F* SPOORWEGEN EN SPOORHOUT HET ZEEMONSTER VAN NAGASAKI EEN ADRES AAN DE KAMER De beteekenis van Spoorhout SMOKKELARIJ OP EEN VISSCHERSVAARTUIG IIOE DE MARECHAUSSEE TE OSS WERKTE BELASTINGZAKEN g 2t BLAD PAG. 3. AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 19 JUNI 1935 Bij het sluiten van de Noet=transs actie de grens van het commer* cieel'geoorloofde niet ovcr= schreden De directie der Ncderlandschc spoorwegen heeft zich met een adres gericht tot de Tweede Kamer der Staten-Gcneraal, zulks nqar aanleiding van de Spoorhoutkwestie, aan wolk adres het volgcncjo is ontleend: Uit den aard der zaak hebben wij met vol doening onze overtuiging bevestigd gezien, dat geen spoorwegambtenaar zich aan eeni ge corruptieve handeling heeft schuldig ge maakt en dat alle verhalen, die daarover verspreid zijn, in het bijzonder in do krin gen van den Nederlandschcn bonthandel, verzonnen zijn. Men heeft dus lichtvaardig den goeden naam van in ons bedrijf werk zame personen aangetast en dat terwijl men zich terzelfder tijd niet ontzag zelf pogingen te doen om een onzer ambtenaren om te koopen. Ook heeft het ons verheugd, dat dc com missie verschillende andere aantijgingen van dezelfde zijde over te groote voorraden, door ons bedrijf gevormd, te hoogc prijzen, door ons betaald, benadeeling van den Ne- derlandschcn boschbouw enz., alles als ge volg van het beslaan van de N.V. Spoorbont, onderzocht en in het Verslag naar het rijk der fabelen verwezen heeft. öp menig punt echter heeft het verslag ons teleurgesteld. Niet slechts omdat wij dc uitgeoefende critiek niet steeds billijk ach ten, maar vooral omdat het menige uit spraak over, aanmerking op of veroordec- ïing van eenige daad of beslissing van een ambtenaar van ons bedrijf of van ons bevat, welke niet geheel juist voorkomt of feitclij- ken grondslag mist. Óf men met de Commissie in Spoorhout een inkooporgaan van de Ned. Spoorwegen ziet of met ons een zelfstandige handels onderneming, (Jic contractueel recht heeft op een zekere hoeveelheid bestellingen der Spoorwegen, komt ons voor \an weinig be lang te zijn, indien men zich slechts good rekenschap geeft van de verhouding Spoor wegen—Spoorhout en van de tusschen beide gesloten overeenkomst en in het oog houdt, dqt Spoorhout en haar tegenwoordige Di recteur geenszins onafscheidelijk verbonden zijn. Dc positie is aldus: 1. Spoorbont is eene zelfstandige nuuni- looze vennootschap, waarvan de Ned. Spoor wegen de meerderheid dor aandcelen bezit ten, zoodat zij dus volgens dc statuten, oe algerneenc vergadering beheerschcn. Ook benoemen dc Ned. Spoorwegen twee van de drié Commissarissen van Spoorhout en bob ben dus ook in dc vergadering van Commis sarissen de beslissingen in handen. Voorts doên de Spoorwegen dc boeken van Spoor hout door hunne Dekenkamer cóntroleeren. 2. Spoorhout heeft daarentegen geenerlei macht in of invloed op het bedrijf der Ned. Spoorwegen en behalve dc beide ovenge noemde Commissarissen, die ambtenaren der Ned. Spoorwegen zijn en juist als zoo danig zijn aangewezen, daar zij in de eer ste plaats toezicht in het belang der Spoor wegen moeten houden, komen niet dezelfde personen zoowel in de organisatie van de Ned. Spoorwegen als in die van Spoorhout Noor. 3. Spoorhout kan aan dc Ned. Spoorwegen niet meer leveren dan deze laats ten haar besteld hebben. Zij heeft echter contractueel recht op bestelling van 80?