DE DRIE AUTO'S RUBRIEK VAN OOM BOB Een radijs blijft aan een bord hangen Wie niet horen moet voelen BRIEFWISSELING KINDER COURANT door let Hoogers Ze waren alle drie in 'dezelfde fabriek ge maakt en ze hadden naast elkaar geslaan toen ze klaar waren. De een was een keu rige personenauto, de tweede een ranke lage race-auto en de derde een zware sterke vrachtauto „Ik wil nuttig zijn in mijn le ven" zei de vrachtauto, 'de dag voor ze naar de grote autozaak werden gebracht. „Ik zal altijd de mensen dienen, zwa re vrachten voor ze ver voeren. die ze zelf nooit zouden kunnen dragen. Ik ben er trots op dat ik een nuttig bestaan zal hebben." „Ik wou ook wel dat ik de men sen van nut kon zijn," zei de personenauto „Ik weet nog niet waar ik terecht zal komen, maar ik weet wel dat ik ook altijd mijn best zal doen om mijn leven zo nuttig mogelijk te besteden." „Ik niet. hoor", riep de kleine race wagen. „Het. kan mij niet schelen of ik nuttig ben of niet. Ik wil hard rijden, altijd racen op mooie gladde wegen en dan met een vaart zzzzjt, om de bocht Ik wil harder dan jullie en harder dan alle andore auto's Ik ben er expres voor gemaakt en daar ben ik trots op Ik ben toch ook veel monipr dan jullie, veel fijner gebouwd" Toon werden ze ■weggehaald en vervoerd naar de auto zaak Veel mensen kwamen kijken die een auto wilde kopen En niet lang duurde het of ze waren alle drie al weg. maar ze waren dan ook van een bijzon der goed merk. Eerst ging de kleine race-auto weg. Ze trok een gezicht van „Zie je wel, ik ben de eerste, altijd." Toen die weg was zei de vrachtauto tegen de perso nenauto- „Dat loopt vast niet goed af. Harier altijd harder, dat is niet goed voor onze machines, daar kunnen wij niet tapen." Daarna werd de personen auto verkocht. Ze kwam bij 'n dokter, die haar moest gebruiken in zijn prac- tijk en dat vond ze heerlijk. „Nu kan ik me nuttig maken. Nu ben ik werke lijk in dienst van de mensen," riep ze. En ze besloot nop eens om trouw te 'dienen en steeds haar best te doen. De vrachtauto kwam bij een export-slagerij en moest elke dag zware vrachten ver sjouwen. „Dat wist ik wel", dacht de vrachtauto, „dit is het leven waarvoor ik bestemd was, ik zal mijn taak zo goed mogelijk vervullen." Er ging een jaar voorbij. Toen gebeurde het op een keer dat toevallig de drie auto'9 elkaar troffen op een plein voor een groot hotel. De jonge man. die de eigenaar van 'de race-auto was. logeerde daar en maakte tochten in zijn monie auto door de omgeving. De dokter moest in het hotel wezen omdat de vrouw van den hotelier 'n patiënt van hem was. En de vrachtauto had juist een grote lading vlees voor de hotelkeuken. „Wel. wel, hoe gaat het jullie?" vroe gen ze elkaar verheugd „We zijn eigen lijk zusters hë. en het is altijd leuk als zusters elkaar zo onverwachts zien." Toen begonnen ze te vertellen van hun leven. „Nou, mijn vrachten zijn soms wel èrg zwaar." zei de vrachtauto. ,,'t Is maar gelukkig, dat ik zo'n sterke motor heb, want anders kon ik het werk niet doen. wat er van mij werd geëischt." „Ja, zo gaat het mij ook" ver telde de doktersauto, „soms moet de dokter naar een patiënt, die midden op de hei woont en dan gaat het over zandwegen, door kuilen en over hob bels, maar ik weet wel hoeveel of ik kan en ik doe al m'n best om het zo goed mogelijk te doen. De race-auto keek een beetje