en Kerstfeest voor de vogels KLEURPLAATJE Het hulstiblac! Uit Eigen Pen KINDER COURANT „Hoe vind Je 'm, Ans?" vroeg Frits, terwijl hij een mooie vijfpuntige 9ter omhoog hield, die hij met z'n figuur zaag gemaakt en nu pas met een stuk je schuurpapier glad geschuurd had. „Echt mooi prees het zusje. Frits hoorde nu met een heel fijn in strumentje een gaatje in één van de punten Daar moest straks een zilver draadje door- waarmee de ster in den Kerstboom gehangen kon worden Maar 't prettigste werkje kwam nog: Frits ging de steT verzilveren. Alles stond al klaar op een krant: het fleschje met zilvervorf en een. kwastje. O, wat werd die ster nu echt Niet alleen Frits was verrukt over hef resultaat maar ook moeder, Ans en I.ex bewonderden het De twee laaf sten wilden, dat ze ook al zoo ver waren om Ie kunnen gaan ver ven. Maar. ze moesten elk op hun beurt de zaag gebruiken. 't Was Kerstv.acantie en erg naar weérf al maar regen en wind. volstrekt geen Kerstmisweer De kinderen waren genoodzaakt in huis. te blijven en nu £had moeder bedacht: zelf van triplex:al- lerlei aardige versieringen voor den Kerstboom tê. rpaken. Want mèt den schoonmaak had de werkster de doos met de Kerstboom versierselen uit haar handen laten vallen en waren er al lerlei dingen stuk gegaan. Moeders plan -was met gejuich hegroet. En al den heelen dag waren de kinderen be zig. Lex teekende alles, dat kon hij goedmaar hij zaagde en schilderde, pok; Bij Ans wou 't zagen maar niet lukken. Die mocht schuren en verven Een zilveren Kerstklok was er al klaar Ans was bezig aan een staartster en nu was Lex aan 't werk om een Kerstman netje te teekenen, dat een kaars in z'n hand droeg. „Wanneer komt de boom, mams?" vroeg- Ans. „O, kind, dat heeft nog wel even den tijd. De jongens moeten Woensdag maar eens op de Kerstboomenniarkt wat zien te krijgen." „Ik ga ook mee," riep Ans. „Dat mag," zei Frits, „maar dan moet je ook helpen dragen." „Hè, laat mij nu eens wat verzilve ren," drong het zusje aan. Maar er was nog niets zóóver, dat het den kwast noodig had. „Ik bedenk daar wat," zei moeder, „weten jullie nog, dat we van den zo mer die twee reusachtige sparappels hebben meegebracht uit Puiten? Die kan Ans schilderen." „O, 'schitterend!" riep het meisje blij zocht de dcnneappels op en begon. lederen dag groeide de voorraad. En 's avonds repeteerden ze met moeder dp Kerstversjes Lex speelde erbij op z'n viool, Frits op z'n blokfluit. En zoo kwam de Woensdag, dat de boom ge haald zou worden. Maar juist vóór ze weggingen, werd er een telegram at gegeven. Zenuwachtig scheurde moeder het open. „En vroeg I ex. „Opa is erg ziek We moeten er heen „Allemaal naar Breda? Fijn zei Frits, die alléén aan de reis dacht en niet aan den zieken grootvader Zijn opmerking bezorgde hem dan ook ver maningen en terechtwijzingen van moe der, Ans en Lex. De Kerstboom werd djen dag niet gehaald F.i moest een be richt naar vaders kanfoor en vader ver trok zoo gauw mogelijk naar Breda En Donderdags zond vader een brief da' moedpr ook mne*< komen en er op re kenen om een paar dagen te blijven Voor do kinderen vroeg moeder belet bij oud-tantp Motje Deze wilde de kinderen met genoegen een paar dagen hebben Moeder vertelde het aan haar drietal. „Bah. hoe komt "u daar nu toe? I" ver weet'Lex „tante Metje is je reinste proza, en haar buis is 'haar afgod „Rommel haat ze,' voegde Ans er aan toe. „Ik ook.vergoelijkte moeder. „Geen bloemen, omdat de blaadjes af vallen, geen hond om de haren op 't karpet geen kanarie om de dopjes van de zaden, die uit de kooi vliegen," noemde Frits op „Dat wordt dus geen Kerstboom," zei Lex een beetje kwaad. „We kunnen hest Kerstfeest vieren zonder hoorn," merkte moeder zacht op „Dacht u, dat tante Metje er Iets aan zou doen?" vroeg Frits schamper. „Niet tante Metje, maar jullie moe ten maken, dat 't bij