Het conflict inzake de Wereldjamboree De Nijenrode-affaire Indien noodig Replieken van verdedigers Lakeman's Bank te Enkhuizen krasse maatregelen Engelsche trawler gestrand Militaire rangen aan Prins Bernhard verleend PALESTIJNSCHE SINAASAPPELEN 3e BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 5 DECEMBER 1936 TWEEDE K4 ME De onderwijsbegrooting thans aangenomen 'S GRAVENHAGE. Voortgezet wordt tie behandeling van afd. 5 (Lager On derwijs) van hoofdstuk 6 (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen). De heer Van Dijken (a.r.) merkt op, dat de verklaring van de commu nisten. dat ze zich niet meer tegen ge lijkstelling van hijzonder en oppnbaar onderwijs zullen verzetten, door spr. en zijn politieke vrienden niet verlangd is en geen verandering brengt in hun standpunt Spr. crifiseert 's ministers beleid t.a. v tie opheffing der subsidie voor de bij zondere kweekschool te Leeuwardpn en evenzoo de opmerkingen in de Memo rie van Antwoord over teveel ongeleide onderwijs-leerkrachten Hef toekennen van zoogenaamd „smartegeld" aan we duwen van onderwijzers stuit op wet- tel iike bezwaren. De heer Kersten (Stnatk. C.er.) ves tigt de aandacht op den slechten toe stand van scholen op Geref. grondslag te Kampen en Schiedam. Het onderwijs is er bij verkleining tier klassen niet beter op geworden Spr. heeft eerbied voor het werk der onderwijzers maar velen vatten hun taak te licht. op. Spr erkent dat jonge onderwijzers een geringe vergoeding krijgen, maar ze krijgen ook practische ervaring, wat hun bij sollicitaties ten goede komt Gehuwde onderwijzeressen behooren niet in de school thuis. Vele plaatsen van onderwijzers worden door kloosterlingen ingenomen. De minister deelt mede, dat do kwes tie der in communauqeit levende onder wijzers in onderzoek is hij de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaarszaken. Spr. hoopt dat dit geen kapstok wordt om de zaak op te hangen. Spr. komt er tegen op dat uit de pu blieke kas gelden worden bo6teed voor beelden aan en in katholieke scholen. De aandacht t.o.v. concentratie behoort ook op deze scholen gevestigd te wor den. De heer T i 1 a n u e (C.H.) zal geen Uitvoerige beschouwingen over de af- deeling lager onderwijs houden, omdat .verschillende onderwijs-wetsontwerpen eerlang aan de orde komen. Spr. be treurt dat er geen wijziging is gebracht t.a.v. de toelatingsleeftijd van kinderen op de lagere 6chool. Spr. komt op tegen den wensch van mevrouw dc Vries Bruins om aan ontslagen wordende ge huwde onderwijzeressen een afloopen- de vergoeding te geven. De minister heeft hun een vol jaar gegeven om zich aan te passen. Heeft de minister de wet al niet te mild toegepast? Verschil lende misstanden ten deze hinderen het publick meer dan de dames de VriesBruins en Bakker—Nort denken. De heer Suring (R.K.) heeft reeds bij de algemeene bet-chouwingen gewe zen op de groote werkloosheid onder Jeugdige onderwijzers-. Dikwijls wil men in zake verzoeken om aangesteld te worden als kweekelingen met acte, niet weigeren. Het heeft ook zijn nut voor het behoud van vakbekwaamheid. .Verbetering kan echter slechts komen door verruiming van do leerlingen- schaal. Bovendien is het aantal wachtgelders reeds zoodanig verminderd, dat de vrij heid van sollicitatie wol kan worden hersteld. Er is- opgemerkt dat aan 438 van de 710 gehuwde onderwijzeressen, die voor ontslag in aanmerking komen, uitstel is verleend. Het is de vraag of de mi- nieter de wet niet te zacht heeft toege past en hij niet strenger had moeten optreden. Het pleidooi van mevr. de VriesBruins voor toekenning van een vergoeding heeft spr.'s instemming niet. De heer K. ter Laan (Soc. Dern.) komt terug en citeert nu uit de han delingen op zijn