Nieuwe pachtregeling
PASSEERT DE REGEERING DE
KAMERCOMMISSIES?
Goudvoorraad
gestegen
De Paleis voor Volksvlijt-affaire
OPMERKINGEN IN
GOUDCLAUSULE-
PROCES
HET AANHANGIGE
WETSONTWERP
2c BLAD PAG. 3.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 30 OCTOBER 1935
BINNENLAND
TWEEDE KAMER
De Volkenbond „een huis op
zand gebouwd gedoemd
om te vallen"
De toepassing van sancties
Aan het voorloopig verslaar der Twee
de Kamer inzake de begrooting van
Buitenlandsche Zaken voor 1936 wordt
ontleend, dat vrij algemeen werd ge
klaagd over te groote soberheid bij de
toelichting.
Vele leden wezen andermaal op de
zeer bedenkelijke gevolgen der bezui
nigingen. welke od deze begrooting
hebben plaats gevonden, voornamelijk
wat betrett de vermindering met
50.000 wegens beperking van het aan
tal kanseliers od diplomatieke en con
sulaire posten. Ons land beschikt nu in
Roemenië en Joego Slavië te zamen
slechts over één gezantschap te Boeka
rest. dat feitelijk uitsluitend door den
gezant zal worden bezet.
Vele leden konden zich niet vereeni
gen met het standpunt der regeering
inzake het inlichten en consulteercn
der commissie voor buitenlandsehe za
ken uit de Kamer. Dit standpunt schijnt
te zijn. dat de regeering eerst doet. wat
zij meent, te moeten doen. en dan ach
teraf de commissie daarvan mededee-
ling doet. Zoo opgevat, mist die com
missie elke beteekenis. Vorige minis
ters hebben meermalen aan de commis
sie mededeelingen gedaan over hun
voornemens bij onderhandelingen, die
nog niet waren afgesloten. De voorzit
ter van den ministerraad heeft in de
Eerste Kamer gezegd, dat de regeering
zelve de verantwoordelijkheid voor
haar daden moet durven dragen *n
daarna onderworpen is aan de con
trole van de Staten-Generaal. Deze in
stelling is moeilijk te vereenigen met
de motieven, die tot de instelling van
de commissie hebben geleid. De buiten
landsche politiek moet even goed als
elke andere tak van regeerïngsbclcid-
gevoerd worden in overleg met de Sta
ten-Generaal. Juist het feit. dat de bui
tenlandsche politiek vrijwel buiten de
Staten-Generaal om wordt gevoerd, was
aanleiding tot de instelling van de
commissie voor buitenlandsche zaken.
Deze moest ook dienen als een zeker
tegenwicht voor de gevaren der gehei
me diplomatie.
De Volkenbond
Een lid verklaarde in het algemeen
geen groote bewondering voor den Vol
kenbond te voelen, maar vroeg zich
thans af. hoe de toestand zou zijn; in
dien dit lichaam er niet was, waarom
hij erin zag een instrument in Gods
hand. Deze meening vond tegenspraak
bij andere leden, volgens wie de Vol
kenbond, niet opgetrokken op geloof in
God. een huis is. op zand gebouwd, ge
doemd. om te vallen.
Een lid meende, dat de Volkenbond
als vredesinstituut een mislukking is
geworden en dit ook wel moest worden
daar hij niet is gebouwd op Gods Woord
Abessinië. lid van den Volkenbond, is
door een mede-lid aangevallen. Andere
Volkenbondsleden worden wellicht uit
hoofde van hun lidmaatschap in een
oorlog gewikkeld. Wat heeft dat lid
maatschap dan voor zin? Dit lid zou
gaarne zien, dat Nederland zich uit den
Volkenbond terugtrok.
Een ander lid achtte uittreding va i
ons land uit den Volkenbond dringend
noodzakelijk, daar hii onbelangrijk, en
de kosten niet waard is.
Volgens vele andere leden, die hier
tegen met kracht opkwamen, moet ech
ter de internationale samenwerking
waartoe de Volkenbond den wen heeft
geopend, brachtig en. zoo mogelijk, uni
verseel worden gesteund, voortgezet en
uitgebouwd. De Volkenbond streeft de
vreedzame, internationale samenwer
king op den grondslag van het '•echt
na en iuist dit zit in het Christendom,
dat immers de vredesboodschap heeft
gebracht.
