Wjpt j, <é>~- WAT GEBEURT ER MET DE SPOORPENSIOENEN? DE GEBROEDERS „GOOCHEM" Werkgelegenheid voor jongeren MET ZOUTZUUR GEWORPEN yiiililll Kinderhoekje UK Valsche munters gearresteerd Geen goede navigatie UITEENZETTING VAN HET PLAN 2e BLAD PAG. 3. AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 25 OCTOBER 1935 - 11 19. Daarbinnen hingen aan een lijn ettelijke koeienstaar- ten. Piet zocht een flinke dikke uit en bewerkte deze zorg- vuldig met een bomdcr. Aan het boveneinde vond hij een touw an zorgde dat de staart er stevig aan vast zat. In de - keuken had hij een stuk ijzerdraad opgescharreld en prut- 6te daarvan een soort haak, waaraan tiij het touwtje goed 20. Als 's middags het erf schoongeveegd was, li jp het sproetige Keetje duar altijd te wandelen met haar popp?n- r~ wagen. Geen mensch of dier was veilig voor liaar; elke knecht of meid, die ze tegjn kwam reedze met haar wa- gen tegen de voeten. Zelfs», de kippen kon zs nooit 'met rust laten. PENSIOEN AAN LOON GEKOPPELD De vooruitzichten van het pensioenfonds worden bedroevend geacht Memorie van Antwoord Verschenen is de Memorie van Ant woord op het Voorloopig Verslag no pens het wetsontwerp tot wijziging van de Pensioenwet voor de Spoorwegamb tenaren 1925. In deze Memorie wiist de regeering er allereerst op. dat de opvatting van verscheidene leden, dat het recht op pensioenen als een uitvloeisel moet wórden beschouwd van de arbeidsover eenkomst tusschen ambtenaren en spoorwegmaatschappijen en als zooda nig contractueel geregeld is. geen steun vindt 'in de bepalingen van het regle ment Dienstvoorwaarden en het feit miskent, dat de pensioenaanspraken sinds 1925 bij de wet geregeld zün. Voor den belanghebbende is hoofd zaak. dat hij op den pensioengerech tigden leeftijd in zijn onderhoud kan voorzien on een wijze, zooals hij in ver houding tot zijn verrichte arbeids prestatie. mocht verwachten: waarde verandering van het geld. welke zich ook op zoo menig ander gebied in hooge mate doet gevoelen, heeft dan uiteraard grooten invloed. Wijl de pensioenaanspraken van het personeel in dienst bij S.S./H.S. niet op overeenkomst zijn gegrond, komt de gemaakte vergelijking met de uitkee- ring van een levensverzekeringmaat schappij krachtens overeenkomst in be ginsel niet juist voor. Ook om andere redenen is die vergelijking trouwens minder juist. Het' kan niet onbillijk heetcn. doch liet mag integendeel recht- malig worden geacht, dat in aanslui ting met de in de laatste iaren ingetre den prijs- en loondaling met uitkeering van de naar verhouding thans te hooge pensioenen niet langer wordt voortge gaan. De spoorwegpensioenen zijn evenals de Indische pensioenen pu bliekrechtelijk geregeld en de aange voerde verschillen van nractischen aard. ontleend aan vergelijking tus schen beide categorieën, vermogen niet aan eerstgenoemde pensioenen princi pieel een ander karakter te geven. Daarbij worde de blijvende strekking van dit ontwerp stellende tegenover he* tijdelijk karakter der vermindering vra de Indische pensioenen niet uit het oog verloren, dat dit ontwerp niet slechts verlaging van pensioeq brengt, doch bij stijging van het loonpeil, ook tot pensioenverhooging kan leiden. Pensioen en loonpeil Kan liet beginsel van aanpassing der pensioenen en pensioenaansoraken aan het loonpeil door de Kroon niet wor den prijsgegeven, de regeering heeft ge meend. ter tegemoetkoming aan de be zwaren tegen te ruime delegatie aan de Kroon, het ontwerp aldus te moe ten omwerken, dat het stelsel van pen sioenherziening. in verband met de wij zigingen in de loonregeling tot en met 1 Januari 1935. in de wet zelve wordt vastgelegd en ook