BRANDSTICHTING MET
VIER SLACHTOFFERS
Het gruwelijkste
der Ossche misdrijven
LISTERINE
TANDPASTA
Bedenkelijk geval
FEUILLETON
DE ONBUIGZAMEN
2c BLAD PAG. 2.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 5 NOVEMBER 1935
Vrouw cn drie kinderen in
de vlammen omgekomen
100 misdaden op zijn
kerfstok
(Vervolg vorig blad).
Pres.: Er Is met een mes gestoken.
e*n brood me*. Hebt u dien avond geen
mes vermist?
Getuige geeft dit toe.
Pres.: Dit mes is des avonds na den
moord bi) u teruggebracht. Wat hebt
u mei het mes gedaan?
Getuige zegt, dat hij het mes hee.t
weggeworpen.
De President vraagt hem waarom hl)
dn» hoefi gedAAn.
Get. II weet het niet.
Pres.: Zat er geen bloed aan het
mes?
Get.: Ik weet het niet. Ik heb het
mes niet bekeken.
De offirier van justitie waarschuwt
den getuige *ich niet aan meineed
schuldig te maken.
Getuige blijft bij lifn verklaring.
Get. P. H. van Rooy in het huis
van bewaring te Breda gedetineerd
verklaarde, dat van B. nadat hij uit
het huls van bewaring was ontslagen
met hem over van Galen heeft gespro
ken. Van B. seide tc«n: ..Als ik hen
niet gestoken had, zou hij het mij
hebben gedaan.
De gedetineerde arbeiders uit Oss,
de Beu ver. verklaarde met van B ovei
de veehtparti) te hebben gesproken
Van B heeft toen gezegd: Van Galen
had ml) driemaal met een mes geeto
ken. Ik ben toen naar de keuken ge
vlucht en heb een broodmes weggeno
men en toen heb Ik van Galen pestte
ken. De verdachte ontkent zooiets tegen
de Reuver te hebben gezegd. Ik het
alles hekend wat ik heb misdaan, zeg»
h'i en als Ik dit feit zou hebben mi'
dreven, dan zou ik het ook hebben
bekend
Officier U hebt een grooto wosch-
lijst: Vijftig mlsdrtyvta u knot er dub
bel en dwars voor gestraft worden.
Requisitoir
De Officier van justitie Mr. van Ever-
dingen noemt in zijn roquisitor de
houding van verdachte zonderling. Hi|
heeft zich aan een reeks van misdrij
ven schuldig gemankt, waarbij velen
van ernstigea aard. Hij heeft deze alle
bekend. En daarom vindt spreker het
eigenaardig, dat hij dit misdrijf nie<
wil bekennen. Spreker gaat de verschil
lende getuigenverklaringen na en acht
bewezen, dat verdachte zich aan dood
slag heeft schuldig gemaakt. Danr ver
dachte zich aan tal van Inbraken, roof
overvallen en 50 andere kleine mis
drijven h-eft schuldig gemaakt, moet
sen groote straf worden opgeleg1
Spreker requireert een gevangonisstral
van 10 jaren met aftrek van voorarrest.
Pleidooi
Mr. P. Scheefhals bestrijdt in zijn
pleidooi verschillende getuigenverkla
ringen mocht de rechtbank aannemen,
dat verdachte zich wel aan dit misdritt
h-eft schuldig gemaakt dan moet ook
worden aangenomen, dat het opzet ont
breekt. daar verdachte zoo dronken
was. dat hij zich goen rekenschap kot
geven van zijn daad Spreker besluit
zijn pleidooi met er op te wijzen, dat
verdachte het recht heeft zijn eigen
leven te beschermen.
Roofoverval
Vervolgens werd behandeld de In den
nacht van 90 op 31 Mei 1932 te Litli
gepleegdcn roofoverval In de woning
van do gezusters van Eldijk, die door
de daders zijn mishandeld. De buit be
stond uit een bedrag van 10.— aan
geld. een paar medailles, sigaren en
sigaretten en een pot met sterken drank
Verdachten zijn de 36-jarige arbeider
J. J. van Galen en de 32-jarige arb«i
der J. A. van den Akker, die ervan
beschuldigd worden, dat zij het mis
drijf tezamen en in vereenlglng me:
eon of meer anderen hebben gepleegd
De laatste wordt subsidiair bcsehuldig.i
van medeplichtigheid door op den uit
kijk te hebben gestaan cn schuldhellng
Verdachte van Galen legt een vol
ledige bekentenis af, dat hij met dikke
Toon de Soep. Bljs de Sljp en van den
Akker naar Lith was gegaan. Aange
komen bij de woning van de gezus
ters van Eldijk heeft hl) van den Ak
ker bevolen op den uitkijk te gaan
staan. Zij hebben maskers voorgedaan.
