Regeerings-
verklaring
BiAhenland
Opnieuw naar
Schoolstrijd?
GEEN GELOOP MEER AAN DE DEUR
U heeft er geen omkijken naar.
Besparing, want incasso-kosten vervallen.
WALDO R P
RADIO-TOESTELLEN
PRIJZEN vanaf f 115.-
VERMEERSTRAAT 61 - TEL. 398
Dr.A.A.L. RUTGERS
VAN DALSUM OVER „DE BEUL"
VOOR DEN V.P.R.O.
BIJKANTOOR
AMERSFOORTSCH
DAGBLAD
J. LAMBRECHTS
OVER HET IJS NAAR
MARKEN?
3c BLAD PAG. 1.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 21 DECEMBER 1935
TWEEDE KAMER
De heer de Geer wil inzake
de concentratie der bijz.
scholen geen blinde
valbijlsmethode
zien toegepast
Strijd met de grondwet?
's-GRAVENHAGE, 20 Dec. De ver-
gatlering der Tweede Kamer werd gis
teravond te 8 uur heropend. Voorzitter
de lieer mr. Ruys de Beerenbrouck.
Aan de orde is de voortzetting der
behandeling van het ontwerp tot ver
laging van openbare uitgaven voor het
onderwijs. Bij par. 12 (concentratie van
bijz. lagere scholen) noemt de heer
de Geer (C.H.) het onjuist bij de con
centratie plannen grondwettelijke be
zwaren aan te voeren. Toch is spr. ge
neigd, de aanneembaarheid van het
voorstel af te wijzen. Spr. betwijfelt of 't
middel voor de schatkist wezenlijk
voordeel brengt en acht het tegendeel
zelfs mogelijk. Het psychologische van
den maatregel mag den doorslag niet
geven. Er zou anders dan bij de open
bare school, zonder onderzoek van ge
val voor geval worden geconcentreerd;
men laat zich slechts door een cijfer
leiden. Wanneer voor de openbare
school dezelfde minima als de voorge
stelde zouden gelden, dan zouden min
stens zeshonderd openbare scholen
moeten verdwijnen. Spr. prefereert vrij
willige concentratie welke echter finan
cieel mogelijk moet worden gemaakt:
Spr. wil geen blin.de valbijl
methode toegepast zien. Hij
wil den natuurlijken groei der concen
tratie afwachten; men kan later altijd
nog de voorgestelde methode aangrij
pen. Door een natuurlijke selectie zul
len eerst die scholen verdwijnen, die
't eerst in aanmerking komen. Daardoor
worden heel wat gunstiger financieele
resultaten bereikt. De geprojecteerde
dispensatie bevoegdheid .van den minis
ter wekt een willekeur gevoel. Spr. geeft
het kabinet in overweging niet tot eiken
prijs aan par. 12 vast te houden.
De heer Lingbeek (H.G.Stp.) zal
het voorstel Collard hoewel niet enthou
siast toch steunen.
De lieer Van Dis (S.G.) kan de ont-
{vverpen onmogelijk aanvaarden.
De heer Coops (V.P.) wijst er op,
Öat de. minister-president de voorgestel
de maatregelen reeds verleden jaar aan
kondigde. De verwerping zou een groot
onrecht voor de openbare school betee-
kenen.
De heer Suriiig (R.K.) zegt, dat er
t.a.v. de bijzondere school veel misver
stand bestaat. Zonder groot geldelijk
Verlies was concentratie van de bijz.
scholen niet mogelijk. Spr. heeft tegen
het voorstel grondwettelijke bezwaren
en acht de gelijke behandeling van
openbaar en bijzonder onderwijs in 't.
gedrang. Spr. noemt de voorstellen
onaanvaardbaar.
De heer Terpstra (A.R.) betwijfelt,
of de regeering juist deed toen zij het
voorstej indiende. De gevolgen acht hij
onrechtvaardig voor het bijz. onderwijs
en spr: waarschuwt tegen her
opening van den schoolstrijd.
