Heden minister Colijn
aan het woord
DE FINANCIEN VAN DEN
KASTEELHEER
J.A. SCHOTERMAN Zn.
S!t FMII ION mjNHANDEL
1929 Utrechtschestr. 17 Tel. 145
per flesch f 1.35, per anker f53.
25 JAAR GELEDEN STIERF
OSCAR CARRE
DE COALITIE
„Liquide middelen
voldoende"
Ut. GEVESTIGD 1878
CIRCUSVORST BIJ
UITNEMENDHEID
Schoone traditie verdwenen
TELEFOON 304 en 697 - POSTREKENING 28860
Wl^n^DENSlANDS- BAMKy°°|
1T"1 AMERSFOORT EN OMSTREKEN
AMERSFOORT directs a. h. martens
BS Verzilveren van Coupons
Je BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936
NI JEN RODEsZAAK
Het pleidooi van Mr. Kap*
peyne v. d. Coppello
Onnes was huiverig, hij wist niet wie
er meer achter die chantage zat. Hij
vreesde het onbekende, hij was bang.
dat zijn goede naam zou worden aan
getast en hij voelde zijn leven be
dreigd.
„Als er brand uitbreekt roept de een
direct de brandweer, de ander poogt
te blusschen".
Onnes poogde zelf te blusschen.
„Als men onschuldig is laat men
zich niet chanteeren", zegt de p.g.,
doch zoo eenvoudig is het hier niet
er stonden belangen tegenover, belan
gen die gevaar liepen door een losse er:
ongegronde beschuldiging. Koning had
groote belangen bij de gestolen goede
ren.
Dan bespreekt pl. de houding van
Onnes en Koning voor den rechter
commissaris. Als Onnes hem met klern
en zonder bedenking beschuldigt van
chantage, vraagt Koning uitstel
van verhoor om met zijn advocaat te
overleggen.
Van ecnige spontaniéteit is bij K
geen sprake. Hij zou aanvankelijk ge
zwegen hebben, omdat hij een belofte
aan Onnes had gegeven. Daarom aar
zelde hij bij den rechter-commissaris
en dat tegenover den man, die hem
aan de hyena's overleverde (zooals K
het uitdrukte) en die hem niet be
taalde en die hem bovendien zooats
K. zegt ten onrechte van chantage
beschuldigt. En hij zwijgt, doch vraagt
overleg met zijn verdediger te mogen
plegen. Pas daarna lanceert hij zijn be
schuldiging tegen Onnes.
Hoe steekt daarbij af Koning's repliek
tegen Witbraad. Witbraad was op zeke
ren dag boos en zei: „Als er geen geld
komt, hang ik Onnes op". Toen kwam
koning niet met zijn belofte aandra
gen, maar antwoordde hij alleen: „Als
je Onnes ophangt, hang je mij ook op".
Toen vond hij desnoods het „ophan
gen" van O. goed, als hij Koning
er maar buiten had kunnen blijven.
Uit Koning's houding spreekt slechts
Wraakzucht en haat.
Het bewijs van Onnes' schuld valt of
staat met het verwerpen of aanvaar
ding van Koning's verklaring. Doch op
dergelijke verklaringen mag geen ver-
oordceling volgen. Wanneer men de
psyche van den hoofdgetuige goed vat,
zooals de rechtbank dat heeft gedaan,
zal men verd. vrij moeten spreken.
De zitting wordt geschorst tot twee
Uur.
Na de pauze is het woord aan mr.
Kappeyne v. d. Coppello. Pl. bespreekt
allereerst den persoon van den verd.
Onnes. Hij schetst hem als kunstlief
hebber en kunstbeschermer. Daarbij
leest hij o.m. een brief van wijlen Her
man Heijermans voor, die door verd. is
geholpen. Ook voor zijn personeel was
.verd. steeds zeer goed.