voor de toekomst als maatstaf wordt voorgeschreven. Aan de Kroon wordt dan slechts overgela ten de berekening naar dien maatstaf uit te voeren en het tiidstjp van in voering te bepalen. Vooreesteld wordt het bedrag van de voorloopïge korting te bepalen op 10 pet. en tevens voor te schrijven, dat, voor zoover de definitieve korting een hooeer percentage zal blijken te beloo- pen, niettemin gedurende een iaar het kortingspercentage tot 10 beperkt blijft. Daartoe zal tegemoet gekomen worden aan den wensch van sommige leden, die invoering van aanzienlijke pensioen kortingen in eens te bezwa rend achtten en geleidelijke invoering bepleitten. Voorla is een nieuw artikel 2 wen- schelijk gebleken, houdende machti ging tot overeenkomstige herziening van uitkeeringen en staatspensioenen, krachtens de overeenkomsten tusschen den Staat en S.S.. welke uitkeeringen en pensioenen, zij het tot geringe be dragen. ook naar de hoogere grondsla gen kunnen zijn of worden toegekend en destijds ook in navolging van de pensioenen met 40 pet. worden ver hoogd. Aan den aandrang om bii dit wets ontwerp te komen met een voorstel tot hernieuwde verhooging van de pen sioenen der zgn. oud-gcoensionneerden kan de regeering niet voldoen. Bedroevende voor uitzichten Wat de financieele positie van het Spoorwegpensioenfonds be* treft, wijst de regeering er op, dat het naast het tekort van ongeveer 250 millioen, dat op grond van wiskundige berekening van toe* komstige lasten valt te becijferen, het bezorgdheid wekt, dat de gel» delijke toestand van het fonds reeds thans zeer ongunstig is en de vooruitzichten bedroevend moeten worden geacht. In feite wordt reeds ingeteerd op W reel te geringe fondskaoitaal. Dit nroces van inteering zal zich •nel uitbreiden en het gevaar be- - staat, dat binnen eenige faren het fonds niet meer aan ziin verplich tingen zal kunnen voldoen- Die toestand is te bedenkelijker, omdat S.S./H.S. thans zoomin als in de naaste toekomst bij machte zullen zijn aan het fonds de noodiee hulp te verschaffen en de Staat zich eveneens genoopt zag ziin gelde lijke bijdragen ter dekking van het fondstekort voor onbepaalden tijd op te schorten. Stellig is in dezen noodtoestand een gegronde reden gelegen om althans pensioenen en pensioensgrondslagen in overeenstemming te brengen en te hou den met het geldende loonpeil. Inderdaad zullen, zooals reeds ge vreesd werd in verband met de op 1 Januari 1935 in werking getreden loonsverlaging van pet. de percen tages dienovereenkomstig moeten wor den verhoogd, zoodat in het uiterste geval een maximum van 23 Dct. wordt bereikt met betrekking tot het tijdvak gelegen tusschen 30 Juni 1922 en 1 Jan. 1924. De regeering is zich bewust dat dit maximum percentage hoog is en vooral waar het zich uit in een dien overeenkomstige korting op een reeds toegekend pensioen voor de betrokke nen zeer bezwarend kan ziin. Zij is dan ook bereid daaraan in zooverre aan tegemoet te komen, dat de korting on reeds loopende pensioenen beperkt blijkt tot 15 pet. Een succesvol onderzoek te Enschede ENSCHEDE. 24 Oct. Den laatsten tijd werden in Enschede eenige valsche rijksdaalders en kwartjes, welke bij winkeliers in betaling werden gegeven, door de politie in beslag genomen. Ook in de omgeving werd valsch geld uit gegeven. onder meer in Denekamp, waar valsche guldens in omloop wer den gebracht. De politie te Denekamp slaagde er Maandag 1.1. in den uitgever van dit valsche geld aan te houden. Het bleek te zijn zekere B. L. uit Enschede. De politie vermoedde, dat deze valsche guldens uit dezelfde bron kwamen als de rijksdaalders en kwartjes. Onder leiding van den hoofdinspec