EEN NASPEL VAN EEN TORPEDEERING Koninklijk bezoek aan de manoeuvres GEEN RUSTIGE NACHT HOLL. STOOMBOOT MIJ. TEGEN DEN STAAT UIT DE STAATSCOURAN1 MIDDEN IN HET gevechtsterrein Dood door schuld Ook schuld bij den aangeredene VLIEGTUIGEN IN HET DUISTER Bestrijding van lucht aanvallen DAGORDER VAN DEN COMMANDANT VELDLEGER Na beëindiging der manoeuvres 3c BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 25 SEPTEMBER <936 Chèèque van een half millioen Mark zoekgeraakt op het gezantschap te Berlijn 's-GRAVENHAGE, 24 Sept. In 1916 Ia het stoomschip „de Berkelstroorn ,van de N.V. Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam door een Duitsche duikboot getorpedeerd, voor welk feit Duitschland tot een schade vergoeding van 570.000 mark werd ver oordeeld. Dit bedrag is indertijd door de Nederlandsche Regeering namens de Hollandsche Stoombootmaatschappij ge ind. Pas in 1921 heeft de regeering het bedrag aangeboden aan de maatschap pij, maar toen was de gedeprecieerde mark practisch niets meer waard, zoo dat de maatschappij hiermede geen genoegen nam. Bij de Haagsche rechtbank stelde de maatschappij toen een vordering in te gen den Staat van 160.000 in verband met den koers van 1919. De rechtbank heeft toen een bedrag van 15.000 toe gewezen. Van beide zijden is men in hooger beroep gegaan en heden zijn voor het Haagsche Gerechtshof de pleidooien in .deze zaak gehouden. Voor de N.V. Hollandsche Stoomboot maatschappij trad op prof. mr. F. A. Molster uit Amsterdam, voor den Staat mr. J. Wolterbeek Muller te 's-Graven- hage. Prof. Molster zette uiteen, dat de Ne derlandsche regeering slechts optrad bij [ivijze van bemiddeling. Do Staat zegt ook, het geld ontvangen te hebben, maar de Duitsche regeering verklaarde het bedrag schuldig te zijn aan de maatschappij. Het geld kwam dus (direct in het vermogen der maatschap pij, al was het Nederlandsche gezant schap te Berlijn tusschenpereoon. De Duitsche regeering zou nooit genoegen genomen hebben met een quitteering, waarhij niet do ontvangst gemeld werd ,van het bedrag namens of door de Stoombootmaatschappij. De Staat be weert nu niet gekwitteerd te hebben voor de eischeresse, maar al zou dat waar zijn, dan nog raakt dit de ver houding niet tusschen vertegenwoordig- ide en vertegenwoordiger. In Februari 1921 ontving do maat schappij pas bericht van de regeering, dat het bedrag ontvangen was en ter beschikking stond van de maatschap pij. Voor deze nalatigheid is de Staat aanpsrakelijk. De maatschappij leed namelijk groot verlies door de daling van de mark. De regeering zou het be- Idrag per chèque ontvangen hebben. .Waarom heeft zij deze chèque niet on middellijk geïncasseerd of ter beschik king gesteld van de maatschappij? Wel ks rechlnormen moeten hier nu worden toegepast? De Staat stelt de niet-ont- vankelijkheid voor, onder meer op grond, dat de grondslag der vordering niet beheerscht wordt door het Burger lijk Wetboek. Deze stelling bestreed pleiter. De Staat is hier als ieder burger opgetre den. Pleiter zeide verder aan de hand van het B. VV., dat de lasthebber on middellijk de ontvangen chèque had moeten verantwoorden. Nergens staat idat met die verantwoording gewacht moet worden tot er om gevraagd wordt door den lastgever. Ware er wèl om gevraagd, wat zou het verschil geweest? De chèque was zoek, zegt de Staat. Die had de Staat dus niet meer kunnen afgeven. Op 9 Maart 1920 is om het geld gevraagd. De recht bank zegt nu, dat de Staat tot dien da tum niets heeft behoeven tc betalen. Pleiter is het hiermede niet eens. De Staat trad wel belangeloos op, maar dit ontsloeg hem niet van de verplichting om direct af te rekenen na ontvangst Van de chèque. Do Staat oordeelt, dat hier publiek recht