DAGBLAD
CQ/METICF1
HISTORISCHE FIG UREN
Over boeken en schrijvers
gij zijt geen
„amersfoorter"
zonder het
„amersfoortsch
dagblad"
GEZICHTSVERZORGING
massage
ONTHARING
INSTITUUT COSMETIQUE
STEDEN IN HET
VERLEDEN
KLAAGZANG
DROGISTERIJ „DE GAPER'
IMllilllllllllllllllllllllllllllllllltllllUIIIIIIIIIIIIIIIIUI
jlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllldU
iiiiiiiiiniiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
'cp-iratc'
dr. P. H. v. d. HOOG
huidarts.
Gedipl. Spec.
PAULUS BUYSLAAN 12
TELEF. 1607
Villa's met platte daken
en daktuinen; terrassen en bal
kons op de eerste verdieping,
opschuiframen; warmwater-ver
warming; warm- en koudwater-
leiding; hadkamera met tegel-
wan dbekleeding; ingebouwde
baden en douches; closets met
waterdoorspoeling; keukens met
ingebouwde afwaschruimte en
waterleiding
DE als een motto geplaatste regelen
zijn niet een stuk uit een adverten
tie, waarbij een bouwmaatschappij
van onzen tijd eenige onverkochte of
onverhuurde woningen aan kooper of
huurder tracht te brengen. Zij zijn
slechts de opsomming van wat er al te
krijgen was in het oude Hercu-
lanum, dat in het jaar 79 van onze
jaartelling door eene uitbarsting van
den Vesuvius onder de asch werd be
dolven. Al de aantrekkelijkheden,
waardoor onze moderne huizen zich
kenmerken en die hierboven opge
noemd zijn. zijn niet slechts veroverin
gen van de bouwkunst der 20e eeuw.
Neen! Twintig eeuwen geleden zoo
moeten wij thans wel aannemen
waren al die dingen voor de goed-ge-
situeerde Romeinen onontbeerlijk, als
vanzelf gevraagde zaken bij het woon
huis, dat zij betrokken.
Bijna elk huis in Herculanum kon
flls voorbeeld dienen voor den moder
nen huizenbouw van thans. Elcctrici-
teit in haar menigvuldige toepassing
ontbrak er en óók de Romeinen wa
ren gelukkige menschen! de radio,
maar wat de techniek en de aesthetiek
van het bouwen betreft, kunnen de op
gegraven huizen van Ilerculanum als
nauwkeurige typen van onze rationeele
woonhuizen wordon beschouwd.
Herculanum, \erwoesting, bedelving.
opgravingen, we zitten midden iu
den ouden tijd, reeds eenige, reeds vele
jaren, sedert Mussolini's krachtige hand
die opgravingen systematisch leidt.
Mussolini was niet de eerste, die
op het denkbeeld der opgraving kwam.
Het is al een paar ecuwen geleden, dat
"Winckelmann, de Duitsche grondleg
ger van de antieke kunstgeschiedenis
en archeologie, tot die opgravingen zijn
toestemming gaf. Hij was n.l. „prefect
der oudheden" te Rome en de Napoli-
taansche Bourbon-koning Karei III pro
tegeerde dergelijke wetenschappelijke
onderzoekingen. Doch wat men vinden
zou, wat men n u weet, vermoedde men
toen nog niet. Men groef naar kunst
schatten, naar beeldhouwwerk en huis
raad. Men vorderde niet hard, want de
opgravingsme.thoden waren nogal pri
mitief en toen hield men er maar meê
op.
Dat was gelukkig voor ons,
voor wie nu veel moois ongeschonden,
zij het ook verborgen bewaard bleef.
Er ging zoowat een eeuw voorbij.
