^Qjjzhjwksji v. Ckhiohbsthqh m&ubiküdnq GRATIS JAPANSCHE KUNST IN DE POTH W. K. vanROSSUM Agenda gen leder pak HONIG's VERMICELLI FEUILLETON De Verraderlijke Kleinigheid 2c BLAD PAG. 2. AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 24 DECEMBER 1935 KLEINMEUBELEN PERZISCHE KLEEDJES PERZISCHE KUSSENS DELFTS-AARDEWERK GROTE SORTERING APARTE MODELLEN LAGE PRIJZEN Nog eenige bijzonderheden over deze belangwek* kende tentoon* stelling 'China, met ook Indische invloeden, is aanvankelijk de groote leermeester geweest van Japan. Al van drie duizend jaar voor Christus getuigen bronzen van China's hooge kunstontwikkeling. In Japan komt het kunstleven eerst in onze jaartelling, na Japan's ver overing van Korea, in do derde eeuw na Christus. Van Korea en óver Korea van China komen de in vloeden. Maar wat d&ar ook de kunst was, Japan heeft zich al vrij spoedig op dit gebied zelfstandig ontwikkeld, en wel zóó, dat men ter onderscheiding zeggen kan, dat men steeds in de Ja- panschc kunst meer het persoonlijk ka rakter van den kunstenaar (met veel fantasie en groote levendigheid) gevoelt, dan in die andere landen, zeker dan in China, waar meer methodisch veel schijnt. In de 7e eeuw krijgt in Japan het Boedhisme er vasten voet en wordt daar naast het er bestaande Shintoismc een overheerschende gods dienst. Tengevolge daarvan komen er Boedhistische voorstellingen in afbeel ding cn ontstaat, wat de kunst betreft, cr de Boedhistische school. De eerste niet religieuse school, die hierop volgt, is de Tosaschool. Drie teekeningen op de tentoonstel ling, ofschoon uit veel later tijd (de Tos a school, evenals de eenige eeuwen later gestichte K a n o-school heeft hare aanhangers gehad tot in het begin van de 19e eeuw), behooren hier toe. De T o s a-moesters werkten in de omgeving van den keizer. Zij gaven van den adel het galante leven weer, de tournooien, de jachten, den krijg, de heldendaden, in fijne lijnen het land schap. Hun werk voor zooverre niet in zwart-wit. kenmerkt zich door een diep harmonieus kleurgamma, vaak verrijkt nog door goudglans. Van T zwart-wit zijn de lijnen in alle kracht steeds heel teer. De stichter dezer school is Tsune- taka, die in het begin van de dertiende eeuw onder-gouverneur van de provin cie To sa was. In de tweede helft van de 15e eeuw trekt de keizer zich in zijn paleis te Kioto terug voor een geheel meditatief leven. Hij laat de regecring ganschelijk over aan zijn wereldlijken plaatsver» vanger de „Shogun", die zich dan ves tigt in Yedo, het tegenwoordige Tokio. Dit toenmalige dorp breidt zich onder het Shogunaat zeer spoedig uit tot de aanzienlijkste stad van Japan. Het hofleven van den keizer met de Dames Modemagazijn LANGESTRAAT 18 Wij ontvingen de nieuwe VOORJAARSHOEDJES T o s a-meesters komt geheel op den achtergrond. In het contact weer van Japan dooi den Shogun met China, waar de sterke Ming-dynastie regeerde deed de impres sionistische Kunst van de Ming-kunste- naars haar invloed gelden op de van nieuw leven bezielde kunstenaars in de omgeving van den Shogun. En zoo ont stond de impressionistische Kano- school, genoemd naar Kana Masonobo, den grooten kunstenaar uit dien tijd. Naast de uitbeeldingen van hot helden leven komen meer en meer de onder werpen van het dagelijksche leven in beeld, zoo ook bloemen en planten en dieren. Alle in forsche lijn, met rake toets voor aanduiding. Uit de Kano-school zijn hier op de tentoonstelling aanwezig no. 73, n, 79, 80. 