Schim van millioenensehat Een verdachte verwijderd DE ERFENIS VAN NEELTJEPAATER NED. AMBULANCE IN ABESSYNIE Donderdag a.s. het sanctie-ontwerp Verkeersongeluk bij Breda 2e BLAD PAG. 3. AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 23 OCTOBER 1935 Een profeet opgestaan onder de groote schare van erfgenamen Wij lozen in de Tijd: In het mooie, oude kerkje van Broek, waarvan de ranke torenspits over het groene Waterland domineert, ligt tus- schen de zitplaatsen links van den in gang een grafsteen. Sedert bijna 150 jaren dekt deze het stoffelijk overschot van Huysvrouw Neeltje Cornelis Paater en het is de schim van deze eerzame of juister de schim van haar fabelachtigcn rijkdom, welke van tijd tot lijd gaat rondwaren onder de mcnschen. Want. al is Neeltje dood, zijn de schatten, die zij bezeten moet hebben, verstrooid of ver teerd. gebleven is haar herinnering in de begeertje van een staag groeiende groep, die als „erfgenamen van Neeltje Paater" jaagt naar de verdwenen mil- lioencn. De heel oude historie van deze Neel tje en haar erfenis, waarmee een schaar nakomelingen van eenige generaties en in velerlei afstamming zich reeds bij voortduring heeft bezig gehouden, is onlangs in een nieuw stadium getreden. Van heinde en ver, uit alle dcolen des lands en zelfs van over de grenzen zijn monschcn van allen rang en stand sa mengekomen in Amsterdam, waar zij in een tweetal rumoerige vergaderingen hun familieband hebben bekend. De strijdbijl is toen weer opgegraven en een nieuwe gemeenschappelijke aanval ingeluid tot verovering van de hun toekomende spoorloos verdwenen schat ten. Want onder deze erfgenamen is een geheimzinnig man opgestaan als een oud-testamentarische ziener of richter. Het is de heer J. J. Reek uit de van Spilbergcnstraat in Amsterdam-West, die het vaon weer hoog heeft geheven uit het stof der vergetelheid en gewa pend met in jaren van onderzoek opge dane wetenschap, de vertwijfelde be langhebbenden voorgaat naar recht en rijkdom. Nog slechts enkele schakels ontbreken den heer Reek, nog één stap scheidt de erfgenamen van het begeer de doel. Gezamenlijk zal men nu. trach ten den beslissenden stap te zetten. Wie was deze Neeltje, die thans nog, bijna 150 jaren na haar dood in het stille Broek, honderden in den lande in beweging brengt en tot rumoerige bij eenkomsten inspireert? Neeltje Cornelis Paater werd op 1 Fe bruari 17S0 geboren als laatste directe afstammelinge van een rijk Broeksch geslacht van kooplieden en bierbrou wers. Zij had broers noch zusters en erf de geheel alleen de fabelachtige rijk dommen van haar familiebezit, bestaan de uit groote complexen pakhuizen en woningen te Amsterdam, landerijen en hofsteden door bijkans geheel Noord- I-lolland en vooral een belangrijk aan- dcelen-bczit in de Vereenigde Oost-Indi sche Compagnie. Betrekkelijk laat zij was 38 jaar - trouwde Neeltje op huwelijksvoorwaar den met den 11 jaar ouderen Cornelis Corneliszoon Schoon. Het huwelijk bleef kinderloos. Na den dood van Schoon in 1778 leefde zij stil en teruggetrokken in haar woning in Broek in Waterland, waar zij op 8 Maart 1789 overleed. Geen belangstelling voor suikertante Enkele dagen voor haar dood had Neeltje Paater den notaris Gerrit de Ruijter uit Amsterdam bij zich ontboden en hem opdracht gegeven haar testa ment te maken. Haar nabestaanden, verre neven en nichten, die zich vreemd genoeg blijkbaar niets aan de rijke tante gelegen lieten liggen, kende zij niet. Zij benoemde daarom een huis vriend, burgemeester Corn. Koker van Broek, tot uitvoerder van het testament. Hij .ontving een groote som aan contan ten en had daarvoor tot taak na te gaan aan wie Neeltje Paaters rijkdom men moesten worden vermaakt. Na Neeltjes dood viel echter een ge heimzinnige duisternis over de