teder nak HONIG's VERMICELLI GRATIS HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKI Een en ander over benoemingen FEUILLETON MENTALITEIT VAN DEN OOSTERLING VOOR DE K 18 HET WEER MET PASCHEN Het koele Lenteweer EEN EERESCHULD 3e BLAD PAG. 2. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 20 APRIL 1935 INDISCHE KRONIEK licn besmettelijke ziekte onder de honden op Wests Java Batavia-Centruni I Wat zou de geschiedenis van het Oosten anders zijn geweest, indien de Oosterling Lijk op administratie en zin voor controle had gehad. Geen van dc machtige rijken, welke in den loop der eeuwen in de tropen of daaromtrent Nerrczcn zijn, heeft ooit iets weten te scheppen, dat op een behoorlijke slaatsadministratio geleek, zoodat het rijk hij den dood van den behccrscher ineen stortte en verdeeldheid weer hoogtij ging vieren. Hoeveel geld zou niet bespaard zijn, indien hoekingen niet altijd in doffe sleur werden verricht, wat voor niet eens bijster gewiekste menschen gemakkelijk reden werd zich onrechtmatig te verrijken, vooral door verplichtingen tot betalen niet na te komen. Bij den Oosterling bestaat vaak, vooral hij (ie min-ontwikkcldcn, de neiging om niet als onrechtmatig aan te voelen, wat een Westerling als ontduiking of vexatie zou ■voelen. Tal van regenten zijn in den loop der jaren uit hun ambt ontzet, omdat zij van de bevolking in geld of in arbeid veel meer cischtcn, dan voorgeschreven stond, doch klachten werden uit dc bevolking zel den en dan nog nauwelijks hoorbaar ver nomen. Alleen indien het gevraagde alle perken van redelijkheid te buiten ging, kwam cr wat beweging. Deze houding is voor een deel te verklaren uit angst voor den regent en zijn familie, doch daarnaast ook uit dc opvatting, dat het heelcmaal niet zoo erg is, als een regent, wat meer van zijn menschen vraagt, dan wet en verordening voorschrijven. Het is waarlijk nog niet zoo lang geleden, dat het bezit van de inwoners tevens bezit van den vorst was, dio dit kon vervreemden of verkoopen cn waar de her innering aan deze tijden de zware tijden zegt dc man uit de Vorstenlanden nog betrekkelijk kort achter ons ligt, moet dan dadelijk aansto genomen worden aan een regent, die wat \eel vraagt, doch wiens fa milie reeds jaren in de streek heerscht cu op wiens rekening ook veel goeds geschre ven kan worden? Een van de groote moeilijkheden van de regecring bij het benoemen van een regent is daarom, dat zoo uit en terna nagegaan moet worden hoe de bevolking op de benoe ming zal reageeren. Een klein voorbeeld als •illustratie. In een regentschap waren ein delijk klachten vernomen over vexaties van den regent, die daar reeds een kleine 20 jaar aan het bewind was geweest. Een on derzoek werd ingesteld en had als gevolg het. heengaan van den hoogsten inland- schen ambtenaar. Doch wie moest hem opvolgen? Hij had een zoon in het ambtelijke, die opgeklom men was tot een rang, dat een regents benoeming zou kunnen volgen. De familie van den afgetredene was echter zeer ver breid cn had grooten invloed in het ge west, zoodat de benoeming van den zoon de kans zou scheppen op het bestendigen van een toestand, die juist als ongcwenscht was gekwalificeerd. Besloten werd daarom een buitenstaander to benoemen, een zeer bekwaam man van uitnemende reputatie cn het betreffende besluit -werd geslagen. De nieuwe régent begon zijn arbeid cn ook hij maakte zich schuldig aan overtre dingen, die eigenlijk niet mochten tellen, in aanmerking genomen wat zijn voorgan ger had gedaan. Maar thans