Heden minister Colijn aan het woord DE FINANCIEN VAN DEN KASTEELHEER J.A. SCHOTERMAN Zn. S!t FMII ION mjNHANDEL 1929 Utrechtschestr. 17 Tel. 145 per flesch f 1.35, per anker f53. 25 JAAR GELEDEN STIERF OSCAR CARRE DE COALITIE „Liquide middelen voldoende" Ut. GEVESTIGD 1878 CIRCUSVORST BIJ UITNEMENDHEID Schoone traditie verdwenen TELEFOON 304 en 697 - POSTREKENING 28860 Wl^n^DENSlANDS- BAMKy°°| 1T"1 AMERSFOORT EN OMSTREKEN AMERSFOORT directs a. h. martens BS Verzilveren van Coupons Je BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936 NI JEN RODEsZAAK Het pleidooi van Mr. Kap* peyne v. d. Coppello Onnes was huiverig, hij wist niet wie er meer achter die chantage zat. Hij vreesde het onbekende, hij was bang. dat zijn goede naam zou worden aan getast en hij voelde zijn leven be dreigd. „Als er brand uitbreekt roept de een direct de brandweer, de ander poogt te blusschen". Onnes poogde zelf te blusschen. „Als men onschuldig is laat men zich niet chanteeren", zegt de p.g., doch zoo eenvoudig is het hier niet er stonden belangen tegenover, belan gen die gevaar liepen door een losse er: ongegronde beschuldiging. Koning had groote belangen bij de gestolen goede ren. Dan bespreekt pl. de houding van Onnes en Koning voor den rechter commissaris. Als Onnes hem met klern en zonder bedenking beschuldigt van chantage, vraagt Koning uitstel van verhoor om met zijn advocaat te overleggen. Van ecnige spontaniéteit is bij K geen sprake. Hij zou aanvankelijk ge zwegen hebben, omdat hij een belofte aan Onnes had gegeven. Daarom aar zelde hij bij den rechter-commissaris en dat tegenover den man, die hem aan de hyena's overleverde (zooals K het uitdrukte) en die hem niet be taalde en die hem bovendien zooats K. zegt ten onrechte van chantage beschuldigt. En hij zwijgt, doch vraagt overleg met zijn verdediger te mogen plegen. Pas daarna lanceert hij zijn be schuldiging tegen Onnes. Hoe steekt daarbij af Koning's repliek tegen Witbraad. Witbraad was op zeke ren dag boos en zei: „Als er geen geld komt, hang ik Onnes op". Toen kwam koning niet met zijn belofte aandra gen, maar antwoordde hij alleen: „Als je Onnes ophangt, hang je mij ook op". Toen vond hij desnoods het „ophan gen" van O. goed, als hij Koning er maar buiten had kunnen blijven. Uit Koning's houding spreekt slechts Wraakzucht en haat. Het bewijs van Onnes' schuld valt of staat met het verwerpen of aanvaar ding van Koning's verklaring. Doch op dergelijke verklaringen mag geen ver- oordceling volgen. Wanneer men de psyche van den hoofdgetuige goed vat, zooals de rechtbank dat heeft gedaan, zal men verd. vrij moeten spreken. De zitting wordt geschorst tot twee Uur. Na de pauze is het woord aan mr. Kappeyne v. d. Coppello. Pl. bespreekt allereerst den persoon van den verd. Onnes. Hij schetst hem als kunstlief hebber en kunstbeschermer. Daarbij leest hij o.m. een brief van wijlen Her man Heijermans voor, die door verd. is geholpen. Ook voor zijn personeel was .verd. steeds zeer goed. In zaken was Onnes iemand van bui tengewone bekwaamheid. Een zeer be kend accountant heeft twintig jaar lang zijn zaken gecontroleerd. Nooit heeft hij iels onrechtmatigs geconstateerd. Hij verwierf zich een eerste plaats in het Nederlandsche zakenleven. Hij was voorzitter van de Verccniging van Am- sterdamsche Koffiehandelaren en vice- voorzitter van de landelijke vereeni- ginS- Wat heeft hij daarnaast niet gepres teerd? Hij