min achtend naar de vrachtauto, die er niet mooier op was geworden en naar de doktersauto die vol modderspatten zat. „Ik heb een heel ander le\en, hoor", zei ze. „Wij rijden altijd over prachtige wegen en nooit zitten er in mij meer dan twee personen, meestal maar één. En ik ga harder dan alle andere, ik iben de snelste, de mooiste en de sier lijkste Over een paar dagen ga ik mee doen aan een grote snelheidswedstrijd en je zult zien dat ik het win." De eigenaar van de kleine auto kwam uit het hoiel en reed niet haar weg. „Ze i.s nog nipts veranderd", zei de per sonenauto „Nee ik geloof no2 altijd dat hel niet goed met haar zal aflopen." antwoordde de vrachtauto Een maand later zagen die hpido elkaar weer. het was maar een ogenblik, want ze moes ten wachten hii een verkeerssein. „Je hebt gelijk gehadvertelde de doktersauto haasfie „Je weet wel dat de raceauto het had over die wedstrijd? Nu verleden week werd mijn dokter ge roepen omdat pr een ongeluk gebeurd was op een autobaan. We zijn er direct heen gegaan. En het was de kleine racewagen Ja. de man was er nog vrij goed afgekomen, maar zij lag helemaal uit elkaar, het was zielig om te zien De motor was ook defect, daardoor was het ongeluk geloof ik peheurd. Alles was gebroken en verbogen, ze moet een geweldige vaart hebben gehad." „Och, ja, ik had het wel gedacht," zuchtte de vrachtauto, ,,'t Is verschrik kelijk. maar ze wou ook altijd nog har der dan alle anderen. Dat kon niet goed gaan. Toen werd het verkeerslicht weer groen en de beide auto's gingen uit elkaar. Hoe kan dat? Ja, het is eigenlijk maar een halve radijs. Snijd maar eens een radijsje door midden, dwars door, zodat de „staart" midden in de ene helft blijft zitten. Hot nu die helft een eind uit. voorzichtig, zodat de rand en de buitenkant niet beschadigd worden. Nu druk je de binnenkant van die uit geholde radijs plat tegen een bord, ter wijl je de „staart" vasthoudt. Als je hem nu weer loslaat blijft de halve radijs aan het bord vastzitten, hoe je het bord ook houdt. Langzamerhand gaat het radijsje weer bol staan en noe blijft het hangen, ook al houd je het bord op z'n kop. De naald en de cent Als je hoort beweren, dat je met een naald een cent kunt doorboren, zal je het vast niet geloven. Die is immers veel te hard! zul je zeggen. En toch is het zo! Door de kurk van een fles wordt de naald gestoken. Zorg dat de punt er aan het andere eind weer een beetje uit te voorschijn komt. Als aan de an dere kant het oog er nog uitsteekt, kun je dat afknijpen met de nijptang, maar misschien is de kurk zo groot dat de hele naald er in verdwijnt Nu leggen we de cent op een onderlaag van zacht hout, zeten tde kurk er boven op, met de punt van de naald naar beneden. We nemen een hamer en geven een korte krachtige slag op de kurk. De naald zal dan door de cent heengaan en slechts met moeite er weer uit kun nen worden gehaald. Adriaan ziet in de tuin Bijenkorven op een rij. Wees voorzichtig! staat erop, Kom niet al te dicht erbij! Adriaan probeert het toch, Loopt er stilletjes naar toe. „Och, ze komen niet," denkt hij, „Niemand weet dat ik het doe." Zzzzjt, de zwerm vliegt uit de korf, Juist als Adriaan daar staat, •Vol schrik vliegt hij achteruit, Maar nu is het al te laat* Help! Daar rent hij door de tuin En hij schreeuwt van angst en pijn. Adriaan zal in 't vervolg