In zaken was Onnes iemand van bui
tengewone bekwaamheid. Een zeer be
kend accountant heeft twintig jaar lang
zijn zaken gecontroleerd. Nooit heeft hij
iels onrechtmatigs geconstateerd. Hij
verwierf zich een eerste plaats in het
Nederlandsche zakenleven. Hij was
voorzitter van de Verccniging van Am-
sterdamsche Koffiehandelaren en vice-
voorzitter van de landelijke vereeni-
ginS-
Wat heeft hij daarnaast niet gepres
teerd? Hij heeft den Braziliaanschen
koffiehandel voor Nederland georgani;
seerd. Ook de scheepvaart heeft hij
krachtig gestimuleerd. Pl. herinnerde
ook aan hetgeen Onnes in oorlogstijd
voor ons land heeft gedaan. Onnes
gebruikmakende van zijn Duitsche
handelsbetrekking kreeg toegang
tot de bevelhebber van de Duitsche
vloot. Hij wist daardoor eerder wanneer
de verscherpte duikbootoorlog zou aan
vangen. De Nederlandsche autoriteiten
konden toen tijdig hun maatregelen ne
men. Oud-minister Rambonnet heeft dit
pl. bevestigd. Onnes was de eerste dio
hem van den verscherpten duikbootoor
log mededeeling deed.
„Dat ik m'n vaderland heb gehol
pen, heeft tot resultaat gehad, dat
ik een vermogen heb verspeeld",
heeft Onnes gezegd.
Inderdaad, doordat hij van Duitsch-
land heel wat gedaan kon krijgen za
gen de Engel schen hem voor pro-
Duitsch aan. Dit ongegronde denkbeeld
heeft verd. veel schade gedaan. Ook in
dien tijd is er geen sprake van dat On
nes ooit een verzekering heeft bena
deeld. Er is toen een schip door de En-
gelschen in beslag genomen, do verze
kering weigerde uitbetaling. Het pro
ces daarover is na tien jaar door y.n"es
gewonnen. Niet ten onrechte is hij dus
huiverig voor eventueele processen
met verzekeringsmaatschappijen.
Overgaande tot deze straf/aak schet
ste pl. de wanhoop en verontvvoordiging
van Onnes vlak na diens arrestatie.
Daar op het politiebureau vertel
de Onnes aan pl. dat bij was gechan
teerd door Koning en dat hij aan deze
chantage had toegegeven Onnes naa
een soort accept geteekend tusschen *.0
en 30 April. Dat was niet noodig ge
weest voor hem, hij had zeer goed S000
cash down kunnen betalen
Aanvankelijk had pl. het verhaa^jLa
verd. zeer vreemd gevonden, ten eers e
om de relatie tusschen Koning en On
nes, ten tweede om het feit, dat vera,
niet direct naar de politie is geloopen.
Later zijn deze beide vragen echter zeer
bevredigend beantwoord. In verband
hiermede schetste spr. de vroegere han
delsrelaties tusschen Koninjj en Onnes
De persoon van Koning
Tegenover den figuur van Onnes zet
pl. den persoon Koning. Bij alle moge
lijke min of meer verdachte zaken van
Koning aldus zegt pleiter treedt
steeds weer Witbraad op den voor
grond. Onnes had, toen Koning na 12
jaar op Nijcnrode kwam. moeten infor-
meeren naar den man. dien hij zoolang
niet had gezien. Dit is een fout waar
hij reeds zwaar voor geboet heeft. Hij
wordt bet slachtoffer van de chantag'
van zijn vroegere handelsrelatie.
Hoeveel onschuldigen zijn niet het
slachtoffer van chantage geworden? Pl.
geeft hiervan voorbeelden. Juridisch
heeft Onnes misschien onjuist gehan
deld door niet direct naar dc politie tt
loopen toen hij werd bedreigd met chan
tage. Wanneer hij het wel had gedaan.
Zou hij door de tegenbeschuldigmg van
Koning reeds toen in de vreesclijke si
tuatie zijn gekomen, waarin hij later
is geraakt.
Uit een opportunistisch standpunt
handelde Onnes verstandig door over de
chantage te zwijgen.
Het verhaal van do chantage is zeer
waarschijnlijk, gezien ook de financiee-
le posilie van den verd. Ware het ver
haal van Koning juist, clan zou hij dus
na den inbraak S000aan „verhuis
kosten" moeten betalen. De botaling
van dien schuld zou dan hoven alles
gaan. zij heteekende zijn veiligheid. Op
dat oogenblik had hij 12.730 aan li
quide middelen (hank en salaris Goud
stikker), hij kon dus direct betalen.
