GEEN UITMOORDING VAN DE
NOORDZEE
Het pufaanvoer-verbod
aangenomen
r
TWEEDE KAMER
Verscheidene
tegenstanders
Gezondheidskolonies
voor zwakzinnigen
Werken spionnen
vanuit Nederland?
HANDELSREIZIGER
VERNIELDE
N.S.B.-BLADEN
EEN HALF UUR
Bouwwerk, dat
er niet mag zijn
EEN GESTOLEN
„MOORDFIETS"
2e BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DONDERDAG 4 MEI 1939
Utrecht aangewezen plaats
voor tandartsen op
leiding, aldus de
minister
's-GRAVENHAGE, 3 Mei. - De Twee-
de Kamer kwam hedenmiddag bijeen
onder voorzitterschap van mr. J. R. H.
van Schaik.
Aan de orde is de voortzetting van de
behandeling van het wetsontwerp goed
keuring van het op 23 Maart 1937 te
Londen gesloten verdrag nopens het
vaststellen van een maaswijdte van
vischnetten en van minimum-maten op
sommige vischsoorten.
(Puf-aanvoerverbod.)
De heer Woudenberg (N.S.B.)
zegt, dat het streven naar maatregelen
tegen vernietiging van jonge visch zijn
volle sympathie heeft. De opzettelijke
puf-visscherij bedreigt den kustvisscher.
Het vraagstuk is zeer moeilijk. Het vis-
scherij-belang staat voorop. Voor de
groote trawlvisscherij is de conventie
van geen beteekenis. Niet het vernieti
gen van jonge visch zal verboden zijn,
doch de aanvoer. Spr. heeft daarom
geen hooge verwachtingen van dit ver
bod en bepleit het regionaal verbieden
van de geheele visscherij. Dit zou inter
nationaal kunnen worden overeengeko
men. De controle is gemakkelijker dan
in het aanhangige ontwerp.
Kan spr. zich met het streven vereeni
gen, het aangegeven middel acht hij
niet. juist.
De heer Van Lidth de Jeude
(Lib.) constateert, dat men zich wel met
het streven kan vereenigen, doch het
aangegeven middel niet doelmatig acht.
Spr. betwijfelt, of de opzettelijke puf-
visscherij een zoo grooten omvang heeft
aangenomen, dat daardoor dit verbod
gerechtvaardigd is.
Spr. meent, dat men mag aannemen,
dat het grootste gedeelte van de gevan
gen puf sterft. Proefnemingen hebben
dit bewezen. Spr. meent, dat eenig uit
stel wel aanvaardbaar zal zijn.
De heer Zandt (Staatk. Geref.) acht
het doel van dit verdrag lofwaardig,
doch betwijfelt eveneens, of dit doel be
reikt kan worden. Vooral werkloosheid
van tal van visschers zal er het gevolg
van zijn. De steunmaatregelen kunnen
van langdurigcn aard zijn. De eenden
houders zullen schade lijden, daar puf
het goedkoopste eendenvoeder is. Tot
slot wijst spr. op de nadeelen voor de
genen, die bij de vischmeelfabricatie be
trokken zijn.
De heer Van den Heuvel (A.R.)
onderstreept wat voorafgaande spre
kers hebben gezegd. Hij zegt het niet
eens te zijn met zijn fractie-genoot Duv-
maer van Twist. Spr. ziet als bezwaren,
dat het ontwerp slechts in geringe mate
aan het doel zal beantwoorden en dat
andere groote belangen worden ge
schaad. Spr. wijst in dit verband op de
vele uitecnloopende cijfers betreffende
de visch, die. over boord geworpen,
blijft leven, en betreffende de aange
voerde puf. Nu vaststaat, dat een deel
van de aangevoerde puf niet opzettelijk
wordt gevangen, kan men betwijfelen of
dit verbod den vischstand zal verbete
ren. Ook vele huitenlandsche schepen
hebben installaties ter verwerking van
de puf aan boord. Hierop bestaat geen
controle.
