Het conflict inzake de
Wereldjamboree
De Nijenrode-affaire
Indien noodig
Replieken van
verdedigers
Lakeman's Bank
te Enkhuizen
krasse maatregelen
Engelsche trawler
gestrand
Militaire rangen aan
Prins Bernhard
verleend
PALESTIJNSCHE
SINAASAPPELEN
3e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 5 DECEMBER 1936
TWEEDE K4 ME
De onderwijsbegrooting
thans aangenomen
'S GRAVENHAGE. Voortgezet wordt
tie behandeling van afd. 5 (Lager On
derwijs) van hoofdstuk 6 (Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen).
De heer Van Dijken (a.r.) merkt
op, dat de verklaring van de commu
nisten. dat ze zich niet meer tegen ge
lijkstelling van hijzonder en oppnbaar
onderwijs zullen verzetten, door spr. en
zijn politieke vrienden niet verlangd is
en geen verandering brengt in hun
standpunt
Spr. crifiseert 's ministers beleid t.a. v
tie opheffing der subsidie voor de bij
zondere kweekschool te Leeuwardpn en
evenzoo de opmerkingen in de Memo
rie van Antwoord over teveel ongeleide
onderwijs-leerkrachten Hef toekennen
van zoogenaamd „smartegeld" aan we
duwen van onderwijzers stuit op wet-
tel iike bezwaren.
De heer Kersten (Stnatk. C.er.) ves
tigt de aandacht op den slechten toe
stand van scholen op Geref. grondslag
te Kampen en Schiedam.
Het onderwijs is er bij verkleining
tier klassen niet beter op geworden
Spr. heeft eerbied voor het werk der
onderwijzers maar velen vatten hun
taak te licht. op. Spr erkent dat jonge
onderwijzers een geringe vergoeding
krijgen, maar ze krijgen ook practische
ervaring, wat hun bij sollicitaties ten
goede komt Gehuwde onderwijzeressen
behooren niet in de school thuis. Vele
plaatsen van onderwijzers worden door
kloosterlingen ingenomen.
De minister deelt mede, dat do kwes
tie der in communauqeit levende onder
wijzers in onderzoek is hij de centrale
commissie voor georganiseerd overleg
in ambtenaarszaken. Spr. hoopt dat dit
geen kapstok wordt om de zaak op te
hangen.
Spr. komt er tegen op dat uit de pu
blieke kas gelden worden bo6teed voor
beelden aan en in katholieke scholen.
De aandacht t.o.v. concentratie behoort
ook op deze scholen gevestigd te wor
den.
De heer T i 1 a n u e (C.H.) zal geen
Uitvoerige beschouwingen over de af-
deeling lager onderwijs houden, omdat
.verschillende onderwijs-wetsontwerpen
eerlang aan de orde komen. Spr. be
treurt dat er geen wijziging is gebracht
t.a.v. de toelatingsleeftijd van kinderen
op de lagere 6chool. Spr. komt op tegen
den wensch van mevrouw dc Vries
Bruins om aan ontslagen wordende ge
huwde onderwijzeressen een afloopen-
de vergoeding te geven. De minister
heeft hun een vol jaar gegeven om zich
aan te passen. Heeft de minister de
wet al niet te mild toegepast? Verschil
lende misstanden ten deze hinderen
het publick meer dan de dames de
VriesBruins en Bakker—Nort denken.
De heer Suring (R.K.) heeft reeds
bij de algemeene bet-chouwingen gewe
zen op de groote werkloosheid onder
Jeugdige onderwijzers-. Dikwijls wil
men in zake verzoeken om aangesteld
te worden als kweekelingen met acte,
niet weigeren. Het heeft ook zijn nut
voor het behoud van vakbekwaamheid.
.Verbetering kan echter slechts komen
door verruiming van do leerlingen-
schaal.
Bovendien is het aantal wachtgelders
reeds zoodanig verminderd, dat de vrij
heid van sollicitatie wol kan worden
hersteld.
Er is- opgemerkt dat aan 438 van de
710 gehuwde onderwijzeressen, die voor
ontslag in aanmerking komen, uitstel
is verleend. Het is de vraag of de mi-
nieter de wet niet te zacht heeft toege
past en hij niet strenger had moeten
optreden. Het pleidooi van mevr. de
VriesBruins voor toekenning van een
vergoeding heeft spr.'s instemming
niet.