Was het inderdaad niet waar, dat
Onnes om geld zat to springen? Op
dat oogenblik zeker niet. Hij
had voldoende contanten om drin
gende schulden te betalen.
Belangrijko privé-crediteuren heb
ben verklaard, uitstel te willen verlee-
ncn. In privé blijft ruim 1500 schuld,
de belastingschulden waren al evenmin
dringend
De zakelijke schulden, betreffende
koffie en do rubberafdeeling. De groote
verliezen in de koffie-afdeêling datee
ren van later (maanden na den in
braak). De rubberafdeeling leverde in
derdaad verlies op.
Op 1 Maart 1932 verkeerde O. zeker
niet in betalingsmoeilijkheden en voor
de toekomst waren voorzieningen te
treffen door verandering van de beleg
ging van zijn kapitaal.
De procureur-generaal zegt: Onnes
was op 10 Febr. 1932 platzak.
Dit is volkomen onjuist, integen
deel hij had de beschikking over
10.000 en hij kon 9.000 verwach
ten van Goudstikker benevens een
bankcrediet. Zou nu iemand, die
over zulke bronnen beschikt, een
oplichting plegen? Onaannemelijk,
roept pl. uit.
Werkelijk voordeel zou er voor On
nes bovendien niet zijn behaald bij den
inbraak.
In 1929 heeft Koning een rol gespeeld
in een Duitsche verzekeringskwestie. Er
hing toen veel van zijn verklaring af.
„U betaalt mij 30.000 R.M. of... 't
kost u 75.000 R.M. aan de eischende
partij".
Daar bevoordeelde hij de verzekering.
Een rare „sportiviteit" van Koning. Dan
weer eens voor, dan weer tegen de ver
zekering.
Van sportiviteit is natuurlijk geen
sprake. Koning vraagt alleen maar: „Is
er wat voor me tc verdienen".
Witbraad verklaarde op 27 Febr. 193
„Ik sprak Koning aan het station, ik
liet hem een krantenartikel lezen, waar
in 6tond, dat de „jongens" een deel van
de goederen hadden teruggebracht aan
de verzekering en daan oor 10 000
hadden gekregen. Koning werd toen
hoos en zei „Nu krijgen wij niets meer".
Waarom aldus pl., was Koning boos?
Omdat een deel van de buit hem ont
ging. Hij had gedacht 72.000 aan kost
baarheden in handen te krijgen en dat
liep mis.
Pl. acht volkomen bewezen, dat
Onnes onschuldig is en dat Koning
als de werkelijke dader moet wor-
len aangemerkt.
Ik kom, aldus pl., tot het hof,
met een verzoek: „Geeft u dezen ver
dachte niet slechts een vrijspraak,
doch een vrijspraak, vervat in dui
delijke en rehabiliteerende woor
den".
Tenslotte bespreekt pl. den vermo
genstoestand van verd. gedurende en
ha de detentie van Onnes. Hieruit blijkt,
dat verd. na den verkoop van z.ijn kunst
schatten (die onder ongunstige omstan
digheden 200.000 opbrachten) zijn
schuldeisohers volkomen had kunnen
betalen, ware het niet., dat verd. door
het proces groote verliezen heeft gele
den.
De zitting wordt dan geschorst tot
Vrijdagochtend 10 uur. Mr. Muller Mas-
sis zal dan het juridische gedeelte van
zijn betoog houden.
VAN HET DAK GEVALLEN
's-GRAVENHAGE, 12 November.
Hedenmiddag omstreeks 2 uur is de
16-jarige H. P. T., wonende in de Lau
rierstraat, bij het verrichten van lood
gieterswerkzaamheden op het dak van
een perceel in de Herschelstraat, ko
men te vallen.
Hij bekwam een schedelbreuk, als
mede verschillende andere kneuzingen
en is door den geneeskundigen dienst
naar het ziekenhuis aan den Zuidwal
gebracht, waar hij kort na aankomst is
overleden.
PRINS BERNHARD NAAR PARIJS
's-GRAVENHAGE, 12 November.
