DE INDIANENOVERVAL EEN SLIM MUISJE RUBRIEK VAN OOM BOB Voor een regenachtige vrije middag DE MAANVIS KATOENEN WEGEN BRIEFWISSELING KINDER COURANT DOOR IET HOOGERS Het was in de zomer van het jaar 1862. Over de dicht-beboste bergrug, die van uit het Westen naar de uigestrekte bos sen van Minnesota loopt, joeg een rui ter voort. Onder zijn breedgerande vilt- hoed stond het jonge gezicht strak en ernstig. Uit het schemerachtige licht van het woud voerde 'n smal rotsachtig pad naar het Minnesotadal. Een oogcn- blik hield Tom Ragson het paard in om het vermoeide dier wat rust te gun nen. Daar, ver naar het Oosten, nog veertig mijlen verder lag zijn geboorte plaats, Newtown. Vijf dagen geleden was hij daarvandaan vertrokken, om zijn broer on te zoeken, die in Fort Red- ford diende. Het was een prachtige zomer; op de korenvelden stonden de schoven al gereed en de mais was reeds voor de helft binnen. Geen van Tom's stadgenoten, meest Engelse emi granten hadden enig vermoeden van een dreigend gevaar, terwijl ze ijverig aan het werk waren op hun korenvel den. Alles was rustig geweest, nu al twintig jaren hadden de blanken in vrede geleefd met de Dakota's en de Chippeways. Maar toen Tom in Fort Redford was. had de commandant hem niet weer wil len laten gaan. ..We hebben iuist berich ten binnen gekregen." zei hij. „dat de Dakota's en de C.hippe wave zich verhon den hebben met de Sioiix en hun strijd bijl hebben ongpgraven Jullie stad ligt midden in hun gebied en wij hebben geen troepen genoeg om hun weerstand te bieden, we moeten eerst op verster king wachten. Te kunt niet weer naar huis terug, jongen, ie zou hen net tege moet rijden." Maar Tom ging wel en onmiddellijk. Hij moest zien eerder in Newtown te ko men dan de Roodhuiden Dus was hij hij het aanbreken van de dag de terugreis begonnen en nu lag de wijde prairie voor hem. die Newtown scheidde van het gebergte 's Middags reed Tom langs de Redriver en bereikte een kleine nederzetting van blanken. Rustig zag alles er uit, de hui zen schenen te slapen in de middagzon Hij ging een deur binnen, maar bleef als aan de grond genageld staan. De bewo ner van het huis en ziin vrouw lagen dood op de vloer. In een wilde ren reed Tom verder. De Indianen waren dus al op het pad! Zijn wil, zijn verlangen om de stad te redden dreef hem vuort, hat kostte wat het kost te. Tegen de avond werd de hemel in het Noorden en Westen roodgekleurd. De dorpen van het Minnesotadal brandden. Zou hij nog op tijd komen? Voort joeg hij weer. Over de vlakte klonk van heel ver het wilde krijgsgehuil van de Indianen. Het was al nacht toen Tom bij de blok hut van een eenzame trapper aankwam Hij kende den man. was al van jongsaf met hem meegeweest op de jacht, had hem vergezeld op zijn tochten naar de Indianendorpen, waar hij huiden kocht van de Roodhuiden. De trapper ontving hem gastvrij en vriend el"1-' „Onmogelijk, dat je verder gaat. Tom Ragson," zei hij. „Je kunt er niet meer door. De Roodhuiden zijn je al voor. Van middag heb ik de eerste troepen al door mijn jachtgebied zien komen. Blijf hier. tot de versterkingstroepen zijn aange rukt. Newtown is toch al verloren." „Nee!" riep Torn uit. „Ik wil niet dat het verloren gaat! Ik moet zo gauw mo gelijk verder! Ik wil doen wat ik kan om mijn land te redden." De oude man dacht .even na. „Mis schien weet ik er wel wat op," zei hij aarzelend. „Je kent de taal der Dako ta's, hè?" Tom knikte. Jarenlang ging hij mee naar de dorpen der Dakota's en van hun taal had hij genoeg geleerd. „Kom eens mee," wenkte de trapper en hij nam den jongen man mee achter zijn hut. „Kijk, toen ik vanmiddag thuis kwam vond ik juist een Indiaan bezig mijn huis te plunderen. Ik heb hem neer geschoten. Daar