St.Emilion 1929 A. Schoterman Zn. Landbouwcrisis-begrooting Inpoldering van het IJsselmeer FEUILLETON Steun absoluut nood zakelijk De beschuldigingen van Ds. Kersten KOEIEN AAN BESLAG ONTTROKKEN? per flesch fl.45 per anker f 58.— Aan N.O. polder wordt nog niet begonnen Rijksfinanciën moeten beter worden HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout OVERSTE SAXON PARLEMENTAIR OVERZ1CIT1 Geen verdere inkrimping van de beetwortelsuikerproductie DEN HAAG, 12 Maart. Bij den aanvang der vergadering bleek, dat er nog elf afge vaardigden zich op het sprekerslijstje voor de landbouwcrisisbegrooting hadden laten inschrijven. Toen die het woord hadden ge voerd, waren er in totaal zeven en twintig sprekers geweest. Wij behoeven hen niet allen te noemen, gelukkig.. De heer Droesen (R.K.) nam het op voor de kleine boeren, wien moest worden toe- gestaun, voldoende varkens' en kippen te houden, en die z. i. moesten word-.ni gehol pen door een degressie in de prijzen dor landbouwproducten, door werkverschaffing bij hen in de buurt en door credietverlec- ning. De heer Sneevliet (R. S.) waarschuw de de kleine hoeren zich niet door de na- tionaal-socialisten op sleeptouw te laten nemen, maar beschuldigde anderzijds de regeering den laalstcn wind in de zeilen te blazen. Mr. Vervoorn (platteland) herinner de nog eens aan het rapport betreffende Overijssel, blijkens hetwelk de kleine hoe ren daar G2 cent per dag inkomen hebben, dus minder dan dc landarbeiders, wier loon ook volgens mr. Ver voorn zeker niet te hoog is. En ds. Lingbeek (II. G.) merkte op, dat de kleine boeren, die kippen houdon, den gerststeun moeten betalen en hun eieren slechts kunnen verkoopen voor „een appel en een ei!" Sprak dc heer Droesen zich uit voor oen stelsel van verhoogde monopolieheffingcn, zonder zich te binden aan de uitwerking van dit beginsel, zooals „Landbouw en Maatschappij" ze voorstaan, mr. Vervoorn verklaarde, veel te gevoelen voor de wijzi gingen in de landbouwpolitiek, door dezo organisatie gepropageerd. En mr. Wester man (N. H.) achtte, wat „Landbouw en Maatschappij" voorstaat, zeer aannemelijk. Hij betoogde, dat, juist omdat wij niet ge noeg land hebben om alle granen te ver bouwen, die wij behoeven, wij niet hang behoeven te zijn, dat de invoerrechten op geïmporteerde granen niet genoeg zullen opbrengen, om daaruit de compensaties te bekostigen voor de vleesch- en zuivel pro ducenten. Minister Steenberghe aan het woord Minister Sleenberghc, ten leste aan het woord komende, zeidc in verhand met een pleidooi van den heer Van Kempen (Lib.) voor de Indische suiker, dat hij niet bereid was onze beet wortelsuikerproduc tie nog verder in te krimpen. De heer Ebels (V.D.) had geklaagd, dat er zoo weinig persoonlijk contact bestaat met den minister en dc hoofdambtenaren der crisisdiensten. Z.Exc. zeide. dat zij overdag niets anders doen dan nienschen ontvangen. Het andere werk verrichten zij 's avonds en 's nachts! Met iedereen kunnen zij niet spreken, maar allen, die het wenschen, worden op het departement te woord gestaan. Rede van ds. Kersten uit: eengerafeld Dc heer Kersten (S. G.) heeft in woord en geschrift beschuldigingen geuit inzake do uitvoering van de steunmaatregelen en o. m. beweerd, dat kalveren in do weide zouden worden doodgetrapt. Ecnige afge vaardigden hadden gevraagd, wat daarvan waar was. Z.Exe. zeide, dat de runderen, bij de