15 Vochtige muren? DAGBLAD EEN STAP IN GOEDE RICHTING „Murolinefabriek Amersfoort" AMERSFCORTSCH Gebruikt MUROLINE •T EENEGE AFDOENDE MIDDEL WENDT U TOT DE THANS CENT PER WEEK SVSET GRATIS ONGEVALLENVERZEKERING DE FILM „OP STAP" LETTERKUNDIGE KRONIEK DROGISTERIJ „DE GAPER" HEESTERS LANGS DE WEGEN VARIA Algemecnc Verkoop Centrale Utrechtsche- straat 38 Tel. 1825 Uw huizen gaan langer mee riLMNlEUWS Een groep individueele success spelers der film vormt een uitnemend geheel „Alle begin is moeilijk" schreef de Na tionaal Film in haar inleidend woord bij het programma der nieuwe Nedcrlandsclie lilm Op stap, en dit is ongetwijfeld waaf; maar ook moet erkend worden dat de Na tionaal film wel zeer gelukkig is geweest met haar eerste grootc film. Dc „critici die het makkelijk zeggen hebben", zooals dc producenten gaarne de pers. noemen, wil len in dc eerste plaats niet vragen naai den commcrcicclcn kant van een zaak en filmen is toch ook een zaak cn wij dcclen dat standpunt vol komen. Herhaalde malen hebben wij er toch op gewezen, dat filmen nog niet wil zeggen, dat men foto grafische beelden op een strook celluloid vastlegt met liet doel later reproducties te geven op liet witte doek, maar liet wil ook zeggen, dat men een beeld filmisch vast legt, althans rekening houdt met dc grootc mogelijkheden die de film biedt om in scherpe, korte trekken veel cn goed uit te drukken. En in dit verband wezen wij er telkens op. dat het niet noodig was maar botweg seAnes op te nemen, alsof er anders niet tc presteeren zou zijn voor onze na tionale industrie. En nu hebben we gelijk gekregen, want Op stap, is, merkwaardige woordspeling, een stap in dc goede richting. Men moet bier natuurlijk niet uit lezen, dat deze film een klasse op zich zelf vormt, maar toch wel dat de film ons op vele punten voldoening heeft kunnen schenken. Mis schien komt dit ook eenigszins om dat wij ons te veel hebben laten verleiden door de spel-charmc der voornaamste medewerkers, doch al mocht dit nu het geval zija, dan nog is liet tc prijzen, dat op die manier succes geboekt kon worden. De Nationaal Film zij echter nog niet voldaan, want er zijn fouten en meer dere zelfs dan men zou vermoeden. De rhapsodie der twaalf vleugels bijvoorbeeld kan heel goed bedoeld zijn, maar in een studio, die een outillage bezit als die waar in deze rolprent opgenomen is, gcloovcn wij niet dat met dergelijke experimenten begonnen moet worden, daar er dan lang niet voldoende uit zoo'n gegeven gehaald kan worden. Deze scène lieeft ons dan ook niet zoo kunnen pakken als wij er van v er- wacht hadden en meer dan dit willen wij den nadruk leggen op liet succes dat Fientje de la Mar oogstte met de voor dracht van dc Engclsche slow-fox „What does music do?". Hier werd men even ge ïmponeerd door den grootschcn opzet, die werkelijk niet onder behoeft te doen \oor die van grootc buitcnlandschc filmondcrne- mingen cn waaruit tevens blijkt, dat, mits men de goede snaar bespeelt, er succes ge hoekt kan worden met onze industrie. Ook de carioca bracht niet „dat"; het is aardig, maar niet origineel cn dan gaat al veel verloren Tan de waarde. Het merkwaardige feit doet zich bij deze film ook voor, dat het een rolprent is, die vooral slaagt doordat do verschillende mcdespelondcn zoo'n succes hebben als in dividualisten. Fientje heeft succes als de gevierde vrouw, die zich liet hof laat ma ken cn die met haar goede stem het onmis bare