De heer K. ter Laan (Soc. Dern.)
komt terug en citeert nu uit de han
delingen op zijn opmerking over het
benadeclen van het openbaar onder
wijs door minister Marchant. Spr. heeft
daarover gesproken, waar minister
Marchant bij was. Tientallen openbare
scholen heeft de minister opgeheven,
en men dacht dat hij dit deed als vrij
zinnig minister, terwijl hij reeds een
geheel andere levensbeschouwing had.
De leerplichtwet geeft aan een school
hoofd de bevoegdheid om vrij-af op
1 Mei niet als ongeoorloofde schoolver
zuim te beschouwen. Bovendien mogen
de oudere tweemaal in zestig dagen
hun kinderen thuis houden. De heer
Cóops heeft een geest van onverdraag
zaamheid bevorderd.
j7 De heer Westerman (ex-Nat. Her
stel) constateert dat nu de laatste partij
in het parlement, de officieele verte
genwoordiging van Sovjet-Rusland, den
strijd tegen het pacifisme heeft opge
geven.
Spr. noemt de resultaten van het
onderwijs tegenwoordig onbevredigend,
ondanks de ontzaglijke sommen, er aan
besteed. Wie hoogere dan intellectueele
eischen aan het onderwijs stelt, wordt
geheel teleurgesteld. Het is niet waar
dat we het beste onderwijs van Europa
hebben, zooals wel eens beweerd wordt.
Wel hebben we de duurste gebouwen
en de meest ver gaande differentiatie
Het onderwijs is te weinig algemeen
opvoedend, brengt te weinig de begrip
pen tucht en orde bij.
De heer W ij n k o o p (Comm.)
krijgt het woord over een persoon
lijk feit. Er is hier in het parle
ment. geen vertegenwoordiger van
welk vreemd land ook. We zijn ver
tegenwoordigers van het Neder-
landsche volk. Spr. wil geen cri-
tiek op de leiding van den voor
zitter, maar deze had hier moeten
n ingrijpen.
De heer Westerman maakt
Amende honorable. Doch de heer
Wijnkoop hepft meermalen den in
druk gevestigd, Sovjet Rusland te
vertegenwoordigen. Door zijn woor
den en zijn daden.
De heer Sneevliet (Rev. Soc.) ver
wacht niet dat deze minister de schade
die het onderwijs heeft geleden, zal
wegnemen, en nog minder dat dit
spoedig zal geschieden. Zoolang het on
derwijs geen dosis parate kennis waar
borgt, is er verzuim t.a.v. het lager on
derwijl Natuurlijk is deze minister
niet alleen verantwoordelijk voor al
hel wanbeleid in de crisisjaren.
Met het bijzonder onderwijs voor
achterlijke kinderen, is het al heel
treurig gesteld.
Door de perspectieven in het voorbe
reidend lager onderwijs wordt het
lager onderwijs al weer gedrukt. Do
achterstand wordt zoodoende steeds
^rooier. Men kan geen genoegen nemen
ook met deze stelselmatige verwaarloo-
zing van het lager openhaar onderwijs.
De heer M o 11 e r (R K.) is teleurge
steld, dat er door den heer ter Laan
hier in deze Kamer dingen zijn gespro
ken, die achterwege hadden moeten
blijven
De betrokken minister heeft steeds
op eerlijke wijze zijn partij en zijn
amht vertegenwoordigd en als hij later
veranderde in zijn innerlijke levensbe
schouwing. is dit geen reden orn zoo
over hem te spreken. De heer ter Laan
heeft het aanzien van de Tweede Ka
mer wel naar boneden gehaald.
Spr. is het niet eens met den heer
YVe<*terman in diens vergelijkend oor
deel over het onderwijs in Nederland
en elders In Europa. Den heer Snee
vliet merkt spr. op dat wat het bijzon
der onderwijs deed voor het achterlijke
kind tot ver over onze grenzen bekend
is. Het laeer onderwijs mopt algemeen
vormend zijn. en in het bijzonder ten
aanzien van de geschiedenis wil 6pr.
daar de aandacht op vestigen. Het ge-
schiedenisonderricht moet niet vol
staan met jaartallen en feiten.
Den heer Kersten vraagt spr., of
kloosterlingen 6oms geen Nederland-
sche staatsburgers zijn. Mogen die geen
onderwijzer zijn? Het oprichten van
standbeelden van groote mannen, die
veel heil aan hun volk hebben ge
bracht, kan veel nut hebben. De heer
Kersten zal zich een goed christen vin
den. Welk bezwaar heeft dan de heer
Kersten om het beeld van den gekrui
sigden Christus te aanschouwen? Het
gaat ten opzichte van beelden in katho
lieke 6cholen niet om het bewijzen van
eeredienst, doch om: aanzien doet ge
denken.
