KINDER COURANT
DE BELONING
Wat de herder ons vertelde
RUBRIEK VAN OOM BOB'
EZELTJE RIJDEN
,UIT EIGEN PEN
199M
Een reuzenforel
BRIEFWISSELING
KNIKKERTIJD
door L. W.
Het was prachtig weer en we maak
ten een lange wandeling over de hei.
We voelden het voorjaar in de lucht
en aan de blauwe hemel re ven een
paar witte schapenwolkjes. We hadden
al een heel eind gelopen, maar het leek
alsof we niet moe werden en we wilden
nog een stuk verder. Heel in de verte
zagen we een grijzige plek op de hei.
We raadden ernaar, wat dat kon zijn
maar we begrepen het niet. We dachten
eerst, dat het misschien een kale plek
was, maar toen we dichterbij kwamen,
zagen we, dat die kale plek zich lang
zaam bewoog en toen we nog een eindje
verder waren, zagen we. dat het een
kudde schapen was.
„Zullen we erheen gaan?" vroeg mijn
vriend, „of wil je liever de andere kant
uitlopen?" Maar ik voelde er wel voor
om die kudde van dichtbij te bekijken
en misschien eens met den herder te
spreken. Het was al vrij lang geleden,
dat ik een kudde had gezien want ik
woon in de stad en kwam niet dikwijls
buiten. Ik had er dikwijls over gedacht,
(hoe dat toch zou zijn om de hele dag
buiten te lopen met je schapen en je
hond en te zorgen, dat de dieren veilig
bij elkaar bleven. We besloten daarom
maar eens naar de kudde toe te gaan
en te kijken of we den herder eens kon
den spreken.
En zo stonden we een kwartier later
bij den herder. De man groette ons
vriendelijk en zei: „G'ndag!" „Goeden
dag, groetten wij nu ook. „Mooi weer,
vindt u niét? „Ja, ja, dat gaat best. 't
Wordt weer lente!"
En zo waren we al gauw in een druk
gesprek gewikkeld. Hij vertelde, dat het
hem nooit verveelde om met zijn scha
pen van de eene plaats naar de andere
te trekken. „En de dieren houden me
bezig", zei hij.
„Maar vèrtelt u nu eens, hoe houdt
u al die dieren uit elkaar. U hebt zeker
schapen van veel verschillende boeren
bij u?"
„Ja, alle boeren geven mij hun dieren
mee en ik breng ze altijd weer bij hen
terug. Natuurlijk kan ik ze uit elkaar
houden. Ze zijn allemaal anders. Dat
daar bijvoorbeeld," hij wees op een
groot schaap, dat er precies als alle
anderen uitzag, „dat is van boer Jo-
chem. Hij heeft hier 14 schapen in de
kudde, zal ik ze eens bij elkaar ha
len". We kelten hem ongelovig aan,
want we konden oi-i niet indenken,
dat hij werkelijk uit al die witte, wol
len dieren de schapen van boer Jo-
chem zou kunnen halen. „Zou u dat
werkelijk kunnen?"
„Makkelijk, in een paar minuten!"
zei de herder kalm. „Wolf, mijn hond,
en ik, we kennen ze allemaal uit el
kaar en zij kennen ons ook. Ze heb
ben een andere kop. een ander vacht
en andere ogen. Ze lopen allemaal an
ders en ze hebben allemaal een be
paalde manier van eten. Als u een
troep honden bij elkaar ziet, kent u ze
toch ook uit elkaar? Bij mij is het net
zo Natuurlijk niet in het begin, toen
vergiste ik me wel eens, maar als je
jaar in, jaar uit elke dag met de die
ren samen bent en ze de hele dag kunt
bestuderen, dan weet je heus wel, wie
je voor hebt" Zijn stem klonk nu vol
trots en hij keek eens over de kudde.
„Maar weet u, het vervelende is, dat
de mensen je zo dikwijls tegenwerken
De schoolkinderen bijvoorbeeld, komen
wel eens bij de hutten en dan slaan
zo tegen de deur zodat de dieren bang
en onrustig worden. Dat is niet goed.
De kinderen bedoelen daar niets mee,
maar het is toch slecht voor de dieren.
Ze moeten ze met rust laten, dan blij
ven ze ook overdag kalm bij de kud
de. Ja meneer, het is nog zo kwaad
niet herder te zijn, tenminste, als je
hart voor de dieren hebt!"