De Minister van Economische zaken,
de heer Steenberghe, zegt, dat wel
zeker is, dat, wanneer er niets gebeurt,
het uit is met de zeevisscherij, een be
langrijke tak van ons volksbestaan.
Reeds acht tien jaren geleden heb
ben 's ministers ambtsvoorgangers ge
waarschuwd tegen uitmoording van de
Noordzee. De aanvoer gaat van jaar tot
jaar achteruit; de schol wordt niet meer
in behoorlijke mate aangevoerd.
Alle tegenstanders hebben zich be
ijverd om de houding van de puf na
dat zij gevangen is. in het licht te stel
len. De voornaamste soort puf is echter
de puf. die bij aanneming van dit ont
werp niet gevangen wordt.
Het aanvoerverbod is het noodzake
lijke sluitstuk van de maaswijdte-rege
ling. Deze marswijdte-regeling wordt
herhaaldelijk overtreden.
Op het terrein van het in-ieven-blij-
ven van puf zijn in ons land geen proe
ven gedaan, daar krachtens internatio
nale regeling deze proeven te Kopen
hagen worden genomen. In 1935 en 1936
hebben nauwkeurige onderzoekingen
plaats gehad. Daarom heeft de minister
er geen behoefte meer aan gehad. De
proeven zijn genomen in samenwerking
met. de belanghebbenden.
Van duizenden visschers heeft men
geen bezwaren gehoord in tegenstelling
tot het lawaai, dat enkele vischmeel-
fabrikanten hebben gemaakt.
Spr. citeert een zin uit een request
aan de Kamer, welke de kwestie ge
heel verkeerd in het licht stelt
Het ontwerp betoogt o.m. het tegen
gaan van de ex-puftrek en de opzette
lijke puf-visscherij op de puf-gronden.
Dit zijn meer dan voldoende redenen
om met klem het ontwerp te verdedi
gen.
Wat de kustvisschers betreft, deze
zullen de eerste slachtoffers zijn, wan
neer geen pufverbod komt. daar er over
enkele jaren zelfs geen puf meer zal
zijn. Over enkele jaren zal men weer
meer marktwaardige visch kunnen aan
voeren. Spr. heeft toegezegd, dat gedu-
Ml NISTER STEENBERGHE
rende de te overbruggen periode steun-
verhooging zal worden gegeven.
Ten aanzien van de vischmeelfabrie-
ken merkt spreker op, dat de wijting
gevischt zal mogen worden, evenals
versche haring. Wanneer de prijs van
de haring daalt heneden f 1.75 per kist,
dan wordt deze beschikbaar gesteld
voor de vischmeelfabrieken en de een
denhouders. De prijs zal dan zijn 1
cent per kilo. evenals die van de puf.
Dezer dagen kan een besluit ten deze
worden verwacht.
Spr. merkt op, dat de vischmeelfa-
brieken slechts een capaciteit van 12
weken per jaar hebben. Het vischvoed-
sel is bijproduct. Werkloosheid valt in
deze bedrijven niet te vreezen.
Wat de eendenhouders betreft, be
toogt de minister, dat er eeen kosten-
verhooging van 12J4 cent per honderd
eieren zal zijn. Deze verhooging moeten
de eendenhouders dragen, daar er an
ders in het geheel geen puf meer zal
zijn.
Voor de garnalenvisschers is van
groote beteekenis, dat. de vangst van de
wijting vrij is.
Deze vier groepen zullen in de toe
komst, als er niets gebeurt, veel grooter
nadeelen ondervinden dan bij aanne
ming.
In 1931 is de zaak reeds uitgesteld;
daarna is herhaaldelijk overleg ge
pleegd met belanghebbenden. Nu heeft
men een internationale regeling. De
minister wenscht haar niet uit te stel
len; de tegenstanders moeten dan maar
legen stemmen.
De minister erkent, dat de Nederlan
ders ter conferentie te meegaand zijn
geweest en is bereid de verklaring af te
leggen, dat er in Nederland geen maat
regelen zullen worden genomen, voor
dat het verdrag in werking is getreden.
