D
„BLACK CAP"
J. A.SCHOTERMAN Zn.
Amersfoort klopt Utrecht
EEN 3-0 ZEGE
DE EERSTE
PRIJS
OLD SCOTCH WHISK Y fl. f 75
UTRECHTSCHESTR. 17 Tel. US
De spelling op examens
voor onderwijzer
Fair en sportief spel
GkïoUnig&iz,o(itSe&6i>
Snipverkouden?
„PEDAALRIDDERS"
A. J. C. Miedema-Zilver
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 28 DECEMBER 1936
Sole Importers:
Terug naar De Vries en
Te Winkel
Aan de directeuren van rijks- en bij
zondere kweekscholen is. naar „De
Standaard'' verneemt, de mödedeeling
verstrekt dal bij de a.s. kweekschool
examens en de examens ter verkrijging
van de hoofdacte bij de toepassing van
de regels 5b en 6 \an hei kon. besluit
van 16 Juli 1936. zoolang nog niet de
lijst van de kennelijk mannelijk zelf
standigc naamwoorden is vastgesteld, de
schrijfwijze over eenkomstig De Vries
en Te Winkel moet worden gevolgd.
Dit houdt in, dat de faciliteiten van,
de spelling-Marchanl wat hel schrijven
van de buigings-n betreft, voor genoom
de examens is ter zijde gezel, en bedoel
de examencandidaten zich nu weer heb
ben te houden aan de oude geslachts
lijsten.
EEN LOSGELATEN BEER
Doordat een der hekken moedwillig
>vas vernield, kon dezei dagen een dei
beren, die verblijl houden in het Alden-
hofpark le Maastricht, de wijde wereld
intrekken. Gelukkig werd zulks bijtijds
ontdekt en kon Bruintje zonder onge
lukken te hebben veroorzaakt naar zijn
kuil worden teruggebracht.
De politie is het gelukt de daders van
de ergelijke vernieling op te sporen en
aan te houden.
Het zijn de 16-iarige G. W. M en de
16-jarige J. J. Tv aldaar, heiden leden
van de club „De IJzeren Armband"
Beiden bekenden zich schuldig heb
ben gemaakt aan diverse vernielingen
Uit het verhoor hleek dat de jongens
door het lezen van hoeken en hel doel
loos langs de straten slenteren tot hun
daden waren gekomen
J. D. F. PASTOOR
DEN BOSCH. In den ouderdom van
48 jaar is te Den Bosch overleden de
heer J. D. F. Pastoor, hoofdredacteur
van de Provinciale Noordbrahantsche
en 's Hcrtogenbossche courant, aan welk
blad de heer Pastoor sinds 1904 verbon
den was.
Van 1919 tot 1929 is hij met een korte
underbiokiiig lid van liet hoofdbestuur
van het Nederlandse!) R.K. Huisves
tingscomité geweest, waarin hij o.m. de
functie van secretaris-penningmeester
vervulde. Mij heeft voorts deel uitge
maakt van het bestuur van de Bossche
diocesane federatie „Het Wit-Gele
Kruis'' en van den Koninklijken ntaio-
nalen hond „Het Oranje Kruis".
De heei Pastoor was drager van ver
schillende buitenlandsche eereleekens
in verhand niet Roode Kruis werk.
In Juli 1927 is hem. voor zijn diensten
bewezen hij den watersnood in 1926. de
zilveren watersnoodmedaille uitgereikt.
DE „PRETORIA" DOOR NEDERLAND-
SCHE SLEEPBOOTEN VLOT-
GEBRACHT
LONDEN. 26 December (ANP).
Omtrent het vlot brengen van het Duit-
sche passagiersschip „Pretoria" kan na
der worden gemeld, dal dit is geschied
door de sleepboot en „Zwarte Zee" en
..Noordzee" van L. Smit en Co's inter
nationalen sleepdienst te Rotterdam en
nog een Duitsche sleepboot
SPORT EN SPEL
DAMVEREENIGING D.O.K.
Feestavond in het
MiL tehuis.
Alq.
In de zaal van het Alg. militair te
huis had gisteravond een feestelijke
bijeenkomst plaats van de jonge dam-
vereeniging „Door oefening kunst" (D.
O.K.).
De heer Schiedon deed eenige mede-
deelingen over den stand der vereeni-
ging sedert de oprichting. Met voldoe
ning constateerde spr. dat het aantal
leden is toegenomen.
Het hierna volgende programma
werd geheel door de leden zelf ver
zorgd.
