Schim van millioenensehat
Een verdachte verwijderd
DE ERFENIS VAN
NEELTJEPAATER
NED. AMBULANCE
IN ABESSYNIE
Donderdag a.s. het
sanctie-ontwerp
Verkeersongeluk bij
Breda
2e BLAD PAG. 3.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 23 OCTOBER 1935
Een profeet opgestaan onder
de groote schare van
erfgenamen
Wij lozen in de Tijd:
In het mooie, oude kerkje van Broek,
waarvan de ranke torenspits over het
groene Waterland domineert, ligt tus-
schen de zitplaatsen links van den in
gang een grafsteen. Sedert bijna 150
jaren dekt deze het stoffelijk overschot
van Huysvrouw Neeltje Cornelis Paater
en het is de schim van deze eerzame of
juister de schim van haar fabelachtigcn
rijkdom, welke van tijd tot lijd gaat
rondwaren onder de mcnschen. Want. al
is Neeltje dood, zijn de schatten, die zij
bezeten moet hebben, verstrooid of ver
teerd. gebleven is haar herinnering in
de begeertje van een staag groeiende
groep, die als „erfgenamen van Neeltje
Paater" jaagt naar de verdwenen mil-
lioencn.
De heel oude historie van deze Neel
tje en haar erfenis, waarmee een schaar
nakomelingen van eenige generaties en
in velerlei afstamming zich reeds bij
voortduring heeft bezig gehouden, is
onlangs in een nieuw stadium getreden.
Van heinde en ver, uit alle dcolen des
lands en zelfs van over de grenzen zijn
monschcn van allen rang en stand sa
mengekomen in Amsterdam, waar zij
in een tweetal rumoerige vergaderingen
hun familieband hebben bekend. De
strijdbijl is toen weer opgegraven en
een nieuwe gemeenschappelijke aanval
ingeluid tot verovering van de hun
toekomende spoorloos verdwenen schat
ten.
Want onder deze erfgenamen is een
geheimzinnig man opgestaan als een
oud-testamentarische ziener of richter.
Het is de heer J. J. Reek uit de van
Spilbergcnstraat in Amsterdam-West,
die het vaon weer hoog heeft geheven
uit het stof der vergetelheid en gewa
pend met in jaren van onderzoek opge
dane wetenschap, de vertwijfelde be
langhebbenden voorgaat naar recht en
rijkdom. Nog slechts enkele schakels
ontbreken den heer Reek, nog één stap
scheidt de erfgenamen van het begeer
de doel. Gezamenlijk zal men nu. trach
ten den beslissenden stap te zetten.
Wie was deze Neeltje, die thans nog,
bijna 150 jaren na haar dood in het
stille Broek, honderden in den lande in
beweging brengt en tot rumoerige bij
eenkomsten inspireert?
Neeltje Cornelis Paater werd op 1 Fe
bruari 17S0 geboren als laatste directe
afstammelinge van een rijk Broeksch
geslacht van kooplieden en bierbrou
wers. Zij had broers noch zusters en erf
de geheel alleen de fabelachtige rijk
dommen van haar familiebezit, bestaan
de uit groote complexen pakhuizen en
woningen te Amsterdam, landerijen en
hofsteden door bijkans geheel Noord-
I-lolland en vooral een belangrijk aan-
dcelen-bczit in de Vereenigde Oost-Indi
sche Compagnie.
Betrekkelijk laat zij was 38 jaar -
trouwde Neeltje op huwelijksvoorwaar
den met den 11 jaar ouderen Cornelis
Corneliszoon Schoon. Het huwelijk bleef
kinderloos. Na den dood van Schoon in
1778 leefde zij stil en teruggetrokken in
haar woning in Broek in Waterland,
waar zij op 8 Maart 1789 overleed.
Geen belangstelling
voor suikertante
Enkele dagen voor haar dood had
Neeltje Paater den notaris Gerrit de
Ruijter uit Amsterdam bij zich ontboden
en hem opdracht gegeven haar testa
ment te maken. Haar nabestaanden,
verre neven en nichten, die zich
vreemd genoeg blijkbaar niets aan de
rijke tante gelegen lieten liggen, kende
zij niet. Zij benoemde daarom een huis
vriend, burgemeester Corn. Koker van
Broek, tot uitvoerder van het testament.
Hij .ontving een groote som aan contan
ten en had daarvoor tot taak na te
gaan aan wie Neeltje Paaters rijkdom
men moesten worden vermaakt.
Na Neeltjes dood viel echter een ge
heimzinnige duisternis over de erfenis.
