BRANDSTICHTING MET VIER SLACHTOFFERS Het gruwelijkste der Ossche misdrijven LISTERINE TANDPASTA Bedenkelijk geval FEUILLETON DE ONBUIGZAMEN 2c BLAD PAG. 2. AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 5 NOVEMBER 1935 Vrouw cn drie kinderen in de vlammen omgekomen 100 misdaden op zijn kerfstok (Vervolg vorig blad). Pres.: Er Is met een mes gestoken. e*n brood me*. Hebt u dien avond geen mes vermist? Getuige geeft dit toe. Pres.: Dit mes is des avonds na den moord bi) u teruggebracht. Wat hebt u mei het mes gedaan? Getuige zegt, dat hij het mes hee.t weggeworpen. De President vraagt hem waarom hl) dn» hoefi gedAAn. Get. II weet het niet. Pres.: Zat er geen bloed aan het mes? Get.: Ik weet het niet. Ik heb het mes niet bekeken. De offirier van justitie waarschuwt den getuige *ich niet aan meineed schuldig te maken. Getuige blijft bij lifn verklaring. Get. P. H. van Rooy in het huis van bewaring te Breda gedetineerd verklaarde, dat van B. nadat hij uit het huls van bewaring was ontslagen met hem over van Galen heeft gespro ken. Van B. seide tc«n: ..Als ik hen niet gestoken had, zou hij het mij hebben gedaan. De gedetineerde arbeiders uit Oss, de Beu ver. verklaarde met van B ovei de veehtparti) te hebben gesproken Van B heeft toen gezegd: Van Galen had ml) driemaal met een mes geeto ken. Ik ben toen naar de keuken ge vlucht en heb een broodmes weggeno men en toen heb Ik van Galen pestte ken. De verdachte ontkent zooiets tegen de Reuver te hebben gezegd. Ik het alles hekend wat ik heb misdaan, zeg» h'i en als Ik dit feit zou hebben mi' dreven, dan zou ik het ook hebben bekend Officier U hebt een grooto wosch- lijst: Vijftig mlsdrtyvta u knot er dub bel en dwars voor gestraft worden. Requisitoir De Officier van justitie Mr. van Ever- dingen noemt in zijn roquisitor de houding van verdachte zonderling. Hi| heeft zich aan een reeks van misdrij ven schuldig gemankt, waarbij velen van ernstigea aard. Hij heeft deze alle bekend. En daarom vindt spreker het eigenaardig, dat hij dit misdrijf nie< wil bekennen. Spreker gaat de verschil lende getuigenverklaringen na en acht bewezen, dat verdachte zich aan dood slag heeft schuldig gemaakt. Danr ver dachte zich aan tal van Inbraken, roof overvallen en 50 andere kleine mis drijven h-eft schuldig gemaakt, moet sen groote straf worden opgeleg1 Spreker requireert een gevangonisstral van 10 jaren met aftrek van voorarrest. Pleidooi Mr. P. Scheefhals bestrijdt in zijn pleidooi verschillende getuigenverkla ringen mocht de rechtbank aannemen, dat verdachte zich wel aan dit misdritt h-eft schuldig gemaakt dan moet ook worden aangenomen, dat het opzet ont breekt. daar verdachte zoo dronken was. dat hij zich goen rekenschap kot geven van zijn daad Spreker besluit zijn pleidooi met er op te wijzen, dat verdachte het recht heeft zijn eigen leven te beschermen. Roofoverval Vervolgens werd behandeld de In den nacht van 90 op 31 Mei 1932 te Litli gepleegdcn roofoverval In de woning van do gezusters van Eldijk, die door de daders zijn mishandeld. De buit be stond uit een bedrag van 10.