Praten en luisteren
in Danzig
Hertog van Windsor breekt
vrijwillig stilzwijgen
Danzig's
eeuwenoude
schoonheid
vj
Er is geen land ter wereld, welks volk
een oorlog wenscht
Beroep op de
politieke
leiders
Spanje uit den
Volkenbond
VOLGDE
BLAUWE AUTO
R. A. J. WALLING
HAVANK
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 9 MEI 1939
Hoe de Vrije Stad reageerde op Beck's rede
Van onzen specialen
verslaggever)
DANZIG7 Mei.
BEGRIJPELIJK als de Duit-
sche wensch naar een verbin
dingsweg tusschen het Duitsche
Rijk en Oost Pruisen ook moge
zijn, wij denken er niet aanzoo
verklaren de Polen thans, op den
Dultschen wensch naar een ex-
territorialen weg in te gaan. De
bedoeling van de Duitschers is
duidelijk, zoo meenen de Polen:
men wil ons afsnijden van de
Oostzee. Wij moeten over der»
gevraagden weg de controle be
houdenen wat Danzig betreft:
wij willen garanties, waarop wij
ons kunnen verlaten, en dan wil
len wij praten
SPREKEND met Polen zoowel als met
Duitschers rloet men merkwaardige
ontdekkingen. Zoo bleek mij nog
eens weer welk een oppervlakkigen in
druk Duitschers. die niet in het Rijk
leven, soms hebben van den toestand
aldaar. Hoort men dergelijke lieden spre
ken, dan is het daarginder een paradijs
en is het in Polen een hei moet men
hen gelooven dan worden de Duitsche
minderheden zoo ongeveer „am Iaufen-
den Band" mishandeld en gemaltrai
teerd. Spreekt men daarentegen met
Polen dan is het net precies andersom.
Natuurlijk zijn er gevallen van mis
handeling, maar bij mishandelen zijn er
nog altijd minstens twee noodie en nu
is het maar de vraag: hoe ie dat allee
aan den gang" gekomen?' Wie is begon
nen? Heeft degeen, die de eerste tik ge
kregen heeft, zich oogenblikkelijk uit de
voeten gemaakt of heeft hij teruggesla
gen? Is het ook niet mogelijk dat de
eerste tik gegeven is door hem. die in
de benauwdheid zat, en zich tijdig het
spreekwoord herinnerde dat bet zaliger
is te geven dan te ontvangen? Men mag
dezo verhalen over mishandelingen ook
niet al te tragisch opnemen.
F.en man met wion ik sprak een
brave, rustige luirger schold naar har
telust op iederen journalist die geen
Puitscher was. Toen ik hem vroeg welke
kranten hij dan wel allemaal tas om dat
zoo precies te kunnen weten, luidde zijn
antwoord: „Natuurlijk Duitsche wat
daarin staat is waar en nou kan Beek
zeggen, wat hij wil, voor ons geldt en
kel en alleen het woord van Hitier Wal
die heeft gezegd dat is zoo dnrnn
gibt's nlchts zu rfitteln. En wat doet U
eigenlijk?" „De mooie huizen bekij
ken." zei ik, en bracht het gesprek op
architectonisch terrein.
Het is tenslotte altijd weer de ma
nierwaarop men iets doet, iets zegt
of iets schrijft
DER Danziger Vorposten het amb
telijke orgaan van de NSDAP
Gau Danzig (dragende op het
titelblad op een zwarte streep tusschen
twee Hakenkruisteekens de zinrijke zin:
„Zuruck zum Reich Gegen vertragïi-
cho Willkür") noemt Beck's rede
eigenlijk overbodig, omdat Beek stil
stond bij de bereids door Polen afgewe
zen Duitécho eischen; het blad consta
teert dat men niets is opgeschoten. Zoo
schrijft het blad: „Was Beek erzahlte
war nicht viel." D a t is volkomen juist
en daarin schuilt juist mijns inziens
tenminste de kracht van deze de deur
openhoudende rede men is in liet
Derde Rijk wel heel erg met lange rede
voeringen verwend en vergeet wel eens
dat het hem in de lengte niet zit.
