Nieuwe pachtregeling PASSEERT DE REGEERING DE KAMERCOMMISSIES? Goudvoorraad gestegen De Paleis voor Volksvlijt-affaire OPMERKINGEN IN GOUDCLAUSULE- PROCES HET AANHANGIGE WETSONTWERP 2c BLAD PAG. 3. AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 30 OCTOBER 1935 BINNENLAND TWEEDE KAMER De Volkenbond „een huis op zand gebouwd gedoemd om te vallen" De toepassing van sancties Aan het voorloopig verslaar der Twee de Kamer inzake de begrooting van Buitenlandsche Zaken voor 1936 wordt ontleend, dat vrij algemeen werd ge klaagd over te groote soberheid bij de toelichting. Vele leden wezen andermaal op de zeer bedenkelijke gevolgen der bezui nigingen. welke od deze begrooting hebben plaats gevonden, voornamelijk wat betrett de vermindering met 50.000 wegens beperking van het aan tal kanseliers od diplomatieke en con sulaire posten. Ons land beschikt nu in Roemenië en Joego Slavië te zamen slechts over één gezantschap te Boeka rest. dat feitelijk uitsluitend door den gezant zal worden bezet. Vele leden konden zich niet vereeni gen met het standpunt der regeering inzake het inlichten en consulteercn der commissie voor buitenlandsehe za ken uit de Kamer. Dit standpunt schijnt te zijn. dat de regeering eerst doet. wat zij meent, te moeten doen. en dan ach teraf de commissie daarvan mededee- ling doet. Zoo opgevat, mist die com missie elke beteekenis. Vorige minis ters hebben meermalen aan de commis sie mededeelingen gedaan over hun voornemens bij onderhandelingen, die nog niet waren afgesloten. De voorzit ter van den ministerraad heeft in de Eerste Kamer gezegd, dat de regeering zelve de verantwoordelijkheid voor haar daden moet durven dragen *n daarna onderworpen is aan de con trole van de Staten-Generaal. Deze in stelling is moeilijk te vereenigen met de motieven, die tot de instelling van de commissie hebben geleid. De buiten landsche politiek moet even goed als elke andere tak van regeerïngsbclcid- gevoerd worden in overleg met de Sta ten-Generaal. Juist het feit. dat de bui tenlandsche politiek vrijwel buiten de Staten-Generaal om wordt gevoerd, was aanleiding tot de instelling van de commissie voor buitenlandsche zaken. Deze moest ook dienen als een zeker tegenwicht voor de gevaren der gehei me diplomatie. De Volkenbond Een lid verklaarde in het algemeen geen groote bewondering voor den Vol kenbond te voelen, maar vroeg zich thans af. hoe de toestand zou zijn; in dien dit lichaam er niet was, waarom hij erin zag een instrument in Gods hand. Deze meening vond tegenspraak bij andere leden, volgens wie de Vol kenbond, niet opgetrokken op geloof in God. een huis is. op zand gebouwd, ge doemd. om te vallen. Een lid meende, dat de Volkenbond als vredesinstituut een mislukking is geworden en dit ook wel moest worden daar hij niet is gebouwd op Gods Woord Abessinië. lid van den Volkenbond, is door een mede-lid aangevallen. Andere Volkenbondsleden worden wellicht uit hoofde van hun lidmaatschap in een oorlog gewikkeld. Wat heeft dat lid maatschap dan voor zin? Dit lid zou gaarne zien, dat Nederland zich uit den Volkenbond terugtrok. Een ander lid achtte uittreding va i ons land uit den Volkenbond dringend noodzakelijk, daar hii onbelangrijk, en de kosten niet waard is. Volgens vele andere leden, die hier tegen met kracht opkwamen, moet ech ter de internationale samenwerking waartoe de Volkenbond den wen heeft geopend, brachtig en. zoo mogelijk, uni verseel worden gesteund, voortgezet en uitgebouwd. De Volkenbond streeft de vreedzame, internationale samenwer king op den grondslag van het '•echt na en iuist dit zit in het Christendom, dat immers de vredesboodschap heeft gebracht. Een ander lid merkte op. dat de be zwaren. die vroeger hii hem tegen den