HUISELIJKE MISERE IN AMERIKA 'sW erelds' .draaiboek HET HELSCH COMPLOT Een roekelooze sportvlieger Zware straffen Kinderhoekje „RADIJSJES LANGS DESPOORBAAN" tegen inbrekers geëischt Qeorge en Bill Het groene oog van Baa-al 2e BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 10 DECEMBER 1937 OKV/ORST £LDERsC^E elEvbRP^st A«PJ«r AMERIKAANSCHE BRIEVEN Geweldige stukken gronds in Amerika zijn nog steeds niet in cultuur gebracht MOMENTEEL zit ik met een ge barsten ruit, twee doorloopende kranen van de heetwaterleidirig, een lek in het dak van dé met glas af gesloten verandah en een geweldige «hap uit den gangmuur. Er zijn nog meer dingen, die mij erge ren in mijn nieuwe flat als radiateurs van de centrale verwarming, die zoo onder de verf zitten, dat zij niet dichtgedraaid kun nen worden. Deuren, die niet goed in het slot springen en ramen, die van boven niet geopend kunnen worden. Ik wil mijn lezers niet vervelen met een opsomming van mijn huishoudelijke beslommeringen op het Amerikaansche platteland, maar al leen vragen zich een oogenblik in mijn toestand te verplaatsen. Wel, hoor ik uitroepen, dat is nog al makkelijk! Laat een mannetje komen voor een paar kwar tjes. die dat allemaal opknapt. Voor eenige kwartjes kr ij g e n wij hier geen mensche- lijke hulp, wanneer men bedenkt, dat een loodgieter twaalf of een schilder vijftien dollar per dag verdient. En in Amerika doet een timmerman niets dan timmeren en een schilder hanteert uitsluitend de kwast, waarmede ik maar zeggen wil, dat allerlei soorten handenarbeid sterk gespe cialiseerd zijn en het onmogelijk is een vakman tq krijgen, die er een paar kent. En wanneer hij dat zou kennen, wordt het hem door ziin lidmaatschap van de vak- vereeniging onmogelijk gemaakt. De vak- vereeniging in Amerika is een instelling van betrekkelijk jongen datum, maar sinds zii zich van haar macht bewust is gewor den, werd zii hoe langer, hoe veeleischen der tot op het iyrannieke af. Een kleine variatie op dit thema wordt gevormd door het dienend perso neel in huis, dat niet alleen moeilijk te krijgen is en voor het grootste deel uit buitenlanders bestaat, maar dat handen vol geld kost en zich in voorrechten verheugt eigen badkamer en zoo waardoor het hebben van een meid of een knecht een veel grooter luxe is dan bij ons een auto te hebben. Maar zelfs indien ik het vereischte tarief van zoo veel dollar per uur aan een timmerman of loodgieter betalen wil om een kar weitje te komen opknappen, is het bij kan®; onmogelijk orn hem er toe te be wegen. Dat lijkt eenigszins zonderling in verband met de heerschende werk loosheid en toch is het een feit! Daar voor zijn wel eenige oorzaken aan te geven, die mijn lezers wat vreemd in de ooren zullen klinken, maar toch van gewacht zijn. De groote afstanden bij voorbeeld! Een Amerikaansch dorp kan de oppervlakte van een Nederlandsche stad beslaan en we rijden hier niet per fiets rond of komen even met. een tasch gereedschappen aanwandelen. Vandaar dat het niét de moeite loonend wordt gevonden, zelfs niet wanneer de man heelemaal zonder werk zit. Een heel huis bepleisteren? Met ple zier! Maar een afgebrokkelden hoek in de gang bijwerken? Merci! Nu heb ik al veel bij de hand gehad en zelfs nieu we ruiten ingezet, toen ik een heel huis bewoonde, dat afgelegen tusschen de heuvels lag. Ik vond het zelfs niet erg om een muur in den kelder waterdicht te maken tegen het doorlekkende sneeuwwater, maar op het oogenblik woon ik op een verdieping van een ouderwetsche groote villa, die in alle opzichten inwendig gerestaureerd en gemoderniseerd werd door de eigenares, die haar fortuin zoo goed als geheel kwijt geraakt is en door verhuren een deel van haar grondbelasting kan be talen. Zij beloofde al weken geleden voor de kleine reparaties te zullen