Verlaging der onderwijsuitgaven BEZWAREN TEGEN Weg tusschen producent en consument vrij! I Maison Moderne - Westsingel 21 „Kijk eerst bif Moderne" De nieuwe Waldorp Radio-toestelien zijn aangekomen! Radto-toestellen PELLERINE FEUILLETON GEVAARLIJK SPEL te BLAD PAG. 1. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 19 OCTOBER 1935 SALARISVERLAGING Memorie van Antwoord op het wetsontwerp ver* schenen Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer nopens het wetsont werp tot verlaging van de openbare uilgaven voor het onderwijs. Aan dit verslag wordt het volgende ontleend: Onder erkenning, dat het salaris- vraagstuk in het algemeen bij dit ont werp niet aan det orde is en de voor nemens van de regeeririg met betrek king tot de jeugdsalarissen blijkens de Millioenennota niet slechts de onderwij zers, maar ook de ambtenaren en werk lieden in Overheidsdienst betreffen, stelden eenige leden er toch prijs op, bij de behandeling van dit wetsontwerp hun standpunt omtrent het salaris- vraagstuk uiteen te zetten, voor zoover d'it in het bijzonder betrekking heeft op de salarieering van onderwijzers. De regeering heeft haar voornemen aangekondigd, de ambtenaarssalarissen met 5 te verlagen; deze verlaging zal worden toegepast, op alle salarisnor- men: op grondsalarissen, op toeslagen, op periodieke verhoogingen, enz. Dit is, naar de meening van deze leden, voor de onderwijzers kwalijk te aanvaarden. In de behandeling der onderwijzers salarissen zijn in het verleden fouten gemaakt: deze moet men herstellen, maar niet verergeren en toespitsen. De grondsalarissen bchooren niet gekort te worden. Mocht korting onvermijdelijk zijn, dan zou deze kunnen worden toe gepast op heigeen daarboven komt. Eenige leden zouden het een goede bezuiniging achten, indien alle kweek scholen voor onderwijzers zouden wor den opgeheven en de kweekelingen voortaan hun opleiding aan de hoogere burgerscholen zouden ontvangen. Wan neer daarnaast de u.l.o.-scholen zouden worden opgeheven, zou daarmede een groote bezuiniging worden bereikt. Vele leden verzetten zich tegen deze denkbeelden, waarbij zij er op wezen, dat de H.B.S.-opleiding toch gevolgd zou moeten worden door een speciale opleiding voor onderwijze)-, een ander soort kweekschool* dus. Zulk een oplei ding zou dus niet goedkoooper, maar integendeel duurder zijn dan de be staande. In het belang van de werklooze on derwijzers, in het-belang ook van het onderwijs, verklaarden verschillende leden zich voorstanders van het ontslag van de gehuwde oroderwvo,essen, waardoor voor 1937 een bcziuin'ghig van een millioen gulden zou worden ver kregen. Andere leden kwamen hiertegen op. Zij zouden er ernstig bezwaar tegen hebbet), de gehuwde vrouw geheel uit de school te "weren en zelfs aan in dienst zijnde vrouwen zonder eenig mo tief, ontleend aan haar eigen positie, ontslag te geven. Weer andere leden, die ook hunner zijds meeritten, dat de gohuwde vrouw niet in de school thuis hoort, betwijfel den echter, of de bezuiniging, die hier in gelegen is, niet overdreven is. Eenige leden drongen wederom aan op een wettelijke bepaling, waarin ook voor gemeentelijke hoogere burgerscho len en gymnasia zou worden voorge schreven heffing "van een schoolgeld, niet lager dan de Rijksregeling. Andere leden merkten op, dat het Rijk een dergclij'ken eisch in elk ge val niet dient te stellen aan gemeente lijke scho'cn, waarvoor geen Rijkssub sidie wordt genoten. Ondanks de toezegging in de Memo rie van Toelichting, kon de voorgestel de schoolgeldregeling verscheidene le den weinig bevrediging schenken. Te- een de vooreest el de regeling werd door deze leden ook nog als bezwaar aan gevoerd, dat de schoolbesturen geen schoolgeld kunnen heffen naar het ver ruigen. aangezien de gegevens van de vermogensbelasting niet te hunner be schikking staan. Vele leden konden zich in het geheel niet voreenigen met het voornemen van de regeoring, een aantal rijks hoogere burgerscholen om te zetten in scholen mot driejarigen cursus. Naar hun mee ning zullen vooral de kleine plaatsen en het omringende platteland den w eerslag van den voorgenomen maat regel ondervinden. Voouts konden verscheidene leden geen vrede hebben met de rol, aan den in specteur van het 1. o. toegekend in zake de beoordeeling van de al of niet geschiktheid der leerlingen om u.l.o.