w. DEGOUVE DE NUNCQUES Eere-tentoonstelling schilderijen van A. van Weezei Errens Het Stichtsche Montessori Lyceum Eerste tentoonstelling van den Amersfoortschen Kunstkring „CONCORDIA LANGESTRAAT Tentoonstelling Schilderijen Etsen, Enz. A. VAN WEEZEL ERRENS Geopend van 10-5 uur, Dinsdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag ook s av ond s van uur UITVOERING VAN „JONGE KRACHT" 2e BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD MAANDAG 12 OCTOBER 1936 STADSNIEUWS Wp* W'. TN afwijking van de oorspronkelijke x plannen, zoo deelde Jhr. den Beer Poortugael Zaterdagmiddag in zijn openingswoord tot de eerste expositie Van den Kunstkring in de zalen van „De Poth" mede, is hier, dank zij de medewerking \an de firma Buffa, -een collectie schilderijen geexposeerd van Willem Degouve de Nuncques. Deze schilder is een Belg van Fransche ori gine, die vrijwel zijn gcheele leven in België gewerkt heeft. Hij was nog jong, toen hij Toorop ontmoette, waaruit een levenslange vriendschap ontstond. Eeni- 6choling van buiten heeft Degouve de Nuncques niet gehad: hij vormde ge heel zichzelf. In de oorlogsjaren weck hij uit naar ons land, na den oorlog keerde hij weer naar België terug, waar hij vóór enkele jaren overleed. Wat zal spreker van't werk zeggen? Het spreekt geheel zijn eigen taal. liet is kennelijk afkomstig van iemand met een diep in nerlijk leven, van een droom en-de zacht heid, een meditatieve natuur. Ook uit zijn door Toorop geschilderd portret blijkt dat wij hier te doen hebben met een geestelijk levend, fijn mensch, die van de stilte hield, en niet van de ru moerige beweeglijkheid en de haast van het moderne loven. Als hij natuur schildert, alle détails vermijdend, geeft hij meer van zijn innerlijke gesteldheid dan van het landschap vóór hem, het is hem om de totaliteit te doen, om het pure, klare, ruime, het ongerepte en eindelooze, dat correspondeert met het oneindige van zijn geest, of van den Geest die door hem heen werkte, hem bezielde. Een religieus accent liet oppn voor ieder die dit werk op de juiste wij ze beziet. Degouve de Nuncques was in derdaad een religieus mensch. wat ook uit zijn enkele stukken met religieuse thema's blijkt, er gaat iets door al zijn werk van de onzienlijke wereld. Het kan moeilijk beter worden gefor muleerd dan Jhr. den Beer Poortugael het Zaterdagmiddag deed. Het werk van Degouve de Nuncques is meer dan enkel schoone landschapsschildering; het is een reflex van zijn romantisch heimwee tevens; een trilling van on eindigheidsverlangen geeft er de edele ontroering aan, die moeilijk onder woor den is te brengen, maar door ieder kunstgevoelige wordt beseft, die niet hij de oppervlakte blijft staan, die inte gendeel de inncnijke melodie van het werk poogt op te -vangen I-Iet is on juist hem uitsluitend tc zien als schil der van sneeuwgezichten, ofschoon de ze wel een belangrijk onderdeel van zijn oeuvre vormen. In zijn jeugd heeft ook hem de trek naar het Zuiden te pakken gehad. Dan maakt hij stukken als le Cap Formentor (1002), en de baai van Pollenza (1002). beide in 6terke pas teltinten met veel blauw en oranje den indruk gevend van een weelderiger, al thans zonniger landschap dan het zijne Ook is er dan dat bijzondere doek Oran- jeboomen op de Balearen, nog altijd een van zijn schoonste stukken, waar •hij een fraaie eenheid bereikt in een curieuze styleering van de boompar tijen op den voorgrond en het hooge bergland daarachter. Van het impressionisme is dit werk al een heel eind