Naar wij vernemen is Prins Bcrnhard
hedenavond voor enkele dagen naar
Parijs vertrokken, waar hij het laatst
woonachtig was. ter ordening van zijn
zaken aldaar.
De Prins zal over Duitschland naar
Nederland terugkeeren.
TWEEDE KAMER
Nog altijd is de verhouding tuss
schen den heer Duys en
de S.D.A.P. aan bod
De heer Schouten (A.R.) vervolgt:
Tegen de dictatuur is niettemin po
sitieve bescherming onzer Staatsinstel
lingen noodig. Niet de democratie ook
is de waarde, doch alleen de onver
anderlijke waarheid Gods is dat. Do
Anti-Rcv. willen alleen met Gods
Woord regccrcn.
De heer Van Houten (Chr. Dem.)
is van oordeel dat op sociaal-econo
misch terrein dit kabinet een liberaal
bewind voert. Van positief Christendom
is in het politieke leven weinig sprake
meer. Do on-Christelijko structuur on
zer samenleving is een groot gevaar.
De diepste oorzaak daarvan is de ver
houding tusschen kapitaal en arbeid,
het beschouwen van het geld als de
eenige waardemeter, met economische
slavernij als gevolg. We moeten de sa
menleving zoo vervormen, dat het
christelijk beginsel er do grondslag van
is. Samenwerking van christelijke par
tijen is alleen gewcnscht als Gods
Woord er de grondslag van vormt.
doch aan vruchtbare samenwerking
gelooft spreker niet.
Hervatting der oude coalitie-po
litiek zal slechts groote teleurstel
ling kunnen veroorzaken.
Spreker kan niet erkennen dat de
door deze regeering gevoerde politiek
de best mogelijke is geweest. Spreker
wijst bijv. op de zware indirecte be
lastingen, waaronder zoo vele gezinnen
gebukt gaan. Spreker wijst op de moei
lijke positie van schippers en allerlei
andere kleine luiden. Spreker veroor
deelt de eenzijdige aanpassingspolitiek
van deze regeering.
Verhooging van werkloozensteun
is noodzakelijk. Uitvoering van
groote werken moet krachtig ter
hand genomen. Reeds is gebleken
dat de Regeering nu gemakkelijker
en goedkooper geld kan leenen.
De nationale ontwapening is thans
door vrijwel alle politieke partijen los
gelaten. Spreker heeft de regeering
gesteund waar dit mogelijk was (vroo-
lijkheid ook aan de ministers-tafel),
maar wat de Regeering deed. kan hij
over het algemeen niet voor zijn reke
ning nemen, Christel ij k-socialo recht
vaardigheid heeft veelal ontbroken.
De heer T e u 1 i n g s (R.K.) acht do
perspectief-bezuiniging op onderwijs
onvoldoende. Spreker is er erkentelijk
voor, dat dc gevolgen der wachtgeld
regelingen thans op deze begrooting
beter te overzien zijn. Ook spreker
heeft bezwaar tegen het overbrengen
van allerlei posten naar den kapitaal-
dienst.
Wat de ramingen der belastingen be
treft. ramingen zijn altijd subjectief,
maar verschillende ervan vindt spre
ker toch wel wat optimistisch. Ook
acht spreker het tekort ad VA millioen
an het werkloosheidssubsidicfonds, in
deze begrooting genoemd, te gering. Dit
van belang ook voor de gemeenten,
want budgetair hebben Rijk en ge
meenten bii elkaar het grootste belang.
Spreker heeft eerbied voor de bekwaam
heid van den minister van Financiën,
en de slechte budgetaire toestand houdt
met het algemeen beleid ten nauwste
verband. Doch precair is de algemecno
begrootingstoestand zeer zeker.
Spreker vraagt zich af. of de regee
ring. op het voorbeeld van Zwitserland
geen behoefte heeft aan een commis
sie van deskundigen ter voorlichting
voor do maatregelen, welke het gevolg
zijn van de depreciatie van den gulden
De heer Duys en de
S.D.A.P.
