Kinderboekje
DREIN DRENTEL en
PIET PRIKKEL.
Crisis wetgeving en executieverbod
FEUILLETON
Hoe denkt men in den
laudbouw er over?
EEN POLITIEKE ROODE
BROEK?
KONINGIN EMMA
HERDACHT
Personeel legt een krans
aan den grafkelder
OPENBAAR GEZAG
BELEEDIGD
EEN BRANDWEER ZONDER
WATER
OVERSTE SAXON
Geen onverdeeld
gunstig antwoord
Het door dc Kroon op voordracht van
den minister van oeconomischc zaken zoo
rauweliiks uitgevaardigde besluit, om auu
dc landbouwcrisiswetgeving dc practischc
mogelijkheid van ccn exccuticverbod te
verbinden, heeft dc Tweede Kamer zoo
als wij in ons hoofdartikel van 15 Maart
reeds uiteenzetten zonder meer aan
vaard.
Wij oordeelden het van belang eens in
laudbouwknngen te gaan informeeren. hoe
men over deze invoering van de mogelijk
heid van een executieverbod denkt. Wij heb
ben ons daartoe gewend tot vertegenwoor
digers van verschillende groepen, hetgeen
wij noodig oordeelden, omdat aan dit vraag
stuk nu eenmaal ook een politieken kant
zit. waardoor mogelijkerwijze het oordeel
over den nieuwen maatregel zou kunnen
worden beïnvloed.
Nergens hebben wij evenwol enthousias
me aangetroffen over dit nieuwe crisisbe-
eluit. In sommige kringen is reeds lang
voor een executieverbod geijverd en deze
zijn nu tevreden gesteld. Maar vooraan
staande persoonlijkheden gaven ons blijk,
niet blind te zijn voor de eraan verbonden
nadeelen. Juist voor de overweging, dat
het platlelandscrediet wel eens ernstig ge-
sciiokt zou kunnen blijken te zijn. was men
niet ongevoelig, terwijl men ook wel moei
lijkheden verwachtte bij dc toepassing van
het regeeringsbesluit.
'Afwachten
Men hoopt natuurlijk, dat het zoo'n
vaart niet zal loopen. Uiteraard staat men
er in vele landhouwkringen minder afwij
zend tegenover, dan in clc kringen der geld
beleggers. Men wil eerst de werking van
het besluit afwachten, speciaal den arbeid
van de commissie, waarin algemeen groot
vertrouwen wordt gesteld. Het belangrijk
ste voordeel acht men een preventieve
werking, die ervan uit kan gaan. Er waren
hypotheekgevers, zoo deelde men ons me
de, die alleen uit angst voor mogelijke
schade hun hypotheken opzegden, waar
door sommige boeren zeer gedupeerd wer
den. Tegen zulke ongemotiveerde opzeg
gingen geloofde men dat thans in de eerste
plaats met succes zal kunnen worden opge
treden. Over het algemeen was men van
meerling, dat de crediteuren vaak grooto
lankmoedigheid aan den dag leggen en
meestal wel geneigd zijn eenigen achter
stend in de betalingen van rente en aflos
singen door de vingers te zien.
Moeilijkheden bii clo toepassing venvacht
men vei'dcr ook in landhouwkringen van
de omstandigheid, dat dc commissie op
veelal 'zeer oncontroleerbare gegevens moet
afgaan. Van een geregelde boekhouding is
bii het overgroote deel der hypotheekboe-
ren niet de minste sprake. Als zij nu bewe
ren, de overeengekomen bedragen niet te
kunnen betalen, is het heel lastig, de juist
heid daarvan na te gaan. Het is vaak een
kwestie van aanvoelen en do commissie
zal. naast de noodige juridische kennis,
vooral ook over veel menschenkennis moe
ten beschikken. Vóór dc afkondiging van
het onderhavige besluit bestond reeds bij
sommige debiteuren een streven om tc
trachten aan de overeengekomen verplich
tingen tc ontkomen: of deze mentaliteit
door de instelling der hypothcekcommis-
ftie er op is verminderd, staat zeer te be
zien.
Niet geheel nieuw
Naar wij hebben vernomen, is het denk
beeld. dat aan deze crisismaatregel ten
grondslag ligt, niet een volmaakte noviteit.