Door een toeval was Pompeji, de ter
zelfder tijd als Herculanum verwoeste
stad, ontdekt. De 19e eeuw begon daar
haar opgravingsarbeid. Weer was het
er vooral om te doen, kostbaarheden en
beeldhouwwerken te vinden. Veel werd
er vernield of voor goed bedorven, tot
dat ook daar, bij die opgravingswer-
ken, ten slotte de arbeid zoo degelijk
en systematisch werd aangepakt, te
vens zoo voorzichtig en wetenschappe
lijk dank zij vooral den archeoloog
Fiorcelli dat men thans na jaren en
jaren, in staat is, niet alleen de meest
subtiele finesses aan het licht te bren
gen, maar die ook te bewaren en, zoo
noodig, aan te vullen. Een dergelijke
restauratie blijft natuurlijk wel zicht
baar, doch helpt krachtig medé om den
totaal-indruk van het oorspronkelijke
weer te geven.
Zoo stonden de zaken toen, ongeveer
het jaar 1927, de Ilaliaansche regeering
besloot de systematische opgraving van
Herculanum zelf ter hand te nemen
Dat was na het stopzetten, waarover
hierboven gesproken werd, een tweede
gelukkige gebeurtenis. Want Mussolini
kon toen gebruik maken van de groote
kennis van professor Maiuri. die zoowel
op Korfoe als in Pompeji zijn sporen
met eere verdiend had.
Maiuri's opdracht was moeilijk en
ondankbaar. Men kon niet verwachten
dat er in Herculanum nog groote kunst
schatten zouden ontdekt worden. Daar
voor hadden de vroegere eeuwen te
wild huisgehouden bij de opgravingen.
Toch gloeide er in de harten van alle
archeologen nog een vonkje van hoop.
dat het misschien gelukken zou een
antieke bibliotheek te vinden Profes
sor Maiuri intusschen wilde nog meer
Hij wilde „de" antieke stad terugyin-
dèn en baar reconstrueeren- hij wilde
zoeken naar dingen, die men tot dus
ver in Pompeji of in Ostia bij Rome
slechts kon vermoeden.
Herculanum, in tegenstelling met
Pompeji, dat een klein burgerlijke stad
was, was de woonplaats der welgestelde
fauiiliën. Naar Herculanum trokken de
rijk geworden kooplieden; daar vestig
den zich de rijke grondbezitters; daar
nestelde zich de adel uit de steden om
er met het uitzicht op de golf van Na
pels en op den achtergrond een heer
lijk bergpanorama. te genieten van rust
pit weelde. Dientengevolge vindt men te
IJeiculanum geen wijnkroegen en amu-
semcntslokalen; de muren zijn er niet
bedekt met verkiezingsleuzen, aanplak
biljetten en reclames, zooals in Pom
peji. In Herculanum is alles voorname
behagelijkheid. Aan zakenhuizen, kan
toren. winkels is er maar het allernood
zakelijkste; de rest is deftige woonhui
zen, villa's met tuinen en terrassen.
Slechts een heel kleine wijk bestaat uil
„insulac", d.w.z. „eilandjes", huizen
blokken voor de wéinige inwoners uit
dp eenvoudige volksklassen.
Men had in Herculanum rekening te
houden met zeer beperkte ruimte. Van
daar waarschijnlijk het ontstaan van
wat wij tegenwoordig een moderne, ra
tioneele architectuur zouden noemen.
Men was gedwongen de terreinopper
vlakte uit te buiten en dus de lijnen der
platte gronden van de huizen zoo prac-
tisch mogelijk te maken. De bouwwijze
moest zich onderwerpen aan de nood
zakelijkheid om zuinig Ie zijn met d^
ruimte. Dus moest er solide gebouwd
worden, zonder dat het muurwerk te
veel plaats innam. Weliswaar was dp
ijzerconstructie den ouden Romeinen
onbekend, doch zeer stevige houtsoor
ten stonden den bouwers ten dienste.
De houtconstructie werd naar dezelfde
beginselen uitgevoerd als thans. Bij tal
van uitgegraven huizen was de con
structie zoo goed bewaard gebleven, dat
slechts onbeteekenende onderdeelen
vervangen moesten worden. Zelfs heb
ben ettelijke uitgegraven huizen nog
hunne oorspronkelijke bedakking kun
nen behouden. Zij waren blijkbaar zóó
stevig gebouwd, dat de aschregen hen
begroef zonder hen te vernielen. Dit
feit maakt dat de ontgravers zeer voor
zichtig te werk moesten gaan. Iedere
stoot van spade of houweel kon iets be
schadigen. wat nog volkomen ongerept
gebleven was.