heeft den Braziliaanschen koffiehandel voor Nederland georgani; seerd. Ook de scheepvaart heeft hij krachtig gestimuleerd. Pl. herinnerde ook aan hetgeen Onnes in oorlogstijd voor ons land heeft gedaan. Onnes gebruikmakende van zijn Duitsche handelsbetrekking kreeg toegang tot de bevelhebber van de Duitsche vloot. Hij wist daardoor eerder wanneer de verscherpte duikbootoorlog zou aan vangen. De Nederlandsche autoriteiten konden toen tijdig hun maatregelen ne men. Oud-minister Rambonnet heeft dit pl. bevestigd. Onnes was de eerste dio hem van den verscherpten duikbootoor log mededeeling deed. „Dat ik m'n vaderland heb gehol pen, heeft tot resultaat gehad, dat ik een vermogen heb verspeeld", heeft Onnes gezegd. Inderdaad, doordat hij van Duitsch- land heel wat gedaan kon krijgen za gen de Engel schen hem voor pro- Duitsch aan. Dit ongegronde denkbeeld heeft verd. veel schade gedaan. Ook in dien tijd is er geen sprake van dat On nes ooit een verzekering heeft bena deeld. Er is toen een schip door de En- gelschen in beslag genomen, do verze kering weigerde uitbetaling. Het pro ces daarover is na tien jaar door y.n"es gewonnen. Niet ten onrechte is hij dus huiverig voor eventueele processen met verzekeringsmaatschappijen. Overgaande tot deze straf/aak schet ste pl. de wanhoop en verontvvoordiging van Onnes vlak na diens arrestatie. Daar op het politiebureau vertel de Onnes aan pl. dat bij was gechan teerd door Koning en dat hij aan deze chantage had toegegeven Onnes naa een soort accept geteekend tusschen *.0 en 30 April. Dat was niet noodig ge weest voor hem, hij had zeer goed S000 cash down kunnen betalen Aanvankelijk had pl. het verhaa^jLa verd. zeer vreemd gevonden, ten eers e om de relatie tusschen Koning en On nes, ten tweede om het feit, dat vera, niet direct naar de politie is geloopen. Later zijn deze beide vragen echter zeer bevredigend beantwoord. In verband hiermede schetste spr. de vroegere han delsrelaties tusschen Koninjj en Onnes De persoon van Koning Tegenover den figuur van Onnes zet pl. den persoon Koning. Bij alle moge lijke min of meer verdachte zaken van Koning aldus zegt pleiter treedt steeds weer Witbraad op den voor grond. Onnes had, toen Koning na 12 jaar op Nijcnrode kwam. moeten infor- meeren naar den man. dien hij zoolang niet had gezien. Dit is een fout waar hij reeds zwaar voor geboet heeft. Hij wordt bet slachtoffer van de chantag' van zijn vroegere handelsrelatie. Hoeveel onschuldigen zijn niet het slachtoffer van chantage geworden? Pl. geeft hiervan voorbeelden. Juridisch heeft Onnes misschien onjuist gehan deld door niet direct naar dc politie tt loopen toen hij werd bedreigd met chan tage. Wanneer hij het wel had gedaan. Zou hij door de tegenbeschuldigmg van Koning reeds toen in de vreesclijke si tuatie zijn gekomen, waarin hij later is geraakt. Uit een opportunistisch standpunt handelde Onnes verstandig door over de chantage te zwijgen. Het verhaal van do chantage is zeer waarschijnlijk, gezien ook de financiee- le posilie van den verd. Ware het ver haal van Koning juist, clan zou hij dus na den inbraak S000aan „verhuis kosten" moeten betalen. De botaling van dien schuld zou dan hoven alles gaan. zij heteekende zijn veiligheid. Op dat oogenblik had hij 12.730 aan li quide middelen (hank en salaris Goud stikker), hij kon dus direct betalen. Was het inderdaad niet waar, dat Onnes om geld zat to springen? Op dat