DE INDIANENOVERVAL
EEN SLIM MUISJE
RUBRIEK VAN
OOM BOB
Voor een regenachtige
vrije middag
DE MAANVIS
KATOENEN WEGEN
BRIEFWISSELING
KINDER COURANT
DOOR IET HOOGERS
Het was in de zomer van het jaar 1862.
Over de dicht-beboste bergrug, die van
uit het Westen naar de uigestrekte bos
sen van Minnesota loopt, joeg een rui
ter voort. Onder zijn breedgerande vilt-
hoed stond het jonge gezicht strak en
ernstig. Uit het schemerachtige licht
van het woud voerde 'n smal rotsachtig
pad naar het Minnesotadal. Een oogcn-
blik hield Tom Ragson het paard in
om het vermoeide dier wat rust te gun
nen. Daar, ver naar het Oosten, nog
veertig mijlen verder lag zijn geboorte
plaats, Newtown. Vijf dagen geleden
was hij daarvandaan vertrokken, om
zijn broer on te zoeken, die in Fort Red-
ford diende. Het was een prachtige
zomer; op de korenvelden stonden de
schoven al gereed en de mais was
reeds voor de helft binnen. Geen van
Tom's stadgenoten, meest Engelse emi
granten hadden enig vermoeden van
een dreigend gevaar, terwijl ze ijverig
aan het werk waren op hun korenvel
den. Alles was rustig geweest, nu al
twintig jaren hadden de blanken in
vrede geleefd met de Dakota's en de
Chippeways.
Maar toen Tom in Fort Redford was.
had de commandant hem niet weer wil
len laten gaan. ..We hebben iuist berich
ten binnen gekregen." zei hij. „dat de
Dakota's en de C.hippe wave zich verhon
den hebben met de Sioiix en hun strijd
bijl hebben ongpgraven Jullie stad ligt
midden in hun gebied en wij hebben
geen troepen genoeg om hun weerstand
te bieden, we moeten eerst op verster
king wachten. Te kunt niet weer naar
huis terug, jongen, ie zou hen net tege
moet rijden."
Maar Tom ging wel en onmiddellijk.
Hij moest zien eerder in Newtown te ko
men dan de Roodhuiden
Dus was hij hij het aanbreken van de
dag de terugreis begonnen en nu lag de
wijde prairie voor hem. die Newtown
scheidde van het gebergte
's Middags reed Tom langs de Redriver
en bereikte een kleine nederzetting van
blanken. Rustig zag alles er uit, de hui
zen schenen te slapen in de middagzon
Hij ging een deur binnen, maar bleef als
aan de grond genageld staan. De bewo
ner van het huis en ziin vrouw lagen
dood op de vloer.
In een wilde ren reed Tom verder. De
Indianen waren dus al op het pad! Zijn
wil, zijn verlangen om de stad te redden
dreef hem vuort, hat kostte wat het kost
te. Tegen de avond werd de hemel in het
Noorden en Westen roodgekleurd. De
dorpen van het Minnesotadal brandden.
Zou hij nog op tijd komen? Voort joeg hij
weer. Over de vlakte klonk van heel ver
het wilde krijgsgehuil van de Indianen.
Het was al nacht toen Tom bij de blok
hut van een eenzame trapper aankwam
Hij kende den man. was al van jongsaf
met hem meegeweest op de jacht, had
hem vergezeld op zijn tochten naar de
Indianendorpen, waar hij huiden kocht
van de Roodhuiden.
De trapper ontving hem gastvrij en
vriend el"1-'
„Onmogelijk, dat je verder gaat. Tom
Ragson," zei hij. „Je kunt er niet meer
door. De Roodhuiden zijn je al voor. Van
middag heb ik de eerste troepen al door
mijn jachtgebied zien komen. Blijf hier.
tot de versterkingstroepen zijn aange
rukt. Newtown is toch al verloren."
„Nee!" riep Torn uit. „Ik wil niet dat
het verloren gaat! Ik moet zo gauw mo
gelijk verder! Ik wil doen wat ik kan om
mijn land te redden."
