EEN NASPEL VAN EEN
TORPEDEERING
Koninklijk bezoek
aan de manoeuvres
GEEN RUSTIGE NACHT
HOLL. STOOMBOOT
MIJ. TEGEN DEN
STAAT
UIT DE STAATSCOURAN1
MIDDEN IN HET
gevechtsterrein
Dood door schuld
Ook schuld bij den
aangeredene
VLIEGTUIGEN IN
HET DUISTER
Bestrijding van lucht
aanvallen
DAGORDER VAN
DEN COMMANDANT
VELDLEGER
Na beëindiging der
manoeuvres
3c BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 25 SEPTEMBER <936
Chèèque van een half millioen
Mark zoekgeraakt op het
gezantschap te Berlijn
's-GRAVENHAGE, 24 Sept. In 1916
Ia het stoomschip „de Berkelstroorn
,van de N.V. Hollandsche Stoomboot
Maatschappij te Amsterdam door een
Duitsche duikboot getorpedeerd, voor
welk feit Duitschland tot een schade
vergoeding van 570.000 mark werd ver
oordeeld. Dit bedrag is indertijd door
de Nederlandsche Regeering namens de
Hollandsche Stoombootmaatschappij ge
ind. Pas in 1921 heeft de regeering het
bedrag aangeboden aan de maatschap
pij, maar toen was de gedeprecieerde
mark practisch niets meer waard, zoo
dat de maatschappij hiermede geen
genoegen nam.
Bij de Haagsche rechtbank stelde de
maatschappij toen een vordering in te
gen den Staat van 160.000 in verband
met den koers van 1919. De rechtbank
heeft toen een bedrag van 15.000 toe
gewezen.
Van beide zijden is men in hooger
beroep gegaan en heden zijn voor het
Haagsche Gerechtshof de pleidooien in
.deze zaak gehouden.
Voor de N.V. Hollandsche Stoomboot
maatschappij trad op prof. mr. F. A.
Molster uit Amsterdam, voor den Staat
mr. J. Wolterbeek Muller te 's-Graven-
hage.
Prof. Molster zette uiteen, dat de Ne
derlandsche regeering slechts optrad bij
[ivijze van bemiddeling. Do Staat zegt
ook, het geld ontvangen te hebben,
maar de Duitsche regeering verklaarde
het bedrag schuldig te zijn aan de
maatschappij. Het geld kwam dus
(direct in het vermogen der maatschap
pij, al was het Nederlandsche gezant
schap te Berlijn tusschenpereoon. De
Duitsche regeering zou nooit genoegen
genomen hebben met een quitteering,
waarhij niet do ontvangst gemeld werd
,van het bedrag namens of door de
Stoombootmaatschappij. De Staat be
weert nu niet gekwitteerd te hebben
voor de eischeresse, maar al zou dat
waar zijn, dan nog raakt dit de ver
houding niet tusschen vertegenwoordig-
ide en vertegenwoordiger.
In Februari 1921 ontving do maat
schappij pas bericht van de regeering,
dat het bedrag ontvangen was en ter
beschikking stond van de maatschap
pij. Voor deze nalatigheid is de Staat
aanpsrakelijk. De maatschappij leed
namelijk groot verlies door de daling
van de mark. De regeering zou het be-
Idrag per chèque ontvangen hebben.
.Waarom heeft zij deze chèque niet on
middellijk geïncasseerd of ter beschik
king gesteld van de maatschappij? Wel
ks rechlnormen moeten hier nu worden
toegepast? De Staat stelt de niet-ont-
vankelijkheid voor, onder meer op
grond, dat de grondslag der vordering
niet beheerscht wordt door het Burger
lijk Wetboek.
Deze stelling bestreed pleiter. De
Staat is hier als ieder burger opgetre
den. Pleiter zeide verder aan de hand
van het B. VV., dat de lasthebber on
middellijk de ontvangen chèque had
moeten verantwoorden. Nergens staat
idat met die verantwoording gewacht
moet worden tot er om gevraagd wordt
door den lastgever.
Ware er wèl om gevraagd, wat zou
het verschil geweest? De chèque was
zoek, zegt de Staat. Die had de Staat dus
niet meer kunnen afgeven. Op 9 Maart
1920 is om het geld gevraagd. De recht
bank zegt nu, dat de Staat tot dien da
tum niets heeft behoeven tc betalen.