Verdachte heeft het raam opengescho
ven waardoor zij met zijn drieën naar
binnen zijn gegaan. Hij beeft een der
zusters vastgehouden cn een kussen op
de neus gedrukt. Hij heeft het huis
doorsnuffeld. Het geld werd verdeeld
de medaillo weggeworpen.
De verdachte v. d. Akker geeft toe
met drie andere personen te hebben af
gesproken te gaan Inbreken In het
cafe van de gezusters van Eldijk 'e
Lith. Zelf heeft hij slechts op den uit
kijk gestaan. Verdachte weet niet meer
of hij geld of sigaren heeft ontvangen.
De officier acht het aan beide ver
dachten ten laste gelegdo bewezen.
Beiden staan ongunstig bekend. De
verdachte van Galen heeft reeds acht
laren in de gevangenis doorgebracht
ei» in 1933 is hij nog tot 3 jaren ge
vangeniastraf veroordeeld. Beiden moe
ten een zwaren straf worden opge
legd en daarom eischt spreker tegen
van Galen een gevangenisstraf van
9 jaren zonder aftrek van voorarrest
cn tegen van der Akker een gevangenis
straf van 6 jaren met aftrek van voor
arrest. Nadat de uitspraak bepaald
was op 18 Nov. werd de zitting tot
2 uur geschorst.
Uitspraken
Het Bossche gercchtshrof heeft Maan
dag vonnis gewezen en uitspraak go-
daan in verschillende Ossche rechtsza
ken:
de 29-jarige arbeider v. d. E.. tegen
wicn een gevangenisstraf van 2 jaar
was geëischt terzake van medeolichtig-
heid aan een roofoverval on II. Geven
te Deurne in den nacht van 3 op 4
Juni 1933. werd vriisgesnroken.
de 33-jnrige arbeider J. J. B.. tegen
wien 3 laar geëischt was wegens in
braak bil den slager P. Jansen to Oss
in den nacht van 20 on 21 Januari 1934.
werd veroordeeld tot 1 jaar gevangenis
straf:
In de zelfde zaak werd do 35 iarige
arbeider M. J. ter R.. tegen wie G jaar
geëischt was. veroordeeld tot 1 jaar en
6 maanden gevangeni'-straf:
voor den roofoverval, genleegd op 2
November 1930 In de woning van J.
Kuipers ts Oss. word de 29-jarige arbei
der W. A. B.. legen wien 8 jaar ge-
eisclu was, veroordeeld tot een gevan-
genixstrnf van 5 laar:
voor betzelfdo feit werd de 31-farige
landarbeider F, de B.. tegen wie fl laar
geëischt was. veroordeeld tot 3 laar ge
vangenisstraf. en
de 26-iarigc arbeider J. M. ten B..
legen wien de eisch 8 ianr luidde, werd
tot 5 iaar gevangenisstraf veroordeeld.
Bii alle ongelegde straffen wordt het
voorarrest In mindering gebrarht.
DF.N BOSCH. 4 Nov. Otn twee uur
wordt de zitting vervolgd met de zaak
van de brandstichting In 192G. waardoor
vier menschen omkwamen.
De Ossche arbeiders G. J.
van Galen en Th. J. van
Berne, beiden 32 jaar oud,
hebben zich te verantwoor*
den voor de op 10 Augustus
1926 te Oss tezamen en in
vereeniging opzettelijk ge*
pleegde brandstichting in de
woning, bewoond door de fa*
milies Bevers cn Van Zand*
voort, tengevolge waarvan
deze woning is afgebrand en
de echtgenoote van J. A. van
Zandvoort en hun drie kinde*
ren in de vlammen zijn om*
gekomen.
