DAGBLAD CQ/METICF1 HISTORISCHE FIG UREN Over boeken en schrijvers gij zijt geen „amersfoorter" zonder het „amersfoortsch dagblad" GEZICHTSVERZORGING massage ONTHARING INSTITUUT COSMETIQUE STEDEN IN HET VERLEDEN KLAAGZANG DROGISTERIJ „DE GAPER' IMllilllllllllllllllllllllllllllllllltllllUIIIIIIIIIIIIIIIIUI jlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllldU iiiiiiiiiniiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ 'cp-iratc' dr. P. H. v. d. HOOG huidarts. Gedipl. Spec. PAULUS BUYSLAAN 12 TELEF. 1607 Villa's met platte daken en daktuinen; terrassen en bal kons op de eerste verdieping, opschuiframen; warmwater-ver warming; warm- en koudwater- leiding; hadkamera met tegel- wan dbekleeding; ingebouwde baden en douches; closets met waterdoorspoeling; keukens met ingebouwde afwaschruimte en waterleiding DE als een motto geplaatste regelen zijn niet een stuk uit een adverten tie, waarbij een bouwmaatschappij van onzen tijd eenige onverkochte of onverhuurde woningen aan kooper of huurder tracht te brengen. Zij zijn slechts de opsomming van wat er al te krijgen was in het oude Hercu- lanum, dat in het jaar 79 van onze jaartelling door eene uitbarsting van den Vesuvius onder de asch werd be dolven. Al de aantrekkelijkheden, waardoor onze moderne huizen zich kenmerken en die hierboven opge noemd zijn. zijn niet slechts veroverin gen van de bouwkunst der 20e eeuw. Neen! Twintig eeuwen geleden zoo moeten wij thans wel aannemen waren al die dingen voor de goed-ge- situeerde Romeinen onontbeerlijk, als vanzelf gevraagde zaken bij het woon huis, dat zij betrokken. Bijna elk huis in Herculanum kon flls voorbeeld dienen voor den moder nen huizenbouw van thans. Elcctrici- teit in haar menigvuldige toepassing ontbrak er en óók de Romeinen wa ren gelukkige menschen! de radio, maar wat de techniek en de aesthetiek van het bouwen betreft, kunnen de op gegraven huizen van Ilerculanum als nauwkeurige typen van onze rationeele woonhuizen wordon beschouwd. Herculanum, \erwoesting, bedelving. opgravingen, we zitten midden iu den ouden tijd, reeds eenige, reeds vele jaren, sedert Mussolini's krachtige hand die opgravingen systematisch leidt. Mussolini was niet de eerste, die op het denkbeeld der opgraving kwam. Het is al een paar ecuwen geleden, dat "Winckelmann, de Duitsche grondleg ger van de antieke kunstgeschiedenis en archeologie, tot die opgravingen zijn toestemming gaf. Hij was n.l. „prefect der oudheden" te Rome en de Napoli- taansche Bourbon-koning Karei III pro tegeerde dergelijke wetenschappelijke onderzoekingen. Doch wat men vinden zou, wat men n u weet, vermoedde men toen nog niet. Men groef naar kunst schatten, naar beeldhouwwerk en huis raad. Men vorderde niet hard, want de opgravingsme.thoden waren nogal pri mitief en toen hield men er maar meê op. Dat was gelukkig voor ons, voor wie nu veel moois ongeschonden, zij het ook verborgen bewaard bleef. Er ging zoowat een eeuw voorbij. Door een toeval was Pompeji, de ter zelfder tijd als Herculanum verwoeste stad, ontdekt. De 19e eeuw begon daar haar opgravingsarbeid. Weer was het er vooral om te doen, kostbaarheden en beeldhouwwerken te vinden. Veel werd er vernield of voor goed bedorven, tot dat ook daar, bij die opgravingswer- ken, ten slotte de arbeid zoo degelijk en systematisch werd aangepakt, te vens zoo voorzichtig en wetenschappe lijk dank zij vooral den archeoloog Fiorcelli dat men thans na jaren en jaren, in staat is, niet alleen de meest subtiele finesses aan het licht te bren gen, maar die ook te bewaren en, zoo noodig, aan te vullen. Een dergelijke restauratie blijft natuurlijk wel zicht baar, doch helpt krachtig medé om den totaal-indruk van het oorspronkelijke weer te geven. Zoo stonden de zaken toen, ongeveer het jaar 1927, de Ilaliaansche regeering besloot de systematische opgraving van Herculanum zelf ter hand