En zoo komt het oude Herculanum
voor den dag, voor den dag van heden.
Tweeduizend jaar en nicer gele
den werden die huizen gebouwd. Het
inwendige daarvan biedt een zeer aan
schouwelijk beeld van bet leven hun
ner bewoners. De weelde daarin gaat
dikwijls, of meestal, gepaard met groo-
ten smaak, welke zich vooral uit in do
beschildering der wanden. Ook de mu
ren aan de buitenzijde, die blootgesteld
waren aan het weer, vertonnen mooie
schilderingen, waarbij de kenners spre
ken van hoogen kunstzin.
Herfststemming in het bosch
Tuinmuren dragen illusionistische
schilderingen, die voor het oog de af
metingen van den tuin kunstmatig ver
lengen. Ook de tuinen zelf kan men
zich thans duidelijk voorstellen, want
botanisten hebben door het onderzoek
van de verkoolde plantenresten de be
planting dier tuinen kunnen recon
strueeren en als voor tweeduizend jaar
bloeit thans de Hereulanumsche tuin
om het Hereulanumsche huis.
Hoe leefden daar, in die huizen, de
menschen, die door de uitbarsting van
den Vesuvius onder de asch werden be
dolven? Ook dèt is met stelligheid te
zeggen. De benedenruimten waren be
stemd voor woonkamers. Op de eerste
verdieping werd geslapen en op de
tweede bevonden zich naast de kamers
voor de bedienden, de keukens en de
wasch- en strljkruimten.
De bezoekers, die de resultaten van
Mussolini's nieuwen opgravings-impuls
beziet, schijnt tot de conclusie te moe
ten komen, waartoe duizenden jaren
geleden de Prediker kwam:
„Hctgene, dat er geweest is, hetzelfde
zal er zijn en hctgene, dat er gedaan
is, hetzelfde zal er gedaan worden, zoo
dat er niets nieuws is onder de zon."
Inderdaad! Niets nieuws onder de
zon. Voor onzen lijd met zijn groote
krachtsuitingen op velerlei gebied, is
dat een lesje in ootmoed.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
De Gicthoornsche molens. De Seheenc-
kavel, het vcenlandschap in 'cststel-
lingwerf. De beken in Midden-Limburg.
De Grebbeberg. De Buurserbeek. De hei
de bij Koekangc. De Ankeveensche plas
sen. Het waterschap Yollenhovcn. De
heidevelden bij Elsloo.
Ik noem voor de hand weg een tien
tal namen, die voor den kenner van ons
land een herinnering, aan rijk en veelzij
dig natuurschoon beteekenen. Kent u,
lusschen haakjes, dit alles, u die Parijs
en Biarritz, Knockc en Innsbruck,
Berchtesgaden en St. Morritz hebt be
zocht? Velen uwer kennen dit alles in
Nederland stellig niet, anders kon de
rest van deze bijdrage waarschijnlijk
ongeschreven blijven. Want de bovenge
noemde opsomming en ik kan de
lijst met gemak drie maal zoo lang ma
ken is voor den goeden vaderlander
niet alleen een herinnering aan veel
van het mooiste van Nederland, het is
voor hem een aanwijzing van dreigen
de of reeds gepleegde schennis tevens
En nu geef ik nog eens een opsomming
die voor den goeden verstaander zoo
heel veel beteekent.
Ontginning in werkverschaffing. Mo
len-afbraak. Electrise he bovenleidingen.
Normaliseering van beken. Droogleg
ging van plassen. Demping van grach
ten. Vuilstorting. Lintbebouwing. Ver
harding van zandwegen. Plaatijzer, as
best, kalkzandsteen als bouwmateriaal.