De heer J o e k e s (Vrijz. Dem.) moet
met kracht opkomen tegen de woorden
van den heer K. ter Laan jegens minis
ter Marchant, aan wiens goede trouw
niemand het recht heeft, te twijfelen.
Dc minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, de heer Slotema-
ker de Bruine, zal de vele onder
werpen. ter sprake gebracht, beant
woorden.
Wat het ontslag der gehuwde onder
wijzeres betreft, hier moest de minister
veelal subjectief optreden. Zijn er Ka
merleden teleurgesteld, dan is de oor
zaak gelegen in de wet zelve die zich
in menig opzicht voor objectieve toe
passing 6lecht leent. Gelukkig is er niet
in de Kamer zooals daarbuiten is
geschied gezegd dat de minister de
wet zoo beperkt mogelijk heeft toege
past omdat hij er geen voorstander van
zou zijn. Spr. heeft getracht, de ver
schillende fafltoren tot hun recht te
brengen. Spr. geeft een uiteenzetting
van verschillende voorgekomen geval
len. Als spr. uitstel gaf, heeft 6pr. de
wet slechts uitgevoerd. Malligheid is
er niet gebeurd en ook niet door een
van spr.'s ambtenaren gezegd.
Mevr. de Vries—Bruins overwoog,
een uitspraak van de Kamer te vragen
over het geven eener toelage aan de
ontslagen gehuwde onderwijzeres. Ze
wil het geleidelijk intreden van een
geldelijk minderen toestand van het
gezin. De omstandigheden van het ge
zin zijn volkomen in aanmerking geno
men, b.v. waneer de man door ziekte of
anderszinf het brood voor het gezin
niet meer zou kunnen verdienen, dan is
er geen ontslag toegepast. Daarnaast
acht spr. de idee van mevr. de Vries
Bruins onnoodig, en ongewenscht..
Spr. is doordrongen van den ook
geestelijken nood van zoovele jonge
onderwijzers. Spr. zet geen kans. het
geld voor verbetering ergens- vandaan
te halen.
Men moest inmiddels toejuichen maat
regelen om voor de toekomst den nood
minder groot te maken o.m. door op
heffing van kweekscholen en door een
einde te maken aan de overproductie
van onderwijzens. waarop de regeering
dikwijls zonder instemming der Kamer
reeds eerder had aangedrongen. Hier
is er bezuinigingsmaatregel die enkel
voordeelen brengt, nu en voor de toe
komst. De wensch uit do Kamer tot
herstel van twee opgeheven kweekscho
len is daarmede niet in overeenstem
ming. De basis moet zijn een normale
behoefte, doch daar is iets speculatiefs
in.
De kwestie van het z g.n. smartegeld
zou met Binnenlandsche Zaken moe
ten worden overlegd.
Spr. acht het noodzakelijk, dat in de
groote steden particulieren voor het be-
waarèchool-ondenvijs gaan zorgen.
In zake do kwestie van den vrijen
dag op 1 Mei had het betrokken school
hoofd te Hoek van Holland zich beter
tot spr. kunnen wenden.
Spr. handhaaft zijn reeds eerder ge
geven meening. inzake de woorden van
den heer K. ter Laan. Spr. kan niet
onderschrijven dat er onrecht zou zijn
ecpleegd door den minister Marchant.
Daarvoor heeft spr. geen enkel symp
toom aan zijn departement ontmoet De
uitvoering der wetten door minister
Marchant is correct geweest, ook in
zake opheffing van openhare scholen.
In de kwestie van de rapporten in
zake het concentratie-vraagstuk is er
nu voortgang gekomen.
Er wordt door enkele kamerleden ge
repliceerd.
De heer K. ter Laan (S.D.) houdt
zich aan den tekst der „handelingen"
Al wat er verder wordt bijgehaald
heeft er niets mede te maken. Een be
leediging heeft spr. niet bedoeld. Had
den vele kamerleden toen voor zijn af
treden, de opvattingen van den minis
ter Marchant gekend, ze zouden geheel
anders jegens hem cn zijn daden heb
ben gestaan.
De Wereldjamboree
Bij afd. 6 (overige uitgaven be
treffende het onderwijs) bespreekt
de heer Boon (Lib.) de Wereld
jamboree. Inzake de onderlinge on-
eenigheid tusschen de hoofdleiders
wordo door den minister ingegre
pen, anders vcrklare men ronduit:
we zijn hier in Nederland niet in
staat, zulk een jamboree te organi-
seeron.