- onderwijs te ontvangen. Wanneer de regeering meent, dat het noodzakelijk is, leerlingen van het u.l.o. uit te slui ten, aan wie dit onderwijs niet besteed is, dan stelle zij daarvoor een objectieve norm in de wet door bijvoorbeeld te be palen, dat bij de toepassing van de sub sidie-bepalingen buiten aanmerking blijven de leerlingen, die meer dan een maal na het doorloopen van een klasse der school voor u.l.o. niet tot de daar opvolgende klasse bevorderd zijn. Verscheidene leden waren met de re geering van oordeel, dat aan de abnor male sterke bezetting van het eerste leerjaar van u.l.o.-scholen een einde moet komen. Het stemde vele leden tot voldoening, dat de regeering, gehoor gevende aan den sterken aandrang uit de Kamer, haar voorstel tot invoering van het kweckelingeninstituut heeft prijSgege- Verdeeling der salarissen Met het thans voorgedragen voorstel konden verscheidene leden zich echter evenmin vereenigen. De regeering kon digt nu haar voornemen aan, aan alle onderwijzers tot hun vier-en-twintigste of vijf-en-twintigste jaar een jaarwedde van 500 toe te kennen. Aan de critïek op het voornemen, dat deze maatregel alleen voor de onderwijzers bij het la ger onderwijs zou gelden, is de regee ring in zooverre tegemoet gekomen, dat deze bepaling van kracht zal zijn voor jeugdige ambtenaren, onderwijzers en werklieden in overheidsdienst. Hoe wei nig deze leden ook met het. stelsel van de regeering konden instemmen, toch wilden zij nieL nalaten, de regeering in overweging te geven, de jeugdsala rissen niet op 500, maar ten minste op ƒ800 of j S50 te stellen. Moet men tot bezuiniging komen, dan is het beter de totale uitgaven aan salarissen bil lijker te verdeelen. Indien de regeering van oordeel is, dat een zeker bedrag aan Salarissen niet kan worden over schreden, dan is het beter, tic vrij hoo gs u.l.o.-marge omlaag te drukken. De verhouding van de salarissen van on derwijzers bij het g.l.o. en het u.l.o. en van de hoofden van scholen bij het g.l.o. is niet goed. Boventallig personeel Verscheidene leden merkten op, dat ingevolge lid 1 en 2 van artikel 3 van paragraaf 7 een wachtgelder, die een betrekking als boventallig onderwijzer in vasten dienst aanvaardt en wiens wachtgeld deswege vervalt, bij later ontslag wegens opheffing zijner, betrek king geen recht zou hebben op wacht geld ten laste van het Rijk, met alle ge volgen van dien in verband met her- benoembaarheid als onderwijzer voor rijksrekening. Volgens het tweede lid van dit artikel kan de kroon zelfs in dit geval geen wachtgeld vcrleenen. Het gevolg hiervan is, dat het aanvaar den van een betrekking als boventallig onderwijzer in vasten dienst door een vachtgelder redelijkerwijs niet meer kan worden geëischt. Zij drongen er daarom op aan, een regeling te treffen, waarbij niet teloor gaan de rechten, welke een wachtgelder bij aanvaarding van een betrekking in vasten dienst aan een vroeger op wachtgeld stellen had kunnen ontleenen. Afgescheiden hiervan, zoo merkten andere, leden op, is het eer» ernstig be zwaar. dat niet vaststaat, wie der on- KLEEDINGMAGAZIJN KI NpEïjïkLEEDING AM 6bsfoobt-UTBECHT-zeist derwijzers van de school boventallig is of zal worden. Dit lot kan een gehuwden onderwijzer treffen, die bij zijn benoe ming er op