VOOR DE VROUW
Zelfbeheerschirig geboden
KINDEREN EN DIEREN
Q/METICn
ko/dschmiérs
Vorst Cobra
%stitut ^osmetique
PEPERNOTEN
BIJ SPORT EN SPEL
VOLDOET HET BESTE EEN
PERMANENT WAVE VAN
yyiauw /BQSÜIA
ff
Vruchten, de rijke
gave der natuur
Het gebruik van dubbel-
koolzure soda
SCHOONMAKEN VAN
TWEED
GEDIPLOMEERD SPECIALISTE DIPL. BERLIN.
P. BUIJSLAAN XI Telefoon 1607
Door MARK CHANNING
ONBEWUST worden, zoo schrijft
mevr. Meyer-Swencke in de Holl.
Huisvrouw, vaak fouten in de op
voeding begaan, waarvan de draag
wijdte echter niet overzien wordt. Wan
neer men zich op een kinderspeelplaats
bevindt, en op dit trefpunt de verschil
lende moeders in den omgang met haar
kinderen eens gadeslaat, dan kan men
vele studies maken. Hoe pijnlijk kan
het dan aandoen, indien men ziet. hoe
weinig begrip sommige moeders aan
den dag leggen, waar het den omgang
met en de opvoeding van haar kinderen
betreft.
Wellicht géén vrouw zal welgemeen
de raadgevingen in dit opzicht, meer be
slist van de hand wijzen, dan een moe
der, die haar kind verkeerd opvoedt
Onlangs waren wij getuige van een
voorval, dat zich op een kinderspeel
plaats afhandelde en inderdaad de ver
ontwaardiging der omstanders opwekte
Een kleine jongen, die er ietwat ver
waarloosd uitzag, kromme beentjes
bad, die op Engel6che ziekte wezen en
holle oogjes in een bleek gezichtje, had
zich van aen naast hem spelend meiske
eenige zandvormpies toegeëigend om
er mee te gaan 6pelen.
Plotseling tranen en een uiting van
verontwaardiging van de zijde van de
rechtmatige bezitster, een aardig ding
van een jaar of drie. die heel begrijpe
lijk haar eigendom trachtte te herove
ren. Haar moeder, die naderbij kwam.
sprak haar rustig toe en maande haar
aan om het speelgoed met. het jongetje,
dat wellicht \an gelijken leeftijd was,
te deelen Als hij naar huis gine. zei de
moeder, zou hij haar de vormpjes weer
teruggeven!
Op hetzelfde oogenblik zag de moeder
van het kleine baasje, die op eenigen
afstand met andere moeders had zitten
praten, en tot dusverre niet naar haar
kind had omeezien, dat hij de oorzaak
was van het conflict en de tranen. Zon
der meer sleurde zij het ventje van de
zandhoop weg, gaf hem in het wilde
weg eeniee gevoelige klappen, waarop
allerlei harde woorden volgden.
De andere moeders der op de speel
plaats aanwezige kinderen waren vol
komen ontdaan, maar waren tevens
machteloos iets te doen, want hierdoor
zou de driftige vrouw wellicht nog ver-
toornder geworden zijn.
De vrouw, die op deze wijze optrad
tegen haar kindje, zag er goed gekleed
uit. en maakte geenszins den indruk
van ruw te zijn. Zij had echter niet het
minste begrip van opvoeden en aange
zien haar eindeloos verbieden geen in
druk meer maakte, was zij tot het ne
men van dergelijke maatregelen over
gegaan. Spoedig na deze scène nam de
moeder het kind op den arm en de
tranenstroom, die over de bleeke wan
getjes vloeide, verdwean en vergenoegd
ging hij met moeder naar hui6
Wanneer iemand iets gezegd zou heb
ben naar aanleiding van deze handel
wijze, zou de moeder wellicht heel ver
wonderd hebben geantwoord: „Maar U
ziet toch, dat het kind van mij houdt
Zoodra ik hem op den arm heb, is hij
bedaard.