Subsidiair is tenlaste gelegd, dat
Van Galen dit vreeseliik misdrijf alleen
heeft genleegd en dat Van Berne hem
daarbij behulpzaam is geweest en ge
legenheid daartoe heeft verschaft door.
toen Van Galen wegens de hoogte van
het uit riet en stroo samengesteld dak
boven den beganen grond dit niet kon
hereiken, dezen op te beuren, «nodat hij
(Van Galen) met een lucifer het dak in
brand kon steken, hetgeen hii dan ook
heeft gedaan.
De verdachte Van Galen legt een vol
ledige bekentenis af. Hii was met Van
Berne op stap gegaan, teneinde deu
brand te stichten. Van G.. die het dak
niet kon bereiken, heeft van B. toen
opgetild: daarna heeft van B. hem op
getild en hii heeftf het rieten dak met
een brandende lucifer aangestoken.
President: Wist U ook. dat het huis
bewoond was?
Door den verdachte van G. wordt
dit ontkend.
President: Een moeder met drie kin
deren ziin in de vlammen omgekomen.
U wist niet, dat ze binnen waren?
Verdachte van G.: Ik wist dat niet.
als ik het geweten had. zou Ik het
nooit gedaan hebben.
De president: Indien U het wel ge
weten had. zou het vreeseliik zijn ge
weest.
Getuigenverhoor
Inspecteur van Kempen zegt dat de
brand zoo hevig was. dat er niets te
redden was. Men heeft echter gepro
beerd om de kinderen te redden, doch
dit is niet mogen lukken.
De verdachte van G.. aldus de inspec
teur. heeft zich aan vele misdrijven
schuldig gemaakt. Toch heh ik nog iets
menscheliiks irt hom ontdekt, en ik ge
loof wel. dat hii In de toekomst beter
op zal passen. Van B. heeft nog een on
gunstiger reputatie. Hil heeft thans
echter schoon schip gemaakt. Deze ver
dachte heeft meer dan 100 misdrijven
op ziin kerfstok.
De twee verdachten doelen hierna
mede. dat oen zekere Van G. hen tot
deze brandstichting heeft aangezet.
Hierna wordt als getuiec gehoord de
43-larlge J. A. van Zandvoort. wiens
vrouw en drie kleine kinderen in de
vlammen zijn omgekomen. Getuige
zegt. dat hil ziin woning had verlaten
om op het land te gaan werken. Van
de brandstichting zelf weet hii niet
veel. Hii was te veel versuft. Zijn kin
deren waren resp. 8. 3 en 2 laren oud.
Het afgebrande huis was eigendom
van Van Herpen.
Requisitoir
De Officier van Justitie, mr. van
Everdingen. die hierna requisitoir
houdt in deze zaak. die van alle Ossche
misdrijven het gruwelijkste misdrijf is.
Op dit misdrijf staat levenslange gevan
genisstraf. doch daar de twee verdach
ten een ruiterlijke bekentenis hebben
afgelegd en het gévolg hebben voor-
zien. wil spr. een straf opleggen, die
niet levenslang, doch wel zwaar zal
ziin. Hii requireert tegen ieder der ver
dachten een gevangenisstraf van 12
jaar met aftrek van de preventieve
hechtenis
Pleidooi
Do verdediger, mr. Van Dijk uit
Eindhoven, die optreedt voor de beide
verdachten, vraagt zich af of er tus-
schen de brandstichting en haar vreo-
selijko gevolgen een causaal verband
bestaat.
Uit het rapport, dat in 1026 over deze
zaak is opgemaakt, biiikt. dat de fami
lie Bevers, die do andere woning be
woonde. ongehinderd het brnndende
huis heeft kunnen verlaten.
Zelfs is er nog tijd genoeg geweest
om do ongelukkige familie te redden.
Men had de deur maar in behoevon te
trappen en men had do vrouw en haar
kinderen gered. Men heeft dit ech'er
niet gedaan, en omdat Bevers dit heeft
nagelaten, heeft men er zelfs aan ge
dacht Bevers te vervolgen, omdat hij
heeft nagelaten de vrouw en haar kin
deren te redden. De twee verdachten
konden meenen. dat indien het bran
dende huis was bewoond, aan de bewo
ners huln zou worden verleend. Intiien
dit niet is geschied, mag men hot hen
niet euvel duiden cn daarom lestaat
er volgens de mcening van sur. geen
causaal verhand tusschen rte brand
stichting en haar gevolgen. En spieker
meent, dat de furis-prudentia deze mce
ning is toegedaan.