Een ander lid merkte op. dat de be
zwaren. die vroeger hii hem tegen den
Volkenbond bestonden, ziin opgeheven,
wegens de veranderingen, welke de
Bond in ziin samenstelling heeft onder
gaan. Den Bond op dit oogenhlik ver
zwakken. zou z.i. gevaarlijk ziin. Mis
schien zou het. gezien de moeilijkhe
den. gewenscht ziin. den Bond te ver
vormen tot een permanente vredescon
ferentie. Andere leden wezen erop. dat
het arbeidsveld van don Volkenhond
veel ruimer is dan dat van een vredes
conferentie.
Een lid critiscerde scherp de aarze
lende houding van den Volkenbond, die
z.i. had moeten optreden, toen Italië
met ziin troepenzendingen naar Afrika
begon, en niet had mogen wachten tot
de oorlog was uitgebroken. Toen was
het voor Italië biina onmogelijk terug
te gaan. Waarom heeft de N'ederland-
sche regecring. zoo vroeg dit lid. niet
tot ingrijpen in een vroeger stadium
aangespoord? Vele andere leden stel
den hier tegenover dat de Volkenbond
zich moet houden aan het pact. dat de
procedure voorschrijft. De eenstemmi
ge aanwijzing van Italië als schen
der van het Volkenbondspact is h.i. een
daad van groote moreele beteekenis.
Den Volkenhond zelf kan geen verwijt
treffen, als de deelneming der staten
aan sancties onvoldoende mocht blij
ken. Deze leden wezen erop. dat iuist
bij het conflict ItaliëAbessinië de
Bond belangrijk grootere energie 'oont.
dan hii in vorige gevallen hoeft gedaan.
Algemeen werd instemming betuigd
met de rede. door den Minister te Ge-
nève gehouden, en de houding der re
geering ten opzichte van de Volkcn-
bondsactie. Eenige leden, hoezeer zij
zich ook met die rede konden vereeni
gen. zouden het wel on nriis hebben
gesteld, als de minister had gesproken
op een plaats in de rii der sprekers,
meer In overeenstemming met de po
sitie van Nederland als kleine mogend
heid. Vele andere leden voerden .ïier-
tegenovcr echter aan. dat in de Vol-
kenbondsbiieenkomsten geen onder
scheid wordt gemaakt tusschen groote
en kleine staten.
Al was er bij sommige leden twijfel
over de vraag. of. indien economiscne
en financieele sancties niet mochten
baten en militaire sancties moesten
worden toegepast Nederland ook aan
deze laatste zou moeten deelnemen,
over de deelneming aan sancties van
de eerste soort h.i. geen twijfel bestaat,
ook al zou daarvan eenige economi
sche schade voor ons land het gevolg
ziin.
Gemeend werd. dat. de verplichting
van den bii den Volkenbond aangeslo
ten staat zich bepaalt tot economische
sancties, maar dat met betrekking tot
eventueel daarop volgende militaire
sancties elke staat zich krachtens het
Volkenbondspact. nader zelfstandig zou
heraden. Men achtte het prematuur,
nader od de vraae. of Nederland even
tueel zou moeten deelnemen aan mili
taire sancties, is te gaan. De vraag
werd voor beantwoording eerst vatbaar
geacht in een verder stadium van ont
wikkeling der gebeurtenissen.
Voor den Amsterdamschen
kantonrechter gevoerd
tegen Koninklijke
en Ned. Handel=
maatschappij
Voor den Amsterdamschen kanton
rechter mr. L. S. G. de Hartog is in de
civiele procedure gepleit welke gevoerd
wordt tusschen een obligatiehouder der
Kon. Petroleum Mij. eenerzijds en de
Kon. Petroleummaatschappij en de
Handelmaatschappij anderzijds. Aan de
laatste heeft de Koninklijke de uitbe
taling der coupons opgedragen. Nog is
bij den Hoogen Baad hangende het pro
ces tusschen obligatiehouders en de
Koninklijke over de vraag of bij de uit
betaling der coupons de goudclausule
al of niet van kracht is. De obligatie
houders wenschen uitbetaling der cou
pons met gouddollars; de Koninklijke
is van oordeel, dat de coupons tegen
dollarkoers moeten worden uitbetaald.
In afwachting van de beslissing van
den Hoogen Raad vragen de obligatie
houders thans betaling der coupo-
tegen dollarkoers, onder reserve van
hun recht op het meerdere, indien de
Hooge Baad uitmaakt, dat de betaling
op goudbasis moet geschieden.