tccltbeperking betrokken, niet in do wei zijn geweest en dal de Nedcriandscho Vereeniging tot bescherming van dieren geen klachten heeft. De heer Kersten had ook verklaard, dat millioenen blikken vleesch zouden zijn vernietigd, maar er zijn niet meer dan 12000 bussen ongeschikt voor consumptie verklaard. Volgens ds. Kersten zijn er voorts duizenden bussen verbrand. Onder vroolijkheid der Kamer gaf Z.Exc. toe, dat er 1600 bussen verbrand zijn... bij een brand in een nakhuis te Rotterdam. Op een parlementaire, maar te vens ondubbelzinnige manier rafel lo de be windsman ds. Kerslens beschuldigingen dermate uiteen, dat er niots van overbleef. De regeering, verklaarde Z.Exc. voorts, acht den landbouwsteun absoluut noodza keik. Dit brengt prijsregeling met zich, maar gaat volgens den minister niet in tegen de aanpassingspolitiek, daar deze niet gericht is op het laagst moeeiijke peil, maar op herstel van gezonde verhoudingen. In het kader van het alge meen belang Z.Exc. verklaarde als eerlijk man, dat hij voor de hoeren zal doen wat mogelijk is, maar dat hij dit slechts kan doen in het kader van het algemeen belang. In verband met den aandrang naar ver lichting van vaste lasten zeide de minis ter, dat hij over het algemeon r,e pacht niet te hoog vindt. Hij deelde mede, dat de re- gccring maatregelen heeft getroftcn tegen niet-noodzakelijke executies en faillisse menten van landelijko eigendommen. Wordt in zoo'n geval land verkocht, dan kan de nieuwe eigenaar niet bij een crisis organisatie zijn aangesloten, mag hij hot land niet bebouwen, er geen vee op houden enz. Het land is dus onverkoopnuar! Er komt een commissie, die zal onderzoeken of een executie al dan niet noodzakelijk is. Oud-minister Donner zal do leiding dezer commissie nemen. (Men zie voor deze re- gceringsverklaring pag. 1 van het eerste blad). In het te verwachten bezuinigingsontwerp zullen voorstellen worden gedaan tot ver lichting van vaste lasten van landerijen. Z.Exc. gaf met vele cijfers een weerleg ging van het stelsel, door „Landbouw en Maatschappij" gepropageerd, zich veront schuldigende voor zijn talrijk cijfermate riaal en voor de dorheid van dit deel van zijn betoog. Z.Exc. concludeerde, dat het door „Land bouw en Maatschappij" aanbevolen systeem 30 rnillioen gulden tekort oplevert, minder baat aan de boeren geeft dan het tegen woordige stelsel en niet minder aan admi nistratie kost. Centralisatie van crisis diensten Voorts verdedigde hij de centralisatie van de crisisdiensten. Ten aanzien van dc kwestie „coöperatie en parlicuier bedrijf" verklaarde hij, dat ieder op eigen terrein moet blijven en dat hij legenover beide objectief zal staan. De hooge distributie- kostep der levensbehoeften, waarover was geklaagd, noemde Z.Exc. de schu'i van den verbruiker, die do dingen thuis bezorgd vvi hebben, wat veel geld kost. Echter maakt de middenstand meer en meer \erschil in prijs tusschen koopen in den winkel en be zorging aan huis. Met betrekking tot de kleine boeren wees de bewindsman erop, dat die in Drenthe niet alleen van hun be drijfje plachten te leven, maar >ok elders gingen werken. Zij zullen voorts worden geholpen door de verlichting van vaste las ten. De vraag, of de regcering strengere maatregelen moet nemen, om de bindarhel- dersloonen op peil te houden en om meer landarbeiders aan het werk te zotten, zal Z.Exc. naarstig onderzoeken. Hij waarschuwde ten slotte, dat men volksgroepen niet tegen elkaar moet uit spelen en niet, door afgunst te wekken, angelen moet drijven in het vitesch der volksgemeenschap. LEENING DEN BOSCH Naar wij vernemen is op de 3 A pet. lee ning Den Bosche groot 1 rnillioen gulden, waarop de inschrijving op 8 dezer tot den koers van 98 pet. was opengesteld bij do Incassohank N.V. en de Ned.