rekende, tot het verplicht personeel te behooren en dus bij ont slag wegens opheffing van de betrek king zoowel aanspraak op wachtgeld als recht op benoeming aan een andere school meende te hebben. Beide voor rechten kunnen hem door het gemeen te- of schoolbestuur ontnomen worden, doordat hij in voorkomend geval als boventallige ontslagen wordt wegens opheffing van zijn betrekking. De wet dient zulk een staat van rechteloosheid te voorkomen. Verscheidene leden konden zich niet vereenigen met het voorstel van de re geering, de rijksvergoeding voor het u. 1. o. tot vier leerjaren te beperken. De vijfjarige school voor u. 1. o. voorziet op goedkoope wijze uitnemend in een dringende behoefte. VERHOOGDE RECHTEN QP BENZINE De stijgingscurve van het autoverkeer zal er .door lijden Een adres der Bataafsche Naar aanleiding van het bij de Twee de Kamer der Staten Generaal inge diende wetsontwerp tot financieering van bruggenbouw door middel van ver hoogde rechten op benzine, heeft de N. V. Bataafsche Import Maatschappij een adres aan de leden van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal gezonden. Hierin wordt allereerst gewezen op het feit, dat ondanks do afgelegde re- geeringsverklaring in haar Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer tld. 9 December 1931, de lasten op het auto verkeer, ongeacht de verhooging der op centen van dc Personeele belasting nog drie malen verhoogd werden. Adressante zegt, dat wanneer de re geering door telkens nieuwe belastin gen of verhoogingen .als het ware em pirisch tracht vast te stellen hoe ver kan worden gegaan, vooraleer do be lastingopbrengst. uit. de bepaalde bron daalt, zij dan een kunstmatigen druk op de ontwikkelingscurve zal leggen, die dan zal leiden tot een daling dier curve en een daarmee gepaard gaande vermindering van de belastingop brengst. Er wordt op gewezen, dat niet alleen het onderhavige wetsvoorstel tot verhooging der benzine-belasting, doch vele andere, zoo juist aangekondigd of in de laatste jaren ingesteld bij adres sante den indruk vestigen, dat het mo- mentecle belang van 's lands kas ten zeerste praevaleert boven de tegenwoor dige en toekomstige economische be langen van heel het volk. Dameshoeden - Handschoenen - Shawls EEN GOEDE RAAD: Enorme collectie in elke prijsklasse LES VAN DE LAATSTE JAREN Rede van F. H. Fentener van Vlissingen in Den Haag 's-GRAVENHAGE, 18 October. In de vandaag hier ter stede gehouden 25ste algemeene vergadering van het Ko ninklijk Nederlandsch Landbouwcomité hield de heer F. H. Fentener van Vlissingen, voorzitter van de Inter nationale Kamer van Koophandel te Utrecht een inleiding met het onder werp: „De tegenwoordige economische moeilijkheden, gezien in internationaal verhand." Het bedrijfsleven der moderne cul- tuurstaten, zoo zeide spr., is allengs zoo onderling samengegroeid, dat iedere na tionale economische ci'isis internationa le gevolgen moet hebben. Wij hebben thans evenwel te doen met een wereldcrisis, welke slechte door in internationaal verband genomen maatregelen is op te lossèn. Reeds heel wat zal er gewonnen zijn als algemeen het inzicht baan breekt, dat dc eenig mogelijke oplossing om uit de crisis te geraken, in een bepaalde richting moet worden gezocht. Indien de jaren, welke achter ons lig gen, ons iets geleerd hebben, dan moet het toch wel zijn, dat pogingen om een nationale volkswelvaart ondanks de we reldcrisis te behouden door middel van verdedigingsmaatregelen, die niet an ders kunnen zijn dan aanvallen op an deren, aanvallen, die nog heviger te genaanvallen uitlokken, de internatio nale volkswelvaart, de wereldhuishou ding slechts kunnen schaden en dat geen land sterk of machtig, rijk of on afhankelijk genoeg is om daarvan niet wederom aan eigen lijve den terugslag te ondervinden. Dat