Praten en luisteren in Danzig Hertog van Windsor breekt vrijwillig stilzwijgen Danzig's eeuwenoude schoonheid vj Er is geen land ter wereld, welks volk een oorlog wenscht Beroep op de politieke leiders Spanje uit den Volkenbond VOLGDE BLAUWE AUTO R. A. J. WALLING HAVANK Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD DINSDAG 9 MEI 1939 Hoe de Vrije Stad reageerde op Beck's rede Van onzen specialen verslaggever) DANZIG7 Mei. BEGRIJPELIJK als de Duit- sche wensch naar een verbin dingsweg tusschen het Duitsche Rijk en Oost Pruisen ook moge zijn, wij denken er niet aanzoo verklaren de Polen thans, op den Dultschen wensch naar een ex- territorialen weg in te gaan. De bedoeling van de Duitschers is duidelijk, zoo meenen de Polen: men wil ons afsnijden van de Oostzee. Wij moeten over der» gevraagden weg de controle be houdenen wat Danzig betreft: wij willen garanties, waarop wij ons kunnen verlaten, en dan wil len wij praten SPREKEND met Polen zoowel als met Duitschers rloet men merkwaardige ontdekkingen. Zoo bleek mij nog eens weer welk een oppervlakkigen in druk Duitschers. die niet in het Rijk leven, soms hebben van den toestand aldaar. Hoort men dergelijke lieden spre ken, dan is het daarginder een paradijs en is het in Polen een hei moet men hen gelooven dan worden de Duitsche minderheden zoo ongeveer „am Iaufen- den Band" mishandeld en gemaltrai teerd. Spreekt men daarentegen met Polen dan is het net precies andersom. Natuurlijk zijn er gevallen van mis handeling, maar bij mishandelen zijn er nog altijd minstens twee noodie en nu is het maar de vraag: hoe ie dat allee aan den gang" gekomen?' Wie is begon nen? Heeft degeen, die de eerste tik ge kregen heeft, zich oogenblikkelijk uit de voeten gemaakt of heeft hij teruggesla gen? Is het ook niet mogelijk dat de eerste tik gegeven is door hem. die in de benauwdheid zat, en zich tijdig het spreekwoord herinnerde dat bet zaliger is te geven dan te ontvangen? Men mag dezo verhalen over mishandelingen ook niet al te tragisch opnemen. F.en man met wion ik sprak een brave, rustige luirger schold naar har telust op iederen journalist die geen Puitscher was. Toen ik hem vroeg welke kranten hij dan wel allemaal tas om dat zoo precies te kunnen weten, luidde zijn antwoord: „Natuurlijk Duitsche wat daarin staat is waar en nou kan Beek zeggen, wat hij wil, voor ons geldt en kel en alleen het woord van Hitier Wal die heeft gezegd dat is zoo dnrnn gibt's nlchts zu rfitteln. En wat doet U eigenlijk?" „De mooie huizen bekij ken." zei ik, en bracht het gesprek op architectonisch terrein. Het is tenslotte altijd weer de ma nierwaarop men iets doet, iets zegt of iets schrijft DER Danziger Vorposten het amb telijke orgaan van de NSDAP Gau Danzig (dragende op het titelblad op een zwarte streep tusschen twee Hakenkruisteekens de zinrijke zin: „Zuruck zum Reich Gegen vertragïi- cho Willkür") noemt Beck's rede eigenlijk overbodig, omdat Beek stil stond bij de bereids door Polen afgewe zen Duitécho eischen; het blad consta teert dat men niets is opgeschoten. Zoo schrijft het blad: „Was Beek erzahlte war nicht viel." D a t is volkomen juist en daarin schuilt juist mijns inziens tenminste de kracht van deze de deur openhoudende rede men is in liet Derde Rijk wel heel erg met lange rede voeringen verwend en vergeet wel eens dat het hem in de lengte niet zit. Hoe reageerde men hier nu op deze rede die met zon ontzettend