Kast wel meer gehoorzaam zijnj Beste Nichten en Neven! Ik heb jullie eigenlijk heel veel te ver tellen, maar zal mij tot het allerbelang rijkste bepalen. In de eerste plaats over het nieuwe Verkade's album „Onze Groote Rivie ren". Dat ziet er keurig uit en is mooi geschreven. Ik heb er één over, inge plakt en wel, en die wilde ik graag toe kennen aan een nicht of een neef. die altijd onder de ruilhandel gevraagd heeft naar Verkade's bonnen. Ik zal er geen wedstrijd aan verbinden, want we zijn nog druk bezig met de opstellen. Daarom moeten jullie me in je volgende brief schrijven of je inte resse hebt voor het album. Dan zal ik oordeelen, wie er krachtens den ruilhandel in Verka de's bonnen het meeste recht op heeft! Dat is dus afgesproken. Bovenstaande moeten jullie beschou wen als een St. Nicolaas-surprise. Maar ook voor Kerstmis heb ik een plannetje. Het kon wel eens gebeuren, dat ik bin nenkort ga nasnuffelen, wie van jullie in de laatste jaren (of jaar) de trouw ste neef of nicht geweest is. Daaronder versta ik het familielid dat mij het meest regelmatig geschreven heeft. Wie de uitverkorene is, mag zich ge lukkig prijzen, want dan krijgt hii of zii met Kerstmis iets heel moois, veel waar devoller. dan een boek... Daar hooren jullie dus nog wel meer van of misschien ook niet. Je maakt de kans. dat ik ineens met miin uitver korene in de krant voor den dag kom! Nu nog iets. Piccolo zoekt een familie lid dat Hillebonnen wil ruilen voor nieuwe boeken bonnen of ook omge keerd. Wie meldt zich aan en helpt Piccolo? Het opstel van de vorige week heeft niet zoo'n hoog gemiddelde ge haald als de eerste drie geplaatsten. Het cijfer is ditmaal 6V2. Willen jullie er allemaal aan den ken om een cijfer te geven. Sommi gen hadden het vergeten. De groeten doen: Schooiertje aan Ko ningin Peperpot, Prinses Vanille en Voorjaarsbloempje; Klaproos aan Speen- kruidje en Leergraag; Leergraag aan Robinson Crusoë, Poppemoeke en Prin ses Vanille; Kwikzilver aan de heele familie; Paardebloem aan Radio-spook, Koningin Peperpot en Baden-Powell; Baden Powell aan de „Nieuwelingen"; Madeliefje aan Koningin Peperpot, Prinses Vanille en Kippenveertje; Ra dio-spook aan Shirley Temple en Johann Strauss; Pinksterbloem aan de heele familie; Poppemoeke aan Kippenveertje. Mijn kamer en mijn radio 't Was nog voor mijn H. B. S. examen dat ik thuis vroeg: Als ik slaag krijg ik dan radio op mijn kamer? „Misschien wel", zei mijn moeder, maar 't blijft „misschign" hoor." Maar ik dacht, dat het al mocht. Toen ik geslaagd was vroeg ik: Nu Maatje ik ben geslaagd, dus nu mag tk radio op mijn kamer aanleggen hè? Maar mijn moeder zei: „Nee, het mag niet, want als ie dan je huiswerk moet maken ga je naar de radio luisteren en dan komt er toch niets van". Of ik nu al vertelde dat ik heus wel zou werken en niet luisteren zou als ik huiswerk moest maken, het mocht nlei. Toen dacht ik, radio moet ik hebben of het mag of niet. Toen moest ik het stiekem proberen. Ik vroeg mijn beide kameraden om me dewerking en die gaven ze. Eerst zouden we het buitenshuis doen zo naar beneden, waar de huiskamer is en de radio staat. Ik pakte de groene draad stiekem uit de kast, kocht een stopcontact en de rest die we nodig had den en zouden 't proberen. Eerst met h3t ene vriendje. Mijn moeder was 's mid dags boven en mijn vriendje boorde