Feest in de Sleutelstad Eerste jeugdgevangenis in ons land De eerste stoommachine in ons land EEN REDE VAN Minister GOSELING Leiden's ontzet herdacht VOOR 150 JAAR ingevoerd Persfotografen exposeeren „Juist ten aanzien van jonge menschen het vinden van de ware harmonie tus- schen vergelding en verbetering van bijzondere beteekenis" 1 Ze BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 2 OCTOBER 1937 De te Zutphen gevestigde inrich ting is bestemd voor niet- cellulaire opsluiting van misdadigers tusschen 18 en 21 jaar Plaats voor negentig jongens ZUTFEN, 2 October. In tegen woordigheid van autoriteiten en be langstellenden heeft heden de mi nister van justitie mr. C. Goseling te Zutfen de eerste jeugdgevangenis in ons land geopend. Deze jeugdgevangenis is ingesteld overeenkomstig de desbetreffende wet van 1929 en dient voor opsluiting van misdadigers tusschen 18 en 21 jaar, die tot meer dan een jaar ge vangenisstraf zijn veroordeeld. In bijzondere gevallen kunnen ook jongens en meisjes van 16 tot 18 jaar en van 21 tot 23 jaar in aan merking komen voor plaatsing in een jeugdgevangenis. De jeugdgevangenis te Zutfen, waar in alleen jongens zullen worden ge plaatst, is de oude strafgevangenis, welke in verband met de nieuwe be stemming een verbouwing heeft onder gaan. De opsluiting is niet cellulair, doch het doel is meer aandacht aan de opvoeding te besteden. Negentig jon gens kunnen in deze eerste jeugdgevan genis van ons land worden onderge bracht. Bij de eenvoudige openingsplechtig heid hield de minister van justitie mr. C. Goseling een rede, waaraan wij het volgende onjleenen: Na herinnerd te hébben aan de wet van 25 Juni 1Ö29, waarbij de jeugdge vangenissen werden ingesteld, ver klaarde de minister bii deze gelegen heid gaarne enkele gedachten van meer algemeene strekking op het terrein van het strafrecht te willen uitspreken, die op een dag als, vandaag als, vanzelf op komen en die wellicht nog van eenige beteekenis kunnen zijn voor het werk. dat men in en door deze bijzondere strafgevangenis hoopt tot stand te bren gen. Want het eigenlijke werk kan eerst nu worden begonnen. Mijn ambtsvoorganger Mr. Donner, dien ik tot mijn vreugde hier tegen woordig zie, aldus Zijne Excellentie, heeft gelijk men weet -— in de voorbereidin'g én totstandkoming van de wettelijke maatregelen een zeer werkzaam aandeel gehad. Toen het zich in'de vergadering van cle Tweede Kamer der Staten-Generaal van 7 Mei 1929 liet aanzien, dat het ontwerp in dezen tak der volksvertegenwoordiging een ruime meerderheid zou vinden, sprak de heer Donner aan het slot van de beschouwingen zijn vreugde erover uit, dat deze .voorziening tot stand kon worden gebracht, in een geest van on derlinge waardeering van meeningen, als waarvan bii de debatten gebleken was. Terecht achtte hij dit daarom zoo gelukkig, omdat met de totstandkoming van de ontwerpen het zwaarste werk niet was gedaan. Dit zou eerst komen voor hem, die geroepen zou worden, alle moeilijkheden te overwinnen die aan de juiste invoering en verdere uitvoering van de, wetten verbonden zouden zij.n. Gedeeltelijk is de heer Donner zelf nog „geroepen" geweest; de juiste in voering "is vérder omgeven door de goede zorg van mijn ambtsvoorganger Mr. van Schaik, wiens tegenwoordig heid vandaag ik eveneens bijzonder waardeer. Op den geest van uit voering komt het aan Zooals welhaast bii ieder werk zal het hier zeer sterk aankomen op den geest, welke de uitvoerders bezielt. De gedachten van meer algemeene strek king, waarop ik zooeven doelde, zullen dunkt mij dien geest kunnen ty peeren. Vergelding en verbetering zijn twee begrippen, die naar het schijnt in het strafrecht.niet zelden om den voor rang strijden. Het is thans zeker niet het oogenblik om mijnerzijds