Dg heer T 11 a n u s (C.H.) is het eens
met den heer Boon en zegt, dat Ne
derland t.a.v. de Wereld jamboree goed
voor den dag moet komen. Spr. betreurt
de oneenigheid in den kring dor lei
ders en zegt dat er moet worden inge
grepen.
De Minister moest wel besparen
op de subsidie der jeugdorganisaties en
dit is geschied in overleg met do be
sturen. Moreele steun blijft mogelijk.
Wat de Wereld jamboree betreft,
deze moet goed voor don dag ko
men, ook uit een oogpunt van in
ternationaal prestige. Spr. heeft
reeds tweemaal een bespreking ge
had en zal morgen weer con force
ren. Zoo noodig zal spr. niet terug
deinzen voor krasse maatregelon.
De zaak van de Jamboree op Zondag
heeft spr.'s aandacht.
Bij afd. 7 (kunsten en wetenschappen)
verzoekt de heer Mol Ier (R.K den
minister, meer te doen voor noodlijden
de kunstenaars, niet alleen ter wille
van dezen doch ook voor de cultuur
van ons volk.
Do religieuze kunst uit ons land is
bij de inrichting van internationale
tentoonstellingen te zwak vortcgen-
vyoordigd. De dosbetreffende organisa
tics worden stelselmatig voorbijgegaan,
speciaal de katholiek-religieuze kunst.
De Minister kan niet anders toe
zeggen dan dit nog eens te zullen be
kijken. Telkens heeft spr. getoond, voor
kunstenaars wat te willen doen. Op de
overige opmerkingen van den heer Mol.
Ier merkt spr. op, dat kunstenaars niet
altijd evengoed georganiseerd zijn en
er voorzichtigheid moet worden be
tracht. De officieele organisaties zijn
voldoende gekend. Vertegenwoordiging
van wat de heer Mollor zoide in den
tentoonstellingsraad, is reeds bevorderd.
De behandeling van het begrotings
hoofdstuk is hiermede afgeloopen.
Het begrotingshoofdstuk wordt z.h.st.
aangenomen.
Crisis'hypotheekaflos--
singswet 1936
Aan de orde is het wetsontwerp tot
wijziging en aanvulling van de crisis-
hypotheekaflossingswet 1936.
Het wordt zonder debat en z.h.st
aangenomen.
De vergadering wordt te 6.20 uur ver
daagd tot a.s. .Dinsdag één uur.
Op een der banken van
de Waddenzee
TERSCHELLING. 4 December.
Vanavond omstreeks zeven uur is op
een van de banken van de Waddenzee,
tusschen Vlieland en Terschelling een
Engelsche trawler gestrand.
De reddingsboot „Brandaris" van de
Noord- en Zuid-Hollandsche Reddings
maatschappij voer ter assistentie uit.
Doch toen deze het schip had bereikt
wilden de Engelschen nog niet van
boord gaan, ondanks, het feit, dat er
een hevige Noordwester storm stond.
De sleepboot „Holland" van de Firma
Docksen was inmiddels eveneens* uitere
varen en slaagde er in een verbinding
tot stand te brengen. De „Brandaris" is
naar haar standplaats teruggekeerd.
Weer vlot
Omtrent de stranding van den Engel
schen stoomtrawler wordt nader ge
meld, dat deze reeds vanmiddag om
drie uur aan den grond is geloopen op
de Pannenplaat tusschen Terschelling
en Harlingcn. liet bleek te zijn dc
William Ilandbury", gemerkt GY 1.
322, uit Grimsby, schipper Joseph Ne
well. Er be\oncien zich ongeveer tien
man aan boord. De stranding is toe Ie
schrijven aan de omstandigheid, dat
een tros in den schroef was verward
geraakt, waardoor de machines niet op
\olle kracht konden werken. Te half
negen is de „Holland" erin geslaagd
het vaartuig vlot te trekken. Om kwart
over elf bereikte de sleep de haven van
Terschelling. De trawler had geen
schade opgeloopcn.
INBESLAGNEMING RADIOTOESTEL
's-GRAVENHAGE, 4 December.
Dezer dagen werd door den rijKsradio-
contróledienst in een perceel aan de
Crooswijkscliestraat te Rotterdam een
radio-ontvangtoestel aangetroffei waar
van geen aangifte was gedaan en waar
mede door middel van geleidingen mu
ziek werd doorgegeven aan het bene
denhuis en het naastgelegen perceel,
zulks tegen vergoeding en zon Ier dc
daartoe vereischtc machtiging var. den
minister.