oogenblik zeker niet. Hij had voldoende contanten om drin gende schulden te betalen. Belangrijko privé-crediteuren heb ben verklaard, uitstel te willen verlee- ncn. In privé blijft ruim 1500 schuld, de belastingschulden waren al evenmin dringend De zakelijke schulden, betreffende koffie en do rubberafdeeling. De groote verliezen in de koffie-afdeêling datee ren van later (maanden na den in braak). De rubberafdeeling leverde in derdaad verlies op. Op 1 Maart 1932 verkeerde O. zeker niet in betalingsmoeilijkheden en voor de toekomst waren voorzieningen te treffen door verandering van de beleg ging van zijn kapitaal. De procureur-generaal zegt: Onnes was op 10 Febr. 1932 platzak. Dit is volkomen onjuist, integen deel hij had de beschikking over 10.000 en hij kon 9.000 verwach ten van Goudstikker benevens een bankcrediet. Zou nu iemand, die over zulke bronnen beschikt, een oplichting plegen? Onaannemelijk, roept pl. uit. Werkelijk voordeel zou er voor On nes bovendien niet zijn behaald bij den inbraak. In 1929 heeft Koning een rol gespeeld in een Duitsche verzekeringskwestie. Er hing toen veel van zijn verklaring af. „U betaalt mij 30.000 R.M. of... 't kost u 75.000 R.M. aan de eischende partij". Daar bevoordeelde hij de verzekering. Een rare „sportiviteit" van Koning. Dan weer eens voor, dan weer tegen de ver zekering. Van sportiviteit is natuurlijk geen sprake. Koning vraagt alleen maar: „Is er wat voor me tc verdienen". Witbraad verklaarde op 27 Febr. 193 „Ik sprak Koning aan het station, ik liet hem een krantenartikel lezen, waar in 6tond, dat de „jongens" een deel van de goederen hadden teruggebracht aan de verzekering en daan oor 10 000 hadden gekregen. Koning werd toen hoos en zei „Nu krijgen wij niets meer". Waarom aldus pl., was Koning boos? Omdat een deel van de buit hem ont ging. Hij had gedacht 72.000 aan kost baarheden in handen te krijgen en dat liep mis. Pl. acht volkomen bewezen, dat Onnes onschuldig is en dat Koning als de werkelijke dader moet wor- len aangemerkt. Ik kom, aldus pl., tot het hof, met een verzoek: „Geeft u dezen ver dachte niet slechts een vrijspraak, doch een vrijspraak, vervat in dui delijke en rehabiliteerende woor den". Tenslotte bespreekt pl. den vermo genstoestand van verd. gedurende en ha de detentie van Onnes. Hieruit blijkt, dat verd. na den verkoop van z.ijn kunst schatten (die onder ongunstige omstan digheden 200.000 opbrachten) zijn schuldeisohers volkomen had kunnen betalen, ware het niet., dat verd. door het proces groote verliezen heeft gele den. De zitting wordt dan geschorst tot Vrijdagochtend 10 uur. Mr. Muller Mas- sis zal dan het juridische gedeelte van zijn betoog houden. VAN HET DAK GEVALLEN 's-GRAVENHAGE, 12 November. Hedenmiddag omstreeks 2 uur is de 16-jarige H. P. T., wonende in de Lau rierstraat, bij het verrichten van lood gieterswerkzaamheden op het dak van een perceel in de Herschelstraat, ko men te vallen. Hij bekwam een schedelbreuk, als mede verschillende andere kneuzingen en is door den geneeskundigen dienst naar het ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht, waar hij kort na aankomst is overleden. PRINS BERNHARD NAAR PARIJS 's-GRAVENHAGE, 12 November. Naar wij vernemen is Prins Bcrnhard hedenavond voor enkele dagen naar Parijs vertrokken, waar hij het laatst woonachtig was. ter ordening van zijn zaken aldaar. De Prins zal over Duitschland naar Nederland terugkeeren. TWEEDE