81, 82, 83, 87 en 88. Onder invloed van de T o s a en Kano-school zijn groote persoonlijk heden ontstaan met geheel eigen karak ter, waarvan als grootste genoemd dient te worden Ogata Korin. (16601716). Ogata is de geslachtsnaam die in Japan den voornaam vooraf gaat. On der den naam Korin alleen is hij alge meen bekend. Naast groot schilder was hij ook een groot lakmeester. Zijn lak ken kenmerken zich door een breede artistieke opvatting met inlegwerk van metalen en perlemoer. De groote la li- doos (op de tafel) met de afbeelding van een schip, waar een breede golf over slaat, is in Korin-stijl. Japan heeft T oorspronkelijk werk van dezen grooten meester steeds kramp achtig vastgehouden. De grootste be kendheid in Japan kreeg zijn schilder werk door de houtsneden, die het zoo meesterlijk interpreteerden, van een ge lijk gestemd kunstenaar, die in het be gin van 1800 leefde, met name Sakal Hoïtsu. Korin zelf maakte geen hout sneden, bovendien de houtsnede kreeg eerst hare volmaking in 1765 door Ha- runobu, de uitvinder van den veel- kleurendruk. Korin was een gefortuneerd man. Hij had een mooi landhuis in de buurt van Kioto. Hier ontving hij zijn vrienden, edellieden en kunstenaars. Een hautain man, die vaak zeer ironisch neerkeek op do mcnschelijke ijdelheden en dwaasheden. Maar daarnaast ging een groote liefde van hem uit naar planten en dieren. Hoïtsu heeft zijn houtsneden naar Korin voorzien van een van Korin's signaturen (Korin had er verscheidene). Van de eerstgenoemde voorstellingen zien wij hier eenige op het beschot bij den ingang, zeker een betere plaats waardig, maar de plaatsruimte ontbrak daarvoor. Kenmerkend is de brug, met den slungeligen hofedelman gevolgd door een bejaarden zwaarddrager en daarachter twee straatvlegels. Dan het bootje met de dichters, waarbij een dichteres, die een groote schoonheid heet te zijn geweest; hier wel als een zeer ingebeelde vrouw en alles behalve mooi. De gkromd figuur, die het bootje voortstuwt, doet aan onzen grooten Breughel denken. Bijzondere aandacht vraagt het hert; met de herfstbladen, tezamen het sym bool van den helfst. Hoe het beestje van leven trilt! En dan de oneindig heid van den Fuji-Yama, den heiligen berg van Japan. Als een buitengewoon groote zeld zaamheid komt op deze tentoonstelling eene oorspronkelijke teeke- ning van Hoïtsu voor, in waaiervorm: waterplanten met een paar insecten op vederdun papier. Aan Hoïtsu toegeschreven is het herfsthert in de vitrine. Van ombekende meesters, maar die als Hoïtsu's directe volgelingen zijn te beschouwen zijn hier: do neerzwevende vogel voor de zonneschijf en aan den zelfden wand die dubbele reeks van kleinere bladen met Japansche bloe men, waarbij er zijn die niet onder doen voor Albrecht Dürer. Zooals reeds boven is gezegd: do Ja pansche houtsnede kreeg hare perfectie in 1765. De Japansche houtsnijkunst vormt een school op zich zelf: de „Uki- yoye", de school van het vliedende, het voorbijgaande leven. Zij voldeed in een behoefte van de menigte. De meest in ons Westen bekende meester hiervan is Ilokusai. (1760 1819). Uit zijn brieven blijkt, dat hij ge hoopt had honderd en tien jaar te wor den: dan zou volgens zijn zeggen, hij alles voor uitbeelding in zijn macht hebben gehad. Vijf houtsneden zijn als zéér groote zeldzaamheden van hem hier aanwe zig, het zijn vijf uitbeeldingen (meer heeft hij er niet gemaakt), van de „Hiaku Monogatari", de honderd gruw zame vertellingen. Naast dc afbeelding van de heks „Hannia", die de kinderen verslindt, hangt hier op den wand haar Nó- masker. Op zijn feest is Hokusai hier verte genwoordigd door zijn surimino. de dubbele reeks op den wand tegenover den haard, en die wondere surimono op de tafel. 