COGNAC VIEUX xxi
Kaaltb
Hm
Vorst Cobra
Bomaanslag-
te Parijs
J. A. SCHOTERMAN Zn.
GEEN GELOOP MEER AAN DE DEUR
DE KOLONIALE
KWESTIE
f3.75 per flescfa
De Koningin op
JJsselmeer
PRINS BERNHARD
inspecteert Rijdende
Artillerie
Mond- en klauwzeer
rond Amsterdam
Radio-programma's
U heeft er geen omkijken naar
Besparing, want incasso-kosten vervallen
Door MARK CHANNING
Ie BLAD PAG 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
MAANDAG 13 SEPTEMBER 1937
TWEE POLITIE AGENTEN
DOOR PUIN GEDOOD
Groote verwoesting aangericht
in gebouw van Fransch ver
bond van werkgevers
Ook zetel van metaal
industrie verwoest
Een hevige ontploffing, aldus
meldt Havas, deed zich Zaterdag
avond omstreeks tien uur te Parijs
voor in het gebouw van het Fran
sche verbond van werkgevers aan
de Rue Presbourg en daarna in de
Rue Boissière, waar de zetel is ge
vestigd van een groep metaal
industrieën. In de Rue Presbourg
werd een ontzaglijke verwoesting
aangericht. De straat is versperd
door het puin. Twee politie-agen
ten, die zich op het oogenblik der
ontploffing op het trottoir voor
het gebouw bevonden, werden on
der vallend gesteente bedolven en
zijn aan hun verwondingen be
zweken. Voorts is de concierge
van het pand ernstig in zijn ver
standelijke vermogens geschokt
Ook in de Rue Boissière is enor
me schade aangericht, doch slacht
offers zijn daar niet te betreuren.
Uit het onderzoek is tot nu toe geble
ken. dat een besteller om half zeven in
het gebouw aan de Rue Presbourg een
kistje aan den concierge ter hand heeft
gesteld, dat. naar hij zeide, stoffen be
vatte. met het verzoek aan den concier
ge. het te overhandigen aan den vice-
president van het verbond van werkge
vers. De concierge zette het kistje in
zijn loge neer en ging kort daarna op
den zich daar bevindenden divan sla
pen, tot hii om tien uur door de ontplof
fing gewekt werd. en nog juist tiid had
om zich in veiligheid te stellen. In de
Rue Boissière moet het kistje door den
besteller in het trapportaal zijn ge
plaatst, daar dit Derceel geen concierge
heeft.
Tegen half twaalf Zondagmorgen had
men de puinen in de Rue Presbourg
opgeruimd. Het zag er toen naar uit.
dat geen nieuwe slachtoffers gevallen
waren. De verdere opruimingswerk
zaamheden moeten wachten, tot de
horkstukken, die nog naar heneden
dreigen te storten, verwijderd ziin.
Minister Bonnet heeft te Quinsac
Zondag een redevoering uitgespro
ken, waarin hii erop wees, dat her
stel slechts mogelijk is in orde en
legaliteit. De aanslagen, die giste
ren te Parijs gepleegd zijn, zoo zeide
de minister, en die onschuldige
slachtoffers het leven hebben ge
kost, toonen de noodzakelijkheid
aan voor alle Franschen zich aan
een te sluiten tegen de wanorde,
wanneer zij de weldaden van den
vrede en hun democratische vrijhe
den willen behouden. Onder deze
omstandigheden moet een ieder
meer dan ooit zijn kalmte en koel
bloedigheid bewaren.
Het onderzoek naar de aanslagen is
m vollen gang. Nog in den Zaterdag
nacht heeft Chautemps geconferceid
met den prefect van politie, Langeron
en Zondagmorgen is een nieuwe be
spreking gehouden in de prelectuur van
politie, na telefonisch overleg met Ma-
dormoy, tusschen Langeron en andere
persoonlijkheden. Max Dormoy is uit
Montlucon naar Parijs teruggekeerd.