Pleiter wijst hierna op de tragiek, die
zich in liet leven van deu verdachte
van G. voltrekt. Het verleden wreekt
het heden bitter en hard, want van G.
had zich reeds van het milieu, waarin
hii leefde, losgemaakt om een beter
leven te beginnen, en hii had zich reeds
dermate gereclasseerd. dat hil door zijn
superieuren werd bevorderd. Op deze
gronden bepleit spr. voor den verdach
te van G. een mildero straf, als de
rechtbank om juridische redenen niet
tot vrijspraak mocht overgaan.
Uitlokking der brand
stichting
Voorts staan terecht terzake van op
zettelijke uitlokking van deze zoo nood
lottige brandstichting, doordat zij beide
genoemde misdadigers korten tijd te
voren voor het in brand steken van de
woning geld hebben beloofd. Ie 58-
jarige Ossche landbouwer II. L. van
Erp en de 47-iarige Ossche arbeider N.
J. van Geenen.
Verdachte Van Erp zegt. dat hij in
contact was gekomen met Van Geenen,
die teeen hem zei: Is er niets te verdie
nen. Voor f 50 leg ik het huis plat.
De president vraagt dan aan den ver
dachte of hi) daarmede had ingestemd.
De verdachte draait in ziin antwoord
om de zaak heen.
Verdachte N. J. van Geenen vertelt
dan. dat van E. hem 100 had aange
boden. indien hii zijn huis in brand
wilde steken. Verdachte ging ermee
accoord. Hij is toen in contact gekomen
met de brandstichters van Galen en
van Berne en heeft hun verteld wat er
te doen was.
De Officier van Justitie vraagt aan
Van E. hoe dikwijls ziin huis reeds Is
afgebrand. De verdachte zegt. dat er bij
hem drie maal brand is geweest.
Getuige van Kempen zegt. dat het de
gewoonte is aan personen, die brand
moesten stichten, een lucifersdoosje te
geven, waarin geld zat
De president: Een symbool dus.
Getuige acht het niet onmogelijk, dat
van E. door zijn vrouw beïnvloed is ge
worden.
Wat den verdachte Van G. betreft,
deze heeft de laatste jaren nogal goed
opgepast.
Hierna werd als getuige gehoord de
verdachte in de vorige zaak. G. J. van
Galen. Deze zei. dat hii in contact was
gekomen met N. J. van Geenen cn
deze deed namens Van Erp het voorstel
om het huis van Van Erp voor 100 in
brand te steken.
Requisitoir
De Officier van Justitie achtte het
bewijs geleverd. Do beide verdachten
moeten een zware straf hebben. De
zwaarste straf komt echter toe aan
den verdachte van E. Spr. requireert
tegen hem een gevangenisstraf van 8
jaar en tegen den verdachte van G. 5
jaar gevangenisstraf.
De verdachte van E. begint bij het
vernemen van dezen eisch te hullen.
De raadsman van verdachte van E.,
mr. E. van Zinnicq Bergmann had ern
stige bezwaren teeen de uitgebrachte
dagvaarding. Wie ls In dit geval de
uitlokker en wie is de medeplichtige?
Spr. was van meening, dat van E. in
geen geval do uitlokker is geweest cn
hii zal daarom van rechtsvervolging
moeten worden ontslagen.
Verder wees spr. op de omstandighe
den, reeds door mr. van Diik bespro
ken.
Mr. van Diik. die optreedt voor den
verdachte van G., sluit zich bii dit plei
dooi aan.
Een inbraak
Voor de in den nacht van 15 op 16
October 1933 te Oss gepleegde inbraak
in de woning van den 81-iarigcn W.
Timmermans, waarvan de buit bestond
uit een geldsbedrag van 400. komen
gezamenlijk voor Th. J. van Berne. als
mede de 33-jarige Ossche arbeider P.
J. van Galen en de 38-iarigc Ossche
arbeider P. van Geenen. Laatstgenoem
de ls subsidiair medeplichtigheid op
den uitkijk staan om bii onraad te
waarschuwen tenlaste gelegd.
De drie verdachten bekennen zich te
hebben schuldig gemaakt aan dit-mis
drijf. maar van Geenen beweerde, dat
er van een afspraak geen sprake was.