teur der recherche te Enschede, den heer H. Boerrigter, werd het onderzoek verder voortgezet. Uit dit onderzoek bleek, dat de valsche geldstukken waren vervaardigd in de woning van zekeren C. L., die de vorige week we gens heling van rijwielen door de poli tie was aangehouden en in het Huis van Bewaring te Almelo was ingeslo ten. Verder kwam aan het licht, dat twee andere personen, Th. B. en B. L., beiden uit Enschede, betrokken waren bii het vervaardigen en het uitgeven van het valsche geld. Dit tweetal was de vorige week op verzoek van de poli tie te Enschede in een logement aan de O.Z. Voorburgwal te Amsterdam aangehouden en naar Enschede over gebracht in verband met het ontvreem den van rijwielen. Bii verschillende huiszoekingen werden valsche geld stukken en voorwerpen voor de ver vaardiging daarvan in beslag genomen. Alle vier personen, die bii deze zaak betrokken ziin. hebben een volledige bekentenis afgelegd. OPENSTELLING LANDGOED Een gedeelte, groot plm. 10 ha. van het landgoed „Sieverdink" onder Win terswijk is bij beschikking van de mi nisters van I-andbouw en Visscherij en van Financiën onder de Natuurschoon- wet 1928 gerangschikt. Het landgoed is gelegen in de buurt schap Brinkheurne tusschen den spoor weg Winterswijk—Borken en den Rijks weg WinterswijkDuitsche grens. Het geheele landgoed is voor het publiek opengesteld. paleiszaak VELE „EIGENAARDIGE VERANDERINGEN" Het getuigenverhoor voortgezet AMSTERDAM, 24 Oct. Wederom zet te do rechtbank het getuigenverhoor voort in de strafzaak tegen den ex- directeur en den gewezen commissaris van het Paleis voor Volksvlijt, die er van worden verdacht omvangrijke mal versaties te hebben gepleegd. In hoofd zaak ontkennen de beide verdachten; slechts enkele feiten geven zij toe. Zij houden echter vol in alle opzichten te goeder trouw te hebben gehandeld. Voor vandaag is weer een tiental ge tuigen opgeroepen. Eerst behandelt de president mr. Briët een nader rapport van dr. Schrijver. Deze heeft de ver anderingen in het obligatieboek nader onder de loupe genomen. „Het wemelt in dit obligatieboek van eigenaardige veranderingen" concludeert de deskun dige. „Er zijn datums veranderd, verdach te M." zegt de president, „noemt U dat geen knoeien?" „Fouten veranderd" vindt de ex- directeur. „Ik noem 't anders; geknoei is 't ant woordt de president. Dan wordt de tegenwoordige direc teur van het Paleis gehoord, Dr. Brac* kei. Er zijn nog wel enkele obligaties aangeboden, doch daarbij was geen en kel stuk, dat met een P. in het obli gatieboek stond aangeteekend. „Verdachte M., wat zegt U daar nu van. Sedert U en meneer P. in hech tenis zijn genomen, is er geen enkel Huiselijke twist voor de Haagsche rechtbank De 25-jarige C. B. huisvrouw De W. heeft zich voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden gehad wegens poging tot zware mishandeling van haar echt genoot, naar wien zij op 1 Maart jl. in een café aan de Spinozastraat den inhoud van een flesch zoutzuur heelt geworpen. De uitwerking daarvan werd echter voorkomen daar de man een gordijn greep waardoor de inhoud in de stof werd opgevangen. Als eerste get. deskundige werd ge hoord, Dr. Schirm, directeur van de gemeentelijke apotheek, die op een vraag van den president verklaarde, dat zelfs wanneer het vocht den man zou hebben geraakt, daaruit geen ern stig letsel het gevolg zou zijn geweest, zoolang tenminste de oogen niet wor den geraakt. Op verzoek van den verdediger. Mr. Huygens, werd hierna gehoord, de des kundige Dr. Rademaker, die buiten te genwoordigheid van den verdachte, eenige inlichtingen gaf naar aanleiding van door Mr. Huygens gestelde vra gen, waarvan