Chautemps heeft Zondag te Savigny
sur Braye een redevoering uitgesproken,
waarin hij na landbouwproblemen be
sproken te hebben, een krachtig beroep
deed op de natie, kalm te blijven en
discipline te handhaven. Mij zeide zijn
optimisme en geloof i n de toekomst
van Frankrijk onaangetast to behouden,
op voorwaarde, dat thans demagogie,
wanorde en haaf uitgebannen worden.
De Franschen moeten voelen, dat, of zij
nu van rechts of van links komen, de
Franschen solidair zijn tegenover zeke
re duistere hedreigingen die op hen
drukken. De afschuwelijke aanslag van
Zaterdag roept deze bedreigingen op
wreede wijze weer voor den geest. Spre
ker wilde geen voorbarig oordeel hier
over uitspreken, maar slechts zeggen
dat de omstandigheden waaronder de
aanslag is voorbereid en gepleegd, een
gewaarschuwd man tot ernstige over
denkingen brengen. De regeering zal
energiek alles in het werk stellen om
de daders op te sporep en in den ver
volge een zeker drijven op het grondge
bied der republiek onmogeliik te ma
ken.
De federatie der metalen en het vak-
vereenigingsverhond van metaalarbei
ders te Parijs hebben gezamenlijk een
verklaring opgesteld, waarin zij zich
met verontwaardiging uitspreken tegen
de onduldbare provocatie, die gelegen
is in de aanslagen op het gebouw van
het Fransche verbond van werkgevers.
Zij doen een heroep op de arbeiders
streng de instructies op te volgen van
organisaties en waakzaam te bliiven te
gen alle provocaties.
Hitier houdt te Neurenberg met
eenige journalisten een onge
dwongen gesprek
Teruggave der koloniën
een eere-zaak
NEURENBERG, 12 Sept. (Havas)
Een aantal journalisten heeft een
gedeelte van den morgen in gezel
schap van Hitier doorgebracht en
heeft daarbij de gelegenheid gehad
hem eenige vragen te stellen. Op
een vraag betreffende de beteekenis
van het bezoek van Mussolini ant
woordde Hitier: „Men schrijft ons
allerlei bedoelingen toe. Wij willen
niemand iets ontnemen: onze ras
senleer moest alle ongerustheden
wegnemen. Zonder twijfel, Duitsch-
land is niet meer een leege ruimte
in het midden van Europa, zooals
veertien jaar lang. Door volledig de
rechtsgelijkheid te verwezenlijken,
Utrechtschestraat 17 Tel. 145
Afd. Bonneleru
Wollen Tricot Japonnen
Wollen Weensche PulI-o\>ers
Wollen en Zijden Shawls
Wensche Hoedjes
Peignoirs
Handschoenen
hebben wij deze leegte gevuld en
daarmede een element van onveilig
heid ir Europa doen verdwijnen.
Wij kunnen ons nu wijden aan de
taken, die voor ons staan, o.m. voor
zien in de ravitailleeringsmoeilijkhedcn.
Trouwens, dit probleem zal slechts be
vredigd kunnen worden opgelost, wan
neer wij koloniën zullen hebben. De ko
loniale kwestie zal worden opgelost,
zooals de andere kwesties en zoolang zij
dat niet zal zijn, is er geen werkelijke
kalmeering in Europa. Het is geen zaak
van oorlog of vrede, maar van redelijk
heid en ik ben er van overtuigd, dat
de rede het zal winnen".
Een Engelsch journalist vroeg Hitier
daarop: „Zult gij U dan van Uw kolo
niën bedienen om steunpunten te ves
tigen voor Uw vloot?"
Hitier glimlachte en antwoordde: „Om
dat te doen zouden wij eerst een vloot
moeten hebben. Voor den oorlog exploi
teerde Duitschland zijn koloniën com
mercieel zonder strategisch belang. Een
leger, dat onderhouden zou moeten wor
den voor de verdediging van verafgele
gen koloniën zou ruineus zijn. Alle kolo
niale mogendheden moeten samenwer
ken".
Op de tegenwerping, dat Duitschland
een oplossing zou kunnen vinden in den
ruilhandel, antwoordde Hitier, dat de
koloniale kwestie voor Duitschland niet
alleen een commercieele aangelegen
heid. maar ook een eerezaak is: „Wij
vragen onze vroegere koloniën en geen
andere".