© der behoefte van de Ned. Spoorwegen aan dwarsliggers, wis- telhout, stamhout en slijt plankjes. Dc prij zen richten zich naar aanbiedingen van an deren of naar de vrije markt. En als deze vergelijkingsobjecten ontbreken? Dan wor den dc prijzen de Commissie ziet dit in hare beschouwingen over dc gevaren der 30% clausule geheel over het hoofd in gemeen overleg vastgesteld, terwijl, indien £éen overeenstemming over den prijs ver kregen wordt, de Spoorwegen vrij blijven de desbetreffende partij elders te koopen, ook al zal Spoorhout dan niet aan de 80% der behoefte komen. Uit het bovenstaande volgt, dat dc Com missie ten onrechte een gevaar ziet in de bepaling, d .t ten minste 80% van de boven omschreven behoefte bij Spoorhout moet worden gedekt en dat er geen reden is voor de vrees, dat do bevoegdheid van Spoorbont ojp zelfstandig ook met anderen zaken ie doen voor do Spoorwegen ernstige fina'nci- eele consequenties kan hebben. Naast déze beide, naar onze ineening niet bestaande, gevaron constateert de Commis sie nog, dat dc gestie van de Spoorwegen en die van Spoorhout niet voldoende uit elkqnr zijn gehouden en spreekt zij over ..verschil- Jeno'c der in de praktijk gebleken bezwa ren". Wij betreuren, flat dc Commissie hier niet meer preciseert. Wij hebben in het Ver slag niet kunnen vinden waar de gestie van de Spoorwegen en die van Spoorhoqt niet voldoende uit elkaar zijn gehouden en zijn ons daarvan ook niet bewust, terwijl wij ook niet begrijpen op welke bezwaren de Commissie het oog hééft. Is er naar ons oordeel geen grond om aan het bestaan van Spoorhout of aan hare ver houding tot de Ned. Spoorwegen een einde te maken, wie daartoe het advies wil geven, mag wel overwegen tot welke gevolgen dat .voor het spoorwegbedrijf zal leiden, te we ten: het betalen van hoogere prijzen voor dwarsliggers en wisselhout. De Nederland- sche houthandel heeft dan weer zijn gc- heele actie is trouwens daarop gericht vrij baan en zal er gebruik van maken. Toen jaren geleden het hóuden van inschrijvin gen voor dwarsliggers en wisselhout ge staakt wei'd, bestond het vermoeden, dat dóór de handelaren afspraken gemaakt wer den en de prijzen opgezet. Bewijs daarvan hadden dc Spoorwegen toen niet. Nu wel. Waarom zou hetzelfde met weer gebeuren als Spoorhout eenmaal uitgeschakeld is? Blijft Spoorhout daarentegen bestaan, dan zal het den Spoorwegen, ook bij behoud van de tegenwoordige regeling betreffende do le veringen door Spoorhout, mogelijk zijn, evenals in de jaren 1933 en 193i inschrijvin gen te houden en op die wijze de laagste prijzen te verkrijgen. Het contracts oer Dc transactie-Xocr komt, ontdaan van alle fqmilie-kwcsties en van aan Duitsche zijde verdichte handelingen, waarmede dc Ned. Spoorwegen zakelijk niets te maken hadden of hebben, hierop neer, dat de Spoorwegen in 1928. d.w.z. in een tijd toen niemand eene prijsdaling, laat staan de tcgonwoordige cri sis mot alle daarmede gepaard gaande moei lijkheden in de afwikkeling van zaken met het buitenland kon voorzien, eene boeveel heid dwarsliggers en wisselhout hebben go- kocht tegen een toen zeer aantrekkclijken prijs, doch met deze schaduwzijden, dat de Spoorwegen voor zeven jaren verbonden waren en dut zij een deel van dc koopsom men, tegen rentevergoeding en behoorlijke zekerheid, vooruit moesten betalen. Deze zekerheid, die in soortgelijke gevallen inden regel den vorm van ccnc