opmerking over het benadeclen van het openbaar onder wijs door minister Marchant. Spr. heeft daarover gesproken, waar minister Marchant bij was. Tientallen openbare scholen heeft de minister opgeheven, en men dacht dat hij dit deed als vrij zinnig minister, terwijl hij reeds een geheel andere levensbeschouwing had. De leerplichtwet geeft aan een school hoofd de bevoegdheid om vrij-af op 1 Mei niet als ongeoorloofde schoolver zuim te beschouwen. Bovendien mogen de oudere tweemaal in zestig dagen hun kinderen thuis houden. De heer Cóops heeft een geest van onverdraag zaamheid bevorderd. j7 De heer Westerman (ex-Nat. Her stel) constateert dat nu de laatste partij in het parlement, de officieele verte genwoordiging van Sovjet-Rusland, den strijd tegen het pacifisme heeft opge geven. Spr. noemt de resultaten van het onderwijs tegenwoordig onbevredigend, ondanks de ontzaglijke sommen, er aan besteed. Wie hoogere dan intellectueele eischen aan het onderwijs stelt, wordt geheel teleurgesteld. Het is niet waar dat we het beste onderwijs van Europa hebben, zooals wel eens beweerd wordt. Wel hebben we de duurste gebouwen en de meest ver gaande differentiatie Het onderwijs is te weinig algemeen opvoedend, brengt te weinig de begrip pen tucht en orde bij. De heer W ij n k o o p (Comm.) krijgt het woord over een persoon lijk feit. Er is hier in het parle ment. geen vertegenwoordiger van welk vreemd land ook. We zijn ver tegenwoordigers van het Neder- landsche volk. Spr. wil geen cri- tiek op de leiding van den voor zitter, maar deze had hier moeten n ingrijpen. De heer Westerman maakt Amende honorable. Doch de heer Wijnkoop hepft meermalen den in druk gevestigd, Sovjet Rusland te vertegenwoordigen. Door zijn woor den en zijn daden. De heer Sneevliet (Rev. Soc.) ver wacht niet dat deze minister de schade die het onderwijs heeft geleden, zal wegnemen, en nog minder dat dit spoedig zal geschieden. Zoolang het on derwijs geen dosis parate kennis waar borgt, is er verzuim t.a.v. het lager on derwijl Natuurlijk is deze minister niet alleen verantwoordelijk voor al hel wanbeleid in de crisisjaren. Met het bijzonder onderwijs voor achterlijke kinderen, is het al heel treurig gesteld. Door de perspectieven in het voorbe reidend lager onderwijs wordt het lager onderwijs al weer gedrukt. Do achterstand wordt zoodoende steeds ^rooier. Men kan geen genoegen nemen ook met deze stelselmatige verwaarloo- zing van het lager openhaar onderwijs. De heer M o 11 e r (R K.) is teleurge steld, dat er door den heer ter Laan hier in deze Kamer dingen zijn gespro ken, die achterwege hadden moeten blijven De betrokken minister heeft steeds op eerlijke wijze zijn partij en zijn amht vertegenwoordigd en als hij later veranderde in zijn innerlijke levensbe schouwing. is dit geen reden orn zoo over hem te spreken. De heer ter Laan heeft het aanzien van de Tweede Ka mer wel naar boneden gehaald. Spr. is het niet eens met den heer YVe<*terman in diens vergelijkend oor deel over het onderwijs in Nederland en elders In Europa. Den heer Snee vliet merkt spr. op dat wat het bijzon der onderwijs deed voor het achterlijke kind tot ver over onze grenzen bekend is. Het laeer onderwijs mopt algemeen vormend zijn. en in het bijzonder ten aanzien van de geschiedenis wil 6pr. daar de aandacht op vestigen. Het ge- schiedenisonderricht moet niet vol staan met jaartallen en feiten. Den heer Kersten vraagt spr., of kloosterlingen 6oms geen Nederland- sche staatsburgers zijn. Mogen die geen onderwijzer zijn? Het oprichten van standbeelden van groote mannen, die veel heil aan hun volk hebben ge bracht, kan veel nut hebben. De heer Kersten zal zich een goed christen vin den. Welk bezwaar heeft dan de