Inderdaad, zij heeft gelijk, want het
wonderlijke is, daf een kind zich steeds
veilig voelt in moeders armen. Moeders,
zooals wij deze geschetst hebben, zijn
gelukkig uitzonderingen, doch zij zijn
er. Dergelijke en andere slechte eigen
schappen maken vrouwen ongeschikt
om de haar opgelpgde taak als moeder
goed te vervullen. Zij dragen er niet toe
hij om de zachtere gevoelens van het
kinderhart te ontplooien, integendeel,
zij doen ze verstikken. Is het dan ten
slotte te verwonderen, dat uit vaak grof
en verkeerd behandelde kinderen ruwe
jongens groeien, die zich niet om disci
pline bekommeren, wanneer zij ouder
zijn? De gevolgen eener verkeerde op
voeding wreken 2ich bijna altijd en de
jongen, eenmaal man geworden, zal
wellicht het verkeerde opvoedings-svs-
teem weer op zijn eigen kinderen toe
passen.
Ongetwijfeld zal een zekere mate van
strengheid, van tucht noodig en ge-
wenscht zijn, want al te groote week
heid vormt slappe kinderen, die niet
paraat zijn, om later de moeilijkheden
van het leven te overwinnen. Men moet
den gulden middenweg weten te vinden
en er tevens rekening mede weten te
houden, dat kinderen tot hun zesde jaar
wel aan orde en regelmaat en tevens
aan gehoorzamen moeten wennen, doch
een minder strenge hand vereischen,
dan wanneer ze weer ouder zijn.
Zoodra de schooltijd aanbreekt leeren
zij het leven weer van aen andere zijde
kennen, moeten zij zich aanpassen aan
de tucht, die onvermijdelijk is, willen
zij niet in botsing komen met de regelö
der school.
De taak der moeder is hen langza
merhand te vormen, niet met harde
woorden of lichamelijke straffen, doch
met een onuitputtelijk geduld.
Wat beteekent: de fout van de ou
ders wordt gewroken aan de kinderen?
Dat ik straf krijg, als mijn vader
fouten in mijn huiswerk heeft gemaakt.
Tot bediende: Ja, mevrouw is
flauw gevallen! Breng me gauw wat
cognac.
Bediende: Ja, meneer. En moet ik
ook iets voor mevrouw meebrengen?
(Holite Humour, Londen).
Klant: Wat is dat voor 'n restau
rant hier! Geen biefstuk meer, geen kip
meer, geen visch meer, geen jachtscho
tel meer! Geef me dan m'n jas maar.
Kellner: Die is er ook niet meer,
meneer.
(Lustige Kölnerzeitung, Keulen).
Onder eerlijke menschen
Ik heb een lot van de loterij gevon
den, maar ik heb het dadelijk naar het
kantoor gebracht.
Wat?!
Ja. de trekking was den vorigen dag
al geweest,
(Holite Humour, Londen)
ff
Stationsstraat 30 a
Vanaf 2.50
Telefoon 1728
Bewaart Uw cassations. Bij f 10— bons een gratis behandeling.
Bediening uitsluitend door geschoold vakkundig personeel
Charme op de internationale automo-
bieltentoonstelling, welke te Londen
geopend is
DE zomer biedt ons een rijke af
wisseling van versche vruchten,
zoodat ieders 6maak bevredigd
kan worden.
De moderne wetenschap ruimt een
belangrijke plaats in voor vruchten en
het is een ieder thans duidelijk, dat
men zijn organisme benadeelt, indien
men van deze zomerweelde niet volop
geniet, zonder overdrijving natuurlijk.
Het beste is het nuttigen van rauwe
vruchten. Iedere fijnproever geeft hier
aan de voorkeur, aangezien de aroma
tische geur door het koken verloren
gaat, terwijl tevens de plantaardige zu
ren verloren gaan evenals andera waar
devolle bestanddeelen.
Vruchten zijn dorststillend en ver
vangen op warme dagen de behoefte
aan veel drinken. Vruchtensap, zoowel
van aardbeien, kersen, pruimen, drui
ven, als van peren en andere vruchten
lost zich snel op in de maag. Aan ont
bijt en koffietafel is brood met boter,
liefst bruin of volkoren brood met
toevoeging van vruchten het meest ge
zonde voedsel.