Belangrijke papieren en documenten,
betrekking hebbende op Neeltje's bezit,
bleken spoorloos verdwenen. Uit het
„Kerkeboek" van Broek scheurde een
onbekende hand de bladzijden waarop
Neeltje's familierelaties stonden ver
meld. Van een verdeeling van de erfenis
is dan ook practisch geen sprake ge
weest. De roerende goederen, zooals
goud, juweelen en aandeelcn, zijn zelfs
nooit getaxeerd.
De eenige betrekkingen die iets kre
gen, waren een neef in den zevenden
en een nicht in den achtsten graad.
Ilun werden pakhuizen en landerijen
toegewezen. De overige bloedverwanten
waaronder er heel wat dichter in de fa
milie waren, hadden het nakijken. Geen
cent werd hun uitgekeerd.
Generaties van erfgenamen hebben
nadien processen gevoerd, maar zonder
succes. Wat hun deel werd, was spot en
hoon. Men voerde zelfs een klucht op
„De erfgenamen van Neeltje Paater uit
Broek in Waterland". Geleidelijk raakte
toen do geschiedenis, althans voor de
buitenwereld, in het vergeetboek.
Want wat de heele actie uiterst zwak
maakte: waar de zoo vurig begeerde
schatten vandaan moeten komen, wist
eigenlijk niemand en... weet nog nie
mand! Het eenige wat op den huidigen
dag als afkomstig van Neeltjes nalaten
schap valt aan te wijzen, is het Neeltje
Paaterfonds te Broek dat jaarlijks een
300 voor de behoeftigen van het dorp
uitkeert.
De laatste poging van erfgenamen
om hierin licht te brengen dateert van
1931. De helderziende dame Mad. Sylvia
opereerde in Noord-Holland o.a. te
Zaandam, op zoek naar het verdwenen
goud en de juweelen van Neeltje, welke
toch ergens verborgen moesten zijn.
Geheim mee in het
graf
Men heeft toen nog aan den Kerke-
raad van Broek verzocht het graf van
Neeltje te mogen openen. Zij zou in
haar doodkist belangrijke documenten
hebben meegekregen'. De Kerkeraad
weigerde echter in do kerk te laten gra
ven, danr de grafstecnen na den wa
tersnood van 1916, welke den bodem der
kerk loswoelde, niet op hun oude plaat
sen zijn teruggevoegd. Waar Neeltje
precies rust zou dientengevolge niet
meer te zeggen zijn.
Nu echter is, zooals medgedeeld, een
heer Reek, van beroep bouwvakarbei
der. maar sinds jaren werkloos, in de
kringen der belanghebbenden versche
nen. Gedurende verscheidene jaren
heeft deze heer Reek uit liefhebberij
onderzoekingen verricht in archieven
en daarbij belangrijke vondsten gedaan.
Hij beweert thans, dat de erfenis van
de rijke Neeltje Paater welke hij op
200 milliocn scha.t nog niet. als verlo
ren behoeft te worden beschouwd. Hij
heeft een nieuw spoor gevonden, dat
wijst in de richting der Noordelijke pro
vinciën. Daar hoopt hij in -de archieven
de ontbrekende documenten en gege
vens te vinden, die klaarheid kunnen
brengen in de oogenschijnlijk hopelooze
zaak.
Verschillende belanghebbenden, o.a.
zelfs uit Zuid-Afrika, zouden zich reeds
met Reek in verbinding hebben gesteld
en hom groote sommen hebben geboden
voor de documenten, die Reek zegt in'
zijn bezit te hebben. Reek echter ver
klaart uitsluitend uit idealistische mo
tieven te handelen en niet te rusten
voor hij alles heeft opgehelderd.
De erfgenamen, wier aantal naar de
1000 loopt, hebben thans een vereeni-
ging gesticht, terwijl een commissie, be
staande uit de heeren K. Mederablik te
Amsterdam, G. de H-ms en J. Pa:er te
Laren. het contact nipt Reek onder-1
houdt. In spanning wacht men thans op
resultaat: de meestcn dor erfgenamen
kunnen de millioentjcs best gebruiken!
gehoord, verklaarde, dat hii on 20 M.
afstand reeds met het rooda licht had
gezwaaid. Dit was de eerste maal ge
weest. dat een automobilist niet op het
teeken stonte.
De burgemeester hield vol. dat hij
het niet had gezien. In ziiu gemeente
had hii na deze nractische ervaring
van dit hcht-stopteeken onmiddellijk
opdracht gegeven een dcrgeliikc wijze
van aandacht trekken niet meer toe te
passen.
Dc Officier van Justitie, mr. W. J.
II. Stam, cischte, op grond van over
treding van art. 1S4 W. v. S. f 40 boete,
subs. 40 dagen hechtenis.