Toen daarop iemand uit het gezel
schap het woord „minderheid" liet val
len, ontkende Hitier imperialistische be
doelingen te hebben en zeide te hopen,
dat men tot een billijke behandeling der
minderheden zal komen. Er bevinden
zich in Joegoslavië zeven tot achthon
derd duizend Duitschers, die zich geluk-
kig prijzen om het regime, dat jegens
hen wordt toegepast.
„Al deze kwesties zullen worden
opgelost, aldus Hitier, maar laat
men ons geen onwaarschijnlijke en
gevaarlijke bedoelingen toeschrijven
Wij hebben te veel te doen in ons
eigen land: de tentoonstelling te
Muenchcn in 1915, te Berlijn in 1950,
de geweldige werken te Neurenberg
etc. Wanneer alle landen evenals
wij werk zouden hebben voor tien
of twintig jaar zou de wereld rusti
ger zijn".
Bij zijn vertrek verklaarde Hitier nog,
dat hij ongedwongen met de journalis
ten had willen spreken en hij verzocht
hun aan dit gesprek niet de waarde te
willen toekennen van met strenge
nauwkeurigheid geformuleerde politie
ke verklaringen.
BINNENLAND
Aan boord van de
„Piet Hein"
MUIDEN, 12 Sept. Hedenmiddag
om half een is het jacht „Piet Hein"
met aan boord H.K.H. Prinses Juliana,
Z.K.H. Prins Bernhard van hier uitge
varen voor een korten tocht over het
Llssekneer.
Omstreeks half drie keerde het jacht
naar de haven terug. Enkele minuten
later begaf II.M. de Koningin, die om
één uur van het Loo naar Muiden was
vertrokken, zich aan boord, waarna
de „Piot Hein" tegen drie uur ten twee
den male uitvoer naar het IJsselmeer.
Om kwart voor acht is de „Piet Hein"
te Mui den teruggekeerd, waarna de Ko
ninklijke familie zich een kwartier la
ter van borrd begaf. De vorstelijke per
sonen zijn per auto naar Soestdijk ver
trokken.
Wij vernamen nog, dat de Prins tij
dens den toch is overgestapt in de race
boot. waarmede hij een tocht rondom
Marken heeft gemaakt.
Zaterdagochtend is Prins Bern
hard te Arnhem geweest om als ka
pitein van het corps rijdende artil
lerie kennis te maken met het corps.
Precies om elf uur kwam de Prins per
auto van Soestdijk op de Kemperheide
te Arnhem aan, waar de troepen reeds
stonden opgesteld. Aan het einde van
het terrein steeg Z. K. H. te paard. Het
gevolg bestond uit de heeren majoor
Phaff. adjudant van de Koningin, cn
den adjudant van den Prins, jhr. Röell.
Toen Z. K. H. aan de grens van het
oefenterrein aankwam, werd hij ontvan
gen door den commandant van het
corps, overste v. d. Berg van Saparoea,
met zijn adjudant, kapitein baron van
Boetzelaer. De troep bestond uit een rij
dende batterij onder commando van ka
pitein Maas en een motorbatterij onder
commando van kapitein Halbertsma,
terwijl het geheel stond onder leiding
van majoor Schoute. Toen de Prins bij
de troepen aankwam brachten de trom
petters het Wilhelmus ten gehoore. Na
dat verschillende officieren aan Z K.H.
waren voorgesteld, werden de troepen
geïnspecteerd. Daarna werd luitenant
Gelderman voor het front van de troe
pen geroepen om te worden geïnstal
leerd. Overste v. d. Berg van Saparoea
heeft eerst het Koninklijk Besluit doen
voorlezen, waarbij luitenant Gelderman
bij het corps was overgeplaatst, waarna
de overste met een korte toespraak tot
de installatie overging, den luitenant ge-
lukwenschend met zijn plaatsing hij het
corps. De officieren kregen, nadat de
Prins was voorgegaan, gelegenheid den
luitenant geluk te wenschen.
Vervolgens richtte overste v. d. Berg
van Saparoea het woord tot den Prins,
Z. K. H. dankend voor de groote eer,
die hij het corps had aangedaan door
dit te bezoeken en dc installatie van
luitenant Gelderman bij te wonen.