Iets dergelijks, als nu ten aanzien van het
hvpotheekwezen mogelijk is gemaakt,
werd al eerder toegepast op het gebied der
collectieve arbeidscontracten. In sommige
streken van ons land zijn collectieve con
tracten gesloten tusschen landelijke werk
gevers en werknemers, welke overeenkom
sten echter geen bindend karakter droegen.
Als sanctiemiddel tot handhaving ervan
werden dan evenwel de crisisweüen ge
bruikt. doordat een koer, die zich niet aan
dc overeengekomen normen hield, ge
dreigd werd van de orisisorganigaties te
zullen worden uilgesloten. Daar dit moest
neerkomen op een gedwongen stillegging
van het bedrijf, heeft deze stok achter de
deur steeds goed geholpen.
Geruimcn tijd geleden nu is liet idee aan
de hand gedaan, om op dezelfde wijze ook
dc h.vpotheckbocren tc helpen. Vrij alge
meen stuitte dit echter op bedenkingen.
Bepaalde groepen van hypothcckboeren
hieven evenwel op dwingende maatregelen
aandringen met een beroep on de moeilijke
omstandigheden, waarin zii verkeerden.
Een oplossing van het vraagstuk langs
wettclijkcn weg. met inschakeling dus van
de Staten-Gencrual, luid in de oogen van
velen groole bezwaren. Men vreesde, dat,
wanneer een wetsontwerp in den gevraag-
den zin 7.011 worden ingediend, dc stroom
van executies door hen, die een oventueel
verbod voor wilden zijn, niet te stuiten zou
wezen. Min of meer tot verrassing van
sommige ingewijden is nu plotseling het
oude denkbeeld weer tc voorschijn gehaald.
De invoering hij Koninklijk besluit door
middel van de crisiswettcn had het voor
deel, dat de toepassing onmiddellijk kon
geschieden. Aan onnoodige executies zal
thans wel paal en perk kunnen worden
gesteld, doch do gevolgen voor het platte
land zullen moeten worden afgewacht. Het
kan zijn, zoo zeido ons een vooraanstaande
persoonlijkheid in landhouwkringen. dat
het middel erger zal blijken tc zijn dan de
kwaal.
Verdere gevolgen
Er is nu een grootc onevenredigheid ge
schapen ten aanzien van andere schuldver-
bintenissen. Een gewone schuldvordering
kan minstens even zwaar drukken als een
hypotheek. Zij, die daaronder gebukt gaan,
vragen zich af, waarom voor hen geen be
schermende maatregelen worden genomen.
Aan den anderen kant zijn het nu ook de
huiseigenaren, die om bescherming vragen
tegen mogelijke executies. Zij genieten geen
crisissteun, dus zulk een bescherming zou
een anderen vorm moeten hebben dan die
voor dc landelijke hypotheeknemers. Alleen
door ccn wet zou hier kunnen worden in
gegrepen.
Niettemin liceft (le invoering van de mo
gelijkheid om ten aanzien van de landelijke
hypotheken praetisch tot een executieverbod
te komen nu ook al tot gevolg gehad, dat,
zooals wij hebben vernomen, talrijke hypo
theken op gebouwde eigendommen zijn op
gezegd, uit vrees voor mogelijke maatrege
len, die ook hier een executieverbod tenge
volge kunnen hebben. Het ganschc hypo
theekwezen heeft ccn knak gekregen, waar
van het zich misschien eerst op den langen
duur zal kunnen herstellen.
Uniform van Arbeiderssportbond
In hoogcr beroep heeft voor de Amstcr-
damsche rechtbank ccn 20-jarige man
terecht gestaan, verdacht van overtreding
van het uniformverbod.
llij had, naar liet Hbld. meldt, op 115 Sept.,
als lid van den Ncderlandschen Arbeiders
sportbond, deelgenomen aan een optocht.
Iiij was daarbij gekleed in een wit sport-
shirt en een roode broek, laatstgenoemd
kleedingstuk zou volgens dc dagvaarding
uitdrukking van een bepaald staatkundig
streven zijn.
Dc kantonrechter had den jongeman van
het ten laste gelegde vrijgesproken. He
O. M. was van deze beslissing in hooger
beroep gegaan.
Uit het getuigenverhoor van inspecteur
Rcyenga blijkt, dat er nog verschillende
sportvereenigingen zijn, waarvan de leden
een roode broek dragen.
Volgens een getuige décharge, voorzit
ter van den Sportbond, zijn de kleuren rood
wit alleen gekozen uit acsthetischc overwe
gingen.