reageerde de bevolking onmiddellijk. Bij het Europee- sche B.B. kwamen klachten, het onderzoek bewees do juistheid en de regent werd overgeplaatst Thans benoemde de Regcering den zoon, die eerst min of meer gepasseerd was en de bevolking klaagde niet meer, hoewel de overtuiging bestaat, dat hij, zij het ook in mindere mate, de voetsporen van zijn vader drukt. Hij is echter uit de familie, die in het regentschap geboren en getogen is, hij hoort tot dc hunnen en waarom zal dc inlander klagen over iets, dat hij eigenlijk volkomen natuurlijk vindt? In West-Java heerscht op het oogenblik een niet gekende, doch zeer besmettelijke ziekt?. onder de honden. De dieren worden loom, gaan hoesten, hebben geen eetlust, krijgen een loopenden neus en loopende oogen, waarna tenslotte op den kop blaas jes zichtbaar worden, die opzetten cn bars ten, wat vochtuitvloeiing en het vormen van korsten tengevolge heeft. Hooge koort sen treden daarbij op. De eigenaarlooze kamponggladdakkers sterven alsrat ten. wat zoo erg niet zou zijn, indien niet een lijden van soms weken vooraf ging. De veeartsènijkundige dienst weet de ziekte niet te klassificeeren en na sectie op lijken van honden is het nog niet gelukt den haard te ontdekken. Vermoedelijk ge schiedt de verspreiding, doordat honden met een loopenden neus aan een plaats rui ken cn aangezien honden dat steeds op dezelfde plaats doen. wordt de ziekte op groote schaal verbreid. Er zijn op het oogenblik twee veronder stellingen. De haard moet in dc maag ge zocht worden en de ziekte gaat van daar naar keel cn kop. of de besmetting gaat uit van den hals. De honden krijgen hoest buien van minuten lang en teeren ziender- oogen weg. Stoomcn met enkele druppels terpentijn in het water helpt. In de klinieken wordt dit middel veel toegepast en het is merkwaardig om te zien, hoe een hond. die zich tegen onder zoek heeft verzet en zoo goed en kwaad als een hond dat onder deskundige handen nog doen kan, piotscling rustig en handelbaar wordt, als hii den eersten damp zijn neus gaten voelt binnendringen. Indien de ziekte in den aanvang bestre den wordt, komt, de hond er gewoonlijk door, doch Is de besmetting te veel ver spreid, dan blijken alle tot nu toe beproefde middelen vruchteloos. Vocht werkt verspreiding in dc hand en de kentoringstiid, welken wij thans door maken, behoort tot dc vochtigste van het geheele iaar. Voor den monsch is de ziekte, tenminste voor zoover tot nu gebleken is, niet be smettelijk. De laatste zending Er schijnt bij velen misverstand tc be slaan omtrent de aankondiging dat de laat st o zending voor Hr. Ms. K XVIII op 2G April zal worden verscheept naar Frc- inantle, terwijl de K XVIII eerst op 21 Juni te Fremantlc aankomt. Hot comité „Onze Marine" vestigt er de aandacht op, dat een zending van Holland naar Australië 40 dagen onderweg is en dat niet alle dagen daarheen een boot vertrekt. Do te verschepen zending van 26 April a.s. is dan ook beslist dc laatste welke naar Hr. Ms. K XVIII kan worden verzonden. Wie dus nog iets wil meezenden of van zijn belangstelling wil doen blijken wordt verzocht dit nog dezer dagen tc doen. (Men zendc naar comité „Onze Marine" Postbus G Den Holder Giro 42883). Bijdragen welke na 26 April binnenko men worden niet meer voor verzending dorh voor het algemeen werk aangewend. Betreffende gedenkramen en een herinne ringsboek aan de opvarenden van Ilr. Ms. K. XVIII alsmede de vorming van een blij vend fonds, volgen nog nadere mededeclin- gcn. Wij verzoeken evcntueole