te treden in rechtsphilosophische en moranlphi- losophische beschouwingen rondom de ze problemen. De Utrechtsche hoog leeraar Mr. Pompe heeft in een on langs verschenen opstel beknopt van vorm en rijk van inhoud daarover zeer waardevolle gedachten gegeven. Zonder vervlakking van stand punt kan men, naar mijn meening, zeker hier zeggen, dat het gaat om de juiste synthese in de ware har monie tusschen de beide doelstel lingen in de straf, als uiting van de menschelijke, en dus uiteraard on volmaakte beoefening der gerech tigheid. En als diepste probleem komt, gelijk op zoo menig ander gebied, juist.in dezen tijd sterk naar voren; de verhouding tusschen mensch en gemeenschap. De overheid, die voor haar bevoegd beid tot straffen rechtvaardiging vindt in het doel del' straf: betering der ge schonden rechtsorde, als onafwijsbare voorwaarde voor een goede gemeen schap, de mensch, van nature aange wezen tot het leven in gemeenschap en daarom zelfonafwijsbare voorwaar de voor de goede gemeenschap. Zon bezien beteekent vasthouden aan de vergelding 1 geenszins afwijzing van het element van opvoeding, verbetering, re- classeering. Nu ligt het voor de hand, dat juist ten aanzien van jonge menschen het vinden van de ware harmonie tusschen vergelding en verbetering van bijzon dere beteekenis is. Voor hen zelf per soonlijk en voor de gemeenschap. Want van de kwaliteit der jonge krachten hangt het voortbestaan van een goede gemeenschap af. Dit ver- eischt eerbied voor den persoon, maar ook eerbied voor de gemeenschap, er kenning van de hoogheid en het gezag der rechtsorde. Daarom ook tegenover jonge men schen geen eenzijdige verbeterings maatregelen alleen, maar vergelding, die sterk gericht wordt op behoud van een beteren mensch voor en in de ge meenschap. Er zullen heel wat uitvoerders een taak hebben te vervullen. Ik denk aan de rechterlijke macht, die ik met groot vertrouwen een wellicht niet geheel nieuwe, maar toch waarlijk niet gemak- klijke taak zie opgelegd, aan het cen traal college voor de reclasseering, aan hetwelk ook een zeer belangrijke func tie is opgedragen, aan het college van regenten, waarvan ik voor heden nog slechts den voorzitter kan begroeten in den persoon van den president van de Minister Goseling De Gouverneur-Generaal van Ned.-lndië bracht onlangs een bezoek aan de Vorstenlandsche zelf bestuurders. Aankomst van den G.G. voor het gouvernementshuis te Djokjakarta Zutfensche rechtbank, Mr. Bybau, wien ik dank zeg voor de bereidwillige aan vaarding van deze nieuwe taak. Afzon derlijk noem ik den directeur, zijn me dewerkers in de leiding en op de ove rige posten in den dienst van het ge sticht. Ik vertrouw op een goede, hartelijke samenwerking zonder meer, met erken ning van elke functie en verantwoor delijkheid. Maar dat het tegenover de jonge menschen heel speciaal op de d a -g e 1 ij k s c h e leiding aankomt, spreekt zoozeer vanzelf, dat een ieder het zal begrijpen, wanneer ik heel in het bijzonder verwachtingen vestig op de toegewijde zorg en de tactvolle lei ding van het directorium en al zijn medewerkers. Onder die medewerkers nemen een zeer belangrijke plaats in zij, die de geestelijke verzorging op zich hebben genomen. Zij zullen deze taak, in het licht van hun hooge roeping, ongetwij feld met verdubbefden ijver willen ver vullen. Wanneer ik denk aan vergelding en verbetering houdt onweerstaan baar deze gedachte mij vast: „de laatste vergelding komt slechts toe aan God alleen, Hij is het, die har ten en nieren doorgrondt, en die ook de kracht en de genade geeft tot werkelijke i n n e r 1 ij k e verbe tering. Door deze gedachte geleid aldus besloot spreker roep' ik Gods bescherming en zegen in-over den arbeid, die heden wordt aan gevangen. Moge Zijn geest de w er kers èn de jonge menschen, die in dit gesticht zullen verblijven, lei den, opbeuren en sterken. Na de openingsplechtigheid volgde een rondgang door het gebouw ter be zichtiging der nieuwe gevangenis. Haring en wittebrood aan 4000 gegadigden. Kermisver makelijkheden overal Optocht uit de klassieke oudheid LEIDEN, 2 Oct. In Leiden wordt vandaag op de gebruikelijke wijze het feest van Leiden's Ontzet gevierd. Reeds voor dag en dauw heerschte op straat een geweldige drukte en de ingezetenen, die nog in diepen slaap waren tenge-, volge. van de feestviering van den vori- gen avpnd, toen een groote taptoe, met rondgang door de stad, het feest had ingezet werden reeds vroeg in den morgen gewekt door het Leidsche Po- lil iemuziekgezelschap, dat onder het blazen van vroolijke marschen een mu- zi kalen rondgang door een groot deel van dé' £taÜ maakte. Terwijl dit muziekgezelschap door Leiden's straten trok, werd in het Waag gebouw met de traditioneele uitdeeling van haring en wittebrood aan ongeveer 4000 gegadigden een aanvang gemaakt. Evenals vorige jaren hadden ook dit jaar de N.V. Wed. Je. van Nelle Zn. te Rotterdam als extra feestgave" voor deze gegadigden gratis pakjes koffie en tabak beschikbaar gesteld. Te 8 uur vanmorgen werd in het Van Een herdenkingsrede in het Bataafsch Genootschap voor Kunsten en Weten schappen Het werk van Steven Hoogendijk ROTTERDAM, 2 Oct. In een ver- eenigde vergadering van het Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte en het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, welke hedenochtend hier ter stede in Tivoli werd gehouden ter herdenking van het feit, dat vóór 150 jaar cle stoommachine in ons land werd ingevoerd, hield ir. F. Muller een her denkingsrede. Hieraan is het volgende ontleend: Reeds in het middefl van de 18de eeuw deed Steven Hoogendijk, een welgesteld klokkenmaker, wonende op het Haring vliet te Rotterdam van zich spreken door zijn belangstelling in de bemaling van onze lage landen, tot welker ver betering hij vrijen tijd en geld beschik- haar stelde. In een neven-betrekking als „stadsbouwmeester" van Rotterdam heeft hij bij de Oostpoort een sterken molen doen bouwen, die, afhankelijk van den waterstand in de rivier met een groot en'of een klein scheprad kon werken. Zijn aandacht werd ge trokken door de beschrijving der „vuurmachine". die niet alleen in En geland, maar ook in Frankrijk en andere landen van Europa meer en meer toepassing vond. Hoogendijk stichtte in 1769 „Het Ba rna fsch genootschap der proefondervin delijke wijsbegeerte", waarin hijzelf op den achtergrond bleef en zijn vrienden Jacob Daniel Huichelbos van Liender en dr. Lambertqs Bicker naar buiten liet optreden. Meer en meer ontwikkelde zich bij Hoogendijk het denkbeeld, om, ook zon der steun van derden, uit eigen midde len een vuurmachine te doen bouwen. In een vergadering van het Ba taafsch Genootschap van 1772 werd door prof. Allemand uit Leiden een model van de vu.urmachine in wer king vertoond, en in 1774 werd door het stadsbestuur aan Huichelbos van Liender c.s. vergunning verleend een vuurmachine op te richten in een ouden kruittoren nabij de Oost poort. Deze plaats was gunstig, om dat zij de gelegenheid bood het wa ter uit de stadsgrachten in Schie- lands hoogen boezem te pompen. De inrichting bestond uit een ronden ijzeren ketel, die uit Engelsch materiaal ter plaatse is samengeklonken. Het was een vrij groote machine, waarvan de opstelling ongeveer f 30.000 heeft gekost," een voor dien tijd zeer groote som gelds. Ondanks herstellingen en verbeterin gen gingen de houten pompen, voortdu rend kapot. Er waren er acht, van welke 3 met geringe slaglengte. Eindelijk zou in October met slechts 3 pompen een be proeving gehouden worden door een commissie van 4 heeren benoemd door Gecommitteerde Staten van Holland en Westvriesland. Helaas was door gestagen oostenwind de waterstand van het binnenwater zoozeer gedaald, dat een behoorl.ike proefneming niet kon plaats vinden Men kreeg verlof de beproeving te herhalen, hetgeen eerst geschied is in het volgend jaar 1777, eveneens met ne gatief resultaat, zoodat een ongunstig rapport werd uitgebracht. De oorzaak der mislukking De mislukking is voor een deelde wijten geweest aan de eigenzinnig heid van Steven Hoogendijk. dte den goeden raad van Hornblower, om de houten pompen te vervangen door andere van betere constructie of wel door een flinke, ijzeren pomp, niet wilde opvolgen. Nog gaf men den moed niet op en in Juni 1778 werd, een prijsvraag uitgeschreven tot verbetering van het pompstel. Hierop zijn 11 antwoorden ingeko men, van welke er 3 bekroond kon den worden. Een der drie bekroonden was de heer Rhijnse Lieve Brouwer te Amsterdam, later tot dr. Phil, gepromoveerd, die zich reeds eerder als een warm voor stander van de stoommachine had doen kennen. Hij ontving van den bankier Jan Hope de opdracht, op diens buiten „Groenen- dael" te Heemstede een kljeine vuur machine te bouwen voor de bevloeiing van een nieuw aangelegd park, in den drogen zandgrond,, orndat de daartoe gebouwde yijzelrwindmolen te weinig water opvoerde. Zijn machine is in 1781 te werk gesteld. De molen met zijn beide balies of een imitatie ervan bevindt zich nog aan den ingang van het park „Groenendael" der gemeente Heemstede. Intusschen hield het Bafaafsch Ge nootschap zich met ongedoofden ijver met de stoommachines* bezig. Bicker en Huichelbos van Liender wis ten in 1784 den hoogbejaarden Steven Hoogendijk te bewegen om ree,ds bij zijn leven een bedrag van f 25.000.beschik baar te stellen om een nieuw stoom gemaal op te richten in een polder in de nabijheid van Rotterdam. Aanstonds is men aan het werk getogen. Na veel moeite en voor veel geld werd voor 4 jaren een stuk land gehuurd in den polder Blijdorp bij de Schie. Dc autoriteiten verleenden de vergunning tot oprichting van een stoommachine, die bij Boulton en Watt in Engeland werd besteld. Er was veel tegenwerking o.a. van do boeren, die wezen op het brandgevaar en vreesden, dat door het geraas hun koeien geen melk zouden geven. De machine van Blijdorp De machine van Blijdorp heeft met groot succes gewerkt. Van de boeren ondervond men echter steeds tegenwer king. Toen het echter in November veel regende met weinig wind, was Holland in last. Nu verzochten de hoeren aan directeuren om de machine (gratis) te laten werken. Aan dit verzoek werd vol daan an. gestadig doorwerkend, heeft men niet alleen don Blijdorpschen Pol der, maar ook den daarnaast gelegen polder Cool, tezamen S05 morgen 690 H.A.. in een korten tijd op peil kunnen brengen. In1 de droogmakerij „Mevdrecht" is vervolgens in 1793 een stoommachine der Werfpark een begin gemaakt met de uitvoering van koraalmuziek onder lei ding van den heer Leo J. Mens. Eenige honderden zangers en zangeressen na men hieraan deel en het muziekgezel schap Orpheus zorgde voor de instru mentale begeleiding. De ronde van Leiden Inmiddels waren ook de wielerwed strijden, genaamd De Ronde van Leiden, aangevangen. Een groot aantal deelne mers, waaronder enkele bekende wiel renners, ztooals A. van Amsterdam en anderen, allen Leidcnaars of oud-Leide- naars, namen aan deze wedstrijden deel. De ronde liep van het Levendaal over dc Geeregracht en Jan van Houtbrug naar den Zoeterwoudschen Singel, van waar via de Plantage dezen zelfden weg terug moest worden afgelegd. Deze afstand, groot circa 1900 Meter, moest maal worden gereden, zoodat de lengte van het parcours ongeveer 47 K.M. bedroeg. Voor de winnaars waren velschillende prijzen beschikbaar ge steld. Van 10 uur tot half elf werd op de Vischmarkt de fontein in werking ge steld, welke gedurende dit half uur haar zilverwitte waterstralen omhoog spoot, zoor tot vermaak van do jeugd, die in grooten getale daarbij aanwezig was. Een groot deel van de feestgangers begaf zich naar het Schuttersveld, dat als Lunapark was ingericht en waar tal van kermisvermakelijkheden waren op gesteld. Drukte culmineerde in den middag Langzamerhand werd het drukker en drukker in de stad. Treinen, trams, autobussen en andere middelen van vervoer brachten uit andere plaatsen drommen feestgangers aan. De Beesten markt en andere aangrenzende stadsge deelten stonden vol met kramen, waar allerlei eetwaar, zooals gerookte paling, versche en zure haring, oliebollen enz. werden verkocht. Hnrdloopers van luie Kees, degenslikkers, vuurvreters, liedjes zangers, orgeldraaiers enz. droegen het hunne er toe bij om aan de feestviering luister bii te zetten. De koffiehuizen, cafc taria's_, libotaria's of hoe zij ook heeten mogen maakten goede zaken en de tal rijke restaurants verspreidden de geuren van de daar toebereide hutspot met klapstuk, hef gebruikelijke menu op den dag van Leiden's Ontzet. Groote optocht Tegen 1 uur vanmiddag zette de groote optocht, welke op het terrein aan den Hoogen Rijndijk was opge steld, zich in beweging. Deze bracht in beeld verschillende mythen en sagen uit de Grieksche en Romein- sche oudheid. Do bekende goden en godinnen uit dezen tijd, zooals Zeus, Hera, Pallas-Athene en anderen, rnet hun gevolg, gezeten op daartoe Bi| DIARRHCC en klioxachtigo gestellen dooi tal van Doctoren aanbevolen. KR ACPEIICN HOIM :toren SIM f vraagt uw apotheker of drogist speciaal ingerichte wagens ook zegewagens door paarden voort getrokken, werden in dezen optocht, waarin talrijke muziekcorpsen mede optrokken, uitgebeeld. Het geheel bestond uit veertien groepen, waar van de laatste moest voorstellen de inneming van Troje met het beken de groote houten ppard. De optocht, die veel bekijks had, werd besloten met het muziekcorps van het 6de re giment veldartillerie te paard. Nadat deze optocht eenige uren door de stad was getrokken, trad een zekere rust in, opdat de Leidcnaars en de van buiten gekomen zijnde feestgangers zich aan het nuttigen van de traditioneele hutspot met klapstuk te goed konden doen. Wat er vanavond geschiedt Vanavond zal de feestviering worden voorgezet met een cabaret-voorstelling in de stadsgehoorzaal onder leiding van Theo Bouwmeester en een feest on het Schuttersveld, waar op een hosvlonder rondom een muziektent volop gelegen heid zal zijn om zich aan hossen te goed te doen. Tot besluit van de officieele feestvie ring zal op het Schuttersveld vanavond half elf een groot, uit 87 nummers be staand vuurwerk worden afgestoken. van Boulton en Watt geplaatst. Ook de- prenten enz. enz. ze machine heeft goed gewerkt, doch maakte een heele lijdensgeschiedenis rpee. Doordat de machinist het mecha nisme ruw behandelde brak n.l. de groote hefbalk. In 1808 werd de machine door brand vernield. Ih 1809 weer in dezelfde ge daante herrezen, heeft zij tot einde 1812 gewerkt. Toen moest zij wegens de duur te der steenkolen worden stopgezet. Spr. behandelde vervolgens de plaats van de stoommachine in het heden. En thans is. zoowel met de stoomketels als de stoomwerktuigen, de grens van het technisch mogelijke nagenoeg be reikt Huet opperde in zijn rede in 18S7 het denkbeeld, de namen van Steven Hoo gendijk, Jacob Danie.l Huichelbos van Liender en dr. Lambertus Bicker te eeren door de 3 stoomgemalen van de oude stad naar hen te noemen. Maar ik zou gaarne zien aldus besloot ir. Muller, dat zulks.geschiedde door een gcdénkteekeri te plaatsen in het nieuwe gedeelte van