De Officier van Justitie nir. Van Arkel is
van meening, dat hier wel degelijk sprake
is van een bepaald staatkundig streven. Het
roode kleedingstuk immers werd gedragen
in een optocht van de S.D.A.P.
Spr. requircert vernietiging van het ^ij-
sprekend vonnis en veroordecling van verd.
tot een geldboete van 1 subs, een dag
hechtenis.
De verdediger, mr. Th. Eskens, drong aan
op ontslag van rechtsvervolging.
Krans van het Haagsclic Gc<
meentebestuur aan liet
monument in de
residentie
•S-GIIAVEXHAGE, 20 Maart. Ilcdenoch-
tend om 9 uur heeft op het Rcgerfesseplein
een eenvoudige doch treffende plechtigheid
plaats gehad. Een deputatie van het Ilaag-
schc gemeentebestuur met den burgemees
ter aan liet hoofd begaf zich vanuit de con
sistoriekamer van dc Kegentessekerk naar
het Emma-monument, aan den voet waar
van een krans, welke door boden van het
stadhuis werd gedragen, is neergelegd, als
een stille hulde aan de nagedachtenis van
wijlen II. M. de Koningin-Moeder, die heden
een jaar geleden is overleden. Van de zijde
van het publiok bestond or veel belangstel
ling voor «leze eenvoudige, doeli# treffende
plechtigheid.
Vervolgens werd te half 10 bij hetzelfde
monument een krans neergelegd door het
Haagschc comité voor volksfeesten.
Het personeel van wijlen II. M. do Ko
ningin-Moeder heeft hedenochtend op een
treffende wijze de nagedachtenis van de j
overleden vorstinne geëerd door zich geza-
men lijk vanuit Den Haag naar de Nieuwe i
Kerk te Delft te begeven en daar een krans
te leggen aan den ingang van den grafkel
der waar het stoffelijk overschot van de j
Koningin-Moeder ter ruste is gelegd. De
krans werd door de beide kamerdienaren
van de Koningin-Moeder gedragen en aan
den voet van het monument neergelegd. De
voormalige huismeester, de heer Lodder,
heeft in een korte toespraak uiting gegeven
aan de gevoelens van eerbied en dankbaar
heid welke het personeel bezielt jegens de
betreurde en geliefde Koningin-Moeder, die
juist een jaar geleden is heengegaan.
Hedenmorgen is namens den ex-keizer
van Duitschland een krans gelegd op het
graf van de Koningin-Moeder.
257. Gelukkig wist Diein de juiste knop te vinden c-n r.u
ging liet ni3t een flink vaartje naar benedon. 't Zal wel een
beetje schokken- als we neerkomen zei Drein, maar het is
toch beto.\ dat dat je heelomonl naar de maan gaat. En ja
hoor, opeens kregm zc een flinke schok en konden do
luchtreizigers uitstappen-.
Gevangenisstraf van twee maan*
den geëischt
ROTTERDAM, 19 Maart. Op 29 Augus
tus werd te Sonimelsdijk een openbare ver
gadering gehouden, waarin de 46-jarige koop
man A. T. uit Zwijndrccht als spreker was
opgetreden. Hij zou bij die gelegenheid zoo
wel het openbaar gezag als oud-minister
Verschuur beleedigd hebben. De brigadier
van dc rijksveldwucht C. F. Versteeg had
uit zijn mond opgeteekend de volgende woor
den: Op de vergadering in Zelm kon ik,
ondanks de tegenwoordigheid van politie en
marechaussee de uitdrukking niet weerhou-
don, dat wij door den minister van econo
mische zaken aan een bende gauwdieven zijn
overgeleverd. Voorts had de. spreker gezegd,
dat hij op het kantongerecht, sprekende over
de crisis-wetten had verklaard: Dat hebben
de smeerlappen voorzien. Dat is de grootste
gouwdievenbende, die door den minister
wordt gcsanctionneerd. Ten slotte had do
spreker zich over minister Verschuur uit
gelaten als volgt: Minister Verschuur zegt,
dat Zwanenberg onkreukbaar is. Die woor
den moeten wel met goud betaald zijn.