Pleiter is het hiermede niet eens. De
Staat trad wel belangeloos op, maar dit
ontsloeg hem niet van de verplichting
om direct af te rekenen na ontvangst
Van de chèque.
Do Staat oordeelt, dat hier publiek
recht van toepassing is. Dit aangeno
men, is er geen geschreven recht, dat
zegt, hoe in zoo'n geval gehandeld moet
worden. Het is echter onmogelijk een
regel te formuleeren volgens welken
het er niet toe zou doen hoe de Staat
handelt maar hij steeds vrij-uit zou
gaan.
Zulk een rechtsregel verwachtte plei
ner in 's Hofs arrest niet.
Mr. Wolterbeek Muller wees erop,
'dat toen in 1919 de Hollandsche Stoom
bootmaatschappij het verzoek aan de
Nederlandsche regeering deed, de vrede
er nog niet was. Het was de bedoeling,
dat de regeering hier tegenover een
andere regeering zou staan. Van een
normale verhouding tusschen lastgever
en lasthebber is hier geen sprake. Op
30 Januari 1919 kwam een chèque van
de Duitsche regeering aan op het Ne
derlandsche gezantschap, getrokken op
de Duitsche Rijksbank. Veertien maan
den later kwam de maatschappij op
deze zaak terug. Zij was de heele kwes
tie vergeten geweest.
Intusschen bleek, dat aan het gezant
schap de chèque zoek was. Het was
ook mogelijk, dat het 6chip gerempla
ceerd zou worden. Het ware dus moge
lijk. dat de Hollandsche Stoomboot
maatschappij opzettelijk de chèque liet
rusten.
Nimmer is verzocht het bedrag in
guldens om te zetten. De Staat had dit
niet uit eigen beweging kunnen doen,
want dan zou hij gespeculeerd hebben.
Men wil nu de schade, ontstaan door
het zakken van de mark schuiven op
den Staat der Nederlanden.
Pleiter wierp nu twee vragen op:
le. Is het Burgerlijk Wetboek hier
van toepassing?
2e. Zoo ja. hoe moet het worden toe
gepast?
Pleiter bestreed do b^chouwingen
van prof Molster over den aard civiel
en publiek recht en haalde o.m. aan
het bekende strooppotarrest van den
Hoogen Raad, volgens hetwelk art.
1401 B. W. alleen van toepassing is op
het gewone verkeer tusschen burgers
en tusschen burgers en den Staat voor
zoover de Staat ook als burger is opge
treden.
Pleiter meende hieruit te kunnen
concludeeren, dat hetzelfde het geval is
met het artikel betreffende de lastge
ving. Pleiter, die zich een leerling
noemde van den ouden prof. Oppen-
heim, was in tegenstelling met prof.
Molster van oordeel, dat wij een ont
wikkeling zien van het publiek recht
ten koste van het privaatrecht. Wan
neer het hier nu eenvoudig gold het
nakomen van verplichtingen, zou men
aan het Burgerlijk Wetboek kunnen
denken. De Staat gedroeg zich immers
niet als een particulier incasseerder,
maar als de behartiger van de belangen
zijner onderdanen.
Gesteld echter, dat pleiters betoog
onjuist zou zijn, wat zou dan de con
sequentie zijn? Er zou een ingebreke
stelling moeten zijn geweest, maar die
was er niet. De maatschappij had zelf
ook de heele zaak vergeten.
Ten slotte weersprak pleiter hetgeen
prof. Molster zeide over het ongeschre
ven publiek recht. Men kan nïet met
scherpte van rechlen optreden tegen
den Staat, die het beroep van incas
seerder niet als beroep uitoofent.
De president bepaalde de uitspraak
op 29 October.
's-GRAVENHAGE, 2-i September.
Bij Kon. Besluit van 14 September 1936
is verleend de eere-medaille, verbonden
aan de Orde van Oranje-Nassau, in
goud, aan A. C. Molsert, beücdigd taxa
teur en afslager van hot venduhuis der
notarissen te 's-Gravenhage.
Bij K.B. is, met ingang van 1 October
1936, de technisch-hoofdambtenaar-titu-
lair van den Rijkswaterstaat W. A. de
Jonge, te Maastricht, benoemd tot tech
nisch hoofdambtenaar van den Rijks
waterstaat in vasten dienst.
Bij K.B. is aan Dr. L. Rosenkrantz,
vice-consul der Nederlanden te Licpaja
(Libau) den persoonlijken titel van
Consul der Nederlanden verleend.