De Handelmaatschappij, die de beta
lingen voor de Kon. Petroleum Maat
schappij verricht, weigert echter hier
toe over te gaan, aangezien ze hiervoor
geen opdracht heeft ontvangen. Voor de
obligatiehouders trad op mr. L. van
Gigch, voor de Kon. Petroleum Mij. mr.
Molster en voor de Handelmaatschappij
mr. van Haersolte.
Na uitvoerige pleidooien van heide
zijden bepaalde de kantonrechter de uit
spraak op 27 November.
Ditmaal met niet minder
dan 18 raillioen
Weekstaat Ned. Bank
Onze verwachting, dat reeds spoedig
opnieuw een disconto verlaging zou wor
den bekend gemaakt is tot op heden
nog niet in vervulling gegaan, waar
schijnlijk als gevolg van de omstandig
heid dat de geldmarkt toch nog wel
eenigen druk heeft ondervonden van
de inschrijving op de jongste schatkist
emissie. In ieder geval heeft de schat
kist althans wat de toewijzing op
het driemaands papier betreft zeer
waarschijnlijk meer moeten betalen
dan zij zich, de gemakkelijke stemming
op de geldmarkt vlak vóór de inschrij
ving in aanmerking nemende, had
voorgesteld. Hoe het zij, reden tot kla
gen heeft zij in vergelijking tot dc vo
rige maal zeker niet gehad; voor het
driemaands papier behoefde zij geen
•hoogeren prijs te besteden dan 315/16
of circa 2 minder dan bij de vorige
inschrijving.
Momenteel beloopt particulier discon
to 3%, zoodat do mogelijkheid van een
disconto-verlaging nog steeds waar
schijnlijk moet worden geacht. Tc meer
aanleiding tot deze verwachting bestaat
er omdat de ruimte op de geldmarkt
langzamerhand een steeds minder ge
forceerd karakter begint te krijgen door
de belangrijke goudtoevloeiingeu naar
de Nederlandsche Bank. In de afgeloo-
pen balansweek bedroegen zij niet min
der dan 18 millioen gulden, tot welk be
drag onze geldmarkt ten volle een ver
ruiming heeft ondergaan. Waar in de
zelfde periode de beleeningen alsmede
de disconto's nauwelijks eenige vermin
dering aantoonen behoeft hét niet te
verwonderen, dat zoowel de bankbil
jetten als de Rekening Courant saldi
van derden een stijging vertoonen met
een vrijwel gelijk bedrag als de goud
toename.
Ook in de afgeloopen weck lag de
Fransche Franc onafgebroken flauw in
de markt zonder dat er evenwel edel
metaal van Frankrijk naar ons land
toevloeide; zakt de koers echter nog
slechts een fractie in, dan zou een ware
goudstroom zich kunnen ontketenen.
Opvallend is het in dit verband tc rcle-
veeren, dat de stemmen, die tot voor
kort steeds luider om devaluatie riepen
plotseling a.h.w. blijken te zijn ver
stomd. Of men hier in een bewijs moet
zien, dat in het devaluistenkamp, onder
den indruk van de kracht waarmede
zoowel Regeering als de leiding van de
Nederlandsche Bank voor dc integrale
handhaving van ons ruilmiddel in den
bres zijn gesprongen, allengs eenige ver
moeidheid begint op te treden, vermo
gen wij uiteraard niet te beoordeelen,
maar zooveel is zeker, dat men in dit
opzicht werkelijk een stap in de goede
richting is geraakt. Ook moet het niet
onwaarschijnlijk worden geacht, dat
men in devaluatie kringen langzamer
hand gaat inzien dat het proces dat
zich allengs in Amerika en Engeland
voltrekt wel eens zou kunnen leiden
tot een aanmerkelijke versterking van
de positie van de landen van het. goud-
blok. Wij doelen hier n.l. op liet al
daar waarneembare feit. dat de bin-
nenlandsche prijsniveaux van Engeland
en Amerika sedert eenige maanden
eene stijging vertoonen, welke die van
de goudlanden verre Ie boven gaat.
Zulks wil dus niet anders zeggen, dan
dat in genoemde twee landen het bin-
nentandsche prijsniveau zich begint
aan te passen aan de intrinsieke waar
de van dc gedevalueerde munt, een pro
ces dat velen zich reeds eerder haddeil
voorgesteld als uitvloeisel van de door
die landen volvoerde devaluatie. Zet
dit proces zich nog eenigermate voort
dan wordt hiermede bereikt dat de groo
te klove tusschen de prijsniveaux in de
goud- en de papierlanden wordt wegge
nomen, waardoor het probleem van de
valuta-stabilisatie een belangrijke stap
nader tot oplossing zou zijn gebracht,
terwijl anderzijds het veel omstreden
deflatic-proces in de goudlanden met
minder kracht zou behoeven te worden
voortgezet.