-Indischo Han delsbank N.V., tot een zoodanig bedrag in geschreven. dat een belangrijke reductie op de inschrijving moet plaats plaats vinden Veehouder uit Barneveld staat in hooger beroep terecht AMSTERDAM, 12 Maart. Het Gerechts hof alhier, behandelde vandaag de straf zaak tegen den veehouder H. G. uit Barne veld, die er van wordt verdacht vee, waarop door ambtenaren van de crisisvarkenswet beslag was gelegd, aan dit beslag to hebben onttrokken. Voorts zou hij opzettelijk in voorraad heb ben gehad negen melkgevende koeien zon der dat verd. toen als rundveehouder was aangesloten bij de Stichting Landbouwcrisis Organisatie voor Gelderland, terwijl verd. tevoren meegedeeld was, dat hij als rund veehouder verplicht was lid te zijn van ge melde stichting. De rechtbank te Utrecht had den man vrijgesproken van het onttrekken aan het beslag, doch voor het tweede feit veroordeeld tot 50.— boete, subs. 20 dagen hechtenis. Verdachte had principieele bezwaren om zich aan te sluiten bij de genoemde stich ting en hij weigerde de desbetreffende for mulieren te teekenen. De man is gemeente raadslid en ook in een vergadering, welke in het dorp is gehouden en waar verschil lende medestanders van hern aanwezig wa ren, heeft hij zijn bezwaren kenbaar ge maakt. Ook heeft hij zich te dezer zake tot de regeering gewend. Verschillende malen is hij door de ambte naren aangemaand om te voldoen aan de wettelijke bepalingen, doch hardnekkig bleef hij bij zijn weigering. Hij zeide zelf zijn vee te zullen verkoopen. Toen de ambtenaren, zoo verklaarden zij ter terechtzitting, dit hoorden, hebben zij mondeling aangezegd, dat zij beslag op het vee legden. Verdachte echter ontkent dit met klem. Hij had de koeien inderdaad vervoerd, doch hij meende hiertoe gerechtigd te zijn, daar z.i. van beslag geen sprake was. Een getuige £l décharge had het bezoek van de ambtena ren. die het beslag zouden hebben aange zegd, meegemaakt. Ook hij had van de beslaglegging niets gehoord; wel was er mee gedreigd. Uitvoerig zette de veehouder zijn princi pieele bezwaren tegen deze crisisvoorschrif ten uiteen. De procureur-generaal nir. dr. D. Reilingh, achtte zoowel de onttrekking van het vee aan het beslag, als het niet nakomen van ge melde crisisvoorschriften bewezen. Spr. re- quireerde een gevangenisstraf van één maand en verbeurdverklaring van de op brengst van het later van rijkswege ver kochte vee. Arrest 26 Maart. GECOMPLICEERDE AANRIJDING OP DEN HOOFDWEG AMSTERDAM, 12 Maart. Op den Hoofdweg hij den Postjesweg is vanmiddag te ongeveer één uur een gecompliceerde aanrijding geschied, waarbij betrokken wa ren een bakkerskar, een auto en een motor met zijspan. De man, die de bakkerskar duwde, wilde, van de bakkerij komende, zijn wagen van de onevenzijde naar de evenzijde van den weg brengen. Toen hij op de trambaan was, naderde uit de richting Postjesweg een auto, waarvan de bestuur der, een Utrechtenaar, met een boog om de bakkerskar heenreed om dit vehikel te ont wijken. Op hetzelfde oogenblik naderde