COGNAC VIEUX xxi Kaaltb Hm Vorst Cobra Bomaanslag- te Parijs J. A. SCHOTERMAN Zn. GEEN GELOOP MEER AAN DE DEUR DE KOLONIALE KWESTIE f3.75 per flescfa De Koningin op JJsselmeer PRINS BERNHARD inspecteert Rijdende Artillerie Mond- en klauwzeer rond Amsterdam Radio-programma's U heeft er geen omkijken naar Besparing, want incasso-kosten vervallen Door MARK CHANNING Ie BLAD PAG 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD MAANDAG 13 SEPTEMBER 1937 TWEE POLITIE AGENTEN DOOR PUIN GEDOOD Groote verwoesting aangericht in gebouw van Fransch ver bond van werkgevers Ook zetel van metaal industrie verwoest Een hevige ontploffing, aldus meldt Havas, deed zich Zaterdag avond omstreeks tien uur te Parijs voor in het gebouw van het Fran sche verbond van werkgevers aan de Rue Presbourg en daarna in de Rue Boissière, waar de zetel is ge vestigd van een groep metaal industrieën. In de Rue Presbourg werd een ontzaglijke verwoesting aangericht. De straat is versperd door het puin. Twee politie-agen ten, die zich op het oogenblik der ontploffing op het trottoir voor het gebouw bevonden, werden on der vallend gesteente bedolven en zijn aan hun verwondingen be zweken. Voorts is de concierge van het pand ernstig in zijn ver standelijke vermogens geschokt Ook in de Rue Boissière is enor me schade aangericht, doch slacht offers zijn daar niet te betreuren. Uit het onderzoek is tot nu toe geble ken. dat een besteller om half zeven in het gebouw aan de Rue Presbourg een kistje aan den concierge ter hand heeft gesteld, dat. naar hij zeide, stoffen be vatte. met het verzoek aan den concier ge. het te overhandigen aan den vice- president van het verbond van werkge vers. De concierge zette het kistje in zijn loge neer en ging kort daarna op den zich daar bevindenden divan sla pen, tot hii om tien uur door de ontplof fing gewekt werd. en nog juist tiid had om zich in veiligheid te stellen. In de Rue Boissière moet het kistje door den besteller in het trapportaal zijn ge plaatst, daar dit Derceel geen concierge heeft. Tegen half twaalf Zondagmorgen had men de puinen in de Rue Presbourg opgeruimd. Het zag er toen naar uit. dat geen nieuwe slachtoffers gevallen waren. De verdere opruimingswerk zaamheden moeten wachten, tot de horkstukken, die nog naar heneden dreigen te storten, verwijderd ziin. Minister Bonnet heeft te Quinsac Zondag een redevoering uitgespro ken, waarin hii erop wees, dat her stel slechts mogelijk is in orde en legaliteit. De aanslagen, die giste ren te Parijs gepleegd zijn, zoo zeide de minister, en die onschuldige slachtoffers het leven hebben ge kost, toonen de noodzakelijkheid aan voor alle Franschen zich aan een te sluiten tegen de wanorde, wanneer zij de weldaden van den vrede en hun democratische vrijhe den willen behouden. Onder deze omstandigheden moet een ieder meer dan ooit zijn kalmte en koel bloedigheid bewaren. Het onderzoek naar de aanslagen is m vollen gang. Nog in den Zaterdag nacht heeft Chautemps geconferceid met den prefect van politie, Langeron en Zondagmorgen is een nieuwe be spreking gehouden in de prelectuur van politie, na telefonisch overleg met Ma- dormoy, tusschen Langeron en andere persoonlijkheden. Max Dormoy is uit Montlucon naar Parijs teruggekeerd. Chautemps heeft Zondag te Savigny sur Braye een redevoering uitgesproken, waarin