Ilct is dan ook opvallend, hoezeer de
stemmen die op stabilisatie aandringen
den laatsten tijd in kracht toenemen.
Een zeer duidelijk bewijs hiervoor mag
men wel zien in de zeer veel hoop ge
vende verklaringen van den minister
van Financiën Morgenthau. Een feit is
het trouvves dat men ten aanzien van
het Pond Sterling gerust kan zeggen
dat dit ten opzichte van den Dollar de
facto reeds gestabiliseerd is. Moge men
op den thans bestreden weg met
kracht en voortvarendheid verder gaan,
want langs dezen weg zal een blijvend
herstel toch moeten geboren worden.
CLEARING NEDERLAND—
DUITSCHLAND
Met ingang van 4 November a.s. zul
len nieuwe formulieren A (stortingen)
en nieuwe formulieren B (indiening
van vorderingen) in gebruik worden ge
nomen.
De nieuwe formulieren zijn vanaf he
den bij de Kamers van Koophandel, de
verschillende kantoren der Nederland
sche Bank, de particuliere banken en
het Nederlandsch Clearinginstituut ver
krijgbaar.
Men wordt verzocht vanaf 4 Novem
ber a.s. uitsluitend van de nieuwe for
mulieren gebruik te maken.
VERBLINDENDE RIJWIEL
LANTAARNS
Van den Divisiecommandant der Kon
Marechaussee te 's-Hertogenbosch ont
ving de K.N.A.C. bericht, dat aan het
euvel der verblindende riiwiellantaams
de noodige aandacht zal worden ge
schonken.
Het heeft ook ziin aandacht getrok
ken. dat iuist den laatsten tiid aan hei
richtig stellen van de riiwielverlichting
veel hapert, weshalve reeds de noodige
instructies ziin gegeven aan het perso
neel in ziin gebied.
Ook de Divisiccommandant van de
Kon. Marechaussee te Maastricht be
richtte. dat opdracht is verstrekt om
zooveel mogelijk op te treden tegen het
voeren van een verblindende rijwiel-
verlichting.
Van de Districtscommandanten van
de Riiksveldwacht werd reeds vroeger
welwillend bericht, ontvangen, dat. aan
dat euvel de noodige aandacht wordt
gewiid.
KIND OVERREDEN EN GEDOOD
MEPPEL. 29 October. Hedenmid
dag to ohgeveer 1 uur is op het Noord-
einde het zevenjarig dochtertje van den
schipper Oldebesten alhier onder een
vrachtauto van den heer Oostenbrink,
bestuurd door den chauffeur A. de Boer
geraakt en gedood. Het kind zat achter
on den wagen en werd er spelender
wijs door haar tienjarig broertje afge
trokken. Het meisje kwam onder de
vrachtauto terecht en kreeg een der
achterwielen over het hoofd. In de wo
ning van een dokter is het kind kort
na het ongeval overleden.
Instemming en bezwaren
geuit in het V.V. der
Tweede Kamer
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer over het wetsont
werp tot nieuwe regeling van de pacht.
Verscheidene leden betuigden hun in
stemming met het wetsontwerp. Het
komt h. i. goeddeels tegemoet aan de
voornaamste bezwaren, welke tegen den
thans bestaanden toestand kunnen wor
den ingebracht. Deze ziin in hoofdzaak
de volgende:
a. het gebruiksrecht van den pachter
is te weinig vast:
b. de pachtsommen worden in som
mige streken van het land te hoog op
gedreven:
c. de pachter draagt het geheele risi
co van het bedrijf:
d. hii kan niet rekenen od vergoeding
voor door hem aangebrachte verbete
ringen.