Na afloop van het feeslelijk gedeelte
gaf de heer J. G. Hazelaar, voorzitter
der vereeniging, een simultaan séance
aan 16 borden. Hiervan won hij er 9,
verloor er 6 en speelde écn remise.
Iïet geheel was een uitstekend ge
slaagde feestavond.
TAFELTENNIS
NEDERLAND—FRANKRIJK 2—5
Zaterdagavond heeft te Utrecht de
internationale wedstrijd Nederland
Frankrijk plaats gevonden, welke op
verdiende wijze door de Franschen met
52 werd gewonnen.
De wedstrijd heeft volko*
men aan de gestelde ver
wachtingen voldaan
AAN een stedenwedstrijd kun
nen we eigenlijk niet spreken,
omdat in de z.g. Amersfoort-
sche ploeg ook de Baarn-speler J.
Suik was opgesteld. Daar we stellig
overtuigd zijn, dat hij wel niet zal
worden gehandhaafd, zullen we dus
gemakshalve in dit verslag ook spre
ken van een Amersfoortsch elftal,
al zal de ploeg wellicht nog enkele
wijzigingen ondergaan.
De wedstrijd zelf heeft volkomen aan
de verwachtingen beantwoord en het is
voor den adviseur uit Amersfoort prettig
dat zijn advies voor de volle honderd
procent is opgevolgd bij de samenstel
ling van dit proefelftal. Daarmee wil
niet gezegd zijn, dat deze ploeg als ge
heel blijft gehandhaafd, doch wat de spe
cifiek Amersfoortsche spelers betreft zal
die wijziging niet belangrijk zijn. De
spilplaats. hoe verdienstelijk ook door
Schutlevaer ingenomen, zal wel aan den
Hilversummer Huizinga worden toege
wezen, terwijl we nog niet geheel zeker
zijn, of Suik en Kraak gehandhaafd blij
ven.
De wedstrijd heeft in nog een ander
opzicht aan de verwachtingen voldaan:
er werd fair en sportief gevoetbald.
En deze factor werd juist door het
U.P.V.B.-bestuur op zulk een hoogen
prijs gestéld. De leiding van den
heer Harmsen droeg tot deze sporti
viteit veel bij.
Amersfoort had den aftrap en van
stonde af aan werden de rood witten
dat waren de kleuren der Utrechtsche
spelers op eigen helft teruggedrongen.
Wel gelukte het hun een enkele maal
een tegenaanval te ondernemen, doch de
hetere techniek der Amersfoorters gaf
den tegenstanders weinig kans.
De verdediging vooral bij Amersfoort
was best in orde en de Utrechtsche
ploeg die grootendeels uit tweedeklas
sers bestond, kreeg weinig kansen. Het
eerste doelpunt ontstond uit een straf
schop, toen Sand wijk frcekick maakte.
Heitman gaf uit do penalty aan Amers
foort de leiding (1—0). In de nu volgen
de minuten vielen dc Utrechtenaren
goed aan, maar van Zoghei redde steeds
best. Al spoedig hadden de provincialen
den aanval weer overgenomen en na
technisch goed samenspel met Kraak
zag Van Appeldoorn kans om den voor
sprong met een mooi schot te vergroo-
ten (2—0). Kort daarop kreeg dezelfde
speler weer een kans, maar alleen voor
het ledige doel staande doelman
Mackenzie was te ver uitgcloopen
schoot hij naast. Vóór de rust gebeurde
er verder niets bijzonders.
De tweede helft, die vrijwel geheel in
een konden mist werd gespeeld, begon
met een klein overwicht van Utrecht,
maar dat duurde niet lang. Als er soms
nog goed werd samengespeeld, werd dat
te ver doorgevoerd, zoodat Heitman of
Rommers steeds konden ingrijpen. Voor
een handsgeval van Brouwer binnen het
beruchte gebied kreeg Amersfoort een
strafschop toegewezen. Aanvoerder Heit
man schoot thans naast. Reeds vrij spoe
dig daarna bracht Kraak den stand met
een kalm schot op 30. Even later had
Van Leur pech met een hard schot, dat
\an den paal in het veld terugsprong.
In den stand kwam geen verandering
meer en zoo heeft de Amersfoortsche
ploeg verdiend van het Utrechtsche elf
tal gewonnen.
Officieel is de ploeg na den wed
strijd nog niet vastgesteld, omdat de
keuze-commissie ook Zondag nog
andere spelers wil waarnemen,
waarna dan Maandagavond defini
tief de ploeg wordt samengesteld.