Hoe reageerde men hier nu op deze
rede die met zon ontzettend veel .tam
tam" door verschillende organen was
nangekondigd? Ik heb gelijk gehad toen
ik voorspelde dat ook hier de soep wel
Tiiet zoo brandend heet zou worden ge
geten als zij ter tafel seheen te zullen
komen: het is in Danzig volkomen
rustig gebleven. Wanneer ik zoo op
straat en in vers'ehiliende lokalen mijn
nor te luisteren leg. hoor ik niols bijzon
ders. Duitsrhland weet dat het niet te
doen hoeft met een volk dat bij voor-
haat in ziïn schulp kruipt en dat den
moed heeft np bepaalde van zijn
standpunt bekeken vitale-- punten
„neen" te zeggen. Wie zich een beeld
van den toestand wil maken, herinncre
zich de hier door mij geboorde expres
sie: „Wij zijn geen Tsjechen!" Dat zegt
genoeg.
Zoo kwam ik met epn paar menschen
in gesprek een. jonge en eon oudere
Duitsciier Zij zeiden niet altevccl,
maar de jongere meende er mij dan toch
op te moeten wijzen.— en ik zou.goed
en verstandig doen dat tP schrijven ook!
dat Danzig ,.so wie so" tot het Dor
de Rijk terug zou koeren. Legaal of niet
legaal was zijn conclusie, maar lerug
komt lipt. „Op welke manier stel je je
die teruckepr voor?" informeerde ik
Daarop kon hij mij helaas nog geen ant
woord geven als ik hier nog pen tijd
je bleef dan zou ik het misschien zelf
wel zien. Maar terug goedschiks of
kwaadschiks
Toen sprak ik met den oudere, die
het gesprek met zijn jongen metgezel
aandachtig en meer dan eens met. een
licht hoofdschudden had aangehoord.
Deze was minder zeker van dien terug
keer. Ilij had den oorlog meegemaakt,
een. tijdiang in bet Poolsche leger ge
diend en schilderde, mij dit leger als
niet minder dan het Duitsche.Zijn
eenigo hoop was, dat. dit alles nog langs
banen van kalm onderhandelen in orde
zou komen.
Het wil mij echter voorkomen, dat de
gedachte aan een oorlog eer toe dan af
neemt, al spreekt niemand het duide
lijk uit. Duitschland zoo zette de
oudere man het mij in een redeneering,
waar geen speld tuschen te krijgen was,
uiteen Duitschland zal tenslotte een
deel, en geen al te klein deel, van zijn
eischen moeten laten vallen, en het ie*
de groote vraag kan de Duitsche regee
ring dat momcntepl nog? De Polen, zoo
verklaarde hij zeer nadrukkelijk, zijn
bereid zon nnodig de wapens op te ne
men daar valt niet aan te tornen.
En met welke Polen men ook spreekt
altijd weer zal men merken, dat het
hun vnsto overtuiging is dat het Derde
Rijk niets anders beoogt dan Polen van
de Oostzee terug te dringen
DIT gesprek speelde zich af in een
van de vele wondermooie „Wein-
stuben", die deze architectonisch
zoo prachtige stad bevat, een stad
waarin het daarom zoo loonend dwa
len is, omdat zij den beschouwer terug
voert naar tijden van heel wat minder
nervositeit en dreiging van angst en be
klemming als waarin wij heden ten
dage leven. Ziet deze wondermooie hui
zen deze smalte huizen uit de vijt-
tiende, zestiende en zeventiende eeuw.,
ziet de groengeverfde deuren met de
helder gepoetste kloppers sta ecp
oogenblik stil voor deze fijn gekartelde
geveltjes, overvloedig met gouden tire-
lantijncn versierd, werp een bescheiden
blik door die smalle vensters met klei
ne ruitjes waarachter de eleetrische
lamp zoo allermerkwaardigst aandoet.