haar een vroolijk Kerstfeest wordt," meende moeder „Vroolijk9 En dat als Opa ziek is?" opperde Ans „Nu, mooi dan," verbeterde moeder Ze wees op alle Kerstdingen, uitgestald op het buffet en zei: „dat alles nemen jullie mee." Ans en Frits trokken met hun baga ge naar tante Metje's huis, Lex bracht moeder naar don trein. Allen hadden de groeten meegegeven aan den zieke en hem beterschap gewenscht. Gewoon als de" kinderen waren om thuis moeder te helpen, boden ze ook aan tante hun -hulp aan. De jongens hrachten den vuilnisbak buiten, haal den kolen, deden boodschappen en Ans hielp afdrogen en stof afnemen, 's Mid dags vóór Kerstmis vroegen ze aan tan te. of ze net als thuis den Kerstavond mochten vieren. „Hoe wilden jullie dat dan doen?" informeerde de gastvrouw. Lex haalde de Kerstsieraden voorden dag en vroeg verlof om die in de huls kamer op te hangen Tante vond ze erg mooi, vooral het Kerstmannetje, dat rood en wit geschilderd was en den zil veren Kerstengel met z'n bazuin Voor alles werd een plaatsje gezocht: de Kerstklok onder aan de lamp, de Kerst engel hij de tusschendeuren. de sterren en 't Kerstmannetje tegen den wand de zilveren sparappels aan 't buffet 't Zag er feestelijk uit Tante zelf had er echt plezier in. toen Ans en Frits binnen kwamen met een bosje heshulst, gpkocht van hun zakgeld, kreeg dat een plaats midden op het orgel, waarop nooit iemand sppelde. Toen bracht de post een brief van vader en moeder: Opa's toestand was iets beter, maar de zieke wilde graag dal vader en moeder nog bleven Hè. dat was 'n prettighericht. Nu kon het nog een blij Kerstfeest worden! Na de avondboterham las Lex uit hun Kerstboek een mooi Kerstverhaal voor Zij drieén kenden het wel van vorige jaren, maar tante zou het mooi vinden F.n dat deed ze nok Ren poosje waren allen stil Toen nam Lex z'n viool en zongen ze Kerstversjes Tante herinner de zich op eens verschillende ervan en zong mee. „Hé." zei ze ten slotte, „zóó heb ik In eeen jaren Kerstfeest gevierd En nu ga ik een kopje chocola maken .en dan gaan we een spelletje doen" bedacht Ans. „Mensch, erger je niet." Frits had dat meegenomen en ze legden het na 't nuttigen van de cacao aan tante uit. Deze had evenveel pret als de kinderen wanneer ze een van de medespelers van z'n plaatsje kon gooi en. De Kerstdagen verliepen prettig, in onderlinge hulp, een wandelingetje, voorlezen, zingen en spelletjes. „Ik heb den Kerstboom niet gemist," moest Ans aan 't eind van den twee den dag erkennen. „Ik ook niet," zei Lex, „maar, tante het volgend jaar Kerstmis, als er weer een boom is, komt u bij ons, dan zult u eens zien De bel ging over. Lex liep naar de voordeur. „Eerst door 't raampje kijken," waar schuwde tante. „Vader en moeder!" juichte Lex. Al len holden naar de gang. Wat 'n blijd schap! „Hoe is 't met Opa?" klonk 't door elkaar. „Buiten gevaar. En, tante Metje," zei vader, die de oude dame de hand toe stak. „hebben ze zich nogal schappelijk gedragen?" „Geen klagen gehad. en... ze hebben me een Kerstfeest bezorgd, zooals ik in lang niet gekend heb." Moeder knikte tevreden van den een naar den ander. „En 't volgend jaar komt tante bij ons," verklapte Ans. Met veel bedankjes vertrok 't troepje „Opa beter, u allebei weer thuis, 't was toch een goed Kerstfeest," zei Frits, „Zonder boom en zonder sneeuw," voegde Lex er aan toe en stak z'n arm door dien van moeder. J. H. BRINKGREVE— ENTROP (Nadruk verboden.) door C. E. DE LILLE HOGERWAARD In ons kleine tuintje Is het doodsch en kaal En naar sneeuw verlangen Wij nu allemaal. 'n Witte Kerstmis immers Zou zoo heerlijk zijn! Sneeuw juist in den Kerstnacht, Maakt ons tuintje fijn. 