De belangstelling van de zijde van het
publiek was niet onbevredigend. Het
blijft op dergelijke „ongewone" dagen
altijd een zekere risico om veel toeschou
wers te verwachten, doch uit propagan
distisch oogpunt bezien is deze wedstrijd
zeker geslaagd. Het Amersfoortsche elf
tal was aldus samengesteld:
P. v. Zoghei (Sopla) d.; A. Rommers
(Am. Boys) cn Heitman (H.V.C.) a.; H.
Welter H.V.C.)Schuttevaer (Quick), v.
d. Linden (II.V.C.) midden; B. BraDd-
Dampo in beide neusgaten en de ge
neeskrachtige dampen diep inademen.
Pot SO Doos }0 c< Bij Apoih «o Drogisteo.
dVYïPO daar lucht je van opl
sen (HV.C.), Emo (ILV.C), A v. Appel
doorn (H.V.C.)W. Kraak (Am. Boys) en
J. Buik (Baarn) voor.
De Utrechtsche ploeg zag er aldus uit:
J. D. Mackenzie (Kampong) doel; B.
H. v. d. Woord (Kampong) en Sandwijk
(D.O.S.) achter; M. J! v. d. Waals (B.V.C)
Wcber (D.O.S.) en G. Brouwer (D.O.S.)
midden; Gommersbach (D.O.S.), v. Leur
Jr. .O.S.), V. d Veer (P.V.C.), De Lang
(D.O.S.) en Van Dam (Velox) \oor.
Ten slotte "memoreeren we de geste
van het H.V.C.-bcsiuur om zijn terrein
beschikbaar te stollen \oor dezen wed
strijd.
Kerstrit over 25 K.M.
Gisteren werd de traditioneele Kerst-
rit over 25 K.M. verreden. Geredep
werd met voorgift. Van iedere klasse
werden dc sterkste renners het laatst
gestart
De A-kl.ossei zit na ongeveer 10 K.M.
in peleton bijeen. De eindsprint bracht
dus de beslissing. J. de Gans plaatste
zijn voorwiel het eerst over de eind
streep. Naast hern spurtte G. v. Iloeyen
welke een fermen sprint liet zien.
Laatstgenoemde renner, welke nog
maar kort in de A-klasse meerijdt
geeft zijn klassegenooten veel werk en
bezit een goede Ausdauer,
De beide B-klassers Dijs en Atteveld
hadden er niet veel zin in om inge-
loopen te worden cn wisten op voor
beeldige wijze hun voorsprong te be
houden. Even later komt het pelelon
in den sprint aan en Tholenaars brengt,
met een vinnigen pedaalduw zijn fiets
naar voren en wint met een banddikte
van Pol.
Moen leverde goed werk door als eer
ste te eindigen in de C-klasse. Joh.
v. Ouwerkerk kon het peleton niet be
reiken al gaf hij zich heel wat moeite.
De uitslag luidt- Klasse A: 1. J. de
Gans, 2. G. v. Hoeyen, 3. R. Bauhaus,
4. G. Fitskie, 5. G. Viets, 6. H. Elings.
Klasse B: 1. D. Dijs, 2. A. Atteveld,
3 A. Tholenaars, 4 J. A. Pol, 5. Th.
Gouw. 6. E. v. Ouwerkerk, 7. C. Braat,
8. J. Braat, 9. J. v. Doorn, 10. J. Barbie,
11. G. de Gans.
Klasse C: 1. G. Moen, 2. G. ten Hoeve,
3. A. v. d. Wakker, 4. R. Schuiten,
5. Joh. v. Ouwerkerk.
D.H.C.-VELDLOOP TE DELFT
De A.A.V.-er J. v. Asch, die uitkwam
in de 3'/i K.M. C.-klasse tijdens de
D.H.C.-Veldloop te Delft, bezette, de
vijfde plaats, in den lijd van 12 min.
46.1 sec.
Grand Théêtre. Van Vrijdag 18
t m. Donderdag 24 Dec. vertooning
van de film „Een avond in de ope
ra." Tevens vanaf Zaterdag vertoo
ning van de Oranje-vreugdefilm.
Voorstellingen- eiken avond 8.15
uur.
Zondag: 1.45 4 6.15 en 8.30
uur (doorloopend).