Volkenbond bestonden, ziin opgeheven, wegens de veranderingen, welke de Bond in ziin samenstelling heeft onder gaan. Den Bond op dit oogenhlik ver zwakken. zou z.i. gevaarlijk ziin. Mis schien zou het. gezien de moeilijkhe den. gewenscht ziin. den Bond te ver vormen tot een permanente vredescon ferentie. Andere leden wezen erop. dat het arbeidsveld van don Volkenhond veel ruimer is dan dat van een vredes conferentie. Een lid critiscerde scherp de aarze lende houding van den Volkenbond, die z.i. had moeten optreden, toen Italië met ziin troepenzendingen naar Afrika begon, en niet had mogen wachten tot de oorlog was uitgebroken. Toen was het voor Italië biina onmogelijk terug te gaan. Waarom heeft de N'ederland- sche regecring. zoo vroeg dit lid. niet tot ingrijpen in een vroeger stadium aangespoord? Vele andere leden stel den hier tegenover dat de Volkenbond zich moet houden aan het pact. dat de procedure voorschrijft. De eenstemmi ge aanwijzing van Italië als schen der van het Volkenbondspact is h.i. een daad van groote moreele beteekenis. Den Volkenhond zelf kan geen verwijt treffen, als de deelneming der staten aan sancties onvoldoende mocht blij ken. Deze leden wezen erop. dat iuist bij het conflict ItaliëAbessinië de Bond belangrijk grootere energie 'oont. dan hii in vorige gevallen hoeft gedaan. Algemeen werd instemming betuigd met de rede. door den Minister te Ge- nève gehouden, en de houding der re geering ten opzichte van de Volkcn- bondsactie. Eenige leden, hoezeer zij zich ook met die rede konden vereeni gen. zouden het wel on nriis hebben gesteld, als de minister had gesproken op een plaats in de rii der sprekers, meer In overeenstemming met de po sitie van Nederland als kleine mogend heid. Vele andere leden voerden .ïier- tegenovcr echter aan. dat in de Vol- kenbondsbiieenkomsten geen onder scheid wordt gemaakt tusschen groote en kleine staten. Al was er bij sommige leden twijfel over de vraag. of. indien economiscne en financieele sancties niet mochten baten en militaire sancties moesten worden toegepast Nederland ook aan deze laatste zou moeten deelnemen, over de deelneming aan sancties van de eerste soort h.i. geen twijfel bestaat, ook al zou daarvan eenige economi sche schade voor ons land het gevolg ziin. Gemeend werd. dat. de verplichting van den bii den Volkenbond aangeslo ten staat zich bepaalt tot economische sancties, maar dat met betrekking tot eventueel daarop volgende militaire sancties elke staat zich krachtens het Volkenbondspact. nader zelfstandig zou heraden. Men achtte het prematuur, nader od de vraae. of Nederland even tueel zou moeten deelnemen aan mili taire sancties, is te gaan. De vraag werd voor beantwoording eerst vatbaar geacht in een verder stadium van ont wikkeling der gebeurtenissen. Voor den Amsterdamschen kantonrechter gevoerd tegen Koninklijke en Ned. Handel= maatschappij Voor den Amsterdamschen kanton rechter mr. L. S. G. de Hartog is in de civiele procedure gepleit welke gevoerd wordt tusschen een obligatiehouder der Kon. Petroleum Mij. eenerzijds en de Kon. Petroleummaatschappij en de Handelmaatschappij anderzijds. Aan de laatste heeft de Koninklijke de uitbe taling der coupons opgedragen. Nog is bij den Hoogen Baad hangende het pro ces tusschen obligatiehouders en de Koninklijke over de vraag of bij de uit betaling der coupons de goudclausule al of niet van kracht is. De obligatie houders wenschen uitbetaling der cou pons met gouddollars; de Koninklijke is van oordeel, dat de coupons tegen dollarkoers moeten worden uitbetaald. In afwachting van de beslissing van den Hoogen Raad vragen de obligatie houders thans betaling der coupo- tegen dollarkoers, onder reserve van hun recht op het meerdere, indien