Inzenders, op het girobiljet te willen vermelden waar voor hot bedrag bestemd is. Indien op ecnig girobiljet géén nadere be stemming wordt aangegeven dan wordt 't bedrag aangewend voor het algemeene werk van „Onze Marine". De vooruitzichten zijn onzeker, maar warm weer is nog niet te verwachten Dc algomccnc weersgesteldheid in West- Europa heeft in de laatste weken een ver andering in ongunstigen zin ondergaan. Karakteristiek is daarbij, dat de tempera tuur, die eonigen tijd boven de normale is geweest, gaandeweg beneden de normale is gedaald. Het weer is daarbij steeds onstui mig gebleven op enkele kort durende peri oden na, dat tusschen twee depressies in of in de kern van een over ons heen liggende secundaire depressio de wind ging liggen. Zoo eindigde verleden weck de storm plot seling toen zich tusschen dc aftrekkende stormdepressic en een nieuwe opkomende een smal gebied van boogen druk vormde. In dc boogere luchtlagen is de tempera tuur voortdurend laag ten opzichte van de normale, zoodat de koude lucht uit de hoog te telkens neerdaalt en hier sterke afkoc- lingen veroorzaakt. Het weer is daarbij buiig en, wat de bewolking betreft, zeer veranderlijk. liet is jammer, dat met het oog op dc na derende Paaschdagen de algemeene weers- loestand in zulke ongunstige omstandighe den verkeerd, zoodat, afgezien van een straks aan te duiden mogelijkheid, de voor uitzichten ongunstig zijn. Depressies vor men zich nog over West-Europa en zoolang dit het geval is kunnen wij sterk veran derlijk weer verwachten met over het alge meen Westelijken wind, voorloopig nog krachtig. De regenkans is daarbij nog vrij groot ïntussclien schijnt het, dat de vorming van nieuwe depressies in het Westen gaan deweg iets minder wordt. De laatste grooto depressie van deze week zat ingeklemd tus schen drie gebieden van hoogen druk en kon door gebrek aan voeding door warm- vochtipe lucht niet blijven bestaan. Het is mogelijk, dat een pas gevormde secundaire in onze omgeving wordt opgelost, waarbij dan gedurende korten tijd het weer onver wacht zou kunnen opklaren. Hiermede kan rekening worden gehouden. Overigons zijn dc vooruitzichten zeer on zeker. Warm weer is echter met zeer grooto waarschijnlijkheid nog niet te verwachten, eerder een temperatuur die beneden de nor male blijft. air (Nadruk verboden). (C1IR. NELL). Het kan niet anders of het koele weer van den laatsten tijd begint de aandacht te trek ken en de vraag te doen rijzen of het niet abnormaal is. Om ons hierover een oordeel to kunnen vormen moeten wij eens een klein uitstapje maken op het gebied der me- teoiologischc statistiek. Wij zullen ons hierbij beperken tot een korte periode, n.l. tot die van 13 tot 30 April een periode van IS dagen en tot dc laatste veertig jaren. Wij kunnen dc verschillende dagen in twee groepen rangschikken: dagen met een gemiddelde temperatuur boven de veertig jarige gemiddelde en dagen met een gemid delde daarbeneden, die wij dus warme cn koude dagen zullen noemen. In de hieronder genoemde veertig jaren kwamen in het geheel tusschen 13 en 30 April 46 dagen voor met een normale tony peratuur, 322 warme en 342 koude dagen. Terloops worde opgemerkt, dat er dus al tijd een grootere kans is op te koel dan op te warm weer in dezen tijd. Het verschil is, over een groot aantal jaren gerekend, niet groot. Anders is het wanneer wij kortere perio den bekijken. Verdoelen wij die veertig ja ren in vier perioden van tien jaren dan is dc vcrdceling de volgende: Warme dagen Koude dagen ISO 41903 104 76 13041913 88 80 1914102.'» 