— aan geld. een paar medailles, sigaren en sigaretten en een pot met sterken drank Verdachten zijn de 36-jarige arbeider J. J. van Galen en de 32-jarige arb«i der J. A. van den Akker, die ervan beschuldigd worden, dat zij het mis drijf tezamen en in vereenlglng me: eon of meer anderen hebben gepleegd De laatste wordt subsidiair bcsehuldig.i van medeplichtigheid door op den uit kijk te hebben gestaan cn schuldhellng Verdachte van Galen legt een vol ledige bekentenis af, dat hij met dikke Toon de Soep. Bljs de Sljp en van den Akker naar Lith was gegaan. Aange komen bij de woning van de gezus ters van Eldijk heeft hl) van den Ak ker bevolen op den uitkijk te gaan staan. Zij hebben maskers voorgedaan. Verdachte heeft het raam opengescho ven waardoor zij met zijn drieën naar binnen zijn gegaan. Hij beeft een der zusters vastgehouden cn een kussen op de neus gedrukt. Hij heeft het huis doorsnuffeld. Het geld werd verdeeld de medaillo weggeworpen. De verdachte v. d. Akker geeft toe met drie andere personen te hebben af gesproken te gaan Inbreken In het cafe van de gezusters van Eldijk 'e Lith. Zelf heeft hij slechts op den uit kijk gestaan. Verdachte weet niet meer of hij geld of sigaren heeft ontvangen. De officier acht het aan beide ver dachten ten laste gelegdo bewezen. Beiden staan ongunstig bekend. De verdachte van Galen heeft reeds acht laren in de gevangenis doorgebracht ei» in 1933 is hij nog tot 3 jaren ge vangeniastraf veroordeeld. Beiden moe ten een zwaren straf worden opge legd en daarom eischt spreker tegen van Galen een gevangenisstraf van 9 jaren zonder aftrek van voorarrest cn tegen van der Akker een gevangenis straf van 6 jaren met aftrek van voor arrest. Nadat de uitspraak bepaald was op 18 Nov. werd de zitting tot 2 uur geschorst. Uitspraken Het Bossche gercchtshrof heeft Maan dag vonnis gewezen en uitspraak go- daan in verschillende Ossche rechtsza ken: de 29-jarige arbeider v. d. E.. tegen wicn een gevangenisstraf van 2 jaar was geëischt terzake van medeolichtig- heid aan een roofoverval on II. Geven te Deurne in den nacht van 3 op 4 Juni 1933. werd vriisgesnroken. de 33-jnrige arbeider J. J. B.. tegen wien 3 laar geëischt was wegens in braak bil den slager P. Jansen to Oss in den nacht van 20 on 21 Januari 1934. werd veroordeeld tot 1 jaar gevangenis straf: In de zelfde zaak werd do 35 iarige arbeider M. J. ter R.. tegen wie G jaar geëischt was. veroordeeld tot 1 jaar en 6 maanden gevangeni'-straf: voor den roofoverval, genleegd op 2 November 1930 In de woning van J. Kuipers ts Oss. word de 29-jarige arbei der W. A. B.. legen wien 8 jaar ge- eisclu was, veroordeeld tot een gevan- genixstrnf van 5 laar: voor betzelfdo feit werd de 31-farige landarbeider F, de B.. tegen wie fl laar geëischt was. veroordeeld tot 3 laar ge vangenisstraf. en de 26-iarigc arbeider J. M. ten B.. legen wien de eisch 8 ianr luidde, werd tot 5 iaar gevangenisstraf veroordeeld. Bii alle ongelegde straffen wordt het voorarrest In mindering gebrarht. DF.N BOSCH. 4 Nov. Otn twee uur wordt de zitting vervolgd met de zaak van de brandstichting In 192G. waardoor vier menschen omkwamen. De Ossche arbeiders G. J. van Galen en Th. J. van Berne, beiden 32 jaar oud, hebben zich te verantwoor* den voor de op 10 Augustus 1926 te Oss tezamen en in vereeniging opzettelijk ge* pleegde brandstichting in de woning, bewoond door de fa* milies Bevers cn Van Zand* voort, tengevolge waarvan deze woning is afgebrand en de echtgenoote van J. A. van Zandvoort en hun drie kinde* ren in de vlammen zijn om* gekomen. Subsidiair is tenlaste gelegd, dat Van Galen dit vreeseliik misdrijf alleen heeft genleegd en dat Van Berne hem daarbij behulpzaam is geweest en ge legenheid daartoe heeft verschaft door. toen Van Galen wegens de hoogte van het uit riet en stroo samengesteld dak boven den beganen grond dit niet kon hereiken, dezen op te