zor gen en o.a. de dubbele ramen tegen de winterkoude te laten aanbrengen, maar ik werd juist, door haar opgebeld en kreeg de klacht te hooren, dat zij nie mand met geld noch goede woorden kan vinden, die het een en ander doen wil. DEZE huiselijke misère vaneigen on dervinding is in zekeren zin de af schaduwing van hoe het in het groot in Amerika toegaat op allerlei gebied. Van Loon heeft in zijn „Indiscret Itine rary" in een beschrijving van Neder land erop gewezen, dat onze boeren radijsjes langs de spoorbanen planten. Spoorbanen in Amerika bestaan ge meenlijk niet uit die sappige klei als bij ons, maar het. idee is wel duidelijk, nl. om het kleinste plekje grond nog ren dabel te maken, al is het maar voor eigen gebruik. Zoo iets is werkelijk on denkbaar in dit land, waar enorme stuk ken gronds zelfs niet in aanmerking komen om bebouwd te worden. Het ligt niet in den Amerikaanschen aard om zich op die manier wat extra inkomsten te verschaffen. Niet ver van mijn dorp ligt een stadje, dat een vrij groot per centage inwoners bezit, die uit het land van Mussolini gekomen zijn, voor de immigratie stil werd gezet. Gelijk hef meestal met die nationaliteit gebeurt, kluiten 7ij bij elkaar en zijn er ook in Mount Kisco bepaalde straten aan te wijzen, waar huis aan huis „Sicilianen" wonen, zooals zij hier in de buurt ge noemd worden. In het algemeen gesproken zijn de Italiaansche landverhuizers tot de armere klasse blijven behooren. Het zijn de wegwerkers en tuinlui bij uitnemendheid op het platte land, die nooit rijk worden en zich meest al in uiterst talrijke families ver heugen. In Mount Kisco is een Sici- Iiaansche straat, waar aan een zijde de huizen aan den voet van een berg liggen en wat krijgt men daar te zien? Tegen de berghelling op zijn tuintjes aangelegd, moeizaam met rotsblokken omgeven tegen het wegspoelen door den regen en met goede teelaarde voorzien, die in mandjes naar boven wordt gedra gen. Ik geloof niet, dat deze men- schen nog huur zullen moeten be talen voor hun groenten- en vruch tentuintjes, die zij daar tegen den kalen rotswand aangelegd hebben en wat zij er dus vandaan halen, komt op eigen tafel of kunnen zii verkoopen. Italianen planten wel „radijsjes langs de spoorbaan", indien zij daar eenige kans toe zien. Het is misschien een beet je verbeterd door de laatste magere ja ren, maar nog altijd is het volk door drongen van het feit, dat dit land een rijstebrijberg is als geen ander en waar men zich in de eerste eeuwen niet door heen kan eten. Getuige bijvoorbeeld weer de laatste proclamatie van den President naar aanleiding van Thanks giving en waarin op den overvloed ge wezen wordt. Dit is allemaal zeer juist, maar schat rijke ouders doen ook verstandig, wan neer zij'hun kind de waarde van het kleine leeren en in dit opzicht is Oom Sam altijd een zeer onverstandige vader voor zijn kinderen geweest. Hij heeft hen altijd hun gang laten gaan, ook al plukten zij den boel kaal, zooals het omhakken 'van bosschen en omspitten van grasgrond. Maar in de laatste jaren is hij tot inkeer gekomen en brengt hen met nog niet veel succes aan het ver stand, dat wie het kleine niet eert, het groote niet weerd is. Intusschen regent het bij mij door de gebroken ruit bin nen! RECHTSWEZEN 's-GRAVENHAGE, 9 Dec. De Haag- sche rechtbank veroordeelde heden in hooger beroep den 23-jarigen student R. ver L. van Th., die op 15 September van het vorig jaar met een door hem op het vliegveld Ypenburg gehuurd sportvlieg- tuig boven den Nieuwen Waterweg ter hoogte van Maassluis zulke roekelooze capriolen heeft gemaakt, dat hij met het toestel is afgegleden cn in het water is terechtgekomen, tot een geldboete van f 100, subs. 50 dagen hechtenis. Hem was overtreding van art. 10 der luchtvaartwet (de luchtvaart uitoefenen op