Zaterdag en Woensdag 2.30 uur
City-Theater Vanaf Vrijdag 18
Dcc vertoon ine van de film: „Me.t
verzegelde orders" en „Eiken avond
8 uur."
Zondae doorloopend 1 45. 4.—. 6.15
en 8 30 uur Zaterdag 2.30 uur, 6.15
en 8.30 uur.
Andere dagen avondvoorstelling
8.10 uur. Woensdag 2.30 uur en
8.10 uur n m
Feestprogramma. Oranjevreugde-
film en laatste nieuws uit Den
Haag in doorloopende uurvoorstel
lingen.
Grand Théêtre. Maandag. Dins
dag en Donderdag (uitgezonderd 29
Decemher) vanaf 130 tot 630 uur.
City Theater. Eiken dag behalve
Zon- en feestdagen vanaf 1 tot 7 uur.
Cinema AmiciUa. Geen filmver-
tooning.
Voorstellingen: Zondag 2.30. 5.00
en 8.10 uur n.m.
Museum Fléhite. Westsingel.
(Uitgezonderd des Zondags).
Theosofische Bibliotheek. Ge
bouw Theosofische Vereeniging,
Regentesselaan. lederen dag van
68 uur.
R.K. Leeszaal, Nieuw6traat 24.
Openbare leeszaal met Jeugdlees-
28 Dec.—6 Jan. Sierkunst. Por
tretten tentoonstelling van het A.
K. G.
29 Dec. Grand Théêtre. Opvoering
operette Sneeuwwitje L b. v. Cen
traal Genootschap voor kinderher-
stellings- en vacantiekoloniën, 3
uur.
ZEIST.
2 Januari. Figi. Ned. Indisch Too-
neel voert op „De filmheld". 8 uur
n.m.
(Herplaatsing wegens misstelling)
door
II
Wat was '4 mooi buiten cn nog zoo.
stil. Vooral in 't bosch was 't heel, heel!
stil. Het was of zij zachtjes moest loo-
pen net zooals je dat in een kerk deed.
Een zacht windje ging als een zucht-1
je door de bladeren en deed ze geheim-1
zinnig ritselen. In den top van een boom
zong een mprel met jubelende trillers i
zijn hoogste lied.
Blij en licht voelde Geert zich. Haar.
verdrietige stemming van de laatste
dagen was geheel verdwenen. Even
kwam 't nog in haar op, dat 't toch
ivel jammer was om 't mandje weg te
geven, maar zij zette die gedachte da
delijk van zich af. Ilct was toch heer
lijk, dat zij straks op school niet met
leege handen kwam. Gelukkig, dat
nog vroeg was Zij hoopte maar, dat zij
boer van der Aa zou zien. zoodat zij
hem kon vragen of zij over zijn erf
mocht. Anders zou 't misschien toch
nog te ver zijn om voor 't ontbijt thuis
te zijn;
Toen zij aan de boerderij kwam,
vond zij hem al druk bezig met 't knip
pen van de grasranden om de perken.
„Goede morgen Geert," zei hij. zoodra
bij haar zag „waar moet dat zoo vroeg
naar loe?**
Zij vertelde hem, dat zii boschbessen
wilde plukken en vroeg of zij den kort-
6ten weg over de boerderij rnooht ne
men.
„Ga gerust je gang kind," antwoord
de hij vriendelijk,
„De boschbessen zijn zeker voor groot
moeder."
„Nee van der Aa, die zijn voor de
juffrouw op school. Zij is jarig van
daag
„Nou. nou. daar zal zij blij mee zijn."
En hij wees haar den korNten wegnaar;
een boschje. waar zij zeker kon zijn er i
vee] te vinden. Nu. dot kwam uit. Ijve
rig bewogen haar handen tusschen de
groene blaadjes om de kleine hesjes
machtig te worden. Haar wangen wa
ren rood door 't hukken.
Zij had eerst eenige groote bladeren
gezocht, die zij gedeeltelijk op den bo
dem van 't mandje legde en gedeeltelijk
over den rand liet hangen, zoodat dc
panrsroode besjes rustten in een bed
van groen
Weer droeg zij 't mandje als een kost
bare schat voor zich uit. Zij rnoest er
voorzichtig mee loopen. anders kon zij
licht de besje5» beschadigen. Onopge
merkt kwam zij thuis en zette 't in een
verhorgen boekje.