Het verdrag treedt n.l. niet in wer
king, als niet alle betrokken landen
hebben geratificeerd. Dit beteekent een
uitstel. Doch wij moeten niet wachten
tot andere ratificeeren alvorens dit zelf
te doen.
Het is noodig. dat de Kamer m e I
de regeering vooruit ziet. Het gaat om
Nederlandsche belangen. Spr. is per
soonlijk overtuigd, dat verwerping van
dit voorstel een zwarten dag zal betee-
kenen voor de Nederlandsche visscherij.
De heer Rutgers van Rozen
burg (C.H.) verklaart, dat het betoog
van den minister op hem niet veel in
druk gemaakt heeft.
De heer Van den Heuvel (A.R.)
brengt den minister lof voor diens
knappe verdediging van een zwakke
zaak. Spr. blijft het gewenscht achten
deze zaak thans niet verder te behan
delen. De Kamer wenscht het niet te
verwerpen.
Mede namens een tiental andere
leden van de Kamer dient spreker
een motie in, die beoogt de behan
deling van het ontwerp te schor
sen, daar niet is komen vast te
staan, dat voordeelen van het puf-
aanvoerverbod de nadeelen overtref
fen.
De heer Kortenhorst (R.K.) is
van oordeel dat de formuleering van
de motie het den minister onmogelijk
maakt op deze zaak terug te komen.
Spr. zai tegen de motie stemmen.
Dc Minister sluit zich aan bij de
woorden van den heer Kortenhorst,
speciaal met het laatste gedeelte.
De motie komt in stemming. Zij
wordt verworpen met 47 tegen 38 stem
men (gemengde stemming).
De behandeling van het ontwerp
wordt voortgezet.
De heer Kievit (S.D.) motiveert
zijn stem. Hij zegt voorstander te zijn
van vischbescherming. Hij had echter
gaarne gezien, dat in ons land met be
hulp van het IJmuider Reederijbedrijf
proeven zullen worden genomen.
De heer Woudenberg (N.S.B.) is
niet overtuigd, dat het verdrag effec
tief zal zijn.
Mevrouw Mackay-Katz (C.H.)
vreest, dat een nieuwe minister zich
niet zal houden aan de concessie van
dezen minister. Zij zal tegenstemmen.
De heer W ij n k o o p (Comm.) is van
oordeel, dat niemand weet, of deze
maatregel nuttig en doelmatig is. Alles
is pure speculatie.
De heer Schil thuis (V.D.) is niet
overtuigd, dat het voorgestelde middel
goed zal zijn tegen de kwaal en kan
zijn stem niet aan het ontwerp geven.
De heer Posthuma (C.D.U.) kan
met het ontwerp niet meegaan.
De heer Stump el (R.K.) houdt vol.
dat de controle op de lange kustlijn
van Nederland zeer wel mogelijk is.
De minister van economische zaken,
de heer Steenberghe, verklaart
dat de Kamer niet behoeft af te gaan
op de mondelinge toezegging van den
minister. Daartoe ware noodig een wij
ziging van de Visscherij wet; daaraan
behoeft de Kamer niet mede to werken.
WIELRIJDER GEDOOD
GROLLO (Dr.), 3 Mei. Van
middag om twaalf uur is de 59-
jarige wielrijder H. Hengstman te
Grollo, die op weg was naar Rolde,
door een auto. bestuurd door een
inwoner van Emmen, aangereden
en tegen den grond gesmakt De
man was op slag dood.
KONINGIN ONTVANGT NIEUWEN
PANAMEESCHEN GEZANT
's-GRAVENHAGE, 3 Mei. H.M. de
Koningin heeft hedenmiddag 3 uur ten
paleize Noordeinde ontvangen den heer
dr. Francisco Villalaz ter overhandi
ging van zijn geloofsbrieven als buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd mi
nister der republiek Panama bij Hr. Ms.
hof.
Mr. Rost van Tonningen
weer veroordeeld
Terzake van beleediging van
het Ambtenarengerecht
MAASTRICHT, 3 Mei. Vanoch
tend is voor de politic-rechter, mr.