Proces-verbaal werd opgemaakt tegen
den eigenaar van het ontvaiigioestel
ingevolge overtreding van de artikelen
25 en 66 van het radioreglemont 1930.
Behalve de nieuwste verkeers-
voorschriften moet u óók nog de
oudste ongevallenoorzaken (roe
keloosheid en drankmisbruik!)
kennenl
De proc.ïgcn. eischt tegen
Koning 6 maanden gevan*
genisstraf met aftrek
van voorarrest
AMSTERDAM, 4 Dcc. Heden zette
het Gerechtshof weder de behandeling
van dc Onneszaak voort. Het woord is
thans aan den verdediger mr. Kap-
peyne van de Coppello.
Mr. Kappcyne begint met een aanval
op het pleidooi van Mr. Kokoskv, dat
een nieuw requisitoir tegen Onnes werd.
Mr. Kokosky heeft gesproken van „fei
ten" die een ongunstig licht over ver
dachte zouden werpen, er zou volgens
hem zelfs een brochure over de „moei
lijkheden" van verd zijn verschenen,
Spr. legt een brief van fie Ned. Handel
maatschappij over, waarin zij verklaart,
een brochure volgens welke zij door den
heer Onnes zou zijn opgelicht, niet te
kennen. Over een incorrecte houding
van O., aldus verklaart de handelmaat
schappij. heeft zij nooit te klagen gehad.
Het verwondert pi., dat dc verklaringen
van den leider van do judirische afd.
der Handelmaatschappij, mr. Polder
man, die door den rechtercommissaris
is gehoord, niet in een proces-verhaal
zijn vastgelegd. Deze verklaringen luid
den gunstig. Ware dit wel in een ver
baal opgenomen, dan zou mr. Kokosky
niet over een nictbestaande brochure
hebben geschreven.
Uitvoerig bespreekt pl. het belang, dat
Koning bij do inbraak had. Hij kon do
schilderijen zeer goed in het buitenland
verkoopen. Dan behandelt Mr Kappeyne
nogmaals uitvoerig de financleelo posi'
tic van ziin cliënt en die van Koning.
De kwestie van do chantage komt weer
te berde. Tenslotte gewaagt spr. met zijn
dankbaarheid van dc wijze, waarop het
Hof deze zaak behandelde. Pl. hoopt,
dat hij bij het uitsnreken van het arrest
dezelfde dankbaarheid zal gevoelen.
Voor verdachte Onnes gelegenheid
krijgt tot het uitspreken van zijn laatste
woord, schorst de president de behan
deling van de Onneszaak, om de zaak
Koning te vervolgen.
Incident
Onnes verlaat de verdachtenbank
om zijn plaats aan Koning af to
staan. Plotseling keert verd. Onnes
zich om en roept: „Mag dat nu zoo
maar. Koning zegt tegen me: „Ploert,
ik krijg jo wel".
Mr. Muller Massis: „Een beleedi-
ging in de rechtszaal. Het Hof kan
zelf constateercn
Koning valt woedend uit:
„Fn wat moet ik hooren van die
schoften daar, van dien man, die
zich met geheimen wapenhandel be
zig houdt
Mr. Muller Massis (verbaasd): Be
doelt U mij?
Koning: „Neen, dien ander..."
Mr. Kappeyne (lachend): O... mij!
De president kalmeert de partijen
en Koning gaat na zijn onzinnige be
schuldiging rustig zitten
Dan wordt de behandeling van de
zaak Koning voortgezet. Eerst is het
woord aan den procureur-generaal, Mr.
J. Versteeg. Spr. zegt hier kort te
kunnen zijn, daar zijn betoog vrijwel
evenwijdig loopt met dat van den ver
dediger.
Op grond van goedgefundeerde helde
re en z.i. ware argumenten, heeft Mr.
Kokosky zijn vaste overtuiging beves
tigd. Dit strekt in dien zin tot voldoe
ning, gelijk iedere bevestiging van op
rechte overtuiging slechts tot voldoe
ning kan strekken.
Spr. persisteert bij zijn eisch tot
veroordeeling van Koning tot acht
maanden gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest.
Repliek van Mr. Kokosky
Het woord voor repliek is aan den
verdediger, Mr. Kokosky, die begint
met. uiteen te zetten, op welke gronden
hij genoodzaakt was Onnes aan te val
len. Persoonlijk heeft Mr. Muller Massis
mij daarover geattaqueerd, aldus pl.