Verscheidene andere leden konden dit
gunstig oordeel over het wetsontwerp
niet in alle opzichten deelen. Hun voor
naamste bezwaren richtten zich tegen
dc in het ontwerp opgenomen bevoegd
heid van den rechter tot het ingrijpen
in nieuwgcslotcn pachtovereenkomsten
en tegen dc toenasseJiikheid van de
nieuwe regeling met al haar ingrijpen
de bepalingen op alle pachtovereen
komsten. behoudens "de weinig beteeke-
nende uitzonderingen van art. 4. ter
wijl ook de voorgestelde onbeperkte
tijdsduur verscheidenen hunner aanlei
ding gaf tot het uiten van ernstige be
denkingen. Een deel dezer leden be
schouwde dit ontwerp als ingrijpender
dan do destijds voorgestelde regeling cn
zouden aan deze laatste (doch zonder
het amendement-Fleskens od art. 1636)
de voorkeur geven boven hetgeen de
regeering nu voorstelt.
Een aantal leden verwonderde zich
erover, dat de regeering geen enkel ge
geven. geen enkel ciifer aanvoert om
de noodzakelijkheid van een zóó diep
ingrijpen in de pachtverhoudingen aan
te toonen.
F.enige leden spraken hun verwonde
ring en teleurstelling uit over het feit,
dat de regeering zoover is afgeweken
van de conclusies van het rapport der
commissie ter bestudeering van het
pachtvraagstuk, ingesteld hii besluit
van het bestuur d^r R.K. Staatsnartij.
Verscheidene leden betwijfelden zeer
ernstig, of het wetsontwerp, dat den
economischen toestand der pachters wil
verbeteren, wel kan dienen om het be
oogde doel te bereiken. In de eerste
plaats wezen zij erop. dat door de zeer
ineriinende beperkingen, welke het
eigendomsrecht van den grondeigenaar
zal ondergaan, de geneigdheid tot ver
pachten zal afnemen. Dc verkoop van
landelijke eigendommen zal in de hand
gewerkt worden. De daling der grond
waarde zal ook drukken on de eigen-
geërfde boeren, wier landerijen nog on
belast ziin. On deze wiizc wordt het
landbouwcrediet ernstig in gevaar ge
bracht.
Eenige andere leden gaven als hun
oordcel tc kennen, dat het nachtvraag-
stuk in hoofdzaak te wijten is aan de
overbevolking. Deze leden meenden,
dat. indien men het vriie beschikkings
recht over den. bódefn wil beperken, het
tijdstip daarvoor gunstig gekozen is.
Verschillende leden waren van oor
deel. dat het wetsontwerp niet op alle
pachtovereenkomsten van toepassing
behoort tc ziin. Zii konden niet inzien,
dat het noodig zou ziin. ook overeen
komsten van zeer ondergeschikt belang
schriftelijk te doen aangaan en even
min. dat veelzijdige inmenging van den
rechter ook voor dergelijke zeer weinig
beteekenende overeenkomsten mogelijk
gemaakt zou moeten worden. Voorts
meenden sommige leden, dat een uit
zondering gemaakt dient te worden
voor pachtovereenkomsten tusschen
ouders en kinderen.
Verschillende pachtstelsels werden
besproken en aanbevolen.
Het continuatierecht
De voorgestelde regeling van het con
tinuatierecht. hierop neerkomende, dat
dc meeste pachtovereenkomsten voor
onbepaalden tiid zullen moeten worden
aangegaan, ontmoetten bii verscheidene
leden ernstig bezwaar.
De groote beteekenis. welke de ge
pachte grond voor het bestaan van den
pachter heeft, erkenden zii: deze be
hoort h. i. echter in plaats van tot een
continuatierecht tc leiden tot opneming
in de wet van een recht on schadeloos
stelling bij onredelijke opzegging.
Verscheidene leden juichten het voor
stel toe. Een groot deel van deze leden
zou intusschen gaarne gezien hebben,
dat de regeering bii haar voorstel nog
een stap verder gegaan was. Met name
hadden zij bezwaar tegen de beperking
tot een termijn van tien iaar.
Sommige leden, die in het algemeen
wel voor het continuatierecht gevoel
den. meenden niettemin, dat de moge
lijkheid om pachtovereenkomsten voor
een bepaalden tiid, langer dan een jaar.
aan tc gaan. niet geheel behoort te
worden uitgesloten.
Hoewel men vrii algemeen van oor
deel was. dat een regeling van dc ver
goeding voor door den pachter aange
brachte verbeteringen noodzakelijk is.
konden sommige leden bezwaarlijk toe
geven. dat de nieuwe redactie, zooats
de regcering meent. ..de moeilijkheden
oplostDc groote moeilijkheid, aldus
deze leden, is, wat zal gelden, indien
de betaling van de vergoeding daarvoor
den verpachter niet gelegen komt of
deze de verandering niet noodig of
zelfs in het geheel geen verbetering
acht.