erfenis. Belangrijke papieren en documenten, betrekking hebbende op Neeltje's bezit, bleken spoorloos verdwenen. Uit het „Kerkeboek" van Broek scheurde een onbekende hand de bladzijden waarop Neeltje's familierelaties stonden ver meld. Van een verdeeling van de erfenis is dan ook practisch geen sprake ge weest. De roerende goederen, zooals goud, juweelen en aandeelcn, zijn zelfs nooit getaxeerd. De eenige betrekkingen die iets kre gen, waren een neef in den zevenden en een nicht in den achtsten graad. Ilun werden pakhuizen en landerijen toegewezen. De overige bloedverwanten waaronder er heel wat dichter in de fa milie waren, hadden het nakijken. Geen cent werd hun uitgekeerd. Generaties van erfgenamen hebben nadien processen gevoerd, maar zonder succes. Wat hun deel werd, was spot en hoon. Men voerde zelfs een klucht op „De erfgenamen van Neeltje Paater uit Broek in Waterland". Geleidelijk raakte toen do geschiedenis, althans voor de buitenwereld, in het vergeetboek. Want wat de heele actie uiterst zwak maakte: waar de zoo vurig begeerde schatten vandaan moeten komen, wist eigenlijk niemand en... weet nog nie mand! Het eenige wat op den huidigen dag als afkomstig van Neeltjes nalaten schap valt aan te wijzen, is het Neeltje Paaterfonds te Broek dat jaarlijks een 300 voor de behoeftigen van het dorp uitkeert. De laatste poging van erfgenamen om hierin licht te brengen dateert van 1931. De helderziende dame Mad. Sylvia opereerde in Noord-Holland o.a. te Zaandam, op zoek naar het verdwenen goud en de juweelen van Neeltje, welke toch ergens verborgen moesten zijn. Geheim mee in het graf Men heeft toen nog aan den Kerke- raad van Broek verzocht het graf van Neeltje te mogen openen. Zij zou in haar doodkist belangrijke documenten hebben meegekregen'. De Kerkeraad weigerde echter in do kerk te laten gra ven, danr de grafstecnen na den wa tersnood van 1916, welke den bodem der kerk loswoelde, niet op hun oude plaat sen zijn teruggevoegd. Waar Neeltje precies rust zou dientengevolge niet meer te zeggen zijn. Nu echter is, zooals medgedeeld, een heer Reek, van beroep bouwvakarbei der. maar sinds jaren werkloos, in de kringen der belanghebbenden versche nen. Gedurende verscheidene jaren heeft deze heer Reek uit liefhebberij onderzoekingen verricht in archieven en daarbij belangrijke vondsten gedaan. Hij beweert thans, dat de erfenis van de rijke Neeltje Paater welke hij op 200 milliocn scha.t nog niet. als verlo ren behoeft te worden beschouwd. Hij heeft een nieuw spoor gevonden, dat wijst in de richting der Noordelijke pro vinciën. Daar hoopt hij in -de archieven de ontbrekende documenten en gege vens te vinden, die klaarheid kunnen brengen in de oogenschijnlijk hopelooze zaak. Verschillende belanghebbenden, o.a. zelfs uit Zuid-Afrika, zouden zich reeds met Reek in verbinding hebben gesteld en hom groote sommen hebben geboden voor de documenten, die Reek zegt in' zijn bezit te hebben. Reek echter ver klaart uitsluitend uit idealistische mo tieven te handelen en niet te rusten voor hij alles heeft opgehelderd. De erfgenamen, wier aantal naar de 1000 loopt, hebben thans een vereeni- ging gesticht, terwijl een commissie, be staande uit de heeren K. Mederablik te Amsterdam, G. de H-ms en J. Pa:er te Laren. het contact nipt Reek onder-1 houdt. In spanning wacht men thans op resultaat: de meestcn dor erfgenamen kunnen de millioentjcs best gebruiken! gehoord, verklaarde, dat hii on 20 M. afstand reeds met het rooda licht had gezwaaid. Dit was de eerste maal ge weest. dat een automobilist niet op het teeken stonte. De burgemeester hield vol. dat hij het niet had gezien. In ziiu gemeente had hii na deze nractische ervaring van dit hcht-stopteeken onmiddellijk opdracht gegeven een dcrgeliikc wijze van aandacht trekken