De oude man dacht .even na. „Mis
schien weet ik er wel wat op," zei hij
aarzelend. „Je kent de taal der Dako
ta's, hè?"
Tom knikte. Jarenlang ging hij mee
naar de dorpen der Dakota's en van hun
taal had hij genoeg geleerd.
„Kom eens mee," wenkte de trapper en
hij nam den jongen man mee achter zijn
hut. „Kijk, toen ik vanmiddag thuis
kwam vond ik juist een Indiaan bezig
mijn huis te plunderen. Ik heb hem neer
geschoten. Daar ligt hij. en hij draagt de
oorlogstooi van zijn stam. is 't niet? Be
grijp ie we. ik bedoel?"
Ja, Tom begreep het direct. Een paar
uur later, toen de morgen begon te sche
meren, verliet hij in de oorlogstooi van
de Dakotas het huis van den trapper.
Zijn gezicht en armen waren roodge
verfd. Nu reed hij om zijn leven.
De Indianen die hem door de vlakte
zagen hielden hem voor een van de hun
nen en lieten hem ongemoeid voorbij
gaan. Maar veilig voelde Tom zich niet.
Als een van hen hem tegenhield, als hij
midden in een stam van Roodhuiden zou
terechtkomen, dan Maar hij bereikte
Newtown in de middag van die dag. In
snelle vaart reed hij door de straten, re
gelrecht naar het gemeentehuis. De be
woners van de stad stonden in angstige
verbazing te kijken toen ze daar een In
diaan in volle oorlogsdos de stad zagen
binnen rijden. Toen Tom zijn paard tot
staan bracht en wilde afstijgen zakte het
trouwe dier in elkaar. Van alle kanten
kwamen de mensen toestromen en luid
begonnen ze te lachen toen ze zagen dat
de gevreesde Indiaan Tom Ragson was.
Maar het gelacht verstomde al gauw.
Te wapen' Luidt de klokken!" schreeuw
de Tom. „De Indianen doen een overval!
De dorpen rondom staan al te branden!"
De volgende dag kwamen de Sioux
aanstormen op Newtown. Maar ze ont
moetten een krachtig verzet; dapper ver
dedigden de mannen hun vrouwen, kin
deren en goederen. De stad werd diezelf
de avond nog in brand gestoken. Reeds
begonnen de Roodhuiden de overhand te
krijgen, enige blanken waren gesneuveld,
verscheidene gewond Toen kwamen de
troepen uit het Fort en de Indianen
moesten de aftocht blazen.
Van de stad was niet veel meer over
dan rokende puinhopen. Op hun wagens
verlieten de bewoners hun verwoeste
stad Onder de gewonden lag ook Tom
Ragson. De tomahawk van een Sioux
had zijn schouder gewond. „Tom", zei de
burgemeester van de stad. „Jij hebt ons
het leven gered, jongen. Als je ons niet
bijtijds gewaarschuwd had, leefde er nu
niet een meer van ons. Door die moedige
rit van je hebben wij alles aan jou te
danken."
„Maar ik had de stad ook zo graag wil
len redden," zei Tom treurig. „Die is toch
verloren."
„Maar we gaan weer opbouwen!" zei
de burgemeester.
Een half jaar later keerden de bewo
ners van Newtown terug en bouwden op
de puinhopen van de oude stad een
ljP'*'V \>- w-y
Als we ons vervelen omdat het juist
op een vrije middag regent, dan gaan we
zelf eens een puzzle maken, een echt
geduld-spelletje.