heer Kersten om het beeld van den gekrui sigden Christus te aanschouwen? Het gaat ten opzichte van beelden in katho lieke 6cholen niet om het bewijzen van eeredienst, doch om: aanzien doet ge denken. De heer J o e k e s (Vrijz. Dem.) moet met kracht opkomen tegen de woorden van den heer K. ter Laan jegens minis ter Marchant, aan wiens goede trouw niemand het recht heeft, te twijfelen. Dc minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer Slotema- ker de Bruine, zal de vele onder werpen. ter sprake gebracht, beant woorden. Wat het ontslag der gehuwde onder wijzeres betreft, hier moest de minister veelal subjectief optreden. Zijn er Ka merleden teleurgesteld, dan is de oor zaak gelegen in de wet zelve die zich in menig opzicht voor objectieve toe passing 6lecht leent. Gelukkig is er niet in de Kamer zooals daarbuiten is geschied gezegd dat de minister de wet zoo beperkt mogelijk heeft toege past omdat hij er geen voorstander van zou zijn. Spr. heeft getracht, de ver schillende fafltoren tot hun recht te brengen. Spr. geeft een uiteenzetting van verschillende voorgekomen geval len. Als spr. uitstel gaf, heeft 6pr. de wet slechts uitgevoerd. Malligheid is er niet gebeurd en ook niet door een van spr.'s ambtenaren gezegd. Mevr. de Vries—Bruins overwoog, een uitspraak van de Kamer te vragen over het geven eener toelage aan de ontslagen gehuwde onderwijzeres. Ze wil het geleidelijk intreden van een geldelijk minderen toestand van het gezin. De omstandigheden van het ge zin zijn volkomen in aanmerking geno men, b.v. waneer de man door ziekte of anderszinf het brood voor het gezin niet meer zou kunnen verdienen, dan is er geen ontslag toegepast. Daarnaast acht spr. de idee van mevr. de Vries Bruins onnoodig, en ongewenscht.. Spr. is doordrongen van den ook geestelijken nood van zoovele jonge onderwijzers. Spr. zet geen kans. het geld voor verbetering ergens- vandaan te halen. Men moest inmiddels toejuichen maat regelen om voor de toekomst den nood minder groot te maken o.m. door op heffing van kweekscholen en door een einde te maken aan de overproductie van onderwijzens. waarop de regeering dikwijls zonder instemming der Kamer reeds eerder had aangedrongen. Hier is er bezuinigingsmaatregel die enkel voordeelen brengt, nu en voor de toe komst. De wensch uit do Kamer tot herstel van twee opgeheven kweekscho len is daarmede niet in overeenstem ming. De basis moet zijn een normale behoefte, doch daar is iets speculatiefs in. De kwestie van het z g.n. smartegeld zou met Binnenlandsche Zaken moe ten worden overlegd. Spr. acht het noodzakelijk, dat in de groote steden particulieren voor het be- waarèchool-ondenvijs gaan zorgen. In zake do kwestie van den vrijen dag op 1 Mei had het betrokken school hoofd te Hoek van Holland zich beter tot spr. kunnen wenden. Spr. handhaaft zijn reeds eerder ge geven meening. inzake de woorden van den heer K. ter Laan. Spr. kan niet onderschrijven dat er onrecht zou zijn ecpleegd door den minister Marchant. Daarvoor heeft spr. geen enkel symp toom aan zijn departement ontmoet De uitvoering der wetten door minister Marchant is correct geweest, ook in zake opheffing van openhare scholen. In de kwestie van de rapporten in zake het concentratie-vraagstuk is er nu voortgang gekomen. Er wordt door enkele kamerleden ge repliceerd. De heer K. ter Laan (S.D.) houdt zich aan den tekst der „handelingen" Al wat er verder wordt bijgehaald heeft er niets mede te maken. Een be leediging heeft spr. niet bedoeld. Had den vele kamerleden toen voor zijn af treden, de opvattingen van den minis ter Marchant gekend, ze zouden geheel anders jegens hem cn zijn daden heb ben gestaan. De Wereldjamboree Bij afd. 6 (overige uitgaven be treffende