uit de richting van het Mercatorplein een mo tor met zijspan Dit voertuig en de auto botsten met een hevigen slag op elkaar, met het gevolg, dat de bestuurder van den motor van het zadel werd geslingerd. De motor met zijspan reed op eigen kracht ver der en kwam, gelukkig zonder ongelukken te veroorzaken, in een voortuintje tot stil stand. Dc bestuurder, een 31-jarige Amster dammer, bleek een bloedende hoofdwonde en een armbreuk te hebben opgeloopen. Hij is naar het Wilhelmina Gasthuis vervoerd. De materieele schade van dit ongeval is niet groot. NED. VEEHOUDERIJ-CENTRALE 's-GRAVENHAGE, 12 Maart. De Nedcr- landsche Veohouderijcentrale rnaukt be kend, dat gedurende het tijdvak van 25 tot 30 Maart de inneming van gezouten spek zal geschieden op onveranderde voorwaar den en tegen onveranderde prijzen. \'ijnhandet Utr. straat 1? Gevestigd 1Ü7is Telefoon 145 Post van 2 rnillioen voors» hands teruggenomen Verschenen is de memorie van antwoord op liet voorloopig verslag der Tweede Ka mer over de begrooting van het Zuiderzee- fonds 1935. Daaraan is het volgende ontleend De regeering sluit zich aan bij vele leden, die in verdere inpoldering op den duur meer voor- dan nadeelen zien. Bij den financieelen toestand, zooals deze zich thans laat aanzien, is echter grooto voorzichtig heid geboden. Op het crediet van den Staat kan niet onbegrensd een beroep wor den gedaan zoolang het herstel der Staats financiën nog niet zoover is gevorderd, dat een in hoofdzaak sluitende Riiksbegrooting wordt verkregen. Do mogelijkheid daar van kan eerst worden overzien na de tot standkoming van dc nog in dit zittingsjaar te behandelen wolsontworpen om tot de on misbare verdere verbetering van de finan ciën to komen. Op grond hiervan meent de regeering, dat het geen zin heeft, het op deze begroo ting onder art. 8 voor de N.O. inpoldering uitgetrokken bedrag van 2 rnillioen te hand haven; zij geeft er de voorkeur aan, dien post voorshands terug te nemen in afwach ting van do uitkomst der bemoeiingen in zake verbetering der Rijksfinanciën. In een bijgevoegde nota van wijziging is met dit voornemen rekening gehouden. Ver dere wijzigingen zijn gevolg van liet stre ven der regeering om de Rijksuil gaven, welke uit deze begrooting voortvloeien, tot een in verband met dé omstandigheden noodzakelijk en zoo laag mogelijk peil terug te brongen. Een en ander zal echter niet ten gevolge hebben, dat de voorbereiding van een finan cieel aannemelijk plan voor de N.O. inpol dering zal worden gestaakt. Voortbouwende op den ter zake reeds ver richten arbeid is aan do diensten der Zui derzeewerken en van de Wieringermeer opdracht verstrekt, gezamenlijk dergelijk plan verder te onderzoeken en uit te wer ken. Zulks is geschied in afwachting van de reorganisatie van de diensten en lichamen, welke tot nu toe bij de leiding en uitvoe ring van den afslnitings- en inpolderings- nrbeid een tank te vervullen hadden. ITet kwam geraden voor. deze diensten en li chamen zooveel noodig ongerept te houden, totdat zij door de nieuw te vormen orga nen zouden kunnen, worden vervangen, aangezien deze nieuwe organen moeten worden gegrond op een nog tot stand te brengen wet, waarvan de behandeling nog eenigen tijd zal vorderen. ïntusschen kan worden medegedeeld, dat een wetsontwerp tot regeling van de hier- hedoelde aangelegenheid, het Departement heeft verlaten Nu dc afslnitingsarhoid ten