uit te wer
ken.
Zulks is geschied in afwachting van de
reorganisatie van de diensten en lichamen,
welke tot nu toe bij de leiding en uitvoe
ring van den afslnitings- en inpolderings-
nrbeid een tank te vervullen hadden. ITet
kwam geraden voor. deze diensten en li
chamen zooveel noodig ongerept te houden,
totdat zij door de nieuw te vormen orga
nen zouden kunnen, worden vervangen,
aangezien deze nieuwe organen moeten
worden gegrond op een nog tot stand te
brengen wet, waarvan de behandeling nog
eenigen tijd zal vorderen.
ïntusschen kan worden medegedeeld, dat
een wetsontwerp tot regeling van de hier-
hedoelde aangelegenheid, het Departement
heeft verlaten
Nu dc afslnitingsarhoid ten einde is ge
bracht en do ontginningsarbeid in den
Wieringermeerpolder het eerste stadium
achter den rug heeft en in regelmatige
banen is geleid, meent de minister, dat bij
den verderen arbeid de personeelbezetting,
welke daarvoor noodig wordt geacht, reeds
onmiddellijk zoo goed mogelijk op dien ar
beid behoort te worden ingericht en dat
daarbij de vereischte soberheid moet wor
den betracht.
Dit heeft ertoe geleid, dat de directie van
de Wieringermeer, welke uit 3 leden be
stond, van wie 2 een andere bestemming
hebben gevolgd, niet is aangevuld, dat met
ontbinding der z.g.proefpoldercommissie de
werkzaamheden daarvan aan do Wierin-
germeer-directie zijn opgedragen en dat
aan die directie wordt toegevoegd een inge
nieur met eenig personeel van den dienst
der Zuiderzeewerken voor de behartiging
van de Waterstaatsaangelegenheden in dc
Wieringermeer. Een onderdeel, de studie
van de gevolgen van de afsluiting van dc
Zuiderzee op de waterstanden in de Wad
denzee, de regeling van de waterstanden in
het IJselmeer, het onderhoud van den af
sluitdijk en van de spui- en schutsluizen
en de bediening dier sluizen behoort op den
duur aan don dienst van den Rijkswater
staat te worden opgedragen.
Do minister stelt zich voor, dat deze over
gang zoo goed mogelijk wordt bevorderd
door den heer Dc Blocq v. Kuffoler. die van
de functie van Directeur-Generaal der Zui
derzeewerken zal worden ontheven en
hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat met
verlof is voor to dragen voor benoeming tot
hoofdingenieur-directeur van den Rijks
waterstaat, hem daarna hij dien dienst te
herplaatsen als hoofdingenieur-directeur
van den Algemeenen Dienst en hem voorts
te belasten met de leiding van den dienst
der Zuiderzeewerken. Als zoodanig hliift
hij dan belast met het uitwerken, te zamen
met het eenig overgebleven lid van de
directie van den Wieiïngermoornolder. van
een definitief plan voor den N.O.-polder en
met de afwikkeling van de overige Zuider
zeewerken, welke werkzaamheden nog
ecnige jaren in beslag zullen nemen.
De Wieringermeer
Van' den minister zal niet worden ver
wacht, dat hij thans met oen voorstel tot
Staats-sociaJiseering van de gronden in de
Wieringermeer komen zal. Omtrent den
vorm van Staatsexploitatie is nog geen
definitieve beslissing genomen. Wel de
minister tot de overtuiging gekomen, dat
ook aan bedrijven van normale grootte als
vorm van Staatsexploitatie behoefte beslaat
ten einde een graadmeter te verkrijgen voor
de bepaling van de waarde van den grond
bij verkoop en bij verpachting beide. Op het
oogenblik worden in de Wieringermeer be
halve de aan particulieren uitgegeven hé-
drijven, ongeveer 11.000 H.A. door den staat
geëxploiteerd.
De juistheid van het betoog, dat er tal-
looze, gegronde klachten zijn met betrek
king tot de uitvoering van de Zuiderzee-
steunwet, is den minister niet gebleken.
Do minister heeft nog geen heslisrin" e-e-
nomen op de vraag, of de zeewiervisschcrs
op Texel als belanghebbenden kunnen wor
den aangemerkt. Hij wacht voor dit punt
nog de jesultaten van het onderzoek eener
daartoe ingestelde commissie af. Wat de
hinnenvisschers op het Zwarte Water en
het Zwolsche Diep betreft, is hij van mee
ning. dat deze niet kunnen worden gerekond
tot dc belanghebbenden, bedoeld in de Zui-
derzeesteumvet.