veel .tam tam" door verschillende organen was nangekondigd? Ik heb gelijk gehad toen ik voorspelde dat ook hier de soep wel Tiiet zoo brandend heet zou worden ge geten als zij ter tafel seheen te zullen komen: het is in Danzig volkomen rustig gebleven. Wanneer ik zoo op straat en in vers'ehiliende lokalen mijn nor te luisteren leg. hoor ik niols bijzon ders. Duitsrhland weet dat het niet te doen hoeft met een volk dat bij voor- haat in ziïn schulp kruipt en dat den moed heeft np bepaalde van zijn standpunt bekeken vitale-- punten „neen" te zeggen. Wie zich een beeld van den toestand wil maken, herinncre zich de hier door mij geboorde expres sie: „Wij zijn geen Tsjechen!" Dat zegt genoeg. Zoo kwam ik met epn paar menschen in gesprek een. jonge en eon oudere Duitsciier Zij zeiden niet altevccl, maar de jongere meende er mij dan toch op te moeten wijzen.— en ik zou.goed en verstandig doen dat tP schrijven ook! dat Danzig ,.so wie so" tot het Dor de Rijk terug zou koeren. Legaal of niet legaal was zijn conclusie, maar lerug komt lipt. „Op welke manier stel je je die teruckepr voor?" informeerde ik Daarop kon hij mij helaas nog geen ant woord geven als ik hier nog pen tijd je bleef dan zou ik het misschien zelf wel zien. Maar terug goedschiks of kwaadschiks Toen sprak ik met den oudere, die het gesprek met zijn jongen metgezel aandachtig en meer dan eens met. een licht hoofdschudden had aangehoord. Deze was minder zeker van dien terug keer. Ilij had den oorlog meegemaakt, een. tijdiang in bet Poolsche leger ge diend en schilderde, mij dit leger als niet minder dan het Duitsche.Zijn eenigo hoop was, dat. dit alles nog langs banen van kalm onderhandelen in orde zou komen. Het wil mij echter voorkomen, dat de gedachte aan een oorlog eer toe dan af neemt, al spreekt niemand het duide lijk uit. Duitschland zoo zette de oudere man het mij in een redeneering, waar geen speld tuschen te krijgen was, uiteen Duitschland zal tenslotte een deel, en geen al te klein deel, van zijn eischen moeten laten vallen, en het ie* de groote vraag kan de Duitsche regee ring dat momcntepl nog? De Polen, zoo verklaarde hij zeer nadrukkelijk, zijn bereid zon nnodig de wapens op te ne men daar valt niet aan te tornen. En met welke Polen men ook spreekt altijd weer zal men merken, dat het hun vnsto overtuiging is dat het Derde Rijk niets anders beoogt dan Polen van de Oostzee terug te dringen DIT gesprek speelde zich af in een van de vele wondermooie „Wein- stuben", die deze architectonisch zoo prachtige stad bevat, een stad waarin het daarom zoo loonend dwa len is, omdat zij den beschouwer terug voert naar tijden van heel wat minder nervositeit en dreiging van angst en be klemming als waarin wij heden ten dage leven. Ziet deze wondermooie hui zen deze smalte huizen uit de vijt- tiende, zestiende en zeventiende eeuw., ziet de groengeverfde deuren met de helder gepoetste kloppers sta ecp oogenblik stil voor deze fijn gekartelde geveltjes, overvloedig met gouden tire- lantijncn versierd, werp een bescheiden blik door die smalle vensters met klei ne ruitjes waarachter de eleetrische lamp zoo allermerkwaardigst aandoet. Hier vermoedt gij geen modern geklee- dc dampt- achter een bridgetafel, hier schiet gij in een ongeloovigen lach wan neer gij er u rekenschap van geeft dat daar waar de tijd schijnt te zijn blijven stilstaan radiomuziek weer klinkt veeleer ziet uw blik statige dames in crinolinerokken gehuld, rus tige, bedaarde vrouwen met handwerk jes en op de tafel een ouderwetsche speeldoor als waarvan ons de Camera Obscura weet te vertellen Niet anders is het met een prachtig oude poort, waaronderdoor de Poolsche koningen plachten te rijden om de hul de hunner onderdanen in ontvangst te nemen. Beter dan het bruin van het" „EhrenkleiT' der S.A.