De heer Duys (Partijloos) veroor
deelt het optreden van de S.D.A.P. en
inzonderheid van eenige machtheb
bers aldaar te zijnen opzichte. Spreker
zal zijn zetel bezet behouden totdat de
geheele S.D.A.P. in het openhaar haar
houding jegens spreker zal hebben be-
Daald en gerechtvaardigd. Door een be
hoorlijk besluit is spreker bereid te
wijken. Spreker heeft sedert 1933 om
trent verschillende beschouwingen van
Staatsbeleid een ander. spr. vertrouwt
beter, inzicht verkregen.
Wanneer de evolutie in de S.D.
A.P. geen tactiek is. dan zit hier
toch in de Kamer een twintigtal
Kamerleden, wier standpunt geen
sterveling van de S.D.A.P. als zoo
danig meer kan erkennen. Waar
om moet spreker in een uitzonde
ringspositie staan? Gaarne is spr.
bereid, zijn zetel ter beschikking
te stellen, doch dan in gezelschap
van zijn mede-bekeerlingen, samen
uit, samen thuis.
De Soc. Democraten hebben revolu-
tionnaire doeleinden nagestreefd, feller
dan de fascisten of dc communisten.
Spreker denkt er niet aan, zich al9
zedenmeester op to werpen. Maar ve
len in de S.D.A.P. treden fel op tegen
anderen, die niet meer doen dan wat
de S.D.A.P. vroeger nog veel scherper
deed. De soc. democraten wcnschten
een uniform-verbod, doch jammeren,
als dit ook de roodo tulpen treft.
In deze tijden hebben wc noodig
iemand, die met zijn gezag boven ecnig
congres staat, en in dit verhand brengt
spreker hulde aan den tcgenwoordigen
minister-president.
Do heer Kersten (Staatk. Ger.)
constateert dat er met man en macht
wordt gewerkt om de coalitie te her
stellen. Revolutionairen, fascisme en
Roomsch-Kathoïieken dingen naar de
wereldheerschappij. Voor de Liberalen
en dc Vrijz. Democraten is er in de
zen tijd steeds minder plaats. Vooral
de macht van Rome neemt toe, Rome
dringt overal door. Spr. moet vernieu
wing van het monsterverbond met
Rome ten strengste ontraden. Regee
ring en volk verwijderen er zich steeds
meer van, God te ceren. Hoe kan men
het gezag handhaven, als mfen zich aan
Gods geboden niet onderwerpt? Inzon
derheid critiseerde spr. de houding der
overheid inzake lijkverbranding. Op
nieuw verzet spr. zich tegen allerlei
crisis- en andere dwangmaatregelen.
Van financieel herstel is er geen sprake
geweest.
De maatregelen van de regeering
waren niet voldoende om het volk
uit zijn nood op te heffen. Het be
drijfsleven moet weder vrij wor
den. De ambtenarij moet worden
ingeperkt.
De heer Arts (R.K. Dem. P.) zegt dat
dc over de begrooting gewisselde stuk
ken omvangrijk zijn door langdradige
frases, en door de pogingen den par
tijen op de verkiezingen voor te berei
den cn cr in te betrekken. Spr. schetst
de beteekenis van het stembiljet voor
den kleinen man en den ambtenaar.
Wijzend op de toeneming van de
werkloosheid, waarschuwt spr. opnieuw
tegen het beleid dezer regecring. Zij
zal, na de monetaire maatregelen, een
heel andere politiek moeten volgen.
Gebeurt dit niet, dan is de R.K. Staats
partij daarvoor mede verantwoordelijk.
Spr. vreest, dat. de regeering haar aan
passingspolitiek zal voortzetten.
De heer Duys vroeger
en nu
De heer Drees (Soc. Dem.) bespreekt
de positie van het werkloosheids-sub
sidiefonds. Spr. venvacht dat verschil
lende gemeenten in groote moeilijkhe
den zullen komen, vooral indien de
verwachte opleving uitblijft.
Spr. komt terug op het door den heer
Duys gesprokene. Deze verdedigde het
blijven bezetten van zijn zetel hoewel
daarvoor de grondslag vervallen is.
Het verwijderen van den heer Duys
uit do S.D.A.P. lag aan diens gezind
heid, niet aan enkele machthebbers.