Na 't ontbijt stond zij even besluite
loos. welke wee zij naar school zou ne
men. op den hoofdweg had zij alle
kans Lies en Bel tv tegen te komen,
dus zou zii liever langs Lien lie's huisi
gaan, dan kon die haar geschenk ook
nog bewonderen. Zooals- zij verwacht
had, lag Lien in haar stoel naast 't huis
Uit de verte riep Geert haar al toe,
maar tot haar verwondering kwam er
geen roep terug
„Wat is dat vreemd," dacht Geert.
„Zou zij soms slapen?" Op haar teenen
kwam zij naderbij. Lien was geheel on
der naar deken verborgen, maar Geert
hoorde haar zachtjes snikken.
„Lientje," vroeg zij bezorgd, waarom
huil je, heb je pijn?"
Het snikken werd heftiger, maar er
kwam geen antwoord.
„Toe Lien," drong Geert aan, „zeg
eens wat. ik vind 't zoo naar, ais 'e
huilt. Kan ik je soms helpen?"
„Nee. niemand kan mij helpen," klonk
't opeens gesmoord.
„Maar wat is er dan?"
„Ik moet zoo huilen, omdat ik nooit, i
nooit meer zal kunnen loopen cn ik wil
zoo graag spelen en meedoen net als I
andere kinderen."
De tranen sprongen Geert in dp oogenj
„Arme Lien," zeide zij zacht. En plot-!
seling liet zij er op volgen: „Maar kom j
eens ie voorschijn, want ik heb iets voor'
je meegebracht, waar je wel blij m?e
zult zijn."
Het huilen werd iels minder, de de-
ken werd wat teruggeschoven en éen
oog gluurde er boven uit. Inecn6 ging,
de deken geheel omlaag.
„Wat is dat, is dat heusch voor mij?"
vroeg Lien, terwijl er een lachje kwam
over 't bleeke gezichtje, dat nog nat
van tranen was „Maar je bedoelt toch
alleen de boschbossen, niet 't mandje
zeker," zeide zij aarzelend.
„Alles bedoel ik, 't is alles voor jou!"
„O Geert, hoe lief van je„ maar 't
mandje moet je heusch zelf houden. Je
zei vroeger zoo dikwijls, dat je 't niet
graag zou missen en dat je er wel al
tijd naar kijken kon."
„Als ik 't aan jou geef, zie ik 't nog
meer, dan dat ik 't zelf houd. Overdag
kom ik nooit op mijn kamertje en des
nachts slaap ik immers en als wij hier
nu samen zitten, hebben wij er alle
twee pleizer van."
„Dat is wel waar, maar toch durf
ik 't haast niet aan te nemen. Je was
er altijd zoo blij mee."
„En nu ben ik cr dubbel blij mee, om
dat ik 't jou kan geven."
Lientje hief baar gezichtje op om
Geert een kus le geven en toen deze al
een eind de weg op was, hoorde zij
Lien's hooge fijne stemmetje nog roe
pen: „Dank je wel Geert, ik ben er
vrceselijk blij mee."
De eerste oogenblikken voelde zij dan
ook niets dan een groote blijheid, dat
zij haar vriendinnetje wat op had kun
nen vroolijken. maar toen zij dichter
bij school kwam, drong t' ineens tot
haar door. dat zij nu toch met leege
handen kwam, dat zij nu toch de bui-
tengeslotene was. Zij had geen spijt
van wat zij gedaan had. maar haar
hartje begon onrustig te kloppen en
weer kwam de vraag in haar op. die
haar nu al zoo lang had geplaagd:
„Wat zou de juffrouw wel van haar
denken?"
j Op 't schoolplein stonden de kinderen
pn groejijes bij elkaar en spraken druk,
en opgewonden Hoe zou zij 't bock vin
den en waar zou zij op tracteeren? Het
was een heele gebeurtenis voor de kin
deren, die in 't stille dorp weinig ge
wend waren.
Geert hield zich achteraf. Kon zij
maar heclemaal onopgemerkt blijven,
maar haar plaats was juist in de twee
de bank, dus dat zou niet gaan
Do van Berken bad voor deze gele
genheid een fleurig japonnetje aange-'
trokken, wat haar nog jonger deed lij-,
ken.
Geert kon de oogen met van haar af-
houden.
Dc kinderen hadden afgesproken om,
bij 't binnenkomen allen netjes achter
elkaar, langs de juffrouw heen te
trekken, haar geluk te wenschen en
haar een hand te geven. Lies en Betty;
liepen natuurlijk voorop. In 't speel
kwartier zou de eerste een paar woor
den zeggen en haar 't boek overhan
digen.