Bij beschikking van den Minister van
Staat, Minister van Defensie a.i., is de
luitenant ter zee der le klasse Jhr. G.
A. Berg, 1 October 1936 geplaatst te Hel-
lovoetsluis.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is ingetrokken de verplaat
sing van den ontvanger der directe be
lastingen, enz. M. H. de Roo, van het
kantoor Wamel naar het kantoor Ap-
pingedam en is de ontvanger der di
recte belastingen, enz. F. van der Wei
de verplaatst van het kantoor Texel
naar het kantoor Appingedam.
Bij beschikking van den Minister van
Landbouw en Visschcrij zijn voor het
tijdvak van 1 October 1936 tot 1 October
1937 wederom benoemd tot leeraar aan
de Rijkslandbouwwinterschool to Em-
men A. Russchen te Noordbargc, gem.
Emmen, en H. J. Vrielink, te Emmon.
De Brabantsche bevolking ont«
vangt de vorstelijke personen
op hartelijke wijze
ROOSENDAAL, 2* Sept. Do laat
ste dag der manoeuvres in Noord
Brabant is opgeluisterd door een
bezoek van H. M. de Koningin
aan het Westelijk gedeelte van het
manoeuvre-gebied. De groote verras
sing van dit bezoek was, dat de Ko
ningin vergezeld werd door Prin
ses Juliana en Prins Bcrnhard, zoo
dat de bevolking van Westelijk
Noord-Brabant een onverwachte ge
legenheid kreeg om het jonge paar
voor de eerste maal te begroeten,
wat met echt Brabantsche harte
lijkheid geschieddn.
Zooals kort tevoren bekend was ge
worden, zou de Koninklijke trein van
morgen te 7.12 uur aan het station Et-
ten-Leur aankomen. Ondanks het vroe
ge uur, hadden zich reeds vele men-
schen uit den omtrek voor het lande
lijke stationnetje verzameld. Ter begroe
ting waren aanwezig de commandant
van het veldleger, luitenant-generaal
Jhr. Róell, die dc Koningin, en de
commandant der lichte brigade, gene-
raal-majoor Fabius, die de Prinses en
Prins Bernhard zouden rondleiden. Ver
der dc burgemeester van Et ten-Leur, de
heer Hamilton, kapitein Koopmans van
dc militaire politie, kapitein van Al
phen van de marechaussee en kapitein
Tielens, commandant van de vierde di
visie der rijksveldwacht uit den Haag.
De koninklijke auto's arriveerden
kort voor aankomst van den trein, die
reeds vroeg was vertrokken van het
rustiger emplacement bij Riel, ten zui
den van Tilburg, waar de nacht in de
koninklijke rijtuigen was doorgebracht
Precies op tijd kwam de trein aan
en de Koningin was de eerste, die op
het perron stapte, waar zij door de
wachtende heeren werd begroet. Zij
was gekleed in een grijs mantelpak,
evenals prinses Juliana, die onmiddel
lijk na de Koningin uit den trein kwam,
gevolgd door prins Bernhard. die bloots
hoofd was en een bruin colbertcostuum
droeg.
Het gevolg bestond uit freule Schim-
melpenninck van der Oye, hofdame der
Koningin, freule van Heemstra, hofda
me der Prinses, vice-admiraal Bau-
duin, chef van het militaire huis, gene-
raal-adjudant de Jonge van Halen, ka
pitein Phaff, adjudant der Koningin en
luitenant van Kimschot, ordonnansof
ficier.
De Koningin met haar hofdame nam
in de eerste auto plaats waarvan de
kap was geopend, terwijl Prinses Julia
na en Prins Bernhard plaats namen
in de daarachter rijdende gesloten auto.
Toegejuicht door de voor het station
verzamelde bevolking zette de stoet
zich in beweging en begon de tocht
door het veronderstelde „oorlogsgebied".
Het weer werkte prachtig mede.
