AMERSFOORTSCH D4GB1 AD H.K.H. Prinses Juliana vetioofb 77ïet Prins ISernljard Zur £tppe; ^Biesterfeib Onze Prinses DE PRINS VON LIPPE- BIESTERFELD DÉ EEMLANDEU Dinsdag 8 September 1936 Uitgave: VALKHOFF Co. Bureau: Arnhemschepoortwal 2a 35e Jaargang No. 60 'Y^en Kaag 8 Sept. officieel- £e particulier-secretaris nan H. KL be Koningin doet in opöracfit nan Kare KTajesteit be Koningin meèeèeeling nan be vet- looing oan Kare JioninfiÜjfte Kooghetb Prinses Juliana roet Prins 23etnKatd Zeopoib fttebttcfi EBerliarö Julius Kurt Karl Gott fried Peter von £ippe-J3iesterfelb, ge6oren te Jena 29 Juni 1911. Telg van een oud en roemrucht geslacht 'ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden voor Amerstoort 1.95; per maand 0.65; per week met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.15. Binnenland iranco per post per 3 maanden 2.85. Afzonderlijke nummers f 0.05 POSTREKENING 47910 TELEFOON INTERC. 513 PRIJS DER ADVERTENTIEN van 14 regels f 1.05 met inbegrip van een bewijsnummer elke regel meer f 0.25 Liefdadigheids-advertentién voor de helft van den prijs. - Kleine Advertentièn „KEITJES" bij vooruitbetaling 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen f 1.Bewijsnummer extra f 0.05, (Foto Ziehier) JULIANA Louise Emma Marie Wilhelmina, Prinses van Oranje»Nassau, Kroonprinses van Nederland, hertogin van Mecklenburg is op 30 April j.l. 27 jaar geworden. Reeds van haar 18e jaar af heeft zij krachtens de bepalingen der Grondwet zitting gehad in den Raad van State, welks vergaderingen zij vaak bij» woont, evenals die van het Na» tionaal Crisis Comité, waarvan zij eere»voorzitster was. Haar werden door de wijze zorgen van hare Moeder, de beste leermees» ters en leermeesteressen ter zijde gesteld om haar de onmisbare kennis bij te brengen en haar na» tuurlijken aanleg te ontwikkelen. Van 1927 tot 1931 volgde zij aan de Rijksuniversiteit te Leiden de colleges in staats, en volkenrecht, oud»Nederlandsch recht cn In» disch adat»vecht, verder geschie» denis der godsdiensten, alsemee» ne geschiedenis, Nederlandsche letterkunde, Germaansche mv» thologie, Slavische literatuurge» schiedenis enz. Zij bezat evenwel geen diploma van toelating tot een universiteit cn kon dus geen academische examens afleggen. Daarom had de Prinses verzocht, althans aan het einde van haar studietijd eenige tentamina te mogen afleggen. Van deze tenta» mina getuigde haar promotor, prof. Huizinga. dat zij den naam „voortreffelijk" verdienden. Haar werd dan ook op 31 Januari 1931 door den Leidschen Senaat het eere=doctoraat in de faculteit der letteren en wijsbegeerte verleend. Bij deze promotie werden aan de Prinses de volgende karakter» eigenschappen toegeschreven: een uitnemende ijver, lust tot on> derzoek, helder begrip en oor» spronkelijkheid van geest. Deze eigenschappen werden door den promoveerenden hoogleeraar één voor één nader toegelicht, en uit» eengezet hoe de hoogleeraren die hadden leeren kennen. „En hoe» el wetende", zoo voegde hij daaraan toe, „dat gij zelf in de al. ierlaatste plaats pleegt te geloo» ven aan eigen verdienste, kan ik niet nalaten uiting te geven aan de eerbiedige sympathie van den Senaat voor die gelukkige ver. binding van intellect en karak» ter". Prof. dr. J. H. Gunning, een harer leermeesters, heeft onze Prinses gekenschetst als „een ty» pisch Nederlandsche vrouw, met ongekunstelde natuurlijkheid en frissche spontaneiteit." Trouwens, allen die haar