Petit, behandeld de zaak tegen mr.
Rost van Tonningen, terzake belee
diging van een publiekrechterlijke
instelling nl. het ambtenarenge
recht, in een vergadering van 10
December 193S te Nuth.
Hij had de aanwezige politiemannen
attent gemaakt op zijn beleedigende uit
lating cn daaraan dc uitdaging vastge
knoopt. dat de regeering hem voor deze
woorden zou vervolgen.
Op 11 Maart van dit jaar was mr.
Rost-van Tonningen bij verstek wegens
beleediging door den politierechter ver
oordeeld tot veertien dagen gevangenis
straf. Hij ging van dit verstekvonnis in
verzet, zoodat de zaak opnieuw moest
worden behandeld en vandaag was
verd. persoonlijk verschenen.
Mr. Rost van Tonningen heeft voor
den politierechter uitvoerig betoogd, dat
hij geen opzet tot beleediging heeft ge
had. Hij heeft dc beleedigende uitdruk
king gebruikt in verhand met de strek
king van zijn inzicht, dat het ambtena
rengerecht niet beschouwd kan worden
als een instelling in den zin van een in
stelling van onafhankelijke rechts-
psraak, maar als pen politiek college,
althans als een college, dat niet onaf
hankelijk is van de reeeerine.
ITet O.M. achtte het beleedigende ka
rakter van de uitlatingen wel degelijk
bewezen en vroeg bekrachtiging van het
vonnis.
Mr. Xijgh uit 's-Gravenhage, de ver
dediger van mr. Rost van Tonningen,
betoogde, dat de felle bewogenheid van
verdachte, tegen wat hij beschouwt als
onrechtmatig, aanleiding was geweest
tot de ten laste gelegde uitlatingen. Van
opzettelijke beleediging was zijns in
ziens geen sprake. Hij drong aan op
vrijspraak.
De politierechter achtte het verweer
van verdachte niet aanvaardbaar en be
krachtigde het door hem ter zake van
beleediging van een openbare instelling
gevelde vonnis: veertien dagen gevan
genisstraf.
Mr. Rost van Tonningen zal van dit
vonnis in hooger beroep gaan.
Centrale vereeniging vergaderde
te Den Haag
Onder voorzitterschap van mr. F. B.
J. v. Hasselt werd te 's-Gravenhage de
algemeene vergadering der Centrale ver
eeniging voor gezondheidskolonies voor
zwakzinnigen gehouden.
Tot lid van het bestuur werd herko
zen de heer dr. A. van Voorthuysen te
Utrecht cn gekozen de heer Herm. J. Ja
cobs te 's-Gravenhage, terwijl tot lid
van den raad van toezicht in dc plaats
van wijlen den heer mr. J. Ae. A. Lis
man werd gekozen de heer Anth. Fol-
mer te 's-Gravenhage.
Uit het jaarverslag van den secretaris
hleck. dat in het afgeloopen jaar wer
den verpleegd 702 kinderen met een to
taal van 30.434 verpleegdagen. De re
sultaten der verpleging gaven aanlei
ding tot voldoening.
Het comité voor - de totstandkoming
van lighallen hij de koloniehuizen heeft
zijn arbeid voltooid: het benoodigde
geld kwam bijeen. Dezer dagen zijn de
nieuwgehouwde lighallen reeds In ge
bruik genomen.
Spr. ziet het voordeel van dit verbod
in de onmogelijkheid van de opzette
lijke puf-visscherij, al komt deze mis
schien weinig voor.
I-Iet ontwerp komt in stemming. Het
wordt aangenomen met 51 tegen 35
stemmen.
Tandheelkunde in het
geding
Aan de orde is het wetsontwerp aan
vulling der Hooger Onderwijswet
Mevr. De Vries Bruins (S.D.) is
van oordeel, dat het niet juist is, dat
de tandartsenopleiding slechts te
Utrecht mogelijk zal zijn. De opleiding
moet meer medisch dan technisch zijn.
Art. 23 van het academisch statuut
moet van toepassing worden geacht.