En dat had hij, dat merkten we wel.
We praatten nog even door, groetten
hem toen vriendelijk en stapten op.
Toen ze al een eind verder waren,
hoorden we de herder vrolijk fluiten.
.J
Beste nichten en neven.
JULLIE hadden Woensdagmiddag
niet te klagen over het weer, want er
scheen een uitbundig zonnetje. Dat
de wind nog wat koud was, daar trok
ken mijn gezonde Hollandse nichten en
neven zich niets van aan. Hebben jullie
wel goed om je heen gekeken naar de
prachtige "bloesem overal, houdt je
ogen maar goed open, want dan is er
heel wat te genieten.
Binnenkort heb ik jullie een nieuwtje
te vertellen, ik hoop dat jullie het leuk
vinden, \frant het betreft onze hele fami-
lieschaar. Heb ik jullie nu nieuwsgierig
gemaakt?
Onze geleerde nicht Leergraag vertelt
nu een geschiedenis, ik denk dat zij het
zelf heeft, beleefd.
De bedorven jurk
ANNEMIE was twaalf jaar.
Er zou gauw feest komen. Oma en
Opa waren de volgende week 50
jaar getrouwd. De naaister zou voor
Annemie een mooie, zijden jurk maken.
Opa en Oma woonden in Arnhem en An
nemie in Zwolle, 's Was dus nog een
heel eind reizen. Eindelijk was de dag
van vertrek aangebroken. Moeder had
Anncmie's haar gewassen en daarna
had ze er krullen in gemaakt. Dat stond
wat leuk. Ze zag er dan ook keurig uit,
met haar rose jurk. Om tien uur vertrok
de trein. Zij gingen met z'n vieren: Va
der, Moeder, Wim en Annemie.
Toen ze in Arnhem kwamen, was de
familie er al. Opa en Oma hadden een
zaaltje gehuurd, omdat hun huis te
klein was voor zoveel gasten.
Zo begon het feest. Er werd voorge
dragen en gezongen en van alles getrak
teerd. Annemie en de anderen vermaak
ten zich best. Maar wat er toen gebeur
de! Annemie, die tussen de nichtjes
in zat, wilde juist haar glaasje limona
de opdrinken, toen Mimi. die opstond
om iets voor te dragen, haar bij onge
luk een stoot. gaf. De limonade stroomde
over Annemie's jurk. Die was nu bedor
ven. Gauw ging Annemie naar Moeder
■IMgniyaMM
'7
Elk jaar worden er weer nieuwe wed
strijden uitgedacht, het lijkt wel of er
niet genoeg spellen bedacht kunnen
worden. Polospelen te paard werd al
heel lange tijd gedaan, maar op een
ezel is het toch weer heel iets anders.
Daarbij kwam dat de ezels, die met deze
wedstrijd, die in Australië werd gehou
den, meededen niet de meest makke
ezels waren. Iedere speler vist dus van
te voren, dat ei wel een flinke kans be
stond, dat hij op de grond zou vallen.
Maar als je er op bent voorbereid is het
niet zo erg. Dat is ook heel goed aan
het gezicht van dezen ruiter te zien, die
vrolijk lachend van zijn ezel aftuimelt!
Hertog Eberhard Ludwig von Würt-
temberg, die in 1733 gestorven is, ver
loor een keer op jacht zijn geweer. Een
hele troep jagers en boeren moesten het
hele jachtgebied doorzoeken om het
lievelingsgöweer van den vorst terug te
vinden, maar alles was tevergeefs. Toen
loofde de hertog een som van 100 gul
den uit of iets anders, naar keuze, voor
dengene, die het geweer zou vinden en
terugbrengen.
Op een morgen kwam een boer bij den
schildwacht van het kasteel. Hij zei, dat
hij het geweer van den hertog gevon
den had. De schildwacht, die juist erg
in geldnood zat, zei, dat hij hem alleen
maar door kon laten, als hij hem een
vierde van de beloning gaf. „Het hangt
helemaal alleen van mij af," zei hij, „of
je toegelaten wordt bij den hertog of
dat je opgepakt wordt en in de gevan
genis wordt gestopt, want je hebt het
geweer natuurlijk gestolen!