We hebben nodig: een ronde karton
nen doos, een leeg apof.hekersdoosje, bijv.
is er heel geschikt voor. Verder een stuk
of twaalf spelden en een paar ronde bal
letjes. kleine knikkertjes of kraaltjes, of
rl prwfe
De spelden steken we rechtop in de
bodem van het doosje, zodat ze in een
kring komen te staan, zowat anderhalf
tot twee centimeter van de rand van het
doosje af. De spelden worden zo dicht bij
elkaar gezet, dat de balletjes er niet tus-
schen door kunnen. Alleen op twee plaat
sen, vlak tegenover elkaar moei de tus
senruimte groter wezen, zodat de balle
tjes daar wèl tussendoor kunnen. Nu be
grijpen jullie zeker al waf de bedoeling
is. Je legt de balletjes in het doosje bui
ten de spedenrij en de kunst is om ze
alle twee door het doosje heen en weer
te bewpgen, in de „kooi" te brengen. Het
lijkt niet eens zo moeilijk, maar het valt
nog niet mee, want als je bezig bent de
ene door de opening te roleln. dan zal de
andere er intussen weer uitgaan. Maar
daarvoor is het ook een „geduldspelle-
tje".
In de wateren van het Amazone-ge
bied kan men een vis vinden, die de
vorm heeft van een maansikkel. De vis
kan 15 c.m. lang worden en heeft de
naam van een bijzonder sierlijk uiterlijk.
Om zijn vorm heeft men hem de naam
van „rrr nvis" gegeven.
In Amerika worden tegenwoordig
proeven genomen met een nieuwe stof
om wegen aan te leggen. Het is een soort
katoen weefsel waardoorheen betonach-
tige stof wordt verwerkt. De resultaten
schijnen werkelijk goed te zijn. In New
Yersev heefl men er al een paar wegen
mee bedekt. Het geeft mooi effen wegen
pn is ook heel sterk. Nu de Amerikanen
toch te veel katoen hebben is dit een
prachtige gelegenheid om die nuttig te
gebruiken.
Beste Nichten en Neven!
Onze familie breidt zich flink uit. Als
nieuwe nichten en neven hebben zich
aangediend: Voorjaarsbloenipje, Prinses
Vanille, Koningin Peperpot, Kippcn-
veertje, Waterrat en Houtvester.
Namens jullie allen heet ik hen in
onze kring hartelijk welkom. Het ge
middelde cijfer voor het derde opstel
was 8 (Er waren twee tienen bij...).
En nu ga ik gauw met de groetenaf-
deeling beginnen en dan het vierde op
stel.
De groeten doon: Wolf aan Ainee,
Duinpieper en Boefje; Schooiertje aan
Shirley Temple; Leergraag aan Klap
roos, Piccolo en Duinpieper; Baden Po
well aan Madeliefje, Paardebloem en
Radio-Spook; Waterrat aan de geheele
familie; Stephanie aan Ainée; Pimpel
mees aan Schooiertje, Kwikzilver en
Madeliefje; Bruinoogie aan Speelgraag.
Bruinvis aan Zwartkopje; Speenkruid ie
aan Klaproos, Stephanie en Shirley
Temple; Poppemoeke aan Polilieagent-
je. Boefje en Nufje.
ONZE VACANTIEREIS NAAR
HAARLEM
Daar onze vacantiereis naar Delft
door ziekte niet door kon gaan, werd er
besloten, om een weekje naar llaailem
le gaan. Daar mijn broertje (Pinguïn)
met de W elpen medeging, gingen wij
ook die Maandag een uurtje latei-
naar Haarlem. Wij gingen logeren bij
een tante, die verpleegster is. Het was
schitterend weer en toen we te Haar
lem aankwamen en ons buikje volgege
ten hadden, werd er besloten een mooie
wandeling te maken. Wij gingen door
het bos van Elswout wat er mooi was
cn een flinke wandeling. Na een goede
nachtrust en een flink onlbut gingen
we de stad Haarlem eens bekijken. Toe
vallig kwamen we toen Pinguin met zijn
horde tegen, die op weg waren naar het
sportterrein. Ik vind de stad Haarlem
erg mooi. Na wat boodschappen gedaan
te hebben gingen we weer naar huis om
boterhammen te eten. 's Middags gin
gen we wandelen naar Kraantjelek en
Brouwerskolk je wat erg mooi is. Wij
dronken in de uitspanning 't Brouwers
kolkje thee (wij namen natuurlijk ijs).