Hier vermoedt gij geen modern geklee-
dc dampt- achter een bridgetafel, hier
schiet gij in een ongeloovigen lach wan
neer gij er u rekenschap van geeft dat
daar waar de tijd schijnt te zijn
blijven stilstaan radiomuziek weer
klinkt veeleer ziet uw blik statige
dames in crinolinerokken gehuld, rus
tige, bedaarde vrouwen met handwerk
jes en op de tafel een ouderwetsche
speeldoor als waarvan ons de Camera
Obscura weet te vertellen
Niet anders is het met een prachtig
oude poort, waaronderdoor de Poolsche
koningen plachten te rijden om de hul
de hunner onderdanen in ontvangst te
nemen. Beter dan het bruin van het"
„EhrenkleiT' der S.A.-mannen zou hier
het met goud bestikte fluweel van hoog
te paard rijdende ridders passen. Uit
deze honderden jaren oude poort perst
zich de eleetrische tram, het is een
poort die niet meer dan twaalf meter
breed is en die mij. onkundige op bouw
kundig gebied, een mengeling schijnt
van romaansche en renaissance-stijl.
Boven ontwaar ik vier boogramen en
tegen den gevel staun vier pilaren als
geplakt, 6chaat'6chelijk met goud ver
sierd en over den gevel heen staat op
den blauwen ondergrond een spreuk
die ons in het Latijn leert, dat één
dracht kleine stalen groot maakt, twee
dracht daarentegen de groote uiteen
vallen doet. Het Poolsche wapen op een
rood veld en goudomkranst prijkt er
boven.
Men doet veel om deze mooie gebou
wen te onderhouden en de laatste ja
ren is er heel wat gerestaureerd wat
anders iecr waarschijnlijk ten onder
gang zou zijn gedoemd. Niet anders is
dat het geval bij de imposante Marien-
kirche de trots van Danzig een
geweldige gothische „Gottesburg" die
in 1500 voltooid werd. Hier zien wij een
zeldzaam interessant schilderij van een
Nederlandschen meester het Laatste
Oordeel voorstellend wondermooi
zijn de kleuren bewaard op kinder
lijke. wijze heeft men hier voorgesteld
hoe de straf de boozen, de belooning
van het ingaan in den Hernel den bra
ven wacht.
Ik stond er gisteravond voor met een
ouden Danziger en als een wondermil-
de streeling vloeide het maanlicht over
het eeuwenoude gesteente. Hij vertelde
mij de geschiedenis van het bouwwerk
en besloot zijn verhaal met het volgen
de, zoo wonderwel passend op hetgeen
wij thans in Danzig doorleven:
„Die Glocken r.ufen. Sie halten in
Kampf und Schlacht
In dem steinernen Turm von Sankt
Marien ewige Wacht.
Sie war ten auf ihre Stunde zu der
Gott, selber. 6ie lauten wird und
Den Tag der Erlösung verkündet mit
ehernem Muud
„W.ant zoo besloot de oude man
zijn historische uiteenzetting die dag
der verlossing zal komen. Reken daar
op."
„Hoe en wanneer?" vroeg ik.
„Darüber wollen wir lieber nicht
reden", luidde het antwoord
SCHADUWEN AAN
DE KUST
T~\E avonturen van het feuil-
Uleton Volg de blauwe
auto" zijn ten einde en mor
gen zal het nieuwe van deze
reeks verschijnen.
De titel daarvan is:
„SCHADUWEN AAN DE
KUST".
Het is ook weer ontleend
aan het werk van een der En-
gelsche schrijvers, die dit
genre het beste beheerschen,
namelijk
J. Jefferson F ar je om
KINDERHOEKJE
87. „Denk er voorul om Groènjus. niet door de deur. maar
door het luik" zoouls de roover gezegd heeft." waarschuwt
Pam. Niet zoodra hebben ze echter het luik. geopend, of een
luid gerinkel van bellen wordt gehoord.
I. Het is het noodsein voor de roovers dat er onraad is
in de schatkamer. Van alle kant komen zij aanloopen.