Spr. neemt aan, dat de geschapen uit
zonderingsgevallen in zeer sterke mate
zullen gelden. Hij ziet strijd met de
grondwet. Spr. vraagt maatregelen om
vrijwillige concentratie van bijzondere
scholen mogelijk te maken, en dringt
aan op hét ophieuw ih overweging
nemen der materie.
De heer Sneevliet (R.S.) hekelt
Öe houding der rechterzijde.
De heer A1 b a r d a (S.D.A.P.) zegt,
dat de schoolvrede in gevaar komt, het
rechtsgevoel der massa is geschokt door
de onrechtvaardige concentratie der
openbare school.
De lieer Ketelaar (V.D.) begrijpt
niet waarom de rechterzijde de voor
stellen afwijst.Gaat het slechts om
teruggave van geld bij opheffing van
een B. O., dan is er geen sprake van
principieele bezwaren.
De heer W ij n k o o p (Comm.) ziet in
het optreden van de rechterzijde een
schijnaanval op de Regeering.
De heer Van Houten (Chr. Dem.)
zal tegen het wetsontwerp stemmen.
De Min. van On d e r w ij s acht het
voorstel zeer redelijk. Voor willekeur
bij de uitzonderingsbepalingen behoeft
geen vrees te bestaan, doch spr. be
schouwt eventueele afstemming van art.
4 niet als een halszaak.
Bij de replieken handhaaft de heer
Suring zijn onoverkomelijke bezwa
ren.
De hcCr Terpstra zegt, dat verwer
ping van art. 4 geen oplossing brengt.
De heer De Geer blijft bezwaren
koesteren.
De Minister zal morgenmiddag op
een en ander nog antwoorden.
De vergadering wordt te 11.30 tot
hedenmiddag 1 uur verdaagd.
Naar oplossing gezocht
•s-GRAVENHAGE, 20 December.
Verschillende kleinere wetsontwerpen
en conclusies inzake adressen worden
zonder debat, en z.h.st. aangenomen.
Voortgezet wordt de behandeling van
het wetsontwerp tot verlaging der open
bare uitgaven van het onderwijs.
Minister Colijn legt de volgende ver
klaring af:
Bij den aanvang van de vergadering
van de Tweede Kamer hedenmiddag,
heeft de minister-president een verkla
ring afgelegd ten aanzien van para
graaf 12 van het wetsontwerp tot ver
laging van de openbare uitgaven voor
het onderwijs.
De minister merkte op, dat uit de
beraadslagingen is gebjeken, dat in de
Kamer hiervoor geen meerderheid kan
worden gevonden. De regeering be
treurt dit, omdat zij van oordeel is, dat
concentratie op het terrein van het, bi
zonder onderwijs noodzakelijk is, zoo
wel uit het oogpunt van bezuiniging op
de overheidsuitgaven als met hetgeen
op het terrein van het openbaar onder-
wijs is gedaan.
De ministers, behoorende tot de lin
kerzijde achten een afwijzing van par.
12 zoo ernstig, dat zij daarin aanlei
ding zouden vinden aan H.M. te ver
zoeken hen van hun ambt te ontheffen.
Waar daarbij echter de grondslag aan
het kabinet zou ontvallen, zou deze
zaak tot zeer ernstige gevolgen kunnen
leiden. De ministers hadden zich onder
deze omstandigheden met het kabinet
beraden over een oplossing, die het
hun mogelijk zou maken aan te blij
ven. Daarom heeft het kabinet besloten
dat par. 12 voor het oogenblik wordt
teruggenomen.