't Is, of ook de den, die In een hoekje staat, 't Is een oude Kerstboom - Naar sneeuw hunk'ren gaat. Hij verloor veel naalden En wat werd hij kaal! Maarsinds hij bij ons kwam, Kent hij menschentaal. Want hij schudt zijn bol eers, Als 'k zeg: Regen weer! Sneeuw zou mooi hem maken, Was 't maar voor één keer! Kerstmis! En ons tuintje Is zoo wit, zoo wit! Wat of in den top van Onzen den wel zit? n Hongerige vogel Maardaar valt m' iets in: Ook de vogels hebben In een Kerstmaal zin! Vlug dus lange slingers Pinda's, kaas en brood In de witte takken! Vogeltjes, geen nood, Dat je nu verhongert! Kerstfeest is het, fijn! Wat zal 'n witte Kerstmis Echt en heerlijk zijn! (Nadruk verboden.) Wat hulst in huis met Kerstmis Vindt Moeder altijd fijn! Zij kocht een prachtig bosje Aan 't kraampje op het plein. Die roode bessen kleuren Zoo aardig bij 't behang! Eén takje bleef er over Voor 't spiegeltj' in de gang Marietje is ook bezig: Zo knapt haar poppen op' Maar heeft een beetje moeile Met Roekie's negerkop! Geen kam gaat door die krullen! (Rie heeft een popjienkam) „Als ik den kleerenhorstel Nu gauw eens even nam?" Dat mag niet! Rietje weet het! Toch volgt ze eigen zin: Daar glijdt een klein, stout handje. Den schuierhanger in! O wee! Een scherpe stekel Prikt vinnig in die hand! En ongehoorzaam Rietje Schreeuwt luidkeels, moord en brand! Moes kwam en heeft gekeken, Wét in Rie's handje stak Een h u 1 s t b 1 ad, afgevallen, Zat in den schuierzak! JO DAEMEN (Nadruk verboden) Beste nichten en neven. Zooals jullie ziet, heb ik aan jullie gedacht en hoewel do week erg kort is, en er zooveel in de krant te schrijven is over de feesten ter eere van onze Piïn- ses. heb ik toch een plaatsje voor jullie weten te veroveren. Een van onze oud- nichtjes zond mij een verhaaltje, dat ik jullie hier laat lezen. Dan wensch ik jullie een Vroolijk Kerstfeest en een prettige vacantie. Ik laat hier de groe ten volgen van Robbedoes aan Lachveel en Veldmuis; Lachveel aan Anjelier en Robbedoes; kwikzilver aan alle nichten en neven. En nu laat ik Waterchinees aan het woord. (Nadruk verboden). HET SPROKKELVROUWTJE EN. DE GOUDSTUKKEN Er hcerschte bedrijvigheid rondom en in 't huisje van vrouw Hekkers. Het varken knorde, de kippen kakelden en de oude poes snorde behagolijk. In een groote leunstoel zat vrouw Hekkers te breien; haar lief en rimpelig gelaat keek naar buiten, waar de sneeuw dwarrelde. Ze hield vpel van de sneeuw, maai* ach. wat zou ze het dit jaar nu lastig hebben om takjes en hout te sprokkelen. Verloden jaar wat 't hocl anders ge weest toen liuar man nog leefde die tuinman was op 't groote kasteel. Maar ach die was gestorven en nu moest zo zelf haar kostje verdienen. En dat was zeer lastig voor zoon oud vrouwtje als zij was. Nu ze zou maar eens naar buiten gaan en kijken of er ip 't bosch nog wat hout lag want als ze later zou guan dan lag 't heclc bosch toch onder do sneeuw en zou er geen beginnen aan zijn. Met een mandje onder don urm liep ze 't bosch in. Met begon al donker te woi- den en de sneeuw viel in dikke vlokken Zc liep maar steeds door nu en dan een takje opiapend dat nog niet zoo erg vochtig was want als 't nat was. dan kon zc het niet meer gebruiken. Het oude vrouwtje raakte vermoeid van al 't bukken en besloot om maar naar huis terug te keeren naar Mieke de poes, die wel erg verlangend zou zijn of ze gauw thuis kwam. Ze zuchtte diep en dacht aan 't oud bakken stukje brood en 't verdroogde stukje kaas. dat er thuis nog was. Muur opeens hoorde t vrouwtje een luid geklingel van bellen en 't stampen van paardenhoeven achter zich. Ze schrok hevig, 't zouden wel weer rijke menschen zijn niet bontjassen en pelzen en kinderen met dikke ijsmutsen op, die aan 't rijden waren in de arreslee. En zij. zij liep maar in een oude, versleten jurk, met een gerafelde doek om haar hoofd en de kinderen zouden haar wel weer uitschelden voor oude leelijke too- verheks. De ar was rui bijna genaderd en in- plaats van leelijke scheldwoorden hoor de ze hoe een frissche