VERDUN, 8 Mei (Reuter). De Her
tog van Windsor heeft hedenavond van
hieruit een radiorede gehouden tot de
Vereenigde Staten, waarin hij o.m.
zeide:
Ik spreek voor niemand dan mij
zelf en zonder Voorkennis van eeni-
ge regeering. Ik spreek alleen
maar als soldaat uit den laatsten
oorlog, wiens vurigste bede is, dat
zulk een wreede en vernietigende
waanzin zich nooit meer van de
menschheid meester zal maken. Ik
verbreek mijn vrijwillig stilzwijgen
thans alleen in verband met het
duidelijk aanwezige gevaar, dat wij
allen nader kunnen komen tot- een
herhaling van de gruwelijke gebeur
tenissen, die zich een kwart èeu\y
geleden hebben voorgedaan.
De ernstige spanningen in den tijd,
waarin wij leven, dwingen mij, mijn
stem te verheffen om uiting te geven
aan het algemeen verlangen, verlost te
worden van de vrees, waarin wij leven
en terug te keeren tot normale om
standigheden.
Ik kan mij niet beroepen op bijzon
dere staatsmankennis, doch ik heb het
groote geluk gehad de wereld te be
reizen en zoodoende de menschelijke na
tuur te kunnen bestudeeren. Deze waar
devolle ervaring heeft bij mij de diepe
overtuiging gewekt, dat er geen land
is, welks volk oorlog wenscht. jk ge
loof. dat dit geldt voor de Duitsche
natie, zoowel als voor de Britsche na
tie, waartoe ik behoor, en de Fransche
natie, op wier grond ik thans woon.
De vraagstukken, die ons op dit
oogenblik bezig houden, zijn slechts
de weerspiegeling op grooter schaal
van de afgunst en achterdocht van
het alledaagsche leven. In ons per
soonlijk contact streven wij er allen
naar, in harmonie met onze mede-
menschen te leven, anders zou de
moderne beschaving nooit ontstaan
kunnen zijn. Gaan wij thans die be
schouwing verwoesten, door inter-
De Hertog van Windsor
nationaal niet te doen, wat jvij in
dividueel geleerd hebben wel te
doen?
Na gewezen te hebben op het ontmoe
digende van alle schadelijke propagan
da en zijn leedwezen te hebben uitge
sproken over het gebruik van woorden
als omsingeling, en agressie, vervolgde
de Hertog, dat in broederen geest dan
van zuiver persoonlijke of nationale
belangen naar vrede moet worden ge
streefd. De staatslieden, die zich tot
taak gesteld hebben de internationale
veiligheid en het vertrouwen te her
stellen, moeten handelen als goede we
reldburgers en het nut voor hun eigen
naties moet worden gevonden door het
nut van de wijdere gemeenschap, waar
toe wij allen behooren.
Uit naam van hen, die in den
laatsten oorlog vielen, doe ik een
dringend beroep op alle politieke
leiders, zich vastberaden van deze
taak te kwijten. Ik doe een beroep j
op hen uit naam van de levenden,
wier bestaan en geluk in hun han
den is en ik doe in het bijzonder
een beroep op hen uit naam van de
hedendaagsche jeugd, met al haar
onschatbare mogelijkheden vaji toe
komstig nut voor de menschheid.
Het grootere succes, dat een regee
ring voor haar eigen nationale po
litiek zou kunnen behalen, zou niets
zijn in vergelijking met den triomf
van te hebben bijgedragen tot red
ding van de menschheid van het
verschrikkelijke Jot, dat haar thans
bedreigt.
BURGOS, 8 Mei (Havas). Officieel
wordt medegedeeld, dat Jordana den
secretaris-generaal van den Volkenbond
het volgende telegram heeft gezonden:
Ik heb namens de Spaansche re
geering de eer u te berichten dat
Spanje door dit telegram mededeelt
uit den Volkenbond te treden, over
eenkomstig par. 3 van het eerste
artikel van het pact.
w.g. JORDANA
MANOEUVRES IN ITALIË
ROME, 8 Mei. (Stefani). In tegen
woordigheid van den Koning, den duce,
generaal von Brauchitsch. talrijke mili
taire attaches en Itaüaansche opper-
offieieren zijn vanochtend bij Bracciano
in de omgeving van Rome manoeuvres
gehouden, waaraan werd deelgenomen
door artillerie, mortieren, mitrailleurs
en vlammenwerpers. Het doel van de
oefening was aan te toonen, dat de Ita-
liaansche infanterie, welke in contact
komt met den vijand, op het oogenblik
dat geen steun van de artillerie meer
wordt ontvangen, met eigen middelen
kan aanvallen.