Het kabinet blijft echter staan op
het standpunt dat een wettelijke rege
ling moet worden getroffen om de con
centratie van bizondere scholen te be
vorderen, want de regeering acht dit
niet mogelijk met par. 13 alleen. De
vraag of het mogelijk is tot zoodanige
regeling te komen zal op korten tijd
worden onderzocht door een staatscom
missie van veelzijdige samenstelling,
die zal arbeiden onder leiding van de
regeering. De regeering hoopt dat bin
nen korten tijd dit onderzoek zal lei
den tot een oplossing, welke voor re-
geering en etaten-generaal aanvaard
baar is. Indien dit niet mogelijk zal
zijn, zal de regeering met een eigen
voorstel komen. Inmiddels zal met de
concentratie, wat de openbare school
betreft, niet worden voortgegaan, door
toepassing van art. 22 4e lid van de
L.O.-wet. De regeering hoopt, dat voorts
de colleges van Gedeputeerde Staten de
noodige behoedzaamheid zullen be
trachten met de' toepassing van het 3e
lid van dit art.
Bij par. 13 verdedigt de heer van
D ij k e r een amendement om de samen
voeging van bizondere scholen te ver
gemakkelijken.
De heer Al bar da betoogt, dat niet
gebleken is of de rechterzijde een kabi
netscrisis durfde te aanvaarden.
De heer W ij n k O o p betoogt, dat de
rechterzijde de aandacht van de arbei
ders van hun werkelijke belangen wil
de afleiden.
De heer Sneevliet betoogt, dat
zóó sociaal onrecht wordt verdoezeld.
Minister Slotemaker de Bruine
neemt het amendement over.
Art. 1 en par. 13 worden z.h.st. aan
genomen.
Bij par. 14 (bezuiniging onderwij
zers opleiding) bepleit de heer Zijl
stra een amendement om hooger be
roep tegen een schadevergoeding bij
opheffing van kweekscholen mogelijk
te maken.
Nadat mej. Meyer en de heeren
Thijssen en Suring eenïge kleine
opmerkingen hebben gemaakt, zegt mi
nister Slotemaker de Bruine het amen
dement over te nemen,
Par. 14 wordt z.h.st. aangenomen.
Bij par. 15 (voorloopige pensionnee-
ring 60-jarige onderwijzers) verdedigt
de lieer Suring een amendement op
wanneer U de abonnementsgelden op het A m e r s-
(oortsch Dagblad automatisch gireert,
Op aanvraag aan onze administratie (Tel. 513) zenden
wij aan kwartaal-abonnés een machtiging ter teekening
en de girodienst zorgt voor de rest.
Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnements
gelden voor het eerste kwartaal 1936 reeds automa
tisch overgeschreven worden.
Adm. AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
NED. FABRIKAAT
00K IN HUURKOOP
mama w puts&HCft QncuKri
art. 16 van afd. A om buiten twijfel te
stellen, dat een onderwijzer met voor-
loopig pensioen zich het uitzicht op
pensioen kan verzekeren tegen een bij
drage van 5Vi In het algemeen had
spreker de pensionneering voor alle 60
jarigen facultatief willen stellen. Spre
ker wil in bepaalde gevallen de indi
recte verplichting om op 60-jarigen leef
tijd voorloopig pensioen aan te vragen
niet doen bestaan. Spreker belichaamt
dit in een tweede amendement.
De heeren Ketelaar en Thijssen
achten de amendementen niet noodig.
De heer Z ij 1 s t r a beveelt de amen
dementen aan.
De Minister zegt., dat het doel is,
jongeren meer perspectief te bieden.
Spreker neemt het eerste amende-
ment-Suring over en laat inzake het
tweede het oordcel aan de Kamer.
Het nieuwe lid van den
Raad van State
Het nieuw benoemde lid van den
Raad van State (zie de Staatscourant)
dr. A. A. L. Rutgers, is een zoon van
wijlen prof, dr. F. I.. Rutgers, destijds
hoogleeraar in de theologie aan de
Vrije Universiteit, en is 24 Juli 1884 te
Amsterdam geboren. I-Iij studeerde aan
de Vrije zoowel als aan de Gemeente-
-ijke Universiteit tc Amsterdam en pro
moveerde te Utrecht, waar hij assistent
in de zoölogie bij prof. Hubrecht èn in
de botanie bij prof. Went was. in 1910
tot doctor in de botanie op een proef
schrift: „De invloed der temperatuur
op den praesentatielijd bij gcotropie".