gaatjes. Maar beneden kon hij geen gaatje door het hout van het raam kozijn krijgen. Toen anders geprobeerd. Direct beneden mijn kamer is zo'n soor tement wachtkamer en we zouden pro beren of we dan niet een gaatje door het hout van dat raamkozijn konden boren. Mijn vriendje had zijn boor bij zich. We stonden in dat kamertje te be raadslagen wat we zouden doen. toen we gestommel hoorden op de trap. Ik schrok me dood (ik leef nu nog hoor). Gooi die boor onder die stoel zei ik vlug tegen den jongen. Die deed dat en hij was er nauwelijks mee klaar of mijn moeder stond voor mijn neus. „Wat doen jullie hier?" vroeg ze. „O," zei ik, „ik laat hem deze kamer zien, maar we gaan wel weer naar bo- vem. Ga je „mee", zei ik tegen mijn vriendje. Boven gekomen merkte ik dat het op die manier ook niet gaan zou. Mijn vriendje zei: „Geef het maar op", maar ik zei: „Geen sprake van, die radio zal hier komen. Toen anders geprobeerd. Ik dacht, we doen het binnenshuis; dat doe ik dan Zondagavond. Dan gaan mijn Vader en Moeder altijd een visite maken. Maar daarvoor had ik ander draad nodig. Ik kocht 6chellekoord en ging toen als volgt te werk. Ik vroeg op een mid dag m'n vriend hij me en zei tegen hem: „Kom je Zondagavond hier?" „Da's goed antwoordde hij. Nu moet men weten, dat ik een kop telefoon geleend had van een anderen jongen. En dat ding had ik 's middags geleend. Nu zou ik even met mijn vriend naar huis gaan om iets bij hem te halen. In die tussentijd is mijn Va der schijnbaar op miin kamer gekomen en vond die koptelefoon. Onder het eten werd ik er vreselijk mee geplaagd ik begreep eerst niet wat zij bedoelden. Zij vroegen aan me of ik een geheime zender wou bouwen en dat soort dingen meer* Eindelijk begreep ik het. Toen vertelde ik alles eerlijk. Nu toen stemden ze toe en de radio werd gemaakt. Hij doet het uitstekend 3n 's avonds in bed luister ik altijd nog een poosje en als ik mijn huiswerk afheb. En nu mijn kamer Er zullen wel meer kinderen zijn, die een leuke kamer hebben. Doch ik denk dat mijn kamer ze over wint. Ik denk het hoor ik weet het niet zekerl Voor de verhuizing dacht ik bij me zelf telkens, hoe richt ik mijn nieuwe kamer in. Toen wist ik het, en de dag dat de verhuizing plaats had paste het niet zoals ik gedacht had. Op een gegeven moment kreeg ik een Rijk der Vrouw in handen met zo'n leuke kamerinrichting. En zo deed ik het ook... In de hoek bij het raam staat een leuke rode crapaud er achter een bloe mentafeltje met een plantje met over hangende bladeren, die op het portretje van een Indische tante hangen. Links daarvan (van die stoel en niet van dat tafeltje) staat mijn grote hoekenkast met meer dan honderd boeken (alles bij mekaar) en verder al miin spelletjes en albums etc. Links daarnaast staat mijn divan, een beetje schuin daarboven hangt een Indisch kleedje, voorstelende een mfln die geofferd moet worden. Daarboven hangen 2 Japanèe wapens en daartussen hangt een groot schilderij „op theevisite" in het midden staat een rond tafeltje met een Indische doos er op een sigarettenbakie en een Indisch dingsigheidje en een aschbak. In een hoek staat nog een klein boe- kenbankje met een paar leuke gordijn tjes er voor en dan nog een schrijftafel. Ik krijg nu gelukkig gauw een bureau tje. Dan hangen aan de wand nog al lerlei leuke kleedjes en enige schilde- rijties. Daar