Het boertje, dat lang niet zo dom was
als de soldaat dacht, deed net alsof hij
eerst na moest denken. Na een paar
minuten gaf hij toe en toen deed de
soldaat de poort open. Even later,
op de trap naar het kasteel kwam on
ze boer den schrijver van den hertog
tegen, die hem vroeg waar hij heen
ging. De boer vertelde hem waarom
hij gekomen was en zei, dat hij nu
naar den hertog moest.
„Wil jij naar den hertog?" vroeg do
schrijver. „Daar wordt je heus niet zo
maar toe gelaten!"
„Maar meneer", antwoordde het boer
tje, „ik heb het geweer van do hertog
toch gevonden en krijg daarvoor 100
gulden of een andere beloning!"
„Al had -je het hele hertogdom ge
vonden, dan kreeg je nog niet zomaar
toegang! Maar ik zal je iets voorstellen,
want ik alleen kan zorgen, dat je wordt
toegelaten. Geeft mij een vierde deel
van je beloning, dan zal ik ervoor zor
gen, dat je direct bij den hertog mag
komen!"
„Dan moet ik wel toestemmen." zei
de boer.
Nu ging de schrijver met hem mee
naar boven naar de wachtkamer van
den hertog. Maar hier stond een kamer
dienaar, die zei, dat ze eerst moesten
vertellen, waarom ze kwamen, omdat
ze anders geen toegang kregen. Toen
vertelde de boer voor de derde maal,
wat hij kwam doen. De kamerdienaar
trok een heel ernstig gezicht en zei, dat
hij hem alleen bij den hertog kon toe
laten, als hij minstens de helft van
de beloning kreeg. Deze keer stemde de
boer onmiddellijk toe en nu werd hij
werkelijk bij den hertog toegelaten.
Deze was heel blij, dat hij zijn geweer
weer terug had en zei, dat de boer nu
maar moest zeggen, wat hij voor belo
ning wilde hebben. De boer scheen een
beetje verlegen te worden, maar toen
de vorst hem nog eens verzocht het toch
te zeggen, vroeg hij, of hij honderd stok
slagen mocht hebben!
Toen de hofherén, die aanwezig wa
ren. dat hoorden, begonnen ze luid to
lachen. Maar de hertog was stomver
baasd en keek het boertje van het
hoofd tot de voeten aan. Toen vroeg
hij of hij zijn wonderlijk verzoek nog
eens wilde herhalen. Dat deed de boer
direct..
„Teder zijn smaak", zei de hertog nu
en liet iemand roepen om den boer met
een zijn beloning te geven!
„Mag ik nog iets zeggen, doorluchtig©
hoogheid", zei de boer nu. „Ik krijR
namelijk helemaal niets van de Belo
ning. De soldaat, die beneden voor de
poort staat moest een kwart gedeelte
hebben, Uw schrijver wilde ook een
kwart hebben en Uw kamerdienaar in
de wachtkamer wilde minstens de helft
hebben, anders wilden ze me niet voor
bij laten gaan!"
Nu barstte de hertog in lachen uit,
liet de drie zondaren bij zich komen en
liet hen de „beloning" helemaal uitbe
talen! De arme mensen, die dachten,
dat ze zo slim waren geweest, wisten
niet wat hen overkwam. De soldaat en
de schrijver kregen ieder 25 stokslagen
en de kamerdienaar kreeg er 50. Daar
na liet de hertog nog 100 gulden uit
de schatkist halen en gaf die aan den
boer. Het hoeft niet gezegd te worden,
dat deze stralend van plezier weer ver
trok 1
toe, om haar hulp te vragen. Moeder
was eigenlijk wel een beetje boos, maar
ze dacht: ,,'t is feest hoor, laat maar, 'k
zal wel zien hoe die vlek eruit komt."
Annemie moest zolang een andere
jurk aantrekken. Zo werd het feest
weer verder gevierd.
Maar toen ze weer thuis waren, had
moeder de jurk meteen gewassen en ge
schuurd zodat zij haast helemaal bedor
ven was.
LEERGRAAG.
Elke jongen heeft wel eens gevist
Misschien niet met een hengel maar
dan toch wel met een schepnetje. Het
is ook een prettig werk om met een
schepnet langs een beek te lopen en
glinsterende kleine vissen op te halen.