verwijderd. Het is veel meer samenvattend in den vorm, allerminst de indruk van één oogen- blik, het is ook minder uitdagend van coloriet. Uit diezelfde jaren dateert de ochtendstemming met de amandelboo- rncn, waar de sneeuwig-blanke linten niets te maken hebben met den winter, maar wel met den prillcn bloei van de lente. Maar enkele jaren later komen de avondstukken alweer terug, waar mee hij in '97 is begonnen (Nocturne au Pare Royal). Ze zijn minder ijl, bezon- kener, zooals Soir de Neiere (1905), maar de maanlichtstemming lijkt mij toch een aanduiding van zijn melancholieke zielsgesteldheid. liet is niet gemakkelijk uit deze col lectie een soort chronologisch overzicht van zijn innerlijke evolutie te disfille? ren. maar zij levert toch wel. ondanks verschillende hiaten, concrete aanwij zingen. Terwijl de wereld den trotschcn bloei van de voor-oorlogsjaren door maakt, en in de gelukkige roes ver keert zich naar binnen, misschien oor gang, wendt hij zich veelbetekenend naar het religieuse werk. Zijn geest keert zich naar binnen, missehieh voor- \oelt hij hot leed. dat op deze stoute hoovaardij schijnt te moeten volgen. Hij schildert de Kruisiging en den Judas kus. Beide zijn zij een nocring om in de symbol isch-psychologisclie stemmings kunst van die dagen bet leed van den Verlosser weer ere ven De Kruisiging is een aangrijpend droefgeestig werk in sombere kleuren niet zonder een pa thetisch accent. Degouve de Nuncques Is meer een lvrisch schilder dan een episch beschrijver of dramatisch hele ver. Hetzelfde bliikt uit den Judaskus, waar in vage contouren de Christuskop te zien komt. 'n wereld uitdrukkend van smartelijke gelatenheid. Heeft bij in ddt gruwelijke Verraad dat andere W. Degouve de Nuncques, Sneeuwlandschap verraad van den wereldoorlog, die zoo straks de menschheid zou teisteren, voorvoeld? Het is geenszins fantastisch, om bepaalde kunstenaars een profeti sche visie toe te kennen. Gedurende den oorlog en in de jaren daarna neemt het sneeuwgc- zicht een steeds meer domineeren- de plaats in. liet formaat van zijn doeken groeit, de lyrische beschou welijkheid krijgt meer en meer een episch accept. Üit. 1915 dateert, het eer ste groote sneeuwlandschap, in Brabant ontstaan. Er is een ander sneeuwge- zicht uit de omgeving van Volendam, niet het blauwe bootje, er is dat gorige dichtgesneeuwe land uit 1917, waarop als eenige stoffeering de scharensliep te zien is achter zijn kar. De gevoels toon van zijn werk lieeft hier wel het somberst niveau bereikt. In België te rug, waar het heuvellandschap der Ar dennen wijdscher perspectieven en gol- vender lijnenspel mogelijk maakt, wordt ook de melancholie minder beklem mend. Het hoogste en schoonste wat hij in deze richting vermag, geeft hij mijns inziens in no. 4 La Warchc en hi ver, waar lucht en landschap een wonder lijke eenheid hebben bereikt, en waar zijn romantisch verlangen zich een welhaast heroïsch monument heeft ge sticht. De schilderlijke kwaliteiten in dit werk zijn vele. De eentonigheid, die me- nigen belangrijken geest eigen is, zoo ook Degouve de Nuncques, is geenszins vervelend. Belangwekkend is het te zien. met hoeveel kleurmodulaties hij elk van deze winterlandschappen Mi <>cn aparten toonaard zet, en hoe hij telkens weer andere contrasten vindt tegenover het wit van de sneeuw. Ik geloof, om te besluiten, dat Degouve de Nuncques niet tot de waarlijk groo te schilders te rekenen is. Zijn werk is daarvoor te subjectief, te veel „fin de siècle". Ook is hij als zoeker van