de conclusie was, dat de vrouw moet worden beschouwd als een debiele psychopate, die onder bepaalde omstandigheden als gevaarlijk moet worden beschouwd. De volgende getuige was de caféhou der van der H. uit de Spinozastraat, die aanvankelijk bij de politie had ver klaard, dat de W. op 1 Maart dos avonds in zijn zaak was toen de ver dachte kwam binnenstormen en onder het uitroepen van scheldwoorden hem toevoegde: „ik heb hier zoutzuur bij me, ik zal je blind gooien." Getuige zeide zich dit niet meer te kunnen herinneren. Toch heeft hij zoo iets bij de politie verklaard. De president, Mr. de Jonclieere, bracht get. onder het oog, dat hij onder eede stond en nu de waarheid had te spreken. Getuige herhaalde dat hij niet kon verklaren, dat de bovenaangehaalde woorden door de verdachte waren ge uit; hij had een stortvloed van scheld woorden opgevangen. Nogmaals wees de president den go tuige op het gewicht van den eed: „U staat nu te liegen, of U hebt 6ij dp politie staan liegen, een van beiden," sprak de president. Daar getuige bleef draaien werd. op last van den president, door den grif fier een verklaring opgemaakt Pres: Teekent U maar en wacht dan de gevolgen maar af. Get.: Maar ik mag me toch zeker wel verdedigen; ik geloof dat er een misverstand is. Pres.: Geen verdere praatjes. U tee kent, wat U hier nu verklaart. Get.: Maar ik wil eerst lezen wat ik teeken. Pres.: Wat U nu verklaart, de waarheid is. Getuige bleef bezwaar maken waarop de president gelastte, dat deze getuige onder bewaking zou worden gesteld. De vrouw van den caféhouder zeide dat zij niet alles precies had waarge nomen. Zij heeft niet met zoutzuur zien werpen wel zag zo dat De W. de vrouw een kruikje, dat ze in den arm droeg, afnam. De brugwachter S. beantwoordde een aantal door mr. Huygens gestelde vra gen. De vrouw zou dezen getuige kor ten tijd later hebben medegedeeld, dat zij haar man met zoutzuur had ge worpen, en voorts dat zij reeds eerder eenige malen met den getuige zou heb ben gesproken. Zoowel het a-en als het ander werd door den getuige ontkend. De president deelde daarop mede. dat de officier Mr. Cohen Tervaert, een wij ziging in de dagvaarding verzocht, door daaraan enkele woorden toe te voegen. Mr. Huygens deelde daarop mede, dat hij zich tegen iedere wijziging in de dagvaarding zou verzetten. De rechtbank begaf zich daarop in raadkamer, waarna zij besliste dat zij de gevraagde wijziging toeliet, daar hierdoor geen ander karakter aan de tenlaste legging werd gegeven. Mr. Huygens verzocht hierop aanhou ding varf de zaak. De behandeling werd geschorst tot Dinsdag 3 December a.s. P. stuk meer aangeboden, dat is nu ruim een jaar Verd. M. (opgewonden) „Ik weet er niets van; misschien worden ze nog aangeboden." De president deelt thans mede, dat sinds de vorige zitting onder de stuk ken een lijst van obligaties gevonden is, welke een kantoorbediende van den commissaris mr. Polenaar verklaard had aan verd. M. te hebben gegeven en van dezen nimmer teruggekregen te hebben, wat verd. M. ontkend had. Hierover zijn thans gehoord de heer Brackel, directeur van het Paleis, de accountant Meijer en de inspecteur van politie, de heer Roscher en mej. Schpector (de kantoorbediende van Mr. Polenaar). Uit deze verklaringen bleek, dat de lijst naar alle waarschijnlijk heid door accountant Meyer uit de brandkast van het Paleis is gehaald toen de justitie beslag op de boeken legde. Hieruit komt dus vast te staan, dat de lijst inderdaad in het bezit van M. is geweest. Getuige D. H. Roodhuyzen, make laar, had aan verd. P. 6900 geleend in het begin van 1929. Hiervan heeft PI. 4200 terugbetaald. Voor