De politierechter sprak den verdach
te vrii. omdat z. i. van onzet niet was
gebleken, hoewel hii er van overtuigd
was. dat de brigadier het slontecken
op de voorgeschreven wiize heeft ge
geven.
DE PALEIS'ZAAK
BURGEMEESTER VOOR
POLITIERECHTER
Beschuldigd een stopsein niet
te hebben opgevolgd,
doch vrijgesproken
il'IïEN. 21 October. Vandaag had
zich voor den poliaërechter ,e verant
woorden de burgemeester van Wor-
merveer. dc 36-jarige D. G. D.. die op
25 Augustus te Warken onder de ge
meente Warnsveld niet had voldaan
aan het bevel van den brigadier Th.
te Brake om met zijn auto te stoppen,
zulks ter contröle van de Motor- en
Hiiwielwet.
De politierechter, mr. A. H. van der
Giesen, zei, dat de burgemeester wel
zou kunnen begrijpen, dat men hier
van dit verbaal vreemd bad opgeke
ken. „Uit hoofde van uw functie had,
u toch zeker moeten stoppen op het
lichtsignaal, dat voor andere automo
bilisten hier steeds een duidelijk stop-
teeken is geweest."
De burgemeester voerde tot zijn ver
dediging aan. dat hii het roode lichtje
uit een zaklantaarn, dat hii od zij van
zijn auto had gezien, niet als een stop-
teeken van de politie had beschouwd.
Ilii reed op een voor hem onbekenden
weg niet een vaart van misschien 15
KM. Hii kwam van Duitschland en
had on dat oogenblik ongeveer 500
K.M. afgelegd. Hii lette uitsluitend op
de wegbermen. Z. i. was dit niet een
duidelijk stoptceken. Als oud-officier,
hii is gepensionneerd generaal-maioor
van het Indische leger, had spreker
vele bevelen gegeven en opgevolgd,
maar dan moest een bevel ook goed
zijn.
De brigadier, die als getuige werd
Het aantal giften heeft
de 20.000 over?
schreden
In de afgeloopen week zijn de bijdra
gen voor do evontueele uitzending van
een Nedcrlandsche ambulance met on
geveer 10.000.vermeerderd en is de
ƒ20:000 reeds overschreden.
Dankbaar, zeer dankbaar is het
Hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roodc ruis voor de vele grootcre cn klei
nere bedragen die het ontvangen
mocht. Girobedragen van f0.25 en f0.50
zijn met evenveel vreugde ontvangen
als de grootere giften.
Het henoodigde bedrug is echter nog
lang niet aanwezig om zelfs tot een be
scheiden uitzending te kunnen over
gaan. Het Hoofdbestuur hoopt, dat nog
\elen, zeer velen, hunne bijdragen wil
len zenden. Het doet een beroep op ver-
eenigingen, corporaties, bioscoop-direc
ties om te vormen Steun-Comité's om
door geldinzamelingen het doel te be
reiken.
De noodkreet uit Abessynië om Roode
Kruis hulp heeft u in dc laatste week
in de pers gelezen.
Italië heeft laten weten, dat het even-
tueele aanbiedingen van buitenland-
sche Roode Kruis-vereenigingen niet
zou aanvaarden. Intusschcn sluit dit,
zooals genoegzaam bekend Is, niet uit,
dat gewonde cn zieke strijders van hei
de partijen, zonder aanzien des persoons
in elke ambulance worden geholpen.
Stort Uw bijdrage op postrekening
No. 22120 van het Nederlandsche Roode
Kruis.
PRINSES JULIANA
Prinses Juliana heeft Maandagavond
in den Tivoli-Schouwburg te Apeldoorn
het eerste deel van een concert ton bate
van dc Ned. Roode Kruis-ambulance
voor Abessinië bijgewoond. Zij was ver
gezeld van haar hofdame baronesse van
Heemstra, en baron Snouckaert van
Schauburg.
De burgemeester van Apeldoorn, jhr.
C. G. C. Quarlcs van l'fford, en zijn
echtgenoote sloten zich bij het gevolg
van de Prinses aan.
H.K.H. liet het bestuur van de afdee-
ling Apeldoorn van bet Roode Kruis en
mevrouw Josephine Lulofs, die dit con
cert had samengesteld, aan zich voor
stellen.
INRBEKER AANGEHOUDEN
EINDHOVEN, 22 Oct. Verdacht van
het plegen van een serie inbraken in
Eindhoven cn omprevins. in vereeni-
ging met verschillende leden van de
thans gearresteerde Ossche boevenben-
de. heeft de politic van Eindhoven aan
gehouden de beruchte A. H.. bijge
naamd „de Saai".