KAMER Nog altijd is de verhouding tuss schen den heer Duys en de S.D.A.P. aan bod De heer Schouten (A.R.) vervolgt: Tegen de dictatuur is niettemin po sitieve bescherming onzer Staatsinstel lingen noodig. Niet de democratie ook is de waarde, doch alleen de onver anderlijke waarheid Gods is dat. Do Anti-Rcv. willen alleen met Gods Woord regccrcn. De heer Van Houten (Chr. Dem.) is van oordeel dat op sociaal-econo misch terrein dit kabinet een liberaal bewind voert. Van positief Christendom is in het politieke leven weinig sprake meer. Do on-Christelijko structuur on zer samenleving is een groot gevaar. De diepste oorzaak daarvan is de ver houding tusschen kapitaal en arbeid, het beschouwen van het geld als de eenige waardemeter, met economische slavernij als gevolg. We moeten de sa menleving zoo vervormen, dat het christelijk beginsel er do grondslag van is. Samenwerking van christelijke par tijen is alleen gewcnscht als Gods Woord er de grondslag van vormt. doch aan vruchtbare samenwerking gelooft spreker niet. Hervatting der oude coalitie-po litiek zal slechts groote teleurstel ling kunnen veroorzaken. Spreker kan niet erkennen dat de door deze regeering gevoerde politiek de best mogelijke is geweest. Spreker wijst bijv. op de zware indirecte be lastingen, waaronder zoo vele gezinnen gebukt gaan. Spreker wijst op de moei lijke positie van schippers en allerlei andere kleine luiden. Spreker veroor deelt de eenzijdige aanpassingspolitiek van deze regeering. Verhooging van werkloozensteun is noodzakelijk. Uitvoering van groote werken moet krachtig ter hand genomen. Reeds is gebleken dat de Regeering nu gemakkelijker en goedkooper geld kan leenen. De nationale ontwapening is thans door vrijwel alle politieke partijen los gelaten. Spreker heeft de regeering gesteund waar dit mogelijk was (vroo- lijkheid ook aan de ministers-tafel), maar wat de Regeering deed. kan hij over het algemeen niet voor zijn reke ning nemen, Christel ij k-socialo recht vaardigheid heeft veelal ontbroken. De heer T e u 1 i n g s (R.K.) acht do perspectief-bezuiniging op onderwijs onvoldoende. Spreker is er erkentelijk voor, dat dc gevolgen der wachtgeld regelingen thans op deze begrooting beter te overzien zijn. Ook spreker heeft bezwaar tegen het overbrengen van allerlei posten naar den kapitaal- dienst. Wat de ramingen der belastingen be treft. ramingen zijn altijd subjectief, maar verschillende ervan vindt spre ker toch wel wat optimistisch. Ook acht spreker het tekort ad VA millioen an het werkloosheidssubsidicfonds, in deze begrooting genoemd, te gering. Dit van belang ook voor de gemeenten, want budgetair hebben Rijk en ge meenten bii elkaar het grootste belang. Spreker heeft eerbied voor de bekwaam heid van den minister van Financiën, en de slechte budgetaire toestand houdt met het algemeen beleid ten nauwste verband. Doch precair is de algemecno begrootingstoestand zeer zeker. Spreker vraagt zich af. of de regee ring. op het voorbeeld van Zwitserland geen behoefte heeft aan een commis sie van deskundigen ter voorlichting voor do maatregelen, welke het gevolg zijn van de depreciatie van den gulden De heer Duys en de S.D.A.P. De heer Duys (Partijloos) veroor deelt het optreden van de S.D.A.P. en inzonderheid van eenige machtheb bers aldaar te zijnen opzichte. Spreker zal zijn zetel bezet behouden totdat de geheele S.D.A.P. in het openhaar haar houding jegens spreker