VLIEGTUIGEN IN DIENST DER MISSIE.
HEILZAAM WERK DER „MIVA".
OVER ETEN EN ETERS.
DIE GOETHEGESELSCHAFT" 50 JAAR.
UIT HET LEVEN VAN
KARELV
„De vliegende Pater",
ZAL PATER SCHULTE OOK IN
NEDERLAND ZIJN ACTIE
ONTPLOOIEN?
Auto's, stoom- en motorbooten en
vliegtuigen in dienst der Katho
lieke missiën.
Een der meest typische uitingen van
het moderne missiewerk is wel de „Mis-
sions-Verkehrs-Arbeitgemeinschaft", kort
weg aangeduid met de lettercombinatie
..Miva". Deze instelling is vooral daarom
van actueel belang voor ons land. omdat
het terrein harer werkzaamheden binnen
kort ook over Nederland zal worden uit
gestrekt. De ..Miva" werd in 1927 opge
richt door Pater Paul Schulte uit het
Oblatenklooster te Fulda in Westfalen. De
voorarbeid had ruim twee jaar tijds ge
vraagd. De ..Miva" heeft ten doel het aan
schaffen en het toepassen der moderne
land-, water- en luchtverkeersmiddelen,
zooals auto's, stoom- en motorbooten,
vliegtuigen, enz. bij het binnen- en bui-
tenlandsch katholieke missiewerk, dus
met andere woorden ..moderniseering" of
te wel ..motoriseering" in toepassing ge
bracht by de uitoefening van het bekee-
ringswerk, welke zich uitstrekt over de
missies in Oost-Afrika, Zuid-Amerika, Po-
lynesie, China. Alaska, de Europeesche
Diaspora-gebieden, enz.
De oprichter van de „Miva", Pater
Schulte, is missionaris in Zuid-West-Afri-
ka. Kort na den wereldoorlog trok hij er
voor de eerste maal heen. in gezelschap
van een anderen missionaris, die reeds
vele jaren zyn vriend was. Gedurende den
oorlog waren beide priesters vliegeniers.
Toen zij in het missiegebied Ovambaland
waren aangekomen, werden de beide mis
sionarissen na elkaar zwaar ziek aan ma
laria. Pater Schulte had de kracht den
aanval te weerstaan, doch daar er geen
verkeersmiddel ter beschikking was om
zijn vriend buiten het klimaat der moe
rasdampen te brengen, en daar er zelfs
niet eens een dokter te bereiken was,
stierf de andere geestelijke. Oe dood van
zijn vriend maakte op Pater Schulte een
diepen indruk, te meer daar het niet de
eerste maal v/as, dat bij gebrek aan ge
neesmiddelen en een dokter, Europeanen
moesten stei en. De dichtsbyzynde dokter
zou minstem drie weken in den ossenwa
gen moetei. rijden om op de nnss'tstatie
van Pater Schutte zieken te bezoeker.. Pa
ter Schulte voelde, dat er in dezen toe
stand dringend verbetering moest worden
gebracht en bij zijn eerstvolgende Europa-
reis ontwikkelde hij het initiatief der Mis-
sions-Verkehrs-Arbeitgemeinschaft Hoe
groot de belangstelling vouz dezen nieu
wen vorm van Missie actie ia Putschlir.d
reeds al dadelijk was, blijkt uit het feit,
dat Z. E. Kardinaal K. J. Schulte, «.arts
bisschop van Keulen, het protect iraat Per
nieuwe stichting op zich nam. Het eere
voorzitterschap wordt bekleed door Z. D
H. Vors* Alois zu Lowenstein. De oprich
ter, Pater Schulte O.M.I. treedt als tech
nisch bedrijfsleider op.
Een groot aantal vereenigingen sloot
zich aanstonds bij de nieuwe organisatie
aan. Wy noemen hiervan slechts: Francis-
cus Xaverius Missiewerk, Missiekruistocht
der studeerende jeugd. Ludwig Missiever-
eeniging te Muenchen. H. Kindsheid Ver-
eeniging. Katholieke Gezellen Vereenigmg,
Duitsche Vereeniging van het Heilig Land.