een nieuwen stijl tegenover liet impres sionisme geen hervormende mccslee pende kracht geweest. Tot het laatst toe is zijn werk nog van het impressio nisme af te leiden, al werd het ook door een svnthetischer geest gedragen. Maar een bijzonder kunstenaar, een eenzelvig beschouwer, die de uitspraak van zijn schoonste verlangen aan de mensch beid als een blijvende troost, heeft mce- gege\en, zóó zal hij ook door het nageslacht worden gezien en erkend. C. A. SCHILP. Mevrouw Degouve de Nuncques is bezig met het samenstellen van een ca talogus, en zou in verband daarmee gaarne opgave van werken van haar man in het bezit van particulieren te gemoet zien. Men kan deze opgeven bij den heer F. W. J. Barkey Wolf, secre taris afd. tentoonstellingen van den Amersfoortsclien Kunstkring. In de zaal van Concordia was Zater dagmiddag een groot gezelschap bijeen ter gelegenheid van de opening van do eere-tentoonstelling van schilderijen cn etsen van Adolphe van Weezei Errens. Zooals men weet was er een comité samengesteld niet het doel een retro spectieve tentoonstelling van het werk van den zeventig-jarigen kunstenaar mogelijk tc maken. De burgemeester mr. J. C. Graaf van Randwyck voerde liet eerst het woord en vertelde, dat de aarzeling, die hij eerst ondervond, toen hem verzocht werd een schilderijenten toonstelling te openen, spoedig over wonnen was, toen hij besefte, dat het van Weezei Errens gold, die hier zoo veel jaren gewerkt heeft als kunstenaar en als tcckenleeraar hij het Middelbaar Onderwijs. Hij schetste van Weezei Er rens als een schilder van liet licht, die om het licht in de natuur zoo te kun nen weergeven, ook het innerlijke licht moest bezitten. Spr. eindigde met den heer van Weezei Errens hartelijk geluk te wenschen met het bereiken van zijn zeventigste levensjaar. Dr. R. Miedema voelde zich temid den van de schilderijen van v. Weezei Errens als in zijn studeerkamer. Im mers hij werkte het liefste en het beste tc midden van de natuur en van de mooie plekjes om Amersfoort, die van Weezei Errens op zijn doeken heeft weergegeven. Spr. trok vervolgens een parallel tusschen het werk van zijn vader, den beeldhouwer, en dat van v. Weezei Errens. Beide waren wars ge weest van experimenten en nieuwlich terij, waardoor het wel eens den indruk maakte, dat ze buiten hun tijd stonden. Maar het zuivere en echte in hun kunst, dat ze op hun wijze hadden weergegeven, zal blijven leven, ondanks andere richtingen, die zijn ingeslagen en misschien thans ook wel weer ver laten. Met deze plechtigheid was de tentoon stelling geopend. Wij geven hierbij het woord aan onzen kunstverslagge ver, na er hier nog op gewezen te heb ben, dat de tentoonstelling ingevolge vele verzoeken ook 's avonds geopend zal zijn en wel op a.s. Dinsdag. Donder dag, Vrijdag en Zaterdag van 810 uur. Toen ik deze tentoonstelling bezich tigde, ontmoette ik er ook een ecnvou dig man, die met groote ambitie mij op bepaalde stukken attent maakte. Hij vertelde, dat bij weliswaar geen ver stand van kunst had, maar de stelligt overtuiging bij zich omdroeg, dat dit werk in de verre toekomst nog zijn grootsten room zou oogsten. Het bleek mij dat deze genegenheid voor het werk voortkwam' uit oude relatie's tot den maker; in zijn jeugd, op de school, had hij les gehad van den heer A. v. Wee- zcl Errens. En over die lessen sprak hij nog met onverzwakte geestdrift en be wondering. De man, die zulke duurzame gene genheden bij de jeugd wekken kan. dacht ik, moet iets in zich hebben, dat misschien