ligt hij. en hij draagt de oorlogstooi van zijn stam. is 't niet? Be grijp ie we. ik bedoel?" Ja, Tom begreep het direct. Een paar uur later, toen de morgen begon te sche meren, verliet hij in de oorlogstooi van de Dakotas het huis van den trapper. Zijn gezicht en armen waren roodge verfd. Nu reed hij om zijn leven. De Indianen die hem door de vlakte zagen hielden hem voor een van de hun nen en lieten hem ongemoeid voorbij gaan. Maar veilig voelde Tom zich niet. Als een van hen hem tegenhield, als hij midden in een stam van Roodhuiden zou terechtkomen, dan Maar hij bereikte Newtown in de middag van die dag. In snelle vaart reed hij door de straten, re gelrecht naar het gemeentehuis. De be woners van de stad stonden in angstige verbazing te kijken toen ze daar een In diaan in volle oorlogsdos de stad zagen binnen rijden. Toen Tom zijn paard tot staan bracht en wilde afstijgen zakte het trouwe dier in elkaar. Van alle kanten kwamen de mensen toestromen en luid begonnen ze te lachen toen ze zagen dat de gevreesde Indiaan Tom Ragson was. Maar het gelacht verstomde al gauw. Te wapen' Luidt de klokken!" schreeuw de Tom. „De Indianen doen een overval! De dorpen rondom staan al te branden!" De volgende dag kwamen de Sioux aanstormen op Newtown. Maar ze ont moetten een krachtig verzet; dapper ver dedigden de mannen hun vrouwen, kin deren en goederen. De stad werd diezelf de avond nog in brand gestoken. Reeds begonnen de Roodhuiden de overhand te krijgen, enige blanken waren gesneuveld, verscheidene gewond Toen kwamen de troepen uit het Fort en de Indianen moesten de aftocht blazen. Van de stad was niet veel meer over dan rokende puinhopen. Op hun wagens verlieten de bewoners hun verwoeste stad Onder de gewonden lag ook Tom Ragson. De tomahawk van een Sioux had zijn schouder gewond. „Tom", zei de burgemeester van de stad. „Jij hebt ons het leven gered, jongen. Als je ons niet bijtijds gewaarschuwd had, leefde er nu niet een meer van ons. Door die moedige rit van je hebben wij alles aan jou te danken." „Maar ik had de stad ook zo graag wil len redden," zei Tom treurig. „Die is toch verloren." „Maar we gaan weer opbouwen!" zei de burgemeester. Een half jaar later keerden de bewo ners van Newtown terug en bouwden op de puinhopen van de oude stad een ljP'*'V \>- w-y Als we ons vervelen omdat het juist op een vrije middag regent, dan gaan we zelf eens een puzzle maken, een echt geduld-spelletje. We hebben nodig: een ronde karton nen doos, een leeg apof.hekersdoosje, bijv. is er heel geschikt voor. Verder een stuk of twaalf spelden en een paar ronde bal letjes. kleine knikkertjes of kraaltjes, of rl prwfe De spelden steken we rechtop in de bodem van het doosje, zodat ze in een kring komen te staan, zowat anderhalf tot twee centimeter van de rand van het doosje af. De spelden worden zo dicht bij elkaar gezet, dat de balletjes er niet tus- schen door kunnen. Alleen op twee plaat sen, vlak tegenover elkaar moei de tus senruimte groter wezen, zodat de balle tjes daar wèl tussendoor kunnen. Nu be grijpen jullie zeker al waf de bedoeling is. Je legt de balletjes in het doosje bui ten de spedenrij en de kunst is om ze alle twee door het doosje heen en weer te bewpgen, in de „kooi" te brengen. Het lijkt niet eens zo moeilijk, maar het valt nog niet mee, want als je bezig bent de ene door de opening te roleln. dan zal de andere er intussen weer uitgaan. Maar daarvoor is het ook een „geduldspelle- tje". In de wateren van het Amazone-ge bied kan men een vis vinden, die de vorm heeft van een maansikkel. De vis kan 15 c.m. lang worden en heeft de naam van een bijzonder sierlijk uiterlijk. Om zijn vorm heeft men hem de naam van „rrr nvis" gegeven. In