Hoe uit een plagerij
•sen sport ontstond
Uit een groot
gevaar gered
RUBRIEK VAN
OOM BOB
Denk eens goed na
ABOi
Binne.
POST
y KINDER COURANT
Engeland is altijd al het land van de
sport geweest. Ook in de tijd, toen in
andere landen nog haast niemand aan
sport deed, werden er in Engeland al
verschillende takken van sport beoe
fend Op de scholen werd honderd jaar
geleden al gevoetbald door de leerlin
gen. Voetballen stond van oud6her b.v.
op het programma van de school te
Rugby, die al in 1567 opgericht werd
en waaraan de rugby-sport haar naam
heeft te danken.
Het was een mooie zomerdag in 1823.
De lessen waren afgelopen en de leer
lingen van de kostschool te Rugby
mochten gaan spelen. Natuurlijk werd
er gevoetbald! Maar van de jongeren,
die meededen, was er een, die voort
durend geplaagd werd. Wat hij uitge
voerd had en waarom de anderen zo
op hem gebeten waren, weten we niet.
Maar een feit is, dat ze het op hem
gemunt hadden. Als hij een ogenblik
tie bal had en hem naar het doel werk
te, dan kon hii er zeker van zijn dat
een van zijn eigen partij, hem op het
laatste moment de bal afnam, voort
durend werd hij geduwd of beentje ge
licht. Dat liet het kleine jochie zich
niet meer welgevallen! Hii werd steeds
meer woedend, met een vuurrood hoofd
van kwaadheid rende hij rond en het
liefst had hij al die jongens eens flink
afgerammeld. Maar wat kon bij alleen
beginnen, tegen zoveel groteren!
Opeens, zonder zich te bekommeren
om de regels van het spel, ving hij van
kwaadheid de bal met zijn handen op
en liep er hard mee weg, regelrecht
naar het doel, waar hij hem met een
goedgemikte zwaai prachtig doorheen
gooide.
„Dat geldt niet!" schreeuwden de jon
gens verontwaardigd.
„En ik vind dat het wel geldtl" riep
de kleine knaap en hij lachte al de
boze kameraden uit.
Een paar dagen later, toen de Rugby-
jongens al een hele vrije middag gevoet
bald hadden, stelde er één voor om het
nu eens te spelen, zoals die kleine jon
gen het laatst had willen doen. Ze de
den het, zo maar voor de grap, en ze
vonden het erg leuk. De leraren zeiden
eerst wel dat het zo geen spelen was,
maar langzamerhand begonnen ze de
nieuwe methode toch ook wel aardig
te vinden en zj weed dit spel algemeen
op de school te Rugby ingevoerd.
Toen een paar weken daarna leerlin
gen van andere scholen een bezoek
brachten aan de Rugbv-school, waren
ze eerst hoogst verbaasd over de vreem
de manier van vr f tballen", die ze er
daar op na hielden. Maar toen ze het
ook een keer gedaan hadden, vond het
spel direct bijval. En zo verspreidde het
zich langzamerhand over de andere
scholen door heel Engeland.
„Maar hoe heet dit spel dan toch?"
vroeg iemand.
„Ik weet het heus niet, het heeft geen
naam, geloof ik. 'k Weet alleen dat het
in Rugby voor het eerst gespeeld werd"
luidde het antwoord.
„Nou", zei de eerste weer, „laten we
het dan „Rugby" noemen!"
En zo is het gebleven. In het midden
van de negentiende eeuw begon het
nieuwe spel al over Europa en de hele
v\ereld verspreid te raken. Tegen het
eind van die eeuw hadden verschillen
de landen een „Rugby-Bond". Als jullie
ook aan die sport doet of het soms eens
speelt, op gymnastiek, dan moeten jul
lie maar eens denken aan dien kleinen
Engelsen jongen, die zo geplaagd
werd, dat hij van kwaadheid een nieu
we sport uitvond!
De rivier zonder brug
Drie mannen maakten een wande
ling. Op eens stonden ze voor een brede
rivier en tot hun schrik ontdekten ze,
dat er in geen velden of wegen een
brug te zien was. Ze liepen een eind
langs de rivier en gelukkig zagen ze
een bootje liggen: twee jongens waren
er net ingestapt en wilden wegroeien.
Deze wilden de mannen wel overzetten,
maarhet bootje was maar heel klein
de beide jongens kon het net houden
maar een man en een jongen waren
al te zwaar, dan zonk het bootje. Toch
zijn de drie mannen op de andere oever
gekomen. Hoe hebben ze dat gedaan?