te nemen Dat was na het stopzetten, waarover hierboven gesproken werd, een tweede gelukkige gebeurtenis. Want Mussolini kon toen gebruik maken van de groote kennis van professor Maiuri. die zoowel op Korfoe als in Pompeji zijn sporen met eere verdiend had. Maiuri's opdracht was moeilijk en ondankbaar. Men kon niet verwachten dat er in Herculanum nog groote kunst schatten zouden ontdekt worden. Daar voor hadden de vroegere eeuwen te wild huisgehouden bij de opgravingen. Toch gloeide er in de harten van alle archeologen nog een vonkje van hoop. dat het misschien gelukken zou een antieke bibliotheek te vinden Profes sor Maiuri intusschen wilde nog meer Hij wilde „de" antieke stad terugyin- dèn en baar reconstrueeren- hij wilde zoeken naar dingen, die men tot dus ver in Pompeji of in Ostia bij Rome slechts kon vermoeden. Herculanum, in tegenstelling met Pompeji, dat een klein burgerlijke stad was, was de woonplaats der welgestelde fauiiliën. Naar Herculanum trokken de rijk geworden kooplieden; daar vestig den zich de rijke grondbezitters; daar nestelde zich de adel uit de steden om er met het uitzicht op de golf van Na pels en op den achtergrond een heer lijk bergpanorama. te genieten van rust pit weelde. Dientengevolge vindt men te IJeiculanum geen wijnkroegen en amu- semcntslokalen; de muren zijn er niet bedekt met verkiezingsleuzen, aanplak biljetten en reclames, zooals in Pom peji. In Herculanum is alles voorname behagelijkheid. Aan zakenhuizen, kan toren. winkels is er maar het allernood zakelijkste; de rest is deftige woonhui zen, villa's met tuinen en terrassen. Slechts een heel kleine wijk bestaat uil „insulac", d.w.z. „eilandjes", huizen blokken voor de wéinige inwoners uit dp eenvoudige volksklassen. Men had in Herculanum rekening te houden met zeer beperkte ruimte. Van daar waarschijnlijk het ontstaan van wat wij tegenwoordig een moderne, ra tioneele architectuur zouden noemen. Men was gedwongen de terreinopper vlakte uit te buiten en dus de lijnen der platte gronden van de huizen zoo prac- tisch mogelijk te maken. De bouwwijze moest zich onderwerpen aan de nood zakelijkheid om zuinig Ie zijn met d^ ruimte. Dus moest er solide gebouwd worden, zonder dat het muurwerk te veel plaats innam. Weliswaar was dp ijzerconstructie den ouden Romeinen onbekend, doch zeer stevige houtsoor ten stonden den bouwers ten dienste. De houtconstructie werd naar dezelfde beginselen uitgevoerd als thans. Bij tal van uitgegraven huizen was de con structie zoo goed bewaard gebleven, dat slechts onbeteekenende onderdeelen vervangen moesten worden. Zelfs heb ben ettelijke uitgegraven huizen nog hunne oorspronkelijke bedakking kun nen behouden. Zij waren blijkbaar zóó stevig gebouwd, dat de aschregen hen begroef zonder hen te vernielen. Dit feit maakt dat de ontgravers zeer voor zichtig te werk moesten gaan. Iedere stoot van spade of houweel kon iets be schadigen. wat nog volkomen ongerept gebleven was. En zoo komt het oude Herculanum voor den dag, voor den dag van heden. Tweeduizend jaar en nicer gele den werden die huizen gebouwd. Het inwendige daarvan biedt een zeer aan schouwelijk beeld van bet leven hun ner bewoners. De weelde daarin gaat dikwijls, of meestal, gepaard met groo- ten smaak, welke zich vooral uit in do beschildering der wanden. Ook de mu ren aan de buitenzijde, die blootgesteld waren aan het weer, vertonnen mooie schilderingen, waarbij de kenners spre ken van hoogen kunstzin. Herfststemming in het bosch Tuinmuren dragen illusionistische schilderingen, die voor het oog de af metingen van den tuin kunstmatig ver lengen. Ook de tuinen zelf kan men zich thans duidelijk voorstellen, want botanisten hebben door het onderzoek van de verkoolde plantenresten de be planting dier tuinen kunnen recon strueeren en als voor tweeduizend jaar bloeit thans de Hereulanumsche tuin om het