niet meer toe te passen. Dc Officier van Justitie, mr. W. J. II. Stam, cischte, op grond van over treding van art. 1S4 W. v. S. f 40 boete, subs. 40 dagen hechtenis. De politierechter sprak den verdach te vrii. omdat z. i. van onzet niet was gebleken, hoewel hii er van overtuigd was. dat de brigadier het slontecken op de voorgeschreven wiize heeft ge geven. DE PALEIS'ZAAK BURGEMEESTER VOOR POLITIERECHTER Beschuldigd een stopsein niet te hebben opgevolgd, doch vrijgesproken il'IïEN. 21 October. Vandaag had zich voor den poliaërechter ,e verant woorden de burgemeester van Wor- merveer. dc 36-jarige D. G. D.. die op 25 Augustus te Warken onder de ge meente Warnsveld niet had voldaan aan het bevel van den brigadier Th. te Brake om met zijn auto te stoppen, zulks ter contröle van de Motor- en Hiiwielwet. De politierechter, mr. A. H. van der Giesen, zei, dat de burgemeester wel zou kunnen begrijpen, dat men hier van dit verbaal vreemd bad opgeke ken. „Uit hoofde van uw functie had, u toch zeker moeten stoppen op het lichtsignaal, dat voor andere automo bilisten hier steeds een duidelijk stop- teeken is geweest." De burgemeester voerde tot zijn ver dediging aan. dat hii het roode lichtje uit een zaklantaarn, dat hii od zij van zijn auto had gezien, niet als een stop- teeken van de politie had beschouwd. Ilii reed op een voor hem onbekenden weg niet een vaart van misschien 15 KM. Hii kwam van Duitschland en had on dat oogenblik ongeveer 500 K.M. afgelegd. Hii lette uitsluitend op de wegbermen. Z. i. was dit niet een duidelijk stoptceken. Als oud-officier, hii is gepensionneerd generaal-maioor van het Indische leger, had spreker vele bevelen gegeven en opgevolgd, maar dan moest een bevel ook goed zijn. De brigadier, die als getuige werd Het aantal giften heeft de 20.000 over? schreden In de afgeloopen week zijn de bijdra gen voor do evontueele uitzending van een Nedcrlandsche ambulance met on geveer 10.000.vermeerderd en is de ƒ20:000 reeds overschreden. Dankbaar, zeer dankbaar is het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roodc ruis voor de vele grootcre cn klei nere bedragen die het ontvangen mocht. Girobedragen van f0.25 en f0.50 zijn met evenveel vreugde ontvangen als de grootere giften. Het henoodigde bedrug is echter nog lang niet aanwezig om zelfs tot een be scheiden uitzending te kunnen over gaan. Het Hoofdbestuur hoopt, dat nog \elen, zeer velen, hunne bijdragen wil len zenden. Het doet een beroep op ver- eenigingen, corporaties, bioscoop-direc ties om te vormen Steun-Comité's om door geldinzamelingen het doel te be reiken. De noodkreet uit Abessynië om Roode Kruis hulp heeft u in dc laatste week in de pers gelezen. Italië heeft laten weten, dat het even- tueele aanbiedingen van buitenland- sche Roode Kruis-vereenigingen niet zou aanvaarden. Intusschcn sluit dit, zooals genoegzaam bekend Is, niet uit, dat gewonde cn zieke strijders van hei de partijen, zonder aanzien des persoons in elke ambulance worden geholpen. Stort Uw bijdrage op postrekening No. 22120 van het Nederlandsche Roode Kruis. PRINSES JULIANA Prinses Juliana heeft Maandagavond in den Tivoli-Schouwburg te Apeldoorn het eerste deel van een concert ton bate van dc Ned. Roode Kruis-ambulance voor Abessinië bijgewoond. Zij was ver gezeld van haar hofdame baronesse van Heemstra, en baron Snouckaert van Schauburg. De burgemeester van Apeldoorn, jhr. C. G. C. Quarlcs van l'fford, en zijn echtgenoote sloten zich bij het gevolg van de Prinses aan. H.K.H. liet het bestuur van de afdee- ling Apeldoorn van bet Roode Kruis en mevrouw Josephine Lulofs, die dit con cert had samengesteld, aan zich voor stellen. INRBEKER AANGEHOUDEN EINDHOVEN, 22 Oct. Verdacht van het plegen van een serie inbraken in Eindhoven cn omprevins. in