T. die zich wegens opzettelijke beleediging
voor de rechtbank tc verantwoorden had,
gaf toe dergelijke uitdrukkingen te hebben
gebezigd. Hij zou echter niet de bedoeling
gehad hebben iemand le beleedigcn. Men
moet bedenken, dat hij die woorden gespro
ken heeft in een rede, waarin hij verhaalde,
hoe de ambtenaren van de varkensccntrale
op zijn erf zijn dieren in beslag hadden ge
nomen. Zijn bedoeling was daarop critiek
uit te oefenen.
Het O.M. waargenomen door mr. J. F.
Hoeffelman, heeft, nadat eenige getuigen
waren gehoord, de beide heleedigingen be
wezen geacht. Beleedigingen van het open
baar gezag komen in den laatsten tijd her
haaldelijk voor en het is dan ook gewenscht.
dat een strenge straf wordt opgelegd. Het
O.M. eischte een gevangenisstraf van 2
maanden.
In dezelfde vergadering heeft de 29-jarigo
258. Er bleef voor Piet on Drein niets andens over dan
die nacht in het naastbijgclegen bosch te ovcrnachtcr.v
Vroeg in de ochtend zei Drein: Ik weet iets. W3 moesten
maar eens rondgaan als gewichtsheffers. We nemen na
tuurlijk holle halters, maar dat weten de mcnschen toch
niet.
slager H. T. Roelofsen het woord gevoerd
en ook deze zou zich aan beleediging hebben
schuldig gemaakt, door van dr. Berger te-
verklaren, dat deze zich aan het plaatsen
van een valsche handtcekening had schuldig
gemaakt en van oud-minister Verschuur din
gen te beweren, die men in een courant niet
kan herhalen. Roelofsen was niet versche
nen. Tegen hem heeft het O.M. er aan her
innerend, dat deze verdachte reeds eerdor
door de Rotterdamsche rechtbank wegens
beleediging veroordeeld is tot 2 maanden ge
vangenisstraf, geëischt een gevangenisstraf
van 2 maanden. Uitspraak 2 April.
RENTMEESTER B. A. VAN ZIJN
rUNCTIE ONTHEVEN
Uit Nijmegen wordt aan Het Volk ge
meld
De secretaris-rentmeester van het B. A.
alhier, de heer J. van G., is van zijn functie
ontheven.
B. en W. zouden dezen ambtenaar ge
schorst hebben omdat zijn financieol beleid
niet in orde zou zijn. Bovendien zou het
persoonlijk leven van den heer Van G. niet
in overeenstemming zijn niet de verplich
tingen, die zijn functie hem in deze oplegt.
Bij informatie bij het B. A. bleek ons, dat
de heer Van G. reeds meer dan een week
geen dienst verricht. Als reden hiervan
werd ziekte van den betrokkene opgegeven
Nadr vernemen wij echter, dat dc secre
taris-rentmeester reeds eenmaal van B. en
W. een waarschuwing heeft ontvangen on
vervolgens het verzoek om ontslag te
nemen. Toen hij hieraan niet voldeed, is
hij in zijn functie geschorst.
Twee woningen te Rosmalen
in asch gelegd
ROSMALEN, 20 Maart. Hedenmorgen
to elf uur is door onbekende oorzaak brand
uitgebroken in de woning van den steejiko-
lenhandelaar en vrachtrijder L. van Dru-
nen, gelegen aan den Rijksstraatweg Den
BoschGrave onder Nuland-Rogmalen. Do
brand nam een aanvang in een achter het
huis gelegen schuurtje, doch de vlammen
sloegen weldra over naar het woonhuis. Do
inboedel ging totaal in de vlammen op. In
het achterhuis bevond zich een voorraad
steenkolen en een vrachtauto, die eveneens
een prooi der vlammen werden. De brand
weer is niet uitgerukt, daar wegens gebrek
aan water toch niets verricht kon worden.
Door den Zuidwesten wind sloegen dc
vlammen over op de landbouwerswoning
van den heer W. van Zoggel. Hier kon nog
een en ander naar buiten worden gedragen,
doch de inboedel ging toch grootendeels ver
loren. Het vee kon gered worden.
De schade wordt in beide gevallen door
verzekering gedekt. De naast de boerderij
van den lieer van Zoggel gelegen villa ,.Ne-
dervcen" kon voor het vuur gevrijwaard
worden. Het verkeer, dat op den Rijksweg
zeer druk is, was geruimen tijd gestremd.