ken» nen en over haar spraken en schreven, hebben haar eenvoudi» gen aard geprezen. Haar zijn bij de opvoeding steeds arbeidzaam» heid en huiselijkheid, eerlijkheid en eenvoud ingeprent. Als kind. en ook als studente, zocht en vond zij een ongedwongen om» gang met haar zelf gekozen vrien» dinnen. Zij toonde getrouw te zijn in de vriendschap, blijkend uit haar durende belangstelling in het levenslot harer vriendinnen. Een vrijen, eigen kijk op het le» ven kreeg zij tijdens haar studen» tentijd. Toen zij in staatkundigen zin meerderjarig werd. werd het pa» leis op den Kneuterdijk in Den Haag in gereedheid gebracht, maar zij bleef bij haar ouders in» wonen. Slechts luttel waren uiteraard de bezoeken, welke de Prinses aan buitenlandsche Hoven bracht Maar zij verruimde haar blik door bezoeken aan Noorwegen, Zweden, Zwitserland. Savoye, de Vogezen en Engeland. EEN redacteur van het A.N.P., die eenige dagen in Detmold, de hoofdstad van het voormalige vorstendom Lippe heeft vertoefd, meldt in verband met de verloving vfin Prinses Juliana met Prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld het volgende: TV] IET ver van de Nederlandsch- Duitsche grens, tegen het oude Westfalen aan, ligt het vorstendom Lippe. voor een groot deel bedekt door de bosschen van het Teutoburgerwoud, dat zich van het Noordwesten naar het Noordoosten tusschen de oude bis schopssteden Osnabrück en Paderborn uitstrekt. Prachtige bosschen van loofboom en, hier en daar onderbroken met naald- bosschen, bedekken voor het grootste deel dezen bergketen. Het land is van een zeer bijzondere schoonheid. De hei de gaat over in beboschte heuvels, die weer door weiden van elkaar zijn ge scheiden. Hier en daar ziet men dorp jes en steden liggen, waarvan de mees te als badplaats een groote bekendheid hebben gekregen. Het geheele gebied is bijzonder rijk aan geneeskrachtige bronnen en nergens liggen in het Noor delijk deel van het Duitsche rijk de kurplaatscn zoo dicht bij elkaar als in het Lippische land. Ook voor den Nederlander, die zijn \acantie buiten de grenzen doorbrengt, is Lippe en het Teutoburgerwoud niet onbekend. Geen van hen, die in het Teutoburgerwoud vertoefd hebben, zal verzuimd hebben den Grotenburg met het geweldige Hermannsdenkmal, het symbool der Germaansche overwinning op de Romeinsche legerscharen, te be zoeken. Hier heeft het woud ook zijn grootste breedte en oefent, op allen een bijzondere aantrekkingskracht uit door zijn lieflijkheid en wonderlijke schoon heid, waardoor een ieder, die eenmaal de bekoring van dit dichtbegroeide bergland heeft gekend, er steeds gaar ne terugkeert. Nauw met. den Groten'burg en daar door met het geheele Teutoburgerwoud verbonden is Detmold, de residentie van de Lippische vorsten. Weinig zullen de Nederlanders, die in Detimold en in andere badplaatsen in Lippe bekend zijn, vermoed hebben, dat de naam Lippe nog eens in de ge schiedenis zoo nauw met Nederland verbonden zal worden als nu door de verloving en het a.s. huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana met Prins Bern hard zur Lippe-Biesterfeld staat te ge beuren. Uit de Lippische geschiedenis DE geschiedenis \an Lippe, zijn volk cn zijn vorstengeslacht, gaat terug tot in het duister der vroe ge middeleeuwen. Voor dc 12de eeuw is geen enkel feit met zekerheid en historische nauwkeu righeid \ast te stellen, fn oude kronie ken wordt beschreven hoe de hecren ^an Lippe reeds in de oudste