De man wordt naar Den Bosch
overgebracht, waar hii ter beschikking
van de justitie zal worden gesteld.
VREEMDE „LEENING"
VAN F 11.000
Heftig incident tusschen den
president en de vers
dachte M.
AMSTERDAM, 22 October. I)o vijf
de kamer der rechtbank heeft heden
de behandeling voortgezet van de straf
zaak tegen den gewezen directeur en
don gewezen commissaris van hot Pa
leis v. Volksvlijt, die er van worden
verdacht belangrijke malversaties te
hebben gepleegd.
Getuige Witieboon wordt vanmorgen
als eerste getuige gehoord. Getuige is
bediende van den commissaris van het
Paleis Mr. Polcnaar en verklaart eei)
lijst van de aanwezige obligaties van
het Paleis te hebben gemaakt, die in
den safe van de Incassobank lagen.
Getuige Mcj. Rector, eveneens ge«-in-
ployeerd op het kantoor van mr. Po
lenaar, deelt mede. dat verd. M. (de
ex-directeur) haar d:e lijst eens ter in
zage heeft gevraagd. Ze heeft hierin
toegestemd, doch ze kreeg dc lijst niet
meer terug.
Verd. M. zegt op een vraag van den
president dat hij nooit aan getuige de
lijst heeft gevraagd, het is niet waar,
dat hij gezegd heeft, dat hij de lijst
noedig had om de obligaties te contro
leeren.
President: Dat U dit ontkent is wel
heel merkwaardig, het is een zeer be
zwarende verklaring.
Verd.: Ik heb niet de lijst van de
loten gevraagd, die juffrouw is in de
war! Die lijst van de obligaties moet
nog op het kantoor van Mr. Polenaar
zijn.
Pres.: U hebt altijd gezegd, dat er
obligaties gestolen zijn. Wanneer is dal
dan gebeurd?
Pres.: Voor den inspecteur van po
litie hebt U gezegd, dat U, directeur
wordend, op de hoogte kwaamt van
de 3% obligaties uitgestelde schuld.
Verder, dat U na den brand de obliga
ties naar een voorloopig gebuurd kan
toor hebt gebracht, en vandaar in den
safe. U hebt gezegd, dat ze daar een
paar dagen gezworven hebben
Verd. M.: Dat moet zijn: „een paar
maanden In m'n zenuwachtigheid
vergiste ik me.
Pres.: Uit deze verklaringen blijkt,
dat U omtrent de obligaties heelemaal
op de hoogte was. U draait, zooals U
altijd draait. Deze verklaringen zijn
geheel in strijd met wat U er later
van hebt gemaakt.
Verd.: Ik was heelemaal in de war.
De Officier: U was toch immer het
geheugen van het Paleis.
Verd.: Dat was ik toen niet meer;
en als het zoo doorgaat word ik heele
maal gek.
Vervolgens wordt juffrouw den O.,
de ex-verloofde van P. gehoord. Zij ver
klaart, dat zij in opdracht van PI. een
brief getikt heeft aan de directie van
het Paleis, waarin zij uitbetaling ver
zocht van de 32 obligaties van 200.
Daarna is PI. naar Amerika gegaan.
Van hem kreeg ze een brief, waarin hij
schreef, dat ze bericht zou krijgen van
de Amsterdamsche Bank, dat zij het
geld zou kunnen ontvangen. Zij heeft
inderdaad dat bericht ontvangen en
samen met Pl„ die intusschcn was
teruggekomen, heeft zij dc 63S4 ge
haald. Zij heeft verd. P. het geld ge
geven. Getuige verklaart verder, dat
zij M. kende; PI. had hem wel eens
aan haar voorgesteld. Uit het verder
verhoor van deze getuige blijkt, dat
M. zich in hun gezelschap bevond, toen
zij het geld hadden gehaald. Zë zijn
„Ambtelijke slordigheid"
Twee postbeambten uit Lei«
den staan wegens ver*
duistering terecht
De brievenbesteller Tj. S. uit Leiden
heeft zich te verantwoorden gehad
voor de Haagsche rechtbank wegens
verduistering van een aantal postzegels
die hij in zijn functie van besteller aan
het postkantoor te Leiden onder zich
had.
Als getuige in deze zaak werd o.m.
gehoord de heer E., directeur van het
postkantoor te Leiden, die verklaarde,
dat S. plaatsvervangend hoofdbesteller
was, en als zoodanig een kas onder
zich had.