modern economisch raderwerk is zoo gecompliceerd, dat het voor een juist inzicht in breederen kring noodig is, dat wij het vraagstuk, waarvoor wij ge plaatst zijn, steeds weer tot zijn een- voudigsten vorm terugbrengen. In het internationale bedrijfsleven was, vóór den oorlog, de efficiëntie, zeer ver doorgevoerde arbeidsverdeeling, die meer rekening hield met de economische structuur der verschillende bevolkings centra dan met de nationale grenzen, te beschouwen als de veer, die het rader werk op gang houdt. De beste arbeidsverdeeling werpt ech ter geen nut af, indien de resultaten van dien arbeid niet doelmatig kunnen wor den uitgewisseld. Als eischen, waaraan béhoort te worden voldaan, noemde spr. I. Vrffe weg van producent tot verbrui ker; II. Stabiele betaalmiddelen, wel ke internationaal bruikbaar zijn; III. Een internationaal werkend cre- dietstelsel; IV. Evenwicht tusschen de koopkracht van de groepen, welke de verschillende geledingen van ons bedrijfsleven vormen. Achtereenvolgens werden deze pun ten nader toegelicht. Spr. wees op de groote verstoring, wel ke de wereldoorlog in het internationale arbeidsverdeeling heeft gebracht. Om dc groote schade aldus aan de welvaart geleden, te herstellen, had men tot een nieuwe internationale arbeidsverdeeling moeten komen, weer op basis van het systeem, dat goederen daar geprodu ceerd en diensten daar bewezen moeten worden, waar zulks liet best en het goed koopst kan geschieden. Dit is niet gebeurd. Spr. constateerde, dat economische eenheden uiteen zijn gevallen, dat reparatieverplichtingen en self-sufficiency hun invloed hebben doen gelden, dat muntverzwakkingen hebben plaats gehad, dat het internationale cre- dietsysteem op losse schroeven is ge bracht en dat de industrie loonen in de cultuurstaten ten opzichte van de loo nen in den landbouw onevenredig zijn gestegen. In plaats van den weg tusschen produ cent en verbruiker vrij te maken heeft men hem hoe langer hoe onmogelijker gemaakt. De handelsbelemmeringen heb ben tot monetaire ontreddering tot nieuwe, ernstiger handelsbelemmeringen (contingenten) geleid. Op het oogenblik is het de vraag of de internationale handel meer geknot wordt door maatregelen van handelspoli- ticken aard, dan wel door monetaire moeilijkheden. Devalueerqnde munteenheden hebben thans 36 landen, welke 60 van de we reldhandel omvatten. De wereld bevindt zich thans aan een kruisweg. Zij zal moeten terug- keeren tot het beproefde systeem van internationale arbeidsverdee ling en dit moeten verbeteren en aanpassen aan gewijzigde omstan digheden of zij zal bewust moeten streven naar meerdere zelfverzorging der nationale volkshuishoudingen. De belemmeringen van den internatio nalen ruil van goederen zullen zooveel mogelijk uit den weg moeten worden ge ruimd, er zullen stabiele munteenheden moeten worden gevonden, welke interna tionaal bruikbaar zijn, het schuld- en credietvraagstuk zal moeten worden ge regeld. Zonder stabiliteit geen vertrouwen, zonder vertrouwen geen blijvende ople ving. En deze opleving is juist noodig om voor de regeeringen een liberaler han delspolitiek mogelijk te maken. Wij bevinden ons hier in een vicieu- zen cirkel en de meeningen zijn verdeeld over dc vraag, waar deze doorbroken moet worden. Tenslotte zeide spr., dat dc Internatio nale Kamer van Koophandel de instel ling van een studiecommissie heeft be vorderd, om te trachten een oplossing hiervoor te vinden. POSTGIROVERJIERR MET ITALIë VOORLOOPIG GESTAAKT 's-GRAVENHAGE, 18 Oct Ingevolge een van de Italiaansche postadministra- tic ontvangen mededeeling is het giro- I verkeer tusschen dc postrekeningen, aangesloten bij genoemde administratie en die hij den postcheque- en girodienst, voorloopig gestaakt. Zoöals reeds is medegedeeld is een verzoek van dien aard door het bestuur der Italiaansche posterijen gedaan. Opgemerkt zij, dat het postgiroverkeer tusschen Nederland en Italië slechts weinig te beteekenen heeft. SANCTIE-ONTWERP IN DE TWEEDE KAMER 's-GRAVENHAGE, 18 Oct. Naar wij yernemen, zal de Tweede Kamer wor den bijeengeroepen tegen Dinsdag a.s. te 1 uur. Mededeeling zal dan worden gedaan van een besluit der centrale af- deeling. De bedoeling, is, dat onmiddel lijk na de openbare vergadering het gisteren ingediende sanctie-ontwerp in de afdeelingen zal worden onderzocht. DE PACIFISTISCHE BETOOGING TE HILVERSUM Minister De Wilde heeft, mede na mens Minister Van Schaik, ten vervol ge op de beantwoording van vragen van den heer Albarda in verhand met het optreden van een rechercheur van poli tic tegen een tweetal sprekers in een door eenige pacifistische vercenigingen te Hilversum op 7 September j.l. beleg de samenkomst o.m. het volgende me degedeeld: Dit een ingesteld onderzoek is geble ken, dat de sprekers op dc bijeenkomst op 7 September j.l. te Hilversum, wien het spreken is belet, zich niet hebben 100 pCt. Nederlandsch fabrikaat. Zoo iets moois zag en hoorde U nog nimmer! Vraagt huurkoop condities. maatïT uw nuismtco qczcu/g Vc i Te!. 398 gehouden aan de voorwaarden, waar* onder de gemeente Hilversum een ter rein voor die bijeenkomst heeft afge staan. Deze voorwaarden behelsden o.m. dat op de bijeenkomst geen anti-milita- ristiisch streven naar voren mocht ko men. Zij zijn, naar den ondergeteeken- den bleek, duidelijk en uitdrukkelijk aan de leiding der bijeenkomst te voren kenbaar gemaakt. STRAFZAKEN V03R DE RECHT BANK TE '3-HERT0GENB0SCH DEN BOSCH, IS Oct. Op Donder- dag, 31 October a.s. zullen voor de Rechtbank te \s-Hertogenbosch de vol gende strafzaken worden behandeld: Tegen den 23-jarigen H. A. van der Putten, bijgenaamd Dc Rut, en den 23- jarigen landbouwer A. J. Hendriks, bij genaamd Jonge Toon de Soep, als ver dacht van den roofoverval te Oijen in den nac'it va i 15 op 16 Mei 1931, waar bij een der gebroeders Verhoeven werd ge-lood: tegen den 23-jarige J. C. Ceelen. ver dacht van den moord op den eaféhou- der Van der Pas te Berghem op 9 No- vet nber 1932; legen Van der Putten, Hendriks, P. de Bie en Ceelen, allen verdacht van den roofoverval te Uden in den nacht van 29 op 21 Februari 1934 bij W. Boumans, waarbij f 1900 werd gestolen en ten slotte tegen den 45-jarige T. J. L. Kooien, verzekeringsagent te Tilburg, verdacht van uitlokking van den roofoverval te Uden en van heling. UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM AMSTERDAM, 18 Oct. Het hoofd gebouw der Universiteit zal op den dag der begrafenis van Prof. Mr. J. Loosjes, Zaterdag 19 October a.s., van twaalf tot drie uur gesloten zijn. Geslaagd voor bet cand. ex. rechten de heer J. H. van Wijk. R.K. HANDELSHOOGESCHOOL Til BUIIG, IS October. Geslaagd aan de R.K. Hanrlelshoogeschool te Til burg, hoogeschool voor economische en sociale wetenrchanpen, voor het candi- daatsexamen in de handelswetenschap- non de heer J. J. P. M. Eikhuizen, Den Haag. ACADE&IENIEUWS Geslaagd voor het Kerkl. Voorbcr. Examen: G. J. Hintz- hergen, G. H. W. v. Medevoort, J. den Hollander. Doet. Sociale Geografie: J. G. v. d. Valk, F. .T. Ormeling. Cand. Rechten: F. M. van Lindert. Doet. Rechtswetenschap: J. N. van Woerkom. „DE PAPAVER" het speciaal huis voor wol en handwerken UTRECHTSEWEG85VAN L'AMEE D'OR TELEFOON 15 Aan materiaal 2.80 Patroon gratis Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 71 „Dan moet het gebeuren. Dan zal ik ntei trachten ie over te halen om iets oneervols te doen. Valda. die arme Val- da zal maar de schim van een man hebben. Zoo sterk als ie bent zou ik je toch van haar kunnen afnemen. Ik heb maar mijn armen uit te strek ken en „Stella!" riep hij hartstochtelijk. „Maar je zoudt nooit