Weer noem ik voor de band weg een
tiental dingen. Soms betrekkelijk nood
zakelijke dingen. Deels ook overbodige,
deels in alle opzichten, ook economisch
schadelijke dingen. Maar dingen, die
alle stuk \oor stuk aantasting in menig
opzicht van de unieke schoonheid, van
de rustieke en stedelijke pracht van Ne
derland beteekenen.
Is er niet alle reden ,om pen klaag
zang aan te heffen? En om niet af Ie ta
len van klagen, prolesteeren, beloogcn,
schrijven, spreken, agceren?
Wij hebben den mond vol in onze da
gen van vaderlandsliefde. Daar zit een
goede, gezonde kant aan, daarin open
baren zich ook verontrustende en af
schrikwekkende hypcrnationalistischc
tendenzep.
Maar wij laten al onze vaderlands
liefde, waarop wij zoo prat gaan en
wier opbloei wij toejuichen, onzen va-
derlandschcn bodem, om de bescher
ming waarvan het dan toch voor een
goed deel gual, verminken, bederven,
schenden en verknoeien op een afschu
welijke manier. Veel ernstiger dan de
vijand van buiten is voorloopig nog de
vijand \an binnen. Die liet vaak o zoo
goed bedoelt, en wij willen die bedoe
lingen respecteeren, maar die dan toch
maar maakt dat, niet spoedig wordt in
gegrepen, Friesland spoedig zijn venen
De Weg tot elkanderdoor
Trygve Gulbranssen(Den
Haag. Z.sHollUitgevers-
mij.).
IN het prospectus, dat den nieuwen
roman van den Noorschen schrijver
Gulbranssen, bet laatste deel zijner
trilogie aankondigt, staat vermeld, dat
wij dit boek afzonderlijk, en lot? \an de
twee voorafgaande deelen: „En eeuwig
zingen de Bossclien", en „Winden
waaien om de Rotoen kunnen genieten.
Een grondige beschouwing van het
laatste deel zal evenwel niet mogelijk
zijn, zonder dat men zich inhoud en
door
P. H. Ritier Jr.
zin van de eerste twee deelen van de
zen roman-cyclus heeft herinnerd.
Het verhaal vormt, zooals men weet,
de geschiedenis van het geslacht Bjorn-
dal in het hooge Noorden. In het eerste
boek laat de schnj\er dat geslacht op
rijzen uit de natuur. De bewoners van
de vlakte, die met de bewoners der ber
gen in onnnn en heimelijkcn strijd le
ven, roepen de liulp in van Torgeir.
den man uit de bergen, den geweldi
gen berenjager, om den beer te dooden.
die hunne kudden vernielt. Deze Tor
geir vervult hunnen wensch, bevrijdt
de landstreek van den verschrikkelij-
ken beer. maar laat zelf het leven in
den strijd. Deze Torgeir is de stamva
der van liet geslacht Bjorndal In het
noodlottig samentreffen van Dag. den
zoon van Torgeir. met een van de gas
ten eencr bruiloft, zien wij de tegen
stelling lusschen de drieste menschen
uit de bergen en de bewoners der vlak
te. Dag vraagt een meisje lol dans, dal
naast den jongen man zit met wien zij
verloofd is. Uit dat incident ontstaat
een twist, waarbij Dag een van zijn be
lagers velt. En Dag trekt de bergen in,
mei een gemengd gevoel van wraak
zucht en zelfverwijt.
Wij zijn met deze gebeurtenissen ge
naderd tot de tweede generatie van het
geslacht Bjorndal. Als duidelijk-waar
neembare figuren treden op den voor
grond de beide zoons van Torgeir, Dag
en Torre. Torre verdrinkt, en Dag kan
zonder Torre niet leven. De verslagen
beid over den dood van zijn broeder is
voor hem de inleiding tot een diepe,
religieuze bezinning. Daarna zien wij
Dag naar de stad trekken en toenade
ring zoeken tot de dochters van den
koopman Holder, Thérèse en Dorothea,
wier vader gestorven was. Thérèse
wordt zijn vrouw en hij neemt haar
zuster mee naar de hoeve Bjorndal. In
Thérèse en Dorothea dringt de chris
telijke gadaehle binnen in het strijd
en stambevvustzijn van de Bjorndals.
