VOOR DE VROUW Zelfbeheerschirig geboden KINDEREN EN DIEREN Q/METICn ko/dschmiérs Vorst Cobra %stitut ^osmetique PEPERNOTEN BIJ SPORT EN SPEL VOLDOET HET BESTE EEN PERMANENT WAVE VAN yyiauw /BQSÜIA ff Vruchten, de rijke gave der natuur Het gebruik van dubbel- koolzure soda SCHOONMAKEN VAN TWEED GEDIPLOMEERD SPECIALISTE DIPL. BERLIN. P. BUIJSLAAN XI Telefoon 1607 Door MARK CHANNING ONBEWUST worden, zoo schrijft mevr. Meyer-Swencke in de Holl. Huisvrouw, vaak fouten in de op voeding begaan, waarvan de draag wijdte echter niet overzien wordt. Wan neer men zich op een kinderspeelplaats bevindt, en op dit trefpunt de verschil lende moeders in den omgang met haar kinderen eens gadeslaat, dan kan men vele studies maken. Hoe pijnlijk kan het dan aandoen, indien men ziet. hoe weinig begrip sommige moeders aan den dag leggen, waar het den omgang met en de opvoeding van haar kinderen betreft. Wellicht géén vrouw zal welgemeen de raadgevingen in dit opzicht, meer be slist van de hand wijzen, dan een moe der, die haar kind verkeerd opvoedt Onlangs waren wij getuige van een voorval, dat zich op een kinderspeel plaats afhandelde en inderdaad de ver ontwaardiging der omstanders opwekte Een kleine jongen, die er ietwat ver waarloosd uitzag, kromme beentjes bad, die op Engel6che ziekte wezen en holle oogjes in een bleek gezichtje, had zich van aen naast hem spelend meiske eenige zandvormpies toegeëigend om er mee te gaan 6pelen. Plotseling tranen en een uiting van verontwaardiging van de zijde van de rechtmatige bezitster, een aardig ding van een jaar of drie. die heel begrijpe lijk haar eigendom trachtte te herove ren. Haar moeder, die naderbij kwam. sprak haar rustig toe en maande haar aan om het speelgoed met. het jongetje, dat wellicht \an gelijken leeftijd was, te deelen Als hij naar huis gine. zei de moeder, zou hij haar de vormpjes weer teruggeven! Op hetzelfde oogenblik zag de moeder van het kleine baasje, die op eenigen afstand met andere moeders had zitten praten, en tot dusverre niet naar haar kind had omeezien, dat hij de oorzaak was van het conflict en de tranen. Zon der meer sleurde zij het ventje van de zandhoop weg, gaf hem in het wilde weg eeniee gevoelige klappen, waarop allerlei harde woorden volgden. De andere moeders der op de speel plaats aanwezige kinderen waren vol komen ontdaan, maar waren tevens machteloos iets te doen, want hierdoor zou de driftige vrouw wellicht nog ver- toornder geworden zijn. De vrouw, die op deze wijze optrad tegen haar kindje, zag er goed gekleed uit. en maakte geenszins den indruk van ruw te zijn. Zij had echter niet het minste begrip van opvoeden en aange zien haar eindeloos verbieden geen in druk meer maakte, was zij tot het ne men van dergelijke maatregelen over gegaan. Spoedig na deze scène nam de moeder het kind op den arm en de tranenstroom, die over de bleeke wan getjes vloeide, verdwean en vergenoegd ging hij met moeder naar hui6 Wanneer iemand iets gezegd zou heb ben naar aanleiding van deze handel wijze, zou de moeder wellicht heel ver wonderd hebben geantwoord: „Maar U ziet toch, dat het kind van mij houdt Zoodra ik hem op den arm heb, is hij bedaard. Inderdaad, zij heeft gelijk, want het wonderlijke is, daf een kind zich steeds veilig voelt in moeders armen. Moeders, zooals wij deze geschetst hebben, zijn gelukkig uitzonderingen, doch zij zijn er. Dergelijke en andere slechte eigen schappen maken vrouwen ongeschikt om de haar opgelpgde taak als moeder goed te vervullen. Zij dragen er niet toe hij om de zachtere gevoelens van het kinderhart te ontplooien, integendeel, zij doen ze verstikken. Is het dan ten slotte te verwonderen, dat uit vaak grof en verkeerd behandelde kinderen ruwe jongens groeien, die zich niet om disci pline bekommeren, wanneer zij ouder zijn? De gevolgen eener verkeerde op voeding