Meestal zijn het maar heel kleine baars
jes. En wat is het dan leuk, als je eens
een grotere vis erin krijgt, wat toch ook
wel eens gebeurt. Natuurlijk vissen
jongens niet om vissen voor het eten te
vangen. Meestal gaan de baarsjes in
een aquarium of worden zelfs in de beek
teruggeworpen na een tijdje. Het is
toch ook alleen om het vissen zelf te
doen.
Dat. is bij groote mensen en eigenlijk
is vissen met een hengel een heel ge
mene sport. Het is nog niet zo heel
erg om vissen te vangen, maar als de
hengel dan uit hun keel is getrokken,
moet je ze ook meteen doodmaken.
Op dit plaatje zien jullie nu een vis,
die wel een beetje groter is dan de
baarsjes, die jullie met je schepnet
vangen! Het is een forel, die 90 c.m.
lang is! Hij is gevangen in de Schwarza
flusz in Stiermaken. Het beestje
weegt 11 kilo en is nu naar Wenen
gebracht waar hij door den hekenden
preparateur Piller verder behandeld
zal worden.
Korenbloem. Gelukkig heb ik
mij vergist, toen ik dacht, dat je mij
vergeten had. Heb je het zo druk ge
had? Je vader zal wel veel pijn gehad
hebben, is dat al wat minder. Heb je er
een babv-nicht bij gekregen, wat leuk.
Foto's van het Koninklijk Huis heb ik
wel uit de krant, maar jij bedoelt na
tuurlijk de originele foto's en daar kan
ik je niet aan helpen. Jammer Koren
bloem, ik hoop dat je weer trouw gaat
schrijven.
Old Death. Wat heb je een
prachtig wapen ontworpen neef, ik heb
het naar behoren bewonderd. Waarmee
heb je het zo druk? Met het vangen van
je rode broeders? Ik hoop dat je je
woord houdt, en mij weer geregeld blij.ft
schrijven.
Michael Strogoff. Hoe was
het rapport neef, is het meegevallen?
Wat werd er voor een voorstelling gege
ven in Zeist? Het is toch maar fijn zo'n
verjaardag van het Koninklijk Huis,
we vieren dan allemaal feest. Jammer,
dat je de vorige yveek de raadsels hebt
vergeten, je moet maar trouw meedoen,
dan win je vast wel eens een prijs,
Kippestaartje. De ruilhandel
is voor degenen, die een bepaald soort
bonnen sparen juist erg gemakkelijk,
want dan gaat het wat vlugger. Je hebt
mij een gezellige lange brief geschreven
Kippestaart. Wat leuk dat al je vrien
dinnen nu niet ons pieedoen. Ik ben er
blij mee, dat mijn familiekring zo groot
wordt. Die kopjes, zoals jij er een gekre
gen hebt, heb ik nog niet gezien. Het zal
wel mooi zijn.
Duikelaartje. Dan zal er zo
onder de les wel eens gebabbeld worden
met Kippestaart denk ik. Ik word bijna
jaloers als ik je hoor opnoemen wat jul
lie allemaal voor fijne vruchten in de
tuin hebben. Het is zo mooi, dat je nu
van de prachtige bloesem kunt genieten
en later kan je er nog heerlijk van eten.
Bij ons zingt er altijd een merel in de
tuin, hij zit dan op de hoogste punt van
het dak. Hij begint al heel vroeg 's mor
gens.
Blondje. Ik geloof, dat jij onze
hele familie kent, gezellig hé, kleine
blonde nicht? Wat zal jij tróts als een
pauw rondstappen, als je een uniform
aan hebt. Je houdt mij er wel van op
de hoogte, wanneer die heugelijke ge
beurtenis plaats vindt.
Portret tentreks.tertje.
Dat zusje van jou heeft een moeilijke
naam voor je uitgezocht hoor, maar
hij is in ieder geval niet algemeen. Je
schrijft al keurige briefjes nichtje, maar
je zit dan ook al in de tweede klas, dat
is vlug als je pas 7 jaar bent.
Oranje vlinder. De fout zat
niet in het raadsel nicht, maar in jouw
oplossing zoals je ziet. Nu heb ik het
toch maar goed gerekend, omdat, je
het ér ook van maken kunt, hoewel het
woord een beetje onzin is. Volgende
keer even langer nadenken Oranje vlin
der. Je bent precies twee jaar ouder en
zit twee klassen hoger dan je zusje, dat
komt mooi uit.