Tegen de positieve regelingen heeft spr.
geen bezwaar, wel tegen het feit, dat
Utrecht de eenige opleidingsmogelijk
heid zal zijn en zoolang het onderwijs
te weinig wetenschappelijk zal zijn.
De heer d r. Vos (Lib.) is van oor
deel, dat er thans zeer veel aan de op
leiding van de tandheelkundige studen
ten ontbreekt.
Spreker stelt
Zwitserland ten
voorbeeld. Een
al te weten
schappelijke op
leiding acht spr.
echter niet ge
wenscht, doch
de tandheelkun
digen moeten
eenig begrip van
ziekteverschijn
selen hebben.
Bij een aantal
van 300 tot 550
studenten is het
onmogelijk, een
dr. Vos
goede opleiding te verkrijgen. Het gaat
te ver nu reeds uit te maken dat
Ltrecht alleen voor de opleiding is aan
gewezen.
Spr. is geen voorstander van een
vooropleiding der tandartsen, die paral
lel loopt met de opleiding van de
medici. Spr. vraagt nog het doctoraat
mogelijk te maken.
Mevr. Mackay-Katz (C.H.) be
treurt eveneens, dat een doctoraat
voor tandartsen niet mogelijk zou
zijn.
Wat de opleiding betreft, vraagt
spr. of de minister ook andere facul
teiten dan de Utrechtsche heeft ge
hoord. Spr. vraagt voorts, hoe de
minister denkt over de bevoegd
heid van de tandartsen. Er heerscht
thans een groote onzekerheid.
Spr. zag gaarne in de wet zelf in
groote lijnen de opleiding vastgelegd,
nader uit te werken in een algemeenen
maatregel van bestuur. Zij bepleit ten
slotte overleg met de maatschappij.
Mevr. B a k k e r-N ort (V.D.) wijst op
don achterstand op dit gebied in ons
land. De tandheelkunde wordt als tak
van wetenschap onderschat. Spr. zag
gaarne de tandartsenopleiding naar de
algemeene medische opleiding verwe
zen.
Ook deze spreekster betwijfelt, of het
noodig is, slechts in Utrecht de moge
lijkheid van deze opleiding te behouden.
Ook het feit. dat de tandartsen geen
doctoraal kunnen verkrijgen, kan haar
goedkeuring niet wegdragen. Niette
min zal spreekster voor stemmen.
De heer Til an us (C.H.) vraagt, of
het noodzakelijk is, de regeling van de
tandheelkundige examens uit de wet
van 1878 te lich
ten en over te
brengen in de
hooger-onder-
wijswet en of
die examens
juist geregeld
zijn.
De tandheel
kundige exa
mens zijn in die
wet van 1878 ge
regeld en in .het
academisch sta
tuut. Het onder
havige voorstel
geeft geen ze-
Tilanus
kerheid, hoe nu de regeling zal worden.
Het academisch statuut zal op dit punt
niet van kracht zijn. Dit is hinken op
twee gedachten. Spr. kan dit niet be
wonderen. Deze studie is te veel opge
schroefd. Deze materie behoort niet in
de hooger onderwijswet en de regeling
is rommelig.
De heer M o 11 p e r (R.K.) acht den
minister met dit ontwerp niet geslaagd.
Spr. kan aan dc voorgestelde artikelen
niets zien dat bewijst, dat de tandart
senopleiding hooger onderwijs zal zijn.
Welke wetenschnn wordt hier beoefend
en welke opleiding tot het zelfstandig
beoefenen eener wetenschap wordt hier
gegeven? Dit afzonderlijk instituut is
een vakschool, een aanhangsel van de
faculteit.
De minister antwoordt
De Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschanpen, de heer Slote-
maker de Bruine, herinnert aan
de moeilijkheden, die in 1936 te Utrecht
hadden plaats gehad. Men heeft toen
ingezien, dat men moest onderscheiden
tusschen orga-
^nisatie en stu
die. De organi
satorische maat
regelen hebben
goede gevolgen
gehad. Ten aan
zien van de stu
die is in 1937
oen rapport uit
gebracht aan de
faculteit. Men
'ïeeft steeds con
tact gehouden
met de tand
artsenorganisa
ties.