het res tant heeft getuige den ex-commissaris gedagvaard; succes bleef echter uit. Tenslotte is een overeenkomst aange gaan, dat P. het bedrag terug zou be talen als het Paleisterrein verkocht was, of hij op andere wijze over geld kon beschikken. Later heeft de heer R. genoegen genomen met 1000 die P. hem ter hand stelde. Pres: „Nam U daar genoegen mee?" Getuige: „Ja, P. kennende was ik al blij met die 1000. Verd. P. verklaart, dat hij het geld uit een suikerspeculatie had gehaald. Getuige F rij da verklaart in 1930 veertig obligaties met coupons ter ver zilvering te hebben aangeboden en uit betaald gekregen. Uit de stukken blijkt, dat de coupons van deze obligaties na WIE Z'N HOED IS DAT 2 De uitslag van de N.C.C.» prijsvraag Het Nationaal Crisis Comité deelt mede. dat het aantal inzendingen op de N. C. C. Radio-oriisvraag: ..Wis z'n hoed is dat?" is gestegen tot 130.000. Het Comité is uiterst dankbaar voor deze groote deelname uit het geheele land. De trekking der priizen heeft in middels plaats gevonden en de win naars der tien hoofdpriizen kunnen reeds thans bekend worden gemaakt. Deze ziin: J. G. Biilsma. Witmarsum (Fr.); mej. G. Bloemink. Aalsmeerder- weg 361, Aalsmeer: J. L. van Dijk, Wattstraat 31 h. Schiedam: mej. M. Verwey. Pr. Hendrikstraat 1. Leerdam; M. C. Moolhuisen-IIeghuiisen. Louisa- Hoeve. Sliedrecht: H. Panier. Ommer- diik. den Hulst (O.): C. Nieman. Arent Kriitstraat 11, Diemon: W. S. M. J. A. Neumann, Adm. de Ruvterwcg 174, Am sterdam; A. van Oppen, van Mande- renstraat 14, Vlissingen: P. Wester- baan. Fontéinstraat 1. Leeuwarden. De volledige lijst van prijswinnaars zal van 1 November af verkrijgbaar worden gesteld ten bureele van het N. C. C.. Kneuterdijk 20. tegen betaling van tien cents of door inzending van een seliik bedrag aan postzegels. Iedere prijswinnaar ontvangt afzon derlijk bericht. De priizen worden aan de winnaars toegezonden. Uitspraak van den Marine» raad in de aangelegenheid der mijnenleggers Hydra en Van Meerlant De marineraad heeft uitspraak ge daan in de aangelegenheid van H.M. mijnenleggers. Hydra en van Meerlant, die in den ochtend van 17 Mei 1935 in het Sliikgat met de schroeven den grond hebben geraakt, waardoor be schadigingen aan de schroefbladen zijn veroorzaakt. De Raad is van oordeel, dat deze ongevallen daaraan moeten worden toegeschreven, dat bii bevaring van het Sliikgat niet die maatregelen ziin getroffen, welke een beleidvolle en voorzichtige navigatie elscht. De wiize waarop is genavigeerd kan niet juist worden genoemd. Ten aanzien van de Hydra was deze wiize licht vaardig. Nu de Hydra heeft gestooten op een plaats waar de commandant meende water genoeg aan te treffen, heeft alle aanleiding bestaan te trachten de van Meerlant, die immers zou volgen met de opgedane ondervinding, in kennis te stellen. De Raad spreekt de ver wachting uit, dat hii het bevaren der Nederlandsche zeegaten de eischen van goede zeemanschap, welke door de Ne derlandsche marine plegen te worden in acht genomen, ook in de toekomst niet zullen worden veronachtzaamd. BRAND IN PARTIJ COMESTIBLES ROTTERDAM. 