Opl: De beide jongens roeien eerst
naar de overkant, een van de twee gaat
aan wal, de andere roeit terug, nu gaat
een van de mannen in het bootje en
roeit naar de andere zijde. De jongen
die daar staat roeit weer terug.
De beide jongens gaan weer in het
bootje, één blijft weer aan de overkant
en de andere roeit terug. Weer gaat
een van de mannen in het bootje en
komt aan de overzijde. Nog eens her
halen ze hetzelfde. De jongen gaat
terug, de twee roeien samen weer naai
de overkant. Een van de jongens gaat
den oden man halen en blijft zelf ach
ter. Ten laatste gaat de andere jongen
hem weer halen en d&n zijn ze allemaal
aan de overzijde.
HET ZWEVENDE El
Het is mogelijk om een ei te laten
zweven in een vloeistof. Hoe kan dat
nou, zul je zeggen, een ei is toch veel
te zwaar? Toch kun jij het ook! Om
dit kunstje uit te voeren, moet je twee
vloeistoffen in een glazen pot doen.
Eerst doe ie de pot halfvol met water,
waarin heel veel zout is mwelost. Daar
na vul je de pot heel langzaam en voor
zichtig met gewoon water bij. Dit is
lichter dan het zoute water en zal dus
boven blijven. Als ie nu heel voorzich
tig het ei in de vloeistof laat glijden,
zal het blijven zweven op de grens van
het zoute en het gewone water.
Een verhaal uit het
rotsgebergte van Noord-
Amerika
'door MAJA VAN HEYNEN
De machinist stond op zijn locomo
tief, klaar om weg te rijden.
„Vader" klinkt er opeens een stem.
Hij kijkt naar buiten, daar staat Koen.
zijn zoontje, en klimt meteen op de
treeplank.
„We gaan vandaag een schoolreisje
maken, vader, de hele school en ze
fitten allemaal in uw trein! U rijdt on
ze hele school, vader! Leuk hé? Mae
.ik bij U op de machine staan? Ik zal
nergens aankomen, alleen maar zien
wat u moet doen! Meneer vindt het
goed, ik heb het hem gevraagd." Vol
verlangen kijkt de jongen naar zijn
vader op.
„Nou, goed!" Het gezicht van Koen
straalt, hii klimt vlug op de locomotief
en daar gaan ze! Buiten schijnt de zon
vader zorgt voor de machine, Koen
kijkt z'n ogen uit z'n hoofd.
Plotseling draait hij zich om naar
zijn vader, die juist achter hem 6taat:
„Vader, kijk eens, wat is dat voor een
trein, die ons tegemoet komt?"
De vader schrikt, kijkt snel op en
wordt doodsbleek. De trein rijdt tegen
ben berg op, het is een enkel spoor. Ver
stijfd van schrik kijkt de machinist
Voor zich uit, er is geen twijfel moge
lijk, in volle vaart komt een trein van
de berg afrijden, zijn trein tegemoet.
Uitwijken kan absoluut niet! Het zijn
goederenwagens, zonder locomotief,
waarschijnlijk onderweg losgeraakt, die
nu langs de helling terugrijden, zon
der bestuurder. Zwaarbeladen goede
renwagens zijn het, daarom hebben ze
zo'n razende vaart naar beneden. Hij
kijkt naar Koen. die met opeengeklem
de lippen ziin vader aanziet. Ook de
iongen begrijpt het gevaar. Een ruk aan
de rem. de trein staat stil. „Koen" zegt
de machinist schor, „zie je deze hen
del?" ...Ta vader!"
„Dat is de rem Ik zal de trein terug
laten rijden. Weet jij die oude dikke
beuk even voor Erthford?" ...Ta vader!"
„Als de trein daar voorbii is. moet je
met alle kracht aan de rem trekken,
begrepen?" „Ja vader!"
De machinist slikt even. zijn gezicht
wordt vastberaden. De trein rolt al
terug, in snelle vaart weer van de hers
af, die hij langzaam bestegen is. Tien
zware goederenwagons rollen als 'een
dreigend gevaar in tomeloze vaart er
achter aan. De reizigers hebben begre
pen dat er iets gebeurd is, ze verdrin
gen zich voor de raampjes.