Wij moeten iemand daarom niet wetend
leed doen, omdat het onwetend reeds meer
malen geschied.
door G. P. BAKKER
85
Wij vonden hem gebonden en beroofd in
een hofstede in do buurt van Maagdenburg.
Hij bleek een schippersknecht te zijn van
een Hollandsche schuit, die graan had ge
bracht voor het garnizoen. Dat staat vast.
Wij namen hem mee, omdat hij zoo flink
gebouwd was. Bij ons kurassiers kan je niet
alles gebruiken. Hij had op de vloot ge
diend. Prachtkerel".
„Waarom ben jc uit het kamp gevlucht?"
,.Ik kreeg een waarschuwing dat ik als
spion zou worden gehangen
„Wie heeft je gewaarschuwd'?
Er volgde geen antwoord.
„Wil je niemand verraden?"
Een groote korporaal der kurassiers van
Montecücoulic trad salucerend naar voren.
„Wat wil je?"
„Majoor. Ik hel» gevraagd verhoord te
worden. Ik had vernomen, dat een wacht
meester van dc musketiers, zoo'n valsche
rooic omdat hij bij het spel aan een
paar der onzen verloren had, ofschoon hij
trachtte hen er tusschen te nemen, kuras
sier Willem uit wraak als spion had aan
gegeven
,,.lc liegt", klonk een stem achter don
korporaal. „Hij is een spion".
Saxon keek naar den korporaal, die voor
hem gelogen had.
„Jij liegt", schreeuwde de grijze snorre-
baard tegen den aos. „Dat zou jc het leven
kunnen kosten, vriendje".
„Stilte", brulde de majoor.
„lloe weet je, dat hij een spion is?" vroeg
hij den rooden wachtmeester der muske
tiers.
„Ik heb hem vroeger eens gezien".
„Waar?"
„Dal kan ik me helaas niet herinneren,
maar ik Weet het zeker; zijn gezicht komt
ine bekend voor".
Even kwam er een flauw lachje op het
gelaat van den gevangene.
„In Praag?" vroeg hij nauwelijks ver
staanbaar.
„Juist, nu weet ik het. Het was in Praag".
„Ik hen er nooit geweest", klonk dc zach
te stem van den ander.
„Wie liegt er nu?" vroeg de korporaal.
„Hoor hern eens. Zijn gezicht komt mij be
kend voor. Daarom zou bij een spion zijn?
Vrooliik voor zijn bekenden!"
„Stilte" brulde de majoor weer. ..Alle drie
afgemarcheerd of ik laat je er uit gooien".
„Tc leven is geen duit meer waard", fluis
terde de snorrnhaard tegen don musketier,
maar zoo luid. dat de majoor het hoorde.
„Stilte. Die oude veteranen van Montc-
cucouli zijn brutaal als do heul".
„Heb je iels te bekennen?" vroeg hij den
gevangene nog steeds hoos. „Als ie belang
rijke mededeelingen hebt ie doen, nieuws
dat voor den staf van belang is. kan je
misschien ie leven redden. Dan zou genade
gaan boven recht".
De gevangene verwaardigde zich niet ant
woord te geven.
„Jc hebt tien kerels neergeslagen. Den
dood bob je in elk geval ruimschoots ver
diend. Wat zegt u, heeren?"
..Dc strop",, sprak do kapitein.
Do luitenant knikte toestemmend.
„Voor de laatste maal. Als je iets te zeg
gen hebt, doe het dan nu. liet is ie laatste
kans".
De majoor kreeg geen antwoord.
„Provoost-geweldige laat den man naar
de strafplaats brengen".
Door dc hellebaardiers omringd werd de
gevangene weggeleid. Hij liep met de
grootste moeite, slingerde op zijn boenen.
Een der geleiders nam hern in den arm.
Achter het kamp op liet open veld, waar
slechts een paar hoornen stonden, was een
galg opgericht, die teekenen vertoonde van
geregeld gebruik. De drie officieren en den
schrijver volgden naar het galgenveld. De
hellebaardiers traden achteruit. Do beuls
knechten legden den knoop om der hals
van het slachtoffer. Hij bood "een onnutti-
gen tegenstand.