Voor zoover het gebruik van vruch
ten niet verboden is voor zieken, wer
ken zij steeds verfrisschend, evenals
sappen van versch fruit geperst.
In rauwen toestand genuttigd ver
minderen zij de vorming van urinezuur,
dat de oorzaak van vele ziekten i9.
Lijders aan jicht en rheumatiek kun
nen hun kwalen veel verminderen door
veel vruchten te eten, terwijl suiker
zieken, die zich het genot van suiker
moeten ontzeggen daarentegen wel
zoete vruchten mogen eten. Bloedarme
en zwakke kinderen worden dikwijls
veel krachtiger door het volgen van
een appelkuur, waardoor dure medicij
nen onnoodig zullen blijken te zijn.
Algemeen bekend is, dat vruchten
den stoelgang regelen, doch te weinig
zwangere vrouwen zijn genoeg door
drongen van den heilzamen invloed,
dien zij uitoefenen op haar organisme
en hierdoor ook op het te verwachten
kindje.
De rijke vruchtenoogst, die de zomer
in velerlei vorm biedt, alsmede die,
welke in den herfst rijpen, zullen een
ieder in de gelegenheid stellen een
bloed- en darmreinigende kuur te vol
gen. De vitaminen, die aan het lichaam
toegevoegd worden versterken het ze
nuwstelsel en vormen reserve krach
ten, zoodat men hiermede toegerust
den winter zonder zorgen tegemoet kan
gaan.
Vruchten zijn geen luxe, doch een
uitstekend voedingsmiddel, dat de voor
keur verdient boven alle mogelijke
snoeperijen, waaraan vaak meer geld
wordt uitgegevei dan gewenscht is.
Eet vruchten, de rijke gave der na
tuur!
EEN zeer goed hulpmiddel in de
keuken bij de bereiding van en
kele gerechten is dubbel-koolzure
soda. Men gebruikt dit meermalen om
gebak luchtiger te maken en ook om
b.v. peulvruchten zachter te doen wor
den. Een mespunt is reeds voldoende
of laten we vollediger zijn, omdat het
begrip „mespunt" rekbaar is en aan
geven „zooveel als de grootte van een
koffieboon". Een heel klein tikje van
dit poeder toegevoegd aan thee of kof
fie. zal deze krachtiger van smaak ma
ken. Boter en vetten, die ietwat sterk
geworden zijn, herkrijgen den aange-
namen, frisschen smaak, indien men er
een tikje dubhelkoolzure soda aan toe
voegt en doorkneedt in water. Toege-
oegd aan melk zal het voorkomen, dat
melk dik en zuur wordt, terwijl zelfs
de neerslag in de pan zich meer in de
melk oplost.
Behalve voor gebruik in de keuken
leent dubbel-koolzure soda zich nog
oor andere doeleinden: het zal de
maag restaureeren, indien deze van
streek is na het nuttigen van zware en
vette spijzen. Men drinkt hiertoe na
het eten een glas warm water, waarin
een afgestreken theelepel, eventueel
meer, van dit poeder is opgelost.
Aan te bevelen is dubhelkoolzure
soda te bewaren in een afgesloten gla
zen potje met vermelding van naam
op etiket.
OP ELKEN LEEFTIJD
OP eiken leeftijd en onder alle
omstandigheden behoort een
vrouw er gesoigneerd uit te zien.
De zorg voor een goed uiterlijk dient
zü nimmer te vergeten, want anders
Is zii geen echte vrouw.
Zekere cosmetische voorschriften
moeten opgevolgd worden en de
vrouw, die deze bepaalde regels in
acht neemt, zal daarbij groote voldoe
ning ondervinden.
Bet waardevolle gebruik van schoon
heidsmiddelen moet met overleg ge
schieden en tot een dagelijksche ge
woonte worden gemaakt.