een zoodanige wijze, dat er gevaar ontstaat voor de openbare orde of veilig heid) ten laste gelegd. De Delftsche kantonrechter had hem daan-oor tot een geldboete van 200. veroordeeld. V node Yreesefijk eenwtidig: 'nV-vormig verkeers bord bet eekent, dot o 'n Voorrangsweg nadert, waarop het verkeer voorrang heeft, onverschillig of het voor e van links of van rechts komt. Let op de V-borden: Is voor uw eigen veiligheid! AMSTERDAM, 9 December. De of ficier van justitie, mr. L. de Blecourt, eischte vandaag drie jaar gevangenis straf tegen twee recidivisten, een chauf feur en een melkslijter, die zich te ver antwoorden hadden wegens drie inbra ken in September j.l. gepleegd. „De heeren dieven en inbrekers moeten nu maar eens weten, dat, wanneer ze „voor schut gaan" en hier op de Prinsengracht terecht komen, niet met zijden handschoen tjes worden aangepakt. De donker ste dagen van het jaar naderen, we kunnen elkaar hier vanmorgen in de zaal al bijna niet zien, en de in brekers maken al te graag van de duisternis gebruik. Laat onder hen de mare maar eens van mond tot mond gaan, dat men voor een in braak eenige jaren wordt opgebor gen. Dat zal de veiligheid in onze goede stad Amsterdam aanmerkelijk verhoo- gen", zeide de officier in zijn requisi toir, dat door het tweetal, dat ontken de, onverschillig werd aangehoord. „Ik ben er niet geweest", merkte de eerste verdachte op, de tweede was ge zien de pertinente getuigenverklarin gen waarin b«ide verdachten herkend werden voorzichtiger. Wel was hij in de woning in de Dintelstraat, waar zoo wel op de eerste als de tweede etage was ingebroken, geweest, maar gestolen had hij niets. In totaal misten de be woners toen zij thuis kwamen ongeveer f 250.en een aantal sieraden. Op 10 September zouden zij hebben ingebroken in een perceel aan de N. Heerengracht, waar eenige radiotoe stellen verdwenen bleken te zijn. Ook dit misdrijf ontkenden zij. Vonnis 23 December. iniEA/ Hollywoodsche publiciteits-agent vond op een morgen het scenario van een nieuwe film op zijn bureau: „Midzomernacht droom" door William Shakespeare. Met al het Jeugdig vuur en de kordaatheid van een Amerikaansch zakenman nam hij de telefoon op en vroeg het archief„Say, who is this Bill ShakespeareHebben we 'n foto van hem en is dit zijn eerste boek?" Toen deze ge schiedenis aan Shaw verteld werd op een officieel diner, antwoordde de groote G.B.S.: „Dat is iets, wat mij nu nooit kan overkomen. Dat is het voordeel van in een modernen tijd te leven en Shaw te zijn." George Bernard Shaw is een nationale instelling in Engeland en Shaw over Shakespeare trekt evenveel de aan dacht als een bokswedstrijd of een voet balmatch en dat wil wat zeggen. Nooit kan hij het nalaten in zijn stukken, die dikwijls meer kleerenhangers zijn voor ideeën dan echt tooneel, Shakespeare te hekelen. Als hem dat verweten wordt, beroept hij zich op wat hij ge daan heeft en zegt dan: „En wat heeft Shakespeare gedaan? Mooi Engelsch geschreven." Én het is waar, Shaw heeft meer gedaan voor de emancipatie van de vrouw, voor de verbreiding van het socialisme en de moderniseerin; van onze ideeen dan zelfs Ibsen of Gor ki, en heeft nu al meer beteekend dan Shakespeare. G. B. S. staat boven de censuur. Toen, nu net een jaar geleden, Engeland de regeeringscrisis beleefde, was Shaw de eenige, die zich precies uitsprak over de kwestie-Sirnpson. Hij schreef een fabel, die de grootste bladen publiceer den en waarin hij een koning met een aartsbisschop laat lunchen en waarin de koning als een kleine jongen er van langs krijgt, omdat hij wil trouwen. I> laatste zin luidde: „De koning zuchtte maar eens en keek naar den bisschop, die alles opat behalve zijn bord." Aangezien de bisschop van Canter bury de reputatie heeft een gourmet te zijn, wekte deze zin