1-Iet woord surimono zegt niet anders dan „gedrukt ding", ma'ar het zijn die houtsneden, die door den kunstenaar nooit gemaakt zijn voor handelsdoel einden, zoodat men er nimmer een uitgevers- of handelaars-stempel op zal vinden, maar steeds om bii feeste lijke gelegenheden elkaar ten ge schenke te geven. Zij werden maar in kleine oplagen gedrukt, een groote zou om de vele zorg bij 't drukken niet mogelijk geweest zijn. Goed beke ken, schijnt het, of ook in dat tech nisch kunnen de kunstenaars tegen over elkaar hebben willen excelleeren. Bijzondere vermelding verdient de surimono met den draak. De draak in het Oosten is steeds een gelukssvm- bool. Het heet, dat in dagen van een alles verschroeiende droogte, waar door groot misgewas ontstaat, de draak vanuit zee de wolken weder naar het land stuwt, waarna de regen als oen zegen daalt, waardoor het land weder vruchtbaar wordt, er we der oogst komt, voedsel en vrede voor de menschen. Op deze surimono komt hit door het water heen, waarin aanduidingen nog zijn van zeemonsters. Alleen zijn rechter hoorn is zichtbaar die aan doet als van bloedkoraal te zijn. De witte Japansche schriftkarakters erop vormen tezamen een vers; trouwens het schrift op elke surimono behelst een gedicht. Even nog verwijlend bii de surimo no. dient vermelding het hoogst zeldzame, zéér precieuse. complete stel van zes van Shinsai alle in ka merscherm-formaat en voorzien van verzen van zijn leermeester Shum- man. Wat de houtsneden betreft, wijzen wij hier nog op Utamaro (17531797), de uitbeelding in hoofdzaak van de Japansche schoonen. Verder op twee van Hiroshige, de groote man van het landschap, met zijn beroemde land schap hier, het dorp Kambara in de 6neeuw. En dan op Kuniyoshi's beroemdste houtsnede: de priester Nichircn be klimt den berg bij het visschersdorp Tsukuhara op het eiland Sado in de sneeuw. Japan vóór de invloeden van ons westen (dus voor 1867, toen voor het eerst de havens na 200 jaar van Ja pan's isolement door den keizer weder voor de vreemdelingen werden openge steld) is steeds en zeer kunstzinnig volk geweest. Algemeen een gevoel voor hot schoonc, voor harmonie, voor innerlijke aristoeralie. Zoo zijn de voor werpen voor algemeen gebruik steeds smaakvol geweest, do meeste zelfs vau zeer hoogen kunstzin getuigend. Het aardewerk: al zeer vroeg is door Koreaansche pottenbakkers de techniek van het pottenbakken naar Japan overgebracht. De Japanners heb ben in groote verscheidenheid, steeds met eigen persoonlijk karakter er in, hun aardewerk tot een uiterst raffine ment weten op te voeren. Eenige bakjes voor het aanmengen van de thee. potjes met ivoren dek seltjes voor het bewaren van de geur- thee. cn een aarden kandelaar vindt men in de vitrine. Het lakwerk: dit werd op het water, op de rivier gemaakt, opdat tij dens de bewerking er geen stof bij kon komen. Het relief in hout werd met een couche lak overdekt. Deze lak werd gedroogd in hcete vochtige lucht, want alleen daarin droogde die lak, maar dat drogen duurde eindeloos lang. Ten slotte hard. werd de laag afgepuimd, totdat er bijna niets meer opzat, en dan kwam er de tweede laag op, die de zelfde bewerking als de eerste on derging. En zoo zijn er lakken, waar twintig, dertig, ja veertig couches over elkaar zijn aangebracht en toch maakt men de doorsnede van cle laklaag, dan is deze geen halve millimeter. Deze lakmeesters stonden in dienst van dc zeer bevoorrechten van de sa menleving. in hoofdzaak van den adel. Zij werden door hen gerespecteerd, vaak vereerd, vanzelfsprekend goed onderhouden. Wat zij maakten, was natuurlijk voor de adellijke families. Het werk werd begrepen en als bij wijze van spreken werd gezegd: „Kom jij er niet mee