Vereeniging der Studeerende Jeugd in
Neudeutschland. Priestermissiebond in
Beieren. Opus St. Petri in Beieren. Stu
denten Missiekruistocht in Beieren, Rijks-
verbond van Katholieke Duitschers in het
buitenland, enz. enz. Deze vereen igingen
hebben een totaal van ruim zes millioen
leden. Dat niet alleen hooggeplaatste ker
kelijke autoriteiten van Katholiek stand
punt uit missiologische en apologetische
overwegingen het plan toejuichten, maar
ook de zakenwereld zich geenszins onbe
tuigd heeft gelaten, bewijst wel, dat ook
uit zakelijk, sociaal, koloniaal en nationaal-
politiek oogpunt de „Miva" als een mach
tig lichaam wordt beschouwd. Terstond na
de oprichting bood de stad Keulen alle
medewerking De Rijkskanselier
Dr. Marx, was een der eerste voor
standers en voerde het wo.ord op
een propagandameeting. Ook Dr.
Boll en de voorzitter van de
luchtvaartafdeeling betuigden hun
adhaesie en verklaarden zich tot
medewerking bereid. De bekende
Junkerwerken schonken een drie-
persoons vliegtuig (type L 16a)
en de Draimber Benzwerke een
zware Benzwagen, terwyl ook
drie huisbooten wérden geschon
ken. Ook in geld ontvangt de
..Miva" aanzienlijke giften. Reeds
verschillende missies zijn door de
„Miva" aan moderne vervoermid
delen gehoipen. Pater Schulte
heeft zelf Ovambaland per auto
doorkruisd; ook nam hij drie mo
torbootjes mee, welke bestemd waren voor
het verkeer op de Okawangarivier. Daar
er in Zuid-West-Afrika natuurlijk geen
verkeerswegen zijn, was Pater Schulte
aanvankelijk van plan met eigen Miva-
vliegtuigen bepaalde routes geregeld te
vliegen, doch daar er vanuit Windhoek
een nieuwe luchtlijn werd geopend, heeft
hij met de Junkers een overeenkomst ge
sloten om in geval van nood van een vlieg
tuig gebruik te mogen maken. In het jaar
1928 werden door de Miva 20 auto's en 5
motorbooten beschikbaar gesteld.
De nieuwste aanwinst van de Miva, is
het vliegtuig, dat ,»Das fliegende Kreuz"
is gedoopt. Dit vliegtuig zal 28 April a.s.
door Zijne Eminentie Kardinaal Faulhaber
te München worden ingewijd. Het toestel
is een zoogenaamde amphibie en kan dus
zoowel te land als te water dalen.
De Miva tracht thans, zooals reeds ge
zegd, haar werkzaamheden uit te strek
ken over Nederland. Ook België komt hier
voor in aanmerking. Frankrijk en Zwit
serland dragen sinds eenige jaren hun
steentje voor dit groote werk bij, maar het
is begrijpelijk, dat de economische crisis
hieraan niet veel goed doet.
Het missie-vliegtuig „St. Pieter" dat bestemd is om in Afrika een Missie vliegdienst
voor tc bereiden, werd in de Vaticaanse he tuinen door den H. Vader gezegend.
Een verhaal voor menschen
die niet eten kunnen.
Er zijn eters en eters. Zoo zyn er men-
schen, die eenvoudig eten om te kunnen
:even en het lichaam op krachten te hou
den. Zelfs bij die gelegenheden, waarbij
het zwaartepunt van de feestvreugde wordt
gelegd op het diner, wordt door hen het
dagelijksch rantsoen r.iet noemenswaardig
overschreden. Zij zoeken afleiding in gees
telijke dingen. Maar op deze menschen be
staat ook een variant, n.l. diegenen, die
eenvoudig leven om te eten. En deze laatste
soort is zoo oud als de menschheid zeil
Een Fransch schrijver Eugene Chavette
heeft onlangs in een dei tijdschriften eenige
..van hen de revue laten passeeren en ver
haalt ons o.a. van een exentnek mensch,
een klant van het voormalig restaurant
Philippe, die zich eiken Donderdag m een
apart vertrekje van de zaak opsloot en
daar gedurende vijf uren verbleef. Hij deed
het menu alle eer aan. Het was hem onver
schillig, of dit veerug of meer verschillen
de soepen bevatte. Hy gebruikte ze allen.
Daarna bestelde hy nog het een of ander
liflafje, een roomtaart of iets dergelijks en
vertrok zonder maar een druppel te heb
ben gedronken.