24 Oct. Op het ter rein van de Scheepswerf „Feyenoord" aan de Piekstraat alhier is een der lood sen voor een vrij groot gedeelte ver huurd aan de N.V. Menco, biscuitfabriek te dezer stede, die deze loods gebruikt om er haar artikelen in op te slaan. Er bevond zich daar een vrij groote partij doozen en busjes met biscuit en in deze partij is omstreeks half zes hedenavond brand ontstaan. Twee werklieden die in de loods be zig waren met reparatiewerk, bemerk ten den brand en poogden met emmers water het vuur te blusschen, hetgeen niet lukte. Vervolgens werd de leiding van de fabriek in werking gesteld en de brandweer gewaarschuwd. Deze ver scheen spoedig met groot materiaal, o.a. met een autospuit, terwijl ook een drijvende spuit aanwezig was. Zij slaag de er in het vuur met zes stralen te blussschen. De schade aan de loods is niet groot, 1930 doorbetaald zijn. Uit deze coupons zijn de nummers weggeponst. Getuige-deskundige van LoddcnHul- sebosch verklaart, dat, waar dit met een serie coupons gebeurd is, dat geen toeval kan zijn. Het moet opzettelijk' ge beurd zijn; er moet goed voor gemikt zijn en er moet eenige oefening voor noodig geweest zijn. Getuige Frijda voegt hieraan toe, dat hij als commis- sionnair in effecten de coupons op zeer vreemde wijze geponst acht. De president verzoekt den verd. M. een coupon met de door hom gebruikte machine zóó te ponsen, dat er een num mer weggeponst wordt. Verdachte probeert het, maar het lukt hem niet. „Dus u ziet, dat ik het niet kan", zegt hij. Pres.: Met wat oefening zal het wel weer gaan. Verd. M.: Ik heb niets anders gedaan, dan de coupons waardeloos gemaakt. Pres.: Hoe verklaart u dan. dat de heele serie op die volkomen ongebrui kelijke wijze, juist zoo dat de datums en de nummers verdwenen zijn, ge ponst is? Verd. M.: Dat is natuurlijk louter toe val. Enkele getuigen komen dan nog ver klaren, dat zij aan M. persoonlijk obli gaties hebben verkocht voor minder dan de nominale waarde. Op de vragen van den president geeft verd. M. toe, dat hij het Paleis het volle bedrag in rekening bracht en er „wat aan verdiende". Pres.: Ik noem *t niet „verdienen", maar benadeelen van het Paleis! het is ergerlijk Nadat ook aan verd. P. nog eenige vragen zijn gesteld over 10.000.— wel ke ook door hem op den dag van den verkoop van het terrein zijn gestort en waarop hij antwoordt, dat dit de aflos sing van een oude schuld betrof, die het Paleis aan hem had, wordt de zit ting geschorst tot Dinsdag a.s. Provinciale besturen zullen medewerken tot het slagen ervan Samenwerking is noodig DEN HAAG, 24 October. Onder leiding van den Minister van Sociale Zaken, Mr. M. Slingenberg, voorzitter van de Rijkscommissie van advies in zake het vraagstuk van de werkloos heid onder de jeugd, heeft gistermid dag op het Departement van Sociale Zaken de reeds aangekondigde bespre king met de vertegenwoordigers van de provinciale besturen plaats gevon den omtrent de mogelijkheid om een nieuwe actie te ontplooien inzake het opnemen van werklooze jongeren in het bedrijfsleven. Alle elf provinciale besturen hadden een vertegenwoordi ger afgevaardigd, terwijl in de verga dering tevens aanwezig waren de heer Meyer de Vries, algemeen secretaris van de hierbovengenoemde Rijkscom missie en de heer Mr. Diepenhorst, adj. secretaris. De Minister spreekt De Minister heeft aan de vergadering uiteengezet, na te hebben herinnerd aan de woorden van de Koningin in de Troonrede, dat aan het vraagstuk van de werkloosheid onder de jeugd meer dan gewone aandacht zal worden geschonken, hoe de bemoeiingen van de Overheid, ten aanzien van de werk loosheid onder de jeugd zich geleide lijk hebben ontwikkeld. In 1931 begon de Regeering daadwerkelijk haar aan dacht te schenken aan dit moeilijke vraagstuk, daarbij terzijde gestaan door de thans opgeheven Landelijke commissie voor het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid. Naarmate de moei lijkheden grooter werden, moesten Rijk en gemeenten op dit terrein meer doen. Een en ander heeft er toe geleld, dat een coördinatie van verschillen do be moeiingen moest komen, hetgeen tot uiting is gebracht in de Rijkscommis sie van advies voor de jeugdwerkloos heid. Die