de Hooge Baad uitmaakt, dat de betaling op goudbasis moet geschieden. De Handelmaatschappij, die de beta lingen voor de Kon. Petroleum Maat schappij verricht, weigert echter hier toe over te gaan, aangezien ze hiervoor geen opdracht heeft ontvangen. Voor de obligatiehouders trad op mr. L. van Gigch, voor de Kon. Petroleum Mij. mr. Molster en voor de Handelmaatschappij mr. van Haersolte. Na uitvoerige pleidooien van heide zijden bepaalde de kantonrechter de uit spraak op 27 November. Ditmaal met niet minder dan 18 raillioen Weekstaat Ned. Bank Onze verwachting, dat reeds spoedig opnieuw een disconto verlaging zou wor den bekend gemaakt is tot op heden nog niet in vervulling gegaan, waar schijnlijk als gevolg van de omstandig heid dat de geldmarkt toch nog wel eenigen druk heeft ondervonden van de inschrijving op de jongste schatkist emissie. In ieder geval heeft de schat kist althans wat de toewijzing op het driemaands papier betreft zeer waarschijnlijk meer moeten betalen dan zij zich, de gemakkelijke stemming op de geldmarkt vlak vóór de inschrij ving in aanmerking nemende, had voorgesteld. Hoe het zij, reden tot kla gen heeft zij in vergelijking tot dc vo rige maal zeker niet gehad; voor het driemaands papier behoefde zij geen •hoogeren prijs te besteden dan 315/16 of circa 2 minder dan bij de vorige inschrijving. Momenteel beloopt particulier discon to 3%, zoodat do mogelijkheid van een disconto-verlaging nog steeds waar schijnlijk moet worden geacht. Tc meer aanleiding tot deze verwachting bestaat er omdat de ruimte op de geldmarkt langzamerhand een steeds minder ge forceerd karakter begint te krijgen door de belangrijke goudtoevloeiingeu naar de Nederlandsche Bank. In de afgeloo- pen balansweek bedroegen zij niet min der dan 18 millioen gulden, tot welk be drag onze geldmarkt ten volle een ver ruiming heeft ondergaan. Waar in de zelfde periode de beleeningen alsmede de disconto's nauwelijks eenige vermin dering aantoonen behoeft hét niet te verwonderen, dat zoowel de bankbil jetten als de Rekening Courant saldi van derden een stijging vertoonen met een vrijwel gelijk bedrag als de goud toename. Ook in de afgeloopen weck lag de Fransche Franc onafgebroken flauw in de markt zonder dat er evenwel edel metaal van Frankrijk naar ons land toevloeide; zakt de koers echter nog slechts een fractie in, dan zou een ware goudstroom zich kunnen ontketenen. Opvallend is het in dit verband tc rcle- veeren, dat de stemmen, die tot voor kort steeds luider om devaluatie riepen plotseling a.h.w. blijken te zijn ver stomd. Of men hier in een bewijs moet zien, dat in het devaluistenkamp, onder den indruk van de kracht waarmede zoowel Regeering als de leiding van de Nederlandsche Bank voor dc integrale handhaving van ons ruilmiddel in den bres zijn gesprongen, allengs eenige ver moeidheid begint op te treden, vermo gen wij uiteraard niet te beoordeelen, maar zooveel is zeker, dat men in dit opzicht werkelijk een stap in de goede richting is geraakt. Ook moet het niet onwaarschijnlijk worden geacht, dat men in devaluatie kringen langzamer hand gaat inzien dat het proces dat zich allengs in Amerika en Engeland voltrekt wel eens zou kunnen leiden tot een aanmerkelijke versterking van de positie van de landen van het. goud- blok. Wij doelen hier n.l. op liet al daar waarneembare feit. dat de bin- nenlandsche prijsniveaux van Engeland en Amerika sedert eenige maanden eene stijging vertoonen, welke die van de goudlanden verre Ie boven gaat. Zulks wil dus niet anders zeggen, dan dat in genoemde twee landen het bin- nentandsche prijsniveau zich begint aan te passen aan de intrinsieke waar de van dc gedevalueerde munt, een pro ces dat velen zich reeds eerder haddeil