Spr. sluit zich niet bij andere
faculteiten aan, daar Utrecht reeds
werkzaam is op dit gebied. Bij het
ontwerpen van den algemeenen
maatregel van bestuur zal zeer
zeker de maatschappij gehoord wor
den. Spr. ontkent, dat een doctoraat
voor tandartsen zal zijn uitgesloten:
een wijziging van het academisch
statuut is daarvoor niet noodig.
De maatschappij heeft een evenwij-
Slolemakcr de Bruine
De heer Wijnkoop krijgt
antwoord van den
minister
's-GRAVENHAGE. 3 Mei. Op de
vragen van den heer Wijnkoop:
1. Heeft de minister kennis genomen
van de tijdens het Engelsche spionnage-
proces-Kelly gedane mededeelingen,
volgens welke in dienst van Duitsch-
land staande agenten van Nederland
uit zouden werken, welke agenten den
schakel zouden vormen tusschen den
Duitschcn geheimen dienst en andere
landen?
2. Is de minister bereid, een onder
zoek naar de juistheid van deze mede
deelingen in te stellen, o.a. door het in
winnen van inlichtingen ter zake bij de
Engelsche regeering, en zoo haar mocht
blijken, dat die mededeelingen op waar
heid berusten voor het vervolg den ar
beid der genoemde agenten in en van
uit Nederland door scherpe doelmatige
maatregelen onmogelijk te maken?
heeft de minister van huitenlandsche
zaken het volgende antwoord gegeven:
1. Het antwoord luidt bevestigend.
2. Door de daartoe bestemde oreanen
in Nederland wordt op handelingen,
als in de vragen bedoeld, een zoo zorg
vuldig mogelijk toezicht gehouden.
Hof zet gevangenisstraf om
in geldboete
AMSTERDAM, 3 Mei. Voor het
gerechtshof heeft een 31-jarige han
delsreiziger uit Zandvoort terecht
gestaan, omdat hij op 4 November
j.l. een aantal exemplaren van het
N.S.B.-blad „Volk en Vaderland",
waarmede een behanger bij het sta
tion te Zandvoort colporteerde, zou
hebben vernield.
De politierechter had den man tot
acht dagen gevangenisstraf veroordeeld.
Verdachte ontkende de vernieling
niet, doch hij verklaarde, dat deze niet
was geschied met politieke bedoelingen.
De colporteur zou hem, toen hij langs
kwam, hebben „gehaakt". Verd. was
toen gevallen en zou in drift de kran
ten, waaraan hij zich vastgreep, hebben
verscheurd. De colporteur hield vol, dat
hij verd. geen beentje had gelicht of
had aangeraakt. Verd. was toen hij
hem reeds voorbij was teruggekeerd
en had de couranten weggerukt en ver
nield.
Dc procureur-generaal, mr. dr. D.
Reilingh, eischte bevestiging van het
vonnis.
De verdediger, mr. Alfred Levy, be
toogde, dat juist indien verd. reeds voor
bij was, er toch wel iets bijzonders
moest zijn voorgevallen om verklaar
baar te maken, dat verd. daarna de cou
ranten zou grijpen. In ieder geval had
de colporteur in zooverre zelf schuld,
omdat hij binnen hft stationsgebouw
met de voor sommige volksgroepen irri-
teerende bladen colporteerde, terwijl
volgens voorschrift van de spoorwegdi
rectie binnen niet mocht worden gecol
porteerd.
PI. was van oordeel, dat de opgeleg
de straf veel te hoog was, zoodat hij op
clementie aandrong.
Het gerechtshof, arrest wijzende, be
vestigde het vonnis behalve wat de
straf betreft en gezien den aard van
het gepleegde feit werd de opgelegde
gevangenisstraf gewijzigd in een geld
boete van f 10.subs. 4 dagen hechte
nis.