beuren, «nodat hij (Van Galen) met een lucifer het dak in brand kon steken, hetgeen hii dan ook heeft gedaan. De verdachte Van Galen legt een vol ledige bekentenis af. Hii was met Van Berne op stap gegaan, teneinde deu brand te stichten. Van G.. die het dak niet kon bereiken, heeft van B. toen opgetild: daarna heeft van B. hem op getild en hii heeftf het rieten dak met een brandende lucifer aangestoken. President: Wist U ook. dat het huis bewoond was? Door den verdachte van G. wordt dit ontkend. President: Een moeder met drie kin deren ziin in de vlammen omgekomen. U wist niet, dat ze binnen waren? Verdachte van G.: Ik wist dat niet. als ik het geweten had. zou Ik het nooit gedaan hebben. De president: Indien U het wel ge weten had. zou het vreeseliik zijn ge weest. Getuigenverhoor Inspecteur van Kempen zegt dat de brand zoo hevig was. dat er niets te redden was. Men heeft echter gepro beerd om de kinderen te redden, doch dit is niet mogen lukken. De verdachte van G.. aldus de inspec teur. heeft zich aan vele misdrijven schuldig gemaakt. Toch heh ik nog iets menscheliiks irt hom ontdekt, en ik ge loof wel. dat hii In de toekomst beter op zal passen. Van B. heeft nog een on gunstiger reputatie. Hil heeft thans echter schoon schip gemaakt. Deze ver dachte heeft meer dan 100 misdrijven op ziin kerfstok. De twee verdachten doelen hierna mede. dat oen zekere Van G. hen tot deze brandstichting heeft aangezet. Hierna wordt als getuiec gehoord de 43-larlge J. A. van Zandvoort. wiens vrouw en drie kleine kinderen in de vlammen zijn omgekomen. Getuige zegt. dat hil ziin woning had verlaten om op het land te gaan werken. Van de brandstichting zelf weet hii niet veel. Hii was te veel versuft. Zijn kin deren waren resp. 8. 3 en 2 laren oud. Het afgebrande huis was eigendom van Van Herpen. Requisitoir De Officier van Justitie, mr. van Everdingen. die hierna requisitoir houdt in deze zaak. die van alle Ossche misdrijven het gruwelijkste misdrijf is. Op dit misdrijf staat levenslange gevan genisstraf. doch daar de twee verdach ten een ruiterlijke bekentenis hebben afgelegd en het gévolg hebben voor- zien. wil spr. een straf opleggen, die niet levenslang, doch wel zwaar zal ziin. Hii requireert tegen ieder der ver dachten een gevangenisstraf van 12 jaar met aftrek van de preventieve hechtenis Pleidooi Do verdediger, mr. Van Dijk uit Eindhoven, die optreedt voor de beide verdachten, vraagt zich af of er tus- schen de brandstichting en haar vreo- selijko gevolgen een causaal verband bestaat. Uit het rapport, dat in 1026 over deze zaak is opgemaakt, biiikt. dat de fami lie Bevers, die do andere woning be woonde. ongehinderd het brnndende huis heeft kunnen verlaten. Zelfs is er nog tijd genoeg geweest om do ongelukkige familie te redden. Men had de deur maar in behoevon te trappen en men had do vrouw en haar kinderen gered. Men heeft dit ech'er niet gedaan, en omdat Bevers dit heeft nagelaten, heeft men er zelfs aan ge dacht Bevers te vervolgen, omdat hij heeft nagelaten de vrouw en haar kin deren te redden. De twee verdachten konden meenen. dat indien het bran dende huis was bewoond, aan de bewo ners huln zou worden verleend. Intiien dit niet is geschied, mag men hot hen niet euvel duiden cn daarom lestaat er volgens de mcening van sur. geen causaal verhand tusschen rte brand stichting en haar gevolgen. En spieker meent, dat de furis-prudentia deze mce ning is toegedaan. Pleiter wijst hierna op de tragiek, die zich in liet