Dc geschiedenis der derde generatie
vail tie Bjorndalc, van dc zonen vau
Dag, uen jongen Dag en lorre vormen
liet laatste gedeelte van het eerste
uoek. En daarna nemen wij in W inden
waaien van ue Hotsen dau kennis van
liet teil, dat de tiugedic vormt, die zich
in dezen „Vvcg lot ELkaudei" scnijnl op
te lossen, dc oude Dag huwelijkt zijn
zoon Dag uil aan Aueitieid Bain-, om
lieui. te oeveiligeii tegen de lokkende
kracht van Eiisaueiti \aii Dull lol
Borgland. Wanneer het huwelijk van
den jongen Dag en AJeiheid dreigt te
mislukken, vlucht Dag 111 de natuur
en teelt zijn ontzag.ijue worsteling op
een stei vcusneig. .va liet beklimmen
van dien siervensberg wudt luj niet
den dood, maar het besef dat mj te
veel over den dood en nooit over hei
leven heelt nagedacht.
„De Weg lot elkander" is daarom mei
los le deiiKen van de eersic twee hoe
ken van den cycius, omdat dit boek de
diepzinnige voltooiing geelt van het
orama, uat ons in de vorige dceien
werd omwikkeld. In het middelpunt
van dit laatste gesclirill slaat Adelheid,
dc vrouw vun den „jongen" Dag, die
in dit derde deel niettemin al tot een
Waar ligt dc groote tragedie, waardoor
de echtgenooten, Adefheid en de jonge
Dag van elkander zijn verwijderd? Die
tragedie ligt hierin, rlat Adcllieid aan
den jongen Dag als bruid gegeven
is door zijn Vader, en dat hij zich (laar-
om sluit voor de vrouw, die de vrouw
niet is van zijne keuze. Voortdurend,
ook nog in dit boek. zien wij den jon
gen Dag op den achtergrond, hij jaagt
in dc bossclien en zondert zich af. Be
oude Dag blijft den voorgrond innemen
in dit verhaal. En nu aanschouwen wij
deze parallel: Terwijl de oude Dag, die
naar het eind van zijn leven s|K>edt, en
dien wij ook in dit boek zien sterven,
toeneemt in levenskennis en bezonken
heid en in Christelijke liefde, terwijl
de oude Dag door den schrijver als
c-preektrompet wordt gekozen van de
waarheden die hij in het leven gevon
Ion heeft, leert de jonge Dag door de
dramatiek van de levensgebeurtenissen
zelf. „Dc weg tot elkander", die hier
beschreven wordl. de éénwording der
Joor een diep noodlot van elkaar ge
scheiden echtgenooten. zij is meer liet
decreet van hot Leven, dan het gevolg
van een sterke, innerlijke begeerte. Er
ontstaat eenige toenadering, eenig be
grip. er ontstaat een goede gezindheid
tusschen beiden, maar in wezen kan
nooit een éénheid worden wat niet uit
spontanen vereenigingsdrang it- gebo
ren Er gebeurt echter iets anders in
dit hoek: alle tragische motieven, die
cr, in hei verborgene aan ten grondslag
liggen, worden er verklaard en opge
lost. Alle persoonlijkheden komen cr
lot zulk eene ontwikkeling, dat hun
noodlotsbestenimiug helder voor ons
komt te staan. Het dramatische vol
tooit in dit laatste hoek het tragische.
En nu denken wij aan de aan
grijpende geschiedenis van het late
liefdesavontuur van majoor Barre,
Adelheide vader met niej. Kruse. haar
huishoudster. De man met de roman
tische. natuur, die hij niet uitleven kan
en die zich daarom uitspreekt, eerst in
zijn dronken buien, later in het ontstel
lend liefdesavontuur. Na een poging tot
zelfmoord sterft deze rampzalige aan
de gevolgen van hel schampschot, dat
hij zelf veroorzaakt heeft. Tegenover dc
starre figuren om liem heen, kan deze
figuur zich niet handhaven. Maar zijn
dood heeft een pssenGecle beteekenis
voor Adelheid, die er haar trots door
gebroken ziet. en die zich daardoor de
JULIAN APLEIN 4
naast Apotheek Haan.