„Bjj de beuk remmen!!" schreeuwt
de machinist nog eens, dan springt hij
uit de rijdende trein. Hij rent vooruit,
de naderende goederen wagens tege
moet, een stang houdt hij in de hand
geklemd. Daar moet een wissel zijn, die
naar een oud bergspoor voert, dat niet
meer gebruikt wordt. Voor 'n deel zijn
de rails al opgebroken, maar de wissel
is er nog, moet er nog zijn! Ja, daar
ligt hij, de machinist stort er zich op.
Hij stoot krachtig de stang tussen
de rails, maar de oude wissel is vast
geroest. Geen beweging is er in te krij
gen! Met onheilspellende gelijkmatig
heid komen de goederenwagens nadel
en nader! I-Iet zweet breekt den man
uit! Tweehonderd kinderen verkeren in
levensgevaar en daarbij is Koen, zijn
jongen! Hij rukt, hij duwt. hij wringt,
hij werpt zijn hele gewicht op de stang,
die ombuigt. Opeens... ja... het gaat!
De wissel geeft mee en verschuift!
De man tuimelt op de grond. Als van
heel ver hoort hii de goederenwagons
voorhij donderen, hoort ze knarsend op
de verroeste rails draaien en hoort hoe
ze met een donderend lawaai in de
afgrond storten. Gered! Maar de jon
gen, de trein?
Koen heeft gedaan wat zijn vader
hem heeft opgedragen. Even voor Erth
ford stopte dp trein. De reizigers spron
gen er uit, de kinderen kwamen aan
hollen, niemand wist wat er eigenlijk
gebeurde Toen zagen ze plotseling de
goederentrein in de afgrond storten En
ze begrepen De machinist ontwaakte uit
zijn verdoving als de mensen bij hem
komen. Ze helpen hem op staan, ze
dragen hem naar de trein, ze juichen
hem toe en bedanken hem. Maar d?
vader zegt geen woord. Hij trekt zijn
jongen naar zich toe en streelt hem
over zijn haar.
DRIE KLEUTERS
Drie kleine keutertjes
Die liepen op een draf
Het geurend rozenlaantje
Met hun gedrietjes af.
Aan 't eind van 't rozenlaantje
Staat een huisje klein.
Daar moesten die drie kindertjes
Voor moeder even zijn.
In dat heel klein huisje
Daar woont de oude „Bet"
En toen de meisjes kwamen.
Had „Bet" fijn thee gezet.
Want „Betje" die was jarig.
Had moeder hun gezegd
En in 't boodschapmandje
Van elk wat in gelegd.
Zij boden met hun pakjes
Een Lief klein wen6chje aan,
In „Betjes" oude oogen
Blonk er van vreugd een traan.
MARY.
„DE POESENFAMILIE"
Op den zolder in een hoekje
Liggen poe6 en kindjes saam.
Heel gezellig en knusjes
Bij het hooge vensterraam.
Moeder poes ze heet Minetje
Hield de kleinen aan de praat
En vertelde de gevaren,
Waar het bij een poes om gaat.
Luister nu Mimi en jij Louki,
Nellebel en kleine Moor,
Al6 we strakjes weer gaan wandelen
Spits dan allen goed je oor.
Want beneden in het tuintje
Is een heel mooi bloemenbed,
Vrouwtje stuurt ons allen weg,
Als je daar een pootje in zet.
En dan bij de aardbeiplantje6
Niet aan 't kuiltjes graven gaan.
Anders is het wis en zeker
Met ons allemaal gedaan.
MARY.
BESTE Nichten en Neven!
Ziezoo, daar ben ik weer. niet met
groot nieuws, maar wel met bij
zonderheden, die voor de familie en
voor mij van belang zijn.
Eerst zal ik Ainée haar zin doen- Dit
nichtje wil graag brieven schrijven
aan een adres van een jongen of een
meisje in Suriname of Curacao. Ik
weet op het oogenblik geen enkel
adres, maar het is best mogelijk, dat
een van jullie er één weet. Vragen jul
lie eens aan jullie ouders of kennissen.
Dan hoor ik daar. nog wel van, niet
waar?
Dan de opstellen! Tot en met Woens
dag hebben jullie nog den tijd ze in te
leveren. Niet, dat ik daarover t® kla
gen heb, want ik heb er al aardig wat.
Maar het kan nog beter, daarom waar-
t»chuw ik degenen, die nog geen opstel
nstuurdon. eventjes. Op het oogenblik
heb ik ze van: Zwartkopje, Speen-
kruidje. Boefje, Shirley Temple, Ma
deliefje, Ainée, Trekvogel en Stepha
nie. terwijl andere familieleden schre
ven dat ze deze week zouden sturen.