Maar elke verlaten zandweg, elk vre
dig heidepad bleek op zijn bermen, in
zijn greppels of achter zijn akkermaals
hout het gevaar te verbergen in de ge
daanten van knielenden, met het ge
weer in den aanslag, of de mitrailleuse
in gevechtspositie, opgestelde blauwe of
roode troepen. In de dorpen en op den
straatweg was het bovendien een druk
verkeer van met groen gecamoufleerde
auto's trekkende afdeelingen, ordonnan
sen te fiets, te paard of op den motor,
terwijl men overal in het bosch of op
de hei patrouilleerende of tiraillcerende
secties tegenkwam. Door dit gebied,
waar men herhaaldelijk het knallen
der geweerschoten of het ratelen der
machinegeweren hoorde, bewoog zich
de Koninklijke stoet die ten Zuiden
van Etten voor de eerste maal halt
hield bij een commandopost der roode
troep, waar den hoogen bezoeksters een
overzicht werd gegeven van de positie
der roode. zoowel als der blauwe troe
pen. welke uiteenzetting bijna tegelij
kertijd practisch werd geïllustreerd
door een aanval op de roode stellingen
door de blauwe troepen, die echter wer
den teruggedreven.
ia de stellingen onder Sprundel ging
het verder naar Rucphen, waar in de
kom van het dorp, dat in het bezit der
blauwe troep bleek te zijn, de bij de ma-
noei 'res aanwezige militairo attachés
der vreemde mogendheden waren aan
gekomen, die hier aan het Koninklijk
gezelschap werden voorgesteld.
Zoowel de Koningin als de Prinses cn
Prins Bernhard onderhielden zich eeni-
gen tijd met de buitenlandsche atta-
ché's, waarna de majoor Rees, die hier
het commando voert, een overzicht van
de positie zijner troepen gaf.
Buiten Rucphen stapte de Koningin
nog eenige malen uit den auto om ver
schillende stellingen in oogenschouw te
nemen. Telkens als het hooge gezel
schap de auto's verliet, droeg een ser
geant der grenadiers den Koninklijken
Veldstandaard met de Vorstelijke per
sonen mede.
Plots werd de aandacht getrokken
door zwaar brommen van motoren en
toen men omhoog keek zweefde, tot
ieders verrassing, het uit Zuid-Amerika
terugkeerende luchtschip „Hindenburg
in de blauwe lucht om geleidelijk
waziger wordend in de nog omhoog stij
gende nèvels in oostelijke richting te
verdwijnen.
De Koningin bezichtigde het tusschen
het struikgewas opgestelde luchtdoelge
schut, dat haar tot in onderdoelen ge
demonstreerd werd, behoudens dan dat
niet in werkelijkheid ermede werd ge
schoten.
Ook verder op den weg, wederom in
de buurt van Rucphen, was het het ge
schut dabde aandacht van de Koningin
trok.
Langdurig werden de hier opgestelde
vijftien c.m. houwitsers van het regi
ment motorartillcrie uit Naarden beke
ken.
Bij de kruising van den weg nabij
Scherpenburg onder Rucphen werd op
nieuw halt gehouden. Ditmaal viol hier
echter niets te bezichtigen. Toch stopte
de Koninklijke Stoet om begroet te wor
den door den minister-president a. i.
minister van oorlog, dr. H. Colijn, die
hier juist was aangekomen in gezel
schap van een aantal leden der leger-
commissie van Eerste en Tweede Ka
mer, o.a. de heeren Bogaert, Knotten
belt en K. ter Laan. Reeds toen scheer
den eenige verkenningsvliegtuigen, die
kennelijk tot de roode troepen behoor
den, over het door do blauwen bezette
terrein, en nauwelijks was de Ko
ninklijke stoet oven verder gereden en
op een open weggedeelte gekomen, waar
men een groot gedeelte van den hemel
kon waarnemen, of een rood escadrille
verscheen boven dc blauwe stellingen,
die door de laag over de Koninkl. stoet
heen kruisende vliegtuigen gebombar
deerd en beschadigd werden. De Ko
ningin liet de stoet halt houden om dit
schouwspel des te beter te kunnen
gadeslaan en de Prinses en haar ver
loofde keken door het geoponde dak van
den auto heen naar het luchtschouw-
spel, dat nog interessanter werd, toen
een escadrille blauwe jagers verscheen
en zich een luchtgevecht ontwikkelde dat
slechts korten tijd duurde, waarna de
roode vliegtuigen het gevechtsterrein
verlieten.
Nieuwe legeraanwinsien
Op den weg tusschen Rucphen en
Klundert werd nogmaals halt gehou
den ter bezichtiging van de nieuwe in-
fanteriekanonnen van het regiment
grenadiers te 's-Gravenhage.