En de kiezers hebben een anderen
Duys gekozen dan die hier staat. Spr.
bestrijdt het optreden van den heer
Duys met citaten uit een brochure van
zijn hand. De sociaal-democratie in Ne
derland is gebleven, wat ze was. Het
gaat wel zeer ver als de heer Duys zegt,
niet meer veranderd te zijn dan ver
schillende andere soc. democratische
Kamerleden. Spr. citeert voorts een
vroegere rede van den heer Duys,
waarin deze op verbod der N.S.B. aan
drong en op uitroeiing daarvan. Spr.
hoopt dat de heer Duys zal komen uit
de geestelijke verwarring, waarin hij
zich thans bevindt.
„Af. v. A. rijk aan
phraseologie"
De heer Sneevliet (Rev. Soc.)
oefent critick op het defensie-beleid
van minister Colijn, dat de tendenz
heeft, de kiezers uitspraak 'te laten
doen. Ook overigens is de memorie van
antwoord rijk aan phraseologie.
Spr. betoogt, dat de soc. democratie
het vermogen verloren heeft om pal te
staan voor haar beginselen. Spr. ver-
vrijt haar de houding van den laatsten
tijd, hoewel de soc. democraten zich op
Zon. en feestdagen nog republikein
noemen.
Do gebeurtenissen in Spanje hebben
inmiddels de R. Kath. leiders kopschuw
gemaakt.
De verhouding tusschen kapitaal en
arbeid ligt bij den geschonden gulden
niet anders dan bij den gaven gulden
Al wat er van regeeringsvvege is ge
zegd over handhaving der vrijheden, is
in strijd met de practijk. Spr. wijst op
de aantasting van liet vergaderings-
Paarden van de edelste rassen
stonden in de stallen
NEDERLAND'S bekendste ma-
negevorst Oscar Carré, is dit
jaar een kwart-eeuw geleden te
Kopenhagen overleden en met hom
verdween de beroemdste van do
clrcusdynastio Carré, dio reeds
meer dan oen eeuw oud is, na met
het Koninklijk Ncderlandsch Cir
cus Carré over geheel Europa lau
weren te hebben geoogst. Wie in
Nederland, vooral onder het oudere
geslacht, kent den naam Carré niet
en bij menigeen wekt deze naam
do herinnering aan aangename
doorgebrachte avonden.
Weer anderen, herinneren zich hoe
hopeloos verliefd ze in hun jongens
jaren geweest zijn op Kaetchen Carré,
Oscar's knappe dochter, die als school
rijdster in de manego verscheen op een
prachtig wit paard en daar haar
sprookjesachtig nummer „La dame
Blanche" vertoonde op een wijze, dio dc
kenners in extase bracht en welk num
mer dan ook steeds orkanen van ap-
applaus ontketende. Het geheele ge
slacht Carré onderscheidde zich door
een buitengewone elegance en behalve
op paardengebied waren zo thuis in
elk onderdeel van de circusbranche,
zooals we ons nog kunnen herinneren
van hetgeen, Oscar's zoon Albeit pres
teerde, in de manege, waarin hij bc
halve als schoolrijder nog optrad als
scherpschutter, lassowerper, enz. Het
is maar jammer, dat Albert op zakelijk
gebied was slordig was, anders zou
zonder twijfel thans Nederland nog
een circus Carré rijk zijn. Albert stierf
eenige jaren geleden tijdens een enga
gement to Glasgow, waar hij met zijn
paarden optrad, aan een acute blinde
darmontsteking. Voor dien tijd, heeft
hij na een zeer lange afwezigheid
uit Nederland nog eenmaal in ons
land gewerkt en wel in het circus
Maxo te Scheveningcn. Zijn zonen zet
ten thans nog de traditie der familie
voort en zijn jockey's, die gezien mo
gen worden. Meestal zijn ze in de Pa-
rijsche circussen in engagement. Een
hunner was korten tijd gehuwd met een
dochter der Fratellini's, maar de dood
maakte aan dit kort geluk een wreed
einde. In Amsterdam leeft nog Maxi
milian, Albert's broeder, een musicus
van bekendheid, die in vroeger jaren
kapelmeester in het circus was en die
ook de aardige muziek gecomponeerd
heeft, voor Carré's beroemd waterbal
let, waarmede hij zooveel successen in
Europa heeft behaald.