Zooals hierboven reeds bleek, hadden
verscheidene leden tegen de regeling
van het tegengaan van buitengewone
pachtovereenkomsten zeer ernstige be
zwaren, welke zich richtten tegen de
voorgestelde bevoegdheid van den rech
ter. in te grijpen in alle zoo juist tot
stand gekomen pachtovereenkomsten en
fleze. hotzii te vernietigen, hotzii
wat nog erger is to wijzigen.
Verscheidene andere leden verklaar
den zich met dc voorgestelde regeling
in hoofdzaak vte kunnen vereenigen.
Daardoor wordt practisch de h.i. zeer
wenscheliiko toestand benaderd, dat de
paciitvoorwaarden door een onpartijdig
lichaam worden vastgesteld.
Vele leden drongen met klem aan op
het mogelijk maken van honger beroep
van de beslissingen der pachtkamers.
GETUIGENVERHOOR
BEËINDIGD
De Rechtbank brengt hulde
aan inspecteur Rocher en
accountant Meyer
Donderdag requisitoir
AMSTERDAM, 29 Oct. De vijfde
kamer der arrondissementsrechtbank
zette het getuigenverhoor voort in de
strafzaak tegen den ex-directeur en
den gewezen commissaris van het Pa
leis voor Volksvlijt, verdacht van ern
stige malversatie.
De eerste getuige was jhr. A. van
Lennep, firmant van de firina Heemstra
Co. Getuige had opdracht gegeven
tot inwisseling van een obligatie van
200: get. had echter gezegd de volle
200 te willen hebben en anders
mocht de obligatie niet worden afgege
ven. Inderdaad kwam de kantoorioo-
per terug met de boodschap, dat hij er
slechts 30 a 40 voor kon krijgen. De
looper was hierop niet ingegaan en vol
gens de instructie was hij teruggeko
men.
Pres.: „Dat was zeer verstandig; wat
zegt u er van verd. M.?**
De ex-directeur herinnert zich hier
niets van: „Het zal m'n neef geweest
zijn, die hem te woord heeft gestaan, ik
weet van niets."
De kantoorlooper vertelt dan zijn er
varingen. Een donkere, jonge man had
hem tewoord gestaan. Aanvankelijk
had hij gezegd, dat het stuk niet betaal
baar was; ten slotte bood hij er 30
voor.
„Maar ik ging er niet op in, want
mijnheer had gezegd: ,J 200 of het stuk
terug. De meneer van het Paleis wilde
't stuk houden en me een recu geven,
maar ik vond 't veiliger, 't stuk maar
weer terug te nemen."
Getuige van Lennep deelt dan nog
mee, dat hij later de obligatie aan den
heer de Castro had verkocht.
Pres. (tot den kantoorlooper): „De po
litie heeft u het portret van den neef
van den directeur vertoond, dat zou de
man zijn, die u op het kantoor te woord
heeft gestaan. Herkende u hem."
Getuige: Meneer, ik ben geen ge
laatskenner, maar waarschijnlijk is het
hem.
Rechter de Gaay Fortman: Men heeft
den indruk willen vestigen, dat die
reef niet erg snugger was; hoe denkt
u erover, getuige?
Getuige: Ja, dat weet ik niet, maar
stom vind ik hem niet: wel erg secuurl
De heer J. Gompers, safe-chef bij de
Incassobank, verklaarde, dat verd. M.
(ex-directeur) een safe in huur had.
In het kasboek van het Paleis voor
Volksvlijt komt een post voor „betaald
aan mr. Cardozo 9200": mr. Cardozo
wordt als getuige gehoord en verklaart
nooit 9200 te hebben ontvangen.
President: Verd. wat zegt u ervan?
Verdachte M. geeft dan een ingewik
kelde lezing van het geval: verd. PI.
had 9200 geleend aan het Paleis, ik
had dat geld in mijn zak, ik ging er
mee naar het kantoor van mr. Cardozo,
maar ik hield het geld bij me. omdat
ik er recht op had.
Pres.: Maar dan is die post toch on
juist?
Verdachte: Ja, boekhoudkundig mis
schien
Pres.: Op 10 September 1929 staat in
de boeken: „ontvangen van PI. 9200".
Dienzelfden dag gaat het uit de kas. In
Februari 1930 krijgt u 9200 uit de kas.