van toepassing is. Dit aangeno men, is er geen geschreven recht, dat zegt, hoe in zoo'n geval gehandeld moet worden. Het is echter onmogelijk een regel te formuleeren volgens welken het er niet toe zou doen hoe de Staat handelt maar hij steeds vrij-uit zou gaan. Zulk een rechtsregel verwachtte plei ner in 's Hofs arrest niet. Mr. Wolterbeek Muller wees erop, 'dat toen in 1919 de Hollandsche Stoom bootmaatschappij het verzoek aan de Nederlandsche regeering deed, de vrede er nog niet was. Het was de bedoeling, dat de regeering hier tegenover een andere regeering zou staan. Van een normale verhouding tusschen lastgever en lasthebber is hier geen sprake. Op 30 Januari 1919 kwam een chèque van de Duitsche regeering aan op het Ne derlandsche gezantschap, getrokken op de Duitsche Rijksbank. Veertien maan den later kwam de maatschappij op deze zaak terug. Zij was de heele kwes tie vergeten geweest. Intusschen bleek, dat aan het gezant schap de chèque zoek was. Het was ook mogelijk, dat het 6chip gerempla ceerd zou worden. Het ware dus moge lijk. dat de Hollandsche Stoomboot maatschappij opzettelijk de chèque liet rusten. Nimmer is verzocht het bedrag in guldens om te zetten. De Staat had dit niet uit eigen beweging kunnen doen, want dan zou hij gespeculeerd hebben. Men wil nu de schade, ontstaan door het zakken van de mark schuiven op den Staat der Nederlanden. Pleiter wierp nu twee vragen op: le. Is het Burgerlijk Wetboek hier van toepassing? 2e. Zoo ja. hoe moet het worden toe gepast? Pleiter bestreed do b^chouwingen van prof Molster over den aard civiel en publiek recht en haalde o.m. aan het bekende strooppotarrest van den Hoogen Raad, volgens hetwelk art. 1401 B. W. alleen van toepassing is op het gewone verkeer tusschen burgers en tusschen burgers en den Staat voor zoover de Staat ook als burger is opge treden. Pleiter meende hieruit te kunnen concludeeren, dat hetzelfde het geval is met het artikel betreffende de lastge ving. Pleiter, die zich een leerling noemde van den ouden prof. Oppen- heim, was in tegenstelling met prof. Molster van oordeel, dat wij een ont wikkeling zien van het publiek recht ten koste van het privaatrecht. Wan neer het hier nu eenvoudig gold het nakomen van verplichtingen, zou men aan het Burgerlijk Wetboek kunnen denken. De Staat gedroeg zich immers niet als een particulier incasseerder, maar als de behartiger van de belangen zijner onderdanen. Gesteld echter, dat pleiters betoog onjuist zou zijn, wat zou dan de con sequentie zijn? Er zou een ingebreke stelling moeten zijn geweest, maar die was er niet. De maatschappij had zelf ook de heele zaak vergeten. Ten slotte weersprak pleiter hetgeen prof. Molster zeide over het ongeschre ven publiek recht. Men kan nïet met scherpte van rechlen optreden tegen den Staat, die het beroep van incas seerder niet als beroep uitoofent. De president bepaalde de uitspraak op 29 October. 's-GRAVENHAGE, 2-i September. Bij Kon. Besluit van 14 September 1936 is verleend de eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in goud, aan A. C. Molsert, beücdigd taxa teur en afslager van hot venduhuis der notarissen te 's-Gravenhage. Bij K.B. is, met ingang van 1 October 1936, de technisch-hoofdambtenaar-titu- lair van den Rijkswaterstaat W. A. de Jonge, te Maastricht, benoemd tot tech nisch hoofdambtenaar van den Rijks waterstaat in vasten dienst. Bij K.B. is aan Dr. L. Rosenkrantz, vice-consul der Nederlanden te Licpaja (Libau) den persoonlijken titel van Consul der Nederlanden verleend. Bij beschikking van den Minister van Staat, Minister van Defensie a.i., is de luitenant ter zee der le klasse Jhr. G. A. Berg, 1 October 1936 geplaatst te Hel- lovoetsluis. Bij beschikking van den