leven van deu verdachte van G. voltrekt. Het verleden wreekt het heden bitter en hard, want van G. had zich reeds van het milieu, waarin hii leefde, losgemaakt om een beter leven te beginnen, en hii had zich reeds dermate gereclasseerd. dat hil door zijn superieuren werd bevorderd. Op deze gronden bepleit spr. voor den verdach te van G. een mildero straf, als de rechtbank om juridische redenen niet tot vrijspraak mocht overgaan. Uitlokking der brand stichting Voorts staan terecht terzake van op zettelijke uitlokking van deze zoo nood lottige brandstichting, doordat zij beide genoemde misdadigers korten tijd te voren voor het in brand steken van de woning geld hebben beloofd. Ie 58- jarige Ossche landbouwer II. L. van Erp en de 47-iarige Ossche arbeider N. J. van Geenen. Verdachte Van Erp zegt. dat hij in contact was gekomen met Van Geenen, die teeen hem zei: Is er niets te verdie nen. Voor f 50 leg ik het huis plat. De president vraagt dan aan den ver dachte of hi) daarmede had ingestemd. De verdachte draait in ziin antwoord om de zaak heen. Verdachte N. J. van Geenen vertelt dan. dat van E. hem 100 had aange boden. indien hii zijn huis in brand wilde steken. Verdachte ging ermee accoord. Hij is toen in contact gekomen met de brandstichters van Galen en van Berne en heeft hun verteld wat er te doen was. De Officier van Justitie vraagt aan Van E. hoe dikwijls ziin huis reeds Is afgebrand. De verdachte zegt. dat er bij hem drie maal brand is geweest. Getuige van Kempen zegt. dat het de gewoonte is aan personen, die brand moesten stichten, een lucifersdoosje te geven, waarin geld zat De president: Een symbool dus. Getuige acht het niet onmogelijk, dat van E. door zijn vrouw beïnvloed is ge worden. Wat den verdachte Van G. betreft, deze heeft de laatste jaren nogal goed opgepast. Hierna werd als getuige gehoord de verdachte in de vorige zaak. G. J. van Galen. Deze zei. dat hii in contact was gekomen met N. J. van Geenen cn deze deed namens Van Erp het voorstel om het huis van Van Erp voor 100 in brand te steken. Requisitoir De Officier van Justitie achtte het bewijs geleverd. Do beide verdachten moeten een zware straf hebben. De zwaarste straf komt echter toe aan den verdachte van E. Spr. requireert tegen hem een gevangenisstraf van 8 jaar en tegen den verdachte van G. 5 jaar gevangenisstraf. De verdachte van E. begint bij het vernemen van dezen eisch te hullen. De raadsman van verdachte van E., mr. E. van Zinnicq Bergmann had ern stige bezwaren teeen de uitgebrachte dagvaarding. Wie ls In dit geval de uitlokker en wie is de medeplichtige? Spr. was van meening, dat van E. in geen geval do uitlokker is geweest cn hii zal daarom van rechtsvervolging moeten worden ontslagen. Verder wees spr. op de omstandighe den, reeds door mr. van Diik bespro ken. Mr. van Diik. die optreedt voor den verdachte van G., sluit zich bii dit plei dooi aan. Een inbraak Voor de in den nacht van 15 op 16 October 1933 te Oss gepleegde inbraak in de woning van den 81-iarigcn W. Timmermans, waarvan de buit bestond uit een geldsbedrag van 400. komen gezamenlijk voor Th. J. van Berne. als mede de 33-jarige Ossche arbeider P. J. van Galen en de 38-iarigc Ossche arbeider P. van Geenen. Laatstgenoem de ls subsidiair medeplichtigheid op den uitkijk staan om bii onraad te waarschuwen tenlaste gelegd. De drie verdachten bekennen zich te hebben schuldig gemaakt aan dit-mis drijf. maar van Geenen beweerde, dat er van een afspraak geen sprake