Spr. dankte Z. K. H., dat hij ook
de uniform van dit corps wilde dra
gen, de uniform door Koning Wil
lem II ingesteld. In elk soldaten
hart, aldus de overste, leeft eerbied
voor de hooge opvattingen van de
Oranjevorsten en zij zijn dankbaar
voor alles wat Oranje voor ons volk
heeft gedaan. Spr. gewaagde nog van
de groote liefde van ons volk voor
de Oranjes, die zeker nimmer meer
tot uiting is gekomen als onder dc
regeering van Koningin Wilhelmi-
na, een liefde, waarin ook Z. K. II.
ten volle deelt Juist daarom, aldus
spr., stellen wij uw tegenwoordig
heid op hoogen prijs. Spr. eindigde
met een driewerf hoera op de Ko
ningin en Haar Huis waamce allen
krachtig instemden.
Hierna defileerden beide batterijen
voor den Prins. Na afloop van dit dé
filé keerde de motorbatterij langs den
koristen weg naar de kazerne terug,
terwijl de rijdende batterij nog eens in
galop defileerde. Daarna keerde ook
deze batterij naar de stad terug, waar
bij Z. K. H. met den commandant aan
het hoofd van den troep reed.
Duizenden hébben zoowel op de Kem
perheide als langs den geheelen weg
het militaire schouwspel gadegeslagen^
In de kazerne heeft de Prins het mu
seum van het corps rijdende artillerie
bezichtigd.
's Avonds heeft de Prins deelgenomen
aan een gezamenlijken maaltijd, hem
aangèboden door de officieren en oud
officieren van het corps.
Ziekte waarschijnlijk uit
Frankrijk overgekomen
Tot dusver een mild verlooD
De epidemie van mond- cn klauwzeer,
blijkt zich met groote snelheid in de
veedistricten uit te breiden. In de on
middellijke omgeving van de hoofdstad
volgt aldus lezen wij in Het Volk
de eene aangifte op de andere; in de af-
gcloopen weck zijn in de inspectie van
de Veeartse. lige Dienst Noord-Hoi-
land meer dan vijftig gevallen aangege
ven, terwijl er nog steeds berichten bin
nenkomen. De week daarvoor werden
er slechts vier gevallen aangegeven,
hetgeen duidelijk aantoont met welk
een snelheid de besmetting voortgaat.
In Noord-Holland zijn op het oogenblik
21 gemeenten besmet, hoofdzakelijk
rondom Amsterdam.
Tot nu toe heeft het een vrij mild ver
loop. En zijn nog geen sterfgevallen ge
meld. De meeste slachtoffers vallen ech
ter bij het optreden van bijkomende in
fecties.
Als voornaamste oorzaken van de
snelle verbreiding van de ziekte noem
de de heer Odé, inspecteur van de Vee-
artsenijkundige Dienst in Noord-Hol
land, de veehandel en de veemarkten.
Het mclkveegebied van rondom Amster
dam koopt zeer veel gebruiksvee, dat te
Purmerend. Amsterdam en andere min
der belangrijke markten wordt aange
voerd. Deze verzamelplaatsen van koei
en zijn ware infectiehaarden. Het slui
ten van de markten brengt echter zoo
veel consequenties mee, dat slechts in
alleruiterste nood een zoodanige maat
regel zou worden toegepast en dan is
het trouwens te laat. In België is hel
echter wel eens gedaan.
Waarschijnlijk komt de ziekte déze
keer via België uit Frankrijk. Daar te
lande woedt de ziekte sinds eenigen tijd
reeds in vrij hevige mate.
De invloed van de epidemie op de
melkproductie is daar reeds zeer merk
baar, waarbij nog komt, dat de droge
zomer in Frankrijk de weiden heeft
doen verschroeien. De botervoorziening
is daardoor in gevaar gekomen. Reeds
bedraagt de pv' van een kilo boter
meer dan het dubbele van het vorig
j'aar (22Vs francs tegen 11).