Volgens get. is het den beambten
niot geoorloofd onderling zegels te rui
len, wel is het gebruik, dat zij van
elkander zegels koopen. De hoofdbestel
ler van der S. van het Leidsche post
kantoor, verklaarde dat de hoofdbestcl-
ler do beschikking heeft over een kas.
Ook de waarnemer heeft een kas.
Getuige heeft dezen zomer van S. ze
gels geleend, die hij verrekende met
een voorschot dat deze van hem had
ontvangen. Getuige moest toegeven, dat
de transactie niet geoorloofd was.
Verdachte zeide, dat een ruiling als
hier plaats vond, meermalen voorkwam
Hij meende, dat het moeilijk was om
van der S., die boven hem stond, een
dienst te weigeren.
Mr. Cohen Tervaert, die het O.M.
waar nam, zeide dat hier van verduis
tering van gelden door verdachte niet
is gebleken. Evenwel heeft verdachte
de reglementen overtreden en is het
geen hij deed in strijd met art. 359
W. v. SL
De officier eischte tegen verdachte
een geldboete van 75.subs. 75 da
gen, alsmede een voorw.gevangenis
straf van 8 maanden met drie jaar
proeftijd.
Uitspraak 5 Nov. a.s.
Hierna stond terecht de hoofdbrie-
vcnbesteller D. v. d. S. uit Leiden, ver
dacht van diefstal van geldsbedragen,
welke hij als loon aan derden had moe
ten afdragen en voorts wegens uitlok
king van het misdrijf dat aan S. den
vorigen verdachte, is ten laste gelegd.
Wederom werd de directeur van het
Leidsch postkantoor gehoord, die zijn
in de vorige zaak afgelegde verklarin
gen bevestigde. Getuige zeide nog, dat
dc transactie feitelijk als een ongeoor
loofde gemoedelijkheid te beschouwen
waren.
Rechter Mr. A a g a, merkte naar aan
leiding van deze verklaring op, dat hij
den indruk had dat men hier feitelijk
te doen heeft met een ambtelijke slor
digheid, hetgeen de getuige bevestigde
De getuige S. (verdachte uit de vo
rige zaak) verklaarde, dat hij bij de
kascontrole op aanraden van den ver
dachte aan den controleur had gezegd,
dat hij do kas niet had, daar deze op
het oogenblik niet klopte.
Verdachte gaf een andere voorstel
ling van zaken.
De gewezen hoofdbesteller van het
Leidsche postkantoor, van Polanen,
heeft indertijd een bedrag van -4,50
aan den verdachte afgedragen, waar
voor hem echter geen kwitantie betrek
king hebbende op dit bedrag werd ter
hand gesteld, dat was volgens getuige
usance, dat men elkander in goed ver
trouwen het geld van de kwitantiën
overhandigde. 3
Een collega van verdachte heeft dc
zon vroeger wel eens geld geleend om
de kas hij te vullen. Getuige heeft hem
eens een bedrag van 40.geleend,
dat hij na korten tijd weer terug ont
ving. Het lecnen geschiedde derhalve
slechts voor enkele oogenblikken om
een tekort, in de kas aan te vullen.
Onmiddellijk nu de contröle werd het
geld weer terug gegeven.
Verdachte was het niet met deze ge-
tuigeverklaringen eens en bij beweer
de, dat de getuige uit haat tegen hem
aldus verklaarde. Nimmer heeft hij
geld van getuige geleend.
Deze hield vol, dat hij eens 4 bank
biljetten van 10.— aan verdachte
heeft gegeven. Verdachte had hom toen
nog gezegd: „zoo jij zit goed bij kas."
Eon gewezen hoofdbcsteller van het
Leidsch postkantoor verklaarde, dat hij
indertijd een ontvangbewijs voor een
week salaris heeft getcckend. Verdach
te betaalde hem daarop niet uit. Toen
hij op betaling aandrong beweerde v.
d. S., dat hij het reeds uitbetaald had.
Verdachte beweerde dat de uitbeta
ling in tegenwoordigheid van andere
bestellers heeft plaats gevonden.
Dc brievenbesteller uit Leiden heeft
in November j.l. aan den verdachte een
toen met z'n drieën naar Carlton ge
gaan en hier heeft PI. geld aati M.
betaald.
De ex-directeur geeft toe, dat hij met
deze dame en PI. wel in het Carlton
hotel is geweest, hij wist toon niet
wie ze was. Er is toen wel geld op
tafel geweest en PI. heeft toen aan hem
M. een zeker bedrag uitbetaald,
dat hij hem schuldig was.
Geinige den D. verklaart nog, dat ze
wist dat M. en P. samen „zaken" (lo
den; wat voor zaken dat waren, wist
ze niet.