Geert's onrust nam van minuut tot
minuut toe. Ze deed haar best om
steeds te denken hoe blij of Lien was
met haar geschenk. Zij voelde wel, dat
zij anders geen volkomen vrede meer
had met wat zij gedaan bad. Eindelijk
ging de bel voor 't vrije kwartier. Par
mantig kwam Lies haar bank uit en
stapte met 't boek onder haar arm,
trotsch al6 een pauw in baar blauw
zijden jurk, naar Do, waar zij haar uit
't hoofd geleerde zinnetjes met een
hoogdravende stem opz.eide.
Do moest er inwendig om lachen,
maar toch deed de genegenheid van de
kinderen, die uit dit alles sprak, haar
goed. Zij stond op om ieder kind per
soonlijk een hand te geven en te be
dank em
Daar had je 't nu, dacht Geert. Erger
kon 't niet. Als de juffrouw nu bij haar
kwam, dan was zij genoodzaakt te zeg
gen, dat zij niet mee bad gedaan. Zij
zag bleek van narigheid. Haar handen
waren kil en klam, terwijl zij 't verder
puffend warm had. Zij had 't gevoel of'
zij in tranen uit zou barsten, toen Do
bij haar stond.
Voordat deze nog iets had kunnen
zeggen, zei Geert met een stern, die
haar zelf \reemd in de ooren klonk en
die scherp en hard was door haar po
ging om zich te beheerschen: „U hoeft
rnij niet te bedanken, ik heb niet mee
gedaan."
Verwonderd keek Do haar aan. Hoe
had zij 't nu met dit kind? Zij kon toch,
moeilijk vragen, waarom zij niet mee
had gedaan. „Maar ik mag je toch ze
ker wel een hand geven, is 't niet?"
vroeg ze vriendelijk.
„Niet noodig, als ik toch niets gege
ven heb," zei Geert stug.
Ging ze nu maar gauw naar de vol
gende bank, dacht zij anders zou zij
ioch nog gaan huilen.
Met een licht schouderophalen ging
Do verder. Nee, nu begreep zij heele-
maal niets \an Geert. Zou zij zich dan
toch in "t kind vergist hebben?
Even la.ter liep zij naar een kast in
[een hoek van 't lokaal en haalde er een
groote doos met gebakjes uit. Toen zij
de deksel oplichte, ging er een kreet
ivan \errukking op Geert zal met groo
te oogen te kijken. Wat een heerlijke
I room horens Zulke groote had zij nog
mooit gezien en zeker nog nooit ge-
géJën. "DpIeftenB keek zij Toe hoe Do
voorzichtig de broze horentjes met de
geele room op een groote schaal legde.
Liet water kwam er van in haar mond.
Toen de schaal bij haar kwam, zag
Geert hoe Lies en Botz elkaar aan
stootten en hoorde zij Lies fluisteren:
„Te gierig om een dubbeltje 4e geven
maar de taartjes zal zij wel opeten."
1 Geert hield haar handen stijf op haar
rug en zei kort: „Ik lust geen room
horens".
„He Geert, je bent vandaag geen aar
dige gast op mijn feest," zei Do en zon
der verder aan te dringen ging zij ver
der. Met moeite hield Geert haar tra
nen in. Die spoken mochten niet zien,
dat zij huilde, dat nooit! O hoe dank
baar was zij toen de bel eindelijk luid
de en zij naar huis kon gaan. Gelukkig
dat 't Woensdag was, nu hoefde zij
tenminste vanmiddag niet naar school.
Als er nu thuis maar niemand vroeg
hoe 't feest geweest was.
I Vader en Roel waren niet aan tafel;
I zij waren op 't land aan 't werk en
grootmoeder had 't druk met de klein-
jtjes, die door de warmte woelig en las
tig waren. Zo kon zij dus na 't eten on-
j opgemerkt wpggaan. Zij had behoefte
om alléén le zijn, zelfs Lien kon haar nu
niet troosten.
In 't bosch zocht zij een stil plekje
op, ging met haar rug tegen een dikken
boomstam ztiten en met haar hoofdje
gebogen over haar knieën, snikte zij
haar kinderverdriet uit. 's Middags be
dacht Do zich, dat 't wel aardig zou
.zijn, als zij een paar gebakjes naar Lien
tje Rengers bracht. Dan had 't kind
toch ook nog wat van 't feest. Zij vond
Lien, zooals gewoonlijk op haar stoel,
terwijl haar moeder naast haar aard
appelen zat te schillen. Vrouw Rengers
droogde haar handen aan haar schort,
zoodra zij Do aan zag komen cn bood
naar een 6toel aan.