Hereulanumsche huis. Hoe leefden daar, in die huizen, de menschen, die door de uitbarsting van den Vesuvius onder de asch werden be dolven? Ook dèt is met stelligheid te zeggen. De benedenruimten waren be stemd voor woonkamers. Op de eerste verdieping werd geslapen en op de tweede bevonden zich naast de kamers voor de bedienden, de keukens en de wasch- en strljkruimten. De bezoekers, die de resultaten van Mussolini's nieuwen opgravings-impuls beziet, schijnt tot de conclusie te moe ten komen, waartoe duizenden jaren geleden de Prediker kwam: „Hctgene, dat er geweest is, hetzelfde zal er zijn en hctgene, dat er gedaan is, hetzelfde zal er gedaan worden, zoo dat er niets nieuws is onder de zon." Inderdaad! Niets nieuws onder de zon. Voor onzen lijd met zijn groote krachtsuitingen op velerlei gebied, is dat een lesje in ootmoed. A. J. BOTHENIUS BROUWER. De Gicthoornsche molens. De Seheenc- kavel, het vcenlandschap in 'cststel- lingwerf. De beken in Midden-Limburg. De Grebbeberg. De Buurserbeek. De hei de bij Koekangc. De Ankeveensche plas sen. Het waterschap Yollenhovcn. De heidevelden bij Elsloo. Ik noem voor de hand weg een tien tal namen, die voor den kenner van ons land een herinnering, aan rijk en veelzij dig natuurschoon beteekenen. Kent u, lusschen haakjes, dit alles, u die Parijs en Biarritz, Knockc en Innsbruck, Berchtesgaden en St. Morritz hebt be zocht? Velen uwer kennen dit alles in Nederland stellig niet, anders kon de rest van deze bijdrage waarschijnlijk ongeschreven blijven. Want de bovenge noemde opsomming en ik kan de lijst met gemak drie maal zoo lang ma ken is voor den goeden vaderlander niet alleen een herinnering aan veel van het mooiste van Nederland, het is voor hem een aanwijzing van dreigen de of reeds gepleegde schennis tevens En nu geef ik nog eens een opsomming die voor den goeden verstaander zoo heel veel beteekent. Ontginning in werkverschaffing. Mo len-afbraak. Electrise he bovenleidingen. Normaliseering van beken. Droogleg ging van plassen. Demping van grach ten. Vuilstorting. Lintbebouwing. Ver harding van zandwegen. Plaatijzer, as best, kalkzandsteen als bouwmateriaal. Weer noem ik voor de band weg een tiental dingen. Soms betrekkelijk nood zakelijke dingen. Deels ook overbodige, deels in alle opzichten, ook economisch schadelijke dingen. Maar dingen, die alle stuk \oor stuk aantasting in menig opzicht van de unieke schoonheid, van de rustieke en stedelijke pracht van Ne derland beteekenen. Is er niet alle reden ,om pen klaag zang aan te heffen? En om niet af Ie ta len van klagen, prolesteeren, beloogcn, schrijven, spreken, agceren? Wij hebben den mond vol in onze da gen van vaderlandsliefde. Daar zit een goede, gezonde kant aan, daarin open baren zich ook verontrustende en af schrikwekkende hypcrnationalistischc tendenzep. Maar wij laten al onze vaderlands liefde, waarop wij zoo prat gaan en wier opbloei wij toejuichen, onzen va- derlandschcn bodem, om de bescher ming waarvan het dan toch voor een goed deel gual, verminken, bederven, schenden en verknoeien op een afschu welijke manier. Veel ernstiger dan de vijand van buiten is voorloopig nog de vijand \an binnen. Die liet vaak o zoo goed bedoelt, en wij willen die bedoe lingen respecteeren, maar die dan toch maar maakt dat, niet spoedig wordt in gegrepen, Friesland spoedig zijn venen De Weg tot elkanderdoor Trygve Gulbranssen(Den Haag. Z.sHollUitgevers- mij.). IN het prospectus, dat den nieuwen roman van den Noorschen schrijver Gulbranssen, bet laatste deel zijner trilogie aankondigt, staat vermeld, dat wij dit boek afzonderlijk, en lot? \an de twee voorafgaande deelen: „En eeuwig zingen de Bossclien", en „Winden waaien om de Rotoen kunnen genieten. Een grondige beschouwing van het laatste deel zal evenwel niet mogelijk zijn, zonder dat men zich inhoud en door P. H. Ritier Jr. zin van de eerste