tusschen hangt een por tretje van mijn zusje en van mij waar ik nog pas 5 jaar op was. Enige vaasjes en pulletjes versieren mijn kamer verder. Het radiostopcon tact zit onder mijn divan waar ik op slaap, maar waarvan je overdag niets ziet,, want er ligt een artistiek divan kleed over.. Boven mijn schrijf of liever huiswerkmaaktafel hangt nog een Jam boree kalender. Op de grond ligt zeil maar dat is bijna geheel door een groot vloerkleed bedekt, wat het lopen on hoorbaar maakt. Dan is er nog een grote kleerkast in daar hangen natuurlijk miin kleren. In het geheel genomen is mijn kamer een gezellig interieur (Ik ben \lVz jaar). Schooiertje, ik zag jouw briefje liggen en dacht bij mezelf: waarom zou ik ditmaal niet eerst eens met die klei ne schooier beginnen. Zoo gedacht, zoo gedaan. Dat van vorige week, ben ik alweer lang vergeten hoor. Ik houd er niet van, om lang na te mopperen. Wat ik op m'n hart heb. zeg ik en daarmee uit. Leuk van ie om meteen de groeten te doen aan de nieuwe familieleden. Dan voelen ze zich veel gauwer thuis in on zen kring. Gegroet. Klaproos verwondert zich over iets, waarover ook ik veel nadenk. Na melijk, dat de tijd zoo snel gaat. De weken vliegen om. Nauwelijks heb ik jullie brieven beantwoord, of ik krijg al weer de nieuwe stapel. Enfin, Klaproos, laten we in ieder geval onze tijd goed gebruiken! Best mogelijk, dat ik je weer aan postzegels kan helpen, kleine strijk ster! In het eerste raadsel werd één vogel gevraagd en geen vogels, hoor. Leergraag, ik heb van ie zusje ge hoord dat jij zoo van huiswerk maken houdt. Dat hoor ik niet veel! Jij doet ie naam dus wel eer aan en Klaproos niet. want dat is eigenlijk een huisvrouwtje in het klein! Met jouw opstel zal het heusch wel meevallen hoor! Alle fa milieleden denken zoo somher. wanneer ze het werk van een ander gelezen heb ben. Nufje heeft een paar mooie cijfers op school gehaald. Bravo. Zorg. dat het zoo blijft! Wellicht dat St. Nicolaas ie nu ook goed bedenken zal en je in De cember voortsnort od een autoped met luchtbanden. Dat zou echt sportief zijn en heelomaal niet nufjésachtig! Koningin Peperpot vindt.dat ik zeggen moet, hoe oud ik ben, omdat de nichten en neven het mij ook zeggen. Ja. beste nicht. Oom Bob moet nu een maal een streepje voor hebben! Hockey en schaken heb ik vroeger wel gedaan, maar aan alles komt een einde niet waar? Hoe gaat het met je hand? Je hebt vergeten een cijfer te geven voor het opstel. Kippenveertje, neen, dat is heusch geen gekke naam, zelfs erg leuk. Je bent intusschen natuurlijk wel te weten gekomen, dat St. Nicolaas van middag aangekomen is. Heb je hem verwelkomd? Ik heb zoo'n idee. dat Zwarte Piet jouw vriend is en je veel chocolade-kippeneieren zal geven! Zul jij ook voortaan denken aan de opstel len? Goud fazant verlangt naar ijs. want hij heeft een paar prachtige schaatsen klaar liggen. Er zijn dit jaar veel eikels geweest, dus zegt men, dat de winter streng wordt. Maar laten we afwachten, want koning Winter behan delt ons meestal erg grillig. De raadsels heb je goed opgelost, maar jij hebt niet aan het opstel gedacht. Kwikzilver heeft in de Bijenkorf te Rotterdam haar oogen goed de kost gegeven en vertrouwt er nu op, dat St. Nicolaas aan haar poppenfamilie zal denken. Hoe groot is jouw familie? Kun nen zij allemaal goed met elkaar op schieten? Poppemoeke