hij na landbouwproblemen be sproken te hebben, een krachtig beroep deed op de natie, kalm te blijven en discipline te handhaven. Mij zeide zijn optimisme en geloof i n de toekomst van Frankrijk onaangetast to behouden, op voorwaarde, dat thans demagogie, wanorde en haaf uitgebannen worden. De Franschen moeten voelen, dat, of zij nu van rechts of van links komen, de Franschen solidair zijn tegenover zeke re duistere hedreigingen die op hen drukken. De afschuwelijke aanslag van Zaterdag roept deze bedreigingen op wreede wijze weer voor den geest. Spre ker wilde geen voorbarig oordeel hier over uitspreken, maar slechts zeggen dat de omstandigheden waaronder de aanslag is voorbereid en gepleegd, een gewaarschuwd man tot ernstige over denkingen brengen. De regeering zal energiek alles in het werk stellen om de daders op te sporep en in den ver volge een zeker drijven op het grondge bied der republiek onmogeliik te ma ken. De federatie der metalen en het vak- vereenigingsverhond van metaalarbei ders te Parijs hebben gezamenlijk een verklaring opgesteld, waarin zij zich met verontwaardiging uitspreken tegen de onduldbare provocatie, die gelegen is in de aanslagen op het gebouw van het Fransche verbond van werkgevers. Zij doen een heroep op de arbeiders streng de instructies op te volgen van organisaties en waakzaam te bliiven te gen alle provocaties. Hitier houdt te Neurenberg met eenige journalisten een onge dwongen gesprek Teruggave der koloniën een eere-zaak NEURENBERG, 12 Sept. (Havas) Een aantal journalisten heeft een gedeelte van den morgen in gezel schap van Hitier doorgebracht en heeft daarbij de gelegenheid gehad hem eenige vragen te stellen. Op een vraag betreffende de beteekenis van het bezoek van Mussolini ant woordde Hitier: „Men schrijft ons allerlei bedoelingen toe. Wij willen niemand iets ontnemen: onze ras senleer moest alle ongerustheden wegnemen. Zonder twijfel, Duitsch- land is niet meer een leege ruimte in het midden van Europa, zooals veertien jaar lang. Door volledig de rechtsgelijkheid te verwezenlijken, Utrechtschestraat 17 Tel. 145 Afd. Bonneleru Wollen Tricot Japonnen Wollen Weensche PulI-o\>ers Wollen en Zijden Shawls Wensche Hoedjes Peignoirs Handschoenen hebben wij deze leegte gevuld en daarmede een element van onveilig heid ir Europa doen verdwijnen. Wij kunnen ons nu wijden aan de taken, die voor ons staan, o.m. voor zien in de ravitailleeringsmoeilijkhedcn. Trouwens, dit probleem zal slechts be vredigd kunnen worden opgelost, wan neer wij koloniën zullen hebben. De ko loniale kwestie zal worden opgelost, zooals de andere kwesties en zoolang zij dat niet zal zijn, is er geen werkelijke kalmeering in Europa. Het is geen zaak van oorlog of vrede, maar van redelijk heid en ik ben er van overtuigd, dat de rede het zal winnen". Een Engelsch journalist vroeg Hitier daarop: „Zult gij U dan van Uw kolo niën bedienen om steunpunten te ves tigen voor Uw vloot?" Hitier glimlachte en antwoordde: „Om dat te doen zouden wij eerst een vloot moeten hebben. Voor den oorlog exploi teerde Duitschland zijn koloniën com mercieel zonder strategisch belang. Een leger, dat onderhouden zou moeten wor den voor de verdediging van verafgele gen koloniën zou ruineus zijn. Alle kolo niale mogendheden moeten samenwer ken". Op de tegenwerping, dat Duitschland een oplossing zou kunnen vinden in den ruilhandel, antwoordde Hitier, dat de koloniale kwestie voor Duitschland niet alleen een commercieele aangelegen heid. maar ook een eerezaak is: „Wij vragen onze vroegere koloniën en geen andere". Toen daarop iemand uit het gezel schap het woord „minderheid" liet val len, ontkende Hitier imperialistische be doelingen te hebben en zeide te hopen, dat men tot een billijke behandeling der minderheden zal komen. Er bevinden zich in Joegoslavië zeven tot achthon derd duizend Duitschers, die zich geluk- kig prijzen om het regime, dat jegens hen wordt toegepast. „Al deze kwesties zullen worden opgelost, aldus Hitier, maar laat men ons geen onwaarschijnlijke en gevaarlijke bedoelingen toeschrijven Wij hebben te veel te doen in ons eigen land: de tentoonstelling te Muenchcn in 1915, te Berlijn in 1950, de geweldige werken te Neurenberg etc. Wanneer alle landen evenals wij werk zouden hebben voor tien of twintig jaar zou de wereld rusti ger zijn". Bij zijn vertrek verklaarde Hitier nog, dat hij ongedwongen met de journalis ten had willen spreken en hij verzocht hun aan dit gesprek niet de waarde te willen toekennen van met strenge nauwkeurigheid geformuleerde politie ke verklaringen. BINNENLAND Aan boord van de „Piet Hein" MUIDEN, 12 Sept. Hedenmiddag om half een is het jacht „Piet Hein" met aan boord H.K.H. Prinses Juliana, Z.K.H. Prins Bernhard van hier uitge varen voor een korten tocht over het Llssekneer. Omstreeks half drie keerde het jacht naar de haven terug. Enkele minuten later begaf II.M. de Koningin, die om één uur van het Loo naar Muiden was vertrokken, zich aan boord, waarna de „Piot Hein" tegen drie uur ten twee den male uitvoer naar het IJsselmeer. Om kwart voor acht is de „Piet Hein" te Mui den teruggekeerd, waarna de Ko ninklijke familie zich een kwartier la ter van borrd begaf. De vorstelijke per sonen zijn per auto naar Soestdijk ver trokken. Wij vernamen nog, dat de Prins tij dens den toch is overgestapt in de race boot. waarmede hij een tocht rondom Marken heeft gemaakt. Zaterdagochtend is Prins Bern hard te Arnhem geweest om als ka pitein van het corps rijdende artil lerie kennis te maken met het corps. Precies om elf uur kwam de Prins per auto van Soestdijk op de Kemperheide te Arnhem aan, waar de troepen reeds stonden opgesteld. Aan het einde van het terrein steeg Z. K. H. te paard. Het gevolg bestond uit de heeren majoor Phaff. adjudant van de Koningin, cn den adjudant van den Prins, jhr. Röell. Toen Z. K. H. aan de grens van het oefenterrein aankwam, werd hij ontvan gen door den commandant van het corps, overste v. d. Berg van Saparoea, met zijn adjudant, kapitein baron van Boetzelaer. De troep bestond uit een rij dende batterij onder commando van ka pitein Maas en een motorbatterij onder commando van kapitein Halbertsma, terwijl het geheel stond onder leiding van majoor Schoute. Toen de Prins bij de troepen aankwam brachten de trom petters het Wilhelmus ten gehoore. Na dat verschillende officieren aan Z K.H. waren voorgesteld, werden de troepen geïnspecteerd. Daarna werd luitenant Gelderman voor het front van de troe pen geroepen om te worden geïnstal leerd. Overste v. d. Berg van Saparoea heeft eerst het Koninklijk Besluit doen voorlezen, waarbij luitenant Gelderman bij het corps was overgeplaatst, waarna de overste met een korte toespraak tot de installatie overging, den luitenant ge- lukwenschend met zijn plaatsing hij het corps. De officieren kregen, nadat de Prins was voorgegaan, gelegenheid den luitenant geluk te wenschen. Vervolgens richtte overste v. d. Berg van Saparoea het woord tot den Prins, Z. K. H. dankend voor de groote eer, die hij het corps had aangedaan door dit te bezoeken en dc installatie van luitenant Gelderman bij te wonen. Spr. dankte Z. K. H., dat hij ook de uniform van dit corps wilde dra gen, de uniform door Koning Wil lem II ingesteld. In elk soldaten hart, aldus de overste, leeft eerbied voor de hooge opvattingen van de Oranjevorsten en zij zijn dankbaar voor alles wat Oranje voor ons volk heeft gedaan. Spr. gewaagde nog van de groote liefde van ons volk voor de Oranjes, die zeker nimmer meer tot uiting is gekomen als onder dc regeering van Koningin Wilhelmi- na, een liefde, waarin ook Z. K. II. ten volle deelt Juist daarom, aldus spr., stellen wij uw tegenwoordig heid op hoogen prijs. Spr. eindigde met een driewerf hoera op de Ko ningin en Haar Huis waamce allen krachtig instemden. Hierna defileerden beide batterijen voor den Prins. Na afloop van dit dé filé keerde de motorbatterij langs den koristen weg naar de kazerne terug, terwijl de rijdende batterij nog eens in galop defileerde. Daarna keerde ook deze batterij naar de stad terug, waar bij Z. K. H. met den commandant aan het hoofd van den troep reed. Duizenden hébben zoowel op de Kem perheide als langs den geheelen weg het militaire schouwspel gadegeslagen^ In de kazerne heeft de Prins het mu seum van het corps rijdende artillerie bezichtigd. 's Avonds heeft de Prins deelgenomen aan een gezamenlijken maaltijd, hem aangèboden door de officieren en oud officieren van het corps. Ziekte waarschijnlijk uit Frankrijk overgekomen Tot dusver een mild verlooD De epidemie van mond- cn klauwzeer, blijkt zich met groote snelheid in de veedistricten uit te breiden. In de on middellijke omgeving van de hoofdstad volgt aldus lezen wij in Het Volk de eene aangifte op de andere; in de af- gcloopen weck zijn in de inspectie van de Veeartse. lige Dienst Noord-Hoi- land meer dan vijftig gevallen aangege ven, terwijl er nog steeds berichten bin nenkomen. De week daarvoor werden er slechts vier gevallen aangegeven, hetgeen duidelijk aantoont met welk een snelheid de besmetting voortgaat. In Noord-Holland zijn op het oogenblik 21 gemeenten besmet, hoofdzakelijk rondom Amsterdam. Tot nu toe heeft het een vrij mild ver loop. En zijn nog geen sterfgevallen ge meld. De meeste slachtoffers vallen ech ter bij het optreden van bijkomende in fecties. Als voornaamste oorzaken van de snelle verbreiding van de ziekte noem de de heer Odé, inspecteur van de Vee- artsenijkundige Dienst in Noord-Hol land, de veehandel en de veemarkten. Het mclkveegebied van rondom Amster dam koopt zeer veel gebruiksvee, dat te Purmerend. Amsterdam en andere min der belangrijke markten wordt aange voerd. Deze verzamelplaatsen van koei en zijn ware infectiehaarden. Het slui ten van de markten brengt echter zoo veel consequenties mee, dat slechts in alleruiterste nood een zoodanige maat regel zou worden toegepast en dan is het trouwens te laat. In België is hel echter wel eens gedaan. Waarschijnlijk komt de ziekte déze keer via België uit Frankrijk. Daar te lande woedt de ziekte sinds eenigen tijd reeds in vrij hevige mate. De invloed van de epidemie op de melkproductie is daar reeds zeer merk baar, waarbij nog komt, dat de droge zomer in Frankrijk de weiden heeft doen verschroeien. De botervoorziening is daardoor in gevaar gekomen. Reeds bedraagt de pv' van een kilo boter meer dan het dubbele van het vorig j'aar (22Vs francs tegen 11). In zuivelkringen bij ons te lande wordt dan ook verwacht, dat bin nenkort Frankrijk genoodzaakt zal zijn invoer van boter toe te laten, nadat deze markt sinds het uitbre ken van de crisis voor ons was af gesloten. Met deze kans dat binnenkort uitvoer van boter naar Frankrijk mogelijk zal zijn, wordt reeds door onze exporteurs de Londensche markt minder over stroomd, zoozeer zelfs, dat men aaii alle bestellingen niet meer voldoet. De En: gelschcn zijn namelijk nog niet bereid een hoogere noteering voor Nederland- sche boter toe te staan. .Maar algemeen wordt een stijgende boterprijs verwacht, daardoor is er thans een merkbaar te kort aan goedkoope boter te Londen. DINSDAG, 14 SEPTEMBER HILVERSUM I. 1875 M. AVRO. 8.00 Gram.muziek 10.00 Morgenwijding 10.15 Gram.muziek 10.30 J Cantor's Ensemble 11.00 Huishoudelijke wenkon 11.80 J. Cantor's Ensemble 12 30 AVRO-Dans- orkest 1.00 Omroeporkest 2.00 Gram,- muziek 2.15 Het Omroeporkest 3.00 De Octophonikers en Gram muziek 4.30 Kinderkoorzang 5.05 Kinderhalfuur 5.35 Het Omroeporkest RVU. 6.30 Psy chologische causerie AVRO 7.00 Piano- voordracht 7.20 Mexicaansch programma 8 00 Berichten ANP. Medcdeelingcn 8.10 Kovacs Lajos' orkest, AVRO-girls en solisten 9.30 Radiotooneel 10.00 Re- nova-kwintet 10 45 Actualiteitsflitsen 1100 Berichten ANP. Hierna: AVRO-dans- orkest 11.4012.00 Gram muziek. HILVERSUM II. 301 M. 8 00—9 15 en 10 00 Gram.muziek 11.30 Godsdienstig halfuur 12.00 Berichten 12.15 Grani.- muziek 1.15 KRO-orJcest 2.00 Vrou wenuur 3.00 Gram.muziek 3.15 KR£)- orkest 4.00 Gram muziek 5.15 KRO- Melodisten en solist. (Om 5.45 Felicitatie- bezoek cn 6.00 Gram.muziek) 7.00 Be richten 7.15 Lezing: „De ontwikkeling der Christelijke bouwstijlen" 7.35 Sport- halfuur 8.00 Berichten ANP. Medcdee lingcn 8.15 De KRO-Boys en solist 8.50 Lilly Mathé en haar Zigeunerknapcn- orkest 9.25 Wielersportpraatje 9.45 KRO-orkest 10 30 Berichten ANP. 10.40 De Waal en zijn Nederlandsch orkest met solist 11.3012.00 Gram muziek, DROITWICH, 1500 M - -11 05 Dansmu ziek (gr pl.) 11 35 Orgelspel 12.05 BBC-Rcvuckoor en BBC-Empire-orkest 12.55 Jos. Q. Atkinson's kwintet 1.20 Het Wcthmar-Trio 2.05 Het Friary Brouwerij orkest 2.50 Muzikale causerie (met gr.- pl.). 3.20 J. Wilson's kwintet 3.50 Gram.muziek 4.35 Het Hungaria Zigeu nerorkest 5 00 Causerie: ..The British Diarists" 5.20 Het Bridgewater-kwintet 5 50 Sportreportage 6.00 Zang en piano 6 20 Berichten 6 45 A. Cam- poli's orkest 7.20 Piano-voordracht 7.50 Oude dansmuziek 8.20 BBC-Sympho- nie-orkest. BBC-Zangers en solisten 10.00 Berichten 10 20 Causerie: „The Boy Scout Movement" 10.40 BBC-Theater- orkest 11,20 Bram Martin's Band 11 5012.20 Dansmuziek (Gr.pl.). RADIO-PARIS. 1648 M. 7.10. 8.20 en 10 35 Gram.muziek 12.20 Locatelli-orkest en zang 2.20 Radiotooneel 2.50 Gram. muziek 4.05 Zang 4.50 Vloolvoordracht 5.05 Zang 5.20 Het Ellis-orkest 7.20 Pianovoordracht 7.50 Gram.muziek 8.05 Zang en piano 8.50 Opera-uitzending. KEULEN. 456 M. 6.50 Militair orkest S.50 H. Hagestedt's orkest 12.20 PTT- orkest 1.35 Omroepkleinorkcst 4.35 Wilhelm Raabc-programroa 5.20 Omroep orkest. Schrammelensemble en solisten 8.05 Pianovoordracht 8-30 Weekoverzicht 9.20 Omroepkleinorkest en solisten 11.2012.20 Aldo Ferraresi's dansorkest. BRUSSEL. 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gram.muziek 12.50 Kleinorkcst 1.30 Salonorkest 1.502.20 Gram.muziek 5.20 Omroeporkest 6.50 cn 7.20 Gram.» muziek 8.20 Omroeporkest en solisten 10.3011.20 Gram.muziek. 484 M.: 12.20 Gram.muziek 12.50 Sa- lonorkcst 1.30 Kleinorkest 1.502.20 Gram.muziek 5.20 Salonorkest 6.25 Zang 6.35 Gram:mu2iekr6.50 Zang 8.20 Radiotooneel met muziek. Na afloop tot 11.20-Gram.muziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.30 Omrocp-Amusomentsorkest 9.35 Eugen Wolff's orkest 10.20 Berichten 10-40 Sportpraatjc 10.55 Pianodüetten 11.05 Weerbericht 11.20 Inleiding volgende uit zending 11.2512.50 3de en 4de acte van de opera „Don Carlos". wanneer U de abonnementsgelden op het A m r s- foortsch Dagblad automatisch gireert, Op aanvraag aan onze administratie (TeL 513) zedUen wij aan kwartaal-abonnés een machtiging ter teekening en de girodienst zorgt voor de rest. Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnements gelden voor het vierde kwartaal 1937 reeds automa tisch overgeschreven worden. Adm. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. FEUILLETON Ned. bewerking door MARIE DE BELMONTE 9) Wel een minuut lang bleef Alam Khan Diana met zijn oogen verslinden, terwijl zij in stilte bad om redding, op welke wijze dan ook. Een jonge bergbewoner, een knappe man, het bovenlijf bloot, kwam nader over den ongelijken weg. die onder zijn voeten afbrokkelde en wierp een hoopje klepren voor het jonge meisje neer. „Trek deze aan", beval norsch de Cobra. Zij aarzelde. „Indien je je ooren voor niets hebt. snijd ik ze af", snauwde hij, het heft van een lancren dolk in zilveren scheede been en weer slingerend Verblind door tranen, 6tak ze een bevende hand uit en trok de kleeren naar zich toe. „Gauw een beetje', knarstte hij, an- 'ders ga je maar ongekleed te. paard. Hij bleef er bij staan, terwijl zij ze aan lok. Ge zijt niet zonder vrienden. De be moedigende woorden van de lange ge stalte in het wit waren waar, zei Diana in zich zelf. Ze had vrienden Ze was de dochter van den Britschen resident in Yanistan: haar vader zou naar den Mir gaan, die hulptroepen zou zenden. Of wel, majoor Colin Gray zou komen opdagen. Daar was ze zeker van. En ze wist ook, dat ze niet de slavin was van dezen man. En in het ergste geval bleef haar altijd de dood. De strijdlustigen aard van haar vader kwam weer boven. In vlot Yanisch slingerde ze Alam Khan, den Cobra, woorden van diepe verach ting toe, afgewisseld door bijtenden spot en hedreigingen van afschuwelijken straf. De Cobra bleef onbewogen en 6tom. Hij bediende zich van stilzwijgendheid als het doeltreffendste wapen tegen een verschrikte vrouw. „Lafaard", spotte ze, ofschoon haar stem beefde „Je durft me niet te ant woorden." Haar moed maakte plaats voor doods angst toen hij recipieerde: „In mijn harem, waarheen ik je voer, zullen mijn andere vrouwen je wel ant woorden Op elke andere andere Mem- sahih, dan jij, zou ik zelfs mijn dolk niet wille afvegen, want hij is van goede harding." Hij spoog werktuigelijk. „Maar jij bent onder je gelijken een vorstin en jij bevalt me." Zijn grof accent joeg haar minder angst aan dan de blik uit zijn oogen. „Je bent een beest", riep ze met kleur- looze lippen, „en krankzinnig er bij." Hij trad een stap nader. „Indien het krankzinnig is een vrouw te begeeren, dan ben ik 't vast en zeker", zei hij, met zijn vingers door zijn baard woelend, ,,'t Is een groote eer om te trouwen met een berghoofd. Mijn vrouwen zijn dol op me." Als voor een melaatsrbc. die zich aan haar vastklemde, deinsde de fantasie van Diana terug voor de voorstelling, welke deze woorden opriepen. Woede en angst maakten zich van haar mees ter. Indien ze er in slaagde hem héél, héél boos te maken, zou hij haar moge lijk dooden. Dan zou ze gered zijn Doch aan den anderen kant, indien ze zijn woede opwekte, zonder det hij haar doodde. Zij rilde. „Een blanke trouwt alleen met den man van wien zij houdt", zei ze met onvaste stem. „Nu van mij houden zul je zeker", lachte spottend Alam Khan. „Ik zal nooit van iemand houden, die niet getoond heeft, dat ik hem meer waard ben dan zijn eigen leven." De luide lach van den Cobra galmde tusschen de sombere heuvels, in de steil p ravijnen honderden spottende echo's oproepend. „Uit vrees ie anders stom te maken" de Cobra betastte zijn dolk „ga naar beneden, naar de paarden toe." Met opzet deed hij uitkomen haar te tutoieeren. Wonderbaarlijk thuis in, de ruime blauwe jas en de wijde geplooide pan talon der bergbewoners, liep bet jonge meisje langzaam langs de helling van den heuvel omlaag. De jonge, half ont- kleede man, die haar het bundeltje kleeren gebracht bad, kwam bij haar met een grijzen Kathiawar-bengst. „Voor u", zei hij kortaf en huiverde. „Hebt u 't koud", vroeg Diana binnens monds, bij intuitie voelend, dat hij haar gunstig gezind was. „U draagt mijn kleeren", fluisterde Tiroz, „maar u moet opstijgen." Een bleek lavondelkleurig licht be scheen thans de hooge toppen. De dag begon te gloren. Ze onderscheidde in het schemerdonker een spookachtige lange rij ruiters, die zich al kronkelend een weg baanden langs een smal berg pad. Ieder was gewapend met een ge weer, sommigen met twee. Als een leger jvitte mieren doken anderen, uit de duisternis op en materialiseerden zich. Ze keek orn, teneinde te zien hoe- velen er nog nè. haar kwamen. „Kijk naar de ooren van je paard," gromde Alam Khan, terwijl hij een ge stolen geweer, dat aan zijn zad -1 slin gerde, betastte. Langzamerhand werd het lavendei- kleurige licht rose geveifd, daarop zacht safraan geel en eindelijK hardpr van toon. De horizon teekeml zich scherp af tegen een helder blauw uit spansel. De naargeestige desola'ie der dooclsche hellingen temperue naarmate ze bekleed werden met een gamma van purper tot zwart Ieder oOKenbiik dui delijker hoorde Diana, -.onder te weten van waar het geluid kwam. een water val. die met veel geraas in en diepen afgrond stortte. Het „schurruk, schidel, schurruk schidel" van één door den hoefslag der paarden Oj:ges irikten patrijs deed prettig aan in de ^usligo bergatmosfeer. Uren achtereen reden ze over kale hoogten, door diepe dalen met. loodrech te wanden, af en toe werd een schui- m s bergstroom doorwaad; vervol gens op een hoogen top hield de kara vaan halt. Ver weg in dc diepte lag een dorp*, van uit de platte daken steeg in dunne blauwe spiralen rook omhoog. Er omheen akkers in onregelmatige vormen in allerlei nuances van groen, en in het midden een paar kegels van leem. Op den achtergrond weer heu vels en nog verder bergen met be sneeuwde toppen. De jonge bergbewoner Firoz snelde toe en greep haar paard bij het hoofd stel. „Ik zal eten voor u halen", fluisterde hij, terwijl zij afsteeg. Weldra vlamden tusschen de rotsen vuren op, waarboven de mannen van den Cobra hun maal bereidden< Al spoedig verraadde de smakelijke geur van vleesch, dat boven een geïmprovi seerd braadspit geroosterd werd, aan Diana dat ze honger had. „Namens Sirdar Alam Khan". zei een stem. Diana, die bezig was de riemen aan te halen van haar met spijkers beslagen sandalen, keek vragend op. 'tWas de jonge bergbewoner, die haar een bakje met gekookte rijst, met in het midden eenige stukken geitenvleesch, toestak. Zij bedankle hem met haar trage, die pe alt. „Hoe is uw' naam?" vroeg ze vrien delijk. „Firoz", antwoordde hij niet afgewen den blik, het bakje op een platten steen plaatsende, waarop hij haastig ver dween. Thans verschenen op den top van den bergpas drie ruiters. Zij begaven zich op het kameelpad, dat vlak langs Diana liep en naar de plek leidde, waar de Cobra, Alam Khan, bivak keerde en temidden van een half do zijn sirdars of officieren bezig was dén inwendigen mensch te verster ken. „Aan het hoofd reed een knappe slanke jongeman met op het hoofd een' lichtblauwe zijden tulband Hij bewoog zich met de gemakkelijkheid en cte elegance van den grand-seig- neur. Op dezelfde hrtogte gekomen als Diana, bracht hij met een hevigen ruk aan de 6tang zijn paard, dat ineen kromp, van pijn,' tot staan Daarop bleef hij een oogenblik onbeweeglijk, met zijn smalle hand op de knie, kij ken naar de hlonde krullen van het jonge meisje, door de opkomende zon verguld. „Uw naam, jongedame", vroeg bij autoritair met een heldere sopraan. Diani sprong op: 't was een vrouw... Mogelijk iemand, die haar begrijpen en helpen zou? „Ik ben Diana Lindsay", zei ze le vendig, naar het schuw geworden paard toe gaande dat ze liefkozend op den vochtigcn hils klopte, „de doch ter van den Engelsohen resident te Labak." ,,'t Kan me niet 6chalen, wie jo bent", nep de jonge amazone, c-peens woedend, terwijl haar donkere oogen vonken schoten. „Ik heet Chirina, en ik haat je." Ze liet haar paard keeren en ver dween als een vuurpijl, steen en gruis opjagend, in de richting van Alam Khan. Terwijl Diana een schuimvlok, ge vallen van den mond van het paard, van haar gezicht veegde, werd ze zich bewust er een nieuwe vijandin bij ta hebben gekregen. HOOFDSTUK VII. De kastijding. Voor Diana Linlsay stond het voortaan vast, dat de eenige persoon, op wiens sympathie zij in haar ellende kon rekenen, Firoz was, de jonge bergbewoner, met het .nnemende ge zicht, die op hevel van den Cobra Laar zijn kleeren hart gegeven. Zij wist bij intuïtie, dat deze jonge man haar aardig vond, al was 't best mogelijk, dat hij een meisje in de bergen had. Indien zij hem met een beetje tiet vleide en tegelijkertijd voorzichtig coquetteerrte, zou ze hem er misschien we| toe krijgen haar in haar nood -te- helpen. (Wordt vervolgd)-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 2