twee deelen van de zen roman-cyclus heeft herinnerd. Het verhaal vormt, zooals men weet, de geschiedenis van het geslacht Bjorn- dal in het hooge Noorden. In het eerste boek laat de schnj\er dat geslacht op rijzen uit de natuur. De bewoners van de vlakte, die met de bewoners der ber gen in onnnn en heimelijkcn strijd le ven, roepen de liulp in van Torgeir. den man uit de bergen, den geweldi gen berenjager, om den beer te dooden. die hunne kudden vernielt. Deze Tor geir vervult hunnen wensch, bevrijdt de landstreek van den verschrikkelij- ken beer. maar laat zelf het leven in den strijd. Deze Torgeir is de stamva der van liet geslacht Bjorndal In het noodlottig samentreffen van Dag. den zoon van Torgeir. met een van de gas ten eencr bruiloft, zien wij de tegen stelling lusschen de drieste menschen uit de bergen en de bewoners der vlak te. Dag vraagt een meisje lol dans, dal naast den jongen man zit met wien zij verloofd is. Uit dat incident ontstaat een twist, waarbij Dag een van zijn be lagers velt. En Dag trekt de bergen in, mei een gemengd gevoel van wraak zucht en zelfverwijt. Wij zijn met deze gebeurtenissen ge naderd tot de tweede generatie van het geslacht Bjorndal. Als duidelijk-waar neembare figuren treden op den voor grond de beide zoons van Torgeir, Dag en Torre. Torre verdrinkt, en Dag kan zonder Torre niet leven. De verslagen beid over den dood van zijn broeder is voor hem de inleiding tot een diepe, religieuze bezinning. Daarna zien wij Dag naar de stad trekken en toenade ring zoeken tot de dochters van den koopman Holder, Thérèse en Dorothea, wier vader gestorven was. Thérèse wordt zijn vrouw en hij neemt haar zuster mee naar de hoeve Bjorndal. In Thérèse en Dorothea dringt de chris telijke gadaehle binnen in het strijd en stambevvustzijn van de Bjorndals. Dc geschiedenis der derde generatie vail tie Bjorndalc, van dc zonen vau Dag, uen jongen Dag en lorre vormen liet laatste gedeelte van het eerste uoek. En daarna nemen wij in W inden waaien van ue Hotsen dau kennis van liet teil, dat de tiugedic vormt, die zich in dezen „Vvcg lot ELkaudei" scnijnl op te lossen, dc oude Dag huwelijkt zijn zoon Dag uil aan Aueitieid Bain-, om lieui. te oeveiligeii tegen de lokkende kracht van Eiisaueiti \aii Dull lol Borgland. Wanneer het huwelijk van den jongen Dag en AJeiheid dreigt te mislukken, vlucht Dag 111 de natuur en teelt zijn ontzag.ijue worsteling op een stei vcusneig. .va liet beklimmen van dien siervensberg wudt luj niet den dood, maar het besef dat mj te veel over den dood en nooit over hei leven heelt nagedacht. „De Weg lot elkander" is daarom mei los le deiiKen van de eersic twee hoe ken van den cycius, omdat dit boek de diepzinnige voltooiing geelt van het orama, uat ons in de vorige dceien werd omwikkeld. In het middelpunt van dit laatste gesclirill slaat Adelheid, dc vrouw vun den „jongen" Dag, die in dit derde deel niettemin al tot een Waar ligt dc groote tragedie, waardoor de echtgenooten, Adefheid en de jonge Dag van elkander zijn verwijderd? Die tragedie ligt hierin, rlat Adcllieid aan den jongen Dag als bruid gegeven is door zijn Vader, en dat hij zich (laar- om sluit voor de vrouw, die de vrouw niet is van zijne keuze. Voortdurend, ook nog in dit boek. zien wij den jon gen Dag op den achtergrond, hij jaagt in dc bossclien en zondert zich af. Be oude Dag blijft den voorgrond innemen in dit verhaal. En nu aanschouwen wij deze parallel: Terwijl de oude Dag, die naar het eind van zijn leven s|K>edt, en dien wij ook in dit boek zien sterven, toeneemt in levenskennis en bezonken heid en in Christelijke liefde, terwijl de oude Dag door den schrijver als c-preektrompet wordt gekozen van de waarheden die hij in het leven gevon Ion heeft, leert de jonge Dag door de dramatiek van de levensgebeurtenissen zelf. „Dc weg tot elkander", die hier beschreven wordl. de