ZONDER STROOM
Electriciteitsstoring in
Amsterdam-Zuid
AMSTERDAM, 3 Mei. Hedenmor
gen te kwart over tien geraakte door
een defect aan een energie-schakelaar
in het onderstation Jacob Obrechtplein
te Amsterdam der gemeente electrici-
teitswerken, dit onderstation stroom
loos, met het gevolg dat het gedeelte
van het net, dat van hier uit gevoed
wordt, stroomloos raakte. Dit omvatte
het grootste gedeelte van Amsterdam
Zuid. ongeveer begrensd door van Wou-
en Rijnstraat eenerzijds en Amstelveen-
schewetr anderzijds, alsmede een klein
gedeelte van West in de naaste omge
ving van den Overtoom, aldus het Vad.
Lastiger dan de storing op het gewone
wisselstroomnet in dit stadsgedeelte,
waar weinig of geen bedrijven of indus
trieën gevestigd zijn, was de storing in
een gedeelte van het gcliikstroomnet
voor de electrische tram. dat eveneens
door het onderstafion gevopd wordt. De
trams konden in het geheele genoemde
stadsgedeelte niet verder en moesten
wachten tot het defect was opgeheven,
wat binnen een halfuur het geval was.
dig Ioopen van medische en tandheel
kundige studie niet mogelijk geacht.
Met betrekking tot de vraag, hoe de
studie het best kan worden ingericht,
leest spr. enkele passages voor uit het
rapport van de faculteit. Er is geen
enkele reden voor de vrees, dat alle
zaken zullen blijven zooals zij zijn.
Spr. vraagt, of er groot bezwaar is
tegen de voorgestelde regeling. Deze is
tweezijdig, niet rommelig. Deze zaak
moet in verband met het hooger onder
wijs worden geregeld.
Spr. is van oordeel, dat ^Utrecht de
eenige aangewezen plaats 'is voor de
opleiding. Dit is noodzakelijk voor de
rolverdecling. Het is niet gewenscht een
opleiding, die geld vordert, aan een
andere universiteit mogelijk te maken.
Door dit wetsontwerp zullen vele ver
beteringen worden teweeggebracht.
Om 17.55 uur wordt de vergadering
verdaagd tot Donderdagmiddag.
Moet de minister een crediet
aanvragen voor afbraak van
het Haagsche administra
tiegebouw?
VGRAVENHAGE. 3 Mei. Het blijkt
met den bouw van het gebouw voor de
hoofddirectie en administratie van het
staatsbedrijf der Artillerie-Inrichtingen
aan het Lyceumplein alhier, een eigen
aardige geschiedenis te zijn. zoo schrijft
de Telegr.
De betonfundeering. met inbegrip
van uitgebreide schuilkelders is reeds
eenige weken gereed. Men heeft hier
aan ongeveer vijf maanden gewerkt,
waaruit dus volgt dat men aan het
Lyceumplein reeds begonnen is met de
eerste werkzaamheden, vóórdat de 6Up-
pletoire begrooting tot financiering van
dezen houw hii de Tweede Kamer was
ingediend. Zelfs is gebleken dat de be-
tonskeletbouw voor het eigenlijke ge
bouw reeds is aanbesteed.
Het staatsbedrijf der Artillerie-Tnrich-
tingen zal nu eerst moeten trachten
deze zaak in het reine te brengen met
de gemeente 's-Gravenhage Immers,
deze kan er op staan dat. na de voor-
loonige overeenkomst, waarbij zij voor
f 120.000. zilnde f 50 per M2 dit terrein
had verkocht, dit terrein weder in den
oorsnronkelijken toestand wordt opge
leverd.
Dit zou heteekenen. dat de minister
opnieuw bii de Kamer zal moeten ko
men. nu om een crediet te vragen voor
het afbrpken van de fundamenten en de
schuilkelders. Het zou ook mogelijk
zijn. dat het gemeentebestuur prijs stelt
op behoud van deze srhuilkelders. en
dat de mislukte transactie dan zou wor
den afgemaakt door een dading, waar
door de gemeente de vrïie beschikking
zou krijgen over de kelders. Op de be
staande fondamenten kan dan later
altijd no? pen ander gebouw worden
opgetrokken. Bijvoorbeeld flats gelijk er
staan aan dp overzijde van het Lvceum-
nlein. en ook vlak naast den onderbro
ken bouw.