nog méér waard is dan het maken van mooie dingen. Hij is extra benijdenswaard, wanneer hij dit nog bo vendien kan. Aldus de heer van Weezei Errens, die niet alleen op onzichtbare gevoelens, bij derden gewekt en ont vonkt, met gerechtvaardigden trots terug kan zien, maar hier zicht- en tastbaar om zich heen heeft de vele vruchten van een artistieke werkzaam beid, die hij aan zijn lecraarshezigheid heeft toegevoegd. Het één is voor hem wellicht ondenkbaar geworden zonder liet ander. Uit zijn scheppende bezig beid putte hij troost en vernieuwd en thousiasme zoo stel ik mij voor in de uren, dat zijn docentschap hem wel eens dor en steriel toescheen. En do moeilijkheden die hij niet zijn leer lingen tezamen had uit te knobelen, zullen hem naast het permanent con tact inet de jeugd ongetwoiXeid ook A. van Weezei Errens steund hebben in zijn scheppende werk zaamheid. Zoo wandelen wij dan langs deze wanden, die spreken van jarenlang zich bezinnen op de schoonheden die de natuur, het bosch- en heidelandschap, de hoornen en bloemen, de vennen en moerassen, de boschpaden en de water loopjes, de luchten daarboven met hun wolken, de distribuanten van licht en schaduw, de romantische schemeringen en de nog romantischer maannachten, in onuitputtelijken overvloed opleveren. De vraag of dit werk een blijvende en diepere waarde vertegenwoordigt, of zij in het gebied der kunst nieuwe lichten heeft ontstoken, verdwijnt achter de zekerheid dat deze schilderijen stuk voor stuk de uitkomst zijn van een on- gebluschte liefde voor de natuur, een meer of minder moeizaam worstelen met de problemen van het vak. en den toeschouwer iets van de louterende wer king der natuur en de geestdrift voor liet schoone ambacht vermogen over tc brengen. Reeds uit 1906 dateert het groote werk, hier op een eereplaats op gesteld, dat de gouden medaille van dc stad Lyon ontving, een inderdaad respectabel kunnen vertegenwoordi gend. Mij persoonlijk hebben de maan landschappen het meest te zeggen ge had, voorts het geschilderde ven (S) dat mij aan Cornells Kuypers deed denken (zonder dat van directen invloed te spreken is) cn het kleine zondoorstoof- de paneeltje (50) door een zandverstui ving bij Kootwijk geïnspireerd, dat de bezoeker misschien gemakkelijk voor bij loopt, en dat ik daarom extra rele veer. Éénmaal is dc schilder van zijn gebruikelijke landschapskunst afgewe ken, namelijk in het oorlogsjaar 'li of '15, toen hij, geschokt door dc tragische wereldramp, zich geroepen voelde een Kruisiging af tc beelden op het oogen- blik dat het laatste kruiswoord weer klonk „Consummatum ect"! De donkere toon waarin dit grootscheeps opgezette werk is gebonden, is inderdaad wel in stijl niet het tragische thema. Overigens vestig ik speciaal de aan dacht op de etspn die dc zeventigjarige in den loep der jaren heeft gemaakt. Persoonlijk stel ik menige ets boven menige schilderij. Het is of dc speciale stylistischo eischcn, die de etstechniek stelt, zijn scheppende functie meerma len hebben opgestuwd en versterkt. Hoe hij het karakter van onze bodemvcgeta- tie heeft bestudeerd en tot op het hart gevolgd, blijkt uit vele etsen als 8-1 0 Officiëele opening van het nieuw betrokken school gebouw „Huize Schutterhoef" te Leusden Zaterdagmiddag heeft te Leusden de officieelc opening plaats gehad van het door dc studie- en werkgemeenschap „Het Stichtsche Montessori Lyceum" nieuw betrokken schoolgebouw, huize Schut tershoef. De voorzitter van do werkgemeen schap, de heer B. A. V e r h e y sprak