Dr. A. A. L. Rutgers
Direct na zijn promotie vertrok dr.
Rutgers naar Ned.-Indië. na 14 Novem
ber 1910 in het huwelijk te zijn getre
den met een dochter van den oud-gou
verneur-generaal wijlen staatsraad A.
W. F. Idenburg. In Indië was hij werk
zaam in het laboratorium van het de
partement van Landbouw, waarna in
1917 zijn benoeming volgde tot direc
teur van het proefstation van de Alg.
Ver, van Rubberplanters ter Oostkust
xan Sumatra. In 1923 vertrok dr. Rut
gers van Medan naar Buitenzorg, waar
hij den heer Sibinga Mulder opvolgde
als directeur van den Landbouw. Dr.
Rutgers was een gezaghebbend lid van
den Volksi-aad.
In 192S werd hij benoemd tot gou
verneur van Suriname, welk hooge
ambt hij tot 1933 bleef vervullen.
Na zijn terugkeer in Nederland werd
de heer Rutgers in 1933 voor de anti-
revolutionnaire partij gekozen tot lid
van de Tweede Kamer, als hoedanig hij
thans nog zitting heeft.
Dr. Rutgers is ridder in de Orde van
den Nederlandschen Leeuw en Com
mandeur in de Orde van Oranje-Nas-
sau.
BRANDKAST TEVERGEEFS
GEFORCEERD
GOUDA. 19 December. In dc afge-
loopen nacht is ingebroken in het kan
toor van de Coöp. Producenten han-
uelsvereemeing te Gouda. De inbrekers
hebben in het kantoor de kluisdeur
opengebroken doch de in de kluis aan
wezige brandkast, heeft men niet kun
nen open krijgen, zoodat er niets is ont
vreemd. De politic stelt een uitgebreid
onderzoek in.
ERNSTIGE MESSTEEK
TOEGEBRACHT
HEERDE, 19 December. Gister
avond had bij het uitgaan van de be
schuitfabriek alhier een vechtpartij
plaats tusschen twee jeugdige arbei
ders, den 15-jarigen Bertus Blom en
den 14-jarigen Eibert van het Goor. De
beide jongens hadden el Kaar reeds den
geheelen dag dwars gezeten. Toen ech
ter de fabriek uit ging werd Blom op
gewacht en op lafhartige wijze door
van het Goor met een mes in don rug
gesloken. De steek was diep en trof
de longen. Het slachtoffer is in zorg-
wekkenden toestand naar het R.K
ziekenhuis te Zwolle overgebracht. De
politie stelt een onderzoek in.
Hij wordt ingeleid door
ds. B. J. Aris, Vrijz.
Herv. predikant te
Amsterdam
„Van mensch tot mensch"
Gisteravond heeft de tooneeldirecteur
Albert van Dalsum voor de microfoon
van de V.P.R.O. gesproken over het ge
ruchtmakend drama „De Beul".
Hij werd ingeleid door den bekenden
Amsterdamschen predikant bij de Vrijz.
Hervormden, ds. B J. Aris.
Ds. Spelberg deelde van te voren mee,
dat de Controle-Commissie den tekst
onveranderd had goedgekeurd.
De V.P.R.O. heeft, aldus ds. Aris,
meer dan één reden waarom hij den
heer van Dalsum gevraagd heeft om
hier straks voor U te spreken over zijn
bedoeling met het stuk ..De Beul".
In de eerste plaats zijn wii van mee
ning, dat de hoofdgedachte van het
stuk door velen, die het veroordeelen
en ook door velen die het toejuichèn,
niet is begrepen.
Dit zou echter op zichzelf nog geen
voldoende reden zijn om voor een be
tere en juiste waardcering met zooveel
nadruk op te komen, indien het Be
stuur van de V.P.R.O. niet de overtui
ging had, dat het hier om een hoofd
gedachte gaat. waaraan de V.P.R O.
zich ten nauwste verwant voelt cn die
de V.P.R.O. geheel onderschrijft.