In het voormalige café Hardy ontmoette
de schrijver een even zonderl.ng person-
nage, die zich onledig hield mei het ach
tereen volgens nuttigen van twee- en dertig
cotelette-schyven, welke elk van elkander
gescheiden waren door een grooten augurk.
Doch ook buiten zyn wijze van eten deed
de man heel zonderling. Zoo zag men hem
somtijds met een stapel borden naast zich,
waarvan hij er een m den hals legde, en
bet verwisselde, zoódra het warm werd.
Op deze wijze voorkwam bij. naar hij zeide,
een bloedaandrar-g naar de oersenen, waar
aan by meende te moeten sterven. Het
middel hielp uitstekend want in plaats van
dezen ongewenschten dood. werd de man
door een omnibus overreden.
Het waren niet uitsluitend de cliënten,
die de vork op meesterlijke wijze hanteer
den. Lemardelay, eigenaar van het restau
rant Rochcr de Canoale, kon op dit punt
hiSte van zyn klanten weerstaan. Op
zekeren dag stelde een vermaard eter hem
den vreedzamen strijd met de vork voor.
Lamardelay nam de uitdaging aan, doch
verontschuldigde zich. door te zeggen, dat
bij onmogelijk langer dan 24 uur van zijn
tijd kon missen. Deze mededeeling klonk
den uitdager al heei weinig bemoedigend,
hij nam bet niettemin aan. ALs wy eens da-
delyk begonnen met bet menu op te stel
len, sprak hy. Volstrekt onnoodig, hernam
de andere, wy eten eenvoudig wat de kok
schaft. Laat ons beginnen met elk 12 dozyn
oesters, 24 coteletten 3 kalkoenen.... Elk?,
vroeg de verbaasde uitdager. „Ja, natuur
lyk". was het antwoord „De rest zullen wij
intusschen wel aan de hal zien te krijgen.
De andere verwijderde zich even, doch ver
gat terug te tcomen.
De restaurateur Brebant hield er
een cliënt op na, die met meer dan
gezonde eetlust bedacht was. Hij had
zelfs nog een zeker schaamtegevoel,
en zon op list om zyn vraatzucht voor
de buitenwereld te verbergen. Om
de twee weken vroeg hij Brebant te
spreken en bestelde dan een diner
voor 8 personen Hy toonde een lijst
je van de gasten, welke allen als
goede eters bekend stonden en kwam
overeen een diner van frs. 40.per
couvert te bereiden, dat 's avonds
precies te zes uur op tafel moest
staan. Even voor den tijd kwam hy
zelf. arrangeerde de tafel, plaatste de
gasten naar hun rang, distribueerde
de nors d'oeuvte naar hun smaak.
Klokslag 6 uurniemand aanwe
zig. Brebant begreep er niet veel van.
Ziezoo sprak de gastheer, „ik zal de
lui eens een lesje geven precies op
tijd te zijn. Ik doe hier ais aan een
beur*. Dien op!...." Geheel alleen
begon hy de 9 c -uverts te verwerken,
welke hy m 4 uur tyd verslond On
der het eten conserveerde hij met
den bedienenden kellner6. „Waarom
laten die lui my toch in den steek",
sprak hij. „Och dat is waar ook. ik
herinner me nu A's schoonmama is
vandaag jarig. En B? Hoe ik dat nu
vergeten kon, dat die ziek is. En die
C?..o. Ik verwed om alles, dat hij
onderweg een juffertje tegen het lyf liep.
dat hem beter aanstond dan mijn diner.
Zoo had hij voor elk der gasten een ver
ontschuldiging gevonden. Toen Brebant
met de koffie kwam, zeide de gast tot hem:
„Als ik naar jou geluisterd had, om te
wachten t«t zy zouden komen, zat ik hier
nog zonder eten.
Na het diner schreef hy de uitnoodigingen
voor den volgenden keer met een aparte
clausule, waarin hij de gasten op het hart
drukte, toch vooral op tyd aanwezig te zyn.
Deze waren blijkbaar verstokt, want de
volgende maal en de daarop volgende koe
ren bleef hy telkens alleen en steeds ein
digde bet diner met een predicatie tegen
den kellner, waarin het breken van het
gegeven woord ten scnerpste werd veroor
deeld.