In zuivelkringen bij ons te lande
wordt dan ook verwacht, dat bin
nenkort Frankrijk genoodzaakt zal
zijn invoer van boter toe te laten,
nadat deze markt sinds het uitbre
ken van de crisis voor ons was af
gesloten.
Met deze kans dat binnenkort uitvoer
van boter naar Frankrijk mogelijk zal
zijn, wordt reeds door onze exporteurs
de Londensche markt minder over
stroomd, zoozeer zelfs, dat men aaii alle
bestellingen niet meer voldoet. De En:
gelschcn zijn namelijk nog niet bereid
een hoogere noteering voor Nederland-
sche boter toe te staan. .Maar algemeen
wordt een stijgende boterprijs verwacht,
daardoor is er thans een merkbaar te
kort aan goedkoope boter te Londen.
DINSDAG, 14 SEPTEMBER
HILVERSUM I. 1875 M. AVRO. 8.00
Gram.muziek 10.00 Morgenwijding 10.15
Gram.muziek 10.30 J Cantor's Ensemble
11.00 Huishoudelijke wenkon 11.80 J.
Cantor's Ensemble 12 30 AVRO-Dans-
orkest 1.00 Omroeporkest 2.00 Gram,-
muziek 2.15 Het Omroeporkest 3.00
De Octophonikers en Gram muziek 4.30
Kinderkoorzang 5.05 Kinderhalfuur
5.35 Het Omroeporkest RVU. 6.30 Psy
chologische causerie AVRO 7.00 Piano-
voordracht 7.20 Mexicaansch programma
8 00 Berichten ANP. Medcdeelingcn
8.10 Kovacs Lajos' orkest, AVRO-girls en
solisten 9.30 Radiotooneel 10.00 Re-
nova-kwintet 10 45 Actualiteitsflitsen
1100 Berichten ANP. Hierna: AVRO-dans-
orkest 11.4012.00 Gram muziek.
HILVERSUM II. 301 M. 8 00—9 15 en
10 00 Gram.muziek 11.30 Godsdienstig
halfuur 12.00 Berichten 12.15 Grani.-
muziek 1.15 KRO-orJcest 2.00 Vrou
wenuur 3.00 Gram.muziek 3.15 KR£)-
orkest 4.00 Gram muziek 5.15 KRO-
Melodisten en solist. (Om 5.45 Felicitatie-
bezoek cn 6.00 Gram.muziek) 7.00 Be
richten 7.15 Lezing: „De ontwikkeling
der Christelijke bouwstijlen" 7.35 Sport-
halfuur 8.00 Berichten ANP. Medcdee
lingcn 8.15 De KRO-Boys en solist
8.50 Lilly Mathé en haar Zigeunerknapcn-
orkest 9.25 Wielersportpraatje 9.45
KRO-orkest 10 30 Berichten ANP. 10.40
De Waal en zijn Nederlandsch orkest met
solist 11.3012.00 Gram muziek,
DROITWICH, 1500 M - -11 05 Dansmu
ziek (gr pl.) 11 35 Orgelspel 12.05
BBC-Rcvuckoor en BBC-Empire-orkest
12.55 Jos. Q. Atkinson's kwintet 1.20 Het
Wcthmar-Trio 2.05 Het Friary Brouwerij
orkest 2.50 Muzikale causerie (met gr.-
pl.). 3.20 J. Wilson's kwintet 3.50
Gram.muziek 4.35 Het Hungaria Zigeu
nerorkest 5 00 Causerie: ..The British
Diarists" 5.20 Het Bridgewater-kwintet
5 50 Sportreportage 6.00 Zang en
piano 6 20 Berichten 6 45 A. Cam-
poli's orkest 7.20 Piano-voordracht
7.50 Oude dansmuziek 8.20 BBC-Sympho-
nie-orkest. BBC-Zangers en solisten 10.00
Berichten 10 20 Causerie: „The Boy
Scout Movement" 10.40 BBC-Theater-
orkest 11,20 Bram Martin's Band
11 5012.20 Dansmuziek (Gr.pl.).