éénwording der Joor een diep noodlot van elkaar ge scheiden echtgenooten. zij is meer liet decreet van hot Leven, dan het gevolg van een sterke, innerlijke begeerte. Er ontstaat eenige toenadering, eenig be grip. er ontstaat een goede gezindheid tusschen beiden, maar in wezen kan nooit een éénheid worden wat niet uit spontanen vereenigingsdrang it- gebo ren Er gebeurt echter iets anders in dit hoek: alle tragische motieven, die cr, in hei verborgene aan ten grondslag liggen, worden er verklaard en opge lost. Alle persoonlijkheden komen cr lot zulk eene ontwikkeling, dat hun noodlotsbestenimiug helder voor ons komt te staan. Het dramatische vol tooit in dit laatste hoek het tragische. En nu denken wij aan de aan grijpende geschiedenis van het late liefdesavontuur van majoor Barre, Adelheide vader met niej. Kruse. haar huishoudster. De man met de roman tische. natuur, die hij niet uitleven kan en die zich daarom uitspreekt, eerst in zijn dronken buien, later in het ontstel lend liefdesavontuur. Na een poging tot zelfmoord sterft deze rampzalige aan de gevolgen van hel schampschot, dat hij zelf veroorzaakt heeft. Tegenover dc starre figuren om liem heen, kan deze figuur zich niet handhaven. Maar zijn dood heeft een pssenGecle beteekenis voor Adelheid, die er haar trots door gebroken ziet. en die zich daardoor de JULIAN APLEIN 4 naast Apotheek Haan. In voorraad: Do Indische Hygiöa Eczeemzalf. Absoluut afdoende togen oczoem- en huidaandoeningen. Prijs per pot f 1.20. man van vijftig jaar is uitgegroeid.psychische mogelijkheid ziet ontsloten, nader te komen tot haar echtgenoot. Toch wordt deze eenheid niet geheel be reikt. Ren dramatische gebeurtenis on derbreekt dit procés, het sterven van Dag. die als een held een jongen wil redden, die in levensgevaar verkeert on der een ineengestorte brug. maar die met den knaap samen onder dc ijs schotsen wordt verpletterd. Het Int heeft zijn bestemming nu ver- vuld aan het geslacht Bjorndal Het zal verder leven in de twee jonge zonen van Dag en Adelheid. die ons zeer dui del ij k worden geteekend, het zal zich voortzetten in eindelooze continuïteit, waar de geweldige oerkrachten. die zich aan zijn bakermat bevonden heb hen zich doen gelden. Tiet merkwaardige in dit nieuwste hoek van Gulbranssen is hierin gelegen, dat terwijl de metaphysica zeer diep zinnig is, de uitbeelding van alle figu ren uitermate duidelijk wordt gegeven. Tegen den achtergrond van de Noor- sche natuur, die zich met groote sug- gestiviteit aan ons opdringt, zien wij den moeden. vernederden zwerver Mi ch iel Houwer, de drager der svmboli sche gedachte van het hoek zelf, die ons in den voorhof van het verhaal ver schijnt. zien wij den ouden Espen Stcin- run en Stjernebckk lévend voor ons. Het is alsof de schrijver door de sterke bedding het begrip zijner diepzinnige bedoeling heeft willen ondersteunen. Want dit hoek is vol van de essen- tieelste leven vraagstukken: Denk alleen aan de verhouding lusschen Vader en Zoon. die zich in wat zich afspeelt tus schen Dag senior en Dag junior in dit boek schrijnend openbaart. Waarschijnlijk is deze Gulbranssen •n Nederland zoo populair, omdat hij aan pcillooze problemen eenvoudige structuur weet te geven. De Noorsc.he natuur die zich in menschen èn we- "Gift-beschouwing hij Gulbranssen zoo sterk doet gelden geeft aan al wat hij beschrijft een zekere volstrektheid, waaraan wij. die ook in de roman pay chologie verschillende schakeeringen kennen, houvast gevoelen. Maar het valt niet te ontkennen, dal dc meeslepende natuurbeschrijving van Gulbranssen niet alleen beeldenden in vloed heeft op ons gedachtenleven. maar ziel en zinnen verovert zooals weinige natuurbeschrijvingen dat ver mogen te doen. en Drente zijn heiden en Limburg dé pracht van zijn becklandschappen kwijt is, om van de andere provincies maar niet te spreken. Hel tempo van