Eenmaal bij de woning van Timmer
mans aangekomen, is van Geenen. bij
genaamd ..Den Blauwe" op den uitkijk
blijven staan.
Van Berne is door een raam naar
binnen geklommen. Hii heeft vervol
gens de deur opengemaakt en van
Galen is toen door de deur naar bin
nen gegaan.
Van Berne heeft een kistfe weggeno
Een
schoonheidsbe
handeling,
die ieder
zich kan
veroorloven
Van heden af alléén
nog
mondvenorging met
Tweemaal per dag
Luterine gebruiken
een gewaarborgde
verzorging
Groote tube 50 cent*
Kleine tube 25 cents
10.000.000 geestdriftige
gebruikers over de geheele wereld
men. waarin 400 was. Dit geld is
onderling verdeeld.
De verdachte Van Geenen zegt niet
op den uitkijk te hebben gestaan. Hij
is alleen maar meegegaan, omdat hij
toevalligerwijze in een café te Oss met
van Berne en van Galen in contact is
gekomen.
President: Waarom hebt U dan aan
den rechtercommissaris verklaard wel
op den uitkijk te hebben gestaan? Wij
houden U aan die verklaring.
De verdachte geeft toe. dat hij van
de twee andere verdachten geld heeft
aangenomen.
Inspecteur Van Kempen deelt een
en ander mede omtrent het onderzoek,
dat hii ter plaatse heeft Ingesteld. De
verdachten staan ongunstig bekend.
Van Geenen is wegens poging tot dood
slag reeds tot 6 iaar gevangenisstra!
veroordeeld.
Na verhoor van den landbouwer Tim
mermans als getuige requireert de Of
ficier van Justitie tegen van Berne 2
iaar. tegen van Galen 3 iaar en tegen
van Geenen 6 iaar gevangenisstraf.
In zijn pleidooi vroeg mr. van Dijk op
iurdische gronden vrijspraak van Van
Galen, evenals voor van Geenen.
Nadat de uitspraken van deze zaken
waren bepaald op 18 November, deelde
de president de uitspraken mee aan
de verdachten, die 14 dagen geleden te
recht stonden.
VANDALISME DOOR
INBREKERS
Voor de tweede maal binnen
zeer korten tijd ingebro#
ken bij café Schelte*
ma te Amsterdam
AMSTERDAM, 4 November. Voor
de tweede maal in een tijdsverloop van
een aantal weken, heeft in den afge-
loopen nacht het kleine café van de
hecren Scheltema aan de N.Z. Voor
burgwal naast het „Algemeen Handels
blad" bezoek gehad van enkele perso
nen naar wie thans door de recherche
van het bureau Singel ijverig wordt ge
zocht
Wederom zijn zij in de aangrenzende
steeg het z.g. Keizerrijk via het tuimel
raam van de keuken binnen gekomen,
na de ijzeren staven, welke de directe
daar voor na het voorlaatste bezoek
had laten aanbrengen, verwijderd te
hebben.
Het staat vrijwel vast, dat hier de
zelfde daders aan het werk zijn ge
weest, wlcn het in hoofdzaak om een
wraakoefening te doen is geweest, want
ook thans was in de keuken cn in dc
café-ruimte zij het in veel ergere
mate een ware vernieling aangericht
In eerstgenoemd vertrek lagen krui
ken Bols en flesschen met port en li
keuren over den grond verspreid, waar
van verscheidene gebroken waren. Deza
chaos hadden de daders waarschijnlijk
aangericht, nadat zij zich aan het
geestrijke vocht flink te goed hadden
godann. In het café waren van het buf
fet de ruiten vernield en de kastjes
opengebroken, waarbij de inhoud van
<le postzegclkns en van de kas voor de
intercommunale telefoongesprekken dat
goede buit is verklaard, evenals een
aantal sigaren.
Zoo erg hebben de onverlaten huis
gehouden, dat het personeel den genee-
len morgen bezig is geweest met het
opruimen van den chaos.