klaar, dan maakt je zoon of je kleinzoon het wel af." In 1867 is er een einde gekomen aan den Japanschen feodalen toestand, waardoor ook de lakmeester in den strijd om het be staan als hier gekomen is. en zoo kan dat prachtwerk nu niet meer tot stand komen. De maskers die hier zijn, zijn al len Nó-maskers. Het zijn tooncelmas- kers voor spelen, die uit den dans voor de goden zijn ontstaan. Geen vrouw werd tot op deze eeuw od het tooneel toegelaten. Maar wel de vrouwenrol. Zoo waren er vrouwenmaskers noodig, waarvan een drietal hier aanwezig. Het vossenmasker is een bijzonder le vendig stuk sculptuur uit 1600. Al deze maskers zijn van hout en daarna met tempera gepatineerd. Voor het vossenmasker in de vitrine liggen drie stootplaten van zwaarden, (Japansch: Tsuba), de plaat waar de vuist, tegen rust tussChen gevest en kling. Van de oneindig vele zwaarden die er geweest zijn. zijn geen twee tsuba's aan te wijzen hetzelfde gedeco reerd. Dit kleine vlak heeft het orna ment van Japan het zuiverst bewaard en heeft zoozeer de wisseling der tijden meegemaakt, dat in de heldentijden dit ornament steeds stoer en krachtig is, in weelde-tijden vervallen kan tot bihelot- versicring. Het zwaard is altijd een vereerd hei lig ding in het heele Oosten geweest. De Japansche edelman draagt steeds twee zwaarden, bij hem thuis heeft hij nog een klein zwaard voor harakiri, Japansche zelfmoord op hoog bevel, voor het ophouden van de eer of zooals wij gezien hebben, toen de grootvader van den huldigen keizer kwam te Grand Theatre. Vanaf Vrijdag 20 December vertooning van de film: „Het leven is nog niet zoo kwaad." Zondags en beide Kerstdagen 2 uur, 4.30 en 8 uur n.m. Overige dagen 8 uur namiddag. Zaterdag mutinée om 2.30 uur n.m. Ctiv Theaaer. Vanaf 24 t.m. 26 De cember vertooning van de films „Stimme der Liebe" en „De Catacomben van Parijs Voorstellingen: Zaterdag 2.30, 6.15 en 8.30 uur n.m. Zondags en beide Kerstdagen door loopend van 1.45 tot 8.30 uur n.m. Andprp avni don 8 uur Bioscoop Amicitia. Vertooning van de films: „Zij en haar chauffeur" en „Voor den Vrede." Van 22 t.m. 26 December. Voorstellingen: 's avonds 8.10 n.m. 7ondae«j pnuinép ■'30 nur n tn Museum Fléhite. Westsingel. (Uitge zonderd des Zondags). Theosofische Bibliotheek Gebouw Theosofische Vereeniging. Regentesse laan lederen dag van 6—8 uur. Openbare leeszaal met Jeugdleeszaal pn RibMntheek Muurbuizen 9 R.-K. Leeszaal Nieuwstraat 24. 13 t.m. 29 December. De Poth. Am. Kunstkring. Tentoonstelling van Ja pansche kunstvoorwerpen uit de col lectie van Meurs te A'dam. 26 December. City Theater. Kerstver gadering van de S. D. A. P. Ds. A. v. d Heide spreekt over het onderwerp „Van het duister toch naar het licht." 10 uur v.m. 28 December. De Valk. Oudejaars avondbal van A.D.V.E.N.D.O. 8 uur n.m. 28 December. Amicitia. Kindermiddag van 't Nut. Goochelkunst door prof. A W. Davola. 2.30 uur n.m. 29 December. De Valk. Zanguitvoe ring van Bel Canto. 8 uur n.m. 29 December. Soc. Concordia. Joodsche Vereen. „Nut en Genoegen." Lezing door Dr. P. IJssel de Schepper uit 's-Graven- hage over: „Karaktervorming." 8 uur namiddags. 4 Januari. Markthal. Feestavond v. d. Amersf. Bestuurdersbond ter herden king van het 35-jarig bestaan. 7.30 uur namiddags. 5 Januari Paviljoen Berghotel. Ned. Kamermuziek Ensemble. Zondagmid dagconcert 7 Januari. Volksgebouw. Inst. voor Arbeidersontwikkeling. De beer C. J. Vermeij over het onderwerp: „Vogel- sport verheffend voor lichaam en geest" 8 uur n.m. 9 Januari. Grand Thé&tre. Kunst kring voor Allen. Opvoering van: „Laat Maupie maar loopen", door gezelschap Jan Musch. 