MC3R Werkverruiming eischt grootere bedragen Britsch-Portugeesche alliantie intact MILITAIRE MUTATIES De held van Kota Alam en Longba ttah-Missigit HET was de 13de November 1874, des morgens.om 6 uur, dat uit den Kraton een colonne marcheerde, bestaande Uit het L. H. 9de bataljon met 1 sectie bei'gartillcxde en 1 sectie mi neurs en sappeurs. Over de brug bij Pa- kan Atjeh rukte men op om in den zuidoostelijken hoek van kampong Lem- boecq bij Kota Alam een post op te richten. De voorhoede bestond uit een ataaiódtc (B&wchjbw Loonen volgens plan Westhof f? Hoe de tweede luitenant C. J. Snijders de militaire Willemsorde verdiende De aanrijding te Lonneker Fa. M. R. N. OOSTERVEEN LANGESTRAAT 42 - TELEF. 11 LAAT UW LOGE'S GENIETEN KROON-TAX Britschè voorstellen zijn verzonden AMERSFOORTSCH EFFECTEN- EN ADMINISTRATIEKANTOOR N.V. ZUID AFRIKAANSCHE FONDSEN WISSELKOERSEN Geen oplossing van het koloniale probleem ten koste van Portugal Fritz Kuhn tegen borgstelling in vrijheid Zestienhonderd jonge menschen naar Amsterdam u BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 27 MEI 1939 Aldus vele Kamerleden in het voorloopig verslag op het wetsontwerp strekkende om f 30 millioen uit te trekken voor werkverruiming 's-GRAVENHAGE, 26 Mei. BIJ het afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp tot ver hooging van het zevende hoofdstuk b der rijksbegrooting voor 193D verklaarde men, blijkens het voorloopig verslag, algemeen zich met dit wetsontwerp, dat strekt om opnieuw f 30 millioen uit te trekken ten behoeye van de werk verruiming, te kunnen vereenigen. Verscheidene leden meenden zelfs, dat een belangrijk hooger be drag hiervoor bad moeten zijn aan gevraagd. Volgens opgave van 25 Maart 1939 be droeg het aantal werkloozen in ons land nog 348.000. Dit is 30.000 minder dan een jaar te voren. Bij een vergelij king van deze cijfers moet men echter in aanmerking nemen, dat door ver- grooting van het contingent en ver lenging van den eersten oefentijd een belangrijk groo'er aantal jonge man nen in militairen dienst zijn gekomen, dat groote opdrachten voor de defensie in uitvoering zijn, dat duizenden arbei ders in het buitenland werken en dat ook door het vertrek van vele buiten- landsche dienstboden de werkgelegen heid hier te lande moet zijn verruimd. Bedenkt, men dit, dan kan men uit de daling van het werkloosheidscijfer niet besluiten tot een herstel van het Neder- landsche bedrijfsleven op aanzienlijke schaal. In vele bedrijven is de werkloos heid dan ook nog zeer groot. Voorshands afgaande op de cijfers van de begrooting voor 1939 meenden deze leden te mogen vaststellen, dat het bij dit wetsontwerp aangevraagde bedrag van f 30 millioen. dat wel zal worden geblokkeerd, doch slechts ten deele in 1939 zal worden verwerkt, veel te gering is, Gezien den omvang der werkloosheid zal met veel grnofer bedragen moeten worden gewerkt. Alleen dan kan een flink tempo worden bereikt, en ook al leen dan zal de secundaire werkverrui ming van beteekenis worcleh en een blij vende werkverruiming worden verkre gen. Niet juist achtten deze leden de opvatting dat de openbare werken voor blijvende werkverruiming slechts zeer geringe beteekenis zou hebben. De uitvoering van deze wer ken komt naar hun oordeel aan den economischen toestand in het algemeen in niet onbelangrijke ma te ten goede, op die wijze draagt zli wel degelijk bij tot blijvende werkverruiming. Krachtig drongen zij voorts aan op bespoediging van de voorbereidingen voor.de inpoldering van het zuidelijk gedeelte der vroegere Zuiderzee. Bin nenkort, zal een aanzienlijke hoeveel heid materiaal, welke voor den N.O.- polcler gebruikt wordt, vrijkomen; het is van het grootste belang, dat dan on middellijk een aanvang kan worden ge maakt met den nieuwen Z.O.