Minister van Financiën is ingetrokken de verplaat sing van den ontvanger der directe be lastingen, enz. M. H. de Roo, van het kantoor Wamel naar het kantoor Ap- pingedam en is de ontvanger der di recte belastingen, enz. F. van der Wei de verplaatst van het kantoor Texel naar het kantoor Appingedam. Bij beschikking van den Minister van Landbouw en Visschcrij zijn voor het tijdvak van 1 October 1936 tot 1 October 1937 wederom benoemd tot leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool to Em- men A. Russchen te Noordbargc, gem. Emmen, en H. J. Vrielink, te Emmon. De Brabantsche bevolking ont« vangt de vorstelijke personen op hartelijke wijze ROOSENDAAL, 2* Sept. Do laat ste dag der manoeuvres in Noord Brabant is opgeluisterd door een bezoek van H. M. de Koningin aan het Westelijk gedeelte van het manoeuvre-gebied. De groote verras sing van dit bezoek was, dat de Ko ningin vergezeld werd door Prin ses Juliana en Prins Bcrnhard, zoo dat de bevolking van Westelijk Noord-Brabant een onverwachte ge legenheid kreeg om het jonge paar voor de eerste maal te begroeten, wat met echt Brabantsche harte lijkheid geschieddn. Zooals kort tevoren bekend was ge worden, zou de Koninklijke trein van morgen te 7.12 uur aan het station Et- ten-Leur aankomen. Ondanks het vroe ge uur, hadden zich reeds vele men- schen uit den omtrek voor het lande lijke stationnetje verzameld. Ter begroe ting waren aanwezig de commandant van het veldleger, luitenant-generaal Jhr. Róell, die dc Koningin, en de commandant der lichte brigade, gene- raal-majoor Fabius, die de Prinses en Prins Bernhard zouden rondleiden. Ver der dc burgemeester van Et ten-Leur, de heer Hamilton, kapitein Koopmans van dc militaire politie, kapitein van Al phen van de marechaussee en kapitein Tielens, commandant van de vierde di visie der rijksveldwacht uit den Haag. De koninklijke auto's arriveerden kort voor aankomst van den trein, die reeds vroeg was vertrokken van het rustiger emplacement bij Riel, ten zui den van Tilburg, waar de nacht in de koninklijke rijtuigen was doorgebracht Precies op tijd kwam de trein aan en de Koningin was de eerste, die op het perron stapte, waar zij door de wachtende heeren werd begroet. Zij was gekleed in een grijs mantelpak, evenals prinses Juliana, die onmiddel lijk na de Koningin uit den trein kwam, gevolgd door prins Bernhard. die bloots hoofd was en een bruin colbertcostuum droeg. Het gevolg bestond uit freule Schim- melpenninck van der Oye, hofdame der Koningin, freule van Heemstra, hofda me der Prinses, vice-admiraal Bau- duin, chef van het militaire huis, gene- raal-adjudant de Jonge van Halen, ka pitein Phaff, adjudant der Koningin en luitenant van Kimschot, ordonnansof ficier. De Koningin met haar hofdame nam in de eerste auto plaats waarvan de kap was geopend, terwijl Prinses Julia na en Prins Bernhard plaats namen in de daarachter rijdende gesloten auto. Toegejuicht door de voor het station verzamelde bevolking zette de stoet zich in beweging en begon de tocht door het veronderstelde „oorlogsgebied". Het weer werkte prachtig mede. Maar elke verlaten zandweg, elk vre dig heidepad bleek op zijn bermen, in zijn greppels of achter zijn akkermaals hout het gevaar te verbergen in de ge daanten van knielenden, met het ge weer in den aanslag, of de mitrailleuse in gevechtspositie, opgestelde blauwe of roode troepen. In de dorpen en op den straatweg was het bovendien een druk verkeer van met groen gecamoufleerde auto's trekkende afdeelingen, ordonnan sen te fiets, te paard of op den motor, terwijl men overal in het bosch of op de hei patrouilleerende of tiraillcerende secties tegenkwam. Door dit gebied, waar men herhaaldelijk het knallen der geweerschoten