Dicht bij Zundert ontmoette men op
den weg de gevechtswagens „Wisent"
en „Buffel", die eveneens in oogen
schouw werden genomen, doch welke
indruk overtroffen werd door de mo
dernste pantserwagens, waarover het
leger beschikt, die men even later to
gen kwam. Op een vrij gemaakt weg
gedeelte demonstreerde de commandant
van een dezer wagens, luitenant Steen
bergen, van het escadron pantserwa
gens uit 's-Hertogenbosch, deze nieuwe
aanwinst voor ons leger, o.a. door in
verschillende richtingen met de mi
trailleurs te vuren waar uit bleek, hoe
snel en zuiver de draaibare koepel be
diend kan worden.
Enkele minuten hiervandaan werd
halt gehouden bij het landgoed „De
Moeren" onder Zundert van mr. van
der Hoeven, .waar de Koningin, de
Prinses en de Prins met haar gevolg
uitstapten, om eenige rust te nomen in
een der prachtige lommerrijke lanen
van dit landgoed.
Van kwart voor elf tot kwart over
elf duurde deze rustpoos. Toen was het
echter te laat geworden voor de verdere
afwerking van het voorgenomen pro
gramma, dat een groote teleurstelling
beteekendc voor de bevolking van Zun
dert, die roods in dichte hagen langs
clen weg door het dorp stonden ge
schaard. In plaats van onder Zundert
werd rechtstreeks naar Roozendaal ge
reden, waar do gehecle bevolking op de
been was, omdat het vaststond, dat van
wege het vertrek van den Koninklijken
trein het hooge gezelschap hier met
zekerheid zou komen.
Marechaussee en politie hadden voor
een goede afzetting gezorgd en toen de
Koninklijke auto's kort voor twaalf uur
in het stadje verschenen werden zij
met daverend gejuich begroet en aller-
wege klonk het: „Lang zullen zij le
ven", terwijl op enkele plaatsen de op
gestelde schoolkinderen het Wilhelmus
zongen.
Ook op het station verdrongen zich
honderden menschen doch het laatste
gedeelte van het eerste perron, waar
de Koninklijke rijtuigen gereed stonden,
was vrijgehouden. De militaire autori
teiten, die het gezelschap hadden verge
zeld, namen afscheid, terwijl hier te
vens aanwezig waren do Commissaris
der Koningin in de provincie Noord-
Brabant, baron van Rijckevorssel en do
burgemeester van Roozendaal de heer
Prinsen. Spoedig daarna werden de Ko
ninklijke rijtuigen aan den gereedstaan-
den trein gekoppeld en toegejuicht door
de menigte zette deze zich te 12.09 uur
in beweging.
In den loop van den middag zal de
Koningin met gevolg te Apeldoorn aan
komen, vanwaar zij naar het Loo zal
terugkceren.
Te Breda
BREDA, 24 Sept. Op hun terugreis
naar Het Loo arriveerden de vorstelijke
personen te 12.20 uur op het station
Breda, alwaar liet Oranje-comité met
burgemeester Van Slobbe aan het
hoofd was opgesteld. De vorstelijke
personen waren juist bezig de lunch te
gebruiken, doch zij lieten onmiddellijk
de raampjes zakken.
De leden van het Oranje-comité hie
ven daarna het Wilhelmus aan, dat
door de overige aanwezigen spontaan
werd meegezongen. Prinses Juliana en
Prins Bernhard vertoonden zich vervol
gens eveneens voor het open raam van
het salon-rijtuig en wuifden de talrijke
menigte hartelijk toe.
Na een oponthoud van eenige minu
ten verliet de Koninklijke trein lang
zaam het stations-emplacement, enthou
siast door do duizendkoppige menigto
toegejuicht.
Te Tilburg
TILBURG, 24 Sept. Het voorbij
rijden van de Koninklijke trein heeft in
Tilburg aanleiding gegeven tot een
werkelijk grootsche huldiging. Duizen
den personen stonden op het eerste
perron, toen de trein te 10 minuten over
1 langzaam onder de overkapping aan
het tweede perron voorreed. De Veree-
niging voor Vreemdelingenverkeer en
de Oranje-vereeniging „Tilburg Voor
uit" hadden vlaggetjes uitgedeeld,
waarmede men de vorstelijke personen
toezwaaide. Prinses Juliana en Prins
Bernhard stonden voor het open coupé
raam om de hulde der Tilburgers in
ontvangst te nomen. Er werden luide
„hoera's" aangeheven ter eere van de
Prinselijke verloofden en de Koningin.