76 111 1924-1933 64 116 Wij zien uit deze kleine tabel, dat in de laatste tien jaren het aantal warme dagen bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE 7. Piet en Drein waren geen mannetjes die er gras over lieten groeien als ze een plannetje hadden. Reeds den volgen den dag had er een afscheidsfeest plaats en werd het pu bliek gelegenheid geboden hun goeden reis te wenschen. Hiervan werd druk georuik gemaakt. Om vijf uur liet zich pen deputatie van geleerden aanmelden, die op bijzondere wijze hun waardeering wilden laten blijken. 8. 't Waren allen zonder uitzondering beroemde mannen zoodat Piet en Drein hen rnet den grootsten eerbied ontvin gen en een diepe buiging maakten. De professoren op hun beurt koesterden groote verwachtingen van de beide onder nemende reizigers. „Geachte hecrcn Piet en Drein" begon de voorzitter. in de tweede helft van April tot gemiddeld 6.4 is gedaald, terwijl het veertig jaren ge leden gemiddeld 10.4 bedroeg. Wij zien een gcleidelijko achteruitgang gedurende deze veertig jaren en het blijkt niet, dat deze achteruitgang nu tot. staan is gekomen. Om gekeerd is natuurlijk het aantal koude da gen toegenomen en bijna verdubbeld. Een verklaring voor dit verschijnsel moet voorloopig achterwege blijven. Misschien moet hier in do eerste plaats worden go- dacht aan een verschuiving van de lente- warmte naar eon latcrcn datum, maar dit zal nader moeten worden onderzocht. De oorzaak ftan ook een seculaire verandering in do temperatuur zijn, zoodat later weer een toename in het aantal warme dagen ko men kan. Dat de lente thans zoo koel Is, zou dus een in dit verband passend verschijnsel zijn. (Nadruk verboden). CIIR. NELL. KON. NED. POLITIEHONDVEREENIGING 's-GRAVENHAGE, 19 April. Naar wij vernemen, heeft H.M. de Koningin het Be- schcrmvrouwschap aanvaard van de Ko ninklijke Nederlandsche Politiehondverceni- ging, opgericht in 1907 cn waarvan wijlen Z.K.H. de Prins der Nederlanden Be schermheer is geweest. STATIONS GESLOTEN Naar wij vernemen zullen in verband met het doorrijden van de reizigerstreinen op de hieronder vernielde stations en hal ton met ingang van 15 Mei a.s. deze even eens met ingang van genoemden datum, worden gesloten voor het vervoer van ex- presstukgoed: Acht, Asscl (ook voor snelstukgoed), Ca- pelle a. cl. IJssel, Esch, Grubbcnvorst (ook voor snelstukgoed), Hedel, Schalkwijk, Staphorst en Waardenburg. DE INBRAKEN TE GRONINGEN GRONINGEN, 19 April. Thans is ook do tweede dader van de inbraak bij de gebr. Kampinga aan dc Lage der Axte Groningen alwaar Dinsdag een brai)dkast werd gesto len, aangehouden. liet is de 24-jarige onge huwde chauffeur J. A., wonende te Gronin gen. Hij zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. DOODELIJK ONGEVAL •s-GRAVENHAGE, 19 April. Hedenmid dag ongeveer 5 uur is op de Sportlaan een meisje door een auto zoodanig aangereden, dat liet aan de gevolgen van deze aanrij ding is overleden. Er zijn weinig gaven waarmede men in het leven zooveel goed kan doen als met eenvoudige vroolijkheid. PIERSON. naar het Engelsch van DOROTHEA GERARD 1G Zoódra ik weer wat makkelijker kon ademhalen, keek ik voorzichtig op en kreeg nu onmiddellijk een nieuwen sneeuwval over mijn gezicht: den berg, die zich op mijn hoofd verzameld had. Ik verbeeldde >mij, dat ik niet langer in de slede was, want rechts en links zag ik de sneeuw op gelijke hoogte met mijn ellebogen, waar door van het houtwerk niets te zien was. De vlokken