In voorraad:
Do Indische Hygiöa
Eczeemzalf.
Absoluut afdoende togen
oczoem- en huidaandoeningen.
Prijs per pot f 1.20.
man van
vijftig jaar is uitgegroeid.psychische mogelijkheid ziet ontsloten,
nader te komen tot haar echtgenoot.
Toch wordt deze eenheid niet geheel be
reikt. Ren dramatische gebeurtenis on
derbreekt dit procés, het sterven van
Dag. die als een held een jongen wil
redden, die in levensgevaar verkeert on
der een ineengestorte brug. maar die
met den knaap samen onder dc ijs
schotsen wordt verpletterd.
Het Int heeft zijn bestemming nu ver-
vuld aan het geslacht Bjorndal Het zal
verder leven in de twee jonge zonen
van Dag en Adelheid. die ons zeer dui
del ij k worden geteekend, het zal zich
voortzetten in eindelooze continuïteit,
waar de geweldige oerkrachten. die
zich aan zijn bakermat bevonden heb
hen zich doen gelden.
Tiet merkwaardige in dit nieuwste
hoek van Gulbranssen is hierin gelegen,
dat terwijl de metaphysica zeer diep
zinnig is, de uitbeelding van alle figu
ren uitermate duidelijk wordt gegeven.
Tegen den achtergrond van de Noor-
sche natuur, die zich met groote sug-
gestiviteit aan ons opdringt, zien wij
den moeden. vernederden zwerver Mi
ch iel Houwer, de drager der svmboli
sche gedachte van het hoek zelf, die
ons in den voorhof van het verhaal ver
schijnt. zien wij den ouden Espen Stcin-
run en Stjernebckk lévend voor ons.
Het is alsof de schrijver door de sterke
bedding het begrip zijner diepzinnige
bedoeling heeft willen ondersteunen.
Want dit hoek is vol van de essen-
tieelste leven vraagstukken: Denk alleen
aan de verhouding lusschen Vader en
Zoon. die zich in wat zich afspeelt tus
schen Dag senior en Dag junior in dit
boek schrijnend openbaart.
Waarschijnlijk is deze Gulbranssen
•n Nederland zoo populair, omdat hij
aan pcillooze problemen eenvoudige
structuur weet te geven. De Noorsc.he
natuur die zich in menschen èn we-
"Gift-beschouwing hij Gulbranssen zoo
sterk doet gelden geeft aan al wat hij
beschrijft een zekere volstrektheid,
waaraan wij. die ook in de roman pay
chologie verschillende schakeeringen
kennen, houvast gevoelen.
Maar het valt niet te ontkennen, dal
dc meeslepende natuurbeschrijving van
Gulbranssen niet alleen beeldenden in
vloed heeft op ons gedachtenleven.
maar ziel en zinnen verovert zooals
weinige natuurbeschrijvingen dat ver
mogen te doen.
en Drente zijn heiden en Limburg dé
pracht van zijn becklandschappen kwijt
is, om van de andere provincies maar
niet te spreken. Hel tempo van afbraak
til verval is in dc laatste jaar of tien
angstwekkend opgevoerd. Gaat het nog
eenigen tijd in dezelfde snelheid door,
dan behoeven we voor buitenlanders en
landgenooten niet meer zoo erg te koop
te loopen met de schoonheid van Neder
land. Want dan blijven er wel de grach
ten en de musea van Amsterdam en de
bouwlanden van Friesland en de duinen
van de zeekust en de wijsheid van de
stranden en dc schaduwen der bos*
schon, maar dan zijn de molens weg en
de moerassen, de venen en de valleien,
de heiden en de beken en dan botoekent
dat toch wel schromelijke verarming
en groot en onhers clbaar verlies.