voorgesteld als uitvloeisel van de door die landen volvoerde devaluatie. Zet dit proces zich nog eenigermate voort dan wordt hiermede bereikt dat de groo te klove tusschen de prijsniveaux in de goud- en de papierlanden wordt wegge nomen, waardoor het probleem van de valuta-stabilisatie een belangrijke stap nader tot oplossing zou zijn gebracht, terwijl anderzijds het veel omstreden deflatic-proces in de goudlanden met minder kracht zou behoeven te worden voortgezet. Ilct is dan ook opvallend, hoezeer de stemmen die op stabilisatie aandringen den laatsten tijd in kracht toenemen. Een zeer duidelijk bewijs hiervoor mag men wel zien in de zeer veel hoop ge vende verklaringen van den minister van Financiën Morgenthau. Een feit is het trouvves dat men ten aanzien van het Pond Sterling gerust kan zeggen dat dit ten opzichte van den Dollar de facto reeds gestabiliseerd is. Moge men op den thans bestreden weg met kracht en voortvarendheid verder gaan, want langs dezen weg zal een blijvend herstel toch moeten geboren worden. CLEARING NEDERLAND— DUITSCHLAND Met ingang van 4 November a.s. zul len nieuwe formulieren A (stortingen) en nieuwe formulieren B (indiening van vorderingen) in gebruik worden ge nomen. De nieuwe formulieren zijn vanaf he den bij de Kamers van Koophandel, de verschillende kantoren der Nederland sche Bank, de particuliere banken en het Nederlandsch Clearinginstituut ver krijgbaar. Men wordt verzocht vanaf 4 Novem ber a.s. uitsluitend van de nieuwe for mulieren gebruik te maken. VERBLINDENDE RIJWIEL LANTAARNS Van den Divisiecommandant der Kon Marechaussee te 's-Hertogenbosch ont ving de K.N.A.C. bericht, dat aan het euvel der verblindende riiwiellantaams de noodige aandacht zal worden ge schonken. Het heeft ook ziin aandacht getrok ken. dat iuist den laatsten tiid aan hei richtig stellen van de riiwielverlichting veel hapert, weshalve reeds de noodige instructies ziin gegeven aan het perso neel in ziin gebied. Ook de Divisiccommandant van de Kon. Marechaussee te Maastricht be richtte. dat opdracht is verstrekt om zooveel mogelijk op te treden tegen het voeren van een verblindende rijwiel- verlichting. Van de Districtscommandanten van de Riiksveldwacht werd reeds vroeger welwillend bericht, ontvangen, dat. aan dat euvel de noodige aandacht wordt gewiid. KIND OVERREDEN EN GEDOOD MEPPEL. 29 October. Hedenmid dag to ohgeveer 1 uur is op het Noord- einde het zevenjarig dochtertje van den schipper Oldebesten alhier onder een vrachtauto van den heer Oostenbrink, bestuurd door den chauffeur A. de Boer geraakt en gedood. Het kind zat achter on den wagen en werd er spelender wijs door haar tienjarig broertje afge trokken. Het meisje kwam onder de vrachtauto terecht en kreeg een der achterwielen over het hoofd. In de wo ning van een dokter is het kind kort na het ongeval overleden. Instemming en bezwaren geuit in het V.V. der Tweede Kamer Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsont werp tot nieuwe regeling van de pacht. Verscheidene leden betuigden hun in stemming met het wetsontwerp. Het komt h. i. goeddeels tegemoet aan de voornaamste bezwaren, welke tegen den thans bestaanden toestand kunnen wor den ingebracht. Deze ziin in hoofdzaak de volgende: a. het gebruiksrecht van den pachter is te weinig vast: b. de pachtsommen worden in som mige streken van het land te hoog op gedreven: c. de pachter draagt het geheele risi co van het bedrijf: d. hii kan niet rekenen od vergoeding voor door hem aangebrachte verbete ringen. Verscheidene andere leden konden dit gunstig oordeel over het wetsontwerp niet in alle opzichten deelen. Hun voor naamste bezwaren richtten zich tegen dc in het ontwerp opgenomen bevoegd heid van den rechter tot het