8.15 uur n.m. 10 Januari. Toonzaal Sierkunst. Soefi- oyerlijden. hoe diens eerste minister en zijn vrouw er toe overgingen in de overtuiging dat hun zielen dan hun heer zouden volgen. De helmen hier zijn statiehelmen, die tegen het einde van 1700 bij feeste lijke gelegenheden in de omgeving van den keizer gedragen werden. Te groot en te zwaar voor het hoofd rustten zij op een ijzeren halskraag, die zelf weder rust op het ijzeren harnas. Het gelaat was bedekt met een ijzeren mas ker. Zij zijn ijzerdrijfwerk. In Japan zijn groote meesters op dit gebied ge weest. Bekend is de. familie Myochin, iizerdrijvers van vader on zoon. AMERSFOORT 2 Januari. Concordia. Verkooping van 9 woningen,' drie woonhuizen, winkel huis en ccn perceel grond. 8 uur n.m. BAARN 16 Januari, 't Kasteel van Antwerpen. Verkooping woonhuis Laanstraat 47. S uur n.m. Beweging. Concert Musharoff Khan. 8 uur n.m. 11 Januari. Dc Valk. Feestavondj I.O. G.T. 8 uur n.m. 17 Januari. Toonzaal Sierkunst. Soefi- Beweging. Openbare lezing door den heer L. Hoyack. Onderwerp: „De betee- kenis v. h. Voorzienigheidsbegrip voor onzen tijd." 8 uur n.m. 22 Januari. Amicitia. Pijpercorps „Ju liana." Uitvoering t.g.v. het 10-jarig be staan. 7.30 uur n.m. UTRECHT 25 t/m. 29 December. Tivoli. Henrietta Davids Revue „Lachen is troef." 8 uur n.m. 25 December. Stadsschouwburg. De Boer van Rijk ensemble voert op: „Veel Heil en Zegen." 8 uur n.m. 26 December. Stadsschouwburg. Ver een. Rotterd. Hofstad Tooneel voert op: „Een glas water." 8 uur n.m. 27 December. Stadsschouwburg. Opera Italiana. Cavalleria Rusticana. 8 uur AMERSF. RADIOCENTRALE Morgen geeft de Amersfoortsche Ra dio-centrale, behalve de programma'a der beide Hollandsche zenders, die der volgende buitenlandsche zendstations. 8.30—10.00 Keulen. 10.002.20 Brussel Vlaamsch. 2.203.25 Diversen. 3.25— 5.20 Weenen. 5.2012.00 Keulen. OMREKENINGSKOERSEN Off. Niet Off. 21 Deo. 23 Deo. - 7.27*4 7.27 ft - 0.59.37 y2 0.59.87 9.72% 9.72 ft - 24.86 24.86 - 47.89 47.91 - 32.60 82.60 - 86.65 86.65 - 87.60 87.60 - 1.47% 1-47 ft - 6.14 6.14 Medegpd. door de Rotterd. Bank vereen. Londen Berlijn Parijs Brussel Zürich Kopenhagen Oslo Stockholm New York Praag „Hij leert namelijk dansen per correspondentie!" („Life"); txvat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE De mensch is als de luchtschipper: hij moet om te kunnen stijgen, heel wat geestelijken ballast over boord werpen. Naar hot Engelsch van L. F. Hartman, door mr. H. J. H. De geschiedenis van een detective, die geroepen wordt om zijn eigen mis daad te onderzoeken en aan het licht te brengen en hoe ook hij door een kleinigheid faalde. Hij begon het vertrek gejaagd op en neer te loopen. Zoo gingen een paar mi nuten voorbij en nog steeds liep Legrand te denken. „We zouden misschien", onderbrak Lane eindelijk de stilte, „onder een of ander voorwendsel de vingerafdrukken van alle gasten en bedienden kunnen vragen. Bij wijze van spelletje, ziet u, om den avond door te komen". „Daaraan heb ik ook al gedacht", zei Legrand afwerend, „maar dat kan zoo gauw achterdocht wekken. Onze lange afwezigheid zal al wel opgemerkt en besproken. In den salon heerscht toch al een stemming een meening, dat er iets aan de hand is. Ik voelde het al, voordat mijnheer Graham me kwam roepen". Crawford Lane wierp zijn sigaar met een besliste beweging in den haard, zoodat Bridges hem angstig aankeek, als vreesde hij een onberaden stap. Maar hij ging naar dc tafel toe en haalde zijn notitieboekje te voorschijn, waarin hij ging zitten bladeren. „Hebt u op Iemand een bepaalde ver denking?" vropg I-egrnnd, van Lane naar Bridges kijkend. „Ik zou het liever