bankgarantie heeft kreeg hier een zakelijk karakter. De toen malige Directie der Nod. Spoorwegen heeft gemeend tot den koop te mogen overgaan, nadat zij er zich van \erzekcrd had, dat liet onderpand voldoende was en dat de bos- 6chcn, waaruit het te leveren hout vermoe delijk afkomstig zou zijn, voor het doel ge schikte stammen bevatten. Noodig was dit laatste strikt genoemen niet, daar de Spoor wegen niet, zooals bet Verslag het op ver schillende plaatsen voorstelt, hout uit de bosschen van Noer kochten, doch hout, van daar of e 1 d ers, dat voldeed aan dc gewone oischcn der Spoorwegen. Wat valt er nu te laken? In de eerste plaats naar het oordeel der Commissie het feit, dat de Spoorwegen door hpt aangaan der omschreven transactie in zeer belangrijke mate medewerkten aan het tot stand Komen van maatregelen, welke er toe strekten een der gerechtigden tot een on verdeelden eigendom tegen haar wil tot scheiding en deeling te noodzaken. Naar on ze moening mist dit verwijt eiken grond. Er is in geen enkel opzicht iets laakbaars in gelegen indien men het tot stand komen van een scheiding en doeling, ook tegen den wil van een of moer gerochtigden, bevordert. In de tweede plaats veroordeelt dc Com missie het sluiten van een contract, waarbij men zich voor niet minder dan zeven jaren op een bepaalden prijs \astlegde. Inderdaad namen de Spoorwegen daarmede een zeker risico op zich. Do vraag is slechts of dat, zooals de Commissie meent, te groot was. Wij mecnen, alles in aanmerking genomen, van niet. Zeker zouden wij de voorkeur ge ven aan een contract voor kortoren duur, maar dat was niet verkrijgbaar. Men had te nemen wat aangeboden werd of van de transactie geheel af te zien. Daarbij is toen natuurlijk overwogen, dat voorshands eer der prijsstijging dan prijsdaling te verwach ten was en dat do verkooper van plan was gebruik te maken van zijne bevoegdheid meer dan het gemiddelde jaarkwantum te leveren. De gehcclc leverantie zou dan ver binnen de zeven jaren afgcloopen zijn, waar na de Spoorwegen eene optie hadden voor een \erdere hoe\eclheid dwarsliggers cn wisselhout tegen lagere prijzen. Dat de Spoorwegen in formeel opzicht slechts eene zekere doch niet voldoende voorzichtigheid bij het sluiten van de trans actie betracht hebben het derde verwijt der Commissie, kunnen wij niet toege ven. Het contract is gemaakt door een daar voor in alle opzichten berekenden, ons sinds jaren bekenden, Duitschen advocaat in over leg met den toenmaligen secretaris der Spoorwegen jhr. dr. E. L. Elias, die over groote kennis van het Duitsche recht be schikte en vermoedelijk daarvan niet min der. doch heel wat meer wist dan de meeste Nederlandsche advocaten. Wij komen nu aan dc uitvoering van het contract en aarzelen niot te erkennen, dat het toestaan van eene vermindering der con- tractucele amortisatie, achteraf bekeken, bo ter achterwege gebleven ware. Het staat voor ons echter muurvast, dat in alle geval len in dc vermindering slechts is toegestemd omdat levering van het hout zeor gewenscht werd. Dc Commissie ontkent dit op grond van de door haar becijferde behoefte cn te verwachten voorraad. Naar het ons voor komt. zijn die cijfers niet zoodanig, dat hot noopt het aangevoerde motief in twijfel te trokken. Het spreekt van zelf, dat hij, die aansprakelijk is voor dc aanwezigheid van het hout, dat voor onderhoud van den weg noodzakelijk is en voor werken