het volgende openingswoord tot de vele aanwezigen, waaronder wij opmerkten mr. J. C. Graaf van Randwijck; den lieer Monsma, hoofd O.L.S. te Leusden; den heer de Jong, hoofd van de Utrecht schc Montessorischool; mr. Meyer, voor zitter der Ned. Montessorivcrceniging; voorts afgevaardigden van het Kenne- nier en Amsterdamschc Montessori Ly ceum en de Bilthovcnsche Montessori school. Het openingswoord „De bespreking, die een vijftiental ouders in Juni van het jaar 1934 niet mevrouw Montessori heeft mogen heb ben, heeft de richting van de school aangegeven. Het waren hare denkbeelden over den puberteitslceftijd, die wij zooveel moge lijk verwerkelijken wilden. In het kleine gebouw, dat wij zoo juist verlaten hebben, was dit zeer moeilijk, terwijl de leerplichtwet ook verschillende banden aanlegde. In dit nieuwe gebouw is de verwer kelijking van hetgeen wij ons voorstel den iets minder moeilijk, waarbij wij ons wel bewust zijn, dat dit gebouw in deze omgeving slechts de mogelijkheid schept, doch dat de verwerkelijking voor een groot deel zal afhangen van de vraag hoe wij, leeraren en bestuur on ze taak zullen opvatten. Wat is nu onze bedoeling? Wij zijn van mecning, dat het be langrijkste wat de Montessori ons ge bracht heeft niet is een beter en voor onze kinderen prettiger onderwijs systeem; wij ineenen, dat zelfs het be grip opvoedings-systeem de grenzen te nauw trekt, omdat deze opvoeding niet het doel, doch het middel is om de maatschappij in alle opzichten beter toegeruste menschen af te leveren; vrije nienschcn, die beseffen, dat ware vrij heid slechts in gebondehheid kan be staan. Wij onderschrijven dus de groote ge dachte van de Montessori, die de jeugd indeelt in vier groepen, die elk hare speciale gevoeligheid hebben voor geestelijke indrukken. liet zijn de groep der kleuters, die ongeveer bij den zesjarigen leeftijd ein digt, de groep der kinderen, die al naar gelang de geaardheid van elk kind op 12- a li-jarigen leeftijd eindigt, de pu berteitsjaren en de jeugd na de puber teitsjaren. Ik mag hier opmerken, dat het wen- schelijk zou zijn, de kinderen tot den puberteitsleeftijd op dc lagere school te houden; in verband met de hier te lan de ingeburgerde gewoonte de middel bare opleiding op het 12e of 13e jaar te doen beginnen, zoomede de wettelijke moeilijkheden verbonden aan liet on derwijzen van de vakken der lagere klassen der middelbare school op de lagere school, zal dit voorloopig niet wel uitvoerbaar zijn. Toch zullen wij er naar streven deze moeilijkheid op te lossen. In den kleuterleeftijd kan het door de kinderen te verrichten werk nog niet geheel geestelijk genoemd worden. Het is de ontwikkeling der zintuigen, die hier de belangrijke rol speelt, doch als opzettelijke voorbereiding van het geestelijk werk, dat daarop in den kin derleeftijd volgen moet. De opvoeding van de hierboven be doelde leeftijden, was hier ter stede reeds gcruinien tijd geleden aangevan gen. Voor hen, die door dc Monlessorie ge geven denkbeelden naar waarde wisten te schatten, was hot noodzakelijk den opgenomen arbeid voor de heide oudste groepen te vervolgen. Zij beseffen de daaraan verbonden mooi lij kheden ten zeerste. Zij weten dat de Montessori deze kin deren, juist in don tijd, dat zij van kind tot mensch groeien, wil laten beseffen, dat zij niet slechts schoolkinderen zijn, doch dat zij later in de maatschappij een taak te vervullen zullen krijgen. Zij zullen deze taak zoo moeten zien, dat zij aangewezen zullen zijn met an deren samen