Het bedrag gaat er dus tweemaal uit
er. komt er eenmaal in. terwijl het
tweemaal als uitgegeven geboekt staat.
Waar is het dan gebleven?
De kwestie wordt er bij het verder
verhoor, waarin ook verd. PI. wordt
betrokken, niet duidelijker op. Verd. M.
zegt, dat liet bedrag geboekt is als be
taald aan mr. C., omdat mr. van Hall
het zoo wilde hebben; het was maar
een aanduiding.
President; „Dus een onjuiste boe
king!"
Dan wordt de vroegere commissaris
van het Paleis voor Volksvlijt mr. Kan
gehoord, hij is commissaris geweest van
Dec. 1931 tot December 1934.
Getuige had indertijd de bescheiden
niet vergeleken, toen de balans was in
gediend.
„U hebt dus iets geteekend, zonder
dat u iets onderzocht hebt" merkt de
president op, „het is zeer onvoorzichtig,
temeer daar de naam van de N.V. niet
bijster goed was.
Dan brengt de president de tweemaal
uitbetaalde obligaties, in het obligatie-
boek met een P. gemerkt, ter sprake.
President: Op dc vergadering van 28
December 1933 is hier reeds over ge
sproken, sedert dien dag kon u dus we
ten, dat er ernstige onregelmatigheden
werden vermoed; als commissaris was
een onderzoek gewenscht geweest.
Getuige Kan: Dat er onregelmatighe
den bestonden wisten wij, maar. dat die
zoo dicht bij lagen wisten wij niet.
Wij meenden, dat zij al van Jaren en
jaren geleden dateerden, dat de ope
ningsbalans onjuist was.
President: Er werd aanvankelijk ook
gezegd, dat de boeken waren verbrand,
doch dat was niet juist. Werd in de
praktijk alles overgelaten aan verd. M.,
den directeur?
Uit dc verklaringen van getuige
blijkt, dat het daar wel op neer komt.
Vervolgens wordt mr. Polenaar ge
hoord: hij is geruimen tijd commissaris
van liet Paleis geweest.
President: Die balans 1932 was
valsch, wist u dat?
Getuige: Neen, meneer, dat kan ik
niet merken.
President: Dus u hebt zelf geen on-
derzock naar de juistheid gedaan?
Getuige: Dat zou heel moeilijk zijn
geweest, dat zou een onderzoek naar
de vroegere zaken vereischt hebben
De president toont getuige het obli-
gatieboek; getuige verklaart, dat hem
bekend was, dat er onjuistheden In za
ten; de stukken met een P. gemerkt,
moeiden niet meer worden uitbetaald.
President: Toen u commissaris werd
wist u toch. dat dc reputatie van de
N.V. slecht was. welke maatregelen
hebt u genomen? I
Getuige: Het geld werd gedeponeerd
bij dc Kasvereeniging en de directeur
M. zou geen uitbetalingen doen zonder
toestemming van commissarissen. Ook
zou hij niet alleen in de safe mogen
gaan.
President: Ik verwijt u, dat u geen
zorgvuldiger onderzoek hebt ingesteld,
temeer daar de commissarissen wisten,
wat er eigenlijk aan de hand was door
do vergadering van December 1933. Een
zeer eenvoudig onderzoek zou u heb
ben geleerd, dat obligaties, met een P.
in het hoek gemerkt, toch werden uit
betaald. Nog in 1934 hebt u verklaard
er van overtuigd te zijn, dat het Paleis
voor geen cent benadeeld was.
Mr. Polcnaar: Wij hadden den in
druk, dat de openingsbalans onjuist
was. We vertrouwden den directeur en
den accountant
President: U zult mijn verwijt toch
niet kunnen terugwijzen
Getuige: Achteraf bekeken...
President: Het verwijt is nog klem
mender. daar u 36.000 voorschot van
het Paleis hebt aangenomen, daarvan
is 13.500 teruggestort
Na de pauza
Na de pauze leest de president een
deskundigenrapport voor. in verband
met de te Amsterdam geldende gebrui
ken met betrekking tot uitbetaling van
makelaarsprovisie in dc gevallen, waar
in de transactie niet tot stand komt.
Naar men weet is volgens de
van de N.V. door verdachte PI. 11 000
aan courtage uitbetaald aan makelaar
Vegersteen, hoewel dezo slechts een en
kele bespreking heeft gevoerd over den
verkoop van het Palcistcrrein aan de
gemeente Amsterdam en de eigenlijke
verkoop later door tusschenkomst van
een anderen makelaar is tot stand ge
komen.