somtijds in grooten getale op korten termijn verlangd wordt, de toekomstige behoefte ander beoor deelt cn gevoelt dan eene Commissie, die eenige jaren daarna het verloop van zaken nagaat. Andere overwegingen dan het be lang van het spoorwegbedrijf hebben bij de beslissingen zeker niet gewogen Het in ditzelfde verband door de Com missie gehouden betoog, dat de levering op het contract-Noer tegen verminderde amor tisatie voor de Spoorwegen finantjeel on gunstiger was dan de levering op een even tueel tc sluiten nieuw contract, berust op dc veronderstelling, dat dc Spoorwegen in No vember 3931 eiken liggers zouden hebben kunnen koopen tegen omstreeks 3.— per stuk. Wij achten dat geheel onaannemelijk en begrijpen niet hoe de Commissie aan de zen prijs gekomen is. Wij betreuren, dat geen eenstemmigheid bestaat tusschen onzen Chef van den Dienst van Weg en Werken en ons met betrekking tot de vraag, in hoever door ons machtiging is verleend tot het toestaan van amortisatie vermindering, en nog meer, dat de Commis sie gemeend heeft ook van deze interne aap gelegenheid in haar Verslag melding te moeten maken. Helaqs kunnen wij deze zaak niet ophelderen. Onze bedoelde hoofd ambtenaar is niet minder overtuigd van de juistheid zijner verklaring dan wij van de onze en er is geen reden de eene vérklaring boven de andere te stellen. Wij zullen dè tegenstrijdigheid moeten zien als een gevolg van de weinig formeele. mondelinge wijze, waarop de meeste zaken dóór ons met de hoofdambtenaren afgedaan plegen te wor den, ch zeker niet als cauü aanwijzing, dat in zaken van overwegend belang eene beslis sing genomen wordt, die van ons oordeel afwijkt. Immers is dc be-sproken hoofdamb tenaar juist overtuigd onze beslissing ge vraagd en dienovereenkomstig gehandeld te hebben. Eenige maatregel behoeft dus zeker niet genomen te worden. De Commissie acht het volkomen onjuist, dat de Spoorwegen instemden met de wel zeer eigenaardige wijze, waarop Rantzau- Gokkes zich met betrekking tot dc uitvoe ring van het Contract-Nocr meende te mo gen gedragen en is van oordeel, dat hier een ernstig verzuim is gepleegd en dat niot had mogen worden nagelaten alles in het werk ie stellen om de aanspraak op levering, wel ke het contract-Noer gaf. tc doen geldon. Op welke levering hadden de Spoorwegen aanspraak In totaal op 420.000 dwarsliggers en 11.000 M\ wisselhout, doch per jaar op niet meer dan 30.000 liggers en 1000 M3. wis- sclhout. Deze minima zijn geleverd, behalve in bet eerste jaar en, indien de overboeking buiten beschouwing gelaten wordt, in het tweede jaar. Nu hadden (le Spoorwegen in het cersfo jaar geen reden om op levering aan te drin gen, terwijl zij toen moer belang zagen in het behouden van het contract dan in het gebruik maken van hun recht dc overeen komst wegens niet voldoen aan den mini- mum-lcverinpsplicht op te zeggen. In het tweede jaar was do prijsdaling niet van dien aard, dat het gewenscht was van het con tract af Ic komen, terwijl <lo toestand in Duitschland zoodanig was, dat van executie van het landgoed Noer geon goede uitkom sten voor dc Spoorwegen verwacht mochten worden. Welken maatregel hadden de Spoor wegen nu in die omstandigheden togen dc nalatige Ranfzau/Gokkes kunnen nemen? In elk geval hadden zij, spreekt de Commis sie uit op hiadz. 