was. Eenmaal bij de woning van Timmer mans aangekomen, is van Geenen. bij genaamd ..Den Blauwe" op den uitkijk blijven staan. Van Berne is door een raam naar binnen geklommen. Hii heeft vervol gens de deur opengemaakt en van Galen is toen door de deur naar bin nen gegaan. Van Berne heeft een kistfe weggeno Een schoonheidsbe handeling, die ieder zich kan veroorloven Van heden af alléén nog mondvenorging met Tweemaal per dag Luterine gebruiken een gewaarborgde verzorging Groote tube 50 cent* Kleine tube 25 cents 10.000.000 geestdriftige gebruikers over de geheele wereld men. waarin 400 was. Dit geld is onderling verdeeld. De verdachte Van Geenen zegt niet op den uitkijk te hebben gestaan. Hij is alleen maar meegegaan, omdat hij toevalligerwijze in een café te Oss met van Berne en van Galen in contact is gekomen. President: Waarom hebt U dan aan den rechtercommissaris verklaard wel op den uitkijk te hebben gestaan? Wij houden U aan die verklaring. De verdachte geeft toe. dat hij van de twee andere verdachten geld heeft aangenomen. Inspecteur Van Kempen deelt een en ander mede omtrent het onderzoek, dat hii ter plaatse heeft Ingesteld. De verdachten staan ongunstig bekend. Van Geenen is wegens poging tot dood slag reeds tot 6 iaar gevangenisstra! veroordeeld. Na verhoor van den landbouwer Tim mermans als getuige requireert de Of ficier van Justitie tegen van Berne 2 iaar. tegen van Galen 3 iaar en tegen van Geenen 6 iaar gevangenisstraf. In zijn pleidooi vroeg mr. van Dijk op iurdische gronden vrijspraak van Van Galen, evenals voor van Geenen. Nadat de uitspraken van deze zaken waren bepaald op 18 November, deelde de president de uitspraken mee aan de verdachten, die 14 dagen geleden te recht stonden. VANDALISME DOOR INBREKERS Voor de tweede maal binnen zeer korten tijd ingebro# ken bij café Schelte* ma te Amsterdam AMSTERDAM, 4 November. Voor de tweede maal in een tijdsverloop van een aantal weken, heeft in den afge- loopen nacht het kleine café van de hecren Scheltema aan de N.Z. Voor burgwal naast het „Algemeen Handels blad" bezoek gehad van enkele perso nen naar wie thans door de recherche van het bureau Singel ijverig wordt ge zocht Wederom zijn zij in de aangrenzende steeg het z.g. Keizerrijk via het tuimel raam van de keuken binnen gekomen, na de ijzeren staven, welke de directe daar voor na het voorlaatste bezoek had laten aanbrengen, verwijderd te hebben. Het staat vrijwel vast, dat hier de zelfde daders aan het werk zijn ge weest, wlcn het in hoofdzaak om een wraakoefening te doen is geweest, want ook thans was in de keuken cn in dc café-ruimte zij het in veel ergere mate een ware vernieling aangericht In eerstgenoemd vertrek lagen krui ken Bols en flesschen met port en li keuren over den grond verspreid, waar van verscheidene gebroken waren. Deza chaos hadden de daders waarschijnlijk aangericht, nadat zij zich aan het geestrijke vocht flink te goed hadden godann. In het café waren van het buf fet de ruiten vernield en de kastjes opengebroken, waarbij de inhoud van <le postzegclkns en van de kas voor de intercommunale telefoongesprekken dat goede buit is verklaard, evenals een aantal sigaren. Zoo erg hebben de onverlaten huis gehouden, dat het personeel den genee- len morgen bezig is geweest met het opruimen van den chaos. Een subsidie*weigering in Amsterdam De Maasbode maakt melding van een wat het blad noemt hoogst bedenkelijk geval van gemeentelijke bemoeiing met kunstsubsidies, dat zich in Amsterdam