groote hilariteit, maar Shaw mag alles zeggen. Zijn ra diolezingen worden ook niet van te vo ren door de radio-autoriteiten gelezen, een privilegie, dat niemand andars in Engeland heeft, zelfs de premier nipt. Shaw ontvangt dus bij zijn leven al de eer, die een nationalen dichter toe komt. Toen men G. B. S. eeni- gen tijd gele den vroeg, hoe hij met zijn nieuwe stuk opschoot, ant woordde hij: „Ik heb mijn vrouw een stuk laten le zen en ze was gechoqueerd over Shake speare's taal. „Niemand be greep die op merking, tot het bekend werd, dat hij „Cymbaline", een van Shakespeare's minder bekende stukken, ging opvoe ren. Was hij eindelijk tot de erkenning gekomen van Engeland's grootsten schrijver van „blank vers", Nee, hij had alleen Shakespeare her schreven, omdat hij hem saai vond. Er was meer uit te maken, dacht hij en veranderde de heele laatste acte. Deze acte wekte juist den lachlust op. De karakters waren gechargeerd en de in trigue anders niet zijn sterkste punt was verscherpt. Er komt een opmerking in voor, dat tegenwoordig een koning niet eens rneer de vrouw kan huwen, die hij lief heeft. Het is de soort aardigheid, die alleen Shaw zich kan permitteeren en waarvan hij clan ook met genoegen gebruik maakt. Het stuk loopt met groot succes. Shakespeare moet het altijd ontgel den. Het is het meest amusante on derwerp van Shaw's groote repertoire. In Nederland wordt in den komkom mertijd het Loch Ness-monster van stal gehaald, in Amerika wordt weer eeris de baby van Lindbergh gevonden, maar in Engeland gaat men Shaw intervie wen. Eens heeft hij gezegd, dat de eer ste drie letters van zijn naam het eenige was, dat Shakespeare met hem gemeen heeft. „Och, voegde hij er aan toe, dat plezier gun ik hem vraag." Een lezing 111. Maar daar was iets vreemds te zien.' Vlak onder den steen was een gemetseldij trap. Waar een trap is moet ook een hi/- gang te vinden zijn, redeneerde jet en it had niet heelemaal ongelijk. 112. Het was nu alleen nog maar de vruot of die uitgang niet gesloten was. Of (M daar weer nieuwe gevaren zouden opda gen. In ieder geval was het 't beste oft eens te gaan kijken. Voetje voor voelli ging Jet de trap af. in Nieuw Zeeland begon hij eens: ,.D? drie grootste dichters Homerus, Sha kespeare en Shaw Het zou wel eens de moeite waard zijn Shakespeare over Shaw te hoorem in hexameter zonder franjes. Shake speare zou het in hatelijkheid beslistj winnen. FEUILLETON Vrij naar het Engelsch door ANNIE S. SWAN 2-D „Houd -je mond,"zei Patrick Ruthven woest en zijn vader bij een arm nemend, bracht htj hem met geweld de kamer uit. Toen de deur achter hen dichtviel, ademde het gezelschap zichtbaar ver licht op. „Mijn lieve hemel!" zei de kleine pre dikant zenuwachtig. „Wat een buiten gewoon onaangename menschenl Wie zijn het eigenlijk?" Niemand gaf antwoord. Dr. Guthrie besteedde al zijn aandacht aan Alice, die zeer onldaan was door den plotse- lingen, woesten aanval. Ze huilde niet, maar haar gezicht was doodsbleek en ze scheen blii te zijn in een stoel neer te kunnen vallen. „Stoor je niet aan hen, mijn lieve Alice Het is hen duidelijk aan te zien, dat ze alleen maar teleurgesteld zijn. omdat zij zelf zoo weinig gekrpgen heb ben." fluisterde rnrs. King, die naast haar stond. „Het is niet de moeite waard eenige aandacht aan hen te be steden." Ze trachtten haar te kalmeeren en na .een tijdje gelukte hun dat inderdaad. Intusschen had Ruthven in de hall zijn verschrikkelijke razernij en wan hoop den vrijen loop gelaten. Pat, die doodsbenauwd was, dat zij.n vader een toeval zou krijgen, slaagde er eindelijk in hem het huis uit te brengen en het eerste het beste rijtuig aanroepend, reed hij hem naar zijn eigen huis op het St. Patrick Plein. En daar gingen zij zitten om de heele, afschuwelijke situatie onder het