zal hebben be- Daald en gerechtvaardigd. Door een be hoorlijk besluit is spreker bereid te wijken. Spreker heeft sedert 1933 om trent verschillende beschouwingen van Staatsbeleid een ander. spr. vertrouwt beter, inzicht verkregen. Wanneer de evolutie in de S.D. A.P. geen tactiek is. dan zit hier toch in de Kamer een twintigtal Kamerleden, wier standpunt geen sterveling van de S.D.A.P. als zoo danig meer kan erkennen. Waar om moet spreker in een uitzonde ringspositie staan? Gaarne is spr. bereid, zijn zetel ter beschikking te stellen, doch dan in gezelschap van zijn mede-bekeerlingen, samen uit, samen thuis. De Soc. Democraten hebben revolu- tionnaire doeleinden nagestreefd, feller dan de fascisten of dc communisten. Spreker denkt er niet aan, zich al9 zedenmeester op to werpen. Maar ve len in de S.D.A.P. treden fel op tegen anderen, die niet meer doen dan wat de S.D.A.P. vroeger nog veel scherper deed. De soc. democraten wcnschten een uniform-verbod, doch jammeren, als dit ook de roodo tulpen treft. In deze tijden hebben wc noodig iemand, die met zijn gezag boven ecnig congres staat, en in dit verhand brengt spreker hulde aan den tcgenwoordigen minister-president. Do heer Kersten (Staatk. Ger.) constateert dat er met man en macht wordt gewerkt om de coalitie te her stellen. Revolutionairen, fascisme en Roomsch-Kathoïieken dingen naar de wereldheerschappij. Voor de Liberalen en dc Vrijz. Democraten is er in de zen tijd steeds minder plaats. Vooral de macht van Rome neemt toe, Rome dringt overal door. Spr. moet vernieu wing van het monsterverbond met Rome ten strengste ontraden. Regee ring en volk verwijderen er zich steeds meer van, God te ceren. Hoe kan men het gezag handhaven, als mfen zich aan Gods geboden niet onderwerpt? Inzon derheid critiseerde spr. de houding der overheid inzake lijkverbranding. Op nieuw verzet spr. zich tegen allerlei crisis- en andere dwangmaatregelen. Van financieel herstel is er geen sprake geweest. De maatregelen van de regeering waren niet voldoende om het volk uit zijn nood op te heffen. Het be drijfsleven moet weder vrij wor den. De ambtenarij moet worden ingeperkt. De heer Arts (R.K. Dem. P.) zegt dat dc over de begrooting gewisselde stuk ken omvangrijk zijn door langdradige frases, en door de pogingen den par tijen op de verkiezingen voor te berei den cn cr in te betrekken. Spr. schetst de beteekenis van het stembiljet voor den kleinen man en den ambtenaar. Wijzend op de toeneming van de werkloosheid, waarschuwt spr. opnieuw tegen het beleid dezer regecring. Zij zal, na de monetaire maatregelen, een heel andere politiek moeten volgen. Gebeurt dit niet, dan is de R.K. Staats partij daarvoor mede verantwoordelijk. Spr. vreest, dat. de regeering haar aan passingspolitiek zal voortzetten. De heer Duys vroeger en nu De heer Drees (Soc. Dem.) bespreekt de positie van het werkloosheids-sub sidiefonds. Spr. venvacht dat verschil lende gemeenten in groote moeilijkhe den zullen komen, vooral indien de verwachte opleving uitblijft. Spr. komt terug op het door den heer Duys gesprokene. Deze verdedigde het blijven bezetten van zijn zetel hoewel daarvoor de grondslag vervallen is. Het verwijderen van den heer Duys uit do S.D.A.P. lag aan diens gezind heid, niet aan enkele machthebbers. En de kiezers hebben een anderen Duys gekozen dan die hier staat. Spr. bestrijdt het optreden van den heer Duys met citaten uit een brochure