Rotterdam, dat den naam „Blijdorp" draagt. Het is een gelukkig toeval, dat zulk een monument opgesteld kan worden precies op de plaats, waar eertijds de machine van Blijdorp heeft gestaan, en wel in het plantsoen van den statenweg Ir. Muller gaf van de eerste stoom machines eerj uitvoerige beschrijving. Een en ander lichtte hij toe met behulp van op het witte doek geprojecteerde beelden, schematische voorstellingen, Opening der tentoonstelling door hoofdcommissaris Versteeg AMSTERDAM, 2 October. De houding van het publiek tegenover het verschijnsel „persfotograaf" is nog altijd, na de dc/tig jaren waar in de persfotografie tot ontwikke ling i6 gekomen, met een zekere schuwheid gemengd. Soms zelf is het een afwijzendo houding. En daarin juist is het voornaamste mo tief voor het organiseeren van de persfototentoonstelling gevonden, die vanavond officieel voor genoodigden is geopend en met ingang van mor gen in het gebouw „Heystee" op de Hcerengracht voor het publiek toe gankelijk is. De persfotografen hebben immer9 de noodzakelijkheid gevoeld, de moeilijkhe den en vooral de resultaten van het be roep op een iets rustiger wijze onder de aandacht van het publiek te brengen, dan de courant dat doet. Een tentoon stelling is bij uitstek daarom do gele genheid, temeer daar er ditmaal eenige met de fotografie in verband staande lezingen aan zijn toegevoegd. Dat bo vendien deze tentoonstelling geen voor barige geste is, wordt, naar de heer Otto W. Zeegcrs, secretaris van de tentoon stellingscommissie, ons duidelijk maak te, bewezen, eenerzijd6 door het groote succes van haar voorgangster, die het vorig jaar in de Apollohal is gehouden, en anderzijds bijvoorbeeld door het feit, dat het niet lang meer zal duren of de persfotograaf moet in staat zijn actueele kleurenfoto's te maken. Om half negen vanavond was een groot honderdtal genoodigden bijeenge komen om de ofUcieelc opening door den heer H. J. Versteeg, hoofdcommis saris van politie, bij te wonen. Na een welkomstwoord van den voor zitter van „De Ned. Illustratiepers", den heer A. J. G. Strengholt, vestigde de heer J. Th. A. van der Wal, voorzitter van de Ned. Ver. van Persfotografen en Filmoperateurs, in een rede rle aandacht op de goedo verstandhouding die er is ontstaan tusschen de N.I.P. en de N.V.P., cn dientengevolge tusschen deze heide instituten en de autoriteiten. Toch moest spr. de wensch van het hart, dat eiken bonafide persfotograaf en film operateur één voor het geheele land gel dige perskaart worde verstrekt. Vervolgens sprak de heer Ver steeg zijn openingsrede uit, die hij zeide met genoegen te houden, omdat hij de persfotografie een zeer belangrijk gebeuren op cultureel ge bied acht. Na een kort overzicht te hebben gegeven van de ontwikkeling van de persillustratie, verklaarde spr., dat hij, noch zijn voorgangers, er ooit eenige behoefte aan hebben eehad om de kracht van een wan delstok te meten met die van een persfotografencamera. Er is dan ook een zeer goede verstand houding tusschen de persfotografen en de overheid, en ieder weet zijn plaats. Met een lofwoord voor het verdienste lijke werk van de persfotogrofie, ver klaarde spr. de tentoonstelling voor ge opend. De 240 inzendingen zijn ondergebracht in 8 rubrieken, voor elk waarvan een drietal prijzen is uitgeloofd. De jury, be staande uit da heeren Th. Moussault, L. .T Jordaan en Jo Spier, heeft de in zendingen op de eerste plaats beoor deeld naar hun waarde als persfoto's. Dus als foto's, die blijk geven van de meeste journalistieke flair van den ver vaardiger. De eerste prijswinnaars zijn: Co Zeylemaker, J. H. C. Vermeulen, W P. Zeylemaker (tweemaal), J. F. van Bilsen, Otto W. Zeegers en A. B. G Press Service.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 9