Liefde denkt bij haar gaven niet aan
'dank, maar slechts aan de vreugde, die zij
bereidt.
door G. P. BAKKER
„Welk regiment?" vroeg Saxon.
„Overste Holck".
„En jij, Carlo?"
„Overste Bernstein".
„Ik betaal prompt de soldij. Per slot zijn
we allen beroepssoldaten. Laat me eerst nog
één ding zeggen. Ik houd niet van gedwon
gen nering. Diegenen onder jullie, die niet
op mijn voorstel kunnen ingaan, staat liet
vrij te vertrekken. Overleg het maar samen.
Ik kom zoo terug".
„Kapitein Norbo. Zijn de chirurgijns reeds
met de gewonden bezig? Wilt u met uw
escadrons hulp verleenen en vraag den
meester ook. Hij heeft geschikte krachten.
Verzorg vriend en vijand. Je kunt beschik
ken over dc tenten aan den linkerkant.
Juist die. Er zijn twee middelen om den
strijd te winnen. De tweede is zijn vijanden
tot vrienden te maken".
De beide wachtmeesters traden op Saxon
toe.
„Overste", sprak de oude snorrebaard.
„Wij willen allen gaarne onder u dienen.
Maar we hebben een beleefd verzoek. Het
derde peloton zou graag bijeen blijven. Wij
zijn zoo lang samen geweest. U zult er nooit
berouw van hebben'V'
„Hoeveel mannen zijn er ongewond?"
„Ongeveer zestig".
„Uitstekend. Vorrnt twee peletons. En jij
bent de luitenant".
„Maar o\crste. ik ben te oud".
„Luitenant. Ik heb in mijn heele loop
baan nooit beter wachtmeester gezien of
het moest jc kapitein Meleliior zijn".
„Korporaal Sievers".
„Present overste".
„Jij hebt voor mij gelogen. Ik bevorder je
tot wachtmeester".
„Een gemeene streek wreekt zich altiid
door de gevolgen", bromde dc nieuwe lui
tenant. Het geheele poleton begon te lachen.
„Olivier. Jij wordt korporaal. En verder,
luitenant, vul jc zelf het kader maar aan,
als het noodig is".
„Tot uw dienst, overste", sprak dc nieuwe
luitenant salucerend.
„Overste", fluisterde hij toen. „Mag ik een
onbescheiden vraag doen?"
„En die is?"
„Is het waar. dat uw bruid zich in het
kasteel bevindt?"
Saxon keek hem vol verbazing aan. „Ja",
antwoordde hij, koek naai' dc burcht en zag
dat men daar blijkbaar opgeschrikt was
door liet tumult. In het oosten straalde de
horizon in dc meest fantastische kleuren
en daarvoor zag men op den ringmuur
mannen en vrouwen, die vol belangstelling
de gebeurtenissen volgden.
De geheele bagage, de geheele tros was
Saxon in handen gevallen. Het leger zelf
was vernietigd, de staf gesneuveld of ge
vangen genomen. Slechts weinigen waren
ontkomen. Saxon begaf zich naar dc tent
van den ge\allen bevelhebber en stond te
genover Von Felsen.
„Kapitein", begon hij, „dit is de tweede
keer, dat wij elkaar ontmoeten. Ik ben u
dankbaar dat u eenige dagen geleden mijn
voorspraak geweest is. Dat heeft mij het
leven gered, daarom mocht ik het uwe niet
laten nemen. Ik heb een bode noodig naar
het kamp van Mansfeld. Wilt 11 dat zijn?
U behoeft geen antwoord terug te brengen.
Alleen moet u mij beloven mijn bericht
niet te zullen lezen, tenzij de geadresseerde
u zelf den brief toont".
„En mijn losprijs?" vroeg Von Felsen
aarzelend.
„Is de boodschap".
„Overste. Ik dank u", zei hij, „ofschoon
het niet prettig is zoo terug te keeren".
„De kansen van den strijd".
.Saxon gaf hem een in papier gewikkeld
pakje, schreef vlug een briefje, verzegelde
het met zijn ring. Óp het adres stond:
Den lloogedclgeboren IIccr
Vaandrig Verona.
Het schrijven luidde:
„Door dezen zend ik u kapitein Von Fel
sen. Ik dank u zeer voor het beursje met
goud, dat u mij heeft geleend. Hierbij een
snoertje Oostcrsche parelen. Ik hoop als
huwelijkscadeau. Maar mijn dankbaarheid
blijft eeuwig, evenals dc herinnering aan u.