RADIO-PARIS. 1648 M. 7.10. 8.20 en
10 35 Gram.muziek 12.20 Locatelli-orkest
en zang 2.20 Radiotooneel 2.50 Gram.
muziek 4.05 Zang 4.50 Vloolvoordracht
5.05 Zang 5.20 Het Ellis-orkest 7.20
Pianovoordracht 7.50 Gram.muziek
8.05 Zang en piano 8.50 Opera-uitzending.
KEULEN. 456 M. 6.50 Militair orkest
S.50 H. Hagestedt's orkest 12.20 PTT-
orkest 1.35 Omroepkleinorkcst 4.35
Wilhelm Raabc-programroa 5.20 Omroep
orkest. Schrammelensemble en solisten
8.05 Pianovoordracht 8-30 Weekoverzicht
9.20 Omroepkleinorkest en solisten
11.2012.20 Aldo Ferraresi's dansorkest.
BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M.: 12.20
Gram.muziek 12.50 Kleinorkcst 1.30
Salonorkest 1.502.20 Gram.muziek
5.20 Omroeporkest 6.50 cn 7.20 Gram.»
muziek 8.20 Omroeporkest en solisten
10.3011.20 Gram.muziek.
484 M.: 12.20 Gram.muziek 12.50 Sa-
lonorkcst 1.30 Kleinorkest 1.502.20
Gram.muziek 5.20 Salonorkest 6.25
Zang 6.35 Gram:mu2iekr6.50 Zang
8.20 Radiotooneel met muziek. Na afloop
tot 11.20-Gram.muziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30
Omrocp-Amusomentsorkest 9.35 Eugen
Wolff's orkest 10.20 Berichten 10-40
Sportpraatjc 10.55 Pianodüetten 11.05
Weerbericht 11.20 Inleiding volgende uit
zending 11.2512.50 3de en 4de acte van
de opera „Don Carlos".
wanneer U de abonnementsgelden op het A m r s-
foortsch Dagblad automatisch gireert,
Op aanvraag aan onze administratie (TeL 513) zedUen
wij aan kwartaal-abonnés een machtiging ter teekening
en de girodienst zorgt voor de rest.
Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnements
gelden voor het vierde kwartaal 1937 reeds automa
tisch overgeschreven worden.
Adm. AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
FEUILLETON
Ned. bewerking door
MARIE DE BELMONTE
9)
Wel een minuut lang bleef Alam
Khan Diana met zijn oogen verslinden,
terwijl zij in stilte bad om redding, op
welke wijze dan ook.
Een jonge bergbewoner, een knappe
man, het bovenlijf bloot, kwam nader
over den ongelijken weg. die onder zijn
voeten afbrokkelde en wierp een hoopje
klepren voor het jonge meisje neer.
„Trek deze aan", beval norsch de
Cobra.
Zij aarzelde.
„Indien je je ooren voor niets hebt.
snijd ik ze af", snauwde hij, het heft
van een lancren dolk in zilveren scheede
been en weer slingerend Verblind door
tranen, 6tak ze een bevende hand uit en
trok de kleeren naar zich toe.
„Gauw een beetje', knarstte hij, an-
'ders ga je maar ongekleed te. paard.
Hij bleef er bij staan, terwijl zij ze aan
lok.
Ge zijt niet zonder vrienden. De be
moedigende woorden van de lange ge
stalte in het wit waren waar, zei Diana
in zich zelf. Ze had vrienden Ze was
de dochter van den Britschen resident
in Yanistan: haar vader zou naar den
Mir gaan, die hulptroepen zou zenden.
Of wel, majoor Colin Gray zou komen
opdagen. Daar was ze zeker van. En ze
wist ook, dat ze niet de slavin was van
dezen man. En in het ergste geval bleef
haar altijd de dood. De strijdlustigen
aard van haar vader kwam weer boven.
In vlot Yanisch slingerde ze Alam Khan,
den Cobra, woorden van diepe verach
ting toe, afgewisseld door bijtenden spot
en hedreigingen van afschuwelijken
straf.
De Cobra bleef onbewogen en 6tom.
Hij bediende zich van stilzwijgendheid
als het doeltreffendste wapen tegen een
verschrikte vrouw.
„Lafaard", spotte ze, ofschoon haar
stem beefde „Je durft me niet te ant
woorden."