J u f f r 0 u w S n i p. Natuurlijk
verhevigde het mij, te horen, dat je naar
de H.B.S. gaat, hoewel het niet zo leuk
is, dat je dan weinig tijd meer voor
mij zult hebben. Gelukkig duurt het
nog even voor het September is. Wat
wil je worden Snip? Of heb je nog geen
bepaald doel. Je hebt zeker wel plezier
gemaakt met je nichtje. Hoe was het
cijfer voor Frans?
Viooltje. Het is eigenlijk wel
een beetje laat om je nog te feliciteren,
ik doe het toch maar, want ik wist het
niet eerder. Of had je het al eens ge
schreven? Je begrijpt dat ik wel eens
iets vergeet want ik heb tegenwoordig
zoveel familieleden. Wat heb je mooie
cadeaux gekregen, hoewel twee hand-
werkdozen wel wat te veel van het goe
de zijn. Handwerk je veel? Fijn dat je
grootouders ook van de partij waren.
Tarzan - Het was maar goed, dat
je briefje bij dat van Huismus was in
gesloten, anders zou ik niet eens ge
weten hebben van wie het was. Je had
er je naam niet onder gezet, Tarzan. In
ieder geval houd ik je aan je belofte dat
je me weer trouw zult schrijven. Je
hoort toch ook hij de. familie? Telkens
als er een familielid vergeet te schrij
ven. is er een leeg plekje in de kring,
dus opgepast!
Huismus. Ik denk dat je toch
een keer vergat de raadsels in te stu
ren, anders zou ik dat niet geschreven
hebben. Als je de oplossingen nu eens
een paar maal achter elkaar instuurt,
denk ik dat je wel eens een kansje hebt
op een prijs. Dus moed houden, Huis
mus. Ja. dat zou niet kwaad zijn, nicht,
als je ieder week-einde zo weinig huis
werk had. Op dit ogenblik schijnt dc
zon heerlijk, maar de. wind is koud
enfin, je kunt niet alles hebben, wel
Huismus?
Wipneusje. Je hebt het jezelf
veel moeilijker gemaakt dan nodig was
kleine nicht. Je hebt in het tweede raad
sel een letter er bij gemaakt, jammer zeg
het was bijna goed. Een volgende keei
goed kijken. Wipneus. Gelukkig heb ik
een heleboel geduld, dus vind ik hel
niet erg, een paar maanden op je ver
haal te moeten wachten.
Kangeroe Daar je natuurlijk
met Wipneus samen de raadsels hebt
opgelost, maakte je dezelfde fout. Het
zou ook wel heel erg zijn, als je altijd
zoveel pech zou hebben, jammer van
de schoen. Woensdagmiddag heb je je
toch niet verveeld, denk ik, want toen
was het prachtig weer.
Bruinoogje Jij hebt je vrije
middag dus goed en prettig besteed,
nicht. Deden zij moeilijke toeren? Gaat
het goed op school? Anne Bruinoog,
moest je Woensdagmiddag huiswerk
maken Ik hoop dat je mij de volgende
week wat meer te vertellen hebt.
Babbeltje Het was een hele ver
rassing, dat ik weer een brief van je
kreeg, ik denk dat ik dat aan je ziekte
te wijten heb. Hoe gaat. het er nu mee?
Ik zal je maar vast feliciteren met de
heugelijke dag. die je Maandag viert. Je
bent nu met recht de kinderschoenen
ontwassen.
Het is voor mij moeilijk te zeggen
welke richting je moet kiezen. Het lijkt
mij dat de huishoudelijke kant bij jou
nogal ontwikkeld is en voor een meisje
is die richting altijd aan te bevelen. Of
wil je doorstuderen? Fijn om nu al vast
de plannen voor de vacantie te kunnen
uitspinnen.
Bruinvis. Was de man van het
grasveld werkelijk vreselij.k streng, of
mocht je er toch op? Wat heb je alzo
gedaan Woensdagmiddag? Ik denk niet
dat je je verveeld hebt, want het was
prachtig weer.
Speelgraag. Een boerderij is
vooral in het voorjaar een ideaal oord.
Zelfs kleine biggetjes zijn leuk, als ze
groot zijn vinJen we ze niet zo aardig
of jij wel Speelgraag? Een hooiberg is
ook veel te gevaarlijk om in te spelen.