Wat betreft den ruilhandel, ik mocht
heel wat ontvangen, maar ja, tevreden
is Oom Bob toch nog niet.
Postzegels van Nederland en Indië,
Dr06tebonnen, Jamboreezegel 12'/t ct.
vooral nieuwe boekenbon-
n e n. daar houd ik me zeer voor aan
bevolen.
En nu steek ik maar van wal met
met familienieuws en de brieven.
De groeten doen: Stephanie aan Duin
pieper en de Wolf; Evangeline Booth
aan de heele familie: Zonnetje aan alle
nichten en neven; Zwartkopje aan
Bruinoogje; Bruinoogje aan Boefje,
Trekvogel en Zwartkopje.
BRIEFWISSELING
Stephanie heeft zich gelukkig be
dacht en ik ben ervan overtuigd, dat
we daar allebei pleizier van zullen heb
ben. Ik vind het ook leuk. dat ie Girl
Pat aanspoort om mee te doen. Ik heb
an dat nichtje wel eens aardig eigen
werk in de kinderkrant gelezpn Je op
stel heb ik ontvangen en ik zal nog
eens zien, wat ik ermee doen zal. Dat
merk je dus nog wel Stephanie en nu
neem ik afscheid en groet je. (Ken je
Duinpieper en de Wolf?)
Evangeline Booth is hoos op
zichzelf, omdat zij in heel langen tijd
niet geschreven heeft. Nu behoef ik dus
niet boos op haar te zijn, want dat zou
toch niet helpen. Trouwens zij heeft be
terschap beloofd, met ander® 'voorden
elke week krijg ik een brief van mijn
nicht met goede raadseloplossingen!
Het kon best gebeuren, dat ik Paula-
bonncn voor je klaar laat leggen. Kom
Maandag maar eens kijken!
Zonnetje, buiten schijnt het Octo-
ber-zonnetje en voor me ligt een zonnig
briefje. Je vraagt om een lang praatje,
maar een kolom wordt het niet hoor!
Je vertelt me veel goed nieuws over je
familie en zelf hen je ook tevreden.
Beter kan het al niet. Zeg, wat een
drukte met al die logee's. Een paar we
ken vind ik nooit onaardig, maar zoo
veel maanden! Enfin, daar heb je een
zonnig humeur voor. Je bent natuurlijk
enthousia6t over Afrika en Indië, maar
toch zou het je niet meevallen, om zoo
ver van huis te moeten wonen. Nu
neem ik heusch afscheid, Zonnetje,
anders komen de andere familieleden
te kort. Gegroet hoor!
Zwartkopje is, geloof ik, blij, dat
de winter in aantocht is. De avonden
zijn wel gezellig, maar toch houd ik
meer van den zomer. Met je tanden
hen je heusch ongelukkig, maar dat val
len met de rolschaatsen is eigen onvoor
zichtigheid.
Maar jij bent een nichtje, dat wel te
gen een paar zeere plekken kan, niet
waar?
Piccolo houd ik streng aan haar
belofte, dus opgepast. Wel dank ik je
voor je raadsel. Ik zal het bewaren.
Blauwklokje, voo jou geldt het
zelfde al6 voor Piccolo. Hoe oud word
je Dinsdag? Laat ik eens raden! Ik
schat je op 11 jaar. Ben ik ver mis?
Van Bosviooltje en Napoleon hoor ik
ook niets meer. Maar wie weet, duiken
ze op een goeden dag te voorschijn.
Tot de volgende week, kleine bloem.
Schooiertje is ook al blij met
den wintertijd. Zeg, heb jij zoo'n fijne
kamer met radio? Schrijf daar dan
maar eens een mooi opstel over. het
onderwep i6 juist zoo leuk Ik zal maar
niet vragen, of jij de oudste bent, want
dat is zeker niet het geval. Ik heb
nichten en neven, die in hoogere klas
sen zitten, hoor. Had je niet gedacht,
hè? Ik ben erg blij, dat het je op school
bevalt. Zorg maar voor goede cijfers,
want een goed begin is het halve werk.
Ainée, het eerste, wat ik altijd doe
is jullie brieven van a tot z lezen en
dan op het belangrijkste antwoorden.
Je zoekt correspondentie met Suriname
of Curacao. Ik zal aan de familie om
hulp in dit geval vragen. Licht, dat één
van hen een adres weet. Je hebt veel
zorg besteed aan het opstel Ainée. dat
vind ik prettig. Ik vond je brief nog
heel lang hoor! Het beste, Ainée.