het onderwijs) bespreekt de heer Boon (Lib.) de Wereld jamboree. Inzake de onderlinge on- eenigheid tusschen de hoofdleiders wordo door den minister ingegre pen, anders vcrklare men ronduit: we zijn hier in Nederland niet in staat, zulk een jamboree te organi- seeron. Dg heer T 11 a n u s (C.H.) is het eens met den heer Boon en zegt, dat Ne derland t.a.v. de Wereld jamboree goed voor den dag moet komen. Spr. betreurt de oneenigheid in den kring dor lei ders en zegt dat er moet worden inge grepen. De Minister moest wel besparen op de subsidie der jeugdorganisaties en dit is geschied in overleg met do be sturen. Moreele steun blijft mogelijk. Wat de Wereld jamboree betreft, deze moet goed voor don dag ko men, ook uit een oogpunt van in ternationaal prestige. Spr. heeft reeds tweemaal een bespreking ge had en zal morgen weer con force ren. Zoo noodig zal spr. niet terug deinzen voor krasse maatregelon. De zaak van de Jamboree op Zondag heeft spr.'s aandacht. Bij afd. 7 (kunsten en wetenschappen) verzoekt de heer Mol Ier (R.K den minister, meer te doen voor noodlijden de kunstenaars, niet alleen ter wille van dezen doch ook voor de cultuur van ons volk. Do religieuze kunst uit ons land is bij de inrichting van internationale tentoonstellingen te zwak vortcgen- vyoordigd. De dosbetreffende organisa tics worden stelselmatig voorbijgegaan, speciaal de katholiek-religieuze kunst. De Minister kan niet anders toe zeggen dan dit nog eens te zullen be kijken. Telkens heeft spr. getoond, voor kunstenaars wat te willen doen. Op de overige opmerkingen van den heer Mol. Ier merkt spr. op, dat kunstenaars niet altijd evengoed georganiseerd zijn en er voorzichtigheid moet worden be tracht. De officieele organisaties zijn voldoende gekend. Vertegenwoordiging van wat de heer Mollor zoide in den tentoonstellingsraad, is reeds bevorderd. De behandeling van het begrotings hoofdstuk is hiermede afgeloopen. Het begrotingshoofdstuk wordt z.h.st. aangenomen. Crisis'hypotheekaflos-- singswet 1936 Aan de orde is het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de crisis- hypotheekaflossingswet 1936. Het wordt zonder debat en z.h.st aangenomen. De vergadering wordt te 6.20 uur ver daagd tot a.s. .Dinsdag één uur. Op een der banken van de Waddenzee TERSCHELLING. 4 December. Vanavond omstreeks zeven uur is op een van de banken van de Waddenzee, tusschen Vlieland en Terschelling een Engelsche trawler gestrand. De reddingsboot „Brandaris" van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddings maatschappij voer ter assistentie uit. Doch toen deze het schip had bereikt wilden de Engelschen nog niet van boord gaan, ondanks, het feit, dat er een hevige Noordwester storm stond. De sleepboot „Holland" van de Firma Docksen was inmiddels eveneens* uitere varen en slaagde er in een verbinding tot stand te brengen. De „Brandaris" is naar haar standplaats teruggekeerd. Weer vlot Omtrent de stranding van den Engel schen stoomtrawler wordt nader ge meld, dat deze reeds vanmiddag om drie uur aan den grond is geloopen op de Pannenplaat tusschen Terschelling en Harlingcn. liet bleek te zijn dc William Ilandbury", gemerkt GY 1. 