Een subsidie*weigering
in Amsterdam
De Maasbode maakt melding van een
wat het blad noemt hoogst bedenkelijk
geval van gemeentelijke bemoeiing met
kunstsubsidies, dat zich in Amsterdam
moet hebben afgespeeld. Op advies van
de Commissie van Bijstand hebben B.
en W. afwijzend beslist op een verzoek
van de Wagnerverceniging om toeken-
uine van een subsidie van f 4000 vooi
een door haar in dit seizoen te geven
balletvoorstelling. Het is het blad ge
bleken dat. dit. afwijzend advies van be
doelde commissie niet gebaseerd is on
bezuinigihgsmotieven of twijfel aan da
waarde der opvoering, maar te danken
is aan het feit dat de leidster van deze
ballet-opvoering. Yvonne Georgi, een
beslist aanhangster is van het natio-
naal-socialistisch regiem in Duitschland
en ginds ook meermalen optreedt, zelfs
voor de voormannen der beweging. De
drie sociaal-democratische leden (in
clusief de wethouder-voorzitter) stem
den tegen evenals de communist. Het
vriiz. dem. lid stemde tegen, omdat
naar ziin meening de opvoering hoofd
zakelijk zou steunen on buitenlandsche
krachten (wat volgens de Maasbode
flagrant oniuist is).. Het onafhankelij
ke lid en het R.K. raadslid hadden te
gen de subsidieverlening geen be
zwaar.
Deze beslissing doet te ongeriimder aan,
waar Yvonne Georgi door haar huwe
lijk met een Nederlander (L. M. G.
Arntzcnius. muziekkritikus van De Te
legraaf) Nederlandsche is geworden. En
het programma vermeldde een Neder-
landsch werk. een ballet van Beetho
ven en e<m ballet van Manuel de Fal-
la. Van Duitsche. laat staan van Nat,
socialistische propaganda, kon dus geen
sprake ziin.
Ook ..Het Volk" heeft kritiek op deze
beslissing laten hooren. Het gevolg er
van zal ziin dat de door de Wagner-
voreeniging geprojecteerde volksvoor
stelling niet doorgaat.
Wanneer men van de menschen plich
ten eischt on hun geen rechten wil toe
staan, moet men ze goed betalen.
GAthe.
Naar Y Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. IL J. P. H.
..We moesten het dan meteen maar
afpraten." zei Louis doodbedaard. Hij
zei dat zoo kalm. alsof hii het over het
diagram had. dat voor hem lag. ..Het
is nu eenmaal een feit. dat miss Bicker-
dvke en ik het In de laatste weken ééns
ziin geworden. We gaan trouwen. Ik
had het u lutst vanavond willen ver
tallen. u zal ik tl Iets vragen. Als deze
geschiedenis met Bwedale niet ge
beurd was. dan zoudt ti uwe toestem
ming met Margaret zonder eenige aar
zeling gegeten hebben, nietwaar va
der".
Oliver vond het een afschuwelijke
vraag. Maar hfl moest er antwoord op
geven.
Dat was nu echt. die duivelsche han
digheid van Louis, om het zoo te vra
gen!
„Bickerdvke Is op het ooeenbllk" nog
precies dezelfde man als verleden
week zei Louis John.
Oliver nam dadelijk! 8e fanj waar.
dia dat gezegde Tan zlla Boon hem
bood.
JZeker... dat b hi] welp antwoordde
hij triomfantelijk. ...Maar toen had ik
hem nog niet doorzien! Maar nu heb
ik ontdekt, wat hii er voor een lal"
..Ik ga niet met Bickenlvke trouwen",
zei Louis, «ik heb miin eigen meening
over hem... net als ik miin eigen idee
ën over zijn dochter heb... Ik ga met
héér trouwen, vader!"
Oliver stiet een geluid uit. dat voel
weg had van een gekreun.
«Ik zou niet graag dezelfde moeilijk
heden met |ou hebben, iongen. die Ik
met Arthur gehad heb", zei hii. „Ik heh
toen meer dan genoeg gehadik heb
zooiets liever niet nog eens!'
«Het zijn twee heel verschillende ge
vallen". antwoordde Louis. ..Lionel Ar
thur had ziin zinnen gezet oo een aar
dig gezichtje dat toevallig toebehoorde
aan een van onze fabricksmeisies. Dat
was erg lammer! Maar. hil is blijkbaar
van nteening geweest, dat de liefde
voor hem meer waard was dan hee! dc
rest van de wereld... en heeft alles
opgegeven om dat melsie te trouwen.