Rekent gij IJ onder de degelijke,
Hollandsche huisvrouwen? Dan moet
ge met een zekere discretie de schoon
heidstechniek toepassen, een onge
compliceerd. doch gekleed kapsel kie
zen en een onopvallend gebruik ma
ken van poeder en nagellak.
De mondaine vrouw daarentegen
kan zich aan sprekender kleuren wa
gen. Zij probeert de nieuwste kleur-
schakeeringen in rouge, oogenschmink
en lippenstift. Ook kan zij een bijzon
dere mixture van parfums gebruiken.
Haar coiffure zal naar de laatste mode
zijn en haar wenkbrauwen kunnen een
gewaagde lijn uitdrukken.
De vrouw, die graag het decoratieve
genre vertegenwoordigt, grijpt natuur
lijk naar die middelen, die het cachet
van haar stijl extra onderstreepen.
Zij besteedt bijzondere aandacht aan
de lijn van den mond en de kleur van
het lippenrood. Wimpers en wenk
brauwen worden zorgvuldig bijgewerkt
in de teint, die bij haar type past en
die tevens in overeenstemming is met
de kleur van haar toilet. De oogleden
worden eenigszins donker geteint en
de wangen gerougeerd; voor de na
gels kan zij een opvallende nuance ge
bruiken. Haar coiffure zal uiterst cor
rect moeten zitten.
Als het gaat om een sportieve
vrouw of een modern jong meisje, dan
zal het haar natuurlijk eenvoudig ge
dragen moeten worden: vanaf de sla
pen glad naar achteren gelegd en pas
aan het achterhoofd wat krullen ge
arrangeerd. Zij zal haar teint uitslui
tend verzorgen met het doel een ge
zonde, frissche huid te behouden. Haar
make-up mag uitsluitend bestaan in
het aanbrengen van een beetje lippen
rood: rouge of wimpercosmetiek wor
den hier niet gebruikt.
Zooais uit het bovenstaande blijkt
houdt de wijze van make-up ten nauw
ste verband met het type vrouw.
DIANA.
IN een artikel van H. G. Cannegieter
in De Vrouw en Haar Huis, maakt
deze schrijver zeer juiste opmerkin
gen over de verhouding van het kind
tot het huisdier. Zoo schrijft hij:
Het houden van huisdieren brengt
in verband met de kleine en op het
uiterste gerief ingerichte woning van
tegenwoordig zijn bezwaren mee. Ook
heeft de hygiëne deze bezwaren ver
sterkt. Het is niet tegen te spreken, dat
katten en honden uit een gezondheids
oogpunt schadelijk voor kinderen kun
nen zijn en lastig voor de huisvrouw.
Ook al zijn de dieren vrij van besmet
telijke ziekten en al worden ze nóg
zoo goed onderhouden, toch blijft het
gevaar van het likken en de last van
het verharen. Een groote hond over-
heerscht het kleine huis. Hoeveel bu
renruzies veroorzaakt geblaf en gejank!
Waar moet men zijn poes tijdens de
vacanties opbergen? En de groote moei
lijkheid is hiermee nog buiten bespre
king gebleven: de tragiek van het oud
worden, waarbij men onvermijdelijk
komt te staan tegenover de keuze tus-
schen verraad aan een trouwen huis
vriend of het dulden van diens ondra
gelijke ouderdomskwalen. Een even tra
gisch proces is het drama, dat de groote
vruchtbaarheid van het kattengeslacht
met zich brengt, en dat den dieren
vriend telkens weer plaatst voor het
beulswerk van Herodes den Kinder
moordenaar.
Doch tegenover deze onvermijdelijke
bezwaren staat het groote voordeel, dat
de kinderen van meet af aan worden
opgevoed in onbevangenheid jegens de
natuurlijke processen van het leven,
welke zich in de dierenwereld sneller
en openlijker afspelen dan bij de men
schen en daar ook niet door sentimen
taliteit worden vertroebeld. Geboren
worden, zich vermenigvuldigen en ster
ven is in de dierenwereld zooiets dood
gewoons en vanzelfsprekends, dat het
medebeleven daarvan geen scnokken
of angstvoorstellingen veroorzaakt. En
al moge de parallel tusschen mensch en
dior ten opzichte van het elementaire
natuurgebeuren niet heelemaal zuiver
zijn en al kan zelfs het accentueeren
van deze parallel schadelijk werken op
de waardeering van de menschelijke
levenslotgevallen, toch heeft het voor
kinderen zijn nut, door middel van het
dierenleven ook dén mensch te leeren
begrijpen.