32 van het verslag, het recht van opzeggen niet moeten verwerken (door het medewerken tot overboekingen, waarover aanstonds), doch in handen moe ten houden, ten einde daarvan eventueel ge bruik te maken hij pogingen tot het verkrij gen van cone betere uitvoering van hot con tract of zelfs van wijziging der contractu eel© voorwaarden. Alsof zoodanig in handen houden mogelijk ware! Dc Spoorwegen be hielden dat recht slechts tot hot tijdstip, waarop aangeleverd zou zijn. Dat was in September 1931 het geval door dc overboe king cn zou zonder die handeling konen tijd later door rechtstreeksche levering het geval geweest zijn. Het adres besluit: Niemand kan moer dan wij betreuren, dat het contract-Noer den Spoorwegen niet het verwachte voordeel, doch nadeel opgeleverd heeft en dat de uitvoering niet in elk op zicht gelukkig geweest is, maar noch het een noch het ander behoeft, naar het ons voorkomt, tot scherpe critiek te leiden, in dien men slechts de omstandigheden, waar onder zij plaats vonden, in aanmerking neemt. Zeker is bij het sluiten van de Noer- transactie. hoe men daarover overigens mo ge oordcclen. de grens vin hot commercieel geoorloofde niet overschreden. Wcnscht men dat het Ncderlandschc spoorwegbedrijf com merced beheerd wordt, en naar wij mecnen is dat ook het verlangen van Uwe Kamer, dan zal men bij de bcoordoeling van de uit komsten van dat beheer ook een commerci- celon maatstaf moeten aanleggen. Doet Uwe Kamer dat, dan zal haar oordeel ten opzich te van Noer mild en ten aanzien van Spoor hout onverdeeld gunstig moeten luiden. Voormalige kapitein van „De Hoop II" IJm. 40 voor zes maanden gc- schorst AMSTERDAM, IS Juni. De Raad voor dc Scheepvaart heeft heden uitspraak go- daan inzake de klacht van den Inspecteur- Generaal voor de Scheepvaart togen den toenmaligen kapitein van het stoomvis- schersvaartuig „De Hoop II" IJM. 40, we gens het met lading naar zee vertrokken, zonder de vereischte papieren als vracht schip en zonder dat zijn vaartuig voorzien was van uitwateringsmerken. Dit schip is naar men zich herinneren zal geruimen tijd door de Engelsche autoriteiten vastgehouden wegens smokke larij van spiritus, welk feit den eigenaar van hot schip niet bekend was. De Raad is, met den inspecteur-generaal voor do Scheepvaart, van oordeel, dat dc aangeklaagde op "zeer ernstige wijze zijne verplichtingen als gezagvoerder van een Nedorlandsch schip heeft verzaakt. Hij heeft willens cn wetens gehandeld tegen dc wet telijke voorschriften en schade berokkend aan den naam van de Ncderlandschc scheepvaart in binnen- cn buitenland. Dc klacht is dus gegrond en een zware straf is hier naar 's Raads oordeel op haar plaats. Mitsdien straft do Raad, uitspraak doende bij verstek, den betrokkene door hem de bevoegdheid te ontnemon om als kapitein te varen on een schip, als bedoeld bij artikel 2 dpr Scnepenwet, voor den tijd van zes maanden. VERZET TEGEN DE POLITIE AMSTERDAM. 18 Juni. In den afgeloo- pen nacht maakte een groep burgers, die naar de markt ging, het op het Waterloo- plein verschillende voorbijgangers lastig. Een agent van politie, die in burger was, legitimeerde zich en gelastte de belhamels met hun plagerijen op te houden. Een uit het groepje, een ongeveer 30-jarige man, keerde zich daarop tegen den agent en gaf deze een slag tegen de kaak. Onmiddellijk haalde de agent zijn gummistok voor den dag en diende zijn tegenstander daarmede zoo'n pak ransel toe. dat deze op straat viel. Bii zijn poging rlen man