wreken 2ich bijna altijd en de jongen, eenmaal man geworden, zal wellicht het verkeerde opvoedings-svs- teem weer op zijn eigen kinderen toe passen. Ongetwijfeld zal een zekere mate van strengheid, van tucht noodig en ge- wenscht zijn, want al te groote week heid vormt slappe kinderen, die niet paraat zijn, om later de moeilijkheden van het leven te overwinnen. Men moet den gulden middenweg weten te vinden en er tevens rekening mede weten te houden, dat kinderen tot hun zesde jaar wel aan orde en regelmaat en tevens aan gehoorzamen moeten wennen, doch een minder strenge hand vereischen, dan wanneer ze weer ouder zijn. Zoodra de schooltijd aanbreekt leeren zij het leven weer van aen andere zijde kennen, moeten zij zich aanpassen aan de tucht, die onvermijdelijk is, willen zij niet in botsing komen met de regelö der school. De taak der moeder is hen langza merhand te vormen, niet met harde woorden of lichamelijke straffen, doch met een onuitputtelijk geduld. Wat beteekent: de fout van de ou ders wordt gewroken aan de kinderen? Dat ik straf krijg, als mijn vader fouten in mijn huiswerk heeft gemaakt. Tot bediende: Ja, mevrouw is flauw gevallen! Breng me gauw wat cognac. Bediende: Ja, meneer. En moet ik ook iets voor mevrouw meebrengen? (Holite Humour, Londen). Klant: Wat is dat voor 'n restau rant hier! Geen biefstuk meer, geen kip meer, geen visch meer, geen jachtscho tel meer! Geef me dan m'n jas maar. Kellner: Die is er ook niet meer, meneer. (Lustige Kölnerzeitung, Keulen). Onder eerlijke menschen Ik heb een lot van de loterij gevon den, maar ik heb het dadelijk naar het kantoor gebracht. Wat?! Ja. de trekking was den vorigen dag al geweest, (Holite Humour, Londen) ff Stationsstraat 30 a Vanaf 2.50 Telefoon 1728 Bewaart Uw cassations. Bij f 10— bons een gratis behandeling. Bediening uitsluitend door geschoold vakkundig personeel Charme op de internationale automo- bieltentoonstelling, welke te Londen geopend is DE zomer biedt ons een rijke af wisseling van versche vruchten, zoodat ieders 6maak bevredigd kan worden. De moderne wetenschap ruimt een belangrijke plaats in voor vruchten en het is een ieder thans duidelijk, dat men zijn organisme benadeelt, indien men van deze zomerweelde niet volop geniet, zonder overdrijving natuurlijk. Het beste is het nuttigen van rauwe vruchten. Iedere fijnproever geeft hier aan de voorkeur, aangezien de aroma tische geur door het koken verloren gaat, terwijl tevens de plantaardige zu ren verloren gaan evenals andera waar devolle bestanddeelen. Vruchten zijn dorststillend en ver vangen op warme dagen de behoefte aan veel drinken. Vruchtensap, zoowel van aardbeien, kersen, pruimen, drui ven, als van peren en andere vruchten lost zich snel op in de maag. Aan ont bijt en koffietafel is brood met boter, liefst bruin of volkoren brood met toevoeging van vruchten het meest ge zonde voedsel. Voor zoover het gebruik van vruch ten niet verboden is voor zieken, wer ken zij steeds verfrisschend, evenals sappen van versch fruit geperst. In rauwen toestand genuttigd ver minderen zij de vorming van urinezuur, dat de oorzaak van vele ziekten i9. Lijders aan jicht en rheumatiek kun nen hun kwalen veel verminderen door veel vruchten te eten, terwijl suiker zieken, die zich het genot van suiker moeten ontzeggen daarentegen wel zoete vruchten mogen eten. Bloedarme en zwakke kinderen worden dikwijls veel krachtiger door het volgen van een appelkuur, waardoor dure medicij nen onnoodig zullen blijken te zijn. Algemeen bekend is, dat vruchten den stoelgang regelen, doch te weinig zwangere vrouwen zijn genoeg door drongen van den heilzamen invloed, dien zij uitoefenen op haar organisme en hierdoor ook op het te verwachten kindje. De rijke vruchtenoogst, die de zomer in velerlei vorm biedt, alsmede die, welke in den herfst rijpen, zullen een ieder in de gelegenheid stellen een bloed- en darmreinigende kuur te vol gen. De vitaminen, die aan het lichaam toegevoegd worden versterken het ze nuwstelsel en vormen reserve krach ten, zoodat men hiermede toegerust den winter zonder zorgen tegemoet kan gaan. Vruchten zijn geen luxe, doch een uitstekend voedingsmiddel, dat de voor keur verdient boven alle mogelijke snoeperijen, waaraan vaak meer geld wordt uitgegevei dan gewenscht is. Eet vruchten, de rijke gave der na tuur! EEN zeer goed hulpmiddel in de keuken bij de bereiding van en kele gerechten is dubbel-koolzure soda. Men gebruikt dit meermalen om gebak luchtiger te maken en ook om b.v. peulvruchten zachter te doen wor den. Een mespunt is reeds voldoende of laten we vollediger zijn, omdat het begrip „mespunt" rekbaar is en aan geven „zooveel als de grootte van een koffieboon". Een heel klein tikje van dit poeder toegevoegd aan thee of kof fie. zal deze krachtiger van smaak ma ken. Boter en vetten, die ietwat sterk geworden zijn, herkrijgen den aange- namen, frisschen smaak, indien men er een tikje dubhelkoolzure soda aan toe voegt en doorkneedt in water. Toege- oegd aan melk zal het voorkomen, dat melk dik en zuur wordt, terwijl zelfs de neerslag in de pan zich meer in de melk oplost. Behalve voor gebruik in de keuken leent dubbel-koolzure soda zich nog oor andere doeleinden: het zal de maag restaureeren, indien deze van streek is na het nuttigen van zware en vette spijzen. Men drinkt hiertoe na het eten een glas warm water, waarin een afgestreken theelepel, eventueel meer, van dit poeder is opgelost. Aan te bevelen is dubhelkoolzure soda te bewaren in een afgesloten gla zen potje met vermelding van naam op etiket. OP ELKEN LEEFTIJD OP eiken leeftijd en onder alle omstandigheden behoort een vrouw er gesoigneerd uit te zien. De zorg voor een goed uiterlijk dient zü nimmer te vergeten, want anders Is zii geen echte vrouw. Zekere cosmetische voorschriften moeten opgevolgd worden en de vrouw, die deze bepaalde regels in acht neemt, zal daarbij groote voldoe ning ondervinden. Bet waardevolle gebruik van schoon heidsmiddelen moet met overleg ge schieden en tot een dagelijksche ge woonte worden gemaakt. Rekent gij IJ onder de degelijke, Hollandsche huisvrouwen? Dan moet ge met een zekere discretie de schoon heidstechniek toepassen, een onge compliceerd. doch gekleed kapsel kie zen en een onopvallend gebruik ma ken van poeder en nagellak. De mondaine vrouw daarentegen kan zich aan sprekender kleuren wa gen. Zij probeert de nieuwste kleur- schakeeringen in rouge, oogenschmink en lippenstift. Ook kan zij een bijzon dere mixture van parfums gebruiken. Haar coiffure zal naar de laatste mode zijn en haar wenkbrauwen kunnen een gewaagde lijn uitdrukken. De vrouw, die graag het decoratieve genre vertegenwoordigt, grijpt natuur lijk naar die middelen, die het cachet van haar stijl extra onderstreepen. Zij besteedt bijzondere aandacht aan de lijn van den mond en de kleur van het lippenrood. Wimpers en wenk brauwen worden zorgvuldig bijgewerkt in de teint, die bij haar type past en die tevens in overeenstemming is met de kleur van haar toilet. De oogleden worden eenigszins donker geteint en de wangen gerougeerd; voor de na gels kan zij een opvallende nuance ge bruiken. Haar coiffure zal uiterst cor rect moeten zitten. Als het gaat om een sportieve vrouw of een modern jong meisje, dan zal het haar natuurlijk eenvoudig ge dragen moeten worden: vanaf de sla pen glad naar achteren gelegd en pas aan het achterhoofd wat krullen ge arrangeerd. Zij zal haar teint uitslui tend verzorgen met het doel een ge zonde, frissche huid te behouden. Haar make-up mag uitsluitend bestaan in het aanbrengen van een beetje lippen rood: rouge of wimpercosmetiek wor den hier niet gebruikt. Zooais uit het bovenstaande blijkt houdt de wijze van make-up ten nauw ste verband met het type vrouw. DIANA. IN een artikel van H. G. Cannegieter in De Vrouw en Haar Huis, maakt deze schrijver zeer juiste opmerkin gen over de verhouding van het kind tot het huisdier. Zoo schrijft hij: Het houden van huisdieren brengt in verband met de kleine en op het uiterste gerief ingerichte woning van tegenwoordig zijn bezwaren mee. Ook heeft de hygiëne deze bezwaren ver sterkt. Het is niet tegen te spreken, dat katten en honden uit een gezondheids oogpunt schadelijk voor kinderen kun nen zijn en lastig voor de huisvrouw. Ook al zijn de dieren vrij van besmet telijke ziekten en al worden ze nóg zoo goed onderhouden, toch blijft het gevaar van het likken en de last van het verharen. Een groote hond over- heerscht het kleine huis. Hoeveel bu renruzies veroorzaakt geblaf en gejank! Waar moet men zijn poes tijdens de vacanties opbergen? En de groote moei lijkheid is hiermee nog buiten bespre king gebleven: de tragiek van het oud worden, waarbij men onvermijdelijk komt te staan tegenover de keuze tus- schen verraad aan een trouwen huis vriend of het dulden van diens ondra gelijke ouderdomskwalen. Een even tra gisch proces is het drama, dat de groote vruchtbaarheid van het kattengeslacht met zich brengt, en dat den dieren vriend telkens weer plaatst voor het beulswerk van Herodes den Kinder moordenaar. Doch tegenover deze onvermijdelijke bezwaren staat het groote voordeel, dat de kinderen van meet af aan worden opgevoed in onbevangenheid jegens de natuurlijke processen van het leven, welke zich in de dierenwereld sneller en openlijker afspelen dan bij de men schen en daar ook niet door sentimen taliteit worden vertroebeld. Geboren worden, zich vermenigvuldigen en ster ven is in de dierenwereld zooiets dood gewoons en vanzelfsprekends, dat het medebeleven daarvan geen scnokken of angstvoorstellingen veroorzaakt. En al moge de parallel tusschen mensch en dior ten opzichte van het elementaire natuurgebeuren niet heelemaal zuiver zijn en al kan zelfs het accentueeren van deze parallel schadelijk werken op de waardeering van de menschelijke levenslotgevallen, toch heeft het voor kinderen zijn nut, door middel van het dierenleven ook dén mensch te leeren begrijpen. Velerlei geheimen, die het groote stadskind tot aan de volwassenheid op soms noodlottige wijze kunnen olijven kwellen, worden het boerenkind, dat tusschen het vee opgroeit, als normale verschijnselen en zonder eenige toelich ting geopenbaard. De dagalüische om gang met de natuur behoedt het kind voor een ziekelijke nieuwsgierigheid en bespaart zijn ouders de netelige puzzle der „Aufklarung". Laten wij ons echter, wanneer wij al deze voordeelen opsommen, hoeden voor een idyllische voorstalling, welke met de werkelijkheid in strijd zou blij ken. Men meene niet, dat het gewend zijn aan dieren op zichzelf reeds liefde voor dieren waarborgt. Alsof boeren jongens geen nestjes uithalen, geen kik kers opblazen, geen honden ophitsen en het vee in de weide niet plagen! En alsof kinderen, die thuis honden of katten hebben, zich nooit aan deze speelkameraden zouden vercriipen! Het is niet de omgang alleen, het is de goede, verstandige en liefderijke om gang met dieren, welken het kind bij zijn ontwikkeling van wilde tot be schaafde zich eigen moet maken. En hierbij kunnen de volwassenen hen het best helpen, door hen in het dier geen minderwaardig of andersoortig 6chep sel te leeren zien, maar, het zij nog maals gezegd, een gelijkwaardig deel genoot aan het wonderbare mysterie van het Leven. Het dierenleven is geen idylle, even min als het menschenleven dit is. Een opvoeding is conformatie aan de reali teit. Wij moeten het kind leeren, dat niet alle menschen engelen zijn, maar dat de duivel ook zijn bestanddeel heeft bijgedragen in de \orming van mensch en maatschappij. En evengoed mag het kind weten, dat er verscheurende die ren zijn en dat de strijd om het be staan ook de samenleving der niet met rede begaafde schepselen beheerscht. Maar wij kunnen deze bittere waarheid voor hem verzachten door hem in ken nis te brengen met de natuurlijke en noodwendige oorzaken van al het leed, en door hem erop te wijzen, dat geen opzettelijke boosheid, doch wetmatige natuurdriften oorzaak zijn van de wreedheid en vijandigheid in het Heelal. En daarnaast kunnen wij den nadruk leggen op die andere wet, die als een even gewichtige tegenpool de wet van den strijd om het bestaan op heft: de wet van het wederzijdsch dienstbetoon, die zich jui9t in het die renleven op voor den mensch vaak leer zame en beschamende wijze openbaart. Het kind heeft in zijn primitieven staat behoefte aan sensatie en kan zijn schrik- en spookgestalten moeilijk ont beren. Maar laten deze tot de toove- naars, reuzen en heksen uit het sprook je beperkt blijven en niet geprojecteerd worden op de wereld van het dier. Een bezoek aan Artis, waar het kind van aangezicht tot aangezicht komt te staan met de angstwekkende gedroch ten, welke de fantasie hem heeft voor- getooverd, zal hem overtuigen dat in de werkelijkheid leeuwen en tijgers, slangen en krokodillen en andere „monsters" vrijwat aantrekkelijker en geruststellender zijn dan zijn verbeel ding gedroomd had. Wanneer men hem van de levensgewoonten der dieren vertelt en hem daarmee vertrouwd maakt, wanneer men hem iets mee doet gevoelen van het beklagenswaardige lot der gevangenschap, wanneer men hem attent maakt op de schoonheid der lichaamsvormen en de bekoring der lichaamsbewegingen. dan zal het kind zijn vrees en afkeer verliezen voor bewondering en aandacht. Maar meer nog dan de les van den opvoeder zal tot de kinderen spreken het onmiddel lijke contact, dat. er ontstaat, zoodra mensch en dier elkaar in de oogen kij ken en iets van het vermoeden omtrent een gemeenschappelijk gedragen Myste rie tot hen doordringt. TWEED rokken, die men veel ge dragen heeft en welke vuil gewor den zijn kan men op eenvoudige wijze schoonmaken met warme zeme len. Vooraf borstelt en klopt men het kleedingstuk goed uit, zoodat alle stof verwijderd is, daarna legt men het op een plat vlak, b.v. op een keukentafel en behandelt deel voor deel door er warme zemelen over te wrijven. Men kan deze laatste in den oven op een bakblik warmen of in een ijzeren pan op het gas. Men moet telkens, nadat men een plekje schoongewreven heeft, nieuwe zemelen gebruiken. Tenslotte wordt de rok goed uitge klopt en de behandeling zoo noodig herhaald. MTT boven haar sexe-genooten staat da vrouw, dis een goed verzorgde huid bezit. Onvakkundige behandeling kan echter meer kwaad dan goed verrichten. Laat daarom Uw teint verfraaien door FEUILLETON Ned. bewerking door MARIE DE BELMONT* 38) De onzekerheid van zijn toestand gaf hem sombere gedachten en een angstig voorgevoelen, die de herinnering aan den droom, den Sadhu betreffende, niet verjagen kon. Indien men den volgen den dag, in plaats van hem, nu hij nog frisch en krachtig was, naar het Strijd plein te voeren, 'hem eens bij toeval in dit cachot liet. maanden, ja zelfs jaren achtereen, eiken dag een beetje minder geestkracht, een beetje meer met onge dierte overdekt? Zou zijn verstand dat kunnen weerstaan? Of zou hij het even als Galbraith. verliezen? Indien hij nooit meer dit walgelijke, verstikkende hol, deze drukkende, bijna tastbare duisternis verliet? Was 't een wonder, dat die rampzalige Gigs gek was geworden? Blind? Wat gaf 't. te kunnen zien waar het eeuwig nacht was? Gave de hemel, dat Chirine het •en of andere resultaat bereikte. De duisternis der gang kleurde zich bleek rood. daarop levendiger, om op nieuw te verbleeken. Een vierkant van oranjeachtig licht teekende zich af op de lage zoldering, wanneer de fakkel drager een hoek omsloeg: de öchaduw der tralies danste een groteske horle pijp op den muur. Een legertje groote grijze ratten keerden onder luid rumoer terug.naar hun hoien. Ze meenden dat hun oordeelsdag was aangebroken. Gray hoorde aan het andere einde van de gang een deur opengaan en even later week onder een Hhrden stoot aan de buitenzijde het deurtje van zijn eigen cachot. De personen, die op den nauwen drempel verschenen, vormden bij het flikkerende licht van de fakkel een af stuitend tafreel; naast den cipier, die zijn arm om hem heen geslagen had, sleepte zich jammerlijk voort, wat eens Galbraith was. een Galbraith, zóó be klagenswaardig, zóó zwak. dat Gray ontsteld opsprong. „Dag Galbraith. Ik ben 't, Colin Gray", riep hij uit. Geen antwoord. „Je bent 't toch. Gigs, is 't niet?" vroeg hij in spanning. „Herken je me niet?" Langzaam wendden de witte ondoor schijnende pupillen zich naar hem toe. Gray sloeg de angst om 't hart. Hij keek den cipier aan, alsof hij ver wachtte, dat de stomme zou gaan spre ken. Was een nieuwe gruwel begaan aan dit ontroerende, menschelijke wrak? Was Galbraith ook de tong uitgesne den? De bewaker gesticuleerde met zijn rechterhand, hief deze op en liet ze daarop neer tot op den grond. Gray knikte ten teeken. dat hij den ander had begrepen. Terwijl hij behoedzaam het behaar de, gebogen geraamte omvatte, plaatste hij Galbraith op den vloer, als ware hij een broze porseleinen vaas geweest. Hij behoefde geen overreding te gebrui ken, de blinde vertrouwde zioh als een ziek kind toe aan de krachtige, stevige armen, die hem ondersteunden. „Zoo zullen we beter, kunnen praten, denk je ook niet, kerel?" zei Gray met dichtgeschroefde keel. Geen antwoord. De cipier bracht nog een fakkel en een mandje, dat een 6tuk brood, een fleschje olie en iets, wat leek op een oude wasflacon half vol met een door schijnend geel vocht, bevatte. Klaarblij kelijk had hij gevonden, dat de waarde der kleinoodiën wel eenige attenties meer eischten. dan die welke van hem verlangd waren Even beschouwde de stomme met vragenden blik de op den grond zitten de gevangenen. ,,'t 16 zoo goed", hernam Gray be daard, „vergeet niet den ring te geven aan je weet wel wie. Je herinnert het je toch? Doch ai had de cipier kunnen spre ken, toch zou Colin Gray het antwoord niet hebben gehoord. Met al zijn zenu wen gespannen luisterde hij naar een stem uit het verleden, de stem van Gal braith. „Kom je uit Simla?" vroeg ze schor. Een klamme hand uitstekend, betast te Galbraith het gelaat van Gray. Het voelde vochtig aan. HOOFDSTUK XXVI. De achtste Geduldig verzorgde Gray het sprank je intelligentie en kweekte het aan tot de afgestompte gpest van Galbraith zijn bevattingsvermogen herkreeg. Indien bij Gray even twijfel bestaan had. de identiteit van Galbraith betref fende, dan was deze geheel weggeno men, nadat hij het groote lidteeken, dat de lange, uitgemergelde man op zijn rechter neusvleugel droeg, had gezien. Hij herinnerde zich den polomatch, tij dens welken het ongeluk had plaats ge grepen. Haastig scheurde hij de vuile lompen af van den blinde en met de door den cipier verschafte olie begon hij het skeletachtige lichaam te masseeren. waarbij hij op sussenden toon 6prak. ateof hij een angstig kind geruststel len wilde. „Aardig hé. dat we elkaar terug ge vonden hebben. Gaat 't nu beter, oude jongen? Gemeen eten geven ze je hier, hé? Je zou er ziek van worden. Nu den anderen arm. Ziezoo. Doet 't pijn? (De duivel hale ze.) Na eenige van zijn eigen kleeding- stukken te hebben uitgetrokken, deed hij ze den blinde over de schouders, de verwarde dot grijs haar en onder uit trekkend, verder hielp hij de magere handen het armsgat te vinden. „En nu gaan we eten", besloot hij opgewekt en hij begon het kleine mand je leeg te