Pinguin brengt me uitvoerig ver
slag uit over een dwaaltocht door de
bossen, welke goed afliep en een rijke
buit aan paddestoelen opleverde. Maar
nu zijn jullie met dat al niet naar de
bosvijver geweest. Dat komt dan zeker
een volgende keer in orde hè? Denk je
er aan, om je opstel in te sturen, want
het zou jammer zijn, wanneer ik het
niet op tijd kreeg. Gegroet, Pinguin.
Pinksterbloem vertelt over
school, omdat ze weet. dat ik dat leuk
vind. Daar heb je gelijk aan. Het is al
tijd prettig om eens te hooren. wat een
ander zegt van een tijd, welke men
zelf ook vroeger meegemaakt heeft. Je
schrijft zoo druk over gymnastiek, houd
je daar misschien het meest van? Ik
zal eens kijken of ik iets voor je doen
kan met de postzegels, maar ik ben er
een beetje bang voor, Pinksterbloem.
Bruinoogje, van die tocht heeft
Pinguin ook verteld. Zee, jullie vinden
dat op school natuurlijk heerlijk om
buiten in de hossen gezamenlijk padde
stoelen te zoeken. En niet te vergeten
een prijs, wanneer je het mooiste mand
je had. Ik had gedacht, dat jij zeker tot
degenen zou behooren. die een prijsje
machtig werd. Maar dat viel jammer
genoeg tegen hè! Gegroet Bruinoogje.
Leergraag, doe je de groeten aan
je zusje en vraag haar of ze me wat
over haar reis naar Zaandam wil
schrijven. Jij bent. geloof ik. beste
vrienden met de kleine poes, twee rob
bedoezen dus bij elkaar. De raadsels
vielen tegen, nietwaar. Yolsende keer
beter, Leergraac. Ik zal je fijn aan si
garenhandjes helpen, hoor!
Duinpieper kan ik gerust een
kort briefje schrijven, want afgaande
op haar vroolijke, spottende brief,
zwoegt ze van de vroege morgen tot
de late avond Zoo iemand mag ik na
tuurlijk niet lastig vallen met een lang
praatje. Dus kleine spotvogel, wensch
k je sterkte bij al je arbeid en groet je
minzaam. Daaag!
Tompoes, ik vind het wat leuk,
dat je zusje aan de krant gaat meedoen.
Bedenk jullie maar een aardige schuil
naam. Je zegt, dat het op 6chool goed
gaat en meteen vertel je een verhaal
over strafregels. Dat is lijnrecht in
strijd met elkaar, maar dat is zeker be
doeld als afwisselng van de gewone
gang van zaken. Schrijf je me iets over
de film, waar je Woensdagavond naar
toe bent geweest, Tompoes? Je hebt
niets noodig voor den ruilhandel, merk
ik wel.
Bruinvis, ja. de tijd gaat snel.
Voordat je het goed weet. is het winter
en gaan de menschen alweer danken
aan de lente Ik vind jouw briefje al
tijd erg leuk. Doe je er lang over of
vlot zoo'n briefje altijd gauw? Voor
Paula-honnen wordt gezorgd, hoor!
Speelgraag, wat zal jij mij de
volgende week veel te vertellen hebben
In de eerste plaats, hoor ik van je of je
ook een prijs gewonnen hebt en verder,
hoe je de Indische teekeningen gevon
den hebt. Die tentoonstelling heb ik
ook gezien, zoodat ik heusch benieuwd
hen. wat jij ervan zegt. Gegroet.
S p e e n k r u i d j e, ik heb niet te
oordeelen over de opstellen. Dat doen
alle familieleden gezamenlijk. De op
stellen worden in de krant gezet en
dan geven de anderp nirhton en neven
er pen cijfpr \oor. Wip het best ge-
waardpprd wordt, krijgt de prijs. be«'e
nicht' Dus moeten we nu maar afwach
ten.
Babbeltje, wat heb ik van jon
pen fijne brief gehad. Werkelijk, ik
kan me indenken, dat zooiets groote
momenten op srhool voor je zijn. .Te
begint je taak voor de klas natuurlijk
altijd met angst en vrees, maar zoo
gauw je merkt, dat ze allemaal mee
werken. gaat het best. Toch vind ik het
reuze knap van ie, menigeen zou het
je niet nadoen. Ik verzeker je. Babbel
tje, dat je daardoor op de leeraren een
goeden indruk maakt.
Verder wensch ik je beterschap met
je verkoudheid en hoop ik je aan Hille-
bonnen te kunnen helpen.