te werken, dat ieder naar vermogen zijn beste krachten aan de gemeenschap zal moeten gevon en dat de zinspreuk niet zal zijn: „ikzelf togen allen", doch „wij tezamen voor de ge meenschap". Het zal moeilijk zijn in de school de voorbereiding lot het leven in ie inent- Wilgen (1, II en III), Beuken bij het Uddelermeer, maar ook het Treeker meertje, avond op de Heide etc. Mooi van stemming zijn deze bladen en gaaf van vvit-en-zwart-verdeeling. Wie zou niet dat heerlijk intieme etsje willen bezitten, Put hij Garderen. en is het zoo vreemd om bij dat charmante brugje te Yccnendaal de herinnering aan Van Ostade te plaatsen? Ik moet nog één opmerking maken, die buiten de eigenlijke tentoonstellin gen omgaat, maar er toch zeer veel mee te maken heeft. Namelijk deze: is liet niet gewenscht dat voortaan met het arrangoeren van expositie's onder ling eenig overleg plaats heeft? Hei openen van niet minder dan drie ver schillende tentoonstellingen op éénzelf de tijdstip in deze gemeente kan niet anders dan fnuikend werken op de be langstelling, althans voor elk dezer ope ningsplechtigheden. Het oude woord „verdeel en heersch" mag ook hier toe gepast, dunkt me. C. A. SCHILP. schappij zoo in te richten, dat het niet in spel of geliefhebber ontaardt. Nog moeilijker zal het zijn, de kin deren in deze periode op dc juiste wij ze tevens in contact met dc groote maatschappij te brengen. Het is echter ons voornemen aan de oplossing van deze vragen onze krach ten te geven. Tot goed begrip meen ik hier aan te moeten toevoegen, dat het niet de lie doeling is dc wetenschappelijke oplei ding in deze periode te verwaarioozen. Deze behoort met het ander werk een harmonisch geheel tc vormen. Wanneer deze kinderen in de puber teitsjaren zelf hun weg gevonden heb ben, gesteund door hunne steeds op de achtergrond blijvende leidsters en lei ders, dan zullen degenen, die daartoe aangelegd zijn in vlot tempo hun mid delbare schooltijd kunnen beëindigen. Doch ook do kinderen, die niet be stemd zijn om aan de eindexamens deel te nemen, zullen, zoo zij er ooit toe in staat zijn, hier de opleiding vinden, zich voor meer practische examens tc bekwamen. Hoewel wij daar nog niet aan toe zijn, mag toch een blik geworpen wor den op liet hooger onderwijs. Hoe be geerlijk dit velen, die het niet kunnen bereiken toeschijnt, heeft het studeeren aan de hoogescholen en universiteiten het nadeel, dat de studentenjaren bui ten liet maatschappelijk verband staan. Slechts degenen, die dit opzettelijk zoeken, hebben contact met de groote maatschappij, maar dan slechts in per soonlijk contact van mensch tot mensch cn niet werkend in dc maatschappij. Deze jonge menschen komen veel Ie laat aan hunne bestemming, wat in al le opzichten te betreuren is. Wanneer liet mogelijk zou zijn de maatschappelijke werkzaamheid te combineeren niet de studie dan zou een belangrijke stap in dc goede richting gezet zijn. Wij hebben u uitgenoodigd hier tc komen, niet omdat wij U wilden laten zien wat wij prestoeren; wij hebben u duidelijk willen maken, dat het hier niet zoo zeer een school van middel baar en voorbereidend hooger onder wijs is, doch een levensschool, waarin het hereiken van dc eindexamens voor deze scholen tot een der mogelijkheden behoort." Spreker besloot met een Kort woord tot de~ jeugdige leerlingen. Hierna bracht de voorzitter van dc N'cd. Montessori-vereeniging, M r. Meijer, zijn gelukwenschcn tot het bestuur. Hij acht het doelwit, nl. het verkrijgen van vrijheid voor dc jeugd en hot