oog te zien. Na een stevigen dronk uit Pat's zwarte flesch werd de oudere man minder opgewon den en meer in staat den toestand re delijk te bepraten. „Je hebt je onmogelijk stom aange steld, oude heer," zei Pat onomwonden. „Ik was blij, dat ik je eindelijk het huis uit had, dat heeft ons tenminste voor verdere uitbarstingen behoed." „Jij hebt gemakkelijk praten jij hebt niets te verliezen. Ik daarentegen alles. Om je de waarheid te zeggen, zal ik het land moeten ontvluchten. Ik had op dit geld gerekend om ergens opnieuw (e beginnen. Weet je, dat ik het heele Turnhull-legaat opgemaakt heb en dat de jonge Edward Turnbull een beetje ongerust begint te worden er er op aan dringt het geld nu eindelijk eens te ont vangen? En dan die hypotheek van Stenhouselee die heb ik ook opge maakt." „Maar waaraan?" vroeg Pat stom verbaasd. „Het lijkt me, dat je er nog al wild op los gelepfd hebt. oude heer." „Ongelukkige speculaties. Pat. anders niet," kreunde de oudp man. „Maar één ding is zeker en dat is, dat, wan neer ik niet een deel van dat geld In mijn bezit krijg, ze me. voordat ik het weet, in de gevangenis gestopt, heb ben." Paf. een toonbeeld van ellende, hegon rusteloos de kamer op en neer te loo- pen. „Zeg eens eerlijk, oude heer. als we dit teslament zouden betwisten, denk ie dan. dat we cm schijntje kans hadden om te winnen?" „Ja, als jouw getuigenis tenminste sterk genoeg is. Daar zou alles van af hangen. Je zou bereid moeten zijn alles te zweren. En Dalgleish ©n Meikle zou den toch zeker achter je staan, niet?" „Ja, die oude tante vooral, want die zal wel razend zijn. Ze. verwachtte dui zend pond En ik heb haar nog wel ver teld, dat ze het zeker zou krijgen." „Dat Is onze eenige kans. Maar waar moeten we het geld voor de onkosten vandaan halen?" „Als je denkt, dat we een schijn tje kans hebben, zou ik het geld mis schien wel ergens kunnen leenen," zei Pat rustig. „Als we verliezen, moeten wij natuurlijk de onkosten betalen en die zullen niet malsch zijn." „Duizend pond, minstens, Pat. Maar wie zou voor een dergelijk bedrag borg willen staan? Ik wist niet, dat jij rijke vrienden had." „Laat dat maar aan mij over, oude heer," antwoordde Pat met een eenigs zins pedant air. „Vijftig pond! Hoe durft die oude Kate, na al de zorgen en moeite, die ik aan haar gehad heb. Als al het andere mislukt, kan ik nog een deel van haar bezittingen eisrhen voor geneeskundige behandeling gedurende een periode van vier jaar cn dat zal nipt zoo weinig zijn." „Daar zou ik mijn rekening ook aan toe kunnen voegen", zei zijn vader. „Dat zou in de honderden loopen en misschien zouden we er de helft van krijgen en dan zou het nog slechts een druppel water in de zee zijn. Als jij ie mand kon vinden, die bereid zou zijn ons finantieel met dit. zaakje te helpen, kunnen we het haar misschien nog be taald zetten." „Ik zal zien. wat ik doen kan en het ie vanavond misschien laten weten," zei Paf. in wiens geest een plan aan het rijnen was Hij liep een eind met zijn vader mee in de richting van het nieuwe ge deelte van de stad, keerde toen op zijn schreden terug en zocht den een6 zoo bekenden winkel van den ouden Ros6land, in de West Bow, op. Door het glazen scherm, dat om zijn bureau bij de deur van de achterkamer stond, kon hij het gebogen hoofd van den ou den Rossland zien, die opschrok, toen Pat plotseling als een geest naast hem opdook. „Hallo, ben jij het!" zei hij niet bijster beleefd. „Dat is een onverwachte eer. Wat is er aan de hand?" Daddy Rossland, zooals hij door de jongens, die met hem in aanraking kwamen genoemd werd, was een eenigszins goedaardig uitziend, oudere heer, die heelemaal niet op den gewo nen, geslepen geldschieter geleek. „Ik zou u graag even onder vier oo- gen spreken, Daddy," zei Pat Ruthven, terwijl hij het erop