Haar moed maakte plaats voor doods
angst toen hij recipieerde:
„In mijn harem, waarheen ik je voer,
zullen mijn andere vrouwen je wel ant
woorden Op elke andere andere Mem-
sahih, dan jij, zou ik zelfs mijn dolk
niet wille afvegen, want hij is van goede
harding."
Hij spoog werktuigelijk.
„Maar jij bent onder je gelijken een
vorstin en jij bevalt me."
Zijn grof accent joeg haar minder
angst aan dan de blik uit zijn oogen.
„Je bent een beest", riep ze met kleur-
looze lippen, „en krankzinnig er bij."
Hij trad een stap nader.
„Indien het krankzinnig is een vrouw
te begeeren, dan ben ik 't vast en zeker",
zei hij, met zijn vingers door zijn baard
woelend, ,,'t Is een groote eer om te
trouwen met een berghoofd. Mijn
vrouwen zijn dol op me."
Als voor een melaatsrbc. die zich aan
haar vastklemde, deinsde de fantasie
van Diana terug voor de voorstelling,
welke deze woorden opriepen. Woede
en angst maakten zich van haar mees
ter. Indien ze er in slaagde hem héél,
héél boos te maken, zou hij haar moge
lijk dooden. Dan zou ze gered zijn
Doch aan den anderen kant, indien ze
zijn woede opwekte, zonder det hij haar
doodde. Zij rilde.
„Een blanke trouwt alleen met den
man van wien zij houdt", zei ze met
onvaste stem.
„Nu van mij houden zul je zeker",
lachte spottend Alam Khan.
„Ik zal nooit van iemand houden, die
niet getoond heeft, dat ik hem meer
waard ben dan zijn eigen leven."
De luide lach van den Cobra galmde
tusschen de sombere heuvels, in de
steil p ravijnen honderden spottende
echo's oproepend.
„Uit vrees ie anders stom te maken"
de Cobra betastte zijn dolk „ga
naar beneden, naar de paarden toe."
Met opzet deed hij uitkomen haar te
tutoieeren.
Wonderbaarlijk thuis in, de ruime
blauwe jas en de wijde geplooide pan
talon der bergbewoners, liep bet jonge
meisje langzaam langs de helling van
den heuvel omlaag. De jonge, half ont-
kleede man, die haar het bundeltje
kleeren gebracht bad, kwam bij haar
met een grijzen Kathiawar-bengst.
„Voor u", zei hij kortaf en huiverde.
„Hebt u 't koud", vroeg Diana binnens
monds, bij intuitie voelend, dat hij haar
gunstig gezind was.
„U draagt mijn kleeren", fluisterde
Tiroz, „maar u moet opstijgen."
Een bleek lavondelkleurig licht be
scheen thans de hooge toppen. De dag
begon te gloren. Ze onderscheidde in
het schemerdonker een spookachtige
lange rij ruiters, die zich al kronkelend
een weg baanden langs een smal berg
pad. Ieder was gewapend met een ge
weer, sommigen met twee. Als een
leger jvitte mieren doken anderen, uit
de duisternis op en materialiseerden
zich. Ze keek orn, teneinde te zien hoe-
velen er nog nè. haar kwamen.
„Kijk naar de ooren van je paard,"
gromde Alam Khan, terwijl hij een ge
stolen geweer, dat aan zijn zad -1 slin
gerde, betastte.
Langzamerhand werd het lavendei-
kleurige licht rose geveifd, daarop
zacht safraan geel en eindelijK hardpr
van toon. De horizon teekeml zich
scherp af tegen een helder blauw uit
spansel. De naargeestige desola'ie der
dooclsche hellingen temperue naarmate
ze bekleed werden met een gamma van
purper tot zwart Ieder oOKenbiik dui
delijker hoorde Diana, -.onder te weten
van waar het geluid kwam. een water
val. die met veel geraas in en diepen
afgrond stortte. Het „schurruk, schidel,
schurruk schidel" van één door den
hoefslag der paarden Oj:ges irikten
patrijs deed prettig aan in de ^usligo
bergatmosfeer.