Velerlei geheimen, die het groote
stadskind tot aan de volwassenheid op
soms noodlottige wijze kunnen olijven
kwellen, worden het boerenkind, dat
tusschen het vee opgroeit, als normale
verschijnselen en zonder eenige toelich
ting geopenbaard. De dagalüische om
gang met de natuur behoedt het kind
voor een ziekelijke nieuwsgierigheid en
bespaart zijn ouders de netelige puzzle
der „Aufklarung".
Laten wij ons echter, wanneer wij al
deze voordeelen opsommen, hoeden
voor een idyllische voorstalling, welke
met de werkelijkheid in strijd zou blij
ken. Men meene niet, dat het gewend
zijn aan dieren op zichzelf reeds liefde
voor dieren waarborgt. Alsof boeren
jongens geen nestjes uithalen, geen kik
kers opblazen, geen honden ophitsen en
het vee in de weide niet plagen! En
alsof kinderen, die thuis honden of
katten hebben, zich nooit aan deze
speelkameraden zouden vercriipen! Het
is niet de omgang alleen, het is de
goede, verstandige en liefderijke om
gang met dieren, welken het kind bij
zijn ontwikkeling van wilde tot be
schaafde zich eigen moet maken. En
hierbij kunnen de volwassenen hen het
best helpen, door hen in het dier geen
minderwaardig of andersoortig 6chep
sel te leeren zien, maar, het zij nog
maals gezegd, een gelijkwaardig deel
genoot aan het wonderbare mysterie
van het Leven.
Het dierenleven is geen idylle, even
min als het menschenleven dit is. Een
opvoeding is conformatie aan de reali
teit. Wij moeten het kind leeren, dat
niet alle menschen engelen zijn, maar
dat de duivel ook zijn bestanddeel heeft
bijgedragen in de \orming van mensch
en maatschappij. En evengoed mag het
kind weten, dat er verscheurende die
ren zijn en dat de strijd om het be
staan ook de samenleving der niet met
rede begaafde schepselen beheerscht.
Maar wij kunnen deze bittere waarheid
voor hem verzachten door hem in ken
nis te brengen met de natuurlijke en
noodwendige oorzaken van al het leed,
en door hem erop te wijzen, dat geen
opzettelijke boosheid, doch wetmatige
natuurdriften oorzaak zijn van de
wreedheid en vijandigheid in het
Heelal. En daarnaast kunnen wij den
nadruk leggen op die andere wet, die
als een even gewichtige tegenpool de
wet van den strijd om het bestaan op
heft: de wet van het wederzijdsch
dienstbetoon, die zich jui9t in het die
renleven op voor den mensch vaak leer
zame en beschamende wijze openbaart.
Het kind heeft in zijn primitieven
staat behoefte aan sensatie en kan zijn
schrik- en spookgestalten moeilijk ont
beren. Maar laten deze tot de toove-
naars, reuzen en heksen uit het sprook
je beperkt blijven en niet geprojecteerd
worden op de wereld van het dier. Een
bezoek aan Artis, waar het kind van
aangezicht tot aangezicht komt te
staan met de angstwekkende gedroch
ten, welke de fantasie hem heeft voor-
getooverd, zal hem overtuigen dat in
de werkelijkheid leeuwen en tijgers,
slangen en krokodillen en andere
„monsters" vrijwat aantrekkelijker en
geruststellender zijn dan zijn verbeel
ding gedroomd had. Wanneer men hem
van de levensgewoonten der dieren
vertelt en hem daarmee vertrouwd
maakt, wanneer men hem iets mee doet
gevoelen van het beklagenswaardige lot
der gevangenschap, wanneer men hem
attent maakt op de schoonheid der
lichaamsvormen en de bekoring der
lichaamsbewegingen. dan zal het
kind zijn vrees en afkeer verliezen voor
bewondering en aandacht. Maar meer
nog dan de les van den opvoeder zal
tot de kinderen spreken het onmiddel
lijke contact, dat. er ontstaat, zoodra
mensch en dier elkaar in de oogen kij
ken en iets van het vermoeden omtrent
een gemeenschappelijk gedragen Myste
rie tot hen doordringt.