322, uit Grimsby, schipper Joseph Ne well. Er be\oncien zich ongeveer tien man aan boord. De stranding is toe Ie schrijven aan de omstandigheid, dat een tros in den schroef was verward geraakt, waardoor de machines niet op \olle kracht konden werken. Te half negen is de „Holland" erin geslaagd het vaartuig vlot te trekken. Om kwart over elf bereikte de sleep de haven van Terschelling. De trawler had geen schade opgeloopcn. INBESLAGNEMING RADIOTOESTEL 's-GRAVENHAGE, 4 December. Dezer dagen werd door den rijKsradio- contróledienst in een perceel aan de Crooswijkscliestraat te Rotterdam een radio-ontvangtoestel aangetroffei waar van geen aangifte was gedaan en waar mede door middel van geleidingen mu ziek werd doorgegeven aan het bene denhuis en het naastgelegen perceel, zulks tegen vergoeding en zon Ier dc daartoe vereischtc machtiging var. den minister. Proces-verbaal werd opgemaakt tegen den eigenaar van het ontvaiigioestel ingevolge overtreding van de artikelen 25 en 66 van het radioreglemont 1930. Behalve de nieuwste verkeers- voorschriften moet u óók nog de oudste ongevallenoorzaken (roe keloosheid en drankmisbruik!) kennenl De proc.ïgcn. eischt tegen Koning 6 maanden gevan* genisstraf met aftrek van voorarrest AMSTERDAM, 4 Dcc. Heden zette het Gerechtshof weder de behandeling van dc Onneszaak voort. Het woord is thans aan den verdediger mr. Kap- peyne van de Coppello. Mr. Kappcyne begint met een aanval op het pleidooi van Mr. Kokoskv, dat een nieuw requisitoir tegen Onnes werd. Mr. Kokosky heeft gesproken van „fei ten" die een ongunstig licht over ver dachte zouden werpen, er zou volgens hem zelfs een brochure over de „moei lijkheden" van verd zijn verschenen, Spr. legt een brief van fie Ned. Handel maatschappij over, waarin zij verklaart, een brochure volgens welke zij door den heer Onnes zou zijn opgelicht, niet te kennen. Over een incorrecte houding van O., aldus verklaart de handelmaat schappij. heeft zij nooit te klagen gehad. Het verwondert pi., dat dc verklaringen van den leider van do judirische afd. der Handelmaatschappij, mr. Polder man, die door den rechtercommissaris is gehoord, niet in een proces-verhaal zijn vastgelegd. Deze verklaringen luid den gunstig. Ware dit wel in een ver baal opgenomen, dan zou mr. Kokosky niet over een nictbestaande brochure hebben geschreven. Uitvoerig bespreekt pl. het belang, dat Koning bij do inbraak had. Hij kon do schilderijen zeer goed in het buitenland verkoopen. Dan behandelt Mr Kappeyne nogmaals uitvoerig de financleelo posi' tic van ziin cliënt en die van Koning. De kwestie van do chantage komt weer te berde. Tenslotte gewaagt spr. met zijn dankbaarheid van dc wijze, waarop het Hof deze zaak behandelde. Pl. hoopt, dat hij bij het uitsnreken van het arrest dezelfde dankbaarheid zal gevoelen. Voor verdachte Onnes gelegenheid krijgt tot het uitspreken van zijn laatste woord, schorst de president de behan deling van de Onneszaak, om de zaak Koning te vervolgen. Incident Onnes verlaat de verdachtenbank om zijn plaats aan Koning af to staan. Plotseling keert verd. Onnes zich om en roept: „Mag dat nu zoo maar. Koning zegt tegen me: „Ploert, ik krijg jo wel". Mr. Muller Massis: „Een beleedi- ging in de rechtszaal. Het Hof kan zelf constateercn Koning valt woedend uit: „Fn wat moet ik hooren van die schoften daar, van dien man, die zich met geheimen wapenhandel be zig houdt Mr. Muller Massis (verbaasd): Be doelt U mij? Koning: „Neen, dien ander..." Mr. Kappeyne (lachend): O... mij! De president kalmeert de partijen en Koning gaat na zijn onzinnige be schuldiging rustig zitten Dan wordt de behandeling van de zaak Koning voortgezet. Eerst is het woord aan den procureur-generaal, Mr. J. Versteeg. Spr. zegt hier kort te kunnen zijn, daar zijn betoog vrijwel evenwijdig loopt met dat van den ver dediger. Op grond van goedgefundeerde helde re en z.i. ware argumenten, heeft Mr. Kokosky zijn vaste overtuiging beves tigd. Dit strekt in dien zin tot voldoe ning, gelijk iedere bevestiging van op rechte overtuiging slechts tot voldoe ning kan strekken. Spr. persisteert bij zijn eisch tot veroordeeling van Koning tot acht maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Repliek van Mr. Kokosky Het woord voor repliek is aan den verdediger, Mr. Kokosky, die