van zijn hand. De sociaal-democratie in Ne derland is gebleven, wat ze was. Het gaat wel zeer ver als de heer Duys zegt, niet meer veranderd te zijn dan ver schillende andere soc. democratische Kamerleden. Spr. citeert voorts een vroegere rede van den heer Duys, waarin deze op verbod der N.S.B. aan drong en op uitroeiing daarvan. Spr. hoopt dat de heer Duys zal komen uit de geestelijke verwarring, waarin hij zich thans bevindt. „Af. v. A. rijk aan phraseologie" De heer Sneevliet (Rev. Soc.) oefent critick op het defensie-beleid van minister Colijn, dat de tendenz heeft, de kiezers uitspraak 'te laten doen. Ook overigens is de memorie van antwoord rijk aan phraseologie. Spr. betoogt, dat de soc. democratie het vermogen verloren heeft om pal te staan voor haar beginselen. Spr. ver- vrijt haar de houding van den laatsten tijd, hoewel de soc. democraten zich op Zon. en feestdagen nog republikein noemen. Do gebeurtenissen in Spanje hebben inmiddels de R. Kath. leiders kopschuw gemaakt. De verhouding tusschen kapitaal en arbeid ligt bij den geschonden gulden niet anders dan bij den gaven gulden Al wat er van regeeringsvvege is ge zegd over handhaving der vrijheden, is in strijd met de practijk. Spr. wijst op de aantasting van liet vergaderings- Paarden van de edelste rassen stonden in de stallen NEDERLAND'S bekendste ma- negevorst Oscar Carré, is dit jaar een kwart-eeuw geleden te Kopenhagen overleden en met hom verdween de beroemdste van do clrcusdynastio Carré, dio reeds meer dan oen eeuw oud is, na met het Koninklijk Ncderlandsch Cir cus Carré over geheel Europa lau weren te hebben geoogst. Wie in Nederland, vooral onder het oudere geslacht, kent den naam Carré niet en bij menigeen wekt deze naam do herinnering aan aangename doorgebrachte avonden. Weer anderen, herinneren zich hoe hopeloos verliefd ze in hun jongens jaren geweest zijn op Kaetchen Carré, Oscar's knappe dochter, die als school rijdster in de manego verscheen op een prachtig wit paard en daar haar sprookjesachtig nummer „La dame Blanche" vertoonde op een wijze, dio dc kenners in extase bracht en welk num mer dan ook steeds orkanen van ap- applaus ontketende. Het geheele ge slacht Carré onderscheidde zich door een buitengewone elegance en behalve op paardengebied waren zo thuis in elk onderdeel van de circusbranche, zooals we ons nog kunnen herinneren van hetgeen, Oscar's zoon Albeit pres teerde, in de manege, waarin hij bc halve als schoolrijder nog optrad als scherpschutter, lassowerper, enz. Het is maar jammer, dat Albert op zakelijk gebied was slordig was, anders zou zonder twijfel thans Nederland nog een circus Carré rijk zijn. Albert stierf eenige jaren geleden tijdens een enga gement to Glasgow, waar hij met zijn paarden optrad, aan een acute blinde darmontsteking. Voor dien tijd, heeft hij na een zeer lange afwezigheid uit Nederland nog eenmaal in ons land gewerkt en wel in het circus Maxo te Scheveningcn. Zijn zonen zet ten thans nog de traditie der familie voort en zijn jockey's, die gezien mo gen worden. Meestal zijn ze in de Pa- rijsche circussen in engagement. Een hunner was korten tijd gehuwd met een dochter der Fratellini's, maar de dood maakte aan dit kort geluk een wreed einde. In Amsterdam leeft nog Maxi milian, Albert's broeder, een musicus van bekendheid, die in vroeger jaren kapelmeester in het circus was en die ook de aardige muziek gecomponeerd heeft, voor