TWEED rokken, die men veel ge
dragen heeft en welke vuil gewor
den zijn kan men op eenvoudige
wijze schoonmaken met warme zeme
len. Vooraf borstelt en klopt men het
kleedingstuk goed uit, zoodat alle stof
verwijderd is, daarna legt men het op
een plat vlak, b.v. op een keukentafel
en behandelt deel voor deel door er
warme zemelen over te wrijven. Men
kan deze laatste in den oven op een
bakblik warmen of in een ijzeren pan
op het gas.
Men moet telkens, nadat men een
plekje schoongewreven heeft, nieuwe
zemelen gebruiken.
Tenslotte wordt de rok goed uitge
klopt en de behandeling zoo noodig
herhaald.
MTT
boven haar sexe-genooten staat da vrouw, dis een goed
verzorgde huid bezit.
Onvakkundige behandeling kan echter meer kwaad dan
goed verrichten. Laat daarom Uw teint verfraaien door
FEUILLETON
Ned. bewerking door
MARIE DE BELMONT*
38)
De onzekerheid van zijn toestand gaf
hem sombere gedachten en een angstig
voorgevoelen, die de herinnering aan
den droom, den Sadhu betreffende, niet
verjagen kon. Indien men den volgen
den dag, in plaats van hem, nu hij nog
frisch en krachtig was, naar het Strijd
plein te voeren, 'hem eens bij toeval in
dit cachot liet. maanden, ja zelfs jaren
achtereen, eiken dag een beetje minder
geestkracht, een beetje meer met onge
dierte overdekt? Zou zijn verstand dat
kunnen weerstaan? Of zou hij het even
als Galbraith. verliezen?
Indien hij nooit meer dit walgelijke,
verstikkende hol, deze drukkende, bijna
tastbare duisternis verliet? Was 't een
wonder, dat die rampzalige Gigs gek
was geworden? Blind? Wat gaf 't. te
kunnen zien waar het eeuwig nacht
was? Gave de hemel, dat Chirine het
•en of andere resultaat bereikte.
De duisternis der gang kleurde zich
bleek rood. daarop levendiger, om op
nieuw te verbleeken. Een vierkant van
oranjeachtig licht teekende zich af op
de lage zoldering, wanneer de fakkel
drager een hoek omsloeg: de öchaduw
der tralies danste een groteske horle
pijp op den muur. Een legertje groote
grijze ratten keerden onder luid rumoer
terug.naar hun hoien. Ze meenden dat
hun oordeelsdag was aangebroken.
Gray hoorde aan het andere einde
van de gang een deur opengaan en
even later week onder een Hhrden stoot
aan de buitenzijde het deurtje van zijn
eigen cachot.
De personen, die op den nauwen
drempel verschenen, vormden bij het
flikkerende licht van de fakkel een af
stuitend tafreel; naast den cipier, die
zijn arm om hem heen geslagen had,
sleepte zich jammerlijk voort, wat eens
Galbraith was. een Galbraith, zóó be
klagenswaardig, zóó zwak. dat Gray
ontsteld opsprong.
„Dag Galbraith. Ik ben 't, Colin
Gray", riep hij uit.
Geen antwoord.
„Je bent 't toch. Gigs, is 't niet?"
vroeg hij in spanning. „Herken je me
niet?"
Langzaam wendden de witte ondoor
schijnende pupillen zich naar hem toe.
Gray sloeg de angst om 't hart.