ingrijpen in nieuwgcslotcn pachtovereenkomsten en tegen dc toenasseJiikheid van de nieuwe regeling met al haar ingrijpen de bepalingen op alle pachtovereen komsten. behoudens "de weinig beteeke- nende uitzonderingen van art. 4. ter wijl ook de voorgestelde onbeperkte tijdsduur verscheidenen hunner aanlei ding gaf tot het uiten van ernstige be denkingen. Een deel dezer leden be schouwde dit ontwerp als ingrijpender dan do destijds voorgestelde regeling cn zouden aan deze laatste (doch zonder het amendement-Fleskens od art. 1636) de voorkeur geven boven hetgeen de regeering nu voorstelt. Een aantal leden verwonderde zich erover, dat de regeering geen enkel ge geven. geen enkel ciifer aanvoert om de noodzakelijkheid van een zóó diep ingrijpen in de pachtverhoudingen aan te toonen. F.enige leden spraken hun verwonde ring en teleurstelling uit over het feit, dat de regeering zoover is afgeweken van de conclusies van het rapport der commissie ter bestudeering van het pachtvraagstuk, ingesteld hii besluit van het bestuur d^r R.K. Staatsnartij. Verscheidene leden betwijfelden zeer ernstig, of het wetsontwerp, dat den economischen toestand der pachters wil verbeteren, wel kan dienen om het be oogde doel te bereiken. In de eerste plaats wezen zij erop. dat door de zeer ineriinende beperkingen, welke het eigendomsrecht van den grondeigenaar zal ondergaan, de geneigdheid tot ver pachten zal afnemen. Dc verkoop van landelijke eigendommen zal in de hand gewerkt worden. De daling der grond waarde zal ook drukken on de eigen- geërfde boeren, wier landerijen nog on belast ziin. On deze wiizc wordt het landbouwcrediet ernstig in gevaar ge bracht. Eenige andere leden gaven als hun oordcel tc kennen, dat het nachtvraag- stuk in hoofdzaak te wijten is aan de overbevolking. Deze leden meenden, dat. indien men het vriie beschikkings recht over den. bódefn wil beperken, het tijdstip daarvoor gunstig gekozen is. Verschillende leden waren van oor deel. dat het wetsontwerp niet op alle pachtovereenkomsten van toepassing behoort tc ziin. Zii konden niet inzien, dat het noodig zou ziin. ook overeen komsten van zeer ondergeschikt belang schriftelijk te doen aangaan en even min. dat veelzijdige inmenging van den rechter ook voor dergelijke zeer weinig beteekenende overeenkomsten mogelijk gemaakt zou moeten worden. Voorts meenden sommige leden, dat een uit zondering gemaakt dient te worden voor pachtovereenkomsten tusschen ouders en kinderen. Verschillende pachtstelsels werden besproken en aanbevolen. Het continuatierecht De voorgestelde regeling van het con tinuatierecht. hierop neerkomende, dat dc meeste pachtovereenkomsten voor onbepaalden tiid zullen moeten worden aangegaan, ontmoetten bii verscheidene leden ernstig bezwaar. De groote beteekenis. welke de ge pachte grond voor het bestaan van den pachter heeft, erkenden zii: deze be hoort h. i. echter in plaats van tot een continuatierecht tc leiden tot opneming in de wet van een recht on schadeloos stelling bij onredelijke opzegging. Verscheidene leden juichten het voor stel toe. Een groot deel van deze leden zou intusschen gaarne gezien hebben, dat de regeering bii haar voorstel nog een stap verder gegaan was. Met name hadden zij bezwaar tegen de beperking tot een termijn van tien iaar. Sommige leden, die in het algemeen wel voor het continuatierecht gevoel den. meenden niettemin, dat de moge lijkheid om pachtovereenkomsten voor een bepaalden tiid, langer dan een jaar. aan tc gaan. niet geheel behoort te worden uitgesloten. Hoewel men vrii algemeen van oor deel was. dat een regeling van dc ver goeding voor door den pachter aange brachte verbeteringen noodzakelijk is. konden sommige leden bezwaarlijk toe geven. dat de nieuwe