dwarrelden nog om ons heen, maar vielen ieder oogenblik ijler, terwijl rvoor ons uit maar heel weinig rneer van het landschap viel waar te nemen door dc zich terugtrekkende wolk van sneeuw. De paarden stonden met gebogen koppen, Irillende op de pooten cn tot aan de buik in de sneeuw, met den verschrikten en toch gelaten blik van gekastijde onderworpenen. Jan lag roerloos als een sneeuwpop, inaar stond na eenigen tijd langzaam op en kwam zich eens overtuigen, of ik nog leefde. We keken elkaar zwijgend aan: woorden waren pnnoodig, zelfs al jvas een gesprek tusschen ons mogelijk geweest. Hij had zoo iets al eens doorgemaakt, vandaar dat hij dc kalm ste was van ons beiden, in tegenstelling met mijn kalmte van een tien minuten geleden, •omdat ik toen immers nog niet wist, wat ons boven het hoofd hing. liet uur dat daarop volgde, zal ik in be schrijving overslaan, want dit werd doorge bracht, deels met om hufp roepen en deels door mij met op hulp te wachten, want Jan was geëindigd met tot over dc heupen door do sneeuw te waden, naar de eerste huizen van Zloczek, op een kwart mijl afstand. Hij keerde terug aan het hoofd van een ploegje mannen met spaden en zoo trokken de half-bcvroren paarden ons lang zaam het plaatsje binnen. Tegen dien tijd scheen de zon weer, al was ze dan ook op het punt van ondergaan, cn, hetgeen er nog over was van de sneeuwwolk, verdween snel aan den horizon. Over het geheel voelde ik mij aangenaam verrast bij mijn kennismaking met Zloczek, dat mij beschreven was als: „een vuil gat vol Joden". In hoeverre do sneeuw dit had bewerkt, weet ik natuurlijk niet, maar mijn indruk van de lange, breedc straat en het ruime vierkante marktplein was niet on gunstig, misschien gedeeltelijk ook wel, doordat zc beide verlaten waren, want iedereen was nog veilig en wel binnens huis. Dc zooeven doorstane paniek liet zich nog gelden en, ofschoon hot klaarlichte dag was, klonken de hellen van onze slede door dc overigens onverbroken stilte als in een stad des doods Ik wil wel erkennen, hoe ik blij was, dat ik mij onder het dak van den dokter be vond en eerst toen de goede madame Konski mij de handschoenen van de verstijfde vin gertoppen had getrokken en mij mijn robbe vel had losgeknoopt, merkte ik hoe weinig het maar gescheeld had of ik was bevroren geweest. Ik werd allerluidruchtigst begroet en overstelpt met yragen, maa£ tegelijker tijd geraden ze niet te beantwoorden en vooral niet op te staan uit de ruimen arm stoel, waarin men mij, haast met geweld, had doen plaats nemen, eer ik op z'n minst drie glazen hectc thee gedronken had. Bij het derde glas werd ik gewaar, dat mijn bloed weer stroomde, en toen ik geheel her leefde, herinnerde ik mij eerst het doel van mijn zending. Maar nauwelijks had ik dit toegelicht en mijn verlangen uitgedrukt, dat dc vraag spoedig beslist zou worden, toen madame Konski mij in het gezicht uit lachte: „Men kan wel zien, dat u hier vreemd is Denkt! u nu heusch, dat u van avond nog in Ludniki zult terug zijn? Een waanzinnig idéé is dit! Natuurlijk zult u hier moeten slapen, of u nu wilt of niet. Dit is uw gerechte straf daarvoor, dat u mij nog niet bezocht heeft! De Voorzienigheid is op mijn hand, zooals u merkt. Bovendien mijn man is niet thuis en komt pas over twee dagen terug. Dus kunt u het hem niet eens vragen". „Maar Anulka zal koorts krijgen, als zij geen cigaret mag rooken," zei ik wanhopig, waarop madame mij verzekerde, dat het kind zich zoo ongerust zou maken over mij, dat ze aan haar cigaret