Overste Saxon".
Hij reikte brief en pakje aan kapitein
Von Felsen. „U kent natuurlijk vaandrig
Verona, een sympathieke jongeman, die mij
eens een dienst heeft bewezen".
Er verscheen een glimlachje op het ge
laat van den kapitein.
„Zeker overste. Een veel belovend offi
cier".
„Melchior", riep Saxon.
„Geef den kapitein zijn paard en wapens
terug, geleid hem buiten het kamp".
Von Felsen salueerde in de houding.
„Overste", zei hij. „Het moet een genoegen
zijn onder u te dienen".
„Als u terug wilt komen, uw plaats is
altijd open. Het zou niet dom zijn. Ik zie
de kansen keeren. Maar leer dit van mij:
kom getrouwd terug".
Ilct gelaat van Von Felsen wisselde van
kleur.
„Overste. Ik hou u aan uw woord". I-lij
ging in de houding slaan, salueerde. Maar
Saxon stak hem de hand toe. De ander
drukte die stevig. Beiden glimlachten.
Dachten zc aan hun eersten handdruk of
aan Verona?
Von Felsen vertrok.
„En nu eindelijk naar hot kasteel", mon-
pelde Saxon.
Doch op hetzelfde oogenblik snelde Mari
on de tent binnen, vloog Saxon in de ar
men en drukte zich zoo stijf tegen hem
aan, dat er nieuw bloed door zijn aderen
stroomde.
Toen de opperbevelhebber Tilly de nach
telijke verrassing van zijn regimenten ver
nam, zei hij: „Meer schande dan schade.
De revanche zal spoedig volgen."
HOOFDSTUK XXXI.
„Lieveling, zul je me nooit meer alleen
laten?" vroeg Marion, toen ze in de kenie-
nade in Saxon's armen lag, het hoofd tegen
zijn breede borst geleund.
„Maar meisje, ik heb nog slechts de helft
van mijn opdracht vervuld. De schat is nog
niet gevonden. Ik kan toch niet met leege
honden bij den koning komen en zeggen:
Sire, ik heb gefaald".
„Ik heb zoo'n angst gehad", zei ze zacht.
„Ik wist dat Von Pappenheim je gevangen
genomen had. Ik heb Bern hard gesmeekt
mij naar het leger der keizerlijken tc laten
gaan, toen de trompetter voor de tweede
maal geblazen had en de boodschapper het
bericht overbracht, dat indien ik niet uit
geleverd werd, het kasteel verwoest zou
worden en ik je nooit zou weerzien. Ik
wilde naar Von Pappenheim, maar Bern-
hard heeft mc opgesloten".
„Dat was verstandig van hem".
.4Iij zei: Prinses, er is hier in het kas
teel maar één bevelhebber en die ben ik.
U moet mijn bevelen gehoorzamen. Maar
maakt U zich niet bezorgd. U zult den
overste veilig terugzien. Zijn beide regimen
ten zijn op weg naar hier en de meester
brengt een geheel leger op de been".
„De meester?" vroeg Saxon. „Ken jij den
meester?"
„Hij bracht me dadelijk een bezoek, toen
ik hier kwam, vertelde mij dat hij je vriend
was, dat ik geen angst behoefde te hebben,
daar je spoedig weer op vrijo voeten zoudt
wezen. Hij zei: „Wij hebben een plan dat
moet slagen. Maar bovendien het leven
van den overste loopt niet het minste ge
vaar. Von Pappenheim weet dat hij rijk is,
dat u en zijn vrienden elke som zouden
bijeen brengen als losprijs. Overste Saxon
is voor hem van te veel waarde. De keizer
lijken, vervolgde hij, hebben veel geld noo
dig. Keizer Ferdinand ziet geen kans meer
te leenen, zelfs niet bij de Joodsche geld
schieters, van welke hij velen tot vijand
gemaakt heeft. Wat een grooto domheid
was. Wallenstein is de eenige man, die hem
zou kunnen helpen. Hij zal hem moeten te
rugroepen, maar de beroemde veldheer is
niet meer te vertrouwen. Hij vergaat van
eerzucht. IIij heeft getracht oen verbond
met den koning van Zweden te sluiten,
doch de koning vertrouwt hem evenmin".
„Dat is alles volkomen waar", beaamde
Saxon.
(Wordt vervolgd).