Amerika worden tegenwoordig proeven genomen met een nieuwe stof om wegen aan te leggen. Het is een soort katoen weefsel waardoorheen betonach- tige stof wordt verwerkt. De resultaten schijnen werkelijk goed te zijn. In New Yersev heefl men er al een paar wegen mee bedekt. Het geeft mooi effen wegen pn is ook heel sterk. Nu de Amerikanen toch te veel katoen hebben is dit een prachtige gelegenheid om die nuttig te gebruiken. Beste Nichten en Neven! Onze familie breidt zich flink uit. Als nieuwe nichten en neven hebben zich aangediend: Voorjaarsbloenipje, Prinses Vanille, Koningin Peperpot, Kippcn- veertje, Waterrat en Houtvester. Namens jullie allen heet ik hen in onze kring hartelijk welkom. Het ge middelde cijfer voor het derde opstel was 8 (Er waren twee tienen bij...). En nu ga ik gauw met de groetenaf- deeling beginnen en dan het vierde op stel. De groeten doon: Wolf aan Ainee, Duinpieper en Boefje; Schooiertje aan Shirley Temple; Leergraag aan Klap roos, Piccolo en Duinpieper; Baden Po well aan Madeliefje, Paardebloem en Radio-Spook; Waterrat aan de geheele familie; Stephanie aan Ainée; Pimpel mees aan Schooiertje, Kwikzilver en Madeliefje; Bruinoogie aan Speelgraag. Bruinvis aan Zwartkopje; Speenkruid ie aan Klaproos, Stephanie en Shirley Temple; Poppemoeke aan Polilieagent- je. Boefje en Nufje. ONZE VACANTIEREIS NAAR HAARLEM Daar onze vacantiereis naar Delft door ziekte niet door kon gaan, werd er besloten, om een weekje naar llaailem le gaan. Daar mijn broertje (Pinguïn) met de W elpen medeging, gingen wij ook die Maandag een uurtje latei- naar Haarlem. Wij gingen logeren bij een tante, die verpleegster is. Het was schitterend weer en toen we te Haar lem aankwamen en ons buikje volgege ten hadden, werd er besloten een mooie wandeling te maken. Wij gingen door het bos van Elswout wat er mooi was cn een flinke wandeling. Na een goede nachtrust en een flink onlbut gingen we de stad Haarlem eens bekijken. Toe vallig kwamen we toen Pinguin met zijn horde tegen, die op weg waren naar het sportterrein. Ik vind de stad Haarlem erg mooi. Na wat boodschappen gedaan te hebben gingen we weer naar huis om boterhammen te eten. 's Middags gin gen we wandelen naar Kraantjelek en Brouwerskolk je wat erg mooi is. Wij dronken in de uitspanning 't Brouwers kolkje thee (wij namen natuurlijk ijs). Daarna gingen we naar huis om te gaan eten. Na goed geslapen te hebben gingen we Woensdagmorgen tegen twaalf uur naar Vogelenzang. Daar zijn we naar de Welpendemonstratie gaan kijken en hebben we het kamp bezich tigd. Daar schrijf ik maar niet veel o\er, want daar heeft Pinguin al alles van verteld. We gingen toen mijn broertje Pinguin opzoeken, want die was ook op 't veld. We gingen met een taxi naar mijn tante's huis. Toen we gegeten had den en nog wat gezeten hadden, gingen we naar bed. De volgende dag gingen we naar Zand voort, daar gingen we een poosje zwemmen. Mijn tante kwam even later in Zandvoort. Toen we daar een poosje gezwommen hadden gingen we weer naar Haarlem. Vrijdag gingen we naar Amsterdam en van Amster dam naar Amersfoort. In Amsterdam gingen we eerst de stad wat in. Daar waren veel padvinders, allerlei soort. Toen gingen we naar de Cineac. Daar zag je een padvindersfilm. Daar na gingen we wat eten. Na het eten zouden we een rondvaart maken dooi de grachten van Amsterdam. Je zag o.a. Het nauwste straatje van Amsterdam, het kleinste huisje en het kleinste ho telletje. Toen we terug kwamen gingen we naar het station en naar huis. We hadden een prettige vacantie gehad. (Ik ben 11 jaar). Voorjaarsbloempje heeft zich in het najaar bij onze familie aange meld. Daarom is zij nog meer welkom dan anders, zou ik willen zeggen. Beste