Daarna gingen we naar huis om te
gaan eten. Na goed geslapen te hebben
gingen we Woensdagmorgen tegen
twaalf uur naar Vogelenzang. Daar zijn
we naar de Welpendemonstratie gaan
kijken en hebben we het kamp bezich
tigd. Daar schrijf ik maar niet veel o\er,
want daar heeft Pinguin al alles van
verteld. We gingen toen mijn broertje
Pinguin opzoeken, want die was ook op
't veld. We gingen met een taxi naar
mijn tante's huis. Toen we gegeten had
den en nog wat gezeten hadden, gingen
we naar bed. De volgende dag gingen
we naar Zand voort, daar gingen we
een poosje zwemmen. Mijn tante kwam
even later in Zandvoort. Toen we daar
een poosje gezwommen hadden gingen
we weer naar Haarlem. Vrijdag gingen
we naar Amsterdam en van Amster
dam naar Amersfoort. In Amsterdam
gingen we eerst de stad wat in. Daar
waren veel padvinders, allerlei soort.
Toen gingen we naar de Cineac.
Daar zag je een padvindersfilm. Daar
na gingen we wat eten. Na het eten
zouden we een rondvaart maken dooi
de grachten van Amsterdam. Je zag o.a.
Het nauwste straatje van Amsterdam,
het kleinste huisje en het kleinste ho
telletje. Toen we terug kwamen gingen
we naar het station en naar huis. We
hadden een prettige vacantie gehad.
(Ik ben 11 jaar).
Voorjaarsbloempje heeft zich
in het najaar bij onze familie aange
meld. Daarom is zij nog meer welkom
dan anders, zou ik willen zeggen. Beste
nicht, ik hoop, dat we elkaar veel aar
digs te schrijven zullen hebben. Met
de raadsels heb je al dadelijk een goed
begin gemaakt. Ga zoo voort.
Wat ligt daarginds op het grasveld? Daar komt in de verte de poes aan!
Dat is een kastanjeschil. Floep, weg is de kleine muis.
Het muisj'e denkt: „Die kan 'k gebruiken Hij voelt zich heerlijk veilig
Als Poes mij soms vangen wil. In 't stekelige huis,
Maar Poes staat verbaasd te kijken:
„Wat is me dat voor een dier?
Dat durf ik niet op te eten!"
Wat heeft die muis een pleizierl
Prinses Vanille is nog een oude
bekende, n.l. „Kamerolifantje", di3 in
dertijd ook meedeed. Ze is padvindster
en een beetje nieuwsgierig, want ze wil
weten, hoe oud Oom Bob is. En die zegt
in zoo'n geval altijd, dat kinderen die
vragen, worden overgeslagen. Ga je ook
weer meedoen aan de raadsels, edele
Prinses?
Koningin Peperpot, die in de
zelfde brief als de prinses meekwam,
is ook welkom. Zijn jullie eigenlijk
vriendinnen of zusters? Padvinder ben
ik nooit geweest, maar ik hoor er altijd
zooveel over van de familie, dat de
padvinderij wel prettig moet zijn. Die
illustraties van jezelf zijn wel leuk. Ik
weet alleen niet, of je er op lijkt!
Kippenveertje is een 7-jarig
nieuw nichtje, het zusje van Koningin
Peperpot. De familie zal wel vreemd
opkijken met de komst van zoo'n onge
wone naam! Je denkt zeker veel van
Sinterklaas te krijgen, hè. Als ik zooiets
denk, valt het mij altijd tegen. Wie
weet, gaat dat met joü niet op. Ge
groet hoor!
Wolf is een nieuwe vacht wezen
koopen, zeker met het oog op den win
ter! Groot gelijk hoor! Met den ruil
handel hoop ik je te kunnen helpen.
Ainée heeft er ditmaal een post
zegelpraatje van gemaakt. Ik beloof,
wanneer ik die zegels krijg, aan je te
zullen denken. Meer kan ik momenteel
niet doen. Ik reken op een fijn verslag
van je reis naar Brussel hoor!