-poldei'. Werkvevruimingsbedrijf \T AN verschillende, zijden werd verder aangedrongen op een nauwkeurige uiteenzetting omtrent de wijze, waarop naar het inzicht der regeering voortaan de arbeids voorwaarden zullen moeten worden vastgesteld. Tot dusverre geschiedt dit voor de werkverschaffing eenzij dig door het rijk en voor de werk- fondswerken in overleg met de ar beidersorganisaties. Verscheidene leden waren van oor deel, dat ook voor de loonbepaling niet de regels van de werkverschaffing, maar die van het werkfonds zullen moeten worden gevolgd. Mocht het on mogelijk zijn de contractueele arbeids voorwaarden ten voilé te doen gelden, dan zou het huns inziens heter zijn den werktijd te verkorten met behoud van de normale uurloonen. De regeering heeft met betrekking tot deze werken in de memorie van toe lichting een overzicht, gegevén van wat In 1939 en 1940 tót stand gebracht zaï kunnen worden. Men was dankbaar voor deze gegevens, doch men was alge meen van oordeel, dat nadere inlichtin gen noodig zijn alvorens het mogelijk is de voor- en nadeelen van deze categorie Van werken met juistheid tegen elkaar sf te wegen. Wel gaf men algemeen tends thans te kennen, zich in beginsel met uitvoering van werken van dezen a8''d te kunnen vereenigen; verscheide ne leden achtten het echter geenszins Uitgesloten, dat hij nadere uitwerking van de plannen op dit gebied de bezwa ren grooter zullen blijken te zijn dan de voordeelen. Zullen de gedachten, welke in het tapport-Westhoff omtrent de loon bepaling zijn ontwikkeld, bij de cul tuurtechnische werken toepassing, vinden? Zoo neen. hoe zullen de loonen. dan worden vastgesteld? Eenige leden verklaarden de loo nen, die in het rapport-Westhoff als de juiste worden aanbevolen, veel te laag te achten. Bij zulke loonen kan nimmer een voldoende koopkracht- verhooging 'worden bereikt, Verscheidene leden hadden met groote instemming kennis genomen van het voornemen der regeering om binnen de grenzen van het aan wcrkloozenzorg te besparen bedrag subsidies te verleenen voor het tot stand brengen of verbeteren van kapitaalgoederen op het'gebied van nijverheid en verkeer. Dit is een hoogst belangrijke novum, dat toejuiching ver dient. Het welslagen zal echter zooals ook de regeering in haar toelichting er kent afhangen van de wijze, waarop het bedrijfsleven de plannen der regee ring zal opvangen. Mocht dit. onverhoopt niet in voldoende mate geschieden, dan zouden nieuwe wegen gezocht moeten worden en zouden nieuwe voorzieningen onmisbaar zijn. DE Atjeh-oorlog is ongetwijfeld een voortreffelijke leerschool geweest voor luitenants, die wat in hun mars hadden. De herinnering aan hun ferm optreden in moeilijke omstandigheden is nog steeds een voorbeeld voor de huidige generatie van jonge officieren en in staat hen te be zielen met eerbied voor uitstekende da den van moed, beleid en trouw. Zoo kun nen zij de traditie helpen schragen, dat ons leger vooral in Indiê aan zijn verle den verplicht is „om in oogenblikken van zware beproeving nooit te versagen." Want wat dat leger in Atjeh heeft geposteerd tegen een vijand, die geen genade kénde en ook niet vroeg, dat zal zijn eeuwige glorie blijven, Vragen van de heeren van LidtE de Jeude en van Bönning- hausen aan de ministers 's-GRAVENIIAGE, 27 Mei. De heer van Lith de Jeude heeft aan den minis ter van Waterstaat de volgende vragen gesteld: 1. Acht de minister het niet Volstrekt onverantwoord en ontoelaatbaar, dat een auto-bestuurder, die onder den invloed van sterken drank een aanrijding ver oorzaakt, zooals op 18 Mei jl. te Lonne ker plaats vond, hetgeen niet minder dan vier mcnschenlevens kostte, in vrij heid moest worden gesteld, met behoud van zijn rijbewijs? 