commissie, zoo zeide de Mi nister, heeft een plan voorgelegd dat beoogt plaatselijk en provinciaal alle krachten te ontwikkelen om jonge men schen geplaatst te krijgen bij werk zaamheden, die door allerlei omstan digheden thans niet op normale wijze ter hand worden genomen. De Minister noemde enkele mogelijkheden, doch vestigde er de aandacht op, dat plaat selijk en streeksgewijze, gelijk voor de hand ligt, allerlei variaties denkbaar zijn. De algemeene gedachte is, dat deze plaatselijke commissies, daarbij voorgelicht door het provinciaal be stuur en het Departement van Sociale Zaken, werkgevers bewegen, arbeid die wel voor het bedrijf nuttig is, doch tot nu toe bleef liggen, door jongeren te laten aanpakken. Aan de jongeren zal, waar voor hen voorop staat vakbe kwaamheid te verkrijgen en zich weer een plaats in het productie-proces te verzekeren, geen loon worden uitge keerd. doch een zekere vergoeding. Het desbetreffende bedrijf dat door den ar beid van den jongeman, eenigermate gebaat wordt, vergoedt in elk voorko mend geval wekelijks een vast te stel len bedrag aan het plaatselijk comité. Moeilijkheden Naar aanleiding van deze uiteenzet ting werden verschillende inlichtingen gevraagd, waarbij bleek, dat de moei lijkheden die aan dit algemeen toege juichte plan ongetwijfeld ook kleven, niet wordep onderschat. De vergade ring v.as dvenwel van den grooten nood waarvoor men staat zoodanig overtuigd, dat aan den Minister do ver zekering werd gegeven, dat van de zijde van de provinciale besturen al het mogelijke zal worden gedaan om het slagen van het plan te verzekeren. Het ligt in de bedoeling, dat zeer binnenkort de Gedeputeerde Staten zich tot de provinciale besturen zullen wenden om deze op te wekken plaatse lijk te zaak ter hand te nemen. Het is niet buitengesloten, dat de provinciale besturen de Colleges van Burgemeester cn Wethouders lot een bespreking zullen uitnoodigen, tenein de ook op deze wijze de doorvoering van het plan te steunen. Worden der gelijke besprekingen gehouden, dan zal aldaar van de zijde van het Departe ment van Sociale Zaken voor de noo- digo voorlichting worden gezorgd. Er wordt nog onze aandacht op ge vestigd, dat het geenszins in de bedoe ling ligt, dat door de instelling van de nieuwe plaatselijke commissies ook maar op eenigerlei wijze het vele werk dat in tal van plaatsen- op zoo uitne mende wijze door allerlei commissies ten behoeve van de jonge werkloozcn geschiedt gedacht is hierbij aan het cursorisch- en vakonderwijs, de centra le werkplaatsen, de plaatselijke werk verschaffingen, enz. ten ongunste zal worden heinvloed. Integendeel, het is de bedoeling van den Minister van Sociale Zaken dat deze arbeid, die niet te missen is, met groote voortvarend heid wordt voortgezet. Wel zal er nauwe samenwerking tot stand moeten komen tusschen de nieuwe plaatselijk comité's cn het bestaande werk voor jonge werkloozen. Deze nieuwe comi té's zullen, netzij onder leiding van den burgemeester, hetzij onder leiding van een wethouder dienen te staan, terwijl er verder zitting in dienen te hebben eenige plaatselijke op den voorgrond tredende vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, waaronder begrepen die van arbeidersorganisaties. Het ligt verder in de bedoeling van den Minister van Sociale Zaken, om binnenkort een aanschrijving te rich ten tot alle organisaties van wcrkgc vers en werknemers, middenstandsor ganisaties. vereenigingen op bet gebied van den landbouw, coöperaties, enz. teneinde de medewerking van al deze organen te verkrijgen voor het welsla gen van het plan.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 7