redactie, zooats de regcering meent. ..de moeilijkheden oplostDc groote moeilijkheid, aldus deze leden, is, wat zal gelden, indien de betaling van de vergoeding daarvoor den verpachter niet gelegen komt of deze de verandering niet noodig of zelfs in het geheel geen verbetering acht. Zooals hierboven reeds bleek, hadden verscheidene leden tegen de regeling van het tegengaan van buitengewone pachtovereenkomsten zeer ernstige be zwaren, welke zich richtten tegen de voorgestelde bevoegdheid van den rech ter. in te grijpen in alle zoo juist tot stand gekomen pachtovereenkomsten en fleze. hotzii te vernietigen, hotzii wat nog erger is to wijzigen. Verscheidene andere leden verklaar den zich met dc voorgestelde regeling in hoofdzaak vte kunnen vereenigen. Daardoor wordt practisch de h.i. zeer wenscheliiko toestand benaderd, dat de paciitvoorwaarden door een onpartijdig lichaam worden vastgesteld. Vele leden drongen met klem aan op het mogelijk maken van honger beroep van de beslissingen der pachtkamers. GETUIGENVERHOOR BEËINDIGD De Rechtbank brengt hulde aan inspecteur Rocher en accountant Meyer Donderdag requisitoir AMSTERDAM, 29 Oct. De vijfde kamer der arrondissementsrechtbank zette het getuigenverhoor voort in de strafzaak tegen den ex-directeur en den gewezen commissaris van het Pa leis voor Volksvlijt, verdacht van ern stige malversatie. De eerste getuige was jhr. A. van Lennep, firmant van de firina Heemstra Co. Getuige had opdracht gegeven tot inwisseling van een obligatie van 200: get. had echter gezegd de volle 200 te willen hebben en anders mocht de obligatie niet worden afgege ven. Inderdaad kwam de kantoorioo- per terug met de boodschap, dat hij er slechts 30 a 40 voor kon krijgen. De looper was hierop niet ingegaan en vol gens de instructie was hij teruggeko men. Pres.: „Dat was zeer verstandig; wat zegt u er van verd. M.?** De ex-directeur herinnert zich hier niets van: „Het zal m'n neef geweest zijn, die hem te woord heeft gestaan, ik weet van niets." De kantoorlooper vertelt dan zijn er varingen. Een donkere, jonge man had hem tewoord gestaan. Aanvankelijk had hij gezegd, dat het stuk niet betaal baar was; ten slotte bood hij er 30 voor. „Maar ik ging er niet op in, want mijnheer had gezegd: ,J 200 of het stuk terug. De meneer van het Paleis wilde 't stuk houden en me een recu geven, maar ik vond 't veiliger, 't stuk maar weer terug te nemen." Getuige van Lennep deelt dan nog mee, dat hij later de obligatie aan den heer de Castro had verkocht. Pres. (tot den kantoorlooper): „De po litie heeft u het portret van den neef van den directeur vertoond, dat zou de man zijn, die u op het kantoor te woord heeft gestaan. Herkende u hem." Getuige: Meneer, ik ben geen ge laatskenner, maar waarschijnlijk is het hem. Rechter de Gaay Fortman: Men heeft den indruk willen vestigen, dat die reef niet erg snugger was; hoe denkt u erover, getuige? Getuige: Ja, dat weet ik niet, maar stom vind ik hem niet: wel erg secuurl De heer J. Gompers, safe-chef bij de Incassobank, verklaarde, dat verd. M. (ex-directeur) een safe in huur had. In het kasboek van het Paleis voor Volksvlijt komt een post voor „betaald aan mr. Cardozo 9200": mr. Cardozo wordt als getuige gehoord en verklaart nooit 9200 te hebben ontvangen. President: Verd. wat zegt u ervan? Verdachte M. geeft dan een ingewik kelde lezing van het geval: verd. PI. had 9200 geleend aan het Paleis, ik had dat geld in mijn zak, ik ging er mee naar het kantoor van mr. Cardozo, maar ik hield het geld bij me. omdat ik er recht op had. Pres.: Maar dan is die post toch on juist? Verdachte: Ja, boekhoudkundig mis schien Pres.: Op 10 September 1929 staat in de boeken: „ontvangen van PI. 9200". Dienzelfden dag gaat