-mannen zou hier het met goud bestikte fluweel van hoog te paard rijdende ridders passen. Uit deze honderden jaren oude poort perst zich de eleetrische tram, het is een poort die niet meer dan twaalf meter breed is en die mij. onkundige op bouw kundig gebied, een mengeling schijnt van romaansche en renaissance-stijl. Boven ontwaar ik vier boogramen en tegen den gevel staun vier pilaren als geplakt, 6chaat'6chelijk met goud ver sierd en over den gevel heen staat op den blauwen ondergrond een spreuk die ons in het Latijn leert, dat één dracht kleine stalen groot maakt, twee dracht daarentegen de groote uiteen vallen doet. Het Poolsche wapen op een rood veld en goudomkranst prijkt er boven. Men doet veel om deze mooie gebou wen te onderhouden en de laatste ja ren is er heel wat gerestaureerd wat anders iecr waarschijnlijk ten onder gang zou zijn gedoemd. Niet anders is dat het geval bij de imposante Marien- kirche de trots van Danzig een geweldige gothische „Gottesburg" die in 1500 voltooid werd. Hier zien wij een zeldzaam interessant schilderij van een Nederlandschen meester het Laatste Oordeel voorstellend wondermooi zijn de kleuren bewaard op kinder lijke. wijze heeft men hier voorgesteld hoe de straf de boozen, de belooning van het ingaan in den Hernel den bra ven wacht. Ik stond er gisteravond voor met een ouden Danziger en als een wondermil- de streeling vloeide het maanlicht over het eeuwenoude gesteente. Hij vertelde mij de geschiedenis van het bouwwerk en besloot zijn verhaal met het volgen de, zoo wonderwel passend op hetgeen wij thans in Danzig doorleven: „Die Glocken r.ufen. Sie halten in Kampf und Schlacht In dem steinernen Turm von Sankt Marien ewige Wacht. Sie war ten auf ihre Stunde zu der Gott, selber. 6ie lauten wird und Den Tag der Erlösung verkündet mit ehernem Muud „W.ant zoo besloot de oude man zijn historische uiteenzetting die dag der verlossing zal komen. Reken daar op." „Hoe en wanneer?" vroeg ik. „Darüber wollen wir lieber nicht reden", luidde het antwoord SCHADUWEN AAN DE KUST T~\E avonturen van het feuil- Uleton Volg de blauwe auto" zijn ten einde en mor gen zal het nieuwe van deze reeks verschijnen. De titel daarvan is: „SCHADUWEN AAN DE KUST". Het is ook weer ontleend aan het werk van een der En- gelsche schrijvers, die dit genre het beste beheerschen, namelijk J. Jefferson F ar je om KINDERHOEKJE 87. „Denk er voorul om Groènjus. niet door de deur. maar door het luik" zoouls de roover gezegd heeft." waarschuwt Pam. Niet zoodra hebben ze echter het luik. geopend, of een luid gerinkel van bellen wordt gehoord. I. Het is het noodsein voor de roovers dat er onraad is in de schatkamer. Van alle kant komen zij aanloopen. VERDUN, 8 Mei (Reuter). De Her tog van Windsor heeft hedenavond van hieruit een radiorede gehouden tot de Vereenigde Staten, waarin hij o.m. zeide: Ik spreek voor niemand dan mij zelf en zonder Voorkennis van eeni- ge regeering. Ik spreek alleen maar als soldaat uit den laatsten oorlog, wiens vurigste bede is, dat zulk een wreede