of het ratelen der machinegeweren hoorde, bewoog zich de Koninklijke stoet die ten Zuiden van Etten voor de eerste maal halt hield bij een commandopost der roode troep, waar den hoogen bezoeksters een overzicht werd gegeven van de positie der roode. zoowel als der blauwe troe pen. welke uiteenzetting bijna tegelij kertijd practisch werd geïllustreerd door een aanval op de roode stellingen door de blauwe troepen, die echter wer den teruggedreven. ia de stellingen onder Sprundel ging het verder naar Rucphen, waar in de kom van het dorp, dat in het bezit der blauwe troep bleek te zijn, de bij de ma- noei 'res aanwezige militairo attachés der vreemde mogendheden waren aan gekomen, die hier aan het Koninklijk gezelschap werden voorgesteld. Zoowel de Koningin als de Prinses cn Prins Bernhard onderhielden zich eeni- gen tijd met de buitenlandsche atta- ché's, waarna de majoor Rees, die hier het commando voert, een overzicht van de positie zijner troepen gaf. Buiten Rucphen stapte de Koningin nog eenige malen uit den auto om ver schillende stellingen in oogenschouw te nemen. Telkens als het hooge gezel schap de auto's verliet, droeg een ser geant der grenadiers den Koninklijken Veldstandaard met de Vorstelijke per sonen mede. Plots werd de aandacht getrokken door zwaar brommen van motoren en toen men omhoog keek zweefde, tot ieders verrassing, het uit Zuid-Amerika terugkeerende luchtschip „Hindenburg in de blauwe lucht om geleidelijk waziger wordend in de nog omhoog stij gende nèvels in oostelijke richting te verdwijnen. De Koningin bezichtigde het tusschen het struikgewas opgestelde luchtdoelge schut, dat haar tot in onderdoelen ge demonstreerd werd, behoudens dan dat niet in werkelijkheid ermede werd ge schoten. Ook verder op den weg, wederom in de buurt van Rucphen, was het het ge schut dabde aandacht van de Koningin trok. Langdurig werden de hier opgestelde vijftien c.m. houwitsers van het regi ment motorartillcrie uit Naarden beke ken. Bij de kruising van den weg nabij Scherpenburg onder Rucphen werd op nieuw halt gehouden. Ditmaal viol hier echter niets te bezichtigen. Toch stopte de Koninklijke Stoet om begroet te wor den door den minister-president a. i. minister van oorlog, dr. H. Colijn, die hier juist was aangekomen in gezel schap van een aantal leden der leger- commissie van Eerste en Tweede Ka mer, o.a. de heeren Bogaert, Knotten belt en K. ter Laan. Reeds toen scheer den eenige verkenningsvliegtuigen, die kennelijk tot de roode troepen behoor den, over het door do blauwen bezette terrein, en nauwelijks was de Ko ninklijke stoet oven verder gereden en op een open weggedeelte gekomen, waar men een groot gedeelte van den hemel kon waarnemen, of een rood escadrille verscheen boven dc blauwe stellingen, die door de laag over de Koninkl. stoet heen kruisende vliegtuigen gebombar deerd en beschadigd werden. De Ko ningin liet de stoet halt houden om dit schouwspel des te beter te kunnen gadeslaan en de Prinses en haar ver loofde keken door het geoponde dak van den auto heen naar het luchtschouw- spel, dat nog interessanter werd, toen een escadrille blauwe jagers verscheen en zich een luchtgevecht ontwikkelde dat slechts korten tijd duurde, waarna de roode vliegtuigen het gevechtsterrein verlieten. Nieuwe legeraanwinsien Op den weg tusschen Rucphen en Klundert werd nogmaals halt gehou den ter bezichtiging van de nieuwe in- fanteriekanonnen van het regiment grenadiers te 's-Gravenhage. Dicht bij Zundert ontmoette men op den weg de gevechtswagens „Wisent" en „Buffel", die eveneens in oogen schouw werden genomen, doch welke indruk overtroffen werd door de mo dernste pantserwagens, waarover het leger beschikt, die men even later to gen kwam. Op