chanson brengt; Louis Davids is dc succesvolle strijder voor den kleinen man, een die dag aan dag zorgen kent en toch het heerlijke optimisme en opgeruimdheid bezit van een mensch die zich weet tc red den; Ilenriette Davids is er een die het métier kent om het publiek op haar hand tc krijgen, en in de film is zij niet minder succesvol dan op het tooneel; terwijl ten- plotte Jopic Koopman, Adoiphe Engers cn Fientje dc la Mar in de rol van dc filmster Bella Ramona in „Op Stap", Frits van Dongen op de hun eigen rustige wijze bijdragen tot de vermaardheid. Al deze losse dcclcn hebben gunstig ge volg en als geheel is het spel \an dien aard, dat het onder invloed van deze ver schillende suecesslroonien komt to staan cn eveneens dc film tot succes stempelt. Adoiphe Engers, die wij nog slechts even noemden, is een figuur in onze filmwereld die het ongetwijfeld zal doen, dat bewijzen wel zijn. resultaten in Dc big van liet regiment en in Op stap. Het geluid cn de teksten der liederen zijn uitstekend, terwijl de entourage eocd verzorgd is. Aan dc aankleeding van het milieu is veel zorg besteed en ook dit is niet zonder goeden uil slag geweest. Henk Alsem, onze Nedcrlandsclie camera man, heeft in deze film geloond, dut hij in staat is als kundig chef-cameraman op te treden, zoodat wij hem wel meer in deze kwaliteit zullen terugzien. Op stap is een film die op technisch en filmisch-kunstgebied nog feilen heeft doch die het bij het publiek uitmuntend zal doen, hetwelk liet product ook volko men verdient. Dc F.I.M.-Film brengt deze Nationaal-roiprent, waarvan dezer dagen te Amsterdam de première plaats had, in ons land in roulatie. Het verhaal is in liet kort als volgt: In Amsterdam-Zuid leeft do pianostemmer Fortuin gelukkig, tenminste voor zoover het zijn dochter cn zijn beroep betreft, want met zijn viouw ligt hij nogal eens overhoop. Hij heeft reeds vijf jaar lang hoop op een engagement als pianist, doch voor dezen pianisl-slemmer-componist wil liet geluk niet komen. Dit gebeurt eerder voor zijn gesjochten a.s. schoonzoon, die dank zij de filmster Bella Ramona een lied van zijn schoonvader onder zijn eigen naam populair weet te maken. De pianostemmer heeft een oom in Indie die nooit iets voor zijn neef gevoeld heeft, doch op zekeren dag stuurt de planter een clièque cn verdwijnt dan tevens naar Hol land. Noch de clièque, noch de oom komen terecht, want de clièque gaat door een toe val weer verloren, terwijl dc oom niet als zoodanig herkend wordt cn dan als pen siongast bij zijn familie komt cn daar al lerlei gebeurtenissen meemaakt. Dc liefde is natuurlijk niet vergeten; w hebben ecnerzijds dc docblcr met baar Ter- loofde en anderzijds komt do \crlioudiiig (schijnbaar) filmsteroom—a.s. schoon zoonZooals verwacht wordt loopt deze geschiedenis echter goed af, en een gelukkig paar kan een nieuw leven beginnen. De pianostemmer draagt het zijne daartoe hij door liet baantje als pianist, dat eindelijk beschikbaar komt, aan zijn schoonzoon a* te staan. En buiten loopond merkt hij hoe zijn eigen lied, dat door zijn schoonzoon nan den man gebracht werd, populair ge worden is. Het is een slot dat niet geheel voldoet, omdat dc uitwerking wel wat kort is. Film wil dikwijls zeggen: veel vertellen in wei nig woorden, maar men moet niet veel ver tellen in flitsbeelden, die filmisch niet ge heel ingesteld zijn op het kort zijn. Het doet dan wat tc abrupt aan. Dc rol verdeel ing is als volgt: pianostem- mor (Louis Davids), zijn vrouw (Honr. Da- tids), zijn doeliter (Jopic Koopman), de schoonzoon (Frits van Dongen), de oom (Adoiphe Engers), dc filmster (Fientje de la Mar). Frits fc\an Dongen, als Gecrgc van Reen, cn Jopic Koopman, als Polly. F. Bordcwijk. De Laatste Eer. Tcckcningen cn band-ontwerp Jozef Cantrc. (N.V. Wereldbi bliotheek, Ainstcrdam-Slotcr dijk). HET is geen aanmoedigende taak, over bet laatste geschrift van den heer Bordcwijk tc schrijven, dat den titel draagt van „de Laatste Eer Want de heer Bordcwijk heeft in dc bijdrage over zichzelf, welke in dezen bundel schetsen is opgeno men, verklaard, dat lhj clc kunstkritici zou willen vergiftigen. Wanneer ik mij dus prijs geef aan een wissen dood, door het neerschrijven \an de ze regels, dan kunnen dc lezers begrijpen van hoeveel belang ik het acht, dat zij van Bordewijk's bock gaan kennis nemen. Bordcwijk, dc schrijver van „Bint" be hoort tot de nieuw-zakclijkon in de litera tuur, die zonder veel stijlfiguren cn perio- dcnklank terstond willen komen in liet hart van het leven. Dit niéuwe bock wijkt af van zijn voorganger, in zooverre bet niet ook beschrijvend is, maar zuiver hekelend. Een reeks grafredenen op allerlei vozelijk bcwicr rookte overledenen cn op allerlei muffe za ken en instellingen van het verleden en liet heden, die aan de verwording zijn prijsge geven. Iedere grafrede bevat een satire, zoo als ik wel zou wcnschcn dat er meer zou den worden geschreven in onze taal. Ik begin met u in kennis te brengen met enkele opmerkingen uit de Inleiding, die Bordewijk aan zijn bock \ooraf deed gaan „Wij gaan om", zoo schrijft hij, wij zien wij liooren: de grootc namen, dc macht spreuken die den berg openen, cn daar achter is voor onze oogen ccn confuus gc schitter van schutten, dc zonnige diora ma's en dc sombere, maar altijd de ontzag lijke der kunst van dc wcreldgrootcn, cn dc emblcemcn van wansmaak cn sen timentaliteit, de bolheid opgericht ter her denking van het ledige, cn zoo zelden maar ccn enkel gevoelig woord op een steen die reeds verweert tot aarde cn mos cn man ncn die begraven werden met hun adclkro- nen en ordelintcn, en vrouwen die nog niet in den dood scheiden konden van haar katten cn de welgelijkende portretten op de marmerzuilen, dc burgerlijke trekken van heeren in hun beste pak en dames die zich voor den fotograaf hadden gefriseerd en waarover het oog van een licht en vluch tig ontroerde nakomelingschap nog voch tig wordt de groote begrafenissen met de bloemen en dc volgkoetsen, met degenen die hun kaartje aan-den verslaggever over reiken om in het dagblad te komen cn dc kleine begrafenissen niet eukel de nabe staanden en soms niet eens deze, dc co- inedie tot in liet uiterste volgehouden, het sollen met dc lijken en met dc eigen droef heid, de heimelijke vreugde nog tc leven. De auteur heeft gelijk, er is misschien geen enkele gelegenheid, waarbij de men- schelijkc schijnheiligheid en ijdele kramerij meer tot uiting komt, dan tegenover den Dood (van anderen), en liet algemeen mo tief van „de grafrede", dat door heel dezen bundel \erwerkt is, moge ietwat luguber zijn, het is een welkom motief voor hem, die ons al onze malligheden met de diepe tragiek die er achter ligt onder het oog wil brengen. De eenheid van dezen bundel, welke cene reeks van onderzoekingen bevat over het gehcelc levensterrein, is kenbaar in dc al- gcinccne gezindheid, maar het aantal on derwerpen dat hier is samengevoegd, ver toont de grootste verscheidenheid. De ichrijver houdt ccn grafrede op den presi dent-commissaris van ccn chocoladefabriek, die, zonder veel hersens te bezitten, zich rijk boerde door den gunst der omstandigheden, op: „het meisje voor dag en nacht", welks patroon en patrones van oordeel waren, dat ze zich zoo voor het kind hadden uitge sloofd, maar dat. van vroeg tot laat in touw moest zijn, op een filiaalhouder van een si garenmagazijn. op Is. Querido, op Mariene Dietrich en Cesar Franck, op een zelfmoor- cLcn^a^.^.Qp^ccü^FRcrsJal^ic.esJcr des KoJ/ nings, en do lezer behoeft er zich niet over tc beklagen, dat hij bij gebrek aan afwis seling in slaap zal sukkelen. Ik wil een enkel woord over deze verza meling satiren in het algemeen schrijven, maar dc Utrechtsche lezer vergunne mij dat ik, ahorens in beschouwing tc treden eerst het kostelijk stuk overschrijf, dat Bor dewijk opnam over het Station-Maliebaan. „Onze spoorwegstations Jcvcn nog, ligocn goed in het verkeer, cn wie wandelt in onze steden en zich laat gaan op den stroom der bedrijvigheid, wordt erdoor op gezogen, alsof dc stad, die hij bezoekt haast had hem kwijt tc raken. Maar geen ebstroom die wegtrekt, geen koffiegcur, geen witkielen, geen leven bij dat cénc te Utrecht, het station-Maliebaan. Heel vreemd is dadelijk zijn onvindbaar heid. In deze drukke centrale stad moot gc u niet laten meegaan, want dan komt gc er nooit, maar hetzij bij liet grootc, of liet buurtstation, of dc Biltstraat, of des noods bij cle Jcrcmiebrug of dc Lunetten. Maar er is ergens achter een der statige bolwerken, aan den buitenkant, in een voorstad, een doodstille straat die gc gc woon voorbijloopt. En nadat u zesmaal door inwoners te goeder trouw en onderling af wijkend den weg wordt uitgeduid, cn gc zesmaal zonder erg deze straat zijt voor bijgegaan, zal den zevenden keer liet toe val uw oog in dc straat richtenden gc bc grijpt dat daar liet station moet wezen. Het is het oude eindstation van dc lijn Amster damUtrecht der Hollandsclie IJzeren Spoorweg maatschappij. O naam, die de poorten ontsluit van het weleer! O dat „ijzeren!" Maar daar gaan wij door dc stille straat die eindigt in ccn plein, dat door liet slation wordt afgesloten. Het plci is groot cn liet station is héél groot. Op het plein wat allervriendelijkst beweeg van het leven der voorstad naast den tijd. Kin derwagens worden er voorlgewield in de malschc zon, kleutergcbrocd doet er zijn eerste schreden in het openbaar van ver heugden ouder tot ouder, cn vindt in de rechte lijn natuurlijkerwijze den koristen afstand. Tusschen deze eindpunten twee opgeschoten elftallen spelen met ccn gc kleurden voetbal getrouw volgens de re gels, storen niet en worden niet gestoord de bal stuift soms weg in de plcinhoeken waar gras dc keien heeft overwoekerd. Wij gaan verder en staan verwonderd in het machtige gebouw een glazen deur te voe len wijken voor onzen druk. Want wij had den schuchter gedrukt, gelijk rnen dat doet bij een deur, die men denkt gesloten te vin den, bevreesd door gerucht en kraclitver toon de aandacht tc trekken door ons mal figuur. En als wij nu, binnengotreden in de voor zaal, ons ergens o\erbuigen voor een sme rig hokje cn iets beginnen te toeteren in een duistere, maar in baar holheid geweldige ruimte, klinkt daaruit terug als een kaal sonde alarmkreet: Er staat een man aan het loket!" En tien tegen een heeft men ons kaartje niet, en moet de prijs moei zaam worden nageslagen in tabellen, bruin van ouderdom, en wordt ten slotte ons plaatsbewijs geschreven op een stukje ver schoten karton. En nu gaan wij terzijde cn zonder dc con trole van een sterveling betreden wc iets immens van affmetingen cn naargeestig- heid: de koffiekamer. Er is daar niemand cn er is daar niets dan een ontzaglijke toon bank voor een diep en leeg buffet. Wij trek ken onder de toonbank een hooge kruk uit Niet de zitdcclen van den pachter, maar dc motten hebben er liet roodfluweel tot liet canvas vernietigd. En toch, hier moet eens verkeersdrukte zijn geweest, glazcngcrinkcl cn bordenge kletter, dc opgewektheid van een Ncderlan der op reis, die zijn tocht, ook den klein sten, graag inzet en afsluit met eten cn drinken. Thans hangt cr alleen de eigen aardige dufheid van het onbewoonde, dc haast verstikkende geur, dien dc mcnschen- dingen krijgen wanneer zij buiten den om gang der mcnschcn zijn geraakt. En het is met grooten schroom dat wij het eerste perron betreden. Een overkap- peling van verbijsterende maten omspant liet geheel, maar opkijkend zien wij zeker cvcnzooveel licmel als roest. Het wijde em placement hecit iets van triestheid cn nood lot, gelijk al wat grootsch opgezet zijn ver wachtingen niet zag vervuld." Wat is nu dc kracht van Bordewijk's sa tiren? Zij zijn raak, ze zijn op den man af. Een kunst, die zich oefende in beknoptheid van beschrijving, komt eerst geheel tot haar recht, wanneer zjj niet bij beschrijving blijft, maar ingaat tot dc bcoordecling van mcnschcn cn dingen. Waarom kan Bordewijk door alle schij ncncn heen tot in het wankele hart van het leven doordringen. Omdat hij zich in zijn hoofdmotief een feilloos apparaat heeft ver schaft voor dc werking zijner bondigheid. Spreken niet de Franschen van „style lapi daire?" Bordewijk heeft ook aan den stijl der stecnen gedacht, en vond toen de stce- nen der grafzerken. Dc auteur blijft onverstoorbaar zijn cy nische scherts handhaven, en het is daar door, dat hij de tegenstelling duidelijk maakt met de omslachtigheden, waarin de menschen zich in hun lafheid voortdurend verwikkelen. Een stijl-methode kreeg in dit boek lc- vens-zin. Daarin ligt zijn beteekenis. P. H, RITTER Jr* JULIANAPLEIN 3. Amersfoort EEN UITKOMST VOOR IEDERE VROUW. Oriënt Henna Shampooing. Vcrlt door gewoon wasschcn elk haar in olke gewenschtc tint Onschadelijk 1 0.60. HET is een nieuw experiment, dat in vele gemeenten toegepast wordt; het planten van sierheesters langs dc wegen. De ze worden gratis beschikbaar gesteld aan de gemeentebesturen tegen vergoeding van cenige onkosten cn in vele plaatsen wordt van dit aanbod van de Sicrtccltccntralc ecu dankbaar gebruik gemaakt. Het zal even moeten wennen, maar het zal in menig opzicht, zeker bijdragen tot verfraaiing der wegen. Ik ben zoo pas langs een van deze nieuw beplante verkeersbanen gegaan cn heb mij rekenschap gegeven zoo veel mogelijk van deze verandering in het landschap. De tot. dusver onb'cplarite weg door het bouwland, alleen „gestoffeerd" met clc monotone dorheid van telefoon- cn licht- palcn heeft ccn heel ander karakter gekre gen. Wat or achter die dorre, doodschc pa- lenrijen (jammer dat die bij dc wcgvcrbctc- ring niet meteen opgeruimd zijn) aan boscli- jes stond langs dc bermen is goeddeels ver dwenen. De meidoorn-, csschcn- cn elzen- bosclijcs hebben plaats gemaakt \oor een bonte variatie van allerlei sierheesters. Pas wanneer deze wat opgeschoten zijn, pas wanneer ze in elk geval in den komenden zomer in blad cn deels in bloei zijn geko men, valt hot effect ten volle tc Jieoordcclcn. Of liet oordeel dan onverdeeld gunstig zal zijn is de raag. Aan den landweg is hier mee zeker iets \an zijn oorspronkelijke ka rakter ontnomen. De oude, vrij smalle, vrij slecht geplaveide weg met zijn onregelma tige begroeiing van hier cn daar een struik, een boom, een wild cn warrclig bosehje aan den kant had zijn eigene en aparte bekoring. Het is nu een heel andere weg geworden: breeder, gladder, moderner, op hcdendaagsch snelverkeer berekend. Dc bermen zijn maar smal meer, voor de oude rustieke bruggen zijn zware massieve bctonbruggen in do plaats gekomen, bochten zijiftzoovccl moge lijk weggewerkt. En als de boomen en hees ters langs den kant wat zijn opgeschoten, is liet vrije uitlicht over de wijde, wijde landen beperkt. Daar staat dan, wat deze beplan ting aangaat, cle meerdere beschutting te genover en fleurige stoffagc zal het groeien de en bloeiende heestergewas ook stellig ge ven. Dc landweg van vroeger is een moderne verkeersbaan geworden in alle opzichten, ook wat dc regelmatige beplanting aangaat, strakker, moderner. Nieuwe zakelijkheid te genover romantiek, beide met een eigen schoonheid, beide met karakter ook, maar anders, geheel anders. Wat het mooiste is? Ik wil liet niet uit maken. Ik waardeer de oude pakhuisgevels aan onzen ha\cnkant. van vele eeuwen gele den, ja meer dan dat, ik bewonder ze om hun groote schoonheid. Maar liet zeer mo derne schoolgebouw hier, naast onze deur spreekt evenzeer tot nic in zijn stoere lijnen en zijn kantigen modernen bakstcenbouw. En zoo is het met deze wegen ook. Ik geloof zeker dat deze vernieuwde cn moderne be plante verkeersbanen, als we eenmaal aan den overgang gewend zijn, heel veel schoon- heidsindrukken zullen kunnen geven. Maar dat neemt niet weg, dat ik nog wel vaak eens een zijweg in zal slaan, waarvan 't plaveisel minder vlak cn effen is, maar waar de blik vrij uit chvalen kan over wijde vergezichten cn waar hier cn daar ccn struik, een stam, een bosschage zooals dc vo gels het zaaiden of zooals de mcnsch het min of meer toevallig heeft geplant, ruig en romantisch langs de wegen staat, in bon te wanorde, in schilderachtige grilligheid. En als ik langs den nieuwen weg fiets, kan ik voorloopig nog niet zonder heimwee denken aan den verdwenen tooi der csschcn, der elzen cn der meidoorns, waarvan geluk kig hier cn daar nog wat bleef als een rest, die aan 't verleden blijft herinneren. Dat zal ook zoo blijven, verwacht ik, als straks de heesters volop groeien cn bloeien. Zij zijn hier, ondanks liun eigen schoon heid, toch nog wel oen beetje ccn vreemd clement A. L. B. Mijnheer krabde zich op zijn kalen sche del cn ging kalm naar de andere kamer. Daar was een man aan het werk. „Bent u dc clectricicn?" vroeg liij. „Ja, mijnheer." „Al lang in het vak?" „Een jaar ongeveer, mijnheer." „Ooit fouten gemaakt?" „Gelukkig niet, mijnheer!" „Nou, dan denk ik dat het wel in orrlo zal zijn. Ik vroeg het alleen maar, omdat het clectrische kacheltje op het oogenblik het Wilhelmus speelt, terwijl dc radio als een lier staat te branden." „Er zullen heel wat teleurgestelde meis jes zijn als ik trouw!" „I-Ioevecl ben je cr dan van plan tc trouwen?.'1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 11