en vernietigende waanzin zich nooit meer van de menschheid meester zal maken. Ik verbreek mijn vrijwillig stilzwijgen thans alleen in verband met het duidelijk aanwezige gevaar, dat wij allen nader kunnen komen tot- een herhaling van de gruwelijke gebeur tenissen, die zich een kwart èeu\y geleden hebben voorgedaan. De ernstige spanningen in den tijd, waarin wij leven, dwingen mij, mijn stem te verheffen om uiting te geven aan het algemeen verlangen, verlost te worden van de vrees, waarin wij leven en terug te keeren tot normale om standigheden. Ik kan mij niet beroepen op bijzon dere staatsmankennis, doch ik heb het groote geluk gehad de wereld te be reizen en zoodoende de menschelijke na tuur te kunnen bestudeeren. Deze waar devolle ervaring heeft bij mij de diepe overtuiging gewekt, dat er geen land is, welks volk oorlog wenscht. jk ge loof. dat dit geldt voor de Duitsche natie, zoowel als voor de Britsche na tie, waartoe ik behoor, en de Fransche natie, op wier grond ik thans woon. De vraagstukken, die ons op dit oogenblik bezig houden, zijn slechts de weerspiegeling op grooter schaal van de afgunst en achterdocht van het alledaagsche leven. In ons per soonlijk contact streven wij er allen naar, in harmonie met onze mede- menschen te leven, anders zou de moderne beschaving nooit ontstaan kunnen zijn. Gaan wij thans die be schouwing verwoesten, door inter- De Hertog van Windsor nationaal niet te doen, wat jvij in dividueel geleerd hebben wel te doen? Na gewezen te hebben op het ontmoe digende van alle schadelijke propagan da en zijn leedwezen te hebben uitge sproken over het gebruik van woorden als omsingeling, en agressie, vervolgde de Hertog, dat in broederen geest dan van zuiver persoonlijke of nationale belangen naar vrede moet worden ge streefd. De staatslieden, die zich tot taak gesteld hebben de internationale veiligheid en het vertrouwen te her stellen, moeten handelen als goede we reldburgers en het nut voor hun eigen naties moet worden gevonden door het nut van de wijdere gemeenschap, waar toe wij allen behooren. Uit naam van hen, die in den laatsten oorlog vielen, doe ik een dringend beroep op alle politieke leiders, zich vastberaden van deze taak te kwijten. Ik doe een beroep j op hen uit naam van de levenden, wier bestaan en geluk in hun han den is en ik doe in het bijzonder een beroep op hen uit naam van de hedendaagsche jeugd, met al haar onschatbare mogelijkheden vaji toe komstig nut voor de menschheid. Het grootere succes, dat een regee ring voor haar eigen nationale po litiek zou kunnen behalen, zou niets zijn in vergelijking met den triomf van te hebben bijgedragen tot red ding van de menschheid van het verschrikkelijke Jot, dat haar thans bedreigt. BURGOS, 8 Mei (Havas). Officieel wordt medegedeeld, dat Jordana den secretaris-generaal van den Volkenbond het volgende telegram heeft gezonden: Ik heb namens de Spaansche re geering de eer u te berichten dat Spanje door dit telegram mededeelt uit den Volkenbond te treden, over eenkomstig par. 3 van het eerste artikel van het pact. w.g. JORDANA MANOEUVRES IN ITALIË ROME, 8 Mei. (Stefani). In tegen woordigheid van den Koning, den duce, generaal von Brauchitsch. talrijke mili taire attaches en Itaüaansche opper- offieieren zijn vanochtend bij Bracciano in de omgeving van Rome manoeuvres gehouden, waaraan werd deelgenomen door artillerie, mortieren, mitrailleurs en