vertelt me wel eens moeilijkheden daarmede te hebben en daarom stel ik jou die vraag, zie je. Ook jij hebt geen cijfer gegeven, volgen de keer beter hoor! Paardebloem, ik beantwoord je brief reeds Woensdag, dus weet ik nog niet pf ik vanmiddag aan de Koppel kan zijn. Maar ik ben het wel van plan. Jij bent liever naar de padvinderij ge gaan. Tja, dat zijn moeilijke gevallen! Tk zal eens in de postzegelbak voor je kijken. Wie weet! Shirley Temple vertelde me in haar brief iets, waarover ik graag ge schreven zou hebben, maar ze heeft me terecht het zwijgen opgelegd. Misschien heb ik nu toch de nieuwsgierigheid \an iemand opgewekt hë? Dat hoor ik dan nog wel! Verder heb ik geen nieuws voor je, Shirley, en dus groet ik je. Duin pieper is ontwaakt door den frisschen Novemberwind en geeft daar in haar brief duidelijk blijk van. Ik be klaag je leeraressen echter en jij boft daarentegen, dat je mij niet als leeraar hebt. Van die parapluie snap ik niets. Ik vind het in ieder geval geen dappere vertooi.ivg. Ik ken iemand, die hetzelfde doet en wanneer ik erom lach, zegt hij, dat je maar wat fijn droog blijft onder zoo'n afdak! Er zit veel waars in die woorden, vind je ook niet? Raak je de krant ditmaal ook weer kwijt? Het zou net iets voor mijn nicht zijn! Piccolo ik zal je verzoek aan de familie overbrengen. Dan hoor je er waarschijnlijk nog wel meer van. Ik heb wel Hille- en Boekenbonnen, maar heel weinig en dus moet ik er erg zuinig mee zijn! D e W 0 1 f wil zeker mijn groeten wel overbrengen aan onze oud-nicht Bego nia. Ik vind het altijd prettig iets van het verleden van de krant te hooren. Zoo gaat het jou mettertijd ook Wolf! Gaat het goed met de repetities? Hard werken hoor! Baden Powell, dat zal de tochten opvroolijken. zoo'n Krontjong-Band. Ik kan ook schaatsenrijden en zwemmen, al gaat het dan niet meer zoo snel. Jij bent natuurlijk een meester op het ge bied van sport. Wat doe je het liefst en wat kun je het best? Madeliefje heeft reden tot jui chen. want ze heeft een fijnen verjaar dag gehad, waarbij zij met recht in het middelpunt van de belangstelling en vrijgevigheid stond. Jammer, dat zooiets maar eenmaal in het jaar voorkomt hè. Ben je nog bij de aankomst van St. Ni colaas geweest? Stephanie, honderd jaar is wel een beetje te kras gezegd, maar veel komt zoo'n gelukje niet voor. Welke ge- lukje's komen trouwens wel veel voor? Hoe het ook zij, jullie hebben er fijn van kunnen profiteeren! Die film heb ik ook gezien, je moet er van houden. Ik geef verre de voorkeur aan piano-muziek, evenals jij. Oom en nicht hooren het ook eens te zijn, vind je niet? Bruinoogje brengt me verslag uit van de films, die met de schoolbioscoop vertoond werden. Het programma is wel in de smaak gevallen merk ik. Die film met. de groote St. Bernard-honden li 3b ik meer gezien. Ik heb veel respect voor die menschenredders. R a d i o-S pook is een verwoed post zegel-verzamelaar en natuurlijk ook ra dio-luisteraar. De koptelefoon is des avonds zelfs zijn onafscheidelijke kame raad. Door al maar te luisteren, zal je wel veel kennis opdoen. Dat kan nooit kwaad. Je brief besluit met vreesaanja gende teekeningen. desondanks heb ik rustig geslapen. Radio-Spook! Boefje vraagt al nieuwe Verkade- bonnen van „Onze Groote Rivieren". Daar kan ik nog niemand aan helpen, want ik heb ze zelf nog