Het Wilhelmus werd gezongen, toen de
trein na drie minuten oponthoud in de
richting Den Bosch vordween.
Prinses Juliana cn Prins Bernhard
hieven, totdat de trein uit het gezicht
verdwenen was, dc menigte uit het
coupéraam toewuiven. Ook bij het
viaduct aan den Bosschen weg cn op
andere plaatsen waar de spoorbaan
voor het publiek zichtbaar is, stonden
veel menschen om den Koninklijken
trein gade te slaan.
Secretaris der K.L.M.
staat terecht
's-HERTOGENBOSCH, 24 Sept.
Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch
werd behandeld de zaak tegen L. S„
secretaris van de K.L.M.wonende te
's-Gravenhage, die zich te verantwoor
den had wegen6 het veroorzaken van
dood door schuld. Op 25 April van dit
jaar reed S. mot een personenauto van
Oirschot naar Best met een snelheid
van 70 KM. per uur. Voor hem uit reed
een wielrijder genaamd H. van der
Sande, die plotseling den weg over
stak, met het gevolg, dat hij door de
auto van S. werd gegrepen. Eenige
oogenblikken later overleed de man
aan de bekomen verwondingen. Do ver
dachte ontkende alle schuld cn beweer
de, dat het ongeluk te wijten was aan
den fietser.
De officier van justitie echter vond
de schuld van den verdachte wettig en
overtuigend bewezen maar, daar de
wielrijder ook niet van alle 6chuld was
vrij te pleiten wilde de officier noch
gevangenisstraf eischen. noch intrek
king van het rijbewijs.
Hij eischto een geldboete van twee
honderd gulden subs, drie maanden
hechtenis.
De verdediger pleitte vrijspraak.
20.000 VATEN HARING NAAR
RUSLAND
's-GRAVENHAGE, 24 Sept. Het
stoomschip Oussouri komt a.s. Zater
dag te Rotterdam en zal Maandag 28
on Dinsdag 29 September 14.000 vaten
haring inladen, met bestemming naar
Rusland. De resteerende 6000 vaten
zullen worden verscheept met een boot
welke vermoedelijk 3 October a.8. te
Rotterdam zal aankomen.
Er is met groot entrain aan
de legeroefeningen
deelgenomen
(Van onzen -redacteur)
T S er iets heerlijkers te bedenken
dan een lekker warm bord soep
op een kouden morgen in de vroeg
te. wanneer men al ruim een uur
op stap is en de herfstzon juist do
overwinning behaald heeft op de
kille nevelen, die de aarde bedek
ken? De legerleiding weet wel, wat
goed is voor de soldaten en het was
me een oprechte vreugde, daarvan
te mogen medeprofiteeren in den
ochtend van den laatsten dag van
deze legeroefeningen. De troep was
er al mee verkwikt, doch de mena
gemeester had nog wel een dam
pend bordje over.
Wie dicht er eens een ode aan de
heete soldatensoep met zijn substan-
tieelen rijstebrijberg en de lokkende
stukjes vlcesch, die er als sappige
heerlijkheden in rond drijven? Meestal
vormt soep niet het meest begeerde
maal in den morgen, maar in omstan
digheden als deze zou men niets beters
kunnen denken. Iets voedzaams en
warms sméékt tijdens do manoeuvres.
Nu was het wel erg vroeg geweest, toen
de soep gereed was, want de beide
partijen waren al voor zonsopgang in
de weer. De menagemeesters hebben
het waarlijk niet minder druk, dan do
aan den strijd actief deelnemende sol
daten, want nauwelijks is des avonds
aan den laatste koffie verstrekt, of de
soep moet al weer worden gereed ge
maakt. Zoo hebben ook zij en het ge-
heele personeel der keukenwagons twee
nachten achtereen geen rust gekend.
De manoeuvres zouden immers onaf
gebroken 36 uur duren, van midder
nacht tusschen Dinsdag en Woensdag
tot Donderdagmiddag 12 uur. Maar den
laatsten nacht is de strijd niet even
intensief voortgezet als overdag. Om
beurten hebben de soldaten wat kun
nen rusten, doch er moest toch gere
geld voeling worden gehouden mot den
vijand, waarbij nog wel eens een echot
gelost is ten teeken van waakzame aan
wezigheid. Beide partijen hadden be-
hoofte aan rust en zoo werd de strijd
pas eerst goed ract zonsopgang hervat.