meisjesstem riep: Oh, grootmoe, kijk daar eens, wat een arm en oud vrouwtje. En vrouw Mekkers hoorde, dat de slee stil hield en zag in een vriendelijk, me delijdend gezicht van een jong meisje; naast haar zat een oude dame, die haar beuis te voorschijn haalde en een paar goudstukken aan 't meisje gaf. En t meisje gaf nu haar grootmoeder een klinkende zoen en sprak tot het oude vrouwtje die bibberend naast de ar stond en overhandigde haar de goud stukken. En Amy zoo heette dit meisje, deed haar mof en omslagdoek af cn deed die 't verbluft staande oude menschje om. Een luid geklingel ver kondigde, de* de arreslee weer op 't punt stond te vertrekken. Nog een blijde lach cn gezwaai van 't jonge meisje en een kort. maar vrien delijk knikj" van haar -ootmoedcr en de sleo was weer verdwenen. Stom verbaasd keek 't vrouwtje naai de goudstukken in haar hand cn voelde do warm met bont gevoerde sjaal om haar schouders. Maar niet lang getreu zeld. 't Oudje strompelde zoo goed en zoo kwaad als 't ging naar haar huisje on gooide het hout op 't vuur. 't Werd or echt beliagelijk. Maar eensklaps dacht ons oude vrouwtje er aan, dat haar maag geducht begon te knorren en Mickc, do poes, liep ook al ongedurig mil haai: heen. Ze deed haar doek weer om en liep naar 't dorp; haar kocht ze een flinke voorraad eten en worst cn nog melk voor de poes en ging toen weer huiswaarts. Thuis maakte ze wat eten klaar en toen dat op was, ging 't oververmoeide vrouwtje naar bed en dacht aan den volgenden ^ag, want dan was 't Kerst mis en ze dacht ook aan den goeden God, want die had er toch eigenlijk voor gezorgd, dat ze nu weer eten en geld had en die aan allo menschen denkt en ook aan arme vrouwtjes, die ver in 't bosch woonden en waar de sneeuw haar groote vlokken uitdeelde F.n zacht zong 't vrouwtje met haar heesclie stem 't liedje, dat we allemaal kennen en wel dat van „Stille Nacht. Heilige Nacht". Onze briefwisseling Babbeltje. Hartelijk dank voor je Kerstgroet. Ook je brief van verleden week wil ik nog even beantwoorden. Moe komt het dal ik die nu pas krijg? De oplossingen lellen nu niet meer mee, dat heb je zelf denk ik oojk wel begre pen. Jammer, dat je er te laat mee bent. Ik wcnscli je een heel plezierig Kerst feest cn ik hoop dat je rapport mee gevallen is. Lobelia. Jammer dat je rapport niet "oo mooi was. maar gelukkig heb je een goed voornemen gemaakt en zal het volgende keer wel veel mooier zijn. Jij hebt al een Kerstfeest gehad, fijn, dat je een Kerstboek kreeg, nu heb je met al die Zondagen wat te lezen. Aardig voor je, dat je die bloemen mocht geven Prettig Kerstfeest Lobelia, Roodborstje. Tjonge, kleine neef. je zult het druk hebben met al die kerstboomen. Wat zal je daar druk mee geweest zijn. want je hebt natuurlijk mee helpen versieren. Ik wensch je ook Oen heel prettig Kerstfeest. Natuurliefhebber. Ja neef, het is allemaal feest dat we in het vooruit zicht hebben. Jammer, dat je er Zater dagmorgen niet bij kon zijn, maar s middags heb je je schade ingehaald Je hebt de raadsels netjes opgelost en ik kan merken, dat je weer beter bent. Gelukkig maar, juist voor de Kerstda gen. Doe maar kalm aan met dc feesten en een prettige Kerstmis. K 1 a v e r b 1 a d. Gelukkig dat de griep weer over is, vooral nu je zoo druk bent met versieren. Gezellig, dat je logés krijgt. Het echte feest moet nog komen. Klaverblad, 't was Zaterdag maar een voorproefje, ie\vel ik het 's morgens heel feestelijk vond in de stad. Hartelijk gegroet Klaverblad en ik wensch je eveneens gezellige Kerst dagen. \V o u d 1 o o p c r. Wel neef, zoo uit je brief zou je denken, dat je een heel slecht geheugen hebt, Ik weet nog best wat er dit jaar allemaal gebeurd is, en ik denk dat jij je na een kléine over peinzing ook nog wel het een cn ander herinneren zult. Het is wel waar, dat de oranjefeesten op het