„Das fliegende Kreuz", het missievliegtuig van Pater Schulte
Het zal den 20en Juni a.s. vijftig jaar ge
leden zijn. dat het „Goethe-Gesellschaft" te
Weimar werd opgericht, onder bescherm
heerschap van den Groothertog van Saksen.
De Groothertogin van Saksen-Weimar ont
wierp zelf het plan tot de werkzaamheden
dezer vereeniging. Ten eerste zou de ver
eeniging zorgdragen voor een nieuwe vol
ledige uitgave van de werken van Goethe
en ten tweede zou er een nieuwe biogra-
phie over Goethe worden uitgegeven. De
Groothertogin heeft een belangrijk aandgel
gehad in den bloei der vereeniging. Als
hoofd van het Goethe-archief werd aange
steld professor Erich Schmidt, geboortig uit
Jena, die de eerste plaats in de leerstoel
der letterkundt bekleedde aan de Weenschc
Universiteit.
Een jaar later werd Schmidt, die om
persoonlijke redenen zyn post te Weimar
moest verlaten, vervangen door professor
Bernard Sophan. de groote kenner van Her
der's werken. De beste krachten werden
door de Groothertogin naar Weimar ontbo
den, om te werken aan de groote klassieke
uitgave, elk hunner een bepaald deel daar
van bearbeidende. Deze uitgave, aanvanke
lijk onder redactie van von Löoer, Scherer
en Schmidt, verschijnend bij Herman Böh-
lau te Weimar, in twee formaten, wordt in
Duitschland letterkundige kringen de „So-
phie-uitgaven" genoemd en draagt als titel:
„Goethe's Werke. herausgegeben im Auf-
traee der „Grossherzogin Sophie von Sach-
sen". Niet lang na de oprichting van het
„Goethe-Gesellschaft" stelde de Groother
togin van Saksen-Weimar een verzamelin
gen-archief samen van alles, wat als let
terkundige nalatenschap uit het klassieke
tijdperk tot het nageslacht zou kunnen ko
men. Zij zelf deed in datzelfde jaar. 1885.
de eerste schrede in die richting door ver
werving van de Goethe-Schillersche brief
wisseling, door de familie von Cotta op
voorkomende wijze afgestaan.
Het kostbare geschenk plaatste de Groot
hertogin in haar archief, van toen af.
„Goethe Schiller Archiv" genoemd.
Dit breidde zich nu hoe langer hoe meer
uit, door aankoop van nog ontbrekende
handschriften en brieven van Goethe, voor
al ook door schenking van talrijke belang
rijke documenten, niet alleen uit Duitsch
land, maar ook uit andere landen, ook uit
Nederland. Het „Goethe-Gesellschaft"
mocht zich al spoedig na de oprichting in
een vrij groote belangstelling, verheugen.
Ruim tien jaar na de oprichting telde de
vereeniging reeds meer dan 2700 leden en
thans telt zij duizenden leden, in binnen en
buitenland. Het hoofddoel van de vereeni
ging is natuurlijk Goethe's naam en werken
meer en meer bekendheid te geven, ook
onder de lagere volksklasse. Verder is het
„Goethe Gesellschaft" er steeds op uit her
inneringen byecn te zamelen, welke op de
nagedachtenis van den grooten dichter be
trekking hebben. Talrijke relikwieën heeft
het „Gesellschaft" trouwens reeds bijeen
gebracht. Het Goethe National Museum be
zit verscheidene Goethe-herinneringen, wel
ke door leden van het „Gesellschaft" bijeen
Z. Em. Dr. Schulte, Kardinaal-Aartsbisschop van Koelen. zegent twee missie-vï leg-
tuigen in. die de namen St_ Petros en St. Panlns ontvingen.
DE GROEI DEZER
VEREENIGING.
zijn gebracht. Ook het hierboven genoemd
Goethe-Schiiler Archiv" bezit verzamelin
gen, door leden der voornoemde vereeni
ging bijeengebracht.