2. Is de minister bereid, onverwijld de invoering van de wegenverkeerswet, zooals deze gewijzigd werd bij de wet van 3 December 1937 (stbl. no. 525) te bevorderen, waaraan de bevoegdheid kan worden ontleend, voor zulk een hoogst ernstig vergrijp een meer afdoen de straf op te leggen? Jhr. von Bonninghausen heeft aan de ministers van Waterstaat en van Justi tie de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat meerdere malen door roekelooze be stuurders van motorrijtuigen ernstige verkeersongelukken worden veroor zaakt, zooals nog onlangs op Donderdag 18 Mei 1939 in de gemeente Enschede, hij welk ongeluk niet minder dan vier personen om het leven kwamen? 2. Zijn de ministers niet van oordeel, dat, waar dergelijke roekelooze bestuur ders van motorrijtuigen onze wegen on veilig maken, aan de rechterlijke macht de mogelijkheid geboden moet worden zulke personen voor heel hun verder le ven, of althans voor een groot aantal ja ren de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen te ontzeggen? 3. Zijn de ministers bereid op zeer korten termijn een wetswijziging voor te bereiden, waardoor de rechterlijke macht in staat wordt gesteld om hij von nis aan veroordeelden gedurende hun leven of althans gedurende een groot aantal jaren de bevoegdheid tot, het bestu ren van motorrijtuigen te ontzeggen? WIJNHANDEL „DE MOOR" f 3.25 per literkruik. TEL. 129 Wijlen generaal C. J. Snijders in burger Een der dappersten van onze strijders In Atjeh was ongetwijfeld de 2de lui tenant der mineurs en sappeurs C. J. Snijders, die in dezen oorlog menige daad van moed, beleid en trouw heeft verricht. Zijn bclooning daarvoor vond hij in zijn benoeming tot Ridder vierde klas der Militaire Willemsorde. In het .Koninklijk Besluit van 12 November 1875 No. 18 werd deze benoeming geba seerd op de volgende feiten: a. 13 November 1874. Verkenning zuidwestelijk gedeelte van Lem- boecq en oprichting eener verster king bij Kota-Alam: onder het vuur des vijands het tot stand brengen der sterkte Kota-Alam hoofdzake lijk met vrije koelies te helpen op touw zetten'en de daaraan verbon den werkzaamheden met beleid en kalmte te hebben geleid. b. 1 t.m. 16 Januari 1875. Het daarstellen eener versterking te Mis- sigit Longbattah: onder een onafge broken werkzaam vuur des vijands het toezicht te hebben gehad over het opzetten der borstwering en daarstelling der gebouwen, terwijl de werkkrachten bestonden uit wei nige mineurs en 100 vrije koelies. Met veel moed en beleid heeft hij dit werk volbracht, niettegenstaan de drie zijner werkers sneuvelden en twaalf gewond werden. Kota 'Alam peleton infantexie en 1 sectie mineurs en sappeurs, gecommandeerd door den 2den luitenant C. J. Snijders. Langs de loopgravenwacht en de ben- teng Berauw bereikte men de Rivier- benteixg aan de Atjeh-rivier en van hier volgde men de rivier tot aan Kota Alam. Ongehinderd bereikte men een punt aan een bocht in de rivier, van waar uit men zoowel den versterkten rand van kam pong Pinang als Longbattah Missigit kon bestrijden. Onmiddellijk werd begonnen met het tracceren van de benteng. Een vrij groo te Atjehsche woning kon vooi'loopig dienen tot huisvesting der bezetting. Na aankomst van de koelies, de brandstof fen en gereedschappen kon dadelijk met het werk worden begonnen onder lei ding van luitenant Snijders. Laat ons thans een beschrijving gevexx van de omstandigheden, waaronder de nog zoo jonge Snijders zijn werk moest voltooien: „Doch nauwelijks waren de eerste zandzakken geplaatst, of de vijand open de een krachtig geweervuur, dat eenige uren lang onafgebroken wei'd voortgezet. Drie maal beproefde hij, door een aanval de postenketen te doorbreken, doch tel kens werden die aanvallen afgeslagen. Eerst des namiddags omstreeks vier uur nam het vuur af, dat uit het dichte struikgewas ten oosten en noordoosten onzer stelling en van de overzijde der rivier