het uit de kas. In Februari 1930 krijgt u 9200 uit de kas. Het bedrag gaat er dus tweemaal uit er. komt er eenmaal in. terwijl het tweemaal als uitgegeven geboekt staat. Waar is het dan gebleven? De kwestie wordt er bij het verder verhoor, waarin ook verd. PI. wordt betrokken, niet duidelijker op. Verd. M. zegt, dat liet bedrag geboekt is als be taald aan mr. C., omdat mr. van Hall het zoo wilde hebben; het was maar een aanduiding. President; „Dus een onjuiste boe king!" Dan wordt de vroegere commissaris van het Paleis voor Volksvlijt mr. Kan gehoord, hij is commissaris geweest van Dec. 1931 tot December 1934. Getuige had indertijd de bescheiden niet vergeleken, toen de balans was in gediend. „U hebt dus iets geteekend, zonder dat u iets onderzocht hebt" merkt de president op, „het is zeer onvoorzichtig, temeer daar de naam van de N.V. niet bijster goed was. Dan brengt de president de tweemaal uitbetaalde obligaties, in het obligatie- boek met een P. gemerkt, ter sprake. President: Op dc vergadering van 28 December 1933 is hier reeds over ge sproken, sedert dien dag kon u dus we ten, dat er ernstige onregelmatigheden werden vermoed; als commissaris was een onderzoek gewenscht geweest. Getuige Kan: Dat er onregelmatighe den bestonden wisten wij, maar. dat die zoo dicht bij lagen wisten wij niet. Wij meenden, dat zij al van Jaren en jaren geleden dateerden, dat de ope ningsbalans onjuist was. President: Er werd aanvankelijk ook gezegd, dat de boeken waren verbrand, doch dat was niet juist. Werd in de praktijk alles overgelaten aan verd. M., den directeur? Uit dc verklaringen van getuige blijkt, dat het daar wel op neer komt. Vervolgens wordt mr. Polenaar ge hoord: hij is geruimen tijd commissaris van liet Paleis geweest. President: Die balans 1932 was valsch, wist u dat? Getuige: Neen, meneer, dat kan ik niet merken. President: Dus u hebt zelf geen on- derzock naar de juistheid gedaan? Getuige: Dat zou heel moeilijk zijn geweest, dat zou een onderzoek naar de vroegere zaken vereischt hebben De president toont getuige het obli- gatieboek; getuige verklaart, dat hem bekend was, dat er onjuistheden In za ten; de stukken met een P. gemerkt, moeiden niet meer worden uitbetaald. President: Toen u commissaris werd wist u toch. dat dc reputatie van de N.V. slecht was. welke maatregelen hebt u genomen? I Getuige: Het geld werd gedeponeerd bij dc Kasvereeniging en de directeur M. zou geen uitbetalingen doen zonder toestemming van commissarissen. Ook zou hij niet alleen in de safe mogen gaan. President: Ik verwijt u, dat u geen zorgvuldiger onderzoek hebt ingesteld, temeer daar de commissarissen wisten, wat er eigenlijk aan de hand was door do vergadering van December 1933. Een zeer eenvoudig onderzoek zou u heb ben geleerd, dat obligaties, met een P. in het hoek gemerkt, toch werden uit betaald. Nog in 1934 hebt u verklaard er van overtuigd te zijn, dat het Paleis voor geen cent benadeeld was. Mr. Polcnaar: Wij hadden den in druk, dat de openingsbalans onjuist was. We vertrouwden den directeur en den accountant President: U zult mijn verwijt toch niet kunnen terugwijzen Getuige: Achteraf bekeken... President: Het verwijt is nog klem mender. daar u 36.000 voorschot van het Paleis hebt aangenomen, daarvan is 13.500 teruggestort Na de pauza Na de pauze leest de president een deskundigenrapport voor. in verband met de te Amsterdam geldende gebrui ken met betrekking tot uitbetaling van makelaarsprovisie in dc gevallen, waar in de transactie niet tot stand komt. Naar men weet is volgens de van de N.V. door verdachte PI. 11 000 aan courtage uitbetaald aan makelaar Vegersteen, hoewel dezo slechts een en kele bespreking heeft gevoerd over den verkoop van het