einde is ge bracht en do ontginningsarbeid in den Wieringermeerpolder het eerste stadium achter den rug heeft en in regelmatige banen is geleid, meent de minister, dat bij den verderen arbeid de personeelbezetting, welke daarvoor noodig wordt geacht, reeds onmiddellijk zoo goed mogelijk op dien ar beid behoort te worden ingericht en dat daarbij de vereischte soberheid moet wor den betracht. Dit heeft ertoe geleid, dat de directie van de Wieringermeer, welke uit 3 leden be stond, van wie 2 een andere bestemming hebben gevolgd, niet is aangevuld, dat met ontbinding der z.g.proefpoldercommissie de werkzaamheden daarvan aan do Wierin- germeer-directie zijn opgedragen en dat aan die directie wordt toegevoegd een inge nieur met eenig personeel van den dienst der Zuiderzeewerken voor de behartiging van de Waterstaatsaangelegenheden in dc Wieringermeer. Een onderdeel, de studie van de gevolgen van de afsluiting van dc Zuiderzee op de waterstanden in de Wad denzee, de regeling van de waterstanden in het IJselmeer, het onderhoud van den af sluitdijk en van de spui- en schutsluizen en de bediening dier sluizen behoort op den duur aan don dienst van den Rijkswater staat te worden opgedragen. Do minister stelt zich voor, dat deze over gang zoo goed mogelijk wordt bevorderd door den heer Dc Blocq v. Kuffoler. die van de functie van Directeur-Generaal der Zui derzeewerken zal worden ontheven en hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat met verlof is voor to dragen voor benoeming tot hoofdingenieur-directeur van den Rijks waterstaat, hem daarna hij dien dienst te herplaatsen als hoofdingenieur-directeur van den Algemeenen Dienst en hem voorts te belasten met de leiding van den dienst der Zuiderzeewerken. Als zoodanig hliift hij dan belast met het uitwerken, te zamen met het eenig overgebleven lid van de directie van den Wieiïngermoornolder. van een definitief plan voor den N.O.-polder en met de afwikkeling van de overige Zuider zeewerken, welke werkzaamheden nog ecnige jaren in beslag zullen nemen. De Wieringermeer Van' den minister zal niet worden ver wacht, dat hij thans met oen voorstel tot Staats-sociaJiseering van de gronden in de Wieringermeer komen zal. Omtrent den vorm van Staatsexploitatie is nog geen definitieve beslissing genomen. Wel de minister tot de overtuiging gekomen, dat ook aan bedrijven van normale grootte als vorm van Staatsexploitatie behoefte beslaat ten einde een graadmeter te verkrijgen voor de bepaling van de waarde van den grond bij verkoop en bij verpachting beide. Op het oogenblik worden in de Wieringermeer be halve de aan particulieren uitgegeven hé- drijven, ongeveer 11.000 H.A. door den staat geëxploiteerd. De juistheid van het betoog, dat er tal- looze, gegronde klachten zijn met betrek king tot de uitvoering van de Zuiderzee- steunwet, is den minister niet gebleken. Do minister heeft nog geen heslisrin" e-e- nomen op de vraag, of de zeewiervisschcrs op Texel als belanghebbenden kunnen wor den aangemerkt. Hij wacht voor dit punt nog de jesultaten van het onderzoek eener daartoe ingestelde commissie af. Wat de hinnenvisschers op het Zwarte Water en het Zwolsche Diep betreft, is hij van mee ning. dat deze niet kunnen worden gerekond tot dc belanghebbenden, bedoeld in de Zui- derzeesteumvet. Wij moeten iemand daarom niet wetend leed doen, omdat het onwetend reeds meer malen geschied. door