tijden onder de Germaansche volken in groot aanzien stonden cn als zoogenaamde ..edele heeren" groote bezittingen erfe lijk bezaten. Historisch staat vast, dat dat de heeren van Lippe reeds Karei den Grootcn met de wapenen gediend hebben. De eerste' heepscher over Lippe, van wien met zekerheid iets gezegd kan worden, is Bernhard, heer van Lippe, die met zijn broer Hermann in het le ger van keizer Lotharius diende, toen deze nog Saksisch hertog was. Beiden naimen een groot aandeel in het beleg van Munster in 1121. De oudste oor konde. waarin over Bernhard van Lip pe iets te vinden is. dateert van 1123. De figuur \an Bernhard de Tweede, die waarschijnlijk omstreeks 1110 ge boren werd, verschijnt reeds in een duidelijk historisch licht. Hij was een geboren krijgsman en wordt ook be schomvd als de stichter van Lippstadt en \an Lemgo. Toen hij ouder werd besloot hij in een klooster te gaan, doch zijn avontuurlijke geest hield het daar niet lang uit. In 1211 toen hij reeds een grijsaard w:as trok hij met bisschop Albert van Riga mede op een kruistocht te gen de Germaansche heidenen. Hij sloeg de 6tammen der Esten en Russen terug en vlocht zich bij die gelegen heid nieuwe lauweren wegens zijn groote dapperheid. De overmacht der heidenen was ech ter groot en omdat men wel inzag, dat het onmogelijk was zonder hulp van buiten op den duur tegen hun invallen stand te houden, werd Bernhard naar Denemarken gezonden om koning Wal- demar hulp te ragen. Deze werd gaar ne verleend. Daarna trok Bernhard naar Rome om paus Honorius den der den eveneens om hulp te vragen en hem met aandrang te verzoeken de bedreig de christenen in het verre Noorden bij le staan. De paus benoemde den grijsaard als blijk van waardeering voor zijn ver diensten tot bisschop van Selburg. Als ccn merkwaardigheid vooral omdat ons land hierbij betrokken is kan nog vermeld worden, dat Bernhard op de terugreis over Oldenzaal kwam en daar de bisschopswijding ontving van zijn zoon Olto. die toentertijd bisschop van Utrecht was. De bezittingen van het geslacht zur Lippe hadden zich in den loop dei- jaren door erfenis, door verovering en door samenvoeging aanzienlijk uitge breid. In 1150 kwamen zij in het bezit van Detmold, in 1322 van Schwalen- berg. Biesterfeld en Weissenfeld. In 13G8 werd het eerstgeboorterecht inge steld en daarmee eigenlijk de dynastie erfelijk gegrondvest. Nadat in 1*05 dc toenmaals zoo schoone en rijke bezitting bternherg tot de goederen der Lippe s was toe gevoegd. Kreeg het geslacht in 152S of- ficieel den titel van graaf. De eerste Lippische heer, die dien titel voerde, was Bernhard de achtste. Hij verbleef meestal in het slot van Detmold. evenals zijn zoon graaf Si mon de zesde zur Lippe. die van lono lfiM regeerde en niet slechts onder de Lippische heeren de eerste plaats in neemt, doch ook een ïol heeft gespeeld in de Duitsche geschiedenis. De ge schiedschrijvers, die zich met deze fi guur hebben bezig gehouden, schet sen hem allen als een bnzondere per soonlijkheid, die een der merkwaar digste verschijningen van zijn tijd is geweest. Zijn aan afwisselingen en avonturen zoo rijk leven voerde hern ook naar de Nederlanden, waar hij in 2*C. en vertoefde. Hij maakte toen deel uit van dc in opdracht van Keizer Ru- dolf den Tweeden ondernomen bijzon dere missie naar België en naar ons land. om te trachten den vrede te stichten tusschen koning Philip den Tweeden van Spanje en de in opstand