In dit verband willen wii beginnen
met er nog eens op te wijzen, dat er
een principieel verschil is tusschen de
tekst die Par Lagerkvist heeft -geschre
ven, en de tekst die de Amsterdamsche
Tooneelvereeniging heeft gespeeld. De
geschreven tekst heeft een negatief slot.
Par Lagerkvist laat de menschlieid
zelf ten gronde richten, zonder hoop,
zonder geloof en zonder uitweg. Maar
de tekst, die gespeeld wordt, eindigt
met een positief beroep op de ménsch:
heid om zich te bekeeren en om de
beul gedaan te geven. Men ziet dus.
dat de gespeelde tekst lijnrecht staat
tegenover de geschrevene. Zij staan
tegenover elkaar als ja en neen. als ge
loof en ongeloof.
Deze radicale verandering is het
werk geweest van den heer van
Dalsum. De V.P.R.O. zou er zeker
niet aan gedacht hebben hem hier
voor onze microfoon te vragen, in
dien hij de novelle van Lagerkvist
ongewijzigd had gelaten. Dat de
heer v. Dalsum. die reeds meerdere
malen voor onze microfoon optrad,
deze radicale verandering aan
bracht. heeft ons echter allerminst
van hem verwonderd. Hij beeft dat
gedaan op grond van humanisti
sche en godsdienstige beginselen,
waaraan de V.P.R.O. zich ten
nauwste verwant voelt.
De vraag, die men bij dit stuk moet
stellen is niet, of het mooi is, maar
of het waar is. Het stuk beeldt alle
rauwe werkelijkheid en liederlijk
heid niet uit, om die te verheerlijken,
maar juist om die te bestrijden, om ze
U voor te houden als een spiegel, waar
in gij een stuk van Uw eigen wereld
herkennen zult, om ze U in het hart te
branden als een waarschuwing, opdat
gij verantwoordelijkheid ervoor zoudt
gevoelen, dat dit alles nog bestaat, ge
handhaafd en zelfs aanbevolen wordt
in onze wereld, die hiermee steeds
weer opnieuw het Evangelie van Jezus
Christus verwerpt.
De uitbeelding in dit stuk is zóó kras,
dat aan velen de hoofdgedachte blijk
baar ontgaat. Dat dit helaas zoo is, ligt
misschien aan het stuk. Ook wij heb
ben daar wel bezwaren tegen. Maar het
kan ook liggen aan de toeschouwers en
aan de wijze waarop de toeschouwers
zijn voorgelicht. In ieder geval hebben
wij den indruk dat deze hoofdgedachte
in de klem is gekomen, en dreigt ver
stikt te worden onder argumenten en
ovtrwegingen, van welken aard dan
ook, die de aandacht afleiden van de
kern van de zaak, waarom het hier
gaat.
Wie de hoofdgedachte van dit stuk
goed heeft begrepen, zal, naar onze
mecning. zich beschaamd voelen over
al het geweld, dat nog op de wereld, is
en hij zal den schouwburg verlaten
met een gevoel van schuld, en zonder
haat zal hij zich als vrijwilliger stellen
in het leger dergenen, die geen ander
verlangen hebben dan dat de Beul op
aarde gedaan krijgt. Wij zijn van mee
ning. dat dit een zuiver Christelijke
•gedachte is.
Van Dalsum aan het
woord
Daarna sprak Albert van Dalsum
o. m. als volgt:
Ik heb bevonden, dat de aether mij
wellicht de eenige mogelijkheid biedt,
om op alles, wat over mijn hoofd is
losgebroken, iets te kunnen zeggen,
zonder dat ik door iemand of iets in
de rede wordt gevallen.
De aether stelt mij in de ge
legenheid m ij van mensch
tot mensch te richten. Het zal
U niet verwonderen, dat ik daar be-,
hoefte aan heb, omdat ik het' gevóél
heb, dat er allerlei over het stuk efi
over mijzelf is gezegd en geschreven,
waardoor een kloof tusschen mij en U
is ontstaan, die ik niet heb bedoeld,
noch heb gewenscht.