Oscar Carré werd dc „gentleman on
der dc circusvorstcn" genoemd door
zijn hoffelijke wijze van optreden zoo
wel naar buiten als tegenover zijn per
soneel
Als voor zijn gezin
Spreekt men met artisten, die nog
bij hem hebben gewerkt, dan hoort men
zonder uitzondering mot grootcn geest
drift over dezen man spreken, evenals
over zijn nog grooteren collega Saras-
sani, die eenige jaren geleden overleed.
Carré zorgde voor zijn personeel als
voor zijn huisgezin. Zag hij, dat er een
bedrukt, gezicht door zijn onderneming
liep, dan rustte hij niet, voordat hij
wist, wat er aan haperde en was het
in zijn macht een eind te maken aan
do oorzaak van de zorg of het verdriet,
dan was het leed spoedig geleden. Wa
ren er zieken, dan bezocht hij hen zelf
in het ziekenhuis, omringde hen met
allerlei attentie's en gaf den herstelde
nog eepigen tijd vrijaf om weer op
krachten te komen. Gingen de zaken
goed, dan schroomde hij niet, om de
gage vroeger uit te koeren, dan eigen
lijk afgesproken was, daar hij wist, hoe
noodig artisten dikwijls hun geld heb
ben. De laatste jaren had hij zich uit
de zaken teruggetrokken. Er hadden
zich allerlei moeilijkheden voorgedaan
en het overlijden van zijn eerste vrouw
tijdens het spoorwegongeluk hij Kirch-
lingen in Beieren, toen zijn circustrein
vernield werd, had veel van zijn psv
sieke krachten gevergd.
De geschiedenis
Oscar's grootvader, Joseph Carré, was
acrobaat cn kunstrijder. Diens zoon
Willem, die in 1817 werd geboren,
werkte veel samen met .Ernst Renz uit
dc beroemde circusdnastie Renz. Onder
recht en herinnert voorts aan de daden
der geuzen.
Van een leuze en een streven voor
eenheid van democratie kan nooit
eenige kracht uitgaan. Ze zijn slechts
koren op den molen van het nationaal.
socialisme. Spr. wil het juiste beginsel,
klasse tegen klasse, handhaven
De vergadering wordt te 5.50 uur
verdaagd tot Vrijdag één uur. Alsdan
is het woord aan minister Colijn.
meer werkten ze samen in een in dien
tijd zeer ingeslagen pantomime „Othel
lo, de Moor van Venetië."
In 1812 trad Willem in het huwelijk
met Kaetchen de Gast, een rasecht
knap circuskind, dat een uitmuntende
rijderes was. In deze jaren stelde hij
een eigen onderneming samen, die hij
in 1859 nog uitbreidde met den in dat
Jaar gcliquideerden troep van Woll-
schlaeger. Reeds in die jaren bezocht
Carré herhaaldelijk Amstordam, waar
hij een scmi-vast gebouw liet zetten
(niet lo verwarren met het gebouw
Carré, dat thans nog bestaat, maar dat
eerst later opgetrokken werd). In dezen
tijd licton dc Carré's zich ook naturali-
seeren; ze beschouwden Amsterdam als
hun vaste verblijfplaats, al bezaten ze
ook in Keulen een vast circusgebouw.
Oscar, die in zijn jeugd reeds als
jongleur tc paard, naam had verwor
ven, had toen reeds den naam van een
uitmuntend paardendresseur, wien men
paarden kon toevertrouwen, waarmede
niemand anders raad wist. In 1873
bezocht het circus de wereldtentoon
stelling te Weenen, waar in het nieuwe
Pratercircus gespeeld werd. In do stal
len stond een rijk paardcnmateriaal,
wat voor een circus in dien tijd, buiten
gewoon was. Het waren dieren van do
edelste rassen en het aan oficieren rijke
Weenen wist dit zeer te waardeeren.