Volgens dit deskundigenrapport is
dc betaling van courtage niet gebruike
lijk, ais de verkoop niet tot stand is ge
bracht.
Eenige getuigen A décharge komen,
verklaren, dat verd. PI. een uitstekend
gymnastiekleraar was. Het getuigen
verhoor is hiermee ten einde.
De president mr. Briöt ondervraagt
dan de verdachten uitvoerig. Verd. M.
blijft bij zijn verklaringen; de balansen
waren onjuist opgemaakt, doch voor de
rest is hij onschuldig...
President: De deskundigen hebben
uitgemaakt, dat b.v. de obligatie 4089
is vervalschi. Hecht u aan verklaringen
van deskundigen?
Verdachte: Soms wel
President: U erkent, dat u een keer
dubbel salaris hebt gehad?
Verdachte: Fout in do boekhouding!
President: U stortte vlak na verloop
van het Paleis-terrein 10.000 bij de
Amsterdamsche Bank
Verdachte: Geld van mezelf.
President: 't Geeft tc denken.
Verdachte (opgewonden): 't Geeft ab
soluut niet te «enken...
President: L' hebt er steeds omheen
gedraaid, voelt u zelf niet, dat u liegt,
het is ontstellend. En die schrijfmachi
ne, die door hot Paleis betaald is en
die er niet is.
Verdachte: Die heb ik aan een Juf
frouw cadeau gegeven.
President: Vroeger was het uw neef
B U zegt steeds andere dingen. Uw
waarheid en die van uwe medeverdach
te kloppen niet.
President: Hecht u aan dat obligatie-
boek?
Verdachte: Zoover ik er aan hechten
kan! Die P.'s waren onjuist en ik keek
er niet naar
President: Keek u er niet naar? En
iedereen, die met het Paleis te maken
iiad, wist wat die P. beicckcnde. Zoo
lang u gearresteerd i»ent ia er geen en
kel P. stuk aangeboden.
Verdachte: Dat kan ik niet helpen.
President: Dat is nu eens waar.
President: IJ blijft er dus bij: „alles
is toeval, ik zeg de waarheid en verd.
P. liegt!"
Verdachte: Ik heb met de zaak nieta
te maken.
President: U moet het zelf maar we
ten. gaat u mnar zitten.
Dan werd de ex-commissaris gehoord.
Hij blijft er bij de brieven waarin ge
vraagd werd om uitbetaling van de
obligaties te hebben geschreven op ver
zoek van den ex-directeur. Hij gaf me
de nummers op... Ik vertrouwde M. en
geloofde hem onvoorwaardelijk.
President: Dus M. is de aanstichter
volgens u?
En die gechloorde obligaties?
Verd. P.: Daar weet ik niets van.
Officier: Hebt u voor het schrijven
\an die vnische briefjes nooit een be-
Inoning gekregen?
Neen, zegt verd., ik dacht er niet bij,
ik vond het niet gevaarlijk en vertrouw
dc volkomen op verd. M. Zoo dwaas is
dat niet. do commissarissen Polenaar
en Kan vertrouwden M. dok en die wa
ren bovendien juridisch adviseur.
President: Maar met dfl* schrijven
van briefjes ging u door. toen het on
derzoek in deze zaak reeds was begon
nen.
Verdachte: Ja. de direcfeur stelde
me gerust en zei. we hebben een eerste
klas accountant. Onder hilariteit zegt
dc president: „mnar er zijn toch nog
wel „uitstekender" accountants.
De president roep! dan de getuigen,
iuspecieur van politie C Pocher en d«
accountant P. H. Meyer nogmaals voor
het getuigenhekje.
De rechtbank wi| aldus de presi-
lent - het getuigenverhoor niet slui
ten zonder u beiden hulde te hebben
gebracht voor liet nauwgezette en
fCherpzinnige onderzoek, door u in deze
zaak verricht. Vooral wanneer wij be
denken, op weik materiaal u uw on
derzoek hebt moeten steunen.
Het getuigenverhoor wordt gesloten,
a.s. Donderdag zal de officier requisi
toir nemen en zullen de verdedigers
mr. Stokvis en mr. Muller Massis hun
pleidooi houden.
J. C. RIJSDIJK f
In het ziekenhuis te Utrecht is op 62-
jarigen leeftijd overleden de heer J. C.
Hijsdijk, sedert 1 Mei 1901 secretarl®
van leerdam.