nicht, ik hoop, dat we elkaar veel aar digs te schrijven zullen hebben. Met de raadsels heb je al dadelijk een goed begin gemaakt. Ga zoo voort. Wat ligt daarginds op het grasveld? Daar komt in de verte de poes aan! Dat is een kastanjeschil. Floep, weg is de kleine muis. Het muisj'e denkt: „Die kan 'k gebruiken Hij voelt zich heerlijk veilig Als Poes mij soms vangen wil. In 't stekelige huis, Maar Poes staat verbaasd te kijken: „Wat is me dat voor een dier? Dat durf ik niet op te eten!" Wat heeft die muis een pleizierl Prinses Vanille is nog een oude bekende, n.l. „Kamerolifantje", di3 in dertijd ook meedeed. Ze is padvindster en een beetje nieuwsgierig, want ze wil weten, hoe oud Oom Bob is. En die zegt in zoo'n geval altijd, dat kinderen die vragen, worden overgeslagen. Ga je ook weer meedoen aan de raadsels, edele Prinses? Koningin Peperpot, die in de zelfde brief als de prinses meekwam, is ook welkom. Zijn jullie eigenlijk vriendinnen of zusters? Padvinder ben ik nooit geweest, maar ik hoor er altijd zooveel over van de familie, dat de padvinderij wel prettig moet zijn. Die illustraties van jezelf zijn wel leuk. Ik weet alleen niet, of je er op lijkt! Kippenveertje is een 7-jarig nieuw nichtje, het zusje van Koningin Peperpot. De familie zal wel vreemd opkijken met de komst van zoo'n onge wone naam! Je denkt zeker veel van Sinterklaas te krijgen, hè. Als ik zooiets denk, valt het mij altijd tegen. Wie weet, gaat dat met joü niet op. Ge groet hoor! Wolf is een nieuwe vacht wezen koopen, zeker met het oog op den win ter! Groot gelijk hoor! Met den ruil handel hoop ik je te kunnen helpen. Ainée heeft er ditmaal een post zegelpraatje van gemaakt. Ik beloof, wanneer ik die zegels krijg, aan je te zullen denken. Meer kan ik momenteel niet doen. Ik reken op een fijn verslag van je reis naar Brussel hoor! P.S. Je tweede brief ook ontvangen. Wel bedankt voor die verwennerij. Pinguin is een verwoed postzegel verzamelaar. Hij heeft er al meer dan 800. Die teekening van den Chinees vind ik erg mooi. Ik wist echter eerst niet. wat ik zag. zoo'n somber en ernstig ge zicht! Hoe vond je den prijs, die je met de raadseloplossingen gewonnen hebt? Shirley Temple correspondeert met een Zwitsersch meisje, ik ben eig benieuwd, wat zij je zoo al schrijft. Kun je me daar eens iets van \ertellen, nicht V Zeg, aan filmsterren heb ik weinig, want ik heb er een groote voorraad van en de familie vraagt er niet veel om. Schooiertje, over jou ben ik niet tevreden, want je waarschuw ïngsrap- port was erg slechts. Je moet me be ioven beter te zullen werken. Je kunt het best hoor! Dat spreken we dus af. Heb je niets te ruilen? Klaproos is met de huishouding al verder gevorderd dan ik dacht. Wat zul jij een reuze huisvrouw woiden! Die cijfers voor de opstellen loopen nog al uit elkaar, maar onvoldoenden werden nog niet gegeven. Alle familieleden heb ben respect voor eikaars werk! Leergraag boft, dat zij tot de weinigen behoort, die sigarenbandjes vragen. Die seiie boeken, waarover je me schrijlt, ken ik niet. Er zipi ook zoo ontzettend veel boeken op de wereld lie? De raadsels waren ditmaal aan den ge- makkeliiken kant, inderdaad. Een beet le variatie is wel leuk, vind ik. Boefje, ja, sommige raadsels, die ik ingezonden krijg, zijn soms te moei lijk of te makkelijk en dan verhuizen ze prompt naar de prullemand. Mis schien hebben die van jou wel hetzelfde lot gedeeld. Ik zal nog eens kijke-n. Ik wist niet, dat de kleine boef zoo goed duiken kon! Kwikzilver vertelt mij een vroo- lijke familiegeschiedenis met Rotterdam als middelpunt. Over 50 jaar breng jij misschien ook een bezoek aan Amers foort en dan kun jij ook vertellen van snoepwinkeltjes, scholen etc.... Je