Het programma was van een uitste
kende kwaliteit. Oscar reed met zijn
wondermooie vrouw Amalie, een zuster
van den circusdirecteur Albert Sala-
monsky avond aan avond do Iloogo
School zonder zadel. Het nummer, een
toppunt van elegance en fijnen smaak,
ontketende avond aan avond bij dc
paardenkenners een frenetiek applaus.
Maar nog meer werden Oscar's dressu-
ren bewonderd: als do begaafde dres
seur met zijn groepen beroemde Tra-
kehner hengsten dc manége binnen
kwam, kende de geestdrift geen einde.
Oscar was de dresseur, wien het voor
't eerst gelukte, twaalf paarden tege
lijkertijd op dc achterbccnen te doen
slaan. In dc repetities cn ook tijdens de
voorstellingen kon men herhaaldelijk
Keizerin Elisabeth van Oostenrijk in
het circus aantreffen. Overal, ook in de
provinciesteden in Nederland tijdens de
zomortournee, was Oscar de gast der of
ficieren cn der betere faniilic's. Ilij gaf
raad als het moeilijke paarden betrof,
wist honderduit te vertellen uit zijn
bont interessant circusleven cn een
groot feest w as het voor de gast hoeren,
als Oscar zijn knappe dochter Kaetchen
eens een enkelen maal mede bracht.
Geestig in haar conversatie wist zij een
sprankelenden Franschen sfeer In dezo
bijeenkomsten te brengen, die. bij do be
woners der provinciesteden nog na
werkte, als het circus reeds lang weer
in een andere stad speelde.
Kaetchen, die in het huwelijk is ge
treden met iemand „uit do burgermaat
schappij" heeft het circusleven reeds
lang vaarwel gezegd en zal er wel
nooit meer in terugkeeren; haar broer
Adolf is jong gestorven cn ligt op Zorg
vliet begraven, zoodat Maximilian
thans nog de eenige zoon is, die in
leven is. Tijdens den oorlog, toen Al-
bert Carré de leiding van de onderne
ming had, waaruit zijn vader zich in
1899 had teruggetrokken, maakte het
circus moeilijke tijden mede en eigen
lijk is het die tijden nooit te boven ge
komen. Wel reisde Albert nog wel eens
met een gehuurde chapitcau en vond
dan overal bijval door zijn goede paa»*-
dendressuur, welke eigenschap hij van
zijn vader had geërfd. Ook zijn nummer
„Schoolrijder en Ballerina", dat hij met
zijn vrouw Lola, een geboren Schu
mann, viel zeer in den smaak bij hef
publiek. Tenslotte echter waren de
moeilijkheden te groot geworden, zoo
dat dc laatste jaren de naam Carré uit
de reizende circuswereld, wat eigen on
derneming betreft, is verdwenen, waar
mede een zeer schoone traditie is teniet
gegaan. Of ooit het „Koninklijk Neder-
landsch Circus Carré" nog eens zal her
rijzen uit het verleden? Men mag het
hopen.
J. VAN DOVER EN.
Nadruk verboden.
H.M. DE KONINGIN EN H.K.H. PRIN
SES JULIANA MAKEN RONDRIT IN
DE OMGEVING VAN APELDOORN
APELDOORN, 12 November. H.M.
de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana
maakten hedenmiddag in een met vier
paarden bespannen open calècho een
rondrit in de omgeving van Apeldoorn.
Tegen vier uur keerden de Koningin
en de Prinses op het paleis 't Loo te
rug.
M.S. ENSIS TE WATER GELATEN
ROTTERDAM, 12 November. He
denmiddag is onder groote belangstel
ling van een der hellingen van de Rot-
terdamsche Droogdok Maatschappij met
goed gevolg te water gelaten het voor
de Koninklijke Shellgroep in aanbouw
zijnde M.S. Ensis.
De te water lating geschiedde door
mevr. T. G. de Kempenaervan Wulff-
ten Palte, echtgcnoote van een der di
recteuren van de Bataafsche. Het schip
heeft de volgende afmetingen: lengte
tusschen de loodlijnen 425-0, breedte bij
de buitenkantspanten 45-3, holte tot op-
perdekte 31-0. Het schip heeft een laad
vermogen van 9200 ton.