begint met. uiteen te zetten, op welke gronden hij genoodzaakt was Onnes aan te val len. Persoonlijk heeft Mr. Muller Massis mij daarover geattaqueerd, aldus pl. Tegen den getuige Koning zijn door de verdediging van Onnes allerlei men- schen gedagvaard, die kwaad van Ko ning vertelden. „Dat heb ik in mijn strafpractijk nog nooit meegemaakt", al dus spr. Er kwamen zelfs twee Duitsche „slampampers" om over Koning verkla ringen af te leggen in een assurantie zaak. Mr. Muller Massis protesteert en ook de president acht het woord „slampam pers" niet toelaatbaar. Ook vanmorgen zoo vervolgt Mr. Kokosky hcetf de verdediging pogen aan te toonen, dat ik onware beschuldi gingen tegen Onnes te berde heb ge bracht. Men heeft een brief van dc Ned. Handel Mpij. overgelegd. Dat bewijst niets.Er liepen in dien tijd ernstige praatjes over O. Maarik wil niet langer in het verleden graven. Koning is echter door het slijk ge sleurd en mijn taak is, dc feiten zoovee! mogelijk recht te zetten, aldus de ver dediger. Opnieuw bespreekt pl. de houding van Onnes en Koning voor en na de inbraak. Vreemd vindt pl. het nog altijd, dat Jnnes zich niet tot een van zijn raads lieden heeft gewend, toen Koning met chantage dreigde. Ook toen Witbraad dreigde, liep hij niet naar zijn advocaat. Dat was de houding van een man die zich schuldig voelt. De een?ce verdedi ging, die Onnes kon voeren was „Ko ning chanteerde me". Dan gaat mr Kokosky uitvoerig het resultaat van den schouw na. De sur veillance op het landgoed noemde hij volkomen onbeteekenend. Mr. Muller Massis heeft me verweten, dat ik vroe ger anders over de Onneszaak dacht. Ik tuigd was van de schuld van Onnes. Die overtuiging heb ik nog: Onnes wist van het complot alles af. Mr. Kokosky besluit zijn repliek met een woord van hulde tot het gerechts hof: „De behandeling van deze straf zaak door Uw Hof zal overal cn door alle tiiden hoen gelden als een voor beeld van prachtige rechtspleging". Koning heeft nog het laatste woord „Ik hied U mijn excuses aan, wanneer ik niet altijd dc goede vormen in acht heb genomen". Het Hof gaat hierop in de raadkamer. Na heropening bepaalt de president do uitspraak op 18 Dec. to half twee. Een laatste woord van Onnes voor het Amsterdamschc Gerechtshof Het Gerechtshof hoeft hedenmiddag te Amsterdam zn slotzitting in het Onnes- proces gehouden, aan het eind waarvan de heer Onnes als verdachte een „woord ten besluite" heeft gesproken, waar aan hem natuurlijk het laatsto woord stond. Onnes begon met er op te wijzen, dat op hem nog de plicht rust de vraag to beantwoorden of hij kan aantooncn hoe hij do 5000.— van de betaling van Goudstikker, die hij niet op de bank stortte, heeft gebruikt. In antwoord op deze vraag wees Onnes er op, dat hij in de periode van 26 Februari tot 11 April 1932 alle uitgaven zelf had moeten beta len, daar dc bank in dien tijd geen cn kele remise voor hem heeft gedaan. Naar blijkt uit tal van stukken, die hij overlegt, heeft hij in die periode 6577.50 uit oigen middelen betaald, dus nog meer dan het bedrag van Goudstikker Spreker komt dan tot het pleidooi van Mr. Kokosky ten voordeele van Koning welk pleidooi hij vernietigend noemf voor Mr. Kokosky. terwijl zijns inziens uit de stukken tal van onware bewerin gen van Koning blijken, waf Onnes mei voorbeelden nader uiteen zet. Koning heeft op velen een geweldigen invloed gehad, ooi: op zijn advocaat Spr bo toogt, dat hij veel kan hebben, dat bil veel hoeft doorstaan en veel heeft kun nen weerstaan omdat hij tegenover zich wist mannon, en in dat geval Is hij hun man. Maar ook hij heeft zijn zwakke plek. „Wanneer Iemand mij chanteert, dan ben ik niet zijn man. want dan bob ik tegenover mij een on betrouwbaar