moet hebben afgespeeld. Op advies van de Commissie van Bijstand hebben B. en W. afwijzend beslist op een verzoek van de Wagnerverceniging om toeken- uine van een subsidie van f 4000 vooi een door haar in dit seizoen te geven balletvoorstelling. Het is het blad ge bleken dat. dit. afwijzend advies van be doelde commissie niet gebaseerd is on bezuinigihgsmotieven of twijfel aan da waarde der opvoering, maar te danken is aan het feit dat de leidster van deze ballet-opvoering. Yvonne Georgi, een beslist aanhangster is van het natio- naal-socialistisch regiem in Duitschland en ginds ook meermalen optreedt, zelfs voor de voormannen der beweging. De drie sociaal-democratische leden (in clusief de wethouder-voorzitter) stem den tegen evenals de communist. Het vriiz. dem. lid stemde tegen, omdat naar ziin meening de opvoering hoofd zakelijk zou steunen on buitenlandsche krachten (wat volgens de Maasbode flagrant oniuist is).. Het onafhankelij ke lid en het R.K. raadslid hadden te gen de subsidieverlening geen be zwaar. Deze beslissing doet te ongeriimder aan, waar Yvonne Georgi door haar huwe lijk met een Nederlander (L. M. G. Arntzcnius. muziekkritikus van De Te legraaf) Nederlandsche is geworden. En het programma vermeldde een Neder- landsch werk. een ballet van Beetho ven en e<m ballet van Manuel de Fal- la. Van Duitsche. laat staan van Nat, socialistische propaganda, kon dus geen sprake ziin. Ook ..Het Volk" heeft kritiek op deze beslissing laten hooren. Het gevolg er van zal ziin dat de door de Wagner- voreeniging geprojecteerde volksvoor stelling niet doorgaat. Wanneer men van de menschen plich ten eischt on hun geen rechten wil toe staan, moet men ze goed betalen. GAthe. Naar Y Engelsch van J. S. FLETCHER door mr. IL J. P. H. ..We moesten het dan meteen maar afpraten." zei Louis doodbedaard. Hij zei dat zoo kalm. alsof hii het over het diagram had. dat voor hem lag. ..Het is nu eenmaal een feit. dat miss Bicker- dvke en ik het In de laatste weken ééns ziin geworden. We gaan trouwen. Ik had het u lutst vanavond willen ver tallen. u zal ik tl Iets vragen. Als deze geschiedenis met Bwedale niet ge beurd was. dan zoudt ti uwe toestem ming met Margaret zonder eenige aar zeling gegeten hebben, nietwaar va der". Oliver vond het een afschuwelijke vraag. Maar hfl moest er antwoord op geven. Dat was nu echt. die duivelsche han digheid van Louis, om het zoo te vra gen! „Bickerdvke Is op het ooeenbllk" nog precies dezelfde man als verleden week zei Louis John. Oliver nam dadelijk! 8e fanj waar. dia dat gezegde Tan zlla Boon hem bood. JZeker... dat b hi] welp antwoordde hij triomfantelijk. ...Maar toen had ik hem nog niet doorzien! Maar nu heb ik ontdekt, wat hii er voor een lal" ..Ik ga niet met Bickenlvke trouwen", zei Louis, «ik heb miin eigen meening over hem... net als ik miin eigen idee ën over zijn dochter heb... Ik ga met héér trouwen, vader!" Oliver stiet een geluid uit. dat voel weg had van een gekreun. «Ik zou niet graag dezelfde moeilijk heden met |ou hebben, iongen. die Ik met Arthur gehad heb", zei hii. „Ik heh toen meer dan genoeg gehadik heb zooiets liever niet nog eens!' «Het zijn twee heel verschillende ge vallen". antwoordde Louis. ..Lionel Ar thur had ziin zinnen gezet oo een aar dig gezichtje dat toevallig toebehoorde aan een van onze fabricksmeisies. Dat was erg lammer! Maar. hil is blijkbaar van nteening geweest, dat de liefde voor hem meer waard was dan hee! dc rest van de wereld... en heeft