Pseudo-kooper deed den heler
tegen de lamp loopen
AMSTERDAM. 3 Mei. Een bekende
heler van gestolen rijwielen, wiens ar
beidsveld hoofdzakelijk op en om het
Amstelveld ligt, hoorde vandaag drie
jaar gevangenisstraf tegen zich eischen,
een jaar meer dan hem in eerste in
stantie was opgelegd. Voor de recht
bank had hij de houding van een on
schuldige aangenomen. Thans kwam
hij-met '*rrr gedeeltelijke bekentenis
voor den dag. doch het gebruikelijke re
sultaat, een eisch tot verlaging van de
straf, bleef uit.
De man stond op een voor hem kwa
den dag np het Amstelveld, toen een
jongeman op hem toekwam en hem zei-
de, dat hij gehoord had, dat hij verd.
tegen een zacht prijsje een „moord-
fiets" te koop had en of. hij het karretje
eens mocht zien. Na eenig heen en
weer gepraat en lang loven en bieden
werden kooper en verkooper het eens.
De „rijwielhandelaar" kreeg een gulden
handgeld, de fiets moest voor hem gere
serveerd worden. Hij zou even zijrt
vriend halen, voor wien het rijwiel
eigenlijk bestemd was.
Een half uurtje later verscheen
de jongeman weer op het terrein,
ditmaal vergezeld van zijn vriend.
Deze ontpopte zich echter als een
bekende Amsterdamsche recher*
cheur, specialist in het opsporen
van geheelde fietsen. Ook de „moord*
fiets" bleek gestolen te zjjn en de
verkooper werd gearresteerd. Ook
gelukte het den dief aan te houden.
De jongeman, die zgn. de fiets had
gekocht, verklaarde voor het Hof, dat
hij den rechercheur had geholpen om
dat hij in verdachte een gevaar voor
vele jongemenschen ziet, die door hem
in het verderf worden gestort.
Dus, vraagt de verdediger, mr. A.
Sternheim. u was geen oogenblik
van plan om de fiets werkelijk te koo-
pen.
Getuige: Geen moment, nog niet al
zou ik voor een dubbeltje eigenaar heb
ben kunnen worden. Ik wilde alleen
den rechercheur helpen.
Nadat de procureur-generaal drie jaar
gevangenisstraf had gcrequireerd be
pleitte do verdediger mr. dr. Stern
hei m op juridische gronden ontslag
van rechtsvervolging. Tn de dagvaar
ding immers staat, dat verdachte de
fiets aan getuige verkocht. Van ver
koop was echter geen sprake, omdat er
tusschen partijen geen wilsoverecn-
komst was. Getuige heeft uitdrukkelijk
verklaard, dat hii geen oogenblik de
werkelijke bedoeling had om de fiets te
koopen.
De procureur-generaal was het met
dit juridische argument niet eens: het
komt er niet op aan, wat de kooper be
doelde. maar wat de verkooper, in dit
geval verdachte, gedaan heeft.
Het Hof zal 17 Mei arrest wijzen.
ONBEVOEGD UITOEFENEN DER
GENEESKUNDE
NIJMEGEN, 3 Mei. Voor het kan
tongerecht alhier siond vandaag te
recht mej. G., die door het land bekend
was als raadgeefster in gevallen van
kanker. Zij gaf den patiënten zalfjes.
De vrouw werd vervolgd voor het on
bevoegd uitoefenen van de geneeskun
de.
Het O.M. had 250 gulden boete, subsi
diair twee maanden hechtenis geëischt.
De kantonrechter, mr. P. van der Vel
de. veroordeelde haar tot vijftig gulden
boete, subsidiair veertien dazen hechte
nis en gelastte, teruggave der in beslag
genomen goederen.