vormen van een sociale gemeen schap, nooit te bereiken in het wette lijke keurslijf Spreker is zich bewust, dat het bestuur nog voor vele moeilijk heden zal komen te staan, maar ook, dat het deze zal oplossen door een zoe ken langs weloverwogen lijnen en daarmede zal bereiken wat mevrouw Montessori nastreeft. Hij spreekt den wensch uit, dat hier uit een kleine, een groote gemeenschap groeien zal, want ruimte en terrein zijn er voldoende. Mo ge er, aldus besloot mr. Meijer, een groei zijn in innerlijke vreugde cn ge luk voor de ouders en dc kinderen en deze school een steun zijn voor dc jeugd, die daar zoozeer behoefte aan heeft. D r. R. van de Veld e, conrector van 't Johan van Oldcnbai nevelt Gym nasium alhier, gaat in gedachten terug naar het „gymnasium" in de Athccn- sche slaat, als een passende omgeving waar de jeugd samenkwam, zij het, dat toentertijd de jongelieden meer de sport dan liet geestelijke beoefenden. Naast deze uiterlijke overeenkomst, ziet spre ker twee innerlijke overeenkomsten, nl. harmonie en het maatschappelijke, waarop de voorzitter reeds in zijn in leiding gedoeld heeft. In twee opzichten, aldus spreker, heeft het Montessori liet „Gymnasium" getroefd en wel met den leeftijd reeds 3 jaar oud komt het kind soms „onder het bewind" en verder, dat ook meisjes op deze school mogen zijn, wat in de Atheensche staat niet moge lijk was. Dr. v. d. Velde wijst er ten slotte op, dat deze school en het Johan van Oldcnbarnevclt Gymnasium geen concurrenten zijn, al komen beide langs andere wegen tot ontplooiing van de beste krachten. Hij wenscht de school een tijd van bloei toe. D r. H. J. E. B e t h, directeur van de R.H.B.S. alhier, acht dc belangstelling voor het onderwijs een lichtpunt in de zen slechten tijd. Ook tie R.H.B.S. zal de werkzaamheden van deze school met belangstelling volgen. De voorzitter dankte hi.'ma de spre kers voor hun waardeerende woorden en verheugt zich over de aanwezigheid van de reeds bovengenoemde afgevaar digden. Wel betreurt hij de afwezigheid van de Inspecteurs van Middelbaar en Lager Onderwijs. Tenslotte werd door dc aanwezigen een rondganj? door den tuin en het gebóuw gemaakt. KAASMARKT Aangevoerd werden 29 wagens, teza men wegende 7250 Kg. Prijzen van 20 tot 23 per 50 Kg. Handel matig. EXAMEN Voor het examen Staatsinrichting slaagde te Den Haag onze stadgenoot de heer G. E. Boshuizen. Ter gelegenheid van de her. denking van het tien= jarig bestaan Gymnastiek van goed gehalte De uitvoering, waarmede de gymnas tiekvereniging „Jonge Kracht" Zater dagavond in liet nieuwe clubgebouw der speeltuinverecniging „Het Soster- kwarticr" haar tienjarig bestaan vier de, was er één van gemoedelijkheid cn eenvoud, maar ook een avond van goed gehalte. Van gemoedelijkheid, omdat de uitvoering gegeven word voor, we zou den het willen noemen, één groot fami liegezelschap. Want zoo zouden wij die allen willen beschouwen, allen, of al thans bijna allen, lid van bovengenoem de speeltuinvereniging, waarvan „Jon ge Kracht" een ondcrafdeeling is. Van eenvoud, omdat de leider der gymnas tiekvereniging, de heer O. v. Doorn, bij geen der oefeningen te hoog gegre pen had. En van goed gehalte, omdat de leider, gebonden nis men is aan een beperkt aantal gymnasten (alleen leden der speeltuinvereniging kunnen als lid toetreden), met deze kleine groep over het algemeen buitengewoon goed werk liet zien. De avond werd geopend door den voorzitter van „Jonge Kracht", den heer M. J. Welter, die de aanwezigen hartelijk welkom heette