naar het bureau J. D. Meyerplcin over te brengen, verzette deze zich hevig, zoodat drie veld wachters, die in de buurt waren, te lnilp moestón komen om den arrestant over te brengen. Hij is aan het bureau in arrest ge steld en zal wegens poging tot mishande ling aan de Justitie worden overgegeven |03 sfh0lin d0 kennismaking erg ge- nrlln 1 "P" vaait)e van een auio kwam hot beest pp Drein Drente] af. t Leek wel een i-eusaohtieo slant nin.ir taat. een reusaóhtigo slang, maar \vL e,ï ecn P"®1' geweldige horens op kop. or rleP 'Drein Drentel „Help!", maar alweer tonder resul- lüi. Het zeemonster was intussohen vlak bij gekomen. Uit zijn neusgaten kwamen wittj wolkon. Drein Drentel had het touw genomen waarmee hij anders zijn» jasje diohtbond, maar dat was veel te kort om or iets moe te beginnen. Het zeemonster keek Drein aan of bet z.'ggen wou: Nou vriendje, jij gaat er aan. Ik eet je op!" Zij verwierf zich naast vijand* schap ook het vertrouwen van velen Het Juninummer van het Tijdschrift voor de Politie bevat oen artikel van wachtmees ter Ch. G. de Gier. dat hij in opdracht van don brigade-commandant van hot tijdschrift opstelde. Wij ontlecncn er aan: Van dc elf jaren, die ik nu to Oss werk zaam ben, hebben speciaal de laatste jaren ann de aldaar gestationneerde brigade der Kon. Marechaussee veel moeilijkheden en talrijke teleurstellingen gebaard. De brigade omvatte voorheen vijf man cn mot tusschen- poozen vier en ook wel eens drie man. Als men weet, dat do bevolking nabij de 16.000 zielen telt en de gomeento Oss met haar honderden binnenwegen en paden zeer uit gestrekt is, zal het duidelijk zijn, dat wij ons door onze geringe getalsterkte zoo goed als machteloos go voelden en dat hot geboef te, mede dientengevolge, in staat was een ware terreur uit te oefenen. Dit waren pijn- lijko toestanden. Eerst toen er herhaaldelijk roofovervallen en zelfs roofmoorden plaats vonden en hadden gevonden, greep dc over heid in cn werd de reeds zoo lang verbeide versterking verkregen. De brigade der Kon. Marechaussee werd nu op tien man gebracht, terwijl er tevens twee detachementen, ieder van vijf man, in de onmiddellijke nabijheid van Oss werden uitgezet. Onder leiding van opperwachtmeester Mintjcs, geassisteerd door zijn oudste wacht meesters, die toen meer in het bijzonder met recherchewerk konden worden belast, werd er dag en nacht onafgebroken dienst ge daan. Niemand der dieven cn inbrekers werd met rust gelaten; telkens, soms drie of vier malen per dag. werden de verdachte personen aangehouden cn gefouilleerd. Kort hierop volgde cr een ware veldslag, ten woonhuizc van dc Bic, waar het geboef te zich ten getale van 30 man had verza meld en zich, toon het zich ontdekt zag, met geweld tegen ons keerde. Er vielen harde klappen, doch wij bleven het canaille de baas. Er werden hierbij vijf dieven min of meer ernstig gewond. Dit miste zijn goede uitwerking niet Ter wijl een zware surveillance werd onderhou den, verden door de wachtmeesters de stille kroegen meermalen daags, op verschillende tijdstippen, bezocht. Bij deze bezoeken trachtten wij relaties aan te knoopen. Alhoe wel dit vooral in den aanvang met groote moeilijkheden en ten koste van vele opoffe ringen gepaard ging, omdat men in ons niet anders dan vijanden kon zien, gelukte het ons geleidelijk meer vasten voet te krijgen en leerde men ons beter kennen en begrij pen. Meermalen