LAGERHUIS NEEMT DIENST
PLICHTWET AAN
LONDEN, 8 Mei (Reuter). In
het Lagerhuis is. de wet inzake de
militaire opleiding in tweede lezing
zonder hoofdelijke stemming aan-
genom nadat het door de arbei
derspartij ingediende amendement
met 387 tegen 145 stemmen was ver
worpen. Minister I-Iore Bclisha sloot
het debat namens de regeering.
DUITSCHE VLOOTMANOEUVRES
IN HET SKAGERAK
KOPENHAGEN, 8 Mei (Reuter).
Voor het eerst sedert den Wereldoorlog
houdt de Duitsche vloot manoeuvrès in
het Skagerak voor Jutland. Hieraan
wordt dcelgenojnen door 32 oorlogsbo
dems van verschillend type, alsmede
door de luchtmacht.
DE OPZEGGING VAN HET VLOOT-
VERDRAG
LONDEN, 8 Mei. (Reuter). In ant
woord op een vraag in het Lagerhuis
heeft Chamberlain verklaard, dat de
regeering den toestand bestudeert, die
is ontstaan door de opzegging van het
vlootverdrag door Duitschland. De Duit
sche regeering zal een mcdedceling wor
den gedaan. Duitschland, aldus de pre
mier, heeft de Britsche regeering vóór
de opzegging niet geraadpleegd.
OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN
FEUILLETON
Follow the blue car
Nederlandsche
vertaling
54
II
(Mr. Tolefree aan Mr. Trinnery).
Hotel St. Francis,
San Francisco. Cal.
15 November
Beste Trinnery,
Farrar en ik ontvingen heden je
brief toen wij. na oen langen tocht
door het Zuid Westen, in deze verruk
kelijke stad aankwamen. Wij brachten
natuurlijk een bezoek aan het kleine
rond point bij El Tovar, en terwijl wo
daar stonden en in het vijftienhon
derd meter diepe ravijn van de Grand
Canvon blikten, betreurden we het Bill
Bennetts niet te hebben meegebracht
in het tegenovergestelde geval zou
den we hem een zetje over den rand
hebben kunnen geven, en hem daar
heen sturen waar Cramb zich op het
oogenblik bevindt... waar het dan
ook is. Vijf jaar slechts. Ik vraag me
af of de edelachtbare heeren rechters
hebben zitten slapen? Hij had een jaar
verdient voor elk uur dat hij Jane Up-
field in dat krot gevangen hield.
Farrar en jij hebben op mij voor dat
jullie dit land min of meer kent. Far
rar heeft een heelen tijd in Broadway
rondgezworven, links en rechts handen
schuddend met Amerikaanscho colle
ga's, of ter afwisseling liften binnen
stormend om ergens bij de wolken uit
te komen en dat alles met een ge
makkelijkheid of hij zijn heele leven
niets anders heeft gedaan.
Zooals je terecht opmerkt dient dit
Bagdad van het Westen den beroerden
nasmnak van het drama te doen ver
dwijnen, maar ik geloof dat het even
lastig is kwijt tc raken als den onaan-
genamen geur van een civet-kat. Ik zou
eerder geneigd zijn Cramb den moord
op Harley te vergeven dan zijn lafhar-
tipen streek jegens Peter Hurst of zijn
behandeling van Jane ik had bijna
gezegd zijn vaderlijke behandeling, zij
kan zich echter gelukkig prijzen geen
bloedverwante van hem te zijn en ik
veronderstel, liever gezegd ik weet ze
ker, dat zijn verscheiden haar niet al
te zeer ontroerde, want ik wed dat zij
nooit bijzonder op hem gesteld was: je
hebt natuurlijk opgemerkt dat zij nooit
anders dan zeer vomielijk over „Ma
joor Cramb" sprak?