afbraak til verval is in dc laatste jaar of tien angstwekkend opgevoerd. Gaat het nog eenigen tijd in dezelfde snelheid door, dan behoeven we voor buitenlanders en landgenooten niet meer zoo erg te koop te loopen met de schoonheid van Neder land. Want dan blijven er wel de grach ten en de musea van Amsterdam en de bouwlanden van Friesland en de duinen van de zeekust en de wijsheid van de stranden en dc schaduwen der bos* schon, maar dan zijn de molens weg en de moerassen, de venen en de valleien, de heiden en de beken en dan botoekent dat toch wel schromelijke verarming en groot en onhers clbaar verlies. Nieuw natuurschoon, dat geschapen wordt, zegt ge? Och arme, ja, ik wil de schoonheid van bouwland en korenveld, van vlasakker en Wieringcrmeerpolder niet ontkennen, maar laten wij het scheppen, waar we dan soms zoo hoog mee loopen, maar aan hooger Macht- overlaten. Stormen van verontwaardiging zou den opga a n als dc Nachtwacht van Rembrandt werd afgekrabd en een mo dern schilder zou op liet doek nieuwe schoonheid „scheppen". Het zou een daad van volslagen krankzinnigheid be teekenen. Yrage: is hel vcenlandschap van de Scheen© in Friesland, is de om geving van de Buurserbeek in Over ijssel. is dc heide van Koekangc en het plassenland van Nieuwkoop, zijn de groolsche schilderijen van den Schep per van minder waarde dan Rem brandt's meesterwerken? Waarom dan het eene, hel kostelijke mcnschenwerk, trouw bewaren, beschermen en liet an dere, liet. onvervangbare Godswerk, al- lijd maar weer en in t>lec<ls koortsach tiger haast ten ondergang doemen cn te verminken. A. L. B. JM-VXfcSE. fiKoïi VAN DEN ZOMER NAAR DEN HERFST Het was in den zomer veel gemak kelijker er goed uit te zien; de hel gekleurde hoeden cn japonnetjes gaven een veel jeugdiger uiterlijk. Nu moet weer met donkere dagen cn kunstlicht rekening gehouden worden. De veranderde omstandigheden bren gen ook het gebruik van andere mid delen met zich mede. De weldadige invloed van de war me zonnestralen heeft de werkzaam heid van de klieren verhoogd en de bloedvaten verwijd. De zenuwen zijn op gunstige wijze beinvloed gewor den. hel aantal vitaminen is vergroot en de psychische spankracht is ver hoogd. Daar echter de natuur gewend is de huishouding van ons lichaam zeil te regelen, liet zij tegelijkertijd de huid van de vrouw bruin worden, als bescherming tegen de steeds hecter wordende zonnestralen. Maar deze bruine tint .zal langzamerhand weer verdwijnen en juist dal langzamer hand is nu zoo bijzonder vervelend. Het proces dat zich ontwikkelt, als de bruine huid zijn oorspronkelijke kleur weer terug krijgt, gaat gepaard mei onaangename nevenverschijnse len. De vrouw probeert de een of andere sterk dekkende onderlaag- créme; zij gebruikt meer wangenrood dan noodzakelijk is cn ondanks lang wikken cn wegen vindt zij niet de juiste poedernuance. Bij licht poede ren schijnen enkele donkere vlekken door, bij donker poederen ontslaan schaduwen. Vertwijfeld wascht zij de mislukte make-up weer af en be gint opnieuw, ditmaal echter met een nog slechter resultaat, want de huid is reeds geïrriteerd Mevrouwtje ziet in den spiegel steeds een ontevreden, ongeduldig gezicht. Maar het is met noodig tol dergelijke bittere ervarin gen le komen. Er beslaan verschillen de crèmes en lotions, die Uw huid weer haar oorspronkelijke kleur teruggeven. Maar zoolang dit nog niet heeft plaats gevonden, poedert U dan niet alle gezichtsdcelen met één en dezelfde nuance. De gewone crème- rouge zal waarschijnlijk voorloopig niet het gewenschle resultaat geven, daar de aan de .zon bloot gestelde poriën in dien tijd grooter geworden zijn. Dientengevolge zal het vette rood zich in kleine puntjes op de huid gaan vastzetten. We moeten dan op de gepoederde wangen alleen maar wat droog rood aanbrengen. DIANA

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 11