Pres.: Vond U het eigenlijk niet
vreemd, juffrouw, dat U juist dat geld
moest innen? Wat dacht U eigenlijk?
Getuige: Het stond toch op mijn
naam.
Pres.: Ja, maar waarom stond het
op Uw naam?
Getuige weet dat niet.
Na de pauze
bedrag van 25.geleend. Eenige uren
later kreeg hij het geld weer terug.
De referendaris der P.T.T. te Leiden,
heeft de voorschottén van de hoofd
bestellers gecontróleerd.
Toen zulks plaats vond bij den eer
sten verdachte S., deelde deze hem
mede, dat hij de kas aan een anderen
besteller had overgedragen. Deze mede-
deeling bleek onjuist te zijn. De kas
van den verdachte van der S., klopte
volgens getuige. Bij de contröle op den
volgenden dag was de kas ook in orde.
Getuige heeft behoudens zeer kleine
verschillen de kas van verdachte steeds
in orde bevonden.
Verdachte gaf toe, dat hij wel eens
postzegels te kort is gekomen. Hij
kreeg deze zegels dan val collega's zon
der contante betaling. Bij de afreke
ning kwam hij een bedrag van 10.-
te kort.
Hij gaf toe wel eens geld van ande
ren geleend te hebben. Deze transacties
hielden echter geen verband met de
kascontrole.
Het O.M. waargenomen door Mr. Co-
hen Tervaert, zeide het eens te zijn met
de door den president gemaakte op
merking dat het verdachte's schuld is,
dat de vorige verd. S. terecht moest
staan. Volgens spr. is deze verdachte
dc uitlokker van diens verduisteringen
want hij maakte misbruik van gezag
om te bewegen hem gold toe te ver
trouwen. Dat hij zelf had moeten af
dragen.
Voorts achtte de officier ook de ten
laste gelegde vier verduisteringen van
gelden bewezen. Spr. eischte tegen de
zen verdachte een geldboete van 100
subs. 100 dagen, alsmede een voorwaar
delijke gevangenisstraf van negen
maanden met 3 jaar proeftijd.
Mr. Goudsmit uit Leiden betoogde,
dat men hier tc doen heeft met een
ambtelijke slordigheid en dat van een
strafbare uitlokking van verduistering
niets is gebleken. Volgens pleiter l>e-
hooren noch zijn cliënt, noch de vori
gen verdachte in de verdachtenhankcn.
Er zijn aan zijn cliënt 5 feiten ten laste
gelegd, in welke zaken telkens slechts
één getuige is gehoord. Van misbruik
maken van gezag door van der S. is
niets gebleken. Pleiter achtte de aan
zijn cliënt ten laste gelegde feiten niet
bewezen cn hij concludeerde, mede op
de belangen die er voor den verdachte
op het spel stuan, tot vrijspraak.
De rechtbank zal 5 November a^.
uitspraak doen.
TWEEDE KAMER
Vergadering van 22 October.
Geopend 1 uur.
Voorzitter jhr. mr. Ch. J. M. Ruyi
de Beerenbrouck.
De Voorzitter deelt mede. dat dc Cen
trale Afdceling heeft besloten, heden
na afloop, onmiddellijk, van de open
bare vergadering, in de afdeelingen te
doen onderzoeken het wetsontwerp:
Voorbehoud» der bevoegdheid tot het
nemen van nadere maatregelen ter be
vordering van do internationale sa
menwerking tot het voorkomen of het
beëindigen van vijandelijkheden.
De Voorzitter verdaagt tc 1.15 uur de
vergadering tot a.s. Donderdag één
uur, wanneer bovengenoemd wetsont
werp wanneer het in staat van wij-
zeil is met enkele kleinere wetsont
werpen in openbare behandeling zal
komen.
Na de pauze wordt het bedrag van
11.G0O ter sprake gebracht, dat verd.
1'. zou hebben overhandigd aan den
makelaar V. voor diensten bewezen bij
den verkoop van het Paleis-terrein. P.
beweert, dat dit inderdaad voor „cour
tage" was gegeven. Dc justitie ver
moedt echter, dat deze betaling ten
onrechte als zoodanig is geboekt. In
de boeken van V. komt namelijk de
post voor onder de benaming „leo-
ning". Bovendien is dc koooacte niet
piet behulp van dezen makelaar tot
stand gekomen. De makelaar, die den
koop tot stand heeft gebracht, heeft
e! minder gekregen, n.l. ongeveer
f 7000.