En verder... hlf is er nu eenmaal niet
meer!"
«Hii heeft nooit ergens gebrek aan
gehad!" mompelde Oliver. „Ik heb hem
netjes behandeld... tien pond oer week
zoolang hii leefde... en na ziin dood
heh ik zijn vrouw en kind zeven pond
wekelijks gestuurd.,, op dat punt kan
niemand iets op me te zeggen hebben.
Louis!"
„Dat heeft niemand ooit gedaan... ten
minste niet. waar ik bij was." zei Louis.
..Maar in mijn geval kom ik niet met het
voorstel om met een wolspinster te trou
wen. Ik ben van plan met een lieve, uit
stekend ontwikkelde en goed opgevoede
jonge dame te trouwen, waar Iedere En
gelse he familie trotsch op kan zijn en dlr
een heel bcgeerenswaardigc schoondoch
ter toot zou zijn. Het ls meer dan onge
lukkig tort haar fader zoo beleedigd
heeftmaar zij en ik kunnen onze le
vens toch niet laten verknoeien, omdat
onze vaders ruzie hebben gemaakt?"
Louis had op vasten toon gesproken...
en Oliver voelde, dat hier een wil was.
even sterk als de zijne, misschien zelfs
sterker. Hij schoof ongedurig op zijn
stoel heen cn weer.
„Ik veronderstel, dat ze dat tegenwoor
dig een fatsoenlijke manier van doen
noemen." zei hij spottend. „In mijn tijd
waren de jongelui wat meer volgzaam...
vooral jonge meisjes. Moet ik veronder
stellen, dat die miss Bickerdvke tegen
haar vader... net zoo iets zeggen zal...
als jij tegen mij?"
„Ik geloof, dat ze genoeg gezond ver
stand heeft om het te doen," antwoordde
Louis John.
„Nou... de tijden veranderen wèll"
zei Oliver.
«De tijden zijn altijd aan het verande
ren," antwoordde Louis, „en worden al
door beter. Komde toekomst is voor
mij en Margaret Mary. Welk recht hebt
u en Joe Bickerdyke om haar en mijn
toekomst te bederven voor uw tegen
woordige ruzie? Dat zou tochonrede
lijk zijn?"
..Jouw argument ls weer nlels anders
dan dat je recht hebt om voor jezelf te
zorgen." zei Oliver. „Nou dan
..Mijn argument komt precies overeen
met de opvattingen, waarin we zijn
grootgebracht." zei Louis. „Ieder voor
zich! Ik denk, dat ik Margaret noodig
heb voor mijn geluk... en Margaret
denkt, dat ze mij noodig heeft voor het
hare. We zijn Jongelui met gezond ver
stand we zijn niet van plan iemand
tusschen ons beiden te laten komen en
ons leven te vernielen. Dat is... van
ons!"
.Jullie houdt dus geen rekening met
Jullie ouders?" vroeg Oliver. „Jullie van
tegenwoordig hebt dus geen kinderplich
ten meer?"
„Heel Wat!" antwoordde Louis gemoe
delijk. „En als het ons wordt toegestaan,
zullen we ze vervullen. Maar we zijn ook
van meening, dat ouders heel wat meer
plichten hebben tegenover hun kinde
ren dan kinderen tegenover hun
ouders."
Oliver begon aan zijn baard te trekken,
het zekerste teeken, dat hij geestelijk in
de war raakte.
„Ik kan er nooit mijn toestemming
voor geven, dat een kind van mij zich
zou vereenigen met een van Bickerdyke,
Louis. Die gedachte zou mij heel mijn le
ven verbitteren!"
„Het spijt me heel erg," zei Louis,
„maar )k blijf toch van plan met Marga
ret te trouwen. Mijn leven is van mij!"
Oliver gooide zijn sigaar weg en stond
op. Hij liep naar het venster en staarde
naar bulten over de heide en het veen-
land, dat zich mijlen ver voor het huis
uitstrekte. Het was hel ongelukkig, dat
hij juist voor dat venster ging staan,
want daar kon hij nog juist de torens
van Ryvedale Abbey diep weg In de val
lei zien. En dat gezicht wekte zijn erger
nis opnieuw.
„Ik zal Joe Bickerdyke nooit vergeven,
zoolang Ik leef!" zei hij. „Niets dan strijd
en vijandschap zal er zijn tusschen mij
en hem tot een onzer aan zijn eind komt!