Carré's beroemd waterbal let, waarmede hij zooveel successen in Europa heeft behaald. Oscar Carré werd dc „gentleman on der dc circusvorstcn" genoemd door zijn hoffelijke wijze van optreden zoo wel naar buiten als tegenover zijn per soneel Als voor zijn gezin Spreekt men met artisten, die nog bij hem hebben gewerkt, dan hoort men zonder uitzondering mot grootcn geest drift over dezen man spreken, evenals over zijn nog grooteren collega Saras- sani, die eenige jaren geleden overleed. Carré zorgde voor zijn personeel als voor zijn huisgezin. Zag hij, dat er een bedrukt, gezicht door zijn onderneming liep, dan rustte hij niet, voordat hij wist, wat er aan haperde en was het in zijn macht een eind te maken aan do oorzaak van de zorg of het verdriet, dan was het leed spoedig geleden. Wa ren er zieken, dan bezocht hij hen zelf in het ziekenhuis, omringde hen met allerlei attentie's en gaf den herstelde nog eepigen tijd vrijaf om weer op krachten te komen. Gingen de zaken goed, dan schroomde hij niet, om de gage vroeger uit te koeren, dan eigen lijk afgesproken was, daar hij wist, hoe noodig artisten dikwijls hun geld heb ben. De laatste jaren had hij zich uit de zaken teruggetrokken. Er hadden zich allerlei moeilijkheden voorgedaan en het overlijden van zijn eerste vrouw tijdens het spoorwegongeluk hij Kirch- lingen in Beieren, toen zijn circustrein vernield werd, had veel van zijn psv sieke krachten gevergd. De geschiedenis Oscar's grootvader, Joseph Carré, was acrobaat cn kunstrijder. Diens zoon Willem, die in 1817 werd geboren, werkte veel samen met .Ernst Renz uit dc beroemde circusdnastie Renz. Onder recht en herinnert voorts aan de daden der geuzen. Van een leuze en een streven voor eenheid van democratie kan nooit eenige kracht uitgaan. Ze zijn slechts koren op den molen van het nationaal. socialisme. Spr. wil het juiste beginsel, klasse tegen klasse, handhaven De vergadering wordt te 5.50 uur verdaagd tot Vrijdag één uur. Alsdan is het woord aan minister Colijn. meer werkten ze samen in een in dien tijd zeer ingeslagen pantomime „Othel lo, de Moor van Venetië." In 1812 trad Willem in het huwelijk met Kaetchen de Gast, een rasecht knap circuskind, dat een uitmuntende rijderes was. In deze jaren stelde hij een eigen onderneming samen, die hij in 1859 nog uitbreidde met den in dat Jaar gcliquideerden troep van Woll- schlaeger. Reeds in die jaren bezocht Carré herhaaldelijk Amstordam, waar hij een scmi-vast gebouw liet zetten (niet lo verwarren met het gebouw Carré, dat thans nog bestaat, maar dat eerst later opgetrokken werd). In dezen tijd licton dc Carré's zich ook naturali- seeren; ze beschouwden Amsterdam als hun vaste verblijfplaats, al bezaten ze ook in Keulen een vast circusgebouw. Oscar, die in zijn jeugd reeds als jongleur tc paard, naam had verwor ven, had toen reeds den naam van een uitmuntend paardendresseur, wien men paarden kon toevertrouwen, waarmede niemand anders raad wist. In 1873 bezocht het circus de wereldtentoon stelling te Weenen, waar in het nieuwe Pratercircus gespeeld werd. In do stal len stond een rijk paardcnmateriaal, wat voor een circus in dien tijd, buiten gewoon was. Het waren dieren van do edelste rassen en het aan oficieren rijke Weenen wist dit zeer te waardeeren. Het programma was van een uitste kende kwaliteit. Oscar reed met zijn wondermooie vrouw Amalie, een zuster van den circusdirecteur Albert Sala- monsky