Hoog opgericht nu stond hij onder de
galg, do handen gehooid, hét koord om den
nek
„Beken", schreeuwde de maioor. Ik geef
ie drie minuten bedenktijd. Jc kunt je
leven rnaar éénmaal verliezen".
De drie minuten verstreken langzaam.
„Haal den strop toe".
De gevangene voelde liet koord om zijn
bals knellen. Zijn ademhaling werd moei
lijker, maar hij sprak geen wóórd. Zijn ge
dachten waren bij geheel iëis anders. Hij
spande zich in, vóór het laatst, een mooi
vrouwengelaat voor oogen ie zien. Zijn
ooren begonnen te suizen. Het klonk als
een zachte muziek. Zijn oogen waren half
geslo'en. Nu zog hij haar voor zich, keek
haar in de donkere oogen. zag den raadsel-
ochtigen gilmlarh op haar zacht gelaat, dc
liefde in haar blik.
„Strakker", beval de maioor. Reken toch
kerel, voor het te laat is. Beken".
Het slachtoffer scheen onbewust lo ziin
van zijn omgeving. Groote zweetdroppels
verschonen on zijn besmeurd voorhoofd, rol
den langs ziin wangen, maar het was alsof
een flauwe glimlach op zijn gelaat lag.
„Beken".
De gevangene zweeg. Hij had blijkbaar
reeds afstand van het leven gedaan. Zijn
hoofd hing voorover. Zijn gelaat werd
blauw.
De majoor keek dc beide andere officie
ren aan, haalde de schouders op en com
mandeerde: „Halen. Beken
I-Ioefslagcn klonken. Een troep ruiters,
geheel in staal, kwamen de strafplaats op
rennen.
De eerste, groot op een zwart paard, droeg
geen helm. Zijn krullende lange haren flad
derden in den wind tegen den witten kan
ten kraag over zijn stalen schouders. Zijn
voorhoofd zat vol lidteekens, de donkere
oogen fonkelden onder de iets te hooge
dunne wenkbrauwen in het buitengewoon
verstandig gelaat, dat nog langer leek door
de snor cn dc lange sik.
„Halt" bulderde ziin stem. De provoost
keek jilotseling verschrikt op. Zijn helpers
lieten het koord vieren.
De veldmaarschalk keek don gevangene
vol belangstelling aan. Toen zei hij: „Waar
achtig, het is zoo los dien strop".
„Nom de diablo, majoor", klonk zijn
scherpe stem. „Daar liadt je me bijna over
ste Saxon opgehangen. Misschien de ecnige
man in heel Duitschland, die. zijn gewicht
aan goud waard is".
„Pardon, Excellentie. Hij heeft tien mus
ketiers neergeslagen".
Yon Pappenhelm lachtte. „En wat zou
dat? Dc oorlog is nu eenmaal wreed. Met
zachtheid kom je er niet. Ezel, hij is over
ste Saxon".
„Zachtheid!" De majoor balde de vuisten
achter zijn rug.
„Overste Saxon". klonk de stem van den
veldmaarschalk „Zoo zien we dus elkander
weer. Blijkbaar hen je niet geboren om
aan de galg te sterven, ofschoon net dit
koer slechts een haartje scheelde".
Dc ge\angene kon niet antwoorden,
„Maak hem los. Geef hem water".
Een der officieren was reeds van zijn
paard gesprongen, sneed dc koorden door,
wisclite met een natten doek het gelaat
van Saxon af.
De bevrijde opende de oogen. Hij koek
verwonderd naar don officier, die nog
steeds zijn gelaat met den doek hevnehtig-
de, voorzichtig als een ziekenzustei.
11 ij hoorde een bekende stem zeggen:
„Dat komt nu alles van de liefde. Wat ben
je toch een gelukkige dwaas".
„Dank .je, von Ilobel", zei hij zacht
„Dank je. oude krijgsmakker. Dat hadden
we niet kunnen denken, toen we samen
onder Wallenstein dienden".
„Neen", antwoordde de ander. Dat de
Dolle Prins, die nooit iets van vrouwen
wilde weten cn alleen maar tijd voor vech
ten had, r.og eens zoo verliefd zou worden,
dat hij zich liever liet ophangen dan de
partij van ziin beminde te verraden. En
dat noemt zich een avonturier".
(Wordt vervolgd).
FAUTEUILS
Vy