P.S. Je tweede brief ook ontvangen.
Wel bedankt voor die verwennerij.
Pinguin is een verwoed postzegel
verzamelaar. Hij heeft er al meer dan
800. Die teekening van den Chinees vind
ik erg mooi. Ik wist echter eerst niet.
wat ik zag. zoo'n somber en ernstig ge
zicht! Hoe vond je den prijs, die je
met de raadseloplossingen gewonnen
hebt?
Shirley Temple correspondeert
met een Zwitsersch meisje, ik ben eig
benieuwd, wat zij je zoo al schrijft. Kun
je me daar eens iets van \ertellen,
nicht V
Zeg, aan filmsterren heb ik weinig,
want ik heb er een groote voorraad van
en de familie vraagt er niet veel om.
Schooiertje, over jou ben ik niet
tevreden, want je waarschuw ïngsrap-
port was erg slechts. Je moet me be
ioven beter te zullen werken. Je kunt
het best hoor! Dat spreken we dus af.
Heb je niets te ruilen?
Klaproos is met de huishouding
al verder gevorderd dan ik dacht. Wat
zul jij een reuze huisvrouw woiden! Die
cijfers voor de opstellen loopen nog al
uit elkaar, maar onvoldoenden werden
nog niet gegeven. Alle familieleden heb
ben respect voor eikaars werk!
Leergraag boft, dat zij tot de
weinigen behoort, die sigarenbandjes
vragen. Die seiie boeken, waarover je
me schrijlt, ken ik niet. Er zipi ook zoo
ontzettend veel boeken op de wereld lie?
De raadsels waren ditmaal aan den ge-
makkeliiken kant, inderdaad. Een beet
le variatie is wel leuk, vind ik.
Boefje, ja, sommige raadsels, die
ik ingezonden krijg, zijn soms te moei
lijk of te makkelijk en dan verhuizen
ze prompt naar de prullemand. Mis
schien hebben die van jou wel hetzelfde
lot gedeeld. Ik zal nog eens kijke-n. Ik
wist niet, dat de kleine boef zoo goed
duiken kon!
Kwikzilver vertelt mij een vroo-
lijke familiegeschiedenis met Rotterdam
als middelpunt. Over 50 jaar breng jij
misschien ook een bezoek aan Amers
foort en dan kun jij ook vertellen van
snoepwinkeltjes, scholen etc.... Je hebt
een beroep gedaan op Vrouwe Fortuna.
maar ik denk niet, dat zij zich daar ve^l
van aantrekt.
Houtvester is een 11-jarige neef.
die graag in de familie opgenomen wil
worden.
Dat is in orde hoor! Je bent met de
raadsels goed begonnen.
Baden Powell verlangt al naar
de wintersport. Toevallig heb ik iets in
mijn handen gekregen, waarbij mij ver
teld werd, dat „Baden Powell" daarin
een voorname „rol" speelde. Ik heb het
bewaard en zal het voor je klaarleggen
onder de ruilhandel. Kom die verras
sing maar gauw halen, je vindt het ze
ker leuk!
Waterrat, neen, zoo'n viervoeter
had ik nog niet in de familie en daarom
ben ik blij, dat ik er nu één heb. Je
bent dus een vriendin van Ainée, van
wie ik veel te hooren krijg over de reis
naar Brussel. Je schrijft me daar na
tuurlijk ook over, want op dat gebied
ben ik erg nieuwsgierig. Het is goed, dat
je de opstellen mee-beoordeelt. Wat be
treft de postzegels heb je mijn mede
werking. Misschien heb je daar wat
aan! Voor raadsels houd ik mij aan
bevolen.
Nufje heeft op school een pluim
gehad en dat ze zooiets fijn vindt, be
grijp ik. Maar ik moet je even wijzen
op je vergeetachtigheid, want een cij
fer voor het opstel miste ik in ie brief.