avond aan avond do Iloogo School zonder zadel. Het nummer, een toppunt van elegance en fijnen smaak, ontketende avond aan avond bij dc paardenkenners een frenetiek applaus. Maar nog meer werden Oscar's dressu- ren bewonderd: als do begaafde dres seur met zijn groepen beroemde Tra- kehner hengsten dc manége binnen kwam, kende de geestdrift geen einde. Oscar was de dresseur, wien het voor 't eerst gelukte, twaalf paarden tege lijkertijd op dc achterbccnen te doen slaan. In dc repetities cn ook tijdens de voorstellingen kon men herhaaldelijk Keizerin Elisabeth van Oostenrijk in het circus aantreffen. Overal, ook in de provinciesteden in Nederland tijdens de zomortournee, was Oscar de gast der of ficieren cn der betere faniilic's. Ilij gaf raad als het moeilijke paarden betrof, wist honderduit te vertellen uit zijn bont interessant circusleven cn een groot feest w as het voor de gast hoeren, als Oscar zijn knappe dochter Kaetchen eens een enkelen maal mede bracht. Geestig in haar conversatie wist zij een sprankelenden Franschen sfeer In dezo bijeenkomsten te brengen, die. bij do be woners der provinciesteden nog na werkte, als het circus reeds lang weer in een andere stad speelde. Kaetchen, die in het huwelijk is ge treden met iemand „uit do burgermaat schappij" heeft het circusleven reeds lang vaarwel gezegd en zal er wel nooit meer in terugkeeren; haar broer Adolf is jong gestorven cn ligt op Zorg vliet begraven, zoodat Maximilian thans nog de eenige zoon is, die in leven is. Tijdens den oorlog, toen Al- bert Carré de leiding van de onderne ming had, waaruit zijn vader zich in 1899 had teruggetrokken, maakte het circus moeilijke tijden mede en eigen lijk is het die tijden nooit te boven ge komen. Wel reisde Albert nog wel eens met een gehuurde chapitcau en vond dan overal bijval door zijn goede paa»*- dendressuur, welke eigenschap hij van zijn vader had geërfd. Ook zijn nummer „Schoolrijder en Ballerina", dat hij met zijn vrouw Lola, een geboren Schu mann, viel zeer in den smaak bij hef publiek. Tenslotte echter waren de moeilijkheden te groot geworden, zoo dat dc laatste jaren de naam Carré uit de reizende circuswereld, wat eigen on derneming betreft, is verdwenen, waar mede een zeer schoone traditie is teniet gegaan. Of ooit het „Koninklijk Neder- landsch Circus Carré" nog eens zal her rijzen uit het verleden? Men mag het hopen. J. VAN DOVER EN. Nadruk verboden. H.M. DE KONINGIN EN H.K.H. PRIN SES JULIANA MAKEN RONDRIT IN DE OMGEVING VAN APELDOORN APELDOORN, 12 November. H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana maakten hedenmiddag in een met vier paarden bespannen open calècho een rondrit in de omgeving van Apeldoorn. Tegen vier uur keerden de Koningin en de Prinses op het paleis 't Loo te rug. M.S. ENSIS TE WATER GELATEN ROTTERDAM, 12 November. He denmiddag is onder groote belangstel ling van een der hellingen van de Rot- terdamsche Droogdok Maatschappij met goed gevolg te water gelaten het voor de Koninklijke Shellgroep in aanbouw zijnde M.S. Ensis. De te water lating geschiedde door mevr. T. G. de Kempenaervan Wulff- ten Palte, echtgcnoote van een der di recteuren van de Bataafsche. Het schip heeft de volgende afmetingen: lengte tusschen de loodlijnen 425-0, breedte bij de buitenkantspanten 45-3, holte tot op- perdekte 31-0. Het schip heeft een laad vermogen van 9200 ton.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 7