Bovendien is het er stoffig en stekelig,
dus heb je er heus niet veel aan gemist
P i n g u i n. Heb je viooltjes gekre
gen om in je tuin te planten, of om in
een vaasje te zetten? Je hebt een eigen
tuintje als ik mij goed herinner, of ben
ik in de war met een ander familielid?
Jij hebt een prettige middag gehad met
de verjaardag van de Prinses.
Leergraag. Zondagmorgen toen
jij mij schreef, regende het inderdaad
heel onpleizierig, maar op het ogenblik
schijnt de zon weer. Je oom trof het ze
ker niet, en dan zo'n grote fietstocht,
het zou mij niet lijken. Alzo is m'n
nicht Leergraag weer in het nieuw ge
stoken, zal je niet te ijdel worden? Och,
och wat was je druk de vorige week.
Zoals je ziet, heb ik deze week jouw
verhaal uitgezocht om er onze familie
leden van te laten genieten. Ik denk dat
onze neven het wel een echt. „meisjes-
verhaal" zullen vinden. Maar daar sto
ren we ons niet aan, wat jij Leergraag?
Opschep pert] e. Je hebt er ge
lukkig nog juist op tijd aan gedacht,
nichtje, ik ben blij dat ik toch nog iets
van je hoorde. Wat heb jij toch leuk
postpapier, deze week stond er een mooi
prinsesje op met een wijde, wapperende
cape. Volgende week heb je misschien
wel meer te vertellen Opscheppertje.
Babbel kousje. Dat is al een
heel goed voornemen want met geduld
bereik je heel veel kleine, wijze nicht.
Jong geleerd is oud gedaan, dat spreek
woord is heel waar. Als ze ook eenmaal
bloeit, zal je er pleizier van hebben,
want dan is ze prachtig. Vroeger deed
ik het veel, maar ik denk dat jij me nu
wel de haas zult zijn in dammen, want
ik heb het heel lang niet gedaan. Tot
volgende week babbelkous.
Houtvester In Voorthuizen
kunnen ze nog al eens op je rekenen.
Het zal Maandag niet meegevallen zijn.
het heeft hier tenminste de hele dag
door geregend. Toch is het ook wel eens
leuk om met zulk weer te fietsen, de
natuur is dan weer heel anders, dan
met zonneschijn en het ruikt dan zo
heerlijk naar het jonge groen. Zoals je
ziet klopt het tweede raadsel niet, jam
mer. Aan Droste-bonnen kan ik je nog
niet helpen, maar over Patria-bonnen
heb je niet ie klagen, Houtvester.
Storm vogeltje Ben jij Viool-
tje's vriendinnetje? Zij heeft, geen broer
tjes en zusjes, dus zal zij bet. wel prettig
vinden een gezellig klassegenootje te
hebben. Ik voel mij absoluut niet een
zaam, klein nichtje, hoe zou dat kunnen
met zo'n grote familie, waarvan ik iede
re week weer brieven krijg. Ik eet lieus
heel erg lekker, dacht je van niet,
Stormvogel? Toch is het prettig, dat je
er zoveel belang in stelt. Verder heb ik
het heel erg druk en ik houd van alle
mooie en goede dingen, nu weet je het
een en ander van mij.
N' u f j e. Het weerbericht was nog
niet zo mis geraden. De zon scheen iii
ieder geval en daarom heb jij natuurlijk
fijn buiten gespeeld. Wat heb je alle
maal gedaan, dat zou je mij de volgen
de week eens mooi kunnen vertellen,
want je klaagt er over, dat je zo weinig
weet te schrijven. Jij hebt het tweede
raadsel ook al verkeerd geraden, nu, je
hebt ze meestal wel goed. dus je mag
toch niet mopperen.
Jan Fluit Postzegels zijn altijd
welkom, dat. is dan het antwoord op je
vraag. Ik kom er deze week wel heel
erg zuinig af, Jan Fluit, hebben de
avonturen je in de steek gelaten? Ik
denk toch heus, dat er nog wel eens iets
gebeurd, wat het schrijven waard is.
Peins eens goed, neef. Hoe staat het met
de raadsels?
Molleboon Dit antwoord is
eigenlijk bestemd voor je zusje, dat was
buitengewoon fideel van haar om jouw
raadsels nog vlug even in te zenden.