vereeni- ging met verschillende leden van de thans gearresteerde Ossche boevenben- de. heeft de politic van Eindhoven aan gehouden de beruchte A. H.. bijge naamd „de Saai". De man wordt naar Den Bosch overgebracht, waar hii ter beschikking van de justitie zal worden gesteld. VREEMDE „LEENING" VAN F 11.000 Heftig incident tusschen den president en de vers dachte M. AMSTERDAM, 22 October. I)o vijf de kamer der rechtbank heeft heden de behandeling voortgezet van de straf zaak tegen den gewezen directeur en don gewezen commissaris van hot Pa leis v. Volksvlijt, die er van worden verdacht belangrijke malversaties te hebben gepleegd. Getuige Witieboon wordt vanmorgen als eerste getuige gehoord. Getuige is bediende van den commissaris van het Paleis Mr. Polcnaar en verklaart eei) lijst van de aanwezige obligaties van het Paleis te hebben gemaakt, die in den safe van de Incassobank lagen. Getuige Mcj. Rector, eveneens ge«-in- ployeerd op het kantoor van mr. Po lenaar, deelt mede. dat verd. M. (de ex-directeur) haar d:e lijst eens ter in zage heeft gevraagd. Ze heeft hierin toegestemd, doch ze kreeg dc lijst niet meer terug. Verd. M. zegt op een vraag van den president dat hij nooit aan getuige de lijst heeft gevraagd, het is niet waar, dat hij gezegd heeft, dat hij de lijst noedig had om de obligaties te contro leeren. President: Dat U dit ontkent is wel heel merkwaardig, het is een zeer be zwarende verklaring. Verd.: Ik heb niet de lijst van de loten gevraagd, die juffrouw is in de war! Die lijst van de obligaties moet nog op het kantoor van Mr. Polenaar zijn. Pres.: U hebt altijd gezegd, dat er obligaties gestolen zijn. Wanneer is dal dan gebeurd? Pres.: Voor den inspecteur van po litie hebt U gezegd, dat U, directeur wordend, op de hoogte kwaamt van de 3% obligaties uitgestelde schuld. Verder, dat U na den brand de obliga ties naar een voorloopig gebuurd kan toor hebt gebracht, en vandaar in den safe. U hebt gezegd, dat ze daar een paar dagen gezworven hebben Verd. M.: Dat moet zijn: „een paar maanden In m'n zenuwachtigheid vergiste ik me. Pres.: Uit deze verklaringen blijkt, dat U omtrent de obligaties heelemaal op de hoogte was. U draait, zooals U altijd draait. Deze verklaringen zijn geheel in strijd met wat U er later van hebt gemaakt. Verd.: Ik was heelemaal in de war. De Officier: U was toch immer het geheugen van het Paleis. Verd.: Dat was ik toen niet meer; en als het zoo doorgaat word ik heele maal gek. Vervolgens wordt juffrouw den O., de ex-verloofde van P. gehoord. Zij ver klaart, dat zij in opdracht van PI. een brief getikt heeft aan de directie van het Paleis, waarin zij uitbetaling ver zocht van de 32 obligaties van 200. Daarna is PI. naar Amerika gegaan. Van hem kreeg ze een brief, waarin hij schreef, dat ze bericht zou krijgen van de Amsterdamsche Bank, dat zij het geld zou kunnen ontvangen. Zij heeft inderdaad dat bericht ontvangen en samen met Pl„ die intusschcn was teruggekomen, heeft zij dc 63S4 ge haald. Zij heeft verd. P. het geld ge geven. Getuige verklaart verder, dat zij M. kende; PI. had hem wel eens aan haar voorgesteld. Uit het verder verhoor van deze getuige blijkt, dat M. zich in hun gezelschap bevond, toen zij het geld hadden gehaald. Zë zijn „Ambtelijke slordigheid" Twee postbeambten uit Lei« den staan wegens ver* duistering terecht De brievenbesteller Tj. S. uit Leiden heeft zich te verantwoorden gehad voor de Haagsche rechtbank wegens verduistering van een aantal postzegels die hij in zijn functie van besteller aan het postkantoor te Leiden onder zich had. Als getuige in deze zaak werd o.m. gehoord de heer E., directeur van het postkantoor te Leiden, die verklaarde, dat S. plaatsvervangend hoofdbesteller was, en als zoodanig een kas onder zich had. Volgens get. is