Tegen den getuige Koning zijn door
de verdediging van Onnes allerlei men-
schen gedagvaard, die kwaad van Ko
ning vertelden. „Dat heb ik in mijn
strafpractijk nog nooit meegemaakt", al
dus spr. Er kwamen zelfs twee Duitsche
„slampampers" om over Koning verkla
ringen af te leggen in een assurantie
zaak.
Mr. Muller Massis protesteert en ook
de president acht het woord „slampam
pers" niet toelaatbaar.
Ook vanmorgen zoo vervolgt Mr.
Kokosky hcetf de verdediging pogen
aan te toonen, dat ik onware beschuldi
gingen tegen Onnes te berde heb ge
bracht. Men heeft een brief van dc Ned.
Handel Mpij. overgelegd. Dat bewijst
niets.Er liepen in dien tijd ernstige
praatjes over O. Maarik wil niet
langer in het verleden graven.
Koning is echter door het slijk ge
sleurd en mijn taak is, dc feiten zoovee!
mogelijk recht te zetten, aldus de ver
dediger.
Opnieuw bespreekt pl. de houding van
Onnes en Koning voor en na de inbraak.
Vreemd vindt pl. het nog altijd, dat
Jnnes zich niet tot een van zijn raads
lieden heeft gewend, toen Koning met
chantage dreigde. Ook toen Witbraad
dreigde, liep hij niet naar zijn advocaat.
Dat was de houding van een man die
zich schuldig voelt. De een?ce verdedi
ging, die Onnes kon voeren was „Ko
ning chanteerde me".
Dan gaat mr Kokosky uitvoerig het
resultaat van den schouw na. De sur
veillance op het landgoed noemde hij
volkomen onbeteekenend. Mr. Muller
Massis heeft me verweten, dat ik vroe
ger anders over de Onneszaak dacht. Ik
tuigd was van de schuld van Onnes. Die
overtuiging heb ik nog: Onnes wist van
het complot alles af.
Mr. Kokosky besluit zijn repliek met
een woord van hulde tot het gerechts
hof: „De behandeling van deze straf
zaak door Uw Hof zal overal cn door
alle tiiden hoen gelden als een voor
beeld van prachtige rechtspleging".
Koning heeft nog het laatste woord
„Ik hied U mijn excuses aan, wanneer
ik niet altijd dc goede vormen in acht
heb genomen".
Het Hof gaat hierop in de raadkamer.
Na heropening bepaalt de president do
uitspraak op 18 Dec. to half twee.
Een laatste woord van Onnes
voor het Amsterdamschc
Gerechtshof
Het Gerechtshof hoeft hedenmiddag te
Amsterdam zn slotzitting in het Onnes-
proces gehouden, aan het eind waarvan
de heer Onnes als verdachte een „woord
ten besluite" heeft gesproken, waar aan
hem natuurlijk het laatsto woord stond.
Onnes begon met er op te wijzen, dat
op hem nog de plicht rust de vraag to
beantwoorden of hij kan aantooncn hoe
hij do 5000.— van de betaling van
Goudstikker, die hij niet op de bank
stortte, heeft gebruikt. In antwoord op
deze vraag wees Onnes er op, dat hij in
de periode van 26 Februari tot 11 April
1932 alle uitgaven zelf had moeten beta
len, daar dc bank in dien tijd geen cn
kele remise voor hem heeft gedaan.
Naar blijkt uit tal van stukken, die hij
overlegt, heeft hij in die periode 6577.50
uit oigen middelen betaald, dus nog
meer dan het bedrag van Goudstikker
Spreker komt dan tot het pleidooi van
Mr. Kokosky ten voordeele van Koning
welk pleidooi hij vernietigend noemf
voor Mr. Kokosky. terwijl zijns inziens
uit de stukken tal van onware bewerin
gen van Koning blijken, waf Onnes mei
voorbeelden nader uiteen zet. Koning
heeft op velen een geweldigen invloed
gehad, ooi: op zijn advocaat Spr bo
toogt, dat hij veel kan hebben, dat bil
veel hoeft doorstaan en veel heeft kun
nen weerstaan omdat hij tegenover
zich wist mannon, en in dat geval Is
hij hun man. Maar ook hij heeft zijn
zwakke plek. „Wanneer Iemand mij
chanteert, dan ben ik niet zijn man.
want dan bob ik tegenover mij een on
betrouwbaar persoon, zonder houvast.