gekomen Nederlanden. De cigonlian- dige aanteekeningen van den graaf over deze reis worden in het vorste lijke huisarchief van Detmold bo- waard. Merkwaardig is wel. dat waar Mun ster en Paderborn oude bisschopsste den zijn met een overwegend katho lieke bevolking, in Lippe het Protes tantisme, reeds van den eersten tijd der reformatie af, grootcn invloed heeft gehad. Ook de graven van Lippe hadden het Protestantsche geloof aan vaard. Simon de zesde, over wien wij hier boven het een en ander mededeelden, heeft reeds in zijn jeugd den gods dienststrijd meegemaakt. Na den dood van zijn vader zond zijn moeder hem met het oog op zijn ontwikkeling naar Parijs. Hij was daar juist in den tijd van den Bartholomeusnacht. Slechts met moeite gelukte het den jongen graaf zich verborgen te houden en op die manier aan de vervolging der Protestanten te ontkomen. Op la- teren leeftijd was het aan zijn bezon nenheid te danken, dat de opstand van de Lemgo'ers, nadat de gerefor meerde leer officieel ingevoerd was, zonder bloedigen strijd verliep. Zijn zoo.n graaf Simon de Zevende, wordt beschouwd als de stamvader van het geslacht Lippe-Detnmld. dat bijna drie eeuwen de regeerende tak in Lip pe is geweest. In 1789 werden de leden van het regeerende huis tot vorsten ver heven met den titel Fuerst zur Lippe. Daarnaast ontstonden twee grafelijke zijtakken: Lippe-Biester feld en Lippe-Weissenfeld. Als een bewijs van de vele betrek kingen, welke van de vroegste tijden af tusschen Lippe en Nederland be staan hebben, kunnen wij nog vermei ren, dat een der Lippische graven, Si mon Heinrich, gehuwd was met burg gravin zu Dohna, souvercine vrouwe van Vianen en Ameiden, Erfburggra- vin van Utrecht, waardoor de heerlijk heid Vianen in liet bezit kwam van het Lippische huis. Hun zoon. Frie- drich Adolf, werd, naar uit bescheiden in de Lippische landes-bibliotheek bleek, naar Leiden gezonden om daar met ,,dem Prinzen von Oranien und andern leute von kondition hekannt gemacht zu werden". Graaf Friedrich Adolf werd echter in Leiden ziek en zijn moeder haalde hem na verblijf van een jaar in ons land weer naar Det mold terug. Ook later zou Friedrich Adolf nog met de Nederlanden in contact komen zij het dan ook op een andere wijze. De prins van Oranje deed, toen de Franschen het Rijnland waren binnen gevallen, een beroep op den keurvorst van Brandenburg. Deze had een ver bond met verschillende Duitsche vors ten gesloten en zond den prins hulp troepen. Graaf Simon Heinrich van Lippe, de vader van Friedrich Adolf, besloot een regiment ruiters te zenden om de vercenigde Nederlanden te hulp te komen. Zijn zoon werd tot overste aange steld en nam aan tal van veldslagen tegen de Franschen deel. Zoo wordt zijn naam genoemd en die van het Lippischen regiment bij den slag van Fleurs en bij dien vpn Neerwinden. TV] aast de vorstelijke linie en de beide grafelijke linies is er nog een vierde tak, welke met Lippe ver bonden is. Het is de linie Lippe-Alfer- dissen, welke in de 18de eeuw door huwelijk het graafschap Schaumburg verkreeg en sinds dien tijd Schaurn- buig-Lippe genoemd wordt. Sinds 1807 is ook deze tak vorstelijk. In 1895 is groot opzien gewekt in Duitschland door den strijd over de troonsopvolging in Lippe. De ze kwestie heeft een tijdlang in het middelpunt der Duitsche binnen- landsche politiek gestaan, mede door het persoonlijk ingrijpen van den Duitschen keizer. De kwestie trok zelfs de aandacht ver