door den onzichtbaren vijand op de onzen was gericht: het infanterie- en artillei'ievuur van onze zijde had, door de gedekte stelling der tegenpartij, ver moedelijk niet veel uitwerking gehad. Het pei'soneel der genie werkte in- tusschen onafgebroken door en des namiddag? om 3 uur was de horst wering aan drie zijden met zand zakken opgezet, terwijl de nooi'dzij- de gesloten werd door tot borstwe- xïng hoogte opgestapelde boomstam- mexx, die in groote hoeveelheid op het terrein aaixwezig waren. Het vuur van den vijand had ons 17 gewonden bezorgd." HET was generaal Pel, die zich op 31 December 1874 op bewonderens waardige wijze in het bezit stelde van Longbattah-Missigit. welks hoofd de ziel van het verzet was. Een compagnie van het R.H 3de bataljon, een sectie artil lerie, een mortier, een sectie mineurs on der den 2d en luitenant Sniiders en een am bulance bleven in de missigit achter, mineurs zetten zich aan het werk om een behoorlijke versterking le bouwen, al pro beerden de Atjehers telkens opnieuw ons er uit te krijgen; vooral de convooien naar de missigit moesten het ontgelden. Ook hier moest dus Snijders onder de moeilijkste omstandigheden zijn werk verrichten. Op den 9dexi Januari 1875 b.v. werd de post zoo hevig beschoten, dat vier personen zwaar gewond wer den. De Atjehers dixmgen daarna zoo brutaal op, dat zij de versterking tot 200 pas naderdexx. Zij wiei'pen zelfs ver schansingen aan de overzijde van de ri vier op om het openkappen van het ter rein rondom de missigit te bemoeilijken. Maar geen vrees kennend zette Snijders zijxx werk voort en ondanks zijn geringe hulpmiddelen gelukte het hem om de versterking binnen 15 dagen op te rich ten. WA TETEN WIJ MORGEN VOOR DE KOFFIETAFEL Italiaansche sla. VOOR DE MIDDAGTAFEL Lentesoep (van diverse jonge groente) Gevulde kalfsborst Stoofasperges. Compote. Aardbeienbavaroise. MAANDAG VOOR DE KOFFIETAFEL Tomatenci'ême. VOOR DE MIDDAGTAFEL Kopje soep. Pikante kalfslapjes Doperwtjes (uit blik). Aardappelpuree Griesmeelpudding met rabarber. ENGELSCHE LIMONADE (zuiver vruchten en suiker) per flesch 1.50. ALCOHOLVRIJE LIKEUR (cherry brandy, orange Curasao, creme de minthe) per flesch 1.50 U BELT 1357 Bij K. B. van 23 Mei 1939 zijn met in gang van 15 Juni 1939 benoemd en aan gesteld: bij den grootcn staf, tot kapitein: I-Iiv Ms.- ordonnans-offi cier', de eerste luitenant jhr. D. J. A. A. van La wick van Pabst, van dien staf; bij het, wapen der infantei'ie, tot kapi tein, bij den staf van het wapen, de eex'ste luitenants J. H. Grote, J. H. Wief- fering en J. A. G. de Leeuw, allen van dien staf; bij het 10e i*egiment infanterie de ecrste-luitenant A. A. J. J. Thomson, van dat regiment; bij de school voor reserve-officieren der infanterie, de eerste luitenants J. J. Zomer en A. K. Scheuermann, beiden van die school. Bij K. B. van 23 Mei, zijn te rekenen van 11 April 1939, tijdelijk benoemd en aangesteld: bij het reserve-personeel der land macht, bij het wapen der Genie, met. bestem ming voor den veldpostdienst, tot reser ve-luitenant-kolonel, de heer T. van Houwelingen, inspecteur bij den spooi'- wegpostdienst; tol reserve-majoor de beer G. C. van Burken. referendaris der Posterijen, Telegrafie en Telefonie; tot reserve-kapitein: de heeren W. A. L. G. M. Jeurgens, referendaris der twee de klasse van de Posterijen, Telpgrafie en telefonie J. Klein, A, C. den Hartog en K. Keizer, allen adjunct-referendaris der posterijen, telegrafie en telefonie. Bij K. B. van 23 Mei 1939 zijn met in gang van 15 Juni 1939 benoemd en aan gesteld: bij het, 15e regiment infanterie, de eerste-luitenants J. C. van Houweninge, van dat regiment en L. T. F. J. S. van Embden, van het regiment jagers; hij het 11e regiment infanterie, de cex-ste-luitenant G. H. van der Spek, van dat, regiment; