St. Emilion 1929
f. A. SchotermanZn.
DE STAP VAN Mr. MARCHANT
H.M. de Koningin
te Brussel
DE BEZETTING VAN
ZIJN ZETEL
Een ordeningskabinet?
ONDER WIJ SBEZUINIG1N G
f Bezoek aan het Nederlandsche
paviljoen op de Wereld»
tentoonstelling
Groote waardeering voor
onze afdeeling
per flesch f 1.45 per anker f58.—
VERLAGING DER VASTE
LASTEN
Landarbeidersplaats j es
VRIJE GELUIDEN
2e BLAD PAG. 1.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DONDERDAG 16 MEI 1935
BINNENLAND
Volgens het algemeen oordeel
moet 's ministers ontslagver»
zoek worden aanvaard
Naar de Telegraaf verneemt zal het af
treden van minister Marchant Zondag 26
Mei besproken worden op een buitengewo
nen partijraad van den Vrijzinnig Demo
crat ischcn Bond.
Vrijdag komen de vrijzinnig-democrati
schc fracties van Tweede Kamer en Eerste
Kamer in gemeenschappelijke vergadering
bijeen.
„De Standaard", het anti-revolutionaire
hoofdorgaan, komt in een hoofdartikel tot
de conclusie, dat aan het verzoek van mi
nister Marchant om ontslag gevolg moet
worden gegeven. Het blad schrijft o.m.
„Daarom begrijpen wij, nu de heer Mar
chant de consequentie zag van zijn prin-
cipiecle verandering, zijn verzoek om ont
heffing van zijn ministersambt ten volle.
Omdat hij de leider was van de Vrijzinnig-
democraten, althans in hun kring een zeer
vooraanstaande plaats innam, is hij opge
nomen in het kabinet-Colijn. Daarbij komt
nog, dat de partijraad van de V.-D. Bond,
zeer waarschijnlijk mede uit hoofde van zijn
politieke positie, tegen zijn optreden als
minister in dit kabinet geen bezwaar heeft
gemaakt. Nu zich een zoo buitengewoon be
langrijke verandering in hem voltrok, kwam
er tevens een vérstrekkende wijziging ln
zijn politieke positie, waarbij zijn verzoek
om ontslag als minister geheel past. Wij
nemen aan, dat hij dit niet heeft ingediend,
dan na overleg met den ministerraad of met
zijn voorzitter, tevens kabinets-formateur, en
achten op dien grond het resultaat van zijn
verzoek niet onzeker".
Tot dezelfde slotsom komt ook de R.K.
dagblad „De Tijd", welk blad zegt, „dat de
positie van den heer Marchant als katho
liek minister, blijvend te scheef zou zijn
om hem of den formateur aanlokkelijk te
lijken". Dit blad noemt onder de mogelijke
opvolgers van den aftredenden minister, den
directeur-generaal van onderwijs prof. Van
Poelje.
Nog enkele perscommem
laren
Uit een beschouwing in de Nieuwe
Courant:
„Als men leest, dat minister Marchant.
thans reeds afgetreden, is overgegaan tot
do R.K. Kerk, dan moet men hem het ver
wijt maken, dat hij geen leidsman is ge
weest, die «het in hem gestelde vertrouwen
heeft verdiend. Wij erkennen zijn recht om
over te gaan tot een ander kerkgenootschap,
volkomen. Hij bezit dat recht als ieder
ander, maar de heer De Geer heeft zeer
juist in de Tweede Kamer gezegd, dat de
minister zich le gemakkelijk aanpast. De
minister heeft door zijn overgang tot dc
R.K. Kerk, die niet van vandaag of gisteren
is, zijn positie in het Kabinet onmogelijk
gemaakt en de verwachtingen, op hem ge
vestigd, teleur gesteld. Wanneer hij zoo
zwak stond in zijn overtuiging, had hij zich
niet voor het ministerschap beschikbaar mo
gen stellen. Hij heeft niet slechts het Kabi
net in moeilijkheden gebracht, maar ook de
verwarring der geesten vermeerderd."
Dc Nieuwe Arnhcmsche Courant
kan 's ministers woorden over den „bom die
springen zal" onmogelijk fijn en delicaat
sinden. „Wie op dien ouderdom gekomen
een zeer ernstig besluit neemt dat een alge-
heele wending brengt in het eigen bestaan
en dat een complicatie tevens veroorzaakt
in het politieke leven, kan over de conse
quenties zich rustiger uitdrukken en minder
eclatant.
Doch elk vogeltje zingt, zooals het gebekt
is en de heer Marchant, Protestant of Ka
tholiek, zal blijven houden, van dergelijke
exclamaties.
Wij gelooven het gaarne, dat de heer
Marchant thans niet zwijgend door het le
ven zal gaan. Doch hij heeft de kunst van
zwijgen een half jaar lang met succes be
oefend. Immers het staat vast, dat hij reeds
een half jaar geleden tot het R.K. geloof
is overgegaan. Maandenlang reeds gingen
de geruchten, die steeds vastcren vorm aan
namen. De heer Marchant sprak ze niet
tegen in zoo'n stelligen vorm, dat men zeg
gen kon: „Er is niets van aan."
Maar het dementi klonk toch ook niet
zoo, dat er de conclusie uit getrokken kon
worden: De heer Marchant zal zich inder
daad bij de Roomschen scharen. Wie onbe
vooroordeeld de uitlatingen van den minis
ter las, kreeg den indruk, dat de ontkenning
van de geloofswisseling toch sterker was,
dan de bevestiging."
De Limburger Koerier zegt o.a.:
„Was de aanbieding van zijn ontslag als
Minister evenzeer noodzakelijk?
Men zou de stelling kunnen verdedigen,
dat dit kabinet, al is het dan ook extra-par
lementair, een juister beeld van do politie
ke machtsverhoudingen in den lande zou
geven, wanneer niet drie doch '"-r Minis
ters behoorden tot de katholieke richting.
Immers, naar verhouding van de sterkte
der partijen in de Tweede Kamer, is het niet
juist, dat de Vrijzinnig-Democraten, die één
vierde van de katholieke fractie aan leden
tellen, zich twee en de katholieke slechts
drie portefeuilles zagen toegewezen.
Marchant als katholiek in het kabinet-
Colijn... de overgang zou wel te groot ge
weest zijn voor het bevattingsvermogen van
velen.
Doch bovendien: de Vrijzinnig-Democra
tische Bond heeft het extra-parlementaire
karakter van het kabinet-Colijn nooit geheel
aanvaard. Vóór hun toetreden tot het minis
terie hebben de heeren Marchant en Oud
het hoofdbestuur van hun partij geraad
pleegd en achteraf heeft de algemeene
part ij vergadering de medewerking den
regeeringsarbeid goedgekeurd.
Marchant zat aldus als mandataris van
zijn partij in het kabinet. Het uittreden uit
zijn partij moest noodzakelijk zijn aftreden
als Minister ten gevolge hebben.
Zal de formateur van het kabinet een op
volger voor Marchant zoeken, óf aan dit
uittreden nog verder strekkende gevolgen
verbinden? Met andere woorden: zal het
ministerio collectief aftreden?
Het is nog te vroeg om deze vraag aan
een diepgaande beschouwing te onderwer
pen. Politieke factoren van allerlei aard
komen daarbij in aanmerking. Misschien
brengen de berichten uit Den Haag hierom
trent spoedig meer licht. In afwachting
daarvan zou het ons niet verwonderen,
wanneer het kabinet-Colijn deze ongezochte
gelegenheid zou aangrijpen om door een
collectief ontslag den weg voor reconstructie
vrij te maken.
De tijd van het crisis-kabinet naar dc op
vatting van Dr. Colijn is voorbij. Een
nationaal ordenings kabinet zou
thans meer aan de behoeftent van het volk
en zeker meer aan de wenschen van het
katholieke volksdeel beantwoorden.
Een aclres van de Unie van
Christ, onderwijzers
Het hoofdbestuur der Unie van Chr. On
derwijzers en Onderwijzeressen in Neder
land heeft aan de Tweede Kamer een adres
gezonden in verband met het wetsontwerp
ter verlaging van de Openbare Uitgaven. In
dit adres worden bezwaren geopperd tegen
de grootc offers die het onderwijs opnieuw
moet brengen, met name het volksonder
wijs, dat voor verreweg het grootsto deel
van onze volksgemeenschap de eenige ba
sis vormt van de ontwikkeling. Geprotes
teerd wordt o.m. tegen de „omrekening" van
de reeds verleende eigen pensioenen, terwijl
ernstige bezwaren worden aangevoerd te
gen de geleidelijke vervanging van een der
de deel der onderwijzers door kweekelingen
met akte, tegen dc wijze van beperking van
het aantal scholen voor g.l.o.
Het adres spreekt er ook teleurstelling
over uit, dat dit ontwerp de arbeidsmoge-
lijkheid der werklooze jonge onderwijzers
in de toekomst nog geringer maakt dan de
ze reeds is. Berekend wordt, dat bij verwe
zenlijking van dit bezuinigingsplan het
aantal wachtgelders tot ten minste 5500 zal
stijgen.
Het adres dringt er bij de Kamer op aan,
al haar invloed aan te wenden om de nood
lottige gevolgen van dit ontwerp voor het
onderwijs en de onderwijzers zooveel moge
lijk af te wenden of te verzachten.
BRUSSEL, 15 Mei. (V. D.) Het was heden
een grootc dag voor de Nederlandsche deel
neming op dc wereldtentoonstelling te Brus
sel. liet bezoek van de Koningin aan het
Nederlandsche Paviljoen is een gebeurte
nis geworden, die ook van betcekenis was
voor de wereldtentoonstelling zelf, aange
zien Koningin Wilhelmina de eerste regec-
rende vorstin is, die na de officicele ope
ning der tentoonstelling door het Belgische
vorstenpaar, dc tentoonstelling met een be
zoek vereert. Op aangename wijze wordt
hierdoor dc aandacht gevestigd op de be
scheiden doch «keurige Nederlandsche inzen
ding, die bij dc bezoekers der wereldten
toonstelling een goede reputatie geniet, en
des tc aangenamer is men er daarom in
Belgische kringen door getroffen, dat de
Koningin Donderdagmorgen, voor zij naar
Nederland terugkeert, ook het Belgische
hoofdpaviljoen zal bezoeken.
Desondanks heeft hedenmorgen het ko
ninklijk bezoek aan hot Nederlandsche pa
viljoen, evenals het geheele verblijf te Brus
sel, een zeer eenvoudig karakter godragen
en was do Koningin ook ditmaal wars van
alle uiterlijk vertoon.
Het tentoonstcllingsbestuur had, in over
leg met de leiding der Nederlandsche deel
neming, reeds tijdig de noodige maatregelen
genomen. Tenloonstellingspolitie en Brus-
selsche politie hadden reeds tegen tien uur
de omgeving van het Nederlandsche pavil
joen, dat natuurlijk den gohcelen ochtend
voor het publiek gesloten bleef, afgezet.
Sicchts de leden der Nederlandsche kolonie
cn andere genoodigden, die voorzien waren
van een oranjekaart, werden binnen de af
zetting toegelaten en mochten zich opstel
len voor dc grootc statietrap. Op het bordes
zelf werd voorloopig eveneens niemand toe
gelaten, r»n voor het bordes stonden de ruim
honderd leerlingen opgesteld van dc Prinses
Juliana-school te Brussel en de Marnix-
school te Antwerpen, die dc Koningin en
de Prinses bij-aankomst zouden toezingen.
Voor de ontvangst der hooge gasten was
vrijwel het gohccle uitvoerende comité aan
wezig, in de eerste plaats de commissaris-
generaal der Nederlandsche deelneming,
oud-minister dl*, inr. T. J. Verschuur, de
adjuiv t-sceretaris-generaal nu*. H. van Rom-
hurgh, consul-generaal der Nederlanden en
handels-attaché der Nederlandsche legatie
Brussel, de penningmeester dc heer W.
.T. van Dusseldorp cn de secretaris van
c?c Nederlandsche deelneming de heer H. F.
R Snoek.
Verder waren aanwezig het volledig per
soneel der Nederlandsche legatie mot hun
dames, de burgemeester van Rotterdam, mr.
Droogleever Fortuyn, de leden der verschil
lende sub-commissies van de leiding der
verschillende afdcclingen der tentoonstel
ling.
I-Ielaas werkte ook vandaag het weer niet
mee en weldra werd besloten, dat men de
kinderen der beide Nederlandsche scholen,
die de Koningin zouden toezingen, niet aan
dc stióomcnde regen zou blootstellen. Zij
werden tot het paviljoen toegelaten en op
gesteld tegenover den ingang. Tc kwart voor
elf hield dc regen cenigszins op, doch dc
grauwe betrokken lucht deed veel af aan
het kleurige schouwspel, dat het tentoonstel
lingsterrein met zijn vele wonderlijke bouw
werken bij zonlicht of bij a\ondvcrlichting
biedt. Tc tien minuten voor elf arriveerde
de koninklijke stoet, voorafgegaan door
motorrijders der Brusselsche politie, aan
don hoofdingang der tentoonstelling.
Do stoet bestond uit gesloten hofauto's.
de Koningin ontvan-
Utr, straat 17
Wijnhandel
Gevestigd 1S78
Telefoon hl5
Gemeld wordt, dat dc indiening bij
dc Tweede Kamer van een eerste ontwerp
van wet betreffende verlaging der vaste
lasten zeer binnenkort te verwachten is.
Het Handelsblad teekent hierbii aan:
Wij achten het zeer waarschijnlijk Gat
bovenbedoeld wetsvoorstel betrekking zal
hebben op een regeling inzake de lande
lijke hvpotheck.
Uit de formuleering der mededccling van
den regeeringspersdienst is het o.i. duids
lijk, dat het intusschen, zooals trouwer.
ook te verwachten was. niet bii dit eci.^
onderwerp zal blijven: het bericht gewaagt
immcr3 van een eerste ontwerp.
In een R.K. blad. „Ons Noorden", treffen
wii een verhaal aan. dat reeds door bovej
staand bericht als volkomen gefantaseer^
te brandmerken valt. Dc veronderstelling,
dat het kabinet het niet tot een strijd over
het bezuinieingsontwerp in het open vel.'
zal laten komen, durven wij klinkklar.-n
onzin noemen. Het liidt o.i. geen twijfel
of het ministerie zal er iuist Driis on stel
len in de Kamer zelf slag leveren.
Dc regeerina draait bij!
Onder dezen titel schrijft Het Volk:
Een curieus bericht. Toen het Kamerlil
Vliegen een motie voorstelde tegen het
weglaten van „aanpassing" der vasto las
ten in het bezuiniginesontwerp. bleek dui
delijk. dat dit verwijt door een groot deel
der Kamer gedeeld wordt. De regeering is
er dan ook eenigszins aan tegemoet geko
men. blijkbaar om de kansen van haar
hezuinigingsontwerp te verbetereen. Maar
zij dient slechts een „eerste ontwerp" in
Met andere woorden: zij komt niet verder
aan de wenschen der Kamer tegemoet dan
onvermijdelijk is. maar laat de vaste las
ten toch nog zoo ver onaangetast als haar
in politiek onzicht maar mogeliik schijnt
Rovaal is anders. Maar van tegenstanders
van beperking der vaste lasten was kwa
lijk anders te wachten.
Herschatting kan volgens den
Minister, niet worden
bevorderd
Op de vragen van den heer Hicmstra be
treffende herschatting van de krachtens de
Landarbeiderswet uitgegeven plaatsjes, het
in overeenstemming brengen van de ver
leende voorschotten met de uitkomsten dier
schatting en het verleenen van uitstel van
de door houders van bedoelde plaatsjes te
betalen aflossing der aan hen verleende
voorschotten, heeft de heer Oud, minister
van Financiën het volgende antwoord ge
geven.
Herhaaldelijk is dc kwestie van de her-
taxatie van krachtens de Landarbeiderswet
uitgegeven plaatsjes aan dc orde geweest.
De regeering heeft daartegenover steeds een
afwijzend standpunt moeten innemen. Het
stelsel der Landarbeiderswet verzet zich te
gen een geheel of gedeeltelijk voor rekening
van het Rijk nemen van schade, die aan dc
uitvoering der wet door daling van grond
prijzen als anderszins verbonden kan zijn.
Bovendien zou de verantwoordelijkheid der
gemeentebesturen voor een richtigc uitvoe
ring der wet daardoor worden verzwakt.
Ook is het niet wel verdedigbaar, dat het
Rijk de schade, door sommige landarbeiders
geleden, zou overnemen en die van anderen
niet. Op grond van deze principieele overwe
gingen is de ondergeteekende ook thans nog
van meening. dat een herschatting van de
uitgegeven plaatsjes niet kan worden bevor
derd. Dit klemt te meer. nu de Regeering
in 1931 het rentepercentage der voorschotten
van 4 tot 3 pet. heeft verlaagd, waardoor de
lasten voor de landarbeiders met 12 pet. zijn
verlaagd.
Voor wat betreft het geven van uitstel bij
gebleken onmacht voor de door de houders
van plaatsjes te betalen aflossing van de
aan hen verleende voorschotten moge wor
den verwezen naar hetgeen door den onder
geteekende in de Memorie van Antwoord op
het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
betreffende Hoofdstuk VIIB der Rijksbe-
grooting voor het dienstjaar 1931 is mede
gedeeld,
gen door den Commissaris-Generaal der
I wereldtentoonstelling graaf Van den Burgh
I en den directeur der wereldtentoonstelling,
den heer Fonck, terwijl ter verwelkoming
j van dc vorstelijke bezoekster hier tevens
aanwezig was dc burgemeester van Brussel,
dc heer Adolpli Max. Bij dc aankomst van
do Koningin aan dc Centcnaire begon bet
carillon in den toren van het Nedcrlandsch
paviljoen het Wilhelmus te spelen.
Onder gejuich van dc menigte, die zich
langs den weg had opgesteld, reed dc stoet
den korten afstand van do Eeuwfccstingang
naar het Nederlandsche paviljoen.
Het publiek zette het Wilhelmus in, toen
do Koningin uit de auto stapte. Aan den
voet van den statietrap werd II. M. ontvan
gen door den commissaris-generaal der Ne
derlandsche deelneming, Mr. dr. Verschuur
en den adjunct-commissaris-generaal mr.
Van Romburgh.
Toen de Koningin cn Prinses Juliana niet
haar gevolg het paviljoen betraden zetten
do 150 kinderen onder leiding van don beer
Zcylstra, onderwijzer aan de Nederlandsche
school te Brussel, bet Wilhelmus in en hoog
klonken dc stemmen der groo^cndeels wel
zeer jonge kinderen. Zij zongen twee cou
pletten, waarna de Koningin vriendelijk
togen hen zeide: „Dank jullie wel, kinders,
voor het zingen!"
Vervolgens werden de heeren II. F. R.
Snoek en W. C. J. van Dusseldorp, leden
van bet uitvoerend comité, aan H. M. voor
gesteld, waai*na dc Koningin en dc Prinses,
mevr. Tjarda van Starkenborch, echtgenootc
van den Nederlandschcn gezant, en mevr.
Van Boctzclaer van Oosterhout. echtgenootc
\an den gezantschapssecretaris, alsmede
mr. Droogleever Fortuj n, burgemeester van
Rotterdam, begroetten. Hot gezelschap werd
hierna naar de eerezaal geleid, waar dc Ne-
'erlandsche gezant te Brussel, jhr. mr.
A. W. L. Tjarda van Starkenborch Stachou-
ver, een veertigtal daartoe uitverkoren per
sonen, w.o. dc Nederlandsche consuls in dc
voornaamste Belgische steden cn do voor
zitters van dc Nederlandsche vereenigingon
m instellingen in België aan dc Koningin
n de Prinses voorstelde. Hierna begon het
ezelschan zijn rondgang door de tentoon
stelling. Terwijl de Koningin den linkerkant
•an de zaal bezichtigde bleef het toegelaten
••ubliek aan de rechterzijde geschaard. Toen
'e Koningin de coulon der Indische afdce-
'ing bezichtigde, schaarde het publiek zich
aan den linkerkant van de groote zaal,
waarna II. M. den rechterkant bezichtigde.
Voor de meeste maquettcn cn voorstellin
gen toonde dc Koningin groote belangstel
ling. Zij onderhield zich met tal van leiders
van inzendingen, die haar belangstelling
hadden opgewekt. De Koningin werd rond
geleid door rnr. dr. Verschuur en de Prinses
door mr. Van Romburgh. In de Koloniale
afdeeling werd deze taak overgenomen door
pi of. Lo Cosquino de Bussy, directeur van
bet handclsmuscum van het Koloniaal Insti
tuut tc Amsterdam cn dr. Utcrmark, even
eens van net Koloniaal Instituut. Ook de
oud-minister van Koloniën mr. Koningsber
gen was hierbij aanwezig. In de Indische af
deeling werden de Koninklijke gasten ont
vangen door prof. L. R. van Royen en den
heer G. E. Haagcns, terwijl hier tevens de
vertegenwoordigster mevr. Niclaes geb.
Groen aan de Koningin werd voorgesteld.
Vooral voor de industrieele afdeeling
toonde de Koningin veel belangstelling,
evenals dc Prinses, die hier langdurig ver-
loefde bij de vitrines met vliegtuigmodellen
der Fokkerfabrieken, welke haar groote be
langstelling inboezemde. Nabij de Koloniale
afdeeling bevindt zich de stand van P.T.T.
met de glascabine, van waaruit gesprekken
met Ned.-Indië kunnen worden gevoerd.
Een gesprek met Indië
Wij zagen de Prinses en haar hofdame
freule De Brauw eenigen tijd in gesprek
met ir. Damme, directeur-generaal der P.T.T.
en even later namen de Prinses en haar
vriendin in de cabine plaats. Een zuster
van freule Dc Brauw, mevr. Schimmelpen-
ninckdc Brauw, woont sedert korten tijd
in Batavia en zoowel de Prinses als freule
De Brauw spraken hierover bij het bezichti
gen van de P.T.T.-stand. Onmiddellijk werd
een verbinding met Batavia aangevraagd cn
even later waren de Prinses en freule De
Brauw in druk gesprek met Indië gewik
keld. Na eenige minuten verliet de Prinses
de cabine, waarna freule De Brauw nog
ruim 10 minuten in gesprek mot haar zus
ter bleef, tot H. M. de stand naderde en
enthousiast van deze gelukkige draadlooze
ontmoeting op de hoogte werd gesteld.
Te ongeveer kwart voor 12, terwijl het
torcncarillon opnieuw begon te luiden, ver
liet de Koningin met haar gevolg het hoofd
gebouw en begaf men zich naar de naast
het Nederlandsche paviljoen gelegen
Juliana-hoeve, de Wieringermeerhoerderij,
die geheel voor de afdeeling zuivelindustrie
is ingericht. Terwijl de Koningin hier korten
tijd vertoefde begaven dc in het paviljoen
toegelatenen zich naar buiten naar den
achterkant van het Nederlandsche pavilioen,
waar de hofauto's reeds stonden te wachten.
Het was ruim twaalf uur toen de
Koningin de Julianahoeve verliet, om naar
het Koninklijk paleis terug tc keeren. Op
nieuw gine er een luid geiuich uit de wach
tende menMe on. Nabij den ingang had
rich een viiftien-tal Javaantjes ongesteld,
dat zich on het tentoonstelHngsterrein be
vond. Zii maakten met gekruiste armen
«en diene „<dam*t" voor de Koningin en de
Prinses. Vooraforegofloor motorpolitie
keerde de Koninki;;v0 sJoet langs den ge
wonen weg naar Brussel terug.
Lunch ten Paleize
Hedenmiddag vond in het Koninklijk
naleis een lunch plaats, waaraan o. m.
werd deelgenomen door Koning Leopold.
Koningin Asfrid. Koningin Wilhelmina en
Prinses Juliana met gevolg, terwijl tevens
waren genoodigd de Nederlandsche gezant
te Brussel en mevr. Tjarda van Starken-
Proefnummer van het gereor«
ganisccrde orgaan van den
V.P.R.O.
Zooals de luistervinken van dc .P.R.O,
al lang wisten, heeft het weekblad van
dezen omroep een grondige wijziging on
dergaan. Een wijziging die een belangrijke
uitbreiding aan den beredeneerden inhoud
heelt gegeven, en die de veelzijdigheid
groolcr maakt, liet proefnummer, ons
thans toegezonden, maakt ccn opvallend
goeden, aantrekkelijkcn indruk. Do omslag
is modern, dc typografische verzorging is
in gocdo handen geweest, cn de bijdragen
van medewerkers en redactie doen het
beste hopen.
Prof. Lindeboom opent met ccn overden
king over geloof, dan geeft dn Redactie ccn
uiteenzetting van haar bedoelingen. IIet
werd mogelijk liet gchcelc radio-program
ma van één dag op twee samenhangendo
pagina's af te drukken. Waar de lezers van
Vrije Geluiden nooit naar luisteren, liet
men rustig vervallen. Het werkelijk be
langrijke wordt vet afgedrukt. De Holland-
sche programma's bleven vrijwel gclieol.
intact.
„Een groot aantal medewerksters cn me
dewerkers uit onze kringen, van stad zoo
wel als van platteland verklaarden zich
bereid om ons wekelijks van artikelen van
den meest verscheiden aard tc voorzien.
Onze illustraties stellen, die \nn andere
omroeporganen in de schaduw.
Er is geen sprake van. dut Vrije Gelui
den alleen maar een weekblad zou worden
voor een kleineren selecten kring van
meer ontwikkelden, maar toch verheugen
wij ons bijzonder, dat wij in beschei
denheid een staf van bijzondere mede
werkers aan onze lezers kunnen voorstel
len, waarvan de meesten regelmatig ook
in onzen omroep zullen arbeiden en dio
een garantie zijn voor liet peil, waarop dit
gedeelte van onze radio- en joumalisticko
taak staat."
De heer J. W. van Nieuwenhuyscu
schrijft over Persoonliik Bijbellezen. An-
thonie Donker over volk en litteratuur.
Balthazar Verhagen over dc vraag of het
tooneel sterft, dr. G. Knutlel over beelden
de kunst voor de radio, Dirk C.oster over
litteratuur en lezer.
Balthazar Verhagen betoogt dat dc schuld
van het afsterven der tooneelbelangslelling
alleen liet bii bet tooneel zelf. Ofschoon wij
zijn „optimisme" slechts ten halve deelen,
laten wij hier toch zijn betoog zonder com
mentaar volgen:
„Er zouden sublieme repertoires opge
bouwd kunnen worden met reeksen van
prachtige drama's van geniale dichters, die
het publiek weder naar de theaters zouden
doen stroomen. Het tooneel doet in dit
opzicht echter niets meer. Het onderneemt
slechts hopolooze pogingen om ziin kwij
nend bestaan tc rckkeif, door het opvoeren
van stukken, waarin enkele „sterren"
kunnen schitteren, ongeacht dc waarde, of
vaak do onwaarde, van die stukken-zelf: of
wel men speculeert op het snobisme door
het opvoeren van quasi-modernc experi
menten van steeds ininder allooi, in dc
vage. door niets gemotiveerde hoop. dat
het publiek daarin ziin smaak zal inden
en dan wellicht bereid zal zijn. de lecgc
fooneelkassen met ziin entréegeldcri tc vul
len.
Het resultaat van al deze speculaties is
niet alleen, dat het publiek steeds nadruk
kelijker zijn „smaak" demonstreert, door
uit de schouwburgen weg te blijven, maar
ook hetgeen veel erger is dat het too
neel steeds minder bekwaam wordt, om
de werkelijk waardevolle kunst door gave
opvoeringen lot het publiek te doen spre
ken. De volslagen mislukkingen der enkele
pogingen, in de laatste iaren to hooi en tc
gras in dit opzicht ondernomen, zijn beden
kelijke aanwijzingen voor het lage peil,
waarop het tooneel is teruggevallen. Neen,
een tragedie van Shakespeare is niet „ver
ouderd". maar ons tooneel is niet meer
canabel. het te spelen.
Toch zal het tooneel niet sterven. liet
•igt maar braak. Dit. is een tijd van kente
ring van afwachten, bezinning en voorbe
reiding. F.n sicchts wanneer zii. van wie
een herbloei van het tooneel mag worden
venvacht, tot dit inzicht zullen zijn geko
men. en dienovereenkomstig zullen weten
Ie handelen, kan er hoop zijn. nat de akker
gezuiverd en bewerkt zal worden voor een
nieuwe oogst in de toekomst."
VERGADERING DER EERSTE KAMER
De Eerste Karner is bijeengeroepen tegen
Dinsdagavond 21 Mei half 9.
Aan de orde is alleen: mededeeling van
het besluit der Centrale Afdeeling. De voor
zitter zal aan de Centrale Afdeeling voor
stellen, een. aantal wetsontwerpen in de af
deel? ngen te doen onderzoeken onmiddellijk
na deze openbare vergadering.
Des Woensdags d.a.v. zullen eenige wets
ontwerpen in de afdeelingen worden onder
zocht, o.m. de Kieswet cn het algemeen ver
bindend cn onverbindend verklaren van on
dernemersovereenkomsten.
borch Stachouwer. de Belgische minister
president van Zeeland, do commissaris-
generaal der Nederlandsche afdeeling op de
Wereldtentoonstelling mr. Verschuur en
mevr. Verschuur, de leider der Nederland
sche ruiter-réquipe on het internationale con
cours hinniaue te Brussel maioor Camer-
lingh Helmont en baron Sirtema van Gro-
ventins van het Nederlandscli ruiter-réquipe
en oud ordonnansofficicr van H. M. do
Koningin.