en daarna hot woord gaf aan den voorzitter der speeltuinver- eeniging, den heer K. P. Cornelissen. Eén van onze kinderen, aldus spr., is vandaag tien jaar geworden en hoewel wegens financicelc omstandigheden dit feit niet op feestelijke wijze herdacht kan worden, hoopt spr. dezen avond toch op een feestelijke stemming. Spr. noemt dan eenige namen van leden, die zich in de afgeloopcn tien jaar voor de vcreeniging bijzonder verdienstelijk maakten. Vervolgens deed hij een be roep op dc ouders om hun kinderen naar de gymnastiekvereniging te stu ren. Spr. beslont met de jubileercnde vereeniging op dezen avond veel succes toe te wenschen. Na den opmarsch, welke door dc zaal naar bet toonocl ging, werd onder het spelen van het turnlied de vaandel- groet gebracht. Het bevreemdde ons in hooge mate, dat geen der aanwezigen, waaronder vooraanstaande leiders van gymnastiekverenigingen, deze opening op de juiste waarde wisten te schatten, door zich van hun zetel te verheffen. Het programma, dat vlot. afgewerkt werd, ving aan met het zangspel „Hansjc's droom in boschbesscnwoud" voor meisjes en jongens van 610 jaar. Hoewel aanvankelijk aarzelend, was het een hijzonder aardige opvoering. De vrije oefeningen voor dames waren meer rhylhmisch dan gymnastisch, doch ook hier weer een goede weergave. Het zou ons te ver voeren alle nummers van het programma afzonderlijk te hespre ken. Laten we ons tot de hoofdlijnen bepalen. Er w erden hier en daar kleine, doch geenszins storende foutjes gemaakt en we denken hier speciaal aan de vrije oefening voor de jongens van 1016 jaar, terwijl hij dezelfde groep het lirug- turnen goed belooft te worden, als do leeftijd wat meer ernst brengt. Eenige bijzonder mooie nummers waren de knotsoefeningen der dames, welke na de pauze op veelvuldig verzoek nog eens herhaald moesten worden. Absoluut .geruischloos" werd er met de knotsen gewerkt cn ook de bewegingen waren egelmatig. Het menuet voor de dames, de dansjes door de meisjes, de rekoefc- ningon van de. hecren, allen lieten ze zien dat er flink gestudeerd was en dit niet alleen, maar bovendien dat er wat bereikt was. Ongetwijfeld kan „Jonge Kracht" en tevens haar leider op ean geslaagde uitvoering terugzien. Met een gezellig hal, dat tot lang in den nacht voortduurde, werd deze avond besloten. ACCORDEON- EN MONDORGELCLUB HET LEUSDERKWARTIER Feestavond in „De Valk" De accordeon- en mondorgelclub „Het Leusderkwartier" heeft Zaterdag in de groote zaal van „De Valk" een feest avond gehouden, die goed bezocht was. De heer M. van Es sprak een kort openingswoord, waarin hij wees op on gesteldheid van eenige medewerkers aan liet feestprogramma, waardoor dit een kleine wijziging moest ondergaan. Op vlotte wijze werd daarna het pro gramma. dat bestond in muziek van de accordeonisten en de mondorgelclub, alsmede tooneel, afgewerkt. Begrij pelijk was het, dot al spoedig eert prettige stemming in Dc Valk heersehte, waaraan vooral wel de pittige muziek debet was. Daarna werd nog langen tijd gedanst, van eiken feestavond een on misbaar slot! Een avond, die volkomen aan zijn doel beantwoord heeft. U.S.O.-CONCERT IN TIVOLI Op Woensdag 14 October a.s. heeft in Tivoli te Utrecht het tweede abonne mentsconcert door het U.S.O. onder lci- ling van Henri van Goudoever plaats. Medewerkenden zijn Julie de Stuers, alt, en Henk Noort. tenor. 1. Symphonic VIII in b („Onvoltooi de"), Franz Schubert. 2. „Das Lied von der Erde", Gustav Mahler

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 5