Dat is mijn laatste woord!"
„Het past mij niet mijn eigen vader
een raad te geven", bemerkte Louis be
daard op.
Oliver keerde zich plotseling naar hem
om en keek hem scherp aan.
„En... als dat wél paste?" vroeg hij.
„Wat zou je dan zeggen?"
„Ik zou zeggen: leg het bij", zei Louis
John „terwille van uw kinderen."
„Neen!" zei Oliver. .Nooit!"
Louis nam zwijgend zijn potlood op en
begon aan zijn diagram te teekenen. En
Oliver, na ecnigen tijd gekeken te heb
ben naar «Ie vaste hand. die over het pa
pier gleed, keerde zich weer naar het
raam cn keek een anderen kant uit.
Maar ook die blik viel ongelukkig uit,
want. hij zag het huis van Bickerdyke
voor zich, dat een mijl verder in de hei
stond.
„Ik zou het niet kunnen uitstaan, dat
er een van Bickerdyke bij mij overhuis
kwam!" bemerkte hij opeens. „Het zou
mijn leven vergallen, als ik moest den
ken, dat zijn dochter mijn naam droeg.
„Ik kan er niet meer over zeggen, dan
ik gedaan heh, vader," zei Louis. .Mar
garet en ik hebben elkaar ons woord gc
geven."
Oliver ging naar do deur toe.
jAls je met haar trouwt, jongen," zei
hij, „dan hotoekent dat, dat je van mij
weg gaat Ik heb mijn principes. Er zijn
er, die beweren, dat een vrouw meer is
dan vader en moeder samen en..."
„Dat vind ik ook," bemerkte Louis.
„Ik ben er vast van overtuigd. In elk
geval hoorde het zoo te zijn... ik hoop,
dat het in mijn geval zoo zijn zal... ik
zal er in ieder geval mijn best voor
doen."
„Ik ben het er niet mee eens!" zei
Oliver. „Een vrouw is niets meer dan
een vreemde ln de familie, waarin ze
door haar huwelijk komt, als je alles
goed uitrekent."
„Daar verschillen we van meening!"
JDus... op dat punt staat jouw mee
ning vast?" vroeg Oliver met een laat-
sten blik op zijn zoon.
„Zoo vast, vader, dat niets ter we
reld dat veranderen kan... Niets, niets!"
Oliver schudde het hoofd, maar zei
niets. Eenige oogenblikken bleef hij nog
staan treuzelen tusschen het venster en
ils tlocudfl Al&J hjj baas een
werkteekening aan den wand keek.
Maar eindelijk ging hij toch.
„Nou... in dat geval valt er niets meer
te praten naar het. schijnt!" zei hij.
Hij sloot de deur achter zich en ging
door het groote huis heen. Eenige mi
nuten later ging de gong voor het diner.
Op dat geluid stond Louis op, nam een
pet, die op zijn lessenaar lag en zette
die op, liep naar beneden en hield in de
gang een der dienstboden staande.
„Ik blijf niet eten," zei hij. „Zeg tegen
miss Benia, dat ik heel laat op de club
geluncht heb en nu geen trek meer
voel."
Eenige oogenblikken later zag Oliver
door het raain van de eetkamer zijn
zoon door den tuin heengaan.
HOOFDSTUK V.
Het jongere geslacht
Eenmaal buiten het grbndgebled van
zijn vader, stak Louis Carsdale zijn pijp
op, stak die vast tusschen zijn tanden,
duwde zijn handen diep in zijn zakken
en liep met groote passen en gebogen
hoofd in gedachten verzonken voort
over de heide. Hij was reeds tot de con
clusie gekomen, dat een man op zijn
levensweg nu en dan op kruispunten
komt, waar hij beslissen moet, welken
kant hij uit wil gaan. Hier stond hij op
zoo'n kruispunt. Hij voelde niet veel
aarzeling betreffende den weg, dien hij
kiezen zou. Maar omdat hij hoopte, dat
Margaret Bickerdyke dien weg met hem
zou gaan, was het noodzakelijk, dat hij
eerst met haar sprak, voordat hij dien
insloeg. Daarom ging hij nu naar haar
toe.
Wordt vervolgd)'.