hebt een beroep gedaan op Vrouwe Fortuna. maar ik denk niet, dat zij zich daar ve^l van aantrekt. Houtvester is een 11-jarige neef. die graag in de familie opgenomen wil worden. Dat is in orde hoor! Je bent met de raadsels goed begonnen. Baden Powell verlangt al naar de wintersport. Toevallig heb ik iets in mijn handen gekregen, waarbij mij ver teld werd, dat „Baden Powell" daarin een voorname „rol" speelde. Ik heb het bewaard en zal het voor je klaarleggen onder de ruilhandel. Kom die verras sing maar gauw halen, je vindt het ze ker leuk! Waterrat, neen, zoo'n viervoeter had ik nog niet in de familie en daarom ben ik blij, dat ik er nu één heb. Je bent dus een vriendin van Ainée, van wie ik veel te hooren krijg over de reis naar Brussel. Je schrijft me daar na tuurlijk ook over, want op dat gebied ben ik erg nieuwsgierig. Het is goed, dat je de opstellen mee-beoordeelt. Wat be treft de postzegels heb je mijn mede werking. Misschien heb je daar wat aan! Voor raadsels houd ik mij aan bevolen. Nufje heeft op school een pluim gehad en dat ze zooiets fijn vindt, be grijp ik. Maar ik moet je even wijzen op je vergeetachtigheid, want een cij fer voor het opstel miste ik in ie brief. Je leest de opstellen toch wel, nicht? Trekvogel is niet te spreken over het weer. Ik wel, want we hebben een prachtige herfst gehad. Ik vind het heel natuurlijk, dat we ook wat regen gekregen hebben. Daar is nu eenmaal geen ontkomen aan, net zoo min als aan winterweer! Robinson Crusoë heeft gedacht aan iets, wat hij niet vergeten mocht en verder zijn brief met een aardige teekening versierd. Dat vind ik altijd OP HET HOOGSTE PUNT leuk. Iloe meer teekenaars in de fami lie, hoe beter. Stephanie, wel gefeliciteerd met je succes op school. Ga zoo voort! Van Ainée heb ik gehoord, dat ze je ge sproken heelt. Met die astrologie kun je uren druk zijn hè? Volgende keer krijg je een langer antwoord hoor! Pimpelmees, alias Pimmetje, meldt ook al vorderingen op school. Mooi zoo. Je blokschrift is netjes hoor! Bruinoogje vindt het jammer, dat de tijd van rolschaatsen voorbij is, nu het zoo spoedig donker wordt. Ik vind het wel zoo veilig! Hoe was de schoolbioscoop? Zoo'n morgen vrij, staat je natuuriiik wel aan hè? Wildzang is kort van stof, maar toch is het fijn, dat ze de raardsels zoo goed heeft weten op te lossen, ook al waren ze ditmaal niet moeilijk. Heb je niets ta ruilen? Pinksterbloem zit druk in de repetities op school. Ik vertrouw er op, dat je goede cijfers haalt. Ik werkte vroeger, net zooals iii nu. Van te voren eerst het gewone huiswerk en dan een avond besteden aan een repetitie. Dat systeem beviel me best. Goudfazant is .van plan een goed kerstrapport te maken. Dat is afge sproken. Anders zijn niet alleen je ouders ontevreden, maar ook jijzelf. Met hard werken gaat het best. Bruinvis vraagt mij iets te vertel len over de weeraal. Het eenige, dat ik ervan weet, is dat hij in zoet water leeft en aan de kop vele voeldraden heeft. Wanneer er ge brek aan water voor hem is, kruipt hii diep in den modder en slijkbodem. Men noemt hem weeraal, omdat hii hii hel op komst zijn van onweer aan de opper vlakte komt en onrustig wordt. Ben je nu tevreden? Speelgraag heeft haar best ge daan, om mij een langeren brief te schrijven. Dat valt niet mee voor jou, merk ik. Maar volgende week heb je stof genoeg en schrijf me clan meteen, hoe het met je schoolvriendin gaat. Famke, je schrijft me toch niet al leen, wanneer je de raadsels opgelost hebt? Dat zou niet leuk zijn. Veronder stel, dat alle nichten en neven dat zou den doen! Wanneer ik clan raadsels vergat te plaatsen, zou ik geen brieven krijgen! Paardebloem is maar wat in zijn schik met zijn padvinderij. Hij houdt