G. P. BAKKER 85 Wij vonden hem gebonden en beroofd in een hofstede in do buurt van Maagdenburg. Hij bleek een schippersknecht te zijn van een Hollandsche schuit, die graan had ge bracht voor het garnizoen. Dat staat vast. Wij namen hem mee, omdat hij zoo flink gebouwd was. Bij ons kurassiers kan je niet alles gebruiken. Hij had op de vloot ge diend. Prachtkerel". „Waarom ben jc uit het kamp gevlucht?" ,.Ik kreeg een waarschuwing dat ik als spion zou worden gehangen „Wie heeft je gewaarschuwd'? Er volgde geen antwoord. „Wil je niemand verraden?" Een groote korporaal der kurassiers van Montecücoulic trad salucerend naar voren. „Wat wil je?" „Majoor. Ik hel» gevraagd verhoord te worden. Ik had vernomen, dat een wacht meester van dc musketiers, zoo'n valsche rooic omdat hij bij het spel aan een paar der onzen verloren had, ofschoon hij trachtte hen er tusschen te nemen, kuras sier Willem uit wraak als spion had aan gegeven ,,.lc liegt", klonk een stem achter don korporaal. „Hij is een spion". Saxon keek naar den korporaal, die voor hem gelogen had. „Jij liegt", schreeuwde de grijze snorre- baard tegen den aos. „Dat zou jc het leven kunnen kosten, vriendje". „Stilte", brulde de majoor. „lloe weet je, dat hij een spion is?" vroeg hij den rooden wachtmeester der muske tiers. „Ik heb hem vroeger eens gezien". „Waar?" „Dal kan ik me helaas niet herinneren, maar ik Weet het zeker; zijn gezicht komt ine bekend voor". Even kwam er een flauw lachje op het gelaat van den gevangene. „In Praag?" vroeg hij nauwelijks ver staanbaar. „Juist, nu weet ik het. Het was in Praag". „Ik hen er nooit geweest", klonk dc zach te stem van den ander. „Wie liegt er nu?" vroeg de korporaal. „Hoor hern eens. Zijn gezicht komt mij be kend voor. Daarom zou bij een spion zijn? Vrooliik voor zijn bekenden!" „Stilte" brulde de majoor weer. ..Alle drie afgemarcheerd of ik laat je er uit gooien". „Tc leven is geen duit meer waard", fluis terde de snorrnhaard tegen don musketier, maar zoo luid. dat de majoor het hoorde. „Stilte. Die oude veteranen van Montc- cucouli zijn brutaal als do heul". „Heb je iels te bekennen?" vroeg hij den gevangene nog steeds hoos. „Als ie belang rijke mededeelingen hebt ie doen, nieuws dat voor den staf van belang is. kan je misschien ie leven redden. Dan zou genade gaan boven recht". De gevangene verwaardigde zich niet ant woord te geven. „Jc hebt tien kerels neergeslagen. Den dood bob je in elk geval ruimschoots ver diend. Wat zegt u, heeren?" ..Dc strop",, sprak do kapitein. Do luitenant knikte toestemmend. „Voor de laatste maal. Als je iets te zeg gen hebt, doe het dan nu. liet is ie laatste kans". De majoor kreeg geen antwoord. „Provoost-geweldige laat den man naar de strafplaats brengen". Door dc hellebaardiers omringd werd de gevangene weggeleid. Hij liep met de grootste moeite, slingerde op zijn boenen. Een der geleiders nam hern in den arm. Achter het kamp op liet open veld, waar slechts een paar hoornen stonden, was een galg opgericht, die teekenen vertoonde van geregeld gebruik. De drie officieren en den schrijver volgden naar het galgenveld. De hellebaardiers traden achteruit. Do beuls knechten legden den knoop om der hals van het slachtoffer. Hij bood "een onnutti- gen tegenstand. Hoog opgericht nu stond hij onder de galg, do handen gehooid, hét koord om den nek „Beken", schreeuwde de maioor. Ik geef ie drie minuten