vlammenwerpers. Het doel van de oefening was aan te toonen, dat de Ita- liaansche infanterie, welke in contact komt met den vijand, op het oogenblik dat geen steun van de artillerie meer wordt ontvangen, met eigen middelen kan aanvallen. LAGERHUIS NEEMT DIENST PLICHTWET AAN LONDEN, 8 Mei (Reuter). In het Lagerhuis is. de wet inzake de militaire opleiding in tweede lezing zonder hoofdelijke stemming aan- genom nadat het door de arbei derspartij ingediende amendement met 387 tegen 145 stemmen was ver worpen. Minister I-Iore Bclisha sloot het debat namens de regeering. DUITSCHE VLOOTMANOEUVRES IN HET SKAGERAK KOPENHAGEN, 8 Mei (Reuter). Voor het eerst sedert den Wereldoorlog houdt de Duitsche vloot manoeuvrès in het Skagerak voor Jutland. Hieraan wordt dcelgenojnen door 32 oorlogsbo dems van verschillend type, alsmede door de luchtmacht. DE OPZEGGING VAN HET VLOOT- VERDRAG LONDEN, 8 Mei. (Reuter). In ant woord op een vraag in het Lagerhuis heeft Chamberlain verklaard, dat de regeering den toestand bestudeert, die is ontstaan door de opzegging van het vlootverdrag door Duitschland. De Duit sche regeering zal een mcdedceling wor den gedaan. Duitschland, aldus de pre mier, heeft de Britsche regeering vóór de opzegging niet geraadpleegd. OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN FEUILLETON Follow the blue car Nederlandsche vertaling 54 II (Mr. Tolefree aan Mr. Trinnery). Hotel St. Francis, San Francisco. Cal. 15 November Beste Trinnery, Farrar en ik ontvingen heden je brief toen wij. na oen langen tocht door het Zuid Westen, in deze verruk kelijke stad aankwamen. Wij brachten natuurlijk een bezoek aan het kleine rond point bij El Tovar, en terwijl wo daar stonden en in het vijftienhon derd meter diepe ravijn van de Grand Canvon blikten, betreurden we het Bill Bennetts niet te hebben meegebracht in het tegenovergestelde geval zou den we hem een zetje over den rand hebben kunnen geven, en hem daar heen sturen waar Cramb zich op het oogenblik bevindt... waar het dan ook is. Vijf jaar slechts. Ik vraag me af of de edelachtbare heeren rechters hebben zitten slapen? Hij had een jaar verdient voor elk uur dat hij Jane Up- field in dat krot gevangen hield. Farrar en jij hebben op mij voor dat jullie dit land min of meer kent. Far rar heeft een heelen tijd in Broadway rondgezworven, links en rechts handen schuddend met Amerikaanscho colle ga's, of ter afwisseling liften binnen stormend om ergens bij de wolken uit te komen en dat alles met een ge makkelijkheid of hij zijn heele leven niets anders heeft gedaan. Zooals je terecht opmerkt dient dit Bagdad van het Westen den beroerden nasmnak van het drama te doen ver dwijnen, maar ik geloof dat het even lastig is kwijt tc raken als den onaan- genamen geur van een civet-kat. Ik zou eerder geneigd zijn Cramb den moord op Harley te vergeven dan zijn lafhar- tipen streek jegens Peter Hurst of zijn behandeling van Jane ik had bijna gezegd zijn vaderlijke behandeling, zij kan zich echter gelukkig prijzen geen bloedverwante van hem te zijn en ik veronderstel, liever gezegd ik weet ze ker, dat zijn verscheiden haar niet al te zeer ontroerde, want ik wed dat zij nooit bijzonder op hem gesteld was: je hebt natuurlijk opgemerkt dat zij nooit anders dan zeer vomielijk over „Ma joor Cramb" sprak? Ik was- er geheel op voorbereid te ver nemen dat jij de. eerste was geweest die tegen Cramb achterdocht opvatte; doch in