Houdt haar in ere neef. Ze schreef mij
het een en ander over je drukke bezig
heden. Voor haar is het een geheim,
waaraan jij bezig bent met figuurzagen,
maar ik weet het nog wel, wij mannen
vertrouwen elkaar, wat zeg jij daarop
Molleboon. Groet zusje molleboon harte
lijk van mij.
Zonnekind. Bijna al mijn neven
en nichten zijn op dat Oranje feest ge
weest. 't was geloof ik erg leuk. Hoe
die goochelaars al die kunstjes klaar
spelen begrijp je niet, ze zijn geweldig
vlug. Dat snortfondsenbad is voor m'n
familieleden die graag zwemmen een
ware uitkomst Het. zal nu niet lang
meer duren, of we zwemmen in de bui
tenlucht.
Boefje. Wat je mij daar schreef
over je onderwater zwemprestatie deed
mij verstijven van schrik Dat is toch
niet goed Boef, alle overdrijving is scha-
„Zullen we gauw nog even een potje
knikkeren?"
delijk, dus in het vervolg wat voorzich
tiger zijn, anders leef ik doorlopend in
angst over je. Nu zal je misschien twij
felachtig je bol schudden, maar geloof
me nicht. Heel erg leuke dingen ge
beuren altijd onverwacht, dus als je
iedere morgen denkt, vandaag kon het
wel eens zijn, heb je de hele dag een
verwachtingsvol gevoel. Je mag jezelf
heus wel een beetje voor de gek houden.
Alvata. Je maakt mij werkelijk
nieuwsgierig naar het verhaak maar je
moet er wel rekening mee houden, dat
het merendeel van onze familieleden
nog heel jong is. Je hebt mij geen bon
nen terug gestuurd. .Te moet mij nu én
dan maar even een seintje geven, dan
kan ik wat voor je klaar leggen, ont
houden kan ik dat niet allemaal, daar
voor heb ik te veel aan m'n hoofd. Dus
afgesproken neef.
DE OPLOSSINGEN
I. Het eerste raadsel luidt „Lang
leve onze familie" met de woorden: laf,
el, vlo, zeil, lief, lam, log, Lien, en.
II. De bomen pronken in „Lente*
tooi" met de woorden: en, nok, tent,
Evert, toon, ons, os.
Vrouwe Fortuna keek voorzichtig naar
Opscheppertje en knikte toen ten teken,
dat zij Maandagmiddag de prijs mag
komen halen.
DE RAADSELS
xxxxxxxxxxx
Op de kruislijnen komt de naam van
een familielid.
1 de naam.
2 een soort étalage.
3 is elke nicht van onze stad.
4 een lekker koekje.
5 het blad van een loofboomsoort.
6 de naam van een Fransen koning.
7 rivier in Noord-Holland.
8 ander woord voor immer.
9 eenchocolade.
10 een jongensnaam.
11 toestemmend woord.
12 een medeklinker.
II.
In de eerste vakjes komt onder elkaar
iets te staan, dat elk mens heeft, zon
der dat kan hij niet leven.
1 Zo vlug als een
2 was de eerste mens.
3 een jongensnaam.
4 een plaats in Gelderland.
RUILHANDEL
Een onbekende danken wij voor
de gezonden bonnen en postzegels.
Mevrouw K. danken wij eveneens.
Johann Strauss. Sunlight- -on
Boekenbonnen liggen klaar.
Korenblo em vraagt Ar lisbonnen.
Michael Strogoff waarschijn
lijk heb ik voor jou. wat Korenbloem
ook vraagt.
M e v r. P. ik denk dat ik U nog wel
aan Verkade- en Droste-bonnen zal kun
nen helpen.
Kangeroe kan op postzegels van
Nederland en Koloniën rekenen.
Bruinoogje vraagt Drostebonnen.
Bruinvis voor jou zijn er Paula-
bonnen.
Speelgraag en voor jou oude- cn
nieuwe boekenbonnen.
P i n g u i n kan op postzegels rekenen
Leergraag spaart Radionbon-
nen.
Houtvester help ik aan Patria-
bonnen.
Nufje vraagt van Nelle-merken.
Jan Fluit houdt zich aan Ariis-
bonnen.
Boefje krijgt Boeken- of Droste-
bonnen.
Alvata haalt boekenbonnen.
Maandagmiddag na 3 uur zijn Jullie
welkom.
Hartelijk gegroet.
OOM BOB.