niet. Maar dat zal wel spoedig anders zijn. Je bent aan het record breken met onder water zwemmen. Je gaat dus wel met ie tijd mee. want men doet tegenwoordig niet anders. Waarom de kleine Boef dus ook niet? Wildzang is druk bezig met het breien van een poppentruitie. dat klaar moet zijn. voor het streng gaat winte ren. En dan staat er een plooirokje op het programma. Doe maar goed je best, kleine breister. Gaat het op school ook eoed? P i n g u i n heeft me alleen te zeggen, dat zijn poes na ruim drie weken af wezigheid. teruggekeerd is. Het beviel haar zeker op den duur niet. Pinksterbloem heeft een keurige hand van schrijven, die pluim komt haar toe. Je bent heus niet de eenige, die naar ijs verlangt. Maar ook jou kan ik de raad geven om af te wachten, want schaatsenrijden in November zal wel een illusie blijven in Nederland. Je groeten heb ik overgebracht. Nog wel bedankt voor je raadsels. Voorjaarsbloempje, neen, ik weet niet, wie van mijn familieleden „op het schoollaantje gaat". Dat zou ik dan eens moeten vragen. Als je over gaat. volg ie dan nog de zevende klas of ga je naar een middelbare school? Ts Bonzo een groote of een kleine hond en een goede speelmakker? Waterhoentje is een nieuwe neef. een vriend van onze wolf. Je bent welkom hoor. Nou en of zeg. met Droste- plaatjes en -bonnen kun je me prach tig helpen. Dan krijg jij van mij D.E.- punten. Filmsterren heb ik ook wel voor je. Dat is afgesproken, goede zwem mer! Prinses Vanille, ik zal je bon nen voor deze keer een week laten lig gen. Prinsesjes hebben altijd een streep je voor! Maar wel moet ie me beloven, me een langere brief te schrijven, an ders kan ik niet antwoorden. Bruinvis leert op het oogenblik ijverig zijn St. Nieolaas-versjes. Hoe mooier ie voor de Sint zingt, des te grooter is ie kans. dat je een autotie of een mecann-doos krijgt. Dus Bruin vis, doe ie best! Speelgraag maakt nog wel eens pret met Bruinoog met het gevolg, dat een van jullie straf krijgt. Dan werkt de ander zeker dubbel zoo bard. bë? Van die films boorde ik reeds een en ander, daar zouden Jullie wel meer naar toe willen! Trekvogel is best te spreken over onze ruilhandel. Daar ben ik blii om.' Tk hoor graag prettige berichten van mijn familie, zie je. F a m k e is met zijn zessen thuis en dan ben Je met St. Nicolaas nog niet met z'n zessen klaar! Maar ze is vin dingrijk en dus komt alles in orde. Ook de raadsels heb je netjes opgelost. Ge groet, Famke, Poppemoeke was ook blij, dat haar zusje een boek gewonnen had, want nu kunnen ze samen fijn lezen. Ik hoor nog wel of jullie het boek mooi vonden, hè? Wordt de kleine Jopie al beter en maken de poppen het in deze wintersche dagen ook goed? Speenkruidje is bij haar groot ouders op bezoek geweest en ze heeft daar een prettige middag gehad. Die versjes zijn wat leuk en je bent ei uren lang druk mee. Bevalt het boek. Speen kruid, want je schrijft me er niets van. Z< ker vergeten, hè? A i n e en Waterrat beantwoord ik tegelijk in één brief, want ze hebben mij gezamenlijk een prettige verrassing bereid. Ik had al veel officieels over de hoogdagen der Vlaamsche Letterkunde in Brussel gehoord, maar jullie hebben me uitvoerig en buiten het vaste pro gramma om geschreven met eerlijke cri- tiek. Daardoor kreeg ik een heel ande ren en toch ook weer mooien indruk van die dagen. Het voornaamste