En wanneer Mr. Kokosky zegt, dat hij
genoeg over mij vertellen kan. doch het
niet doet, dan ben ik niet zijn man,
want tegenover mij staat geen man".
Onnes betoogt verder dat hij geduren
de den oorlog nooit eenige mededeoling
die hem gedaan werd, zonder voorken
nis doch slechts in overleg met het be
treffende land ter kennis van het an
dere land heeft gebracht Hij wijst ver
der op verschillende bemoeiingen, wel
ke hij tijdens den oorlog heeft verricht
ten bate van ons land bij do Duitsche
autoriteiten, terwijl hij ook tal van me-
dedeelingen van Duitsche zijde, welke
belangrijk waren voor ons land, aan
onze regcering doorgaf. Hij wenscht dan
ook niet ervan beschuldigd te worden,
dat hij onderhandelingen zou hebben
gevoerd zonder volledige voorkennis van
de heide regeeringen. Integendeel, door
al deze onderhandelingen verloor hij een
paar millioen gulden, daar Engeland
hem op de zwarte lijst plaatste.
In zijn requisitoir heeft de Procureur
Generaal eenige malen gevallen ge
noemd, waarachter hij de vraag stelde:
„Is dat moreel?" Spreker gaat die ge
vallen na. cn meent, behoudens een te
laken slordigheid in zijn betalingen, dat
alle deze gevallen inderdaad volkomen
moreel waren. Hij «wijst dan ook geheel
van de hand de meening van den P. G.
dat er op grond van deze gevallen te
twijfelen zou zijn aan zijn moraliteit
„Het eenige, wat ik U vragen wil is, als
U zulke eenzijdige vragen stelt omtrent
mijn moraliteit, wat denkt u dan wel
van de moraliteit van uw kroongetui
ge?"
Onnes ging vervolgens nog in op de
„mooie trouvaille" van Mr. Kokosky,
dat Koning ook Nijenrode had kunnen
koopen. en dan Koning van Nijenrode
ware geweest. Spreker meent, dat hel
niet op den koop aankomt, doch op dat
gene wat daar ten koste van groote o(
fers is tot stand gebracht. Nijenrode
zooals het nu is, is zijn schepping „en
het zal nog spreken in al zijn schoon
heid en rust tot, een nageslacht als de
naam Kokosky in dit land niet meer zal
worden gekend."
Verdachte gaf dan nog een korte sa
menvatting van enkele weerleggingen.
Zoo qualificcerde hij het in de eerste
plaats onjuist te veronderstellen dat de
goederen niet gemakkelijk in het buL
tenland konden worden verkocht, zij
het ook niet voor den verkoopprijs, dan
toch voor een belangrijk bedrag. Voort-»
blijkt zijn inziens duidelijk uit de ver-
hooren, dat het goed weer terug moest
naar Koning: bijna alle getuigen, in het
proces gehoord, zijn het daarover eens.
Als een roode draad loopt de weg: die
ven, Mees Gerritsen. Biesing. Witbraad
Koning. Het geld. dat hiervoor noodig
was poogde Koning te krijgen door he
leening of een verkoop met verdienste
aan Onnes of aan den heer Eberwein, en
toen dat mislukte ten slotte, door chan
tage. Daarom is het iuist zoo duidelijk
waarom Koning niet terstond chanteer
de, doch eerst later. Hii deed het in ui
tersten nood. toen de andere pogingen
mislukten. De heer Onnes wees er voorts
nog op. dat de P. G. meermalen gebeur
tenissen aanneemt, die slechts veronder
stellingen zijn. Zoo zegt de P. G. dat
met Koning de duivel op Nijenrode
kwam. en hoe deze Onnes influisterde
een misdaad te doen. Doch Koning ver
klaarde onder eede. dat hij door spreker
werd overgehaald de daad te plecren. De
P. G. noemt de verklaringen van Koning
den sluitsteen, doch naar sprekers oor
deel is het een voozc en onbetrouwbare
sluitsteen.
Verdachte Onnes eindigde met de ver
klaring, dat hii den eisch van den P.G.
heeft gevoeld als een dolksteek. „Tk heb
nooit medelijden gewild, nooit medelij
den gevraagd, alleen recht". Terug in
het leven on deze wijze, een gevangenis
straf van 12 maanden met aftrek van
even zoovele maanden voorarrest, is het
wreedste wat spreker kan overkomen.