persoon, zonder houvast. En wanneer Mr. Kokosky zegt, dat hij genoeg over mij vertellen kan. doch het niet doet, dan ben ik niet zijn man, want tegenover mij staat geen man". Onnes betoogt verder dat hij geduren de den oorlog nooit eenige mededeoling die hem gedaan werd, zonder voorken nis doch slechts in overleg met het be treffende land ter kennis van het an dere land heeft gebracht Hij wijst ver der op verschillende bemoeiingen, wel ke hij tijdens den oorlog heeft verricht ten bate van ons land bij do Duitsche autoriteiten, terwijl hij ook tal van me- dedeelingen van Duitsche zijde, welke belangrijk waren voor ons land, aan onze regcering doorgaf. Hij wenscht dan ook niet ervan beschuldigd te worden, dat hij onderhandelingen zou hebben gevoerd zonder volledige voorkennis van de heide regeeringen. Integendeel, door al deze onderhandelingen verloor hij een paar millioen gulden, daar Engeland hem op de zwarte lijst plaatste. In zijn requisitoir heeft de Procureur Generaal eenige malen gevallen ge noemd, waarachter hij de vraag stelde: „Is dat moreel?" Spreker gaat die ge vallen na. cn meent, behoudens een te laken slordigheid in zijn betalingen, dat alle deze gevallen inderdaad volkomen moreel waren. Hij «wijst dan ook geheel van de hand de meening van den P. G. dat er op grond van deze gevallen te twijfelen zou zijn aan zijn moraliteit „Het eenige, wat ik U vragen wil is, als U zulke eenzijdige vragen stelt omtrent mijn moraliteit, wat denkt u dan wel van de moraliteit van uw kroongetui ge?" Onnes ging vervolgens nog in op de „mooie trouvaille" van Mr. Kokosky, dat Koning ook Nijenrode had kunnen koopen. en dan Koning van Nijenrode ware geweest. Spreker meent, dat hel niet op den koop aankomt, doch op dat gene wat daar ten koste van groote o( fers is tot stand gebracht. Nijenrode zooals het nu is, is zijn schepping „en het zal nog spreken in al zijn schoon heid en rust tot, een nageslacht als de naam Kokosky in dit land niet meer zal worden gekend." Verdachte gaf dan nog een korte sa menvatting van enkele weerleggingen. Zoo qualificcerde hij het in de eerste plaats onjuist te veronderstellen dat de goederen niet gemakkelijk in het buL tenland konden worden verkocht, zij het ook niet voor den verkoopprijs, dan toch voor een belangrijk bedrag. Voort-» blijkt zijn inziens duidelijk uit de ver- hooren, dat het goed weer terug moest naar Koning: bijna alle getuigen, in het proces gehoord, zijn het daarover eens. Als een roode draad loopt de weg: die ven, Mees Gerritsen. Biesing. Witbraad Koning. Het geld. dat hiervoor noodig was poogde Koning te krijgen door he leening of een verkoop met verdienste aan Onnes of aan den heer Eberwein, en toen dat mislukte ten slotte, door chan tage. Daarom is het iuist zoo duidelijk waarom Koning niet terstond chanteer de, doch eerst later. Hii deed het in ui tersten nood. toen de andere pogingen mislukten. De heer Onnes wees er voorts nog op. dat de P. G. meermalen gebeur tenissen aanneemt, die slechts veronder stellingen zijn. Zoo zegt de P. G. dat met Koning de duivel op Nijenrode kwam. en hoe deze Onnes influisterde een misdaad te doen. Doch Koning ver klaarde onder eede. dat hij door spreker werd overgehaald de daad te plecren. De P. G. noemt de verklaringen van Koning den sluitsteen, doch naar sprekers oor deel is het een voozc en onbetrouwbare sluitsteen. Verdachte Onnes eindigde met de ver klaring, dat hii den eisch van den P.G. heeft gevoeld als een dolksteek. „Tk heb nooit medelijden gewild, nooit medelij den gevraagd, alleen recht". Terug in het leven on deze wijze, een gevangenis straf van 12 maanden met aftrek van even zoovele maanden voorarrest, is het wreedste wat spreker kan overkomen. 