niet meer denken zou. Iedereen op Lulniki wist veel te goed, wat een sneeuwstorm was, om mij dien avond nog terug te venvachten. Ik teekende heftig protest aan, maar eerst nadat ik uit Jan's pantomime begrepen had, dat het immers ondoenlijk was om dien avond nog door dc sneeuw te gaan, be rustte ik in mijn lot. Behalve dan enkele aanvechtingen van gewetenswroeging betreffende Anulka, had ik waarlijk geen hard lot, want mijn don ker, bedrijvig gastvrouwtje was er blijkbaar ten zeerste mee ingenomen, dat ze mij ge snapt had en al heel gauw nam zij de ge legenheid te baat om mij het huis te laten kijken. De kinderen had ik al dadelijk bij mjjn komst gezien, drie of yier flinke, maar niet al te frisch gekleedc dreumessen, die steeds bij hun moeder op de knie klommen en er dan weer afrolden, zich bezeerden, huilden, en dan weer getroost werden en haar de vingertjes in de oogen staken zon der haar ooit uit haar humeur te brengen. Zij hoort tot de gelukkigen, die altijd te vreden schijnen te wezen. „Dit is mijn provisiekamer", zei ze vol trots cn deed de deur open van een kleine kast in de eetkamer, die zoo moeilijk tc bereiken was, dat altijd iemand van tafel moest opstaan als er iets uitgehaald moest worden. In die „provisiekamer" zag ik een heele verzameling leege manden en flcs- schen en zakken met meel, zeep en kaarsen, alsook hier en daar een stuk kindergoed, dat te drogen hing. Ik zou het een „hok" hebben genoemd, maar zij was benijdens waardig gelukkig met die „provisiekamer". De rest van het huis was geheel soortgelijk, maar eigenlijk vind ik het leelijk van mij- zelve dat ik je daar nu om lachen laat, want wat doen nu zoo'n paar spinnewebben en wat er verder voor rommel moge zijn geweest, er toe, als deze samengaan met zooveel oprechte vriendelijkheid des ge- moeds. En wat komt het er nu op aan dat het buffet in de kinderkamer moet staan, omdat er geen plaats was in de eetkamer, zoolang dit maar geen aanleiding geeft tot valsche schaamte. Het was heerlijk oncon ventioneel, om bediend tc worden door een boerenmeisje op bloote voeten, en er was iets verfrisschend-natuurlijks in de eerlijke, open wijze, waarop het beste porselein cn de „visite'Mepeltjes in gebruik werden ge steld in mijn tegenwoordigheid en te mijner eere. Misschien dat mijn smaak veranderd is, maar ik verzeker je, dat alle vergelijkin gen, die ik dien avond trof tusschen deze cn de meer naar behooren manier van ont vangen, niet in het voordeel van deze laat ste uitvielen. Eerst nadat wij het avondeten gebruikt hadden cn dc kinderen naar bed gebracht waren, werd het gesprek belangwekkender. Ondanks mijn voor-ingenomenheid met ma dame Konski, moet ik toegeven, dat haar onderwerpen van gesprek dan wel zeer be perkt zijn en zich bepalen tot de kinderen en haar japonnetjes, afgewisseld door een enkele bekentenis van haar eigen wuftheid. Zoo heeft ze zich dien avond wel tienmaal verontschuldigd: „Ik vrees, dat ik u al heel slecht amuseer, maar ik weet niet andera te praten dan van bals en modes". Toch is ze nog niet zoo wuft, als zo zelve wel meent, want ze gaat op in haar kinderen, slaapt in de kamer met drie babies, zit met de jongste op schoot aan tafel, ziet onmid dellijk, als ze de kinderkamor binnenkomt, wie er gebuid heeft en wie niet, maar iemand, die haar buiten haar eigen huis ontmoet, krijgt den indruk, dat dit lachend modepopje geen andere interesse heeft dan haar klceding. (Wordt vervolgd). FAUTEUILS

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 6