„Wel Lien," zei Do opgewekt, „je
moet toch ook weten, dat ik vandaag
jarig ben, daarorn heb ik een paar ge
bakjes voor je meegebracht."
Iïet kind kleurde van blijdschap.
„Het heeft er veel van of Lieu zelf
■jarig is," zei haar moeder, „dat is wa
rempel al haar tweede cadeau vandaag.'
i „Wat is dan je eerste Lien. Mag ik 't
eens zien?" vroeg Do.
Vol trots wees Lientje op 't mandje
[met de boschbessen op 't tafeltje naast
'haar.
„Hoe snoezig," zei Do, terwijl zij 't
'voorzichtig in haar handen nam.
„Dat heeft zij vanmorgen van Geert
.gekregen," vertelde vrouw Rengers.
jLicn had 'n slechten ochtend en was erg
[bedroefd. Nog vóór schooltijd kwam
'iGeert aanloopen en bracht haar dil
anandje, waar zij zelf zoo erg aan ge
.hecht is. Zij heeft 't op school met een
[wedstrijd gewonnen, omdat zij 't beste
jopstel had gemaakt. Het kind moet be
paald al heel vroeg zijn opgestaan om
lelie boschbessen nog voor schooltijd te
'plukken. Lien heeft er een lief vrien
jdinnetje aan. Jammer, dat zij geen
imoeder meer heeft en dat 't thuis zoo
'zorgelijk is."
Even later stond Do op, De gedachte
aan Geert liet haar niet los. Hoe innig
liëf was zij toch altijd voor dat gebrek
kige, ziekelijke Lientje en hoe stug en
onvriendelijk was zjj op schooL_
r De voTgende dagen probeerde Do door
(nog grooter vriendelijkheid Geert een
(beetje ïiader te komen. Haar zachte
donkere oogen waren zoo in tegenstel
ling met haar korte, stugge antwoorden,
vond Do.
Twee weken later reed zij op een
zonnigen middag langs de boerderij van
boer van der Aa. Deze stond aan 't hek
zijn pijpje te rocken. Ilij riep haar een
vroolijke groet toe en vroeg of zij niet
even wilde rusten, dan zou zijn vrouw
voor een glas versche karnemelk zor
gen.
„Graag", antwoordde zij, „daar ben ik
voor te vinden."
i Do had altijd schik in die eenvoudige
dorpsmenschcn, die zich gaven, zooals
zij waren.
Vrouw van der An legde een frisch
kleedje over 't tafeltje onder de kas
tanjeboom voor 't huis en haastte zich
om de karnemelk te halen. Nadat Do
een poosje gerust, had, rnoest zij de
boerderij bewonderen, w aar zij als stads
kind veel belangstelling voor had. Bij 't
w-pTrroon zei de boer:
„Ik geloof, dat de kinderen wat gekj
op u zijn. Wat zei u wel van dat;
mandje met boschbessen, die Geert»
Donker 's morgens op uw verjaardag al
vroeg kwam plukken?"
„Voor mij?" vroeg Do verrast,
„Ja natuurlijk, voor wie anders?"
lachte hij. „Zij vertelde er bij, dat u
jarig was, dus al is 't wat laat, wensch
ik u toch ook nog geluk."
„Dank je wel, van der Aa en ook
nog mijn dank voor de melk", zei Do,
terwijl zij op haar fiets sprong en vrien
delijk groetend weg reed.
Langzaam reed zij verder. Haar ge
dachten waren weer bij Geert. Hoe
zat dat nu toch? Was 't mandje, dat
zij aan Lien gegeven had. dan eigen
lijk voor haar bedoeld geweest en had
z't aan haar vriendinnetje gegeven,
toen zij merkte, dat deze 's morgens
zoo bedroefd was? Zij moest Geert een6
voorzichtig polsen, maar hoe zij dit
aan moest pakken, wist zij eigenlijk
zelf niet goed.
Den volgenden dag zeide zij tegen
Geert: „Ga je straks even met mij mee
naar mijn kamer? Je houdt zoo van
geschiedenis en ik heb een paar mooie
boeken met platen, die zal ik je dan
eens laten zien."
Verwonderd keek Geert haar aan.
„Graag", antwoordde zij verlegen.