Uren achtereen reden ze over kale
hoogten, door diepe dalen met. loodrech
te wanden, af en toe werd een schui-
m s bergstroom doorwaad; vervol
gens op een hoogen top hield de kara
vaan halt. Ver weg in dc diepte lag
een dorp*, van uit de platte daken steeg
in dunne blauwe spiralen rook omhoog.
Er omheen akkers in onregelmatige
vormen in allerlei nuances van groen,
en in het midden een paar kegels van
leem. Op den achtergrond weer heu
vels en nog verder bergen met be
sneeuwde toppen.
De jonge bergbewoner Firoz snelde
toe en greep haar paard bij het hoofd
stel.
„Ik zal eten voor u halen", fluisterde
hij, terwijl zij afsteeg.
Weldra vlamden tusschen de rotsen
vuren op, waarboven de mannen van
den Cobra hun maal bereidden< Al
spoedig verraadde de smakelijke geur
van vleesch, dat boven een geïmprovi
seerd braadspit geroosterd werd, aan
Diana dat ze honger had.
„Namens Sirdar Alam Khan". zei een
stem.
Diana, die bezig was de riemen aan
te halen van haar met spijkers beslagen
sandalen, keek vragend op. 'tWas de
jonge bergbewoner, die haar een bakje
met gekookte rijst, met in het midden
eenige stukken geitenvleesch, toestak.
Zij bedankle hem met haar trage, die
pe alt.
„Hoe is uw' naam?" vroeg ze vrien
delijk.
„Firoz", antwoordde hij niet afgewen
den blik, het bakje op een platten steen
plaatsende, waarop hij haastig ver
dween.
Thans verschenen op den top van
den bergpas drie ruiters. Zij begaven
zich op het kameelpad, dat vlak langs
Diana liep en naar de plek leidde,
waar de Cobra, Alam Khan, bivak
keerde en temidden van een half do
zijn sirdars of officieren bezig was
dén inwendigen mensch te verster
ken.
„Aan het hoofd reed een knappe
slanke jongeman met op het hoofd
een' lichtblauwe zijden tulband Hij
bewoog zich met de gemakkelijkheid
en cte elegance van den grand-seig-
neur. Op dezelfde hrtogte gekomen als
Diana, bracht hij met een hevigen ruk
aan de 6tang zijn paard, dat ineen
kromp, van pijn,' tot staan Daarop
bleef hij een oogenblik onbeweeglijk,
met zijn smalle hand op de knie, kij
ken naar de hlonde krullen van het
jonge meisje, door de opkomende zon
verguld.
„Uw naam, jongedame", vroeg bij
autoritair met een heldere sopraan.
Diani sprong op: 't was een vrouw...
Mogelijk iemand, die haar begrijpen
en helpen zou?
„Ik ben Diana Lindsay", zei ze le
vendig, naar het schuw geworden
paard toe gaande dat ze liefkozend op
den vochtigcn hils klopte, „de doch
ter van den Engelsohen resident te
Labak."
,,'t Kan me niet 6chalen, wie jo
bent", nep de jonge amazone, c-peens
woedend, terwijl haar donkere oogen
vonken schoten. „Ik heet Chirina, en
ik haat je."
Ze liet haar paard keeren en ver
dween als een vuurpijl, steen en gruis
opjagend, in de richting van Alam
Khan.
Terwijl Diana een schuimvlok, ge
vallen van den mond van het paard,
van haar gezicht veegde, werd ze zich
bewust er een nieuwe vijandin bij ta
hebben gekregen.
HOOFDSTUK VII.
De kastijding.
Voor Diana Linlsay stond het
voortaan vast, dat de eenige persoon,
op wiens sympathie zij in haar ellende
kon rekenen, Firoz was, de jonge
bergbewoner, met het .nnemende ge
zicht, die op hevel van den Cobra Laar
zijn kleeren hart gegeven. Zij wist bij
intuïtie, dat deze jonge man haar
aardig vond, al was 't best mogelijk,
dat hij een meisje in de bergen had.
Indien zij hem met een beetje tiet
vleide en tegelijkertijd voorzichtig
coquetteerrte, zou ze hem er misschien
we| toe krijgen haar in haar nood -te-
helpen.
(Wordt vervolgd)-