Hij keek den cipier aan, alsof hij ver
wachtte, dat de stomme zou gaan spre
ken. Was een nieuwe gruwel begaan
aan dit ontroerende, menschelijke wrak?
Was Galbraith ook de tong uitgesne
den?
De bewaker gesticuleerde met zijn
rechterhand, hief deze op en liet ze
daarop neer tot op den grond. Gray
knikte ten teeken. dat hij den ander
had begrepen.
Terwijl hij behoedzaam het behaar
de, gebogen geraamte omvatte, plaatste
hij Galbraith op den vloer, als ware
hij een broze porseleinen vaas geweest.
Hij behoefde geen overreding te gebrui
ken, de blinde vertrouwde zioh als een
ziek kind toe aan de krachtige, stevige
armen, die hem ondersteunden.
„Zoo zullen we beter, kunnen praten,
denk je ook niet, kerel?" zei Gray met
dichtgeschroefde keel.
Geen antwoord.
De cipier bracht nog een fakkel en
een mandje, dat een 6tuk brood, een
fleschje olie en iets, wat leek op een
oude wasflacon half vol met een door
schijnend geel vocht, bevatte. Klaarblij
kelijk had hij gevonden, dat de waarde
der kleinoodiën wel eenige attenties
meer eischten. dan die welke van hem
verlangd waren
Even beschouwde de stomme met
vragenden blik de op den grond zitten
de gevangenen.
,,'t 16 zoo goed", hernam Gray be
daard, „vergeet niet den ring te geven
aan je weet wel wie. Je herinnert het
je toch?
Doch ai had de cipier kunnen spre
ken, toch zou Colin Gray het antwoord
niet hebben gehoord. Met al zijn zenu
wen gespannen luisterde hij naar een
stem uit het verleden, de stem van Gal
braith.
„Kom je uit Simla?" vroeg ze
schor.
Een klamme hand uitstekend, betast
te Galbraith het gelaat van Gray. Het
voelde vochtig aan.
HOOFDSTUK XXVI.
De achtste
Geduldig verzorgde Gray het sprank
je intelligentie en kweekte het aan tot
de afgestompte gpest van Galbraith zijn
bevattingsvermogen herkreeg.
Indien bij Gray even twijfel bestaan
had. de identiteit van Galbraith betref
fende, dan was deze geheel weggeno
men, nadat hij het groote lidteeken, dat
de lange, uitgemergelde man op zijn
rechter neusvleugel droeg, had gezien.
Hij herinnerde zich den polomatch, tij
dens welken het ongeluk had plaats ge
grepen.
Haastig scheurde hij de vuile lompen
af van den blinde en met de door den
cipier verschafte olie begon hij het
skeletachtige lichaam te masseeren.
waarbij hij op sussenden toon 6prak.
ateof hij een angstig kind geruststel
len wilde.
„Aardig hé. dat we elkaar terug ge
vonden hebben. Gaat 't nu beter, oude
jongen? Gemeen eten geven ze je hier,
hé? Je zou er ziek van worden. Nu
den anderen arm. Ziezoo. Doet 't pijn?
(De duivel hale ze.)
Na eenige van zijn eigen kleeding-
stukken te hebben uitgetrokken, deed
hij ze den blinde over de schouders, de
verwarde dot grijs haar en onder uit
trekkend, verder hielp hij de magere
handen het armsgat te vinden.
„En nu gaan we eten", besloot hij
opgewekt en hij begon het kleine mand
je leeg te maken.
Galbraith stak een hand uit om dank
bare kleine tikjes te geven op die van
Gray.
Het diner, zooals Colin Gray het
noemde, duurde eindeloos: alles moest
heel fijn gesneden en omzichtig in den
mond gebracht worden. Alle tanden
waren den ongelukkige uitgetrokken of
zebroken door middel van nijptang en
hamer De Cobra was vindingrijk ih de
keus van martelingen.
Eindelijk hadden ze het menu afge
werkt. Er bleef alleen nog over de
flacon met de geelachtige likeur.