waagde hem hij den ouden, bekenden naam te noemen Rossland kwam van zijn zetel af en gooide de deur van de achterkamer open, die als zitkamer ingericht was en getuige geweest was van vele belang rijke en enkele stormachtige tooneelen. „Dus de oude dame is het hoekje om gegaan," merkte hij veelbeteekenend op. „Ik heb het bericht in de krant ge lezen en Jess heeft me verteld, wat je verwachtte. Is ze al begraven?" „Ja, vandaag. We verwachtten, wat we niet gekregen hebben. Daddy," zei Ruthven somber. „Het testament, dat vandaag voorgelezen is, heeft ons jam merlijk in de ooren geklonken, dat kan ik je wel verzekeren." „Én?" zei Daddy. „Dat valsche wicht, dat van Colches ter hierheen gekomen is, heeft prac- fisrh alles gekregen. Jess hepft u zek^r wel van die. nicht verteld, die een paar weken gelpden straatarm hierheen ge komen is?" „Ja, daar heeft ze me van verteld. Zoo, dus zij heeft alles gekregen en jij staat er naast? Dan moet je toch wel heel stom gedaan hebben, Pat." Pat haalde zijn schouders op. „U, of ieder ander buitenstaander heeft gemakkelijk praten," zei hij som her. „En waarom ben je nu eigenlijk hier heen gekomen? Wat ben je van plan nu te doen en wat zegt je oude heer er wel van?" „Mijn oude heer is nauwelijks in staat iets te zeggen. Hij is bijna verlamd van woede. Het is voor mij ellendig, maar voor hem nog tien keer zoo erg. Daddv, went hij is de laatste twintig jaar, prac- zisch gesproken, de slaaf van de oude Kate geweest en heeft er nooit een cent voor gekregen „Hoe is het dan gebeurd? Dat jonge meisje moet wel verduveld geslepen zijn." Ruthven vertelde hem het geval in groot3 trekken, waarnaar Rossland aan dachtig luisterde „Zoo, dus hij wil het testament be twisten. Gelooft hij echt, dat hij een schijntje kans heeft?" „Ja Ik kan hem daarbij een heele- hoel helpen. Ik heb achter de schermen dingen gezien, die ik stil gehouden hal, weet u, als het in mijn voordeel ge weest was. Maar waarom zou ik dit doen. nu zij ons van alles beroofd heeft?" „Ja, waarom? Maar het zal een kost baar grapje worden. Je Vader zit er, ge loof ik. niet bepaald goed bij, wel?" „Hij bezit geen rooie cent. Daddy." antwoordde Rulhven oprecht. „Kunt u nu raden, waarvoor ik hier gekomen ben? Ik kom terwille van Jess, zoowel als van mijzelf, om u te vragen ons een handje te helpen. Kijk niet zoo nijdig. Daddv, maar luister naar rede en hoor wat je ermee verdienen kunt." Ruthven ging zitten, hoewel hem geen stoel aangeboden werd en begon zachten en ernstigen toon te spreken, als iemand voor wien alles op het spel staat. Het was een lang onderhoud en toen hij tenslotte de zaak in de West Bo* verliet, nadat hij eerst voorzichtig om zich heen gekeken had of er niemand in de buurt was, die hem had kunnen herkennen, liep hij met luchtige, veer krachtige stappen, alsof hem een pa< van het hart gevallen was Inplaat' van naar huis te gaan ging hij opnieun naar de St. Andrewstraat. waar hij om ongeveer zeven uur aankwam. Hij bezat den huissleutel van zij/> vader, evenals zijn vader de zijne en kwam, dus zonder te bellen binnem Alles was donker klaarblijkelijk *83 zijn vader nog niet teruggekeerd, weer uitgegaan Hij ging het eerst het kantoor binnen stak het gas op en zag toen op hel bureau een cederhouten kistje staan- Onmiddellijk schoot het hem te binnen dat hpf in het testament aan zijn vadff vermaakt was. Iemand moest het hier heen gebracht hebben, tenzij zijn vad*f het zelf was gaan halen. Ruthven. di' van nature nieuwsgierig en bemoeizuch tig was, probeerde, zonder een oogsh' blik te aarzelen, of hij het slot OP?3 kon krijgen. Er was geen sleutel M maar door zijn zakmes er handig in 19 steken, kon hij het deksel gemakkelij»! oplichten. (Wordt vervolgd)»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1937 | | pagina 6