gelukkig zijn en ik zou niet tevreden zijn als ik je niet heelcmaal had. In zekeren zin heb ik mede'Men met Valda. Je zult je best doen rol te spelen, maar ie zult er nooi. t) slagen, Je zult altijd iets ver bei-:- en zij zal dat weten dat is het stinct van dc vrouw die lief- beef Dan zal haar dc straf eerst be ginnen. Ja. ik heb medelijden met Valda. Vertel me nu over jezelf. Zijn al je mnqilykfcic^cn yoorbji?" „Ja. Ik ben oi> de Clytie'. Admiraal Langton was heel aardig voor me. Hij heeft tue deze kans gegeven." „Dan zul je het ver brengen en ik zal je volgen in je heèle carrière. Daar blijft toch nog iets heerlijks over dat niemand me kan afnemen." „Stella, lieveling. Ik ben zoo onge lukkig. Ik zrfit je'in uliin armen willen nemen en ie met kussen bedekken, je oogen. je lippen." Hij liep verlangend op haar toe met uitgestrekte armen, maar zij deinsde terug. „Neen, Guy," zei ze met een droevig lachje, en zijn armen vielen langs hem neer. Ze nam zacht zijnhand in de hare en ze gingen naast elkaar zitten. „Dit zal een van mijn herinneringen zijn. Dit en de paar dagen vóór al die ellende begon. Wat was ik dom! Waar om kon ik je niet vertrouwen? Dan zou alles nu zoo anders zijn geweest. En nu moet ik je aan een andere vrouw afstaan. Guy, liefste, beant woord me één vraag: Als ik mijn armen om je hals sloeg en ie vioee om je eer te vergeten en met mij te trou wen, wat zou je dan antwoorden?" Hallam had niet langer de kracht om te weerstaan. Met een kreet van verlangen trok hij haar dicht tegen zich aan en kuste haar keer op keer. Haar lippen beantwoordden zijn kus sen en ze vergaten eenige minuten al les. behalve liet gevoel van geluk. Toen trok zij zich terug en zei fier: „Ik schaam me niets." „Je zult met mij trouwen." fluisterde hij heesch. „Neen, liefste. Vergeef me dat. ik je in verzoeking heb gebracht. Ik wilde alleen weten of je nog van mij was en nu weet ik het. Ik geloof niet dat ik heel ongelukkig zal zijnen ...Ie zult met mij trouwen." riep hij heftig. ..Guy, je oor Is me heel dierbaar. Valda moet hebben wat haar toe komt," zei ze met rustige beslistheid, en hij voelde dat ze daar niet van zou af wijken. „Waarom martel je me zoo?" vroeg hij. „Ik was egoïst, maar ik geef er niet om. Blijf je lunchen?" „Als je het wilt. maar misschien...." „Ik wil het. Móeder zal het je niet lastig maken." Er weerklonk een gong en ze ging hem voor naar de eetkamer. Mevrouw Cameron keek hun stralend en vol ver wachting aan, maar er was iets in Stella's manieren, dat haar belette vra gen te doen en ze besloot, met tegen zin, te wachten tot haar tijd kwam. „Stella, je ziet er goed uit je hebt een kleur." waagde ze te zeggen. „Ja, moeder", antwoordde Stella. „Het bezoek van mijnheer Hallam, van Guy, schijnt je te hebben opgc- vroolijkt." „Ja. moeder". „Guy, ik hoop dat ie ons huis als het jouwe zult beschouwen zoolang je in Weyport bent." „U is wel vriendclilk". antwoordde hij machinaal. „Ik zou graag de Clytie eens willen zien. Ik stel altijd belang in nieuwe typen van schepen. Misschien wil ka pitein Trevor ons wel eens uitnoodi- gen. Hij is een aardige man." zei me vrouw Cameron minzaam. „Ik denk dat het een prettig schip zal zijn", antwoordde Guy bedaard. „Je kunt gerust rooken Elizabeth, geeft de sigaren eens aan of wil je misschien liever de koffie in dc andere kamer drinken?" „Ik moet gauw weg. Ik moet met den admiraal dinecren vanavond". „Doe dien besten man mijn harte- lijko groeten. Hij heeft me in lang niet opgezocht. Wil je me een paar minu ten oxcusocren? Stella, houdt jij Guy zoolang bezig". „Ja moeder", zei de laatste gehoor zaam. Toen mevrouw Cameron weg was gegaan, keken zij elkander begrij pend aan en lachten. „Die arme moeder", zei Stella met een zucht. HOOFDSTUK XLVI. Nadat Hallam haar liad verlaten, bracht Valda