maken. Galbraith stak een hand uit om dank bare kleine tikjes te geven op die van Gray. Het diner, zooals Colin Gray het noemde, duurde eindeloos: alles moest heel fijn gesneden en omzichtig in den mond gebracht worden. Alle tanden waren den ongelukkige uitgetrokken of zebroken door middel van nijptang en hamer De Cobra was vindingrijk ih de keus van martelingen. Eindelijk hadden ze het menu afge werkt. Er bleef alleen nog over de flacon met de geelachtige likeur. Gray proefde ze voorzichtig, 't was synthetische whiskey of iets van dien aard. Onder gewone omstandigheden zou hij er zijn mond niet aangezet heb ben. maar dien avond had een krach tige opwekking haar nut: ze zou mis schien een prikkel voor de intelligentie van Galbraith zijn en hem aan 't praten brengen, „Kom, Gigs, drink eens. Ter herinne ring aan de ballades uit den goeden, ouden tijd. Zing je nog wel' eens? (De duivel hale ze.) Er is geen 6oda meer, mijn waarde. Vroeger hield je wel van whiskey. Bevalt deze je?" De uitwerking van pure alcohol was die van een warm bad op iemand, die half bevroren i6. De lippen, welke onophoudelijk zich bewogen zonder klanken voort te bren gen, werden 6tijver en de woorden kwa men zonder moeite. De korte, onsamen hangende zinnetjes werden vervangen door vlugge, logische antwoorden en de eigenaardige nauwkeurigheid van de woordkeus maakte ze verschrikkelijk expressief. „De anderen zijn allen vermoord. Dudley. Ferrars, Boilean en de rest. Je hebt ze immers ook gekend, niet Gray? Ons houden ze vast tot de komst van een volgende... Jij zult mij zien terechtstellen, zooals ik 't Curtiss heb zien doenin 6tukken gescheurd door wilde beestenhet hoofd in een ijzeren klem De hoofden bewaart hij graag op wijngeest. Poeh ik kan dit bocht niet drinken. Ze herinnert me eraan." „Ik heb verleden een prachtige ge schiedenis gehoord. Gigs", viel Gray op luchtigen toon in de rede. (Een ver zwakte gee6t. die te opgewonden wordt, zou aan eht ijlen raken). Een individu, dat door Picadillv liep... Je herinnert je toch Picadilly?" „Albany? De Albany? Onze club? Ferrars had er zijn kamers. Je vraagt, of ik het me herinner? Ik weet alles nog heel goed." „Je ziet er beter uit. dan ik had verwacht." Gray had een gevoel van te zullen stikken en probeerde iet6 weg te slik ken, wat in zijn keel zat. Daarop begon Galbraith te lachen en zijn lach klonk als die van een waanzin nige. zoodat zijn medegevangene zich haastte een arm kalmeerend om hem heen te slaan. „Bedaar, oude jongen. Dit alles is in derdaad allerdwaast... En je zult zien, dat wij over een paar weken er samen om zuilen lachen." „Zien. ik? Ik zal nooit meer iets zien. Niets dan het gezicht van dien ellen deling met zijn zwarten baard. Dat ver volgt me dag en nacht. Ze hebben mijn hoofd tegen een wit-gloeiend gemaakt stuk plaatijzer gehouden... Oh Gray, Gray! Groote goedheid, laat ze niét weer opnieuw beginnen!" Het hart van Gray kromp ervan in een Welk «»en ellende... „Jij en ik. Gigs, zullen dit stikkend hol verlaten. Daarvoor ben ik gekomen. De cipier is een vriendje van me „Welke?" viel de blinde opgewonden in de rede. Die met zijn verminkte han den? Ik heb ze gevoeld. Is 't die? Alam Khan heeft ze in een zwaren mortier laten verbrijzelen... Dat is een geschik te vent. Maar de andere is een 6pion De 6pion van den eunuch." Gray klemde de tanden op elkaar, tot ze er pijn van deden. Galbraith mocht er zich geen rekenschap van geven in welke mate zijn woorden hem tot wanhoon hadden gebracht. „Hij schijnt mij nog de kwaadste niet," zei hij, om den ander te kalmpe- ren. „Natuurlijk een beetje geterrori seerd door dien braven Alam Khan." Bij het hooren van den naam van den Cobra barstte de ongelukkige opnieuw uit in een schaterlach; maar ditmaal hield hij vanzelf op. (Word vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 12