voor mij was om te weten hoe jullie op al die vreemde omstandigheden gereageerd hebt. Zoo trof me uit Ainée's brief, dat haar de Vlaamsche schouwburg zoo te genviel. Ik ken die schouwburg en deel je meening. maar toch gaat het daar in de eerste plaats om de intieme theater sfeer. die men altijd weet te scheppen. I t is van groot belang hij de opvoering van stukken. Ook vind ik je oordeel over de muziek van de Vlaamsche musici eerlij'', hoewel hard. Moderne muziek eischt veel aanpassingsvermogen, Ainée. Waterrat sluit met haar brief goed aan. Met al geloof ik, dat jullie daar in die drie dagen meer in ie opgenomen hebt van letterkundige waarde, van Vondel, Mwltatuli en Conscience, dan in vele maanden lessen op school! Als »k niet zoo\eel plaats voor miin wekelijks op stel noodig bad. zou ik iullie brieven geplaatst hebben, maar dat gaat nu jammer genoeg niet Tk neem afscheid hoorWaterrat, bedankt voor ie raadseU! DE OPLOSSINGEN De vogel, die ons in de wintermaan den gezelschap houdt, is de bonte kraai, terwijl uit bet tweede raadsel het woord „rapport" kwam met: r, aap, lepel, rapport, Noord, arm en t. Ik kreeg 16 goede oplossingen. De kleine filmster, Shirley Tem* p 1 e heeft ditmaal reden tot blijd schap, want haar heeft Vrouwe For- tuna een vriendelijke blik toegewor pen m.a.w. een boek! DE RAADSELS I. Ik ben een dier op vier pooten, dat een zeel* beklagenswaardig lot op aarde heeft. Aan mijn gewone naam zit vast gekoppeld datgene, wat mij zoo onge lukkig maakt. Bij elkaar geteld, vormt mijn naam 11 letters. II. Op de kruisjeslijnen komt een woord van 7 letters, dat jullie neven en nich ten tesamen vormt! XXX X X X X X 1 X 1 a X X X X 1. gevraagde woord 2. jongensnaam 3. houdt men op De Hof 4. is meer dan niets 5. maakt men met een touw 6. persoonlijk voornaamwoord 7. klinker. RUILHANDEL De onbekende, die voor de neven en nichten een enveloppe met allerlei stuurde, dank ik hartelijk. Johann Strauss kan op D.E. punten of klokzeep bonnen rekenen. Woudlooper vraagt Kwattasol- daatjes, filmsterren of van Nelle mer ken. Klaproos, voor jou zijn er Ned. postzegels. Leergraag wil graag Sunlight- bonnen hebben. Mevrouw P. kan Drostebonnen laten halen. Nufje vraagt nieuwe boekenbonnen. Koningin Peperpot voor jou zijn er Verkade's bonnen. Kwikzilver vraagt een paar nieu we boekenbonnen. Paardebloem wil graag postze gels hebben. Shirley Temple help ik aan Oosterveenbonnen of postzegels. Piccolo vraagt Hille of boekenbon nen. De Wolf houdt zich aanbevolen voor postzegels van het kind of Joego-Slavië. Baden Powell kan Verkadebon- nen komen halen. Bruinoogje, voor jou zijn er post zegels of Drostebonnen. R a d i o-S pook vraagt postaegels van Ned. en Koloniën. Boefje, hetzelfde als Radio-Spook. Pinksterbloem spaart boeken bonnen en postzegels van Ned. en Ko loniën. M. B. dank ik hartelijk voor zijn mooie gave. Voorjaarsbloempje vraagt boekenbonnen. Waterhoentje krijgt D.E. punten en filmsterren. Bruinvis kan Paula bonnen komen halen. Speelgraag help ik aan Ooster veenbonnen. T rekvogel, voor jou zijn er Ver- kadebonnen. Ainée en Waterrat sparen beide postzegels van Ned. en Koloniën. Maandagmiddag na 3 uur liggen de ruilbonnen gereed en wachten ze met vreugde of smart op jullie komst. Met vriendelijke groeten, J.L OOM BOB,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 12