Ik ben daarom de V.P.R.O. buitenge
woon dankbaar, dat zij mij in de gele
genheid stelt ook mijn standpunt, waar
het waarschijnlijk al lang niet meer
om gaat. uiteen te zetten. Ik wensch
dan hierbij te verklaren, dat ik niet
aangesloten hen hij eenige politieke
nartii en dat het alleen miin bedoeling
is geweest on te komen voor die men
scheliike beginselen, waaron het l oste
in onze cultuur naar mijn meening
steunt.
Ik meen dan ook, dat ik het recht
heb met m ii n mi d'd e 1 e n. dus in dit
opzicht het tooneel, mij te mogen koe
ren tegen datgene, wat zich op dit
oogenblik tegen deze humanitaire be
ginselen gekeerd heeft en waarvan ver
schijnselen als toegespitste rassenhaat
en verheerlijking van geweld, de daar
uit voortvloeiende excessen zijn. Laat
mén niet aankomen met de bewering:
„Schoenmaker houd je hij je leest" en
dat ik mij met de opvoering van dit
stuk op een terrein begeef, waar ik als
kunstenaar niet. op thuis hoor. Zeker
een tooneelleider heeft in een normale
tijd de taak stukken op te voeren, die
uit een aesthetisch en kunstzinnig
standpunt volkomen verantwoord zijn,
maar het tooneel heeft niet twee polen
te maken, met den vorm en den in
houd.
Maar wij .leven in een tijd, waar
in het zeer wel. mogelijk is, dat het
den tooneelkunstenaar geboden is,
meer voor de waarachtigheid van
deh Inhoud in te staan, dan acht te
geven op de aesthetische waarde
van den vorm, waarin deze inhoud
gekleed is.
De hoofdgedachte van dit tooneelstuk
is een gedachte, die beslissend had
moeten zijn voor alle weidenkenden in
hun aanvaardend of verwerpend oor
dcel in deze: het stuk stelt de anti
these de figuur de Beul contra de fi
guur van Christus, geweld contra „Vre
de op Aarde", in het middelpunt van
zijn doelstelling. Het stuk wil den
mensch van dezen tijd toeroepen:
Hier zult gij hebben te kiezen en
wordt U bewust, dat zoo ooit, nu het
oogenblik gekomen is, waarop gij zult
moeten kiezen, om niet te worden
meegesleurd in de maalstroom van ver
warring. die over de wereld losbreekt.
Maar deze gedachte, waaraan alle ne
venbedoelingen van dit stuk zich on
dergeschikt maken, deze gedachte, die
een recht kan laten gelden zich te doen
hooren vanaf de planken van den eer
sten schouwburg des lands, de Stads
schouwburg van Amsterdam, deze het
stuk beheerschende gedachte heeft men
niet gehoord.
Mijn persoonlijke indruk is, dat deze
hoofdgedachte in den stroom van cri-
tiek geheel op den achtergrond geraakt
en dreigt verzwegen en vertroebeld te
worden.
Eén criticus gaat zelfs zoover,
dat hij mij verwijt: „Eens per jaar
op een hooge stellage te willen
klimmen om over God te redekave
len". Ja, dat wil ik ook, want het
is noodig. Niemand, ook geen too-
neelcriticus, kan als voorlichter
van een groot pubiek. deze verant
woordelijkheid negeeren en vanuit
een artistiek „ivoren Torentje"
njinachtend neerzien op de pro
blemen, die op het oogenblik de ge-
heele menschheSl Jeroéreri.
Maar de tijd is niet ver meer, dat
ook de tooneelcriticus ziin ivoren toren
zal hebben te verlaten en als mensch
een richting zal moeten kiezen in een
geestelijke crisis, die haast niet tegen
is te houden en clan zal blijken, aan
welken kant hij zal staan. Maar de
strijd, die het tooneel als cultuurfactor
heeft uit te strijden, zal uitgevochten
worden over de hoofden van die kunst
critici. die hem trachten te ontkennen
of te verdoezelen.