alles opgegeven om dat melsie te trouwen. En verder... hlf is er nu eenmaal niet meer!" «Hii heeft nooit ergens gebrek aan gehad!" mompelde Oliver. „Ik heb hem netjes behandeld... tien pond oer week zoolang hii leefde... en na ziin dood heh ik zijn vrouw en kind zeven pond wekelijks gestuurd.,, op dat punt kan niemand iets op me te zeggen hebben. Louis!" „Dat heeft niemand ooit gedaan... ten minste niet. waar ik bij was." zei Louis. ..Maar in mijn geval kom ik niet met het voorstel om met een wolspinster te trou wen. Ik ben van plan met een lieve, uit stekend ontwikkelde en goed opgevoede jonge dame te trouwen, waar Iedere En gelse he familie trotsch op kan zijn en dlr een heel bcgeerenswaardigc schoondoch ter toot zou zijn. Het ls meer dan onge lukkig tort haar fader zoo beleedigd heeftmaar zij en ik kunnen onze le vens toch niet laten verknoeien, omdat onze vaders ruzie hebben gemaakt?" Louis had op vasten toon gesproken... en Oliver voelde, dat hier een wil was. even sterk als de zijne, misschien zelfs sterker. Hij schoof ongedurig op zijn stoel heen cn weer. „Ik veronderstel, dat ze dat tegenwoor dig een fatsoenlijke manier van doen noemen." zei hij spottend. „In mijn tijd waren de jongelui wat meer volgzaam... vooral jonge meisjes. Moet ik veronder stellen, dat die miss Bickerdvke tegen haar vader... net zoo iets zeggen zal... als jij tegen mij?" „Ik geloof, dat ze genoeg gezond ver stand heeft om het te doen," antwoordde Louis John. „Nou... de tijden veranderen wèll" zei Oliver. «De tijden zijn altijd aan het verande ren," antwoordde Louis, „en worden al door beter. Komde toekomst is voor mij en Margaret Mary. Welk recht hebt u en Joe Bickerdyke om haar en mijn toekomst te bederven voor uw tegen woordige ruzie? Dat zou tochonrede lijk zijn?" ..Jouw argument ls weer nlels anders dan dat je recht hebt om voor jezelf te zorgen." zei Oliver. „Nou dan ..Mijn argument komt precies overeen met de opvattingen, waarin we zijn grootgebracht." zei Louis. „Ieder voor zich! Ik denk, dat ik Margaret noodig heb voor mijn geluk... en Margaret denkt, dat ze mij noodig heeft voor het hare. We zijn Jongelui met gezond ver stand we zijn niet van plan iemand tusschen ons beiden te laten komen en ons leven te vernielen. Dat is... van ons!" .Jullie houdt dus geen rekening met Jullie ouders?" vroeg Oliver. „Jullie van tegenwoordig hebt dus geen kinderplich ten meer?" „Heel Wat!" antwoordde Louis gemoe delijk. „En als het ons wordt toegestaan, zullen we ze vervullen. Maar we zijn ook van meening, dat ouders heel wat meer plichten hebben tegenover hun kinde ren dan kinderen tegenover hun ouders." Oliver begon aan zijn baard te trekken, het zekerste teeken, dat hij geestelijk in de war raakte. „Ik kan er nooit mijn toestemming voor geven, dat een kind van mij zich zou vereenigen met een van Bickerdyke, Louis. Die gedachte zou mij heel mijn le ven verbitteren!" „Het spijt me heel erg," zei Louis, „maar )k blijf toch van plan met Marga ret te trouwen. Mijn leven is van mij!" Oliver gooide zijn sigaar weg en stond op. Hij liep naar het venster en staarde naar bulten over de heide en het veen- land, dat zich mijlen ver voor het huis uitstrekte. Het was hel ongelukkig, dat hij juist voor dat venster ging staan, want daar kon hij nog juist de torens van Ryvedale Abbey diep weg In de val lei zien. En dat gezicht wekte zijn erger nis opnieuw. „Ik zal Joe Bickerdyke nooit vergeven, zoolang Ik leef!" zei hij. „Niets dan strijd en