niet opperen maar u kent uw gasten beter dan ik is cr misschien niet een of nnder, die En al deden we dat?" onderbrak Bridges hem op geprlkkeldcn toon. „Nemen we nu maar eens Stacy Gra ham. Als we hem verzochten zijn zak ken binnenste buiten te keeren „O, met alle genoegen", lachte Stacy „Fouilleer me maar!" Legrand schonk cr geen aandacht aan en bleef tegenover Lane staan. Zitten we dan werkelijk op een dood punt? Maar waarom moet alles van avond al gebeuren. We hebben morgen en overmorgen immers nog? We kun nen alle gasten noch heimelijk laten be waken, totdat we eenige zekerheid krij gen?" „We hebben zekerheid genoeg!" gooi de Lane er brutaalweg uit. „Badding- ton heeft afdrukken gevonden op de wijnglazen, die volkomen overeenstem men met die op dat doosje in de safe!" „Lane toe alsjeblieft begon Bridges. „Zoo?" onderbrak Legrand hem met groote verwondering. „Waarom hebt u me dat dan niet eerder gezegd?" „De afdrukken zaten op uw wijn glas", zei Lane en hij legde zijn notitie boekje neer en keek Legrand strak aan. „En mijnheer?" vroeg de Fransch- man scherp en keek Lane, die koel en strak bleef zitten, venijnig aan. „Einde lijk beginnen we elkaar dan te begrij pen! U beschuldigt mij dus de smarag den van die mithra gestolen te heb ben?" „U bent een beetje te vlug, mfjnheei Legrand De glazen kunnen verwis seld zijn „Ja, er moet een dergelijke vereissim hebben plaats gehad begon Bridges weer. „Mnar die zoudt u geipakkelijk kun nen herstellen, mijnheer Legrand, door Baddington een afdruk van uw vingers te laten nemen!" zei Lane. „Dat weiger ik beslist!" Er volgde een doodelijke stilte op de ze woorden. „Dus u wilt niet medewerken om „Dat weiger ik!" Bridges deed een stap voorwaarts en Legrand wendde zich tot hem en sprak snol en gejaagd, maar als volkomen zeker van zijn zaak: „Mijnheer, u bent zoo edelmoedig ge weest ons de verzekering te geven, dal de dief zou gespaard worden, indien de steepen werden ontdekt. Ik heb me niet aan een zoo afschuwelilke Inbreuk op uwe gastvrijheid schuldig gemaakt!" Hij had snel een zakmesje te voor schijn gehaald en geopend. „Tk verzoek u mijn onschuld te mogen bewijzen door u op dit oogenhlik zelf de ««feenon terug te bezorgen. Neemt li me niet kwalijk, mijnheer! Met een snelle beweging had hij zich meester gemaakt van het potlood, dat met een koordje aan het notitieboekje van Lane bevestigd was en dat koordje doorgesneden. „De steenen zitten hierin!" vervo' hij, en met een vlugge beweging sneed hij het potlood middendoor en de stee nen rolden over de tafel heen. „Zooals u ziet, is dit potlood hol en vormt op die wijze een vernuftige berg plaats!" Hij had het potlood op tafel geworpen en keek Lane strak in het gelaat. Deze was overeind gesprongen en eenige oogenblikken keken beide mannen el kaar recht in de oogen Legrand stond rechtop met de armen over elkaar ge slagen in een houding van hooghartige afwachting. Lane klemde zich met beide handen aan tafel vast Hij slikte een paar malen met groote moeite, scheen er geen woord uit te kunnen brengen, draaide zich om en verliet het vertrek. „Ik begrijp heel goed. hoe pijnlijk dit geval voor u zijn moet. mijnheer Bridges zei Legrand, toen Lane. door Baddington gevolgd, verdwenen was ..en het spijt me ten zeerste, dat Craw ford Lane me hiertoe gedwongen heeft in uw huis". „Maar., ik begrijp er niets van! Het is toch niet., aan te nemen., dat Lane die steenenmet opzetgesto len heeft?" stotterde Bridges. „Dat is te afschuwelijk., dat kan ik me., van een., vriend., niet voorstellen!" Legrand lachte grimmig, „Hebt u Lane al lang gekend? Den kelijk slechts sedert hij zijp