oogenblik alle aan dacht opeiscben. Tc hebt dit keer een ge zellige. lange brief geschreven, Woud looper. Hartelijk gegroet Robbedoes. Nu je bent een echte wandelaarster, ik neem mijn petje voor je af. Als jc nu gaat wandelen speld jo zeker alle medailles op je jas? of han gen ze boven je bod? Dus jij bent met Kerstmis niet in Amersfoort, nu ik wensch je in ieder geval veel plezier Wat de bonnen betreft, ik kan ze wel ruilen, maar op het oogenblik nog niet, ik krijg nog maar enkele toegestuurd van de nieuwe album. Je blijft maar Magen hoor en zoo gauw ik zc heb, geef ik ze wel Kobbedoes. Lachveel. Je bent een beetje in do lappenmand, niet Lachveel? Dat past al heelcmnnl niet bij je naam, maar het is ook heel erg onplezierig oorpijn te heb ben, cn ik hoop van harte nichtje, dat je met de Kerstdagen weer heter bent. Leuk dat je zooveel succes gehad hebt met den zangavond. Hartelijk gegroeton het beste er mee, Lachveel. Je hebt fijne bonnen gestuurd, bedankt hoor. Tompoes Jo rapport viel me tegen, nicht., maar jo kunt het best ophalen en als jc de vijven weggewerkt hebt, kan je tevreden zijn De raadsels waren toch niet zoo erg moeilijk Tompoes,'jammer dat je ze niet hebt kunnen oplossen. Ik wensch je ook een paar heel prettige Kerstdagen cn hartelijk gegroet. K w i k z i I v e r. Dat valt je zeker mee, h-, je dacht geen kinderkrant te krijgen en nu hebben we cr toch een. Je licht <le brief geloof ik niet hcelemaal zelf geschreven, wel Kwikzilver? Vertel me eens of ik dat goed gezien heb. Je hebt nu mooi tijd om do raadsels op te lossen. Ik wensch je ook heel prettige Kerstdagen en tot volgende weck kleine nicht. Watergeus. Jullie hebt. prachtig weer gehad Zaterdag en de t ook keurig gezongen. We zullen maar hoopen, dat de boom goed groeit Watergeus, dan blijft hot altijd een aardigo herinnering. Dc kerstboom is zeker erg mooi gewor den, want je hebt er natuurlijk erg je best op gedaan. Vier er het Kerstfeest genoeglijk bjj Neef. Hartelijk gegroet. De oplossingen I. Kerstfeest, met de woorden eikenhout, regenjas, scepter, talent, fiets, eend, Eva, si, t. II. Horizontaal: arm, pit, epe, pas, tak elk. pas, uur, mes,arm. Vertikaal: aap, com, aal, mes, kus pet. dra, Ada, tak, sam. De goedo oplossing van Klaverblad wordt deze Week beloond. Kom je Maan dagmiddag na drie uur aan ons bureau' De raadsels XXXXXXXXXX Op de kruislijn komt de naam van iets, dat deze week ter eere van hel vorstelijk huwelijk werd gemaakt in de stad. 1. gevraagde woord. is een rubriek uit onze kinderkrant, iemand die een erfenis krijgt, wordt belemmerd door mist. ontstaat als er een groote schenmenigte bijeen is. oneerlijke menschen. ander woord voor dommig, niet schoon. tegengestelde van thuis klein kind. medeklinker. men- X Op de kruislijn komt een kleur. Een van de vier windstreken. 2. Plaatsbepaling. 3. doet een grondwerker. A. droegen vroeger de soldaten in den oorlog. 5. klein menschje. 6. telwoord. Onze Ruilhandel Mevr. v a n P. help ik aan Droste- bonnen. M e j. J. C. A n. v. D. kan eveneens Droste-bonnen of plaatjes halen. Zij wordt tevens bedankt voor de bonnen Johann Straus z vraagt oude boekenbonnen. Hille-, Wybertbonnen. Babbeltje krijgt Hillebonnen. Lobelia. Haka. en Standaardbon- nen liggen voor je klaar. N a.yu u r I i e f h N a t/u urliefhe b b e r. Kwattasoi- daatjes zijn er voor je. De onbekende die Droste- en Verkadcplaatjes zond, wordt vriendelijk bedankt Klaverblad. Misschien heb ik Le- verszeep of bonnen „Waar wij wonen". R o bh e (I o e s. Kom maar eens vragen of er bonnen „Waar wij wonen" zijn. Tompoes vraagt van Nelle-merken en Kwattasoldaatjcs. K w i k z i v e r. Misschien zijn er bonnen ..Waar wij wonen". Maanrlaernidrtae na drie uur komen jullie alles wel halen. Met Kerstgroeten OOM BOB

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1936 | | pagina 13