mijn voordeel pleit het volgende: ik had nog geen vijf minuten in zijn te genwoordigheid verkeerd of ik was van zijn schuld overtuigd geraakt. Zoonis je weet had ik het voordeel hem te zien onmiddellijk nadat hij zijn gruweldaad had volbracht, en vooraleer hij wist wie ik was. Zoodra ik besefte dat er een moord had plaats gevonden, voelde ik mij te gen wil en dank genoopt zorgvuldig te letten op de gezichten van allen die zich in de hal bevonden, speurend naar een trek die den schuldige zou verra den. Peter Hurst? dat opgewonden, drif tige ventje? in geen geval! Het meis je? Al evenmin. Leybrook? lichtelijk verward, achterdochtig, en mogelijk iets naders wetend of gissend; ik was niet zoo zeker van onzen Leybrook. Trin nery? kennelijk verstijfd van schrik. Maar Cramb? do man met een doo- dclijk geheim achter zijn masker,-met verscheurde zenuwen, wanhopig zoe kend naar een uitweg dien hij tenslotte vindt. Dat. was het duivelachtige,het onvergeellijke de manier waarop hij een anJer met de schuld trachtte te be laden. Zooals je je herinnert, bleek tijdens het proces uit de verklaring van Hurst dat Cramb getracht had hem te overre den do wijk te nemen, zoodat zijn ver loofde de schande zou worden bespaard. Indien Hurst daaraan gevolg had gege ven, inplaats van zijn eigen zin te vol gen en in de buurt Ie blijven teneinde zoo noodig het meisje te hulp te kun nen komen, zouden we voor een vrijwel onoplosbare vraag hebben gestaan: moord of zelfmoord, doch Hurst zou den kwaden schijn tegen zich hebben ge had. Dat was evenwel nog het ergste niet. Het was eenvoudig duivelachtig van Cramb die revolver bij het lijk neer te leggen. Je verlangt te weten hoe ik het oploste; het vraagt geen oplossing. Hij deed het met koel overleg. Ook al wist hij misschien niet dat de initialen van Hurst op het wapen stonden, kon hij toch verwachten dat de politie zou ontdekken aan wien de revolver toebe hoorde. En mijnheer, deponeerde het wapen daar om zoo te zeggen vlak on der onzen neus. Hier heb je mijn antwoord op je vraag: toen ik het licht van mijn zak lantaarn onder de tafel liet schijnen was er'geen revolver te zien. Daar ben ik absoluut zeker van. Je herinnert je dat hij en jij en Leybrook achter de ta fel kropen om een blik te werpen op Harley. Cramb knielde naast hem neer. Die gelegenheid moet hij benut hebben, want toen ik de plek in oogenschouw nam, kort nadat Cramb met het meisje naar hoven was gegaan, lag de revolver op den grond. Zoo'n schavuit! Stel je dien schurk voor, onmiddellijk nadat hij Harley heeft neergeschoten: hij rent op de deur toe, herinnert zich dan dat hij in kamerjapon is-, snelt naar dat kantoor tje terug, stopt het geld in de brandkast, verbergt de leege tasch in de hal waar Peter nog steeds in het donker rond- stommelt; hij zoekt een uitweg de trap is te gevaarlijk, hij bereikt zijn kamer via het deurtje dat naar de keu ken voert, ontkleedt zich, herinnert zich de revolver die hij vermoedelijk in zijn zak heeft gestoken, vraagt zich af wat met het wapen aan te vangen, hoopt het beneden wel ergens kwijt te kunnen raken. En denk je even in, Trinnery! in de hal treft hij ons aan, dat. over rompelt hem, en terwijl hij mij staat uit te schelden, zint hij op een plan verwerkelijkt het een oogenblik later! Als ik op dat moment zeker was ge weest van Leybrook, zou ik Cramb on middellijk mijn beschuldiging voor de voeten hebben geworpen. Misschien