Ik was- er geheel op voorbereid te ver
nemen dat jij de. eerste was geweest die
tegen Cramb achterdocht opvatte; doch
in mijn voordeel pleit het volgende: ik
had nog geen vijf minuten in zijn te
genwoordigheid verkeerd of ik was van
zijn schuld overtuigd geraakt. Zoonis je
weet had ik het voordeel hem te zien
onmiddellijk nadat hij zijn gruweldaad
had volbracht, en vooraleer hij wist wie
ik was.
Zoodra ik besefte dat er een moord
had plaats gevonden, voelde ik mij te
gen wil en dank genoopt zorgvuldig te
letten op de gezichten van allen die
zich in de hal bevonden, speurend naar
een trek die den schuldige zou verra
den.
Peter Hurst? dat opgewonden, drif
tige ventje? in geen geval! Het meis
je? Al evenmin. Leybrook? lichtelijk
verward, achterdochtig, en mogelijk iets
naders wetend of gissend; ik was niet
zoo zeker van onzen Leybrook. Trin
nery? kennelijk verstijfd van schrik.
Maar Cramb? do man met een doo-
dclijk geheim achter zijn masker,-met
verscheurde zenuwen, wanhopig zoe
kend naar een uitweg dien hij tenslotte
vindt. Dat. was het duivelachtige,het
onvergeellijke de manier waarop hij
een anJer met de schuld trachtte te be
laden.
Zooals je je herinnert, bleek tijdens
het proces uit de verklaring van Hurst
dat Cramb getracht had hem te overre
den do wijk te nemen, zoodat zijn ver
loofde de schande zou worden bespaard.
Indien Hurst daaraan gevolg had gege
ven, inplaats van zijn eigen zin te vol
gen en in de buurt Ie blijven teneinde
zoo noodig het meisje te hulp te kun
nen komen, zouden we voor een vrijwel
onoplosbare vraag hebben gestaan:
moord of zelfmoord, doch Hurst zou den
kwaden schijn tegen zich hebben ge
had. Dat was evenwel nog het ergste
niet. Het was eenvoudig duivelachtig
van Cramb die revolver bij het lijk neer
te leggen. Je verlangt te weten hoe ik
het oploste; het vraagt geen oplossing.
Hij deed het met koel overleg. Ook al
wist hij misschien niet dat de initialen
van Hurst op het wapen stonden, kon
hij toch verwachten dat de politie zou
ontdekken aan wien de revolver toebe
hoorde. En mijnheer, deponeerde het
wapen daar om zoo te zeggen vlak on
der onzen neus.
Hier heb je mijn antwoord op je
vraag: toen ik het licht van mijn zak
lantaarn onder de tafel liet schijnen
was er'geen revolver te zien. Daar ben
ik absoluut zeker van. Je herinnert je
dat hij en jij en Leybrook achter de ta
fel kropen om een blik te werpen op
Harley. Cramb knielde naast hem neer.
Die gelegenheid moet hij benut hebben,
want toen ik de plek in oogenschouw
nam, kort nadat Cramb met het meisje
naar hoven was gegaan, lag de revolver
op den grond.
Zoo'n schavuit! Stel je dien schurk
voor, onmiddellijk nadat hij Harley
heeft neergeschoten: hij rent op de
deur toe, herinnert zich dan dat hij in
kamerjapon is-, snelt naar dat kantoor
tje terug, stopt het geld in de brandkast,
verbergt de leege tasch in de hal waar
Peter nog steeds in het donker rond-
stommelt; hij zoekt een uitweg de
trap is te gevaarlijk, hij bereikt zijn
kamer via het deurtje dat naar de keu
ken voert, ontkleedt zich, herinnert zich
de revolver die hij vermoedelijk in zijn
zak heeft gestoken, vraagt zich af wat
met het wapen aan te vangen, hoopt
het beneden wel ergens kwijt te kunnen
raken. En denk je even in, Trinnery!
in de hal treft hij ons aan, dat. over
rompelt hem, en terwijl hij mij staat
uit te schelden, zint hij op een plan
verwerkelijkt het een oogenblik later!