een vrij gemaakt weg gedeelte demonstreerde de commandant van een dezer wagens, luitenant Steen bergen, van het escadron pantserwa gens uit 's-Hertogenbosch, deze nieuwe aanwinst voor ons leger, o.a. door in verschillende richtingen met de mi trailleurs te vuren waar uit bleek, hoe snel en zuiver de draaibare koepel be diend kan worden. Enkele minuten hiervandaan werd halt gehouden bij het landgoed „De Moeren" onder Zundert van mr. van der Hoeven, .waar de Koningin, de Prinses en de Prins met haar gevolg uitstapten, om eenige rust te nomen in een der prachtige lommerrijke lanen van dit landgoed. Van kwart voor elf tot kwart over elf duurde deze rustpoos. Toen was het echter te laat geworden voor de verdere afwerking van het voorgenomen pro gramma, dat een groote teleurstelling beteekendc voor de bevolking van Zun dert, die roods in dichte hagen langs clen weg door het dorp stonden ge schaard. In plaats van onder Zundert werd rechtstreeks naar Roozendaal ge reden, waar do gehecle bevolking op de been was, omdat het vaststond, dat van wege het vertrek van den Koninklijken trein het hooge gezelschap hier met zekerheid zou komen. Marechaussee en politie hadden voor een goede afzetting gezorgd en toen de Koninklijke auto's kort voor twaalf uur in het stadje verschenen werden zij met daverend gejuich begroet en aller- wege klonk het: „Lang zullen zij le ven", terwijl op enkele plaatsen de op gestelde schoolkinderen het Wilhelmus zongen. Ook op het station verdrongen zich honderden menschen doch het laatste gedeelte van het eerste perron, waar de Koninklijke rijtuigen gereed stonden, was vrijgehouden. De militaire autori teiten, die het gezelschap hadden verge zeld, namen afscheid, terwijl hier te vens aanwezig waren do Commissaris der Koningin in de provincie Noord- Brabant, baron van Rijckevorssel en do burgemeester van Roozendaal de heer Prinsen. Spoedig daarna werden de Ko ninklijke rijtuigen aan den gereedstaan- den trein gekoppeld en toegejuicht door de menigte zette deze zich te 12.09 uur in beweging. In den loop van den middag zal de Koningin met gevolg te Apeldoorn aan komen, vanwaar zij naar het Loo zal terugkceren. Te Breda BREDA, 24 Sept. Op hun terugreis naar Het Loo arriveerden de vorstelijke personen te 12.20 uur op het station Breda, alwaar liet Oranje-comité met burgemeester Van Slobbe aan het hoofd was opgesteld. De vorstelijke personen waren juist bezig de lunch te gebruiken, doch zij lieten onmiddellijk de raampjes zakken. De leden van het Oranje-comité hie ven daarna het Wilhelmus aan, dat door de overige aanwezigen spontaan werd meegezongen. Prinses Juliana en Prins Bernhard vertoonden zich vervol gens eveneens voor het open raam van het salon-rijtuig en wuifden de talrijke menigte hartelijk toe. Na een oponthoud van eenige minu ten verliet de Koninklijke trein lang zaam het stations-emplacement, enthou siast door do duizendkoppige menigto toegejuicht. Te Tilburg TILBURG, 24 Sept. Het voorbij rijden van de Koninklijke trein heeft in Tilburg aanleiding gegeven tot een werkelijk grootsche huldiging. Duizen den personen stonden op het eerste perron, toen de trein te 10 minuten over 1 langzaam onder de overkapping aan het tweede perron voorreed. De Veree- niging voor Vreemdelingenverkeer en de Oranje-vereeniging „Tilburg Voor uit" hadden vlaggetjes uitgedeeld, waarmede men de vorstelijke personen toezwaaide. Prinses Juliana en Prins Bernhard stonden voor het open coupé raam om de hulde der Tilburgers in ontvangst te nomen. Er werden luide „hoera's" aangeheven ter eere van de Prinselijke verloofden en de Koningin. Het Wilhelmus werd gezongen, toen de trein na drie minuten oponthoud in de richting Den Bosch vordween. Prinses Juliana cn Prins Bernhard hieven, totdat de trein uit het gezicht verdwenen was, dc menigte uit het coupéraam toewuiven. Ook bij het viaduct aan den Bosschen weg cn op andere plaatsen waar de spoorbaan voor het publiek zichtbaar is, stonden veel menschen om den Koninklijken trein gade te slaan. Secretaris der K.L.M. staat terecht 's-HERTOGENBOSCH, 24 Sept. Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch werd behandeld de zaak tegen L. S„ secretaris van de K.L.M.wonende te 's-Gravenhage, die zich te verantwoor den had wegen6 het veroorzaken van dood door schuld. Op 25 April van dit jaar reed S. mot een personenauto van Oirschot naar Best met een snelheid van 70 KM. per uur. Voor hem uit reed een wielrijder genaamd H. van der Sande, die plotseling den weg over stak, met het gevolg, dat hij door de auto van S. werd gegrepen. Eenige oogenblikken later overleed de man aan de bekomen verwondingen. Do ver dachte ontkende alle schuld cn beweer de, dat het ongeluk te wijten was aan den fietser. De officier van justitie echter vond de schuld van den verdachte wettig en overtuigend bewezen maar, daar de wielrijder ook niet van alle 6chuld was vrij te pleiten wilde de officier noch gevangenisstraf eischen. noch intrek king van het rijbewijs. Hij eischto een geldboete van twee honderd gulden subs, drie maanden hechtenis. De verdediger pleitte vrijspraak. 20.000 VATEN HARING NAAR RUSLAND 's-GRAVENHAGE, 24 Sept. Het stoomschip Oussouri komt a.s. Zater dag te Rotterdam en zal Maandag 28 on Dinsdag 29 September 14.000 vaten haring inladen, met bestemming naar Rusland. De resteerende 6000 vaten zullen worden verscheept met een boot welke vermoedelijk 3 October a.8. te Rotterdam zal aankomen. Er is met groot entrain aan de legeroefeningen deelgenomen (Van onzen -redacteur) T S er iets heerlijkers te bedenken dan een lekker warm bord soep op een kouden morgen in de vroeg te. wanneer men al ruim een uur op stap is en de herfstzon juist do overwinning behaald heeft op de kille nevelen, die de aarde bedek ken? De legerleiding weet wel, wat goed is voor de soldaten en het was me een oprechte vreugde, daarvan te mogen medeprofiteeren in den ochtend van den laatsten dag van deze legeroefeningen. De troep was er al mee verkwikt, doch de mena gemeester had nog wel een dam pend bordje over. Wie dicht er eens een ode aan de heete soldatensoep met zijn substan- tieelen rijstebrijberg en de lokkende stukjes vlcesch, die er als sappige heerlijkheden in rond drijven? Meestal vormt soep niet het meest begeerde maal in den morgen, maar in omstan digheden als deze zou men niets beters kunnen denken. Iets voedzaams en warms sméékt tijdens do manoeuvres. Nu was het wel erg vroeg geweest, toen de soep gereed was, want de beide partijen waren al voor zonsopgang in de weer. De menagemeesters hebben het waarlijk niet minder druk, dan do aan den strijd actief deelnemende sol daten, want nauwelijks is des avonds aan den laatste koffie verstrekt, of de soep moet al weer worden gereed ge maakt. Zoo hebben ook zij en het ge- heele personeel der keukenwagons twee nachten achtereen geen rust gekend. De manoeuvres zouden immers onaf gebroken 36 uur duren, van midder nacht tusschen Dinsdag en Woensdag tot Donderdagmiddag 12 uur. Maar den laatsten nacht is de strijd niet even intensief voortgezet als overdag. Om beurten hebben de soldaten wat kun nen rusten, doch er moest toch gere geld voeling worden gehouden mot den vijand, waarbij nog wel eens een echot gelost is ten teeken van waakzame aan wezigheid. Beide partijen hadden be- hoofte aan rust en zoo werd de strijd pas eerst goed ract zonsopgang hervat. In den nacht hebben de soldaten in hun „hondenhokjes" geslapen, de zeil