's>GRAVENHAGE 4 Dcc. De Staatscourant bevat dc volgende Koninklijke Besluiten: Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods. Koningin der Nederlanden enz., Hebben goedgevonden en ver» staan: den aanstaanden gemaal van onze beminde dochter Hare Ko» ninklijke Hoogheid Prinses Ju» liana, Zijne Doorluchtige Hoog» heid Prins Bernhard van Lippc» Biestcrfeld, te benoemen tot lui» tenant ter zee 1ste klasse (kapi» tein) 4 la suite van dc Koninklijke Marine, cn tot kapitein (ritmecs» ter) 4 la suite van de Koninklijke Landmacht. Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan akte zal worden gezonden aan ziine Doorluchtige Hoogheid voornoemd en dat voorts in afschrift zal worden medegedeeld aan den Raad van State, aan dc Algemeene Reken» kamer en aan den Chef van Ons Militaire Huis. Bij Koninklijk Besluit van 4 December 1936 no. 17 is aan Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard van Lippe=Bies» terfeld de titulaire rang verleend van kapitein (ritmeester) bij het Koninklijk NederlandschJndisch Leger.. Verdachte besloot zijn pleidooi met de de herhaling „Ik heb onschuldig gelo den, ik ben onschuldig". De president stelt nog enkele vra gen aan den verdachte, waarna de uit spraak wordt bepaald op Vrijdag 18 De cember te half twee. ENKHUIZEN, 4 Doc. In de heden morgen te Enkhuizen gehouden buiten gewone vergadering van aandcelhou- lers van wed. S. Lakcman en Zn.'6 hank alhier ie met algemeene stommen besloten tot ontbinding en geleidelijke liquidatie der N.V. Aan dc directie der bank is in over eenstemming met de voorstellen der crediteurcncommissie-Haspcjlt* opdracht verleend een accoord aan crediteuren aan te bieden. Een amendement-Haspels om de be voegdheid der directie tot het wijzigen van het accoord zoodanig te beperken, dat wijziging alleen kan plaats vinden in overleg met de commissie-Haspels, werd aangenomen. Tot liquidateur werd benoemd mr. A. van der Deure te Bennekom. met dagelijkschcn bijstand van den heer J. Aarents te Enkhuizen. Tot leden van de commissie van toe zicht, welke inzake belangrijke schul den heeft te beslissen, zijn benoemd de heeren J. C. Haspels te Enkhuizen. W. Lub Jzn. te Amsterdam en J. J. Sluis te Enkhuizen. Het A.N.P. meldt ons uit Haifa: Zooals men weet, is Nederland een zeer belangrijk afnemer van Palestijn- sche sinaasappelen en komt het zelf#» op de tweede plaats na Groot-Britan- nië. wat betreft zijn belangrijkheid als zoodanig. In overeenstemming met dit feit is ook dat het transport van het fruit naar deze beide landen, Nederland en Groot-Britannië. zooveel mogelijk wordt vervolmaakt cn wel door middel van speciaal gebouwde schepen, welke een laadvermogen hebben van .37 000 tot 42.000 kisten cn een snelheid kunnen ontwikkelen van 13 14 knoopen. Het vervoer der producten van een seizoen wordt overeengekomen, en het is* thans reeds voor het derde in succes- si©. dat dit vervoer in handen is van een Nooreche groep. Deze week werd er weer een derge lijk nieuw schip ingewijd, dat het ver voer naar Nederland en Groot-Britan nië zal bewerkstelligen. KEURING VAN AUTOMOBIEL- REMMEN 's-GRAVENHAGE, 4 December. Bij de 1 November j.l. in werking ge treden nieuwe bepalingen van dc mo tor- en rijwiolbeschikking wordt be paald, dat, indien een motorrijtuig niet voorzien is van twee onafhankelijk van elkaar werkende remmen, de dan toe- ecpaste reminrichtlng vanwege den mi nister goedgekeurd moet zijn. De A.N.W.B. deelt mede, dat thans hij ministerieele beschikking Ir. W. W. E. von Hemert. hoofd van het bureau voor de inschrijving van zware motor rijtuigen van den rijkswaterstaat, aan gewezen is als de ambtenaar door wieit deze keuring zal geschieden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 9