Dan komt de belangrijkste getuige
van dezen middag voor het hek ie. n.l.
de 53-iarige makelaar J. V. Hii kendo
den ex-commissaris van het Paleis nl
sinds 1918. ..Ik heb 'm loeven kennen
in café Polen, we ontmoetten elkaar
daar later dikwijls, maar speciale
vrienden waren we niet", verklaarde
de makelaar. Ook den directeur kende
getuige; vóór den brand had hii eens
moeite gedaan om het paleis te ver-
koopen. doch daaraan had hii niets
verdiend. Na den brand heeft getuige
de schutting geplaatst en er f 6009
voor gekregen en van de huurster van
de reclamëvlakte f 2900.
Getuige erkende van P. f 11.000 ter
leen te hebben ontvangen. Ilii had
daarvoor een schuldbekentenis afgege
ven. Het geld was hem op 2 Mei 1930
ter hand gesteld en zou od 30 October
d.a.v. worden terugbetaald. Ten kan
tore van het Paleis is het geld uitbe
taald in tegenwoordigheid van de bei
de verdachten.
M. had het uit de brandkast gehaald.
Getuige had het geld van den ex-com
missaris persoonlijk geleend, tegen een
rente van 7 pet. Later had getuige nog
f 4000 geleend van PI.; in totaal was
hij begin 1931 nog f 14.000 schuldig.
Omdat PI. er op aandrong hoeft ge
tuige cr in toegestemd een commandi
taire vennootschap aan te gaan. waarin
PI. deelnam voor de reeds gestorte
14.000. terwijl get. zijn arbeidskracht
inbracht. Deze vennootschap heeft ech
ter nooit eenig practisch effect gehad.
In 1932 volgde het faillissement van
dezen getuige. Op een gegeven dag
zoo verklaart get. verder kreeg ik
een telefonische oproeD van een van
beide verdachten om in de woning van
PI. te komen. Ik moest een kwitantie
meebrengen ten bedrage van f 11.000,
waarbij verrekend zouden worden mijn
bemoeiingen met den verkooo van het
terrein. Getuige begreep wel. dat daar
bij verrekend werden de f 11.444, die
hij geleend had en die naar ziin mee
ning afkomstig waren uit de kas van
het Paleis. De verdachten hebben er
nog over gepraat bf er zou moeten
worden ingevuld, dat ik het eeld had
ontvangen van het Paleis dan wel van
P. Tenslotte werd er ingevuld „N.V.
Paleis voor Volksvlijt". Do acte van de
comm. vennootschap had eigenlijk ge
wijzigd moeten worden in dier voege,
dat P. nog slechts deelgenoot was voor
3000.
Pres.: U had de kop van dc kwitan
tie nog niet ingevuld, toen U daarmee
od het kantoor kwam.
Getuige: Ja. dat was od verzoek van
een van heide verdachten.
Pres.: Dus op die kwitantie werd
gezet, dat U het geld van het Paleis
had gekregen voor uw bemoeiingen hij
den verkoop van het Palcis.-Wat had
U eigenlijk gedaan?
Getuige vertelt dan. dat hii aanvan
kelijk onderhandelingen over verkoop
van het terrein had gevoerd. Later was
hii er „uitgedrukt."
Pres.: Maar kwam U f 11.000 toe?
Getuige vindt dat niet. maar... zo
ziin vrii om tc geven".
Pres.: Voor de politic hebt U ver
klaard. dat U met f 11.000 ook tevre
den zou ziin geweest.
Getuige geeft dit toe.
Pres.: Maar waarom werd dat be
drag dan on f 11.000 gesteld?
Getuig.: Dat zat in verhand mot die
nrivélecning van PIMii zou hoog
stens i 7000 ziin toegekomen, wat ook
de ander* makelaar gekregen heeft."
Pres.: Waarom deed u mco aan" een
geschiedenis, waarvan u wist, dat zc
niet in orde was?
Getuige: Om PI. en M. te helpen
Mr. Muller Massis: Zijn er aan liet
teekenen van de „courtage kwitantie"
geen onderhandelingen voorafgegaan?
Het was voor u toch wel heel mooi op
deze wijze van een leenschuld af te ko
men.
Getuige weet dat niet meer precies, er
zal wel eens over gesproken zijn.
Mr. Stokvis: Kreeg u zoo plotseling
11.000.ter leen?
Getuige: Ja, ik was goed bevriend
met PI.
Dan wordt de ex-commissaris weer
aan een verhoor onderworpen.
Pres.: Waar zijn de 11.000 betaald?
Verd.: Op het kantoor van het Paleis
in dc Sarphatistraat. Ik nam het geld
voor hem op met goedvinden van den
directeur. Hij moest toch nog geld heb
ben als „courtage". Hij kreeg het be
drag uit handen van M.