In dezen tijd breekt zich een levens
houding baan, die bewust met het
humaniteitsbeginsel wil afrekenen;
een levenshouding, die terreur propa
geert, een levenshouding, die ondanks
de enorme vlucht van techniek en we
tenschap het geweld tot haar wezen
lijke levensinhoud gemaakt heeft, tot
een groot deel harer ideologie, die
„diepten en instincten" hooger acht dan
de. rede, die „bloed en bodem" in
plaats heeft gezet voor geestelijke evo-
lueering.
Voor zoover deze uitbeelding van dc
werkelijkheid niet van de waarheid af
wijkt, heb ik haar ongewijzigd kunnen
behouden, maar wat het einde van dit
stuk betreft, kon ik met den schrijver
niet meegaan, waar hij in zijn slot-
woorden den beul een totale verwer
ping van hét menschdom laat uitspre
ken en het stuk laat eindigen in een
volkomen negatie van het leven en een
totale zclfvernieting. Hij doet het voor
komen, dat de figuur van Christus voor
de menschheid onbeteekenend en onbe
langrijk is geweest, als was zijn bood
schap niet meer geweest dan een on
machtig woord, uitgeroepen in een
woestenij van haat en nutteloos wegge
worpen in oen stroom van Barbarisme.
Een positief gestelde
eindmonoloog
Met deze opvatting van den schrijver
kon ik me niet vereenigen waar de
auteur nu toch eenmaal een beul ten
töoneele brengt, die moe van zijn Beuls
werk aan een hartstochtelijk om hem
roepende wereld vraagt eindelijk met
rust gelaten te worden om heen tc mo
gen gaan in de groote barmhartige duis
ternis en hem eindelijk te ontslaan van
een werk, waar hij zelf van walgt, daar
meende ik, als uitvoerend, maar 'toch
ook voor den gesproken tekst nu een
maal verantwoordelijk tooneelkunste
naar. dit negatieve slot te mogen om
werken tot een positief gestelde eind-
monoloog.
Op zijn tocht naar God, komt de beul
tot het inzicht, dat Hij, die werkelijk
God is, een geheel andere is, dan de
gene, in wiens naam de menschen cn
nok hijzelf dacht zijn werk te doen. Da'
het Gods-idool, waarmede de menschen
meenen, dat het beulswerk kan worden
vereenzelvigd, volkomen in strijd is
met zijn waarachtig wezen.
Door deze ontdekking wordt de
beul tot een profeet, die in naam
van den waarachtigen God den
menschen verkondigt, dat hij zijn
werk niet doet in opdracht van een
hoogere macht, maar in opdracht
van de menschen. Daarom zegt hij
tot hen, dat zij de heul moeten los
scheuren uit zich zelf. vóór hij heen
P. PIJPERSTRAAT 10
OUDE SOESTERWEG 93
Abonnementen en
advertenties worden
hier aangenomen
kan gaan en zijn bloedige bijl kan
achterlaten op deze aarde als een
herinnering aan het geslacht, dat
hier nu leeft.
Dat is wel iets geheel anders en in
lijnrechte tegenstelling met het slot,
zooals de novelle dat geeft. Het is mij
een raadsel, dat men deze gedachte
godslasterlijk heeft kunnen noemen.
Naar mijn meening is het tegendeel het
geval.
Er zijn cr misschien onder u, die zich
afvragen of het noodig is aan het ver
kondigen van deze gedachte een zoo
schril beeld van de werkelijkheid te la
ten voorafgaan. Hierop zou ik willen
antwoorden, dat door alle tijden heen
het drama deze structuur heeft gehad,
n.i. dat een oplossing eerst dan pas zijn
volle uitwerking op den toeschouwer
kon hebben, nadat de werkelijkheid
hem ontvankelijk heeft gemaakt voor
die oplossing.