had ik aldus behooren te doen. In dat geval zou ik Janc de gruwelijke'ervaring ia dat krot van Ratcliff bespaard hebben,, en Peter Hurst de helsche foltering van te moeten kiezen tusschen twee alterna tieven: óf zichzelf beschuldigen van moord, óf zijn verloofde het leed aan doen haar vader beschuldigd te zien. Ik troost me echter met de gedachte dat Cramb van het oogenblik waarop hij dien Zondag Pitwav House verliet, geen voet meer kon verzetten zonder dat ik het wist. Hij werd voortdurend geschaduwd. Die maatregel was onver mijdelijk, Trinnery, omdat hij wist dat ik hem doorzien had. Zijn poging om mij naar Pitwav House te lokken, nadat Jan verdwenen was, versterkte mij in die meening. Doch of hij voorwendde dat dringende bezighe den hem naar Paybury riepen, of dat hij in een Londensche achterbuurt ver dween, of dat hij over schuttingen klau terde, of zijn toevlucht nam tot luxu euze hotels in het West End, hij werd overal en voortdurend op de hielen ge volgd. Murdoch is een uitstekende vent, cn hij had gegronde reden om Peter. Ilurst te verdenken. Het vinden van de aan Hurst toebehoorende revolver was leveel voor hem. Hij weigerde te geloo ven dat ik goed gezien had toen ik on wrikbaar volhield dat de revolver er aanvankelijk niet geweest was; beweer de dat ik me vergist moest hebben. In tegenwoordigheid van groote hanzen schijnt hij aan een minderwaardigheids complex te Jijden, andere had hij Cramb wel in hechtenis genomen, toon ik hem meedeelde in welk hotel dat heerschap zich bevond. Had hij mijn raad maar opgevolgd, dan zou Cramb gehangen zijn, inplaats van zichzelf te executee- rcn. Enfin, het is gebeurd. Voor mijn vertrek had ik geen gele genheid meer Leybrook behoorlijk mijn verontschuldigingen aan te bieden voor de verdenking die ik tijdelijk jegens hem koesterde. De manier waarop hij en Miss- Bellairs Peter Hurst veilig trachtten te stellen kunnen we als een goede les In loyaliteit beschouwen. IK had zijn eerlijke bedoelingen moeten doorzien toen ik jullie gesprek in de belvedère afluisterde. Hij verklaarde immers dat hij niet door eigenbelang gedreven werd. Niettemin speelden die twee hoog spel! Leybrook had het com plot onmiddellijk door, zoodra ik hem met de feiten op de hoogte had ge bracht. Je karakterschets van Cramb bevalt me buitengewoon de geboren egoïst, wiens ellendige zelfzucht hem tenslotte van kwaad tot erger, van lijdelijke tot daadwerkelijke oneerlijkheid drijft, en tenslotte tot geweldpleging en moord. Ken voorbeeld van een bepaald soort lieden. Gelukkig zijn er slechts weini gen die voor een dilemma als het zijne gesteld worden; anders zouden er nog meer Crambs zijn, en niet weinig. Farrar en ik steken morgen naar. Ber keley over. Eén der professoren van de „University of California" heeft enkele merkwaardige geschriften over. Volun taristisch Phenomenalisme het licht doen zien. Vertel Leybrook dat we na zijn wittebroodsweken onze discussie zullen voortzetten. 1-Iet weer is hier verrukkelijk, doch niemand let er meer op, aangezien het alle dagen zoo is. Vanmiddag in een winkel op de Grant Avenue, zei een Chinees tegen Farrar, die enkele inkoopen gedaan had: „Wenscht Uwe Excellentie dit ne derig pakje mee te nemen, of zal ik het in uw honorabel hotel laten bezorgen?" Een oogenblik dacht ik dat ik Winsey hoorde spreken. Met beste groeten, PHILIP TOLEFREE. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 2