Palcistcrrein aan de gemeente Amsterdam en de eigenlijke verkoop later door tusschenkomst van een anderen makelaar is tot stand ge komen. Volgens dit deskundigenrapport is dc betaling van courtage niet gebruike lijk, ais de verkoop niet tot stand is ge bracht. Eenige getuigen A décharge komen, verklaren, dat verd. PI. een uitstekend gymnastiekleraar was. Het getuigen verhoor is hiermee ten einde. De president mr. Briöt ondervraagt dan de verdachten uitvoerig. Verd. M. blijft bij zijn verklaringen; de balansen waren onjuist opgemaakt, doch voor de rest is hij onschuldig... President: De deskundigen hebben uitgemaakt, dat b.v. de obligatie 4089 is vervalschi. Hecht u aan verklaringen van deskundigen? Verdachte: Soms wel President: U erkent, dat u een keer dubbel salaris hebt gehad? Verdachte: Fout in do boekhouding! President: U stortte vlak na verloop van het Paleis-terrein 10.000 bij de Amsterdamsche Bank Verdachte: Geld van mezelf. President: 't Geeft tc denken. Verdachte (opgewonden): 't Geeft ab soluut niet te «enken... President: L' hebt er steeds omheen gedraaid, voelt u zelf niet, dat u liegt, het is ontstellend. En die schrijfmachi ne, die door hot Paleis betaald is en die er niet is. Verdachte: Die heb ik aan een Juf frouw cadeau gegeven. President: Vroeger was het uw neef B U zegt steeds andere dingen. Uw waarheid en die van uwe medeverdach te kloppen niet. President: Hecht u aan dat obligatie- boek? Verdachte: Zoover ik er aan hechten kan! Die P.'s waren onjuist en ik keek er niet naar President: Keek u er niet naar? En iedereen, die met het Paleis te maken iiad, wist wat die P. beicckcnde. Zoo lang u gearresteerd i»ent ia er geen en kel P. stuk aangeboden. Verdachte: Dat kan ik niet helpen. President: Dat is nu eens waar. President: IJ blijft er dus bij: „alles is toeval, ik zeg de waarheid en verd. P. liegt!" Verdachte: Ik heb met de zaak nieta te maken. President: U moet het zelf maar we ten. gaat u mnar zitten. Dan werd de ex-commissaris gehoord. Hij blijft er bij de brieven waarin ge vraagd werd om uitbetaling van de obligaties te hebben geschreven op ver zoek van den ex-directeur. Hij gaf me de nummers op... Ik vertrouwde M. en geloofde hem onvoorwaardelijk. President: Dus M. is de aanstichter volgens u? En die gechloorde obligaties? Verd. P.: Daar weet ik niets van. Officier: Hebt u voor het schrijven \an die vnische briefjes nooit een be- Inoning gekregen? Neen, zegt verd., ik dacht er niet bij, ik vond het niet gevaarlijk en vertrouw dc volkomen op verd. M. Zoo dwaas is dat niet. do commissarissen Polenaar en Kan vertrouwden M. dok en die wa ren bovendien juridisch adviseur. President: Maar met dfl* schrijven van briefjes ging u door. toen het on derzoek in deze zaak reeds was begon nen. Verdachte: Ja. de direcfeur stelde me gerust en zei. we hebben een eerste klas accountant. Onder hilariteit zegt dc president: „mnar er zijn toch nog wel „uitstekender" accountants. De president roep! dan de getuigen, iuspecieur van politie C Pocher en d« accountant P. H. Meyer nogmaals voor het getuigenhekje. De rechtbank wi| aldus de presi- lent - het getuigenverhoor niet slui ten zonder u beiden hulde te hebben gebracht voor liet nauwgezette en fCherpzinnige onderzoek, door u in deze zaak verricht. Vooral wanneer wij be denken, op weik materiaal u uw on derzoek hebt moeten steunen. Het getuigenverhoor wordt gesloten, a.s. Donderdag zal de officier requisi toir nemen en zullen de verdedigers mr. Stokvis en mr. Muller Massis hun pleidooi houden. J. C. RIJSDIJK f In het ziekenhuis te Utrecht is op 62- jarigen leeftijd overleden de heer J. C. Hijsdijk, sedert 1 Mei 1901 secretarl® van leerdam.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 7