Je leest de opstellen toch wel, nicht?
Trekvogel is niet te spreken over
het weer. Ik wel, want we hebben een
prachtige herfst gehad. Ik vind het
heel natuurlijk, dat we ook wat regen
gekregen hebben. Daar is nu eenmaal
geen ontkomen aan, net zoo min als aan
winterweer!
Robinson Crusoë heeft gedacht
aan iets, wat hij niet vergeten mocht
en verder zijn brief met een aardige
teekening versierd. Dat vind ik altijd
OP HET HOOGSTE PUNT
leuk. Iloe meer teekenaars in de fami
lie, hoe beter.
Stephanie, wel gefeliciteerd met je
succes op school. Ga zoo voort! Van
Ainée heb ik gehoord, dat ze je ge
sproken heelt. Met die astrologie kun
je uren druk zijn hè? Volgende keer
krijg je een langer antwoord hoor!
Pimpelmees, alias Pimmetje,
meldt ook al vorderingen op school.
Mooi zoo. Je blokschrift is netjes hoor!
Bruinoogje vindt het jammer, dat
de tijd van rolschaatsen voorbij is, nu
het zoo spoedig donker wordt. Ik vind
het wel zoo veilig!
Hoe was de schoolbioscoop? Zoo'n
morgen vrij, staat je natuuriiik wel aan
hè?
Wildzang is kort van stof, maar
toch is het fijn, dat ze de raardsels
zoo goed heeft weten op te lossen, ook
al waren ze ditmaal niet moeilijk. Heb
je niets ta ruilen?
Pinksterbloem zit druk in de
repetities op school. Ik vertrouw er op,
dat je goede cijfers haalt. Ik werkte
vroeger, net zooals iii nu. Van te voren
eerst het gewone huiswerk en dan een
avond besteden aan een repetitie. Dat
systeem beviel me best.
Goudfazant is .van plan een goed
kerstrapport te maken. Dat is afge
sproken. Anders zijn niet alleen je
ouders ontevreden, maar ook jijzelf. Met
hard werken gaat het best.
Bruinvis vraagt mij iets te vertel
len over de weeraal.
Het eenige, dat ik ervan weet, is dat
hij in zoet water leeft en aan de kop
vele voeldraden heeft. Wanneer er ge
brek aan water voor hem is, kruipt hii
diep in den modder en slijkbodem. Men
noemt hem weeraal, omdat hii hii hel
op komst zijn van onweer aan de opper
vlakte komt en onrustig wordt. Ben je
nu tevreden?
Speelgraag heeft haar best ge
daan, om mij een langeren brief te
schrijven. Dat valt niet mee voor jou,
merk ik. Maar volgende week heb je
stof genoeg en schrijf me clan meteen,
hoe het met je schoolvriendin gaat.
Famke, je schrijft me toch niet al
leen, wanneer je de raadsels opgelost
hebt? Dat zou niet leuk zijn. Veronder
stel, dat alle nichten en neven dat zou
den doen! Wanneer ik clan raadsels
vergat te plaatsen, zou ik geen brieven
krijgen!
Paardebloem is maar wat in zijn
schik met zijn padvinderij.
Hij houdt me met alles op dat ge
bied op de hoogte. Kun je erg goed
zwemmen?
Babbeltje heeft haar dagelijksch
rapport ingediend, hoewel zij niet be
grijpt dat ik haar brief leuk vind.
Wees daar maar van overtuigd. Waar
om gaan jullie na den wedstrijd niet
gezamenlijk naar huis, inplaats van
dat geren van jullie afzonderlijk. Dat
lijkt me veel gezelliger. Op die fuif
wordt je vast en zeker een reuze ver
schijning, Babbeltje! Onze familie is
goed met jou vertegenwoordigd. Har
telijk gegroet hoor.
Madeliefje had voor haar ver
jaardag ik feliciteer je nog wel
reeds een en ander gekregen. Ook
snoepgoed. Was dat misschien de re
den, dat je naar de tandarts moest? Ik
heb dezelfde zorgen als iii. Madelief, la
ten we elkaar dus maar troosten!