In den nacht hebben de soldaten in
hun „hondenhokjes" geslapen, de zeil
tjes, die als eenpersoons-tentje kunnen
worden Ingericht en die sinds kort tot
hun uitrusting behooren.
Een rustige nacht Is het voor nie
mand geweest. Daarvoor zorgden de
vliegtuigen van do luchtvaartafdee-
ling, die aan deze oefeningen ten
getale van ongeveer dertig deelna
men. In dezen maanloozen sterren
nacht bleef steeds het dreigende
gerucht de lucht vervullen, dan
weer zwakker. Als meteoren bewo
gen de sterrenlichtjos der jagers en
verkenners langs den hemel, zoek
lichten speelde met hun felle stra
len zoekend door de ruimte, die
plotseling 3oms in holle klaarheid
tot in grooten omtrek verlicht werd
door sterke lichbommen. Neen,
rustig is het voor geen van beide
partijen geweest dezen nacht.
Terwijl in den prillen morgen de ne
vels langzaam voor het zwakke zon
licht weken, was men op den weg tus
schen Etten en Roosendaal al weer met
den strijd begonnen. De blauwe partij
rukte op uit het Westen en hernam
langzamerhand het terrein, dat de an
deren den vorlgen dag hadden ver
overd. De soep had de mannen ver
kwikt, zoodat ze met nieuw entrain
hun taak weer opvatten. Over den weg
trokken infanteristen een batterij van
6 c.M. veldgeschut, die anders door
paarden of motoren wordt voortbewo
gen. Zoo kon het stuk echter sneller in
stelling worden gebracht om bij den
opmarsch op het gewcnschte oogenhlik
tc kunnen ingrijpen. Door de velden
slopen andere soldaten nader, grijze
mannen in gebukte houding voortschrij
dende met het geweer in den aanslag.
Flarden van damp bleven om hen heen
hangen en onttrokken hen zoo nu en
dan bijna geheel aan het oog. Flauw
teekenden hun figuren zich af tegen
den pitoresken achtergrond van groene
houtwallen en weiden.
Toen het zicht een beetje beter werd,
begon ook de artillerie een woordje mee
te spreken. Achter de fronten waren
houwitsers en zware stukken veldge
schut opgesteld, die de troepen aan de
voorste linies moesten steunen. Boom
takken dienden als camouflage voor
eventuecle luchtaanvallen en over de
batterijen van het nieuwe 10 c.M. veld
geschut, dat. tot op 17 kilometer doel
weet te treffen, waren netten gespreid,
al naar gelang van de omgeving met
een zandkleurige of groene bedekking
Het bleek thans ook weer opnieuw, dat
deze camouflages het geschut voor
vliegtuigen onzichtbaar maken.
Ook actief werden de luchtaan
vallen bestreden. Op verschillende
plaatsen waren batterijen luchtaf
weergeschut opgesteld, die hardnek
kig de onder haar bereik komende
vliegtuigen van den vijand aanvie
len. Het zijn stukken geschut van
7 c.M. of 8 c.M., die op hun onder
stellen blijven staan en ln korten
tijd in stelling kunnen worden ge
bracht. Tot op 5500 meter houden
's-GRAVENHAGE, 21 September.
De leider van de Icgerocfening, luite
nant-generaal Jhr. W. Roöll, comman
dant van het veldleger, heeft heden uit
het hoofdkwartier Princenhage de vol
gende dagorder doen verspreiden:
„Bij het einde dor legerocfening
betuig ik allen daarbij ingcdecldcn
troepen en anderen daaraan mede
gewerkt hebbenden militairen mijne
bijzondere tevredenheid voor de toe
wijding en opgewektheid, bij de van
hen gevergde diensten en vermoeie
nissen betoond.
Ik gedenk met weemoed den ka
meraad, bij de uitvoering van zijn
dienst gevallen, en zijn gezin, en Ik
spreek mijn besten wensch uit voor
het herstel van hen, die ongeval of
ziekte beliepen.
Do hooge eer, welke Hare Ma
jesteit de Koningin ons heeft wil
len bewijzen, de legeroefening in te
genwoordigheid van Hare Koninklij
ke Hoogheid Prinses Juliana en
Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins
Bomhard von Lippc-Biestcrfeld, ge
deeltelijk bij te wonen en te bezich
tigen, zal het geheele veldleger
eone aansporing te meer zijn, op
den weg van trouw aan het Huis
van Oranje, plichtsbetrachting en
dienstijver voort te blijven gaan.