het den beambten niot geoorloofd onderling zegels te rui len, wel is het gebruik, dat zij van elkander zegels koopen. De hoofdbestel ler van der S. van het Leidsche post kantoor, verklaarde dat de hoofdbestcl- ler do beschikking heeft over een kas. Ook de waarnemer heeft een kas. Getuige heeft dezen zomer van S. ze gels geleend, die hij verrekende met een voorschot dat deze van hem had ontvangen. Getuige moest toegeven, dat de transactie niet geoorloofd was. Verdachte zeide, dat een ruiling als hier plaats vond, meermalen voorkwam Hij meende, dat het moeilijk was om van der S., die boven hem stond, een dienst te weigeren. Mr. Cohen Tervaert, die het O.M. waar nam, zeide dat hier van verduis tering van gelden door verdachte niet is gebleken. Evenwel heeft verdachte de reglementen overtreden en is het geen hij deed in strijd met art. 359 W. v. SL De officier eischte tegen verdachte een geldboete van 75.subs. 75 da gen, alsmede een voorw.gevangenis straf van 8 maanden met drie jaar proeftijd. Uitspraak 5 Nov. a.s. Hierna stond terecht de hoofdbrie- vcnbesteller D. v. d. S. uit Leiden, ver dacht van diefstal van geldsbedragen, welke hij als loon aan derden had moe ten afdragen en voorts wegens uitlok king van het misdrijf dat aan S. den vorigen verdachte, is ten laste gelegd. Wederom werd de directeur van het Leidsch postkantoor gehoord, die zijn in de vorige zaak afgelegde verklarin gen bevestigde. Getuige zeide nog, dat dc transactie feitelijk als een ongeoor loofde gemoedelijkheid te beschouwen waren. Rechter Mr. A a g a, merkte naar aan leiding van deze verklaring op, dat hij den indruk had dat men hier feitelijk te doen heeft met een ambtelijke slor digheid, hetgeen de getuige bevestigde De getuige S. (verdachte uit de vo rige zaak) verklaarde, dat hij bij de kascontrole op aanraden van den ver dachte aan den controleur had gezegd, dat hij do kas niet had, daar deze op het oogenblik niet klopte. Verdachte gaf een andere voorstel ling van zaken. De gewezen hoofdbesteller van het Leidsche postkantoor, van Polanen, heeft indertijd een bedrag van -4,50 aan den verdachte afgedragen, waar voor hem echter geen kwitantie betrek king hebbende op dit bedrag werd ter hand gesteld, dat was volgens getuige usance, dat men elkander in goed ver trouwen het geld van de kwitantiën overhandigde. 3 Een collega van verdachte heeft dc zon vroeger wel eens geld geleend om de kas hij te vullen. Getuige heeft hem eens een bedrag van 40.geleend, dat hij na korten tijd weer terug ont ving. Het lecnen geschiedde derhalve slechts voor enkele oogenblikken om een tekort, in de kas aan te vullen. Onmiddellijk nu de contröle werd het geld weer terug gegeven. Verdachte was het niet met deze ge- tuigeverklaringen eens en bij beweer de, dat de getuige uit haat tegen hem aldus verklaarde. Nimmer heeft hij geld van getuige geleend. Deze hield vol, dat hij eens 4 bank biljetten van 10.— aan verdachte heeft gegeven. Verdachte had hom toen nog gezegd: „zoo jij zit goed bij kas." Eon gewezen hoofdbcsteller van het Leidsch postkantoor verklaarde, dat hij indertijd een ontvangbewijs voor een week salaris heeft getcckend. Verdach te betaalde hem daarop niet uit. Toen hij op betaling aandrong beweerde v. d. S., dat hij het reeds uitbetaald had. Verdachte beweerde dat de uitbeta ling in tegenwoordigheid van andere bestellers heeft plaats gevonden. Dc brievenbesteller uit Leiden heeft in November j.l. aan den verdachte een toen met z'n drieën naar Carlton ge gaan en hier heeft PI. geld aati M. betaald. De ex-directeur geeft toe, dat hij met deze dame en PI. wel in het Carlton hotel is geweest, hij wist toon niet wie ze was. Er is toen wel geld op tafel geweest en PI. heeft toen aan hem M. een zeker bedrag uitbetaald, dat hij hem