Gray proefde ze voorzichtig, 't was
synthetische whiskey of iets van dien
aard. Onder gewone omstandigheden
zou hij er zijn mond niet aangezet heb
ben. maar dien avond had een krach
tige opwekking haar nut: ze zou mis
schien een prikkel voor de intelligentie
van Galbraith zijn en hem aan 't praten
brengen,
„Kom, Gigs, drink eens. Ter herinne
ring aan de ballades uit den goeden,
ouden tijd. Zing je nog wel' eens? (De
duivel hale ze.) Er is geen 6oda meer,
mijn waarde. Vroeger hield je wel van
whiskey. Bevalt deze je?"
De uitwerking van pure alcohol was
die van een warm bad op iemand, die
half bevroren i6.
De lippen, welke onophoudelijk zich
bewogen zonder klanken voort te bren
gen, werden 6tijver en de woorden kwa
men zonder moeite. De korte, onsamen
hangende zinnetjes werden vervangen
door vlugge, logische antwoorden en de
eigenaardige nauwkeurigheid van de
woordkeus maakte ze verschrikkelijk
expressief.
„De anderen zijn allen vermoord.
Dudley. Ferrars, Boilean en de rest. Je
hebt ze immers ook gekend, niet Gray?
Ons houden ze vast tot de komst van
een volgende... Jij zult mij zien
terechtstellen, zooals ik 't Curtiss heb
zien doenin 6tukken gescheurd
door wilde beestenhet hoofd in een
ijzeren klem De hoofden bewaart hij
graag op wijngeest. Poeh ik kan
dit bocht niet drinken. Ze herinnert
me eraan."
„Ik heb verleden een prachtige ge
schiedenis gehoord. Gigs", viel Gray op
luchtigen toon in de rede. (Een ver
zwakte gee6t. die te opgewonden wordt,
zou aan eht ijlen raken). Een individu,
dat door Picadillv liep... Je herinnert
je toch Picadilly?"
„Albany? De Albany? Onze club?
Ferrars had er zijn kamers. Je
vraagt, of ik het me herinner? Ik weet
alles nog heel goed."
„Je ziet er beter uit. dan ik had
verwacht."
Gray had een gevoel van te zullen
stikken en probeerde iet6 weg te slik
ken, wat in zijn keel zat.
Daarop begon Galbraith te lachen en
zijn lach klonk als die van een waanzin
nige. zoodat zijn medegevangene zich
haastte een arm kalmeerend om hem
heen te slaan.
„Bedaar, oude jongen. Dit alles is in
derdaad allerdwaast... En je zult zien,
dat wij over een paar weken er samen
om zuilen lachen."
„Zien. ik? Ik zal nooit meer iets zien.
Niets dan het gezicht van dien ellen
deling met zijn zwarten baard. Dat ver
volgt me dag en nacht. Ze hebben mijn
hoofd tegen een wit-gloeiend gemaakt
stuk plaatijzer gehouden... Oh Gray,
Gray! Groote goedheid, laat ze niét
weer opnieuw beginnen!"
Het hart van Gray kromp ervan in
een Welk «»en ellende...
„Jij en ik. Gigs, zullen dit stikkend
hol verlaten. Daarvoor ben ik gekomen.
De cipier is een vriendje van me
„Welke?" viel de blinde opgewonden
in de rede. Die met zijn verminkte han
den? Ik heb ze gevoeld. Is 't die? Alam
Khan heeft ze in een zwaren mortier
laten verbrijzelen... Dat is een geschik
te vent. Maar de andere is een 6pion
De 6pion van den eunuch."
Gray klemde de tanden op elkaar,
tot ze er pijn van deden. Galbraith
mocht er zich geen rekenschap van
geven in welke mate zijn woorden hem
tot wanhoon hadden gebracht.
„Hij schijnt mij nog de kwaadste
niet," zei hij, om den ander te kalmpe-
ren. „Natuurlijk een beetje geterrori
seerd door dien braven Alam Khan."
Bij het hooren van den naam van den
Cobra barstte de ongelukkige opnieuw
uit in een schaterlach; maar ditmaal
hield hij vanzelf op.
(Word vervolgd)