gebeurde het, dat wij uren stonden of lagen te luisteren naar de ge sprekken. die door de dieven onder drink gelagen in die stille kroegen werden ge voerd. Een enkelen keer. boekten we dan een klein succesje, als wij blijk gaven gewapend te zijn met geheimen, welke hun (den die ven), naar zij meenden, alleen bekend kon den zijn. Zoo moesten wij ons dikwijls aan een stroohalm vasthouden. Af en toe mocht het ons gelukken een klein tipje van een sluier op te lichten. Dagèn achtereen waren Aangifte Inkomsten en 5 Vermogensbelasting ACCOUNTANTSKANTOOR H H. en J. DE VRIES k Lid Ned. Inst. v. Rel. Consulenten WIJERSSTRAAT 25 AMERSFOORT. wij vaste klant in die kroegen, waarvan wij onderwijl do zokorheid hadden gekregen, dat zij, indien dczclver bezoekers wilden spreken, in onzen arbeid van veel nut zou den zijn. Hun, dio ons inlichtingen verstrek ten, waren wij op onzo beurt zooveel moge lijk van dienst. Ook deze tactiek had succes. Men begon te begrijpen, dat wij, behalve de sterke arm, ook do helpende hand waren. Zoo leerde men ons kennen en langzamer hand vertrouwen. Onzo aldus verworven ..vrienden" worden door den zich belaagd voolcnden vijand zeer wantrouwend aangezien en werden' niet zel den als „verrader" bestempeld, met het ge volg, dat ook dc andere partij dikwijls los lippig werd on uit wraak tot nog toe zoo zorgvuldig bewaarde gohcimcn aan ons ver klapte. Zoo tobbende cn vasthoudende, dag cn nacht spourende en zoekende, kwamen wij streepje voor streepje vorder. Wij leerden aldus deze aparte bevolkingsklasse kennen en begrijpen en ook haar nog goede eigen schappen waardcorcn. Teerc punten werden niot dan met de noodigc distinctie aange roerd, bedacht als wij er op waren, dat het hier menschen betrof, die op een uitzonder lijke wijze moesten worden tegemoet getre den. Wij zorgden or dan ook angstvallig voor, dat wij tegen hen geon boogen toon aansloegen. Wel gingen wij met beslistheid tc werk, doch nimmer waren we onbeleefd* Bovendien waakten wij er voor, dat on?e be grippen van waarheid en eerlijkheid in geen enkel opzicht in twijfel konden worden ge trokken. De ons opgelegde taak was zwaar, doch* zij was gezien het resultaat de moeite dubbel cn dwars waard. Dat we geslaagd zijn, danken wij mode» aan den steun, welke ons in zoo ruime mate door do justitie en onze chefs is verleend. ERNSTIG MOTORONGELUK AMSTERDAM, 18 Juni. Vanmorgen is op de Nassaukade een motorrijder, dio ocnigen tijd achter een drietal auto's had gerecjen, en passccren wilde, fn botsing gekomen met een driewieler, die juist op dat ino- ment den weg overstak. De motorrijder kwam in zoo hevige aanraking met den driewieler, dat hij het bewustzijn verloor. Do Geneeskundige Dienst heeft hem met een zware hersenschudding, een schedel breuk en een gebroken arm naar het Wil helm inagast hu is vervoerd. Nader vernemen wü. dat het slachtoffer is de heer J. Krijgsman, voormalig voor zitter van den Bond van Sociaal-Democra tische Studentenclubs, thans tijdelijk pro pagandist van de S.D.A.P. met standplaats te Alkmaar. DE VERKIEZINGEN VOOR DE EERSTE KAMER AMSTERDAM. IS Juni. De candidaat- stelling voor de verkiezingen van 25 léden der Eerste Kamer zal op 9 Juli a.s. plaats ljeb- ben, terwijl, naar wij vernemen, de verkie zingen in de betrokken Provinciale Staten op Vrijdag 26 Juli a.s. zullen wordéil ge houden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 5