Pres.: Dus het was provisie
Verd.: Ja, een royale provisie. Dus 't
was geen leening, vraagt de president.
Verd.: Neen, die kwitantie nam ik als
dekking aan. Maar zelf heb ik er geen
cent voordeel van gehad.
Pres.: Behalve, dat u met het Paleis-
geld een commanditaire yennootschap
hebt aangegaan; als die zaak goed was
gegaan had* u wei degelijk voordeel ge-
had.
Ilebt u aan de kas van het Paleis
een bewijs gegeven, toen u de 11.000
voor makelaar V. opnam?
Getuige meent van wel, maar de kwi
tantie is niet tc vinden.
Verdachte PI. vindt, dat de courtage
van 11.000 volkomen gerechtvaardigd
was, daar het Palcis door V.'s inlichtin
gen 50.000 meër voor het terrein had
gekregen.
Mr. Stokvis (tot V.): Welke inlichtin
gen hebt u gegpven?
Getuige V.: Geen bepaalde inlichting,
ik heb alleen aangeraden den verkoop
i.og wat aan te houden.
Verdachte M., de ex-directeur, wordt
ook over deze kwestie aan den tand
gevoeld.
Hij verklaart, dat hij tegen uitbetaling
van de courtage was geweest, maar...
PI. had he;n gedreigd: „Als jc niet be-
aalt. schors ik je als directeur".
P. noemt dit volslagen waanzin.
l)e ex-directeur vertelt verder en zegt,
dat hij tenslotte voor het argument van
zijn commissaris was gezwicht.
President: Nadat PI. u zou schorsen
als commissaris is toch dwaasheid.
Verd.: Als u het zegt zal het wel zoo
zijn.
Pres. (houdt aan): Nu, was het dwaas
heid of niet?
Verd.: Or.li, het was maar bij wijze
van spreken gezegd.
Een incident
Een i .ge woordenwisseling tus
schen verd. M. en den president volgt
dan. Telkens valt M. den president in
ae rede.
Houdt u stil... U bent brutaal.
U maakt me brutaal, de heele zitting
door
Verd. M. beweert dan, dat hij de
11.000 heeft terdggestort.
Pres.: Hoe kwam u aan dat geld?
Verd.: Gekregen van iemand, die al
lang dood is.
Pres.: Voor den rechfer-commissaris
hebt u gezegd, dat het hem niet aan
ging-
Verd.: Nu zeg ik dat hij dood is en ik
bedoel er mee, dat het u ook verder niet
aangaat.
Pres.: U munt alweer niet uit door
beleefdheid.
Verd.: Uw schuld.
Pres.: Zwijgt u...
Verd.: Neen.
Pres.: Veldwachter breng verd. M.
weg. Zwijgend verdwijnt de kleine
ex-directeur van het paleis aan de zijde
van den Rijksveldwachter.
Nadat nog enkele vragen aan verd. P.
en aan den makelaar V. zijn gesteld,
wordt de zitting geschorst tot Donder
dag a.s.
Auto, waarin o.a. gezeten
waren Hilde Harmat en
Paul Harden in botsing
Motorrijder zwaar gewond
Gistermiddag had op den Terheyden-
schcwog te Breda een hotsing tusschen
een auto en een motorrijwiel plaats,
waarhij de 40-jarige motorrijder J. Wild
schut, korporaal-kok bij de school voor
verlofsofficieren te Breda, zeer ernstig
gewond werd. Hij wilde, komende van
den Kroghtdijk. den Terheydenschewcg
oprijden, toen juist uil dc richting Tcr-
heyde een auto naderde, bestuurd door
don heer Tibor Esch, echtgenoot van dc
operoUediva van het Fritz Hirsch's ge
zelschap Hilde Harmath, die met Paul
Harden in den wagen zat. Beide voertui
gen hadden een groote snelheid, zoodat
een botaing onvermijdelijk was. W. werd
van zijn motor geslingerd en kwam te
gen een boom terecht. Zwaar gewond
bleef liggen.
Nu voorloopig verhonden te zijn, is hij
naar het militair hospitaal vervoerd.
Zijn toestand is hoogst zorgelijk. Het
motorrijwiel werd totaai vernield. De
auto werd niet ernstig beschadigd. De
politic stelde een onderzoek in en iTam
mevr. Harmath cn de heide hccren, die
op weg waren naar Maastricht, con ver
hoor af. Ongeveer halfzes konden zij
hun reis voortzetten. De lieer Esch was
zoodanig onder den indruk van het
ongeluk, dat hij een chauffeur uit Breda
moest meenemen om zijn auto te ba-
sturen.