over de grenzen van het kleine land en werd aan buitenlandsche hoven en kanselarijen besproken. De Lippische troonstiijd, die in 1895 uitbrak, is oorspronkelijk een familie strijd tusschen de in Detmold regee rende hoofdlinic en de beide grafelijke zijtakken Lippe-Biesterfeld en Lippe- Weissenfeld. Eerst toen er zekerheid bestond, dat de hoofdlinie zonder man nelijke erfgenamen zou uitsterven, nam de familiekwestie een staatkundig ka rakter aan. Als laatsttc regeerende vorst stierf in 1895 vorst Woldemar. Zijn eenige broeder, prins Alexander, die sinds vele jaren in een inrichting voor gees teszieken \erplecgd werd. kwam voor de troonsopvolging niet in aanmerking. Er waren toen drie pretendenten voor den Lippischen troon: het vorstelijk huis Schaumlnirg-Lippe en de grafe lijke takken Bicstcrfeld en Weissen feld. Het zou ons tet ver voen?.i de aanspraken, welke elk der pretenden ten meende tet kunnen doen gelden, hier uiteen te zei ten. In de Lippische archieven kan men daarover een schat van literatuur vinden. Het probleem werd hij een scheidsgerecht, onder voorzitterschap van den Koning van Saksen, aanhangig gemaakt en na een langdurige procedure word de linie Lippe-Biesterfeld, graag van Schwalen- berg cn van Sternberg enz., den Lippi schen troon. Hij heeft zich een buiten gewone populariteit weten te verwer ven en een standbeeld in het Detmol- der slotpark getuigt nog van de ver* eering, welke zijn onderdanen hem toedroegen. Ernst had twee zoons: de oudste, Leopold en de jon* gcre, prins Bernhard. Leopold volgde hem in 1905 als vorst van Lippe op en regeerde tot 1918. De revolutie*golf, welke bij het einde van den wereld* oorlog over Duitschland ging en het keizerrijk cn alle ko* ninkrijken en vorstendom* men wegvaagde, maakte aan zijn bestuur een einde. Thans woont hij teruggetrokken en eenvoudig op het oude slot in Detmold. Zijn broeder Bernhard is de vader van den verloofde van onze Prinses. Lippe-Biesterfeld in later tijd GRAAF ERNST, die in 1 l-f-lbp den Lippischen troon kwam. woonde in het slot Obercassel met het daar bij behoorendc oude klaaster Heister- bach. In het park van Ileisterbach be vindt zicli ook het mausoleum van de hoeren zur Lippe-Biesterfeld. De latere vorst Leopold en zijn broe der, prins Bernhard, werden beiden in Obercassel geboren. Hun jeugd brachten de beide prin sen voor een groot gedeelte door op het kasteel Neudorf bij Bentschen in het tegenwoordige Polen, een bezitting der familie. Leopold en Bernhard gingen zoo als gewoonte was bij de zoons van vor- stclijken huize in militairen dienst. Leopold werd officier bij de garde- uhlancn in Potsdam en Bernhard bij de huzaren. De militaire loopbaan van Leopold nam vrij spoedig een einde, omdat hij in verband niet de troonsopvolging in Lippe zijn ontslag nam. Prins Bernhard was en bleef officier. Prins Bernhard was en bleef officier. Na de troonsbestijging van zijn vader werd hij overgeplaatst naar het hu- zarenregiment „Keizer Nikolaas van Rusland" in Paderborn, waardoor hij in de nabijheid van het ouderlijk huis en van het Lippische volk bleef. Aan het leven van dit volk, aan de landelijke genoegens van de bewoners zoowel als aan de cultureele zijde van het landsbestuur nam hij steeds met groote opgewektheid deel. Ook hij mocht zich in een groote populariteit verheugen. Zijn natuurlijke gemoede lijkheid, zijn uitgesproken sympathie

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 1