bedenktijd. Jc kunt je leven rnaar éénmaal verliezen". De drie minuten verstreken langzaam. „Haal den strop toe". De gevangene voelde liet koord om zijn bals knellen. Zijn ademhaling werd moei lijker, maar hij sprak geen wóórd. Zijn ge dachten waren bij geheel iëis anders. Hij spande zich in, vóór het laatst, een mooi vrouwengelaat voor oogen ie zien. Zijn ooren begonnen te suizen. Het klonk als een zachte muziek. Zijn oogen waren half geslo'en. Nu zog hij haar voor zich, keek haar in de donkere oogen. zag den raadsel- ochtigen gilmlarh op haar zacht gelaat, dc liefde in haar blik. „Strakker", beval de maioor. Reken toch kerel, voor het te laat is. Beken". Het slachtoffer scheen onbewust lo ziin van zijn omgeving. Groote zweetdroppels verschonen on zijn besmeurd voorhoofd, rol den langs ziin wangen, maar het was alsof een flauwe glimlach op zijn gelaat lag. „Beken". De gevangene zweeg. Hij had blijkbaar reeds afstand van het leven gedaan. Zijn hoofd hing voorover. Zijn gelaat werd blauw. De majoor keek dc beide andere officie ren aan, haalde de schouders op en com mandeerde: „Halen. Beken I-Ioefslagcn klonken. Een troep ruiters, geheel in staal, kwamen de strafplaats op rennen. De eerste, groot op een zwart paard, droeg geen helm. Zijn krullende lange haren flad derden in den wind tegen den witten kan ten kraag over zijn stalen schouders. Zijn voorhoofd zat vol lidteekens, de donkere oogen fonkelden onder de iets te hooge dunne wenkbrauwen in het buitengewoon verstandig gelaat, dat nog langer leek door de snor cn dc lange sik. „Halt" bulderde ziin stem. De provoost keek jilotseling verschrikt op. Zijn helpers lieten het koord vieren. De veldmaarschalk keek don gevangene vol belangstelling aan. Toen zei hij: „Waar achtig, het is zoo los dien strop". „Nom de diablo, majoor", klonk zijn scherpe stem. „Daar liadt je me bijna over ste Saxon opgehangen. Misschien de ecnige man in heel Duitschland, die. zijn gewicht aan goud waard is". „Pardon, Excellentie. Hij heeft tien mus ketiers neergeslagen". Yon Pappenhelm lachtte. „En wat zou dat? Dc oorlog is nu eenmaal wreed. Met zachtheid kom je er niet. Ezel, hij is over ste Saxon". „Zachtheid!" De majoor balde de vuisten achter zijn rug. „Overste Saxon". klonk de stem van den veldmaarschalk „Zoo zien we dus elkander weer. Blijkbaar hen je niet geboren om aan de galg te sterven, ofschoon net dit koer slechts een haartje scheelde". Dc ge\angene kon niet antwoorden, „Maak hem los. Geef hem water". Een der officieren was reeds van zijn paard gesprongen, sneed dc koorden door, wisclite met een natten doek het gelaat van Saxon af. De bevrijde opende de oogen. Hij koek verwonderd naar don officier, die nog steeds zijn gelaat met den doek hevnehtig- de, voorzichtig als een ziekenzustei. 11 ij hoorde een bekende stem zeggen: „Dat komt nu alles van de liefde. Wat ben je toch een gelukkige dwaas". „Dank .je, von Ilobel", zei hij zacht „Dank je. oude krijgsmakker. Dat hadden we niet kunnen denken, toen we samen onder Wallenstein dienden". „Neen", antwoordde de ander. Dat de Dolle Prins, die nooit iets van vrouwen wilde weten cn alleen maar tijd voor vech ten had, r.og eens zoo verliefd zou worden, dat hij zich liever liet ophangen dan de partij van ziin beminde te verraden. En dat noemt zich een avonturier". (Wordt vervolgd). FAUTEUILS Vy

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 4