me met alles op dat ge bied op de hoogte. Kun je erg goed zwemmen? Babbeltje heeft haar dagelijksch rapport ingediend, hoewel zij niet be grijpt dat ik haar brief leuk vind. Wees daar maar van overtuigd. Waar om gaan jullie na den wedstrijd niet gezamenlijk naar huis, inplaats van dat geren van jullie afzonderlijk. Dat lijkt me veel gezelliger. Op die fuif wordt je vast en zeker een reuze ver schijning, Babbeltje! Onze familie is goed met jou vertegenwoordigd. Har telijk gegroet hoor. Madeliefje had voor haar ver jaardag ik feliciteer je nog wel reeds een en ander gekregen. Ook snoepgoed. Was dat misschien de re den, dat je naar de tandarts moest? Ik heb dezelfde zorgen als iii. Madelief, la ten we elkaar dus maar troosten! Speen kruidje bevalt het best op de meisjesschool. Zorg maar voor goede rapporten hoor! Je groeten heb ik trouw overgebracht. Nog wel bedankt voor je raadsels. Poppemoeke is met haar kinde ren wezen wandelen en toen zijn de herfstbladeren in de poppenwagen ge vallen. Ik begnip best, dat de poppen daaruit begrepen hebben, dat de win ter in aantocht is cn dat het nu weer een tijd uit is met de wandeltochtjes in de zonneschijn. Troost ze maar, kleine nicht, over vijf maanden, dus maar 150 dagen, begint de lente alweer DE OPLOSSINGEN De oplossingen van de raadsels van de vorige week waren: I. De Winter Nadert (tred, na, winter en de). II. Sinaasappel Hes, sap, aap en in). De opgaven waren nogal makke luk. Ik kreeg 26 goede oplossingen. Ons nichtje S p e e n k r u i cl i e werd ditmaal prijswinnaars. Gefe liciteerd! DE RAADSELS Ik ben een vogel, die bij jullie is in tijden van sneeuw en koude. Ik heb een naam van 10 letters en ben kort ge leden in de lage landen aan de Noord zee gearriveerd. Wie ben ik nu? II Op de kruisjes lijn komt een woord van 7 letters, waarover jullie me ver leden week zeer veel geschreven hebt. X X x X x X X X X X X X X 1. medeklinker 2. dier 3. schept men op 4. gevraagde woord 5. windrichting 6. lichaamsdeel 7. medeklinker. RUILHANDEL Johann Strausz vraagt D. E. punten, Hille bonnen of oude boeken- bonnen. Bellefleur, onze vroegere neef heeft den ruilhandel goed bedacht. Har telijk dank daarvoor. Johann Strausz vraagt D.E. pun ten, Ilillebonnen, of oude Boekenbon- nen. Bellefleur, onze vroegere neef heeft den ruilhandel goed bedacht. Har telijk clank daarvoor. M e v r. C. D. wil ik gaarne aan Ver- kadebonnen „Waar wij wonen" helpen, Woudlooper vvensch ik verder succes op school. Filmsterren en sol daatjes wachten op je. Prinses Vanille krijgt plaatjes van „Bloemen en haar Vrienden". Koningin Peperpot rekent op Verkade's bonnen. Kippenveertje vraagt postzegels of beertjes. De Wolf roept om filmsterren en nieuwe boekenbonnen. A i né e spaart nog altijd postzegels van Ned. en Koloniën Pinguin wil ook graag postzegels hebben. Shirley Temple vraagt Stan- daard-Oosterveen, Boekenbonnen of postzegels. Klaproos kan Ned. postzegels ko men halen. Leergraag, voor jou zijn er siga renbandjes. Boefje spaart postzegels van Ned, en Koloniën. Piccolo wil graag D.E. punten heb ben. Baden Powell kan Verkadebon- nen en postzegels komen halen en een verrassing. Waterrat spaart postzegels van Ned. en Koloniën. Nufje vraagt nieuwe boekenbon nen. Trekvogel, voor jou zijn er Ver- kadebonnen. Bruinoogje wil graag postzegels of Drostebonnen hebben. Pinksterbloem vraagt postze gels of boekenbonnen. Bruinvis, voor jou zijn er Paula- bonnen. Speelgraag vraagt. Lux of nieu we boekenbonnen. Babbeltje wil graag Hillebonnem hebben. B. A. D. vraagt Sunlightbonnen. Maandagmiddag na 3 uur kunnen de bonnen aan het bureau gehaald wor den. Met hartelijke groeten OOM BOB.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 12