Wanneer het mij gelukt is u hiermeo
duidelijk te maken de bedoeling die dit
stuk heeft, dan zult u kunnen voelen,
welk een teleurstelling het voor mij is
geweest, dat deze bedoeling zoo is mis
verstaan. En waarschijnlijk zult u nu
ook kunnen begrijpen, dat die bedoe
ling alleen in haar zuiverheid kon wor
den gered door haar tegen ontwijding
te beschermen. Daarom hébben wij be
sloten geen openbare voorstellingen,
meer van dit stuk te geven.
AMSTERDAM. 20 Dec. De traditio-
neele tocht naar Marken en Volendam
zal zoo de vorst aanhoudt, reeds spoe
dig kunnen worden ondernomen. De
verschillende afdeelingen van den IJs-
bond „Holland's Noorderkwartier", die
de baan vanaf Schellingwoude, via
Ransdorp en Zundcrdorp tc verzorgen
hebben, zijn reeds druk doende den
weg uit te zetten. Op de Gouwzee wordt
zelfs door velen al gereden, hoewel de
kwaliteit van het ijs verre van ideaal
is.
Het IJsetmeer voot,
zeilvaart gestremd
AMSTERDAM, 20 Dec. Ondervond
de zeilgang op liet IJsselmeer Maandag
reeds ernsitige hinder van het ijs, thans
is de vaart voor zeilschepen geheel ge
stremd. Binnen gekomen schippers van
motorschepen doelen mede, dat zij na
bij Marken en Schokland op zeer veel
drijfijs zijn gesuit, terwijl dc vaart bij
Pampus al zeer moeilijk is. Het aantal
vaartuigen dat de Oranjesluizen pa»
seert, is miniem.
UIT DE STAATSCOURANT
Bij K. B. is met ingang van den
dag, waarop hij zijn betrekking zal
aanvaarden, benoemd tot lid van
den Raad van State: dr. A. A. L.
Rutgers, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
Bij K. B. is benoemd tot Officier In
de Orde van Oranje Nassau W. Poort
man, president-hoofdman van /le Rot-
terdamschc Vrijwillige Brandweer te
Rotterdam.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de ontvanger der registra
tie en domeinen J. T. ter Marsch ver
plaatst van het kantoor Weert naar
's-Gravenhage en tijdelijk werkzaam
gesteld aan het departement van Finan
ciën.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de ontvanger der registra
tie en domeinen L. H, C. Mariens ver
plaatst van het kantoor Oorschot naar
het kantoor Weert.
Bij beschikking van den Minister
van Sociale Zaken is benoemd tot
werkgever-lid van den Raad van Ar
beid A. H. Vegtcr te Rotterdam.
BANKIER SCHAAP VOOR
DE RECHTBANK
AMSTERDAM, 20 Dec. Naar wij
vernemen zal waarschijnlijk tegen ein
de Januari voor de rechtbank te Haar
lem de strafzaak worden behandeld te
gen bankier Schaap te Wormerveer,
verdacht van ernstige malversaties.
AANRIJDING TE HEEMSTEDE
HEEMSTEDE, 20 Dec. Hedenavond
te ongeveer acht uur toen de 28-jarige
II. M. Janssen uit Avereest dep rijks
straatweg te Heemstede wilde overste
ken, werd hij aangereden door een per
sonenauto, bestuurd door den heer J.
S. uit Nieuwe Niedorp. Deze had tever
geefs getracht door te remmen een aan
rijding te voorkomen. De heer Janssen
werd tegen den grond geworpen en be
kwam ernstige hoofdwonden en een
beenbreuk. Na door dr. Tombrok te
zijn verbonden is het slachtoffer in
zorgwekkenden toestand naar de Ma-
rinstichting te I-Iaarlem vervoerd. Men
vreest voor zijn leven.
EEF.1TS KAMER
De Eerste Kamer is ter afdoening van
een aantal kleine wetsontwerpen in
vergadering bijeen geroepen tegen Dins-
Hng 24 npTm'ifr des middags te 1 uur.