tjes, die als eenpersoons-tentje kunnen worden Ingericht en die sinds kort tot hun uitrusting behooren. Een rustige nacht Is het voor nie mand geweest. Daarvoor zorgden de vliegtuigen van do luchtvaartafdee- ling, die aan deze oefeningen ten getale van ongeveer dertig deelna men. In dezen maanloozen sterren nacht bleef steeds het dreigende gerucht de lucht vervullen, dan weer zwakker. Als meteoren bewo gen de sterrenlichtjos der jagers en verkenners langs den hemel, zoek lichten speelde met hun felle stra len zoekend door de ruimte, die plotseling 3oms in holle klaarheid tot in grooten omtrek verlicht werd door sterke lichbommen. Neen, rustig is het voor geen van beide partijen geweest dezen nacht. Terwijl in den prillen morgen de ne vels langzaam voor het zwakke zon licht weken, was men op den weg tus schen Etten en Roosendaal al weer met den strijd begonnen. De blauwe partij rukte op uit het Westen en hernam langzamerhand het terrein, dat de an deren den vorlgen dag hadden ver overd. De soep had de mannen ver kwikt, zoodat ze met nieuw entrain hun taak weer opvatten. Over den weg trokken infanteristen een batterij van 6 c.M. veldgeschut, die anders door paarden of motoren wordt voortbewo gen. Zoo kon het stuk echter sneller in stelling worden gebracht om bij den opmarsch op het gewcnschte oogenhlik tc kunnen ingrijpen. Door de velden slopen andere soldaten nader, grijze mannen in gebukte houding voortschrij dende met het geweer in den aanslag. Flarden van damp bleven om hen heen hangen en onttrokken hen zoo nu en dan bijna geheel aan het oog. Flauw teekenden hun figuren zich af tegen den pitoresken achtergrond van groene houtwallen en weiden. Toen het zicht een beetje beter werd, begon ook de artillerie een woordje mee te spreken. Achter de fronten waren houwitsers en zware stukken veldge schut opgesteld, die de troepen aan de voorste linies moesten steunen. Boom takken dienden als camouflage voor eventuecle luchtaanvallen en over de batterijen van het nieuwe 10 c.M. veld geschut, dat. tot op 17 kilometer doel weet te treffen, waren netten gespreid, al naar gelang van de omgeving met een zandkleurige of groene bedekking Het bleek thans ook weer opnieuw, dat deze camouflages het geschut voor vliegtuigen onzichtbaar maken. Ook actief werden de luchtaan vallen bestreden. Op verschillende plaatsen waren batterijen luchtaf weergeschut opgesteld, die hardnek kig de onder haar bereik komende vliegtuigen van den vijand aanvie len. Het zijn stukken geschut van 7 c.M. of 8 c.M., die op hun onder stellen blijven staan en ln korten tijd in stelling kunnen worden ge bracht. Tot op 5500 meter houden 's-GRAVENHAGE, 21 September. De leider van de Icgerocfening, luite nant-generaal Jhr. W. Roöll, comman dant van het veldleger, heeft heden uit het hoofdkwartier Princenhage de vol gende dagorder doen verspreiden: „Bij het einde dor legerocfening betuig ik allen daarbij ingcdecldcn troepen en anderen daaraan mede gewerkt hebbenden militairen mijne bijzondere tevredenheid voor de toe wijding en opgewektheid, bij de van hen gevergde diensten en vermoeie nissen betoond. Ik gedenk met weemoed den ka meraad, bij de uitvoering van zijn dienst gevallen, en zijn gezin, en Ik spreek mijn besten wensch uit voor het herstel van hen, die ongeval of ziekte beliepen. Do hooge eer, welke Hare Ma jesteit de Koningin ons heeft wil len bewijzen, de legeroefening in te genwoordigheid van Hare Koninklij ke Hoogheid Prinses Juliana en Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bomhard von Lippc-Biestcrfeld, ge deeltelijk bij te wonen en te bezich tigen, zal het geheele veldleger eone aansporing te meer zijn, op den weg van trouw aan het Huis van Oranje, plichtsbetrachting