Speen kruidje bevalt het best op
de meisjesschool. Zorg maar voor goede
rapporten hoor! Je groeten heb ik trouw
overgebracht. Nog wel bedankt voor je
raadsels.
Poppemoeke is met haar kinde
ren wezen wandelen en toen zijn de
herfstbladeren in de poppenwagen ge
vallen. Ik begnip best, dat de poppen
daaruit begrepen hebben, dat de win
ter in aantocht is cn dat het nu weer
een tijd uit is met de wandeltochtjes in
de zonneschijn. Troost ze maar, kleine
nicht, over vijf maanden, dus maar 150
dagen, begint de lente alweer
DE OPLOSSINGEN
De oplossingen van de raadsels van
de vorige week waren:
I. De Winter Nadert (tred, na, winter
en de).
II. Sinaasappel Hes, sap, aap en in).
De opgaven waren nogal makke
luk. Ik kreeg 26 goede oplossingen.
Ons nichtje S p e e n k r u i cl i e
werd ditmaal prijswinnaars. Gefe
liciteerd!
DE RAADSELS
Ik ben een vogel, die bij jullie is in
tijden van sneeuw en koude. Ik heb een
naam van 10 letters en ben kort ge
leden in de lage landen aan de Noord
zee gearriveerd. Wie ben ik nu?
II
Op de kruisjes lijn komt een woord
van 7 letters, waarover jullie me ver
leden week zeer veel geschreven hebt.
X
X
x
X x X X X X X
X
X
X
1. medeklinker
2. dier
3. schept men op
4. gevraagde woord
5. windrichting
6. lichaamsdeel
7. medeklinker.
RUILHANDEL
Johann Strausz vraagt D. E.
punten, Hille bonnen of oude boeken-
bonnen.
Bellefleur, onze vroegere neef
heeft den ruilhandel goed bedacht. Har
telijk dank daarvoor.
Johann Strausz vraagt D.E. pun
ten, Ilillebonnen, of oude Boekenbon-
nen.
Bellefleur, onze vroegere neef
heeft den ruilhandel goed bedacht. Har
telijk clank daarvoor.
M e v r. C. D. wil ik gaarne aan Ver-
kadebonnen „Waar wij wonen" helpen,
Woudlooper vvensch ik verder
succes op school. Filmsterren en sol
daatjes wachten op je.
Prinses Vanille krijgt plaatjes
van „Bloemen en haar Vrienden".
Koningin Peperpot rekent op
Verkade's bonnen.
Kippenveertje vraagt postzegels
of beertjes.
De Wolf roept om filmsterren en
nieuwe boekenbonnen.
A i né e spaart nog altijd postzegels
van Ned. en Koloniën
Pinguin wil ook graag postzegels
hebben.
Shirley Temple vraagt Stan-
daard-Oosterveen, Boekenbonnen of
postzegels.
Klaproos kan Ned. postzegels ko
men halen.
Leergraag, voor jou zijn er siga
renbandjes.
Boefje spaart postzegels van Ned,
en Koloniën.
Piccolo wil graag D.E. punten heb
ben.
Baden Powell kan Verkadebon-
nen en postzegels komen halen en een
verrassing.
Waterrat spaart postzegels van
Ned. en Koloniën.
Nufje vraagt nieuwe boekenbon
nen.
Trekvogel, voor jou zijn er Ver-
kadebonnen.
Bruinoogje wil graag postzegels
of Drostebonnen hebben.
Pinksterbloem vraagt postze
gels of boekenbonnen.
Bruinvis, voor jou zijn er Paula-
bonnen.
Speelgraag vraagt. Lux of nieu
we boekenbonnen.
Babbeltje wil graag Hillebonnem
hebben.
B. A. D. vraagt Sunlightbonnen.
Maandagmiddag na 3 uur kunnen de
bonnen aan het bureau gehaald wor
den.
Met hartelijke groeten
OOM BOB.