's>GRAVENHAGE 4 Dcc. De
Staatscourant bevat dc volgende
Koninklijke Besluiten:
Wij Wilhelmina, bij de gratie
Gods. Koningin der Nederlanden
enz.,
Hebben goedgevonden en ver»
staan:
den aanstaanden gemaal van
onze beminde dochter Hare Ko»
ninklijke Hoogheid Prinses Ju»
liana, Zijne Doorluchtige Hoog»
heid Prins Bernhard van Lippc»
Biestcrfeld, te benoemen tot lui»
tenant ter zee 1ste klasse (kapi»
tein) 4 la suite van dc Koninklijke
Marine, cn tot kapitein (ritmecs»
ter) 4 la suite van de Koninklijke
Landmacht.
Onze Minister van Defensie is
belast met de uitvoering van dit
besluit, waarvan akte zal worden
gezonden aan ziine Doorluchtige
Hoogheid voornoemd en dat
voorts in afschrift zal worden
medegedeeld aan den Raad van
State, aan dc Algemeene Reken»
kamer en aan den Chef van Ons
Militaire Huis.
Bij Koninklijk Besluit van 4
December 1936 no. 17 is aan
Zijne Doorluchtige Hoogheid
Prins Bernhard van Lippe=Bies»
terfeld de titulaire rang verleend
van kapitein (ritmeester) bij het
Koninklijk NederlandschJndisch
Leger..
Verdachte besloot zijn pleidooi met de
de herhaling „Ik heb onschuldig gelo
den, ik ben onschuldig".
De president stelt nog enkele vra
gen aan den verdachte, waarna de uit
spraak wordt bepaald op Vrijdag 18 De
cember te half twee.
ENKHUIZEN, 4 Doc. In de heden
morgen te Enkhuizen gehouden buiten
gewone vergadering van aandcelhou-
lers van wed. S. Lakcman en Zn.'6
hank alhier ie met algemeene stommen
besloten tot ontbinding en geleidelijke
liquidatie der N.V.
Aan dc directie der bank is in over
eenstemming met de voorstellen der
crediteurcncommissie-Haspcjlt* opdracht
verleend een accoord aan crediteuren
aan te bieden.
Een amendement-Haspels om de be
voegdheid der directie tot het wijzigen
van het accoord zoodanig te beperken,
dat wijziging alleen kan plaats vinden
in overleg met de commissie-Haspels,
werd aangenomen.
Tot liquidateur werd benoemd mr.
A. van der Deure te Bennekom. met
dagelijkschcn bijstand van den heer J.
Aarents te Enkhuizen.
Tot leden van de commissie van toe
zicht, welke inzake belangrijke schul
den heeft te beslissen, zijn benoemd de
heeren J. C. Haspels te Enkhuizen. W.
Lub Jzn. te Amsterdam en J. J. Sluis
te Enkhuizen.
Het A.N.P. meldt ons uit Haifa:
Zooals men weet, is Nederland een
zeer belangrijk afnemer van Palestijn-
sche sinaasappelen en komt het zelf#»
op de tweede plaats na Groot-Britan-
nië. wat betreft zijn belangrijkheid als
zoodanig.
In overeenstemming met dit feit is
ook dat het transport van het fruit
naar deze beide landen, Nederland en
Groot-Britannië. zooveel mogelijk wordt
vervolmaakt cn wel door middel van
speciaal gebouwde schepen, welke een
laadvermogen hebben van .37 000 tot
42.000 kisten cn een snelheid kunnen
ontwikkelen van 13 14 knoopen.
Het vervoer der producten van een
seizoen wordt overeengekomen, en het
is* thans reeds voor het derde in succes-
si©. dat dit vervoer in handen is van
een Nooreche groep.
Deze week werd er weer een derge
lijk nieuw schip ingewijd, dat het ver
voer naar Nederland en Groot-Britan
nië zal bewerkstelligen.
KEURING VAN AUTOMOBIEL-
REMMEN
's-GRAVENHAGE, 4 December.
Bij de 1 November j.l. in werking ge
treden nieuwe bepalingen van dc mo
tor- en rijwiolbeschikking wordt be
paald, dat, indien een motorrijtuig niet
voorzien is van twee onafhankelijk van
elkaar werkende remmen, de dan toe-
ecpaste reminrichtlng vanwege den mi
nister goedgekeurd moet zijn.
De A.N.W.B. deelt mede, dat thans
hij ministerieele beschikking Ir. W. W.
E. von Hemert. hoofd van het bureau
voor de inschrijving van zware motor
rijtuigen van den rijkswaterstaat, aan
gewezen is als de ambtenaar door wieit
deze keuring zal geschieden.