beroep er aan gaf en zich in New-York vestigde, nietwaar?" ...Ta., dat is wel zoo., maar als ver zamelaars hebben wii altlid heel., ver- (rouwe)iiksamengewerkt", zei Brid ges langzaam en nadenkend. „Ik ben." vervolgde Legrand, „toeval lig bijzonder goed op de hoogte van wat er op veiling van de collectie Wev* land twee jaar geleden in Londen is voorgevallen. U weet natuurlijk niet. dat degene die toen tegen u heeft op geboden on deze smaragden, een agent van Lane was. En denkelijk hebben uw gemachtigden u nimmer verteld, dat die steenen een week lane na de ver kooping on een geheimzinnige manier zoek ziin geweest en dat ze eerst te recht ziin gekomen na een snnnnend onderzoek door detectives. Wat er van avond gebeurd is. doet mij vermoeden, dat het Lane niet onhekend was dat ik toen aan dat onderzoek deelgenomen heb Hedenavond bent u getuige ge weest van een wanhopige poging om weer in het bezit te komen van die steenen. waarnaar door Lane met de waanzinnige begeerte van een echten verzamelaar wordt verlangd. En het was werkelijk hoogst vernuftig be dacht. De omstandigheden waren zoo geregeld, dat de verdenking en de schuld bijna noodzakelijk op mij moes ten vallen. En intusschen kon hij de steenen veilig wegbrengen." „Maar. neemt u me niet kwalijk, dat is nu juist zoo oubegriipelijk voor me., hoe uw vingerafdrukken op dat doosie kwamen." zei Stacy. „Och. dat is heel eenvoudig. Die doosjes zijn alle precies hetzelfde. Vóór tafel heeft mijnheer Bridges mij ver schillende er van in handen gegeven. Lane moet goed toegekeken hebben welk9 ik in handen heb gehad en een daarvan in de plaats gezet hebben van het doosje, waarin de smaragden had den gelegen." „U vermoedde dus." „Dat de afdrukken op dat doosje de mijne waren? Ja. en ik herkende ze terstond onder het vergrootglas, even gemakkelijk als ik een foto van mezoi' zou herkend hebben. Toen begreep ik, dat het een listig nlan van T.ane was om mii er in te betrekken. Tk verzeker u. dat het een paar hoogst onaangena me minuten voor me ziin geweest, waarin ik heb moeten uitdenken, wat Lane met die steenen kon gedaan heb ben. die hij. daar was ik zeker van, bad weggenomen. Maar dat stukje watten zei me veel. Lane moest het bovenstuk van dat potlood hebben af geschroefd en. nadat hii de sleenen er in gedaan had. hemerkt hebben, dat ze rammelden in de te groote ruimte. Hii nam-toen wat het eerst voor de hand lag om die ruimte on te stoppen, dat stukje watten en.. Maar we worden gestoord!" Legrand hield on. want de deur werd onen gedaan en de gasten kwamen af scheid nemen. Stacv Graham liep met groote schre den Legrand achterna, die iets eerder dan hil vertrokken was. Iliï wilde graag noe wat meer uitleg hooren van het voor hem onbeeriineliike geval der ontmaskering van Lane. Legrand keer de zich om. toen hii ziin snelle schre den achter zich hoorde. „Ah. bent u het. mijnheer Graham? Ook loopende?" ,Mag ik een eindje met u meegaan. Tk ben nog even op weg naar mijn club." „Met alle genoegen," antwoordde Legrand en zwijgend liepen ze een Iraat verder Voor den ingang van de Patriciansclub hield Stacy zijn metge zel staande. „Gaat u even mee naar binnen? Het is nog niet te laat voor een sigaret en een glas whiskv, wel?" Legrand stemde na eenige aarzeling toe. En spoedig zaten ze in den rooksa- Ion. met een glas voor zich. te praten. „Dat was een gevaarlijk waagstuk vanavond." zei Stacv eindelijk. .Jk vond het erg onprettig." ant woordde Legrand met gefronste wenk brauwen. ..Maar ik had geen andere keus!" „Natuurlijk niet!" gaf Stacy toe. „Maar bleef het toch niet heel ere ge waag. neemt u me niet kwalijk, dat ik