Nieuw natuurschoon, dat geschapen
wordt, zegt ge? Och arme, ja, ik wil de
schoonheid van bouwland en korenveld,
van vlasakker en Wieringcrmeerpolder
niet ontkennen, maar laten wij het
scheppen, waar we dan soms zoo hoog
mee loopen, maar aan hooger Macht-
overlaten.
Stormen van verontwaardiging zou
den opga a n als dc Nachtwacht van
Rembrandt werd afgekrabd en een mo
dern schilder zou op liet doek nieuwe
schoonheid „scheppen". Het zou een
daad van volslagen krankzinnigheid be
teekenen. Yrage: is hel vcenlandschap
van de Scheen© in Friesland, is de om
geving van de Buurserbeek in Over
ijssel. is dc heide van Koekangc en het
plassenland van Nieuwkoop, zijn de
groolsche schilderijen van den Schep
per van minder waarde dan Rem
brandt's meesterwerken? Waarom dan
het eene, hel kostelijke mcnschenwerk,
trouw bewaren, beschermen en liet an
dere, liet. onvervangbare Godswerk, al-
lijd maar weer en in t>lec<ls koortsach
tiger haast ten ondergang doemen cn
te verminken. A. L. B.
JM-VXfcSE. fiKoïi
VAN DEN ZOMER NAAR DEN
HERFST
Het was in den zomer veel gemak
kelijker er goed uit te zien; de hel
gekleurde hoeden cn japonnetjes
gaven een veel jeugdiger uiterlijk. Nu
moet weer met donkere dagen cn
kunstlicht rekening gehouden worden.
De veranderde omstandigheden bren
gen ook het gebruik van andere mid
delen met zich mede.
De weldadige invloed van de war
me zonnestralen heeft de werkzaam
heid van de klieren verhoogd en de
bloedvaten verwijd. De zenuwen zijn
op gunstige wijze beinvloed gewor
den. hel aantal vitaminen is vergroot
en de psychische spankracht is ver
hoogd.
Daar echter de natuur gewend is
de huishouding van ons lichaam zeil
te regelen, liet zij tegelijkertijd de
huid van de vrouw bruin worden, als
bescherming tegen de steeds hecter
wordende zonnestralen. Maar deze
bruine tint .zal langzamerhand weer
verdwijnen en juist dal langzamer
hand is nu zoo bijzonder vervelend.
Het proces dat zich ontwikkelt, als
de bruine huid zijn oorspronkelijke
kleur weer terug krijgt, gaat gepaard
mei onaangename nevenverschijnse
len. De vrouw probeert de een of
andere sterk dekkende onderlaag-
créme; zij gebruikt meer wangenrood
dan noodzakelijk is cn ondanks lang
wikken cn wegen vindt zij niet de
juiste poedernuance. Bij licht poede
ren schijnen enkele donkere vlekken
door, bij donker poederen ontslaan
schaduwen. Vertwijfeld wascht zij
de mislukte make-up weer af en be
gint opnieuw, ditmaal echter met een
nog slechter resultaat, want de huid
is reeds geïrriteerd Mevrouwtje ziet
in den spiegel steeds een ontevreden,
ongeduldig gezicht. Maar het is met
noodig tol dergelijke bittere ervarin
gen le komen. Er beslaan verschillen
de crèmes en lotions, die Uw huid
weer haar oorspronkelijke kleur
teruggeven. Maar zoolang dit nog niet
heeft plaats gevonden, poedert U dan
niet alle gezichtsdcelen met één en
dezelfde nuance. De gewone crème-
rouge zal waarschijnlijk voorloopig
niet het gewenschle resultaat geven,
daar de aan de .zon bloot gestelde
poriën in dien tijd grooter geworden
zijn. Dientengevolge zal het vette
rood zich in kleine puntjes op de
huid gaan vastzetten. We moeten dan
op de gepoederde wangen alleen
maar wat droog rood aanbrengen.
DIANA