Na schooltijd gingen zij samen opj
weg. Do trachtte een gesprek met haar:
aan Ie knoopen. maar Geert was te,
weinig op haar gemak om dit te doen!
vlotten.
Toen Do baar kamerdeur ontsloot,
om Geert binnen ie la«en Mnof rio-o
i verrast staan. Wat was 't hier mooi,,
dacht zij. Zooiets had zij nog nooit ge-
jzien.
„Je mag wel verder", lachte Do. ter
wijl zij \oor haar uitliep en een groote
j stoel bij 't raam schoof. „Maak 't je
hier nu maar eens gemakkelijk."
Voorzichtig ging Geert op de punt
[van haar stoel zitten en daar Do even
Inaar haar slaapkamer liep om zich wat
op te frisschen, had Geert tijd om
[rond te kijken. Wat moest de juffrouw
[rijk zijn, om zulke mooie dingen le
(hebben. Dat moesten Roel en Lien nu
eens kunnen zien. Vooral Lien zou 't
.even hard bewonderen als zii. Zii pros
beerde zoo goëïï mogelijk Tn zfclTop t©^
nemen, wat er allemaal 6tond. Als zijl
weer eens een sprookje aan Lien ver-i
telde over prinsen en prinsessen, danj
wist zij nu precies hoe zoo'n prinsen-;
kamer er uit moest zien.
Even liet zij haar vingertjes langs 'tj
fluweelen kleedje glijden, dat over 't
tafeltje naas>t haar lag. Hoe zacht voel-!
de *t aan.
Do kwam binnen en liep bedrijvig)
heen en weer om thee te zetten. Geert
durfde 't kopje, dat Do haar gaf. haast
niet aan te nemen. Hot was zoo fijn.
Stel je voor, dat ze 't eens liet vallen!
Met bewondering keek zij toe, hoe Do
't hare vasthield. Wat hield de juf
frouw haar pink aardig in de hoogte.
Dat moest zij thuis ook eens probee-
ren. Daar dronk zij altijd uit een kom
metje. In de winter, als 't koud was,
hield zij de kom in beide handen, dat
was zoo heerlijk warm.
Na 't tweede kopje kwam Do met de
boeken aandragen. Zij ging dicht naast
Geert zitten, liet haar de platen zien
en vertelde er zóó mooi van, dat 't kind
geboeid bleef luisteren.
Toen Do na een uurtje het laatste
hoek dicht sloeg, slaakte Geert een
dieDe zucht. „Wat was dat prachtig",
zeide zij met een dankbare blik naar
Do. j
„Nu, je komt maar eens dikwijls
aan; mijn boekenvoorraad is nog lang
niet uitgeput," zei deze.
Geert stond op om weg te gaan. „Nu
Geert, blijf nog even zilten. Ik wilde
je tegelijk bedanken voor hetgeen je;
mij op mijn verjaardag gegeven hebt?"
Pijnlijk getroffen keek Geert haar
aan. Wat was dat nu, slok de juf
vrouw de gek met haar? „Hoe bedoelt
u dat?" vroeg zij haperend. „Ik heb u
toch niets gegeven?"
„Ik bedoel, dat je juist op dien dag,
aan die arme Lientje iets gegeven hebt,'
waar je zelf heel erg aan gehecht was.
En als ik zoo iets van mijn leerlin-
getjes hoor, doen zij mij nog meer ge
noegen dan met 't mooiste boek."
Verlegen keek Geert voor zich.
„En kan 't ook zijn, dat 't mandje
eigenlijk eerst een andere bestemming
had en dat de boschbessen eigenlijk
eerst voor een ander geplukt waren?";
vervolgde Do. terwijl zij Geert's ge
zichtje ophief en haar in de zachte,
bruine oogen keek.
Geert sloeg haar oogen neer en met
een hoog roode kleur zedie zij: „Ik
vond 't zoo vreeselijk, dat ik niets
geven kon. Ik wilde niet met leege
banden komen en thuis konden zij 't
niet missen. Maar hoe weet u dat
•igcnlijk allemaal?"
„Dat komt er niet op aan. Maar nu
i(begrijp je misschien beter waarom ik
jou daarvoor bedanken moest", zei Do,
terwijl zij haar een hartelijke kus gaf.
Toen Geert 's avonds in haar kamer
tje kwam, keek zij zooals gewoonlijk
naar 't plankje boven haar bed. De
leege plaats hinderde haar nu niet
meer, evenmin als haar ledige handen.
Nu had z:i er volkomen vrede mee.
EINDE.