Als ik op dat moment zeker was ge
weest van Leybrook, zou ik Cramb on
middellijk mijn beschuldiging voor de
voeten hebben geworpen. Misschien had
ik aldus behooren te doen. In dat geval
zou ik Janc de gruwelijke'ervaring ia
dat krot van Ratcliff bespaard hebben,,
en Peter Hurst de helsche foltering van
te moeten kiezen tusschen twee alterna
tieven: óf zichzelf beschuldigen van
moord, óf zijn verloofde het leed aan
doen haar vader beschuldigd te zien.
Ik troost me echter met de gedachte
dat Cramb van het oogenblik waarop
hij dien Zondag Pitwav House verliet,
geen voet meer kon verzetten zonder
dat ik het wist. Hij werd voortdurend
geschaduwd. Die maatregel was onver
mijdelijk, Trinnery, omdat hij wist
dat ik hem doorzien had.
Zijn poging om mij naar Pitwav House
te lokken, nadat Jan verdwenen was,
versterkte mij in die meening. Doch of
hij voorwendde dat dringende bezighe
den hem naar Paybury riepen, of dat
hij in een Londensche achterbuurt ver
dween, of dat hij over schuttingen klau
terde, of zijn toevlucht nam tot luxu
euze hotels in het West End, hij werd
overal en voortdurend op de hielen ge
volgd. Murdoch is een uitstekende vent,
cn hij had gegronde reden om Peter.
Ilurst te verdenken. Het vinden van de
aan Hurst toebehoorende revolver was
leveel voor hem. Hij weigerde te geloo
ven dat ik goed gezien had toen ik on
wrikbaar volhield dat de revolver er
aanvankelijk niet geweest was; beweer
de dat ik me vergist moest hebben.
In tegenwoordigheid van groote hanzen
schijnt hij aan een minderwaardigheids
complex te Jijden, andere had hij Cramb
wel in hechtenis genomen, toon ik hem
meedeelde in welk hotel dat heerschap
zich bevond. Had hij mijn raad maar
opgevolgd, dan zou Cramb gehangen
zijn, inplaats van zichzelf te executee-
rcn. Enfin, het is gebeurd.
Voor mijn vertrek had ik geen gele
genheid meer Leybrook behoorlijk mijn
verontschuldigingen aan te bieden voor
de verdenking die ik tijdelijk jegens
hem koesterde. De manier waarop hij
en Miss- Bellairs Peter Hurst veilig
trachtten te stellen kunnen we als een
goede les In loyaliteit beschouwen. IK
had zijn eerlijke bedoelingen moeten
doorzien toen ik jullie gesprek in de
belvedère afluisterde. Hij verklaarde
immers dat hij niet door eigenbelang
gedreven werd. Niettemin speelden die
twee hoog spel! Leybrook had het com
plot onmiddellijk door, zoodra ik hem
met de feiten op de hoogte had ge
bracht.
Je karakterschets van Cramb bevalt
me buitengewoon de geboren egoïst,
wiens ellendige zelfzucht hem tenslotte
van kwaad tot erger, van lijdelijke tot
daadwerkelijke oneerlijkheid drijft, en
tenslotte tot geweldpleging en moord.
Ken voorbeeld van een bepaald soort
lieden. Gelukkig zijn er slechts weini
gen die voor een dilemma als het zijne
gesteld worden; anders zouden er nog
meer Crambs zijn, en niet weinig.
Farrar en ik steken morgen naar. Ber
keley over. Eén der professoren van de
„University of California" heeft enkele
merkwaardige geschriften over. Volun
taristisch Phenomenalisme het licht
doen zien. Vertel Leybrook dat we na
zijn wittebroodsweken onze discussie
zullen voortzetten.
1-Iet weer is hier verrukkelijk, doch
niemand let er meer op, aangezien het
alle dagen zoo is.
Vanmiddag in een winkel op de
Grant Avenue, zei een Chinees tegen
Farrar, die enkele inkoopen gedaan
had: „Wenscht Uwe Excellentie dit ne
derig pakje mee te nemen, of zal ik het
in uw honorabel hotel laten bezorgen?"
Een oogenblik dacht ik dat ik Winsey
hoorde spreken.
Met beste groeten,
PHILIP TOLEFREE.
EINDE.