mijn meening zoo maar zeg. om dat ootlood van Lane af te nemen en het stuk te snijden? U kondt er toch niet absoluut zeker van ziin. dat die steenen er in zaten?" Legrand blies nadenkend een wolk sigarettenrook uit. „Integendeelik was er volkomen zeker van. dat ze er in zaten." zei hij. dacht een oogenblik na en voegde er dan aan toe: „Het Is teekenend voor miin manier van werken!" Stacv wachtte af. dat hii verder zou gaan. „In miin haastiee verklaring aan mijnheer Bridges heb ik een belangrijk Dunt overgeslagen, zoodat het me niets verhaast, dat u het heele geval als een soort goocheltoer beschouwt.. Hoe Im mers kwam ik op het idee. dat ziin potlood een bergplaats was? IJ zult u wel herinneren; dat hel met een koord ie vast zat aan het notitieboekje, dat Lane ons voor het eten liet zien. En toen mijnheer Bridees in dat boekje bladerde, viel het me on. dat het hand schrift zoo bijzonder neties en fijn was Dat. is denkcliik dan ook een eigen schap van Lane netheid en een ze kere verfijning Toevallig viel mijn blik op de aanteekoning betreffende het diner van milnheer Bridees. die eindigde met de vermelding: „T,e G. is er ook". Maar toen mijnheer Rridges verder bladerde, viel me nog iels an ders op. dat me eigenaardig aandeed. Het handschrift werd hoe langer hoe grover en dikker. Bliikhaar had Lmr ziin potlood in dc laatste weck erg stomn laten worden Dat is natuurlijk een heel onbelangrijk feit. maar toch trof het mii en kwam me vreemd voor Onder het diner kwam het me telkens weer in de gedachten ï.ane. die ziin aanteekeningen zoo fjjn en keurig maakte, had ziin potlood stomn laten worden. Wat voor reden kon hii heb ben. om de nunt niet te slijpen. Juist omdat ik daarvoor geen afdoende ver klaring kon vinden, bleef het me bij. Toen ik twee uur later gevangen zat in den val. door Lane voor mè opgeze.t, werkten miin gedachten natuurlijk bliksemsnel. Dat nlukie watten was slechts een heel zwak gegeven. Als ik er maar een tweede bii kon vinden! En toen oneens schoot, me dat dikke pot lood van Lane te binnen. Oogenblikke- liik doorzag ik de heele zaak. Die wat ten wezen er op. dat de steenen in een klein voorwerp geborgen waren., het potlood! Immers van den dag af. dat hii die uitnoodiging voor het diner ge kregen had. had Lane ziin potlood niet meer scherp gehouden, als voorberei ding voor ziin diefstal. Hii had het, pot lood zorgvuldig uitgehold tot dicht hii de Dunt. om daarin die steenen te kun nen bergen, als hii de gelegenheid kreeg om ze te stelen. En uit angst van het holle gedeelte aan te snijden, had hii ziin punt niet meer geslepen. Het stomp worden van een potlood puntje is natuurlijk een onbelangrijke kleinigheid. Maar d&t was nu juist, waar het on aankwam. Het is opmer kelijk. hoe slimme en verstandige men schen. die een misdaad met de uiter ste zorg en nauwlettendheid weten voor te bereiden, zoodat het schijnt, dat de ontdekking tot de onmogelijk heden behoort, een of andere kleinig heid over het hoofd zien. waardoor toch op slot van zaken het geval aan het licht komt en hun plan wordt ver ijdeld. Het gebeurt telkens en telkens weer. Om kort te gaan. als een groote misdaad faalt, ligt de oorzaak daar van eewoonliik in iets, dat misschien lane ononeemerkt blijft, maar dat toch ten langen leste bliikt te ziin de., hoe zal ik het noemen., ie ..Verraderlijke kleinigheid!" vulde Stacv aan. „Juist. dat is het goede woord!" beaamde I.eerand. EINDE. BESTUREN VAN ORGANISATIES en CLUBS DENKT AAN VITESSE Vermenigvuldigingsinrichting K. WILHELMINASTR. 10 HET VOORDEELIGSTE ADRES PRIMA AFWERKING

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 6