een slapelooze nacht door. Ze vond de gedachte dat hij naar Wey port ging vrceselijk, want ze vreesde dat hij daar Stella zou ontmoeten. Toch vertrouwde ze hem volkomen en troostte zichzelf met dc gedachte, dat wat er ook gebeuren zou. hij haar trouw zou blijven. Vroeg in den morgen was ze gekleed en gereed om naar Rvderstraat te gaan in de hoop daar Guy nog te vin den, maar toen ze op het punt stond om uit te gaan, hield de auto van den baron voor haar deur stil. „Net op tijd", zei hij, terwijl hij uit stapte. „Heb je iets van Furber gezien?" „Neen." „Ik kom juist van zijn hotel. Hij is daar niet geweest sinds gistermiddag. Hij had gisteravond bij me moeten ko men. Heb je eenig idee waar hij kan zitten?" „Ik ben zijn opzichteres niet, ant woordde zij droog. „Het is vreemd. Hij had moeten schrijven. Ik heb werk voor hem. Waar is Hallam?" „Ik geloof dat hij naar zijn schip in Weyport is." „Naar de Clytie? dat is prachtig! Zie er achter te komen of hij al weg is en volg hem terstond. Er zijn nieuwe verbeteringen op zijn schip en ik wil daar bijzonderheden over hebben." „Ik zal gaan met plezier," zei ze sneL „Dat dacht ik wel", zei hij lachend. „Houdt me op de bekende plaats op de hoogte. Kan ik je een eind bren gen?" „Ik ga regelrecht naar Rvderstraat." ..Dan doe je beter alleen te gaan. Als je Furber soms ziet. zeg hem dan dat hij dadelijk naar me toe moet komen." „Nog meer van uw orders?" vroeg ze spottend. „Voorloopig niet." „A propos, ik kan wel wat geld ge bruiken, voor ik wegga". „Ik zal je dadelijk wat zenden. Goe den dag en veel succes." „Goeden dag". Valda vond er een eigenaardig ge noegen in om geld van den baron te ontvangen. Haar liefde voor Guy bad haar standpunt geheel veranderd. Nu waren al haar sympathieën voor de Britsche marine. Ze minachtte den baron en beschouwde hem nu als een vijand." In Rvderstraat hoorde ze. dat mijn heer Guy Hallam den vorigen avotul vertrokken was. „Maar de oude heer Hallam is thuis." zei de bediende. „Dan zal ik hem opzoeken", ant woordde zij en ging naar de zit kamer. „Goeden morgen, mijnheer Svlvester. Kunt u me ook zeggen of mijnheer Hallam al naar Wevport is vertrok ken?" vroeg ze vrooliik.' „Pardon, mijn naam is Hallam". Valda keek hem aan en lachte. „Ik moet u werkelijk mijn excuses maken. Is Guv in Wevport?" „Ik weet het. niet," antwoordde Hal lam wat. stijfjes. „Ik ben juist terug gekeerd". „Heeft u Guy niet gezien?" vroeg ze. „Sinds verscheidene dagen niet." „Dus dan weet u ook niet. dat wij gauw gaan trouwen?" „Dat is nieuws voor me. en het spijt me dat ik het hoor", antwoordde hij beslist. „U is niet heel beleefd tegen uw aanstaande schoondochter". „Het is nu den tijd niet voor be- leefdheid. Misschien moet ik u een verklaring geven. Mijn zoon houdt van juffrouw Cameron. U kunt niet ver wachten dat ik blij zal ziin te hooren, dat hij niet iemand anders gaat trou wen." „Zij hoeft het .afgemaakt. Ik ben hem trouw gebleven. Hij handelt uit vrijen wil. Ik heb hem aangeboden om hem zijn woord terug te geven, maar hij heeft geweigerd... Gelooft u mij niet?" „Neen. Ik wil niet grof zijn. maar..." „Vraag het dan aan Guy zelf. Ik heb u de waarheid verteld. Goeden daft. Valda was er in geslaagd haar drift te bedwingen, maar toen ze op straat*- stond, was haar gezicht rood van boos- Vc beid. Zo ging naar de admiraliteit en vroeg admiraal Langton te spreken. Ze bracht hem de opdracht van den baron, dat zij naar Weyport zou gaan, over. „Zal ik gaan?" eindigde zij. ..Ja. Morgen. Mijnheer Hallcm zal u wel zeggen, welke berichten u moet zenden. Heeft u geld noodig?" „Neen de baron zorgt er voor", antwoordde ze. „Doe ilycr er goed aan dat geld aan te nemen?" vroeg ze. „Uitstekend. Bent u van plan rnet Hallcm te trouwen?" (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 11