vijandschap zal er zijn tusschen mij en hem tot een onzer aan zijn eind komt! Dat is mijn laatste woord!" „Het past mij niet mijn eigen vader een raad te geven", bemerkte Louis be daard op. Oliver keerde zich plotseling naar hem om en keek hem scherp aan. „En... als dat wél paste?" vroeg hij. „Wat zou je dan zeggen?" „Ik zou zeggen: leg het bij", zei Louis John „terwille van uw kinderen." „Neen!" zei Oliver. .Nooit!" Louis nam zwijgend zijn potlood op en begon aan zijn diagram te teekenen. En Oliver, na ecnigen tijd gekeken te heb ben naar «Ie vaste hand. die over het pa pier gleed, keerde zich weer naar het raam cn keek een anderen kant uit. Maar ook die blik viel ongelukkig uit, want. hij zag het huis van Bickerdyke voor zich, dat een mijl verder in de hei stond. „Ik zou het niet kunnen uitstaan, dat er een van Bickerdyke bij mij overhuis kwam!" bemerkte hij opeens. „Het zou mijn leven vergallen, als ik moest den ken, dat zijn dochter mijn naam droeg. „Ik kan er niet meer over zeggen, dan ik gedaan heh, vader," zei Louis. .Mar garet en ik hebben elkaar ons woord gc geven." Oliver ging naar do deur toe. jAls je met haar trouwt, jongen," zei hij, „dan hotoekent dat, dat je van mij weg gaat Ik heb mijn principes. Er zijn er, die beweren, dat een vrouw meer is dan vader en moeder samen en..." „Dat vind ik ook," bemerkte Louis. „Ik ben er vast van overtuigd. In elk geval hoorde het zoo te zijn... ik hoop, dat het in mijn geval zoo zijn zal... ik zal er in ieder geval mijn best voor doen." „Ik ben het er niet mee eens!" zei Oliver. „Een vrouw is niets meer dan een vreemde ln de familie, waarin ze door haar huwelijk komt, als je alles goed uitrekent." „Daar verschillen we van meening!" JDus... op dat punt staat jouw mee ning vast?" vroeg Oliver met een laat- sten blik op zijn zoon. „Zoo vast, vader, dat niets ter we reld dat veranderen kan... Niets, niets!" Oliver schudde het hoofd, maar zei niets. Eenige oogenblikken bleef hij nog staan treuzelen tusschen het venster en ils tlocudfl Al&J hjj baas een werkteekening aan den wand keek. Maar eindelijk ging hij toch. „Nou... in dat geval valt er niets meer te praten naar het. schijnt!" zei hij. Hij sloot de deur achter zich en ging door het groote huis heen. Eenige mi nuten later ging de gong voor het diner. Op dat geluid stond Louis op, nam een pet, die op zijn lessenaar lag en zette die op, liep naar beneden en hield in de gang een der dienstboden staande. „Ik blijf niet eten," zei hij. „Zeg tegen miss Benia, dat ik heel laat op de club geluncht heb en nu geen trek meer voel." Eenige oogenblikken later zag Oliver door het raain van de eetkamer zijn zoon door den tuin heengaan. HOOFDSTUK V. Het jongere geslacht Eenmaal buiten het grbndgebled van zijn vader, stak Louis Carsdale zijn pijp op, stak die vast tusschen zijn tanden, duwde zijn handen diep in zijn zakken en liep met groote passen en gebogen hoofd in gedachten verzonken voort over de heide. Hij was reeds tot de con clusie gekomen, dat een man op zijn levensweg nu en dan op kruispunten komt, waar hij beslissen moet, welken kant hij uit wil gaan. Hier stond hij op zoo'n kruispunt. Hij voelde niet veel aarzeling betreffende den weg, dien hij kiezen zou. Maar omdat hij hoopte, dat Margaret Bickerdyke dien weg met hem zou gaan, was het noodzakelijk, dat hij eerst met haar sprak, voordat hij dien insloeg. Daarom ging hij nu naar haar toe. Wordt vervolgd)'.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 6