Trekvogel, de reden, dat de raad
sels zoo moeilijk waren, lag daarin, dat
een ervan een verkeerde opgave in
hield. Het was dus begrijpelijk, dat jul
lie het vogel-raadsel niet oplossen kon
den. Leuk dat je Verkade-album vol is.
En nu ga ik je helpen met het Droste-
album. Trekvogel. Je opstel heb ik ge
kregen.
Paardebloem heeft het erg
druk met zijn schoolwerk. Je hebt ge
lijk, wie niet werkt, gaat niet over. Dus
doe je best. hoor!
Boefje, ik had er niet zoo gauw
aan gedacht, dat je een nichtje was. Je
schrijft ook zulke ferme, jongensachtige
briefjes, dat ik het heusch vergeten
was. Zeg, Boef. je opstel heb ik ge
kregen. Zul je flink je best doen op de
repetities en hooge cijfers halen? Houd
je me met de cijfers op de hoogte? Af
gesproken hoor!
W o u d 1 o o p e r, jij hebt toch nog
geboft, toen je voor de laatste keer aan
de raadsels meedeed. Natuurlijk blijven
we voortaan met elkaar ruilen en ik zal
zien in hoeverre ik je aan soldaatjes
of van Nellemerk helpen kan. Het bes
te, Woudlooper.
DE OPLOSSINGEN
Het eerste raadsel was, naar ik in de
krant bemerkte, een foute opgave, zoo
dat jullie onmogelijk de goede oplossing
konden vinden. Het telt dus niet mee.
Uit het andere raadsel kwam ons fa
milielid Bruinvis met de woorden:
Bruinvis, regelen, uitleg, index, nauw,
var fvos), ik en S. Voor zoover dat mo
gelijk was kreeg ik 11 goedé oplossin
gen.
Wie de prijswinnaar werd? Wel,
de kleine Boef was zoo geluk
kig. Vergeet vooral niet den prijs
te halen, Boefje!
DE RAADSELS
i
(Ingezonden),
Zoek de verborgen diernamen
in de volgende regels:
Ate en Dirk zijn grote vrienden^
Jan speelde op het orgel.
Anneke vergat haar boek.
Ik zag veel Amerikanen op de Jam
boree.
Otto schopte tegen een steen.
II
Op de kruisjeslijnen komt een plaats
je in de provincie Utrecht.
X x x X X X x
X
X
X
X
X
X
X
X
1. gevraagde plaatsje.
2. groot dier.
3. ramp.
4. dik.
5. dier.
6. soort schip.
7. achter.
medeklinker.
RUILHANDEL
M e v r. P. kan als gewoonlijk Dros
te- of Verkade-bonnen laten halen.
N. N. dank ik zeer voor de postzegels.
Evangeline Booth krijgt Pau-
la-bonnen.
Zonnetje zou heel graag nieuwe
boekenbonnen willen hebben. Als dat
maar kan!
De onbekende, die mij D. E. pun
ten en Drosteplaatjes 6tuurde, hartelijk
dank.
Zwartkopje vraagt Drostebonnen
en van Nellemerken.
J o h a n n S t r a u s z, in orde hoor,
en verder krijg je D. E. punten.
Piccolo kan ook D. E. punten ko
komen halen.
D. V. wil ik met pleizier helpen aan
5 Drostebonnen of -plaatjes.
Ainée vraagt postzegels van Ned.
en Koloniën, Suriname of Curacao.
Pinguin, voor jou zijn er postze
gels.
Pinksterbloem wil graag post
zegels van Ned. en Koloniën hebben en
vooral de Jamboreezegel \an 12'/2 cent.
Leergraag kan sigarenbandjes
komen haden.
Tompoes help ik aan eenige D E.
punten.
Bruinvis, voor jou zijn er Paula-
bonnen.
Speelgraag vraagt nieuwe of oude
boekenbonnen en lux-bonnen.
Babbeltje wil graas Hillebonncn
hebben.
Trekvogel kan DrostPbonnen ko- j
men halen.
Boefje houdt zich aanbevolen voor
postzegels van Ned. en Koloniën en I
Drostebonnen.
M d e B. dank ik hartelijk voor haar
mooie gift aan allerlei honnen.
Woudloper vraagt Kwattasol-
daatjes of van Nellemerken.
Jullie kunnen de ruilbonnen na
Maandagmiddag 3 uur op de oude
plaats komen halen.
Hartelijk gegroet door
OOM BOB.