Leve de Koningin.
Leve het Huis van Oranje".
ze zich de vliegtuigen van het lijf,
als ze met oorverdoovende knallen
hun welgemikte projectielen de
lucht in braken.
„Vliegtuig", roept de waarnemer,
wanneer wederom een gevaarlijke vogel
aan den hemel verschijnt.
Soldaten aan den afstandsmeter ne
men den lucht vijand in hun vizier. Zj
draaien met dc snel bewegende machi
ne mee, onderwijl de lenzen instellende
om zoo den afstand, welke hen ervan
scheidt, af te lezen. Tot op 10 kilometer
is zoo deze afstand nauwkeurig te me
ten. liet resultaat wordt snel medege
deeld. Tegelijkertijd heeft ook do cen
trale post, het vuurleidingstoestel, het
beeld van den zwenkenden en manoeu-
vrecronden vijand in de brandpunten
van zijn lenzen opgevangen. Telefonisch
worden de manschappen aan de stuk
ken met korte bevelen, als in code on
derricht, zoodat zij zuiver kunnen rich-
ton.
Dan barsten tegelijk de schoten los
op het centrale bevel, vurige stralen
stuwend in de richting van den ron
kenden vogel daarboven, die in oorlogs
tijd door granaten wordt bestookt.
Zoo kunnen de batterijen, die telefo
nisch met de centrale post zijn verbon
den, 10 schoten per minuut afgeven,
waarvan er een of meer met zijn in do
lucht uitcenspringendo scherven do
vliegmachine letsel zullen toebrengen
Do moderne batterijen van 8 c.M. zijn
electrisch met de centrale post verbon
don en daarmee kan men elke 2 secon
den per kanon een granaat de lucht in
slingeren. Ook deze hebben aan de oefo
ningen meegedaan. Dan verdwijnen do
ronkende mechanische vogels weer in
de verte. Een luchtaanval is afgesla
gen.
Het slot van deze legeroefeningen
heeft nog tot enkele hardnekkige go-
vechten geleid. Een batterij houwitsers
van de blauwen werd onvorhoeds door
een patrouille van de rooden met een
mitrailleur bij Sprundel overvallen.
Tja, de blauwen konden niet zoo gauw
den mitrailleur, dien ze te hunner be
scherming bij zich hadden, in stelling
brongen en met eon houwitser kan men
alleen maar met een boog op grooten
afstand raken. Dus werden deze zware
stukken geschut triomfantelijk door de
infanteristen buit gemaakt, die er wel
iswaar niet maar zoo mee konden weg
wandelen, doch er wel voor zorgden,
dat ze de hunnen geen kwaad meer
konden doen.
Vlak voor Etten werden tegen het
middaguur onder groote belangstelling
der bevolking de laatste gevechten ge
leverd. Voor het laatst knetterden hier
de geweren en ratelden de mitrailleurs.
Een stuk veldgeschut van 6 c.M. spuw
de zijn schoten over den grooten rijks
weg met zulke knallen, dat een klein
poesje in de nabijheid er telkens
schichtig van ineen kromp. Tusschen
de kerktoren van Etten, waaronder een
der regimentscommandanten zijn bu
reau had, en een molen, in welks na
bijheid een bataljoncommandant wa9
gelegerd, flikkerden de stralen der
lichtseinen onophoudelijk heen en
weer. In de verte dreunden de kanon
schoten en erboven bromden vliogtui-
Spn in de grije lucht.
En toen. om twaalf uur. was do oefe
ning beëindigd. De soldaten zoowel als
de officieren, die aan beide zijden met
groot entrain on een zichzelf niet ont
ziende plichtsbetrachting eraan hadden
deelgenomen, hadden de rust wel ver-
idend. De belangstelling vnn do Ko
ningin en van Prinses Juliana en
Prins Bernhard, over wier bezoek gis
teren reeds uitvoerig is gemeld, heeft
aan dezen laatsten dag een bijzonder
karakter gegeven. Deze belangstelling
werd overal hoogelijk gewaardeerd; zij
heeft de militairen tot nieuwe inspan
ning aangespoord on zoo is nu ook weer
gebleken, hoe ons leger in al zijn ge
ledingen den plicht tot getrouwheid
aan vaderland cn vorstenhuis niet als
een Ijdel .woord opvat.