Het door Professor Gelger te Berlin uit
gegeven „Goethe Jahrbuch" (1880—1900)
dient het „Gesellschaft" als regelmatig or
gaan harer mededeelingen. De leden van de
vereenigingen komen ieder jaar te Weimar
bijeen. Het bestuur der vereeniging orga
niseert ook van tijd tot tijd tooneelvoorstel
lingen en voordrachtsavonden, waarop wer
ken van Goethe worden opgevoerd, resp,
voorgedragen. Het „Gesellschaft" is ten
nauwste verbonden met het „Goethe-Ver-
ein" te Weenen en de Engelsche Goethe-
vereeniging te Londen. Geregeld voeren de
besturen der onderscheidene vereenigingen
correspondentie met elkaar, om zoodoende
in contact te blijven.
Als Karei V zich eens wilde ontspannen,
da# begaf hij zich gewoonlijk, naar Brus-
sel, waar hij dan ipet eenige onderdanen
als een arme boer of een visschier ver
kleed, de woningen der gefingen binnen
trad om hun meeningen te hooren over
zijn regeering, welke begrijpelijkerwijze,
nogal eens uiteenliepen, maar voor den
vorst altijd weer opnieuw interessant ge
noeg waren om er graag naar te luisteren.
Op zekeren avond gebeurde het, dat
zijn linkerlaars aan de zool was gescheurd.
Dat moest noodig worden hersteld. Een
herbergier wees hem een schoenlapper in
de buurt aan, maar het ongeluk wilde, dat
het juist St. Chrispijnfeest was, de dag,
waarop de schoenlappers vrijaf nemen. De
schoenlapper schudde dan ook Ijeftig van
neen. toen Karei V hem beleefd kwam
vragen, of hij zyn schoen even wilde re-
pareeren. „Wel vriend, zoo sprak de
schoenlapper, „weet gij dan niet, dat het
vandaag het feest is van Sinte Chrispijn?
En al kwam nu de keizer zelf. ik zou geen
steek voor hem willen doen. Maar ga toch
zitten en drink meeDe vorst zette
zich terneer. Hy glimlachte nu en dan
eens om een lompen uitval van een der
vrienden van den schoenlapper en dronk
op bescheiden wijze mee met den gastheer.
„Wel vriend, zoo sprak de schoenlapper
toen weer, „wat zyt ge weinig bespraakt.
Ik heb idee. dat gijlieden politieke hove
lingen zyt. En gy, zoo wendde hy zich tot
den keizer, „gij zoudt wel een neefje van
den keizer kunnen zijntenminste aan
uw neus te zien. Welnu, laten wij nu eens
een keer drinken op de gezondheid van
onzen populairen keizer Karei!" „Is de
keizer u sympathiek?" vroeg toen Karei
bescheiden. „Of-ie my sympathiek is?
Man, ik heb nog nooit zoo'n beste regeerder
gezien. Maar wat mij betreft, zijn belas
tingen konden wel eens wat de laagte in
gaan", dit laatste zei de schoenlapper met
een vriendschappelijk knipoogje tegen
den vreemdeling.
De gastmaal liep vroolyk ten einde en
Karei en zijn volgelingen dankte den gast
heer hartelijk.
Den volgenden morgen liet de keizer
den vroolyken schoenlapper aan het Hof
ontbieden en men kan zich de verbazing
voorstellen van den armen schoenlapper,
die tegenover den vorst m zijn woningkje
zoo had gesnoefd. Hy was bang, dat zijn
straf hem niet zou ontgaan en smeekte
den keizer om vergeving. „Vergeving?
Maar myn beste man, ik heb u niets te
vergeven. Of het moest zijn. dat gij wei
gerde myn schoen te maken", liet Karei
er op volgen. „Welnu, maak hem dan nu
en vraag er twee gunsten voor"....
Een uur later was 's keizers schoen net
jes gerepareerd en de eerste gunst welke
de schoenlapper vroeg, was, dat hij een
kroontje boven het uithangbord voor zyn
werkplaats mocht hangen, waarmede hij
aanduidde, dat hij „hofleverancier" was.
Over zijn tweede verzoek dacht de schoen
lapper lang na. Ten laatste schroef hij den
keizer een onbeholpen briefje, waarin hij
ham verzocht het schoenlappersgilde den
voorrang te verleenen boven het gilde der
schoenmakers. Ook hierin stemde de kei
zer toe. Nog op den huidigen dag ziet men
in Vlaanderen een kapel, welker muren
versierd zijn en telkens, als vóór de om
wenteling, te Brussel een openbare op
tocht werd gehouden, hadden de schoen
lappers steeds .dan voorrang boven de
TT "P~T>