en dienstijver voort te blijven gaan. Leve de Koningin. Leve het Huis van Oranje". ze zich de vliegtuigen van het lijf, als ze met oorverdoovende knallen hun welgemikte projectielen de lucht in braken. „Vliegtuig", roept de waarnemer, wanneer wederom een gevaarlijke vogel aan den hemel verschijnt. Soldaten aan den afstandsmeter ne men den lucht vijand in hun vizier. Zj draaien met dc snel bewegende machi ne mee, onderwijl de lenzen instellende om zoo den afstand, welke hen ervan scheidt, af te lezen. Tot op 10 kilometer is zoo deze afstand nauwkeurig te me ten. liet resultaat wordt snel medege deeld. Tegelijkertijd heeft ook do cen trale post, het vuurleidingstoestel, het beeld van den zwenkenden en manoeu- vrecronden vijand in de brandpunten van zijn lenzen opgevangen. Telefonisch worden de manschappen aan de stuk ken met korte bevelen, als in code on derricht, zoodat zij zuiver kunnen rich- ton. Dan barsten tegelijk de schoten los op het centrale bevel, vurige stralen stuwend in de richting van den ron kenden vogel daarboven, die in oorlogs tijd door granaten wordt bestookt. Zoo kunnen de batterijen, die telefo nisch met de centrale post zijn verbon den, 10 schoten per minuut afgeven, waarvan er een of meer met zijn in do lucht uitcenspringendo scherven do vliegmachine letsel zullen toebrengen Do moderne batterijen van 8 c.M. zijn electrisch met de centrale post verbon don en daarmee kan men elke 2 secon den per kanon een granaat de lucht in slingeren. Ook deze hebben aan de oefo ningen meegedaan. Dan verdwijnen do ronkende mechanische vogels weer in de verte. Een luchtaanval is afgesla gen. Het slot van deze legeroefeningen heeft nog tot enkele hardnekkige go- vechten geleid. Een batterij houwitsers van de blauwen werd onvorhoeds door een patrouille van de rooden met een mitrailleur bij Sprundel overvallen. Tja, de blauwen konden niet zoo gauw den mitrailleur, dien ze te hunner be scherming bij zich hadden, in stelling brongen en met eon houwitser kan men alleen maar met een boog op grooten afstand raken. Dus werden deze zware stukken geschut triomfantelijk door de infanteristen buit gemaakt, die er wel iswaar niet maar zoo mee konden weg wandelen, doch er wel voor zorgden, dat ze de hunnen geen kwaad meer konden doen. Vlak voor Etten werden tegen het middaguur onder groote belangstelling der bevolking de laatste gevechten ge leverd. Voor het laatst knetterden hier de geweren en ratelden de mitrailleurs. Een stuk veldgeschut van 6 c.M. spuw de zijn schoten over den grooten rijks weg met zulke knallen, dat een klein poesje in de nabijheid er telkens schichtig van ineen kromp. Tusschen de kerktoren van Etten, waaronder een der regimentscommandanten zijn bu reau had, en een molen, in welks na bijheid een bataljoncommandant wa9 gelegerd, flikkerden de stralen der lichtseinen onophoudelijk heen en weer. In de verte dreunden de kanon schoten en erboven bromden vliogtui- Spn in de grije lucht. En toen. om twaalf uur. was do oefe ning beëindigd. De soldaten zoowel als de officieren, die aan beide zijden met groot entrain on een zichzelf niet ont ziende plichtsbetrachting eraan hadden deelgenomen, hadden de rust wel ver- idend. De belangstelling vnn do Ko ningin en van Prinses Juliana en Prins Bernhard, over wier bezoek gis teren reeds uitvoerig is gemeld, heeft aan dezen laatsten dag een bijzonder karakter gegeven. Deze belangstelling werd overal hoogelijk gewaardeerd; zij heeft de militairen tot nieuwe inspan ning aangespoord on zoo is nu ook weer gebleken, hoe ons leger in al zijn ge ledingen den plicht tot getrouwheid aan vaderland cn vorstenhuis niet als een Ijdel .woord opvat.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 9