schuldig was. Geinige den D. verklaart nog, dat ze wist dat M. en P. samen „zaken" (lo den; wat voor zaken dat waren, wist ze niet. Pres.: Vond U het eigenlijk niet vreemd, juffrouw, dat U juist dat geld moest innen? Wat dacht U eigenlijk? Getuige: Het stond toch op mijn naam. Pres.: Ja, maar waarom stond het op Uw naam? Getuige weet dat niet. Na de pauze bedrag van 25.geleend. Eenige uren later kreeg hij het geld weer terug. De referendaris der P.T.T. te Leiden, heeft de voorschottén van de hoofd bestellers gecontróleerd. Toen zulks plaats vond bij den eer sten verdachte S., deelde deze hem mede, dat hij de kas aan een anderen besteller had overgedragen. Deze mede- deeling bleek onjuist te zijn. De kas van den verdachte van der S., klopte volgens getuige. Bij de contröle op den volgenden dag was de kas ook in orde. Getuige heeft behoudens zeer kleine verschillen de kas van verdachte steeds in orde bevonden. Verdachte gaf toe, dat hij wel eens postzegels te kort is gekomen. Hij kreeg deze zegels dan val collega's zon der contante betaling. Bij de afreke ning kwam hij een bedrag van 10.- te kort. Hij gaf toe wel eens geld van ande ren geleend te hebben. Deze transacties hielden echter geen verband met de kascontrole. Het O.M. waargenomen door Mr. Co- hen Tervaert, zeide het eens te zijn met de door den president gemaakte op merking dat het verdachte's schuld is, dat de vorige verd. S. terecht moest staan. Volgens spr. is deze verdachte dc uitlokker van diens verduisteringen want hij maakte misbruik van gezag om te bewegen hem gold toe te ver trouwen. Dat hij zelf had moeten af dragen. Voorts achtte de officier ook de ten laste gelegde vier verduisteringen van gelden bewezen. Spr. eischte tegen de zen verdachte een geldboete van 100 subs. 100 dagen, alsmede een voorwaar delijke gevangenisstraf van negen maanden met 3 jaar proeftijd. Mr. Goudsmit uit Leiden betoogde, dat men hier tc doen heeft met een ambtelijke slordigheid en dat van een strafbare uitlokking van verduistering niets is gebleken. Volgens pleiter l>e- hooren noch zijn cliënt, noch de vori gen verdachte in de verdachtenhankcn. Er zijn aan zijn cliënt 5 feiten ten laste gelegd, in welke zaken telkens slechts één getuige is gehoord. Van misbruik maken van gezag door van der S. is niets gebleken. Pleiter achtte de aan zijn cliënt ten laste gelegde feiten niet bewezen cn hij concludeerde, mede op de belangen die er voor den verdachte op het spel stuan, tot vrijspraak. De rechtbank zal 5 November a^. uitspraak doen. TWEEDE KAMER Vergadering van 22 October. Geopend 1 uur. Voorzitter jhr. mr. Ch. J. M. Ruyi de Beerenbrouck. De Voorzitter deelt mede. dat dc Cen trale Afdceling heeft besloten, heden na afloop, onmiddellijk, van de open bare vergadering, in de afdeelingen te doen onderzoeken het wetsontwerp: Voorbehoud» der bevoegdheid tot het nemen van nadere maatregelen ter be vordering van do internationale sa menwerking tot het voorkomen of het beëindigen van vijandelijkheden. De Voorzitter verdaagt tc 1.15 uur de vergadering tot a.s. Donderdag één uur, wanneer bovengenoemd wetsont werp wanneer het in staat van wij- zeil is met enkele kleinere wetsont werpen in openbare behandeling zal komen. Na de pauze wordt het bedrag van 11.G0O ter sprake gebracht, dat verd. 1'. zou hebben overhandigd aan den makelaar V. voor diensten bewezen bij den verkoop van het Paleis-terrein. P. beweert, dat dit inderdaad voor „cour tage" was gegeven. Dc justitie ver moedt echter, dat deze betaling ten onrechte als zoodanig is geboekt. In de boeken van V. komt namelijk de post voor onder de benaming „leo- ning". Bovendien is dc koooacte niet piet behulp van dezen makelaar tot stand gekomen. De makelaar, die den koop tot stand heeft gebracht, heeft e! minder gekregen, n.l. ongeveer f 7000. Dan komt de belangrijkste getuige van dezen middag voor het hek ie. n.l. de 53-iarige makelaar J. V. Hii kendo den ex-commissaris van het Paleis nl sinds 1918. ..Ik heb 'm loeven kennen in café Polen, we ontmoetten elkaar daar later dikwijls, maar speciale vrienden waren we niet", verklaarde de makelaar. Ook den directeur kende getuige; vóór den brand had hii eens moeite gedaan om het paleis te ver- koopen. doch daaraan had hii niets verdiend. Na den brand heeft getuige de schutting geplaatst en er f 6009 voor gekregen en van de huurster van de reclamëvlakte f 2900. Getuige erkende van P. f 11.000 ter leen te hebben ontvangen. Ilii had daarvoor een schuldbekentenis afgege ven. Het geld was hem op 2 Mei 1930 ter hand gesteld en zou od 30 October d.a.v. worden terugbetaald. Ten kan tore van het Paleis is het geld uitbe taald in tegenwoordigheid van de bei de verdachten. M. had het uit de brandkast gehaald. Getuige had het geld van den ex-com missaris persoonlijk geleend, tegen een rente van 7 pet. Later had getuige nog f 4000 geleend van PI.; in totaal was hij begin 1931 nog f 14.000 schuldig. Omdat PI. er op aandrong hoeft ge tuige cr in toegestemd een commandi taire vennootschap aan te gaan. waarin PI. deelnam voor de reeds gestorte 14.000. terwijl get. zijn arbeidskracht inbracht. Deze vennootschap heeft ech ter nooit eenig practisch effect gehad. In 1932 volgde het faillissement van dezen getuige. Op een gegeven dag zoo verklaart get. verder kreeg ik een telefonische oproeD van een van beide verdachten om in de woning van PI. te komen. Ik moest een kwitantie meebrengen ten bedrage van f 11.000, waarbij verrekend zouden worden mijn bemoeiingen met den verkooo van het terrein. Getuige begreep wel. dat daar bij verrekend werden de f 11.444, die hij geleend had en die naar ziin mee ning afkomstig waren uit de kas van het Paleis. De verdachten hebben er nog over gepraat bf er zou moeten worden ingevuld, dat ik het eeld had ontvangen van het Paleis dan wel van P. Tenslotte werd er ingevuld „N.V. Paleis voor Volksvlijt". Do acte van de comm. vennootschap had eigenlijk ge wijzigd moeten worden in dier voege, dat P. nog slechts deelgenoot was voor 3000. Pres.: U had de kop van dc kwitan tie nog niet ingevuld, toen U daarmee od het kantoor kwam. Getuige: Ja. dat was od verzoek van een van heide verdachten. Pres.: Dus op die kwitantie werd gezet, dat U het geld van het Paleis had gekregen voor uw bemoeiingen hij den verkoop van het Palcis.-Wat had U eigenlijk gedaan? Getuige vertelt dan. dat hii aanvan kelijk onderhandelingen over verkoop van het terrein had gevoerd. Later was hii er „uitgedrukt." Pres.: Maar kwam U f 11.000 toe? Getuige vindt dat niet. maar... zo ziin vrii om tc geven". Pres.: Voor de politic hebt U ver klaard. dat U met f 11.000 ook tevre den zou ziin geweest. Getuige geeft dit toe. Pres.: Maar waarom werd dat be drag dan on f 11.000 gesteld? Getuig.: Dat zat in verhand mot die nrivélecning van PIMii zou hoog stens i 7000 ziin toegekomen, wat ook de ander* makelaar gekregen heeft." Pres.: Waarom deed u mco aan" een geschiedenis, waarvan u wist, dat zc niet in orde was? Getuige: Om PI. en M. te helpen Mr. Muller Massis: Zijn er aan liet teekenen van de „courtage kwitantie" geen onderhandelingen voorafgegaan? Het was voor u toch wel heel mooi op deze wijze van een leenschuld af te ko men. Getuige weet dat niet meer precies, er zal wel eens over gesproken zijn. Mr. Stokvis: Kreeg u zoo plotseling 11.000.ter leen? Getuige: Ja, ik was goed bevriend met PI. Dan wordt de ex-commissaris weer aan een verhoor onderworpen. Pres.: Waar zijn de 11.000 betaald? Verd.: Op het kantoor van het Paleis in dc Sarphatistraat. Ik nam het geld voor hem op met goedvinden van den directeur. Hij moest toch nog geld heb ben als „courtage". Hij kreeg het be drag uit handen van M. Pres.: Dus het was provisie Verd.: Ja, een royale provisie. Dus 't was geen leening, vraagt de president. Verd.: Neen, die kwitantie nam ik als dekking aan. Maar zelf heb ik er geen cent voordeel van gehad. Pres.: Behalve, dat u met het Paleis- geld een commanditaire yennootschap hebt aangegaan; als die zaak goed was gegaan had* u wei degelijk voordeel ge- had. Ilebt u aan de kas van het Paleis een bewijs gegeven, toen u de 11.000 voor makelaar V. opnam? Getuige meent van wel, maar de kwi tantie is niet tc vinden. Verdachte PI. vindt, dat de courtage van 11.000 volkomen gerechtvaardigd was, daar het Palcis door V.'s inlichtin gen 50.000 meër voor het terrein had gekregen. Mr. Stokvis (tot V.): Welke inlichtin gen hebt u gegpven? Getuige V.: Geen bepaalde inlichting, ik heb alleen aangeraden den verkoop i.og wat aan te houden. Verdachte M., de ex-directeur, wordt ook over deze kwestie aan den tand gevoeld. Hij verklaart, dat hij tegen uitbetaling van de courtage was geweest, maar... PI. had he;n gedreigd: „Als jc niet be- aalt. schors ik je als directeur". P. noemt dit volslagen waanzin. l)e ex-directeur vertelt verder en zegt, dat hij tenslotte voor het argument van zijn commissaris was gezwicht. President: Nadat PI. u zou schorsen als commissaris is toch dwaasheid. Verd.: Als u het zegt zal het wel zoo zijn. Pres. (houdt aan): Nu, was het dwaas heid of niet? Verd.: Or.li, het was maar bij wijze van spreken gezegd. Een incident Een i .ge woordenwisseling tus schen verd. M. en den president volgt dan. Telkens valt M. den president in ae rede. Houdt u stil... U bent brutaal. U maakt me brutaal, de heele zitting door Verd. M. beweert dan, dat hij de 11.000 heeft terdggestort. Pres.: Hoe kwam u aan dat geld? Verd.: Gekregen van iemand, die al lang dood is. Pres.: Voor den rechfer-commissaris hebt u gezegd, dat het hem niet aan ging- Verd.: Nu zeg ik dat hij dood is en ik bedoel er mee, dat het u ook verder niet aangaat. Pres.: U munt alweer niet uit door beleefdheid. Verd.: Uw schuld. Pres.: Zwijgt u... Verd.: Neen. Pres.: Veldwachter breng verd. M. weg. Zwijgend verdwijnt de kleine ex-directeur van het paleis aan de zijde van den Rijksveldwachter. Nadat nog enkele vragen aan verd. P. en aan den makelaar V. zijn gesteld, wordt de zitting geschorst tot Donder dag a.s. Auto, waarin o.a. gezeten waren Hilde Harmat en Paul Harden in botsing Motorrijder zwaar gewond Gistermiddag had op den Terheyden- schcwog te Breda een hotsing tusschen een auto en een motorrijwiel plaats, waarhij de 40-jarige motorrijder J. Wild schut, korporaal-kok bij de school voor verlofsofficieren te Breda, zeer ernstig gewond werd. Hij wilde, komende van den Kroghtdijk. den Terheydenschewcg oprijden, toen juist uil dc richting Tcr- heyde een auto naderde, bestuurd door don heer Tibor Esch, echtgenoot van dc operoUediva van het Fritz Hirsch's ge zelschap Hilde Harmath, die met Paul Harden in den wagen zat. Beide voertui gen hadden een groote snelheid, zoodat een botaing onvermijdelijk was. W. werd van zijn motor geslingerd en kwam te gen een boom terecht. Zwaar gewond bleef liggen. Nu voorloopig verhonden te zijn, is hij naar het militair hospitaal vervoerd. Zijn toestand is hoogst zorgelijk. Het motorrijwiel werd totaai vernield. De auto werd niet ernstig beschadigd. De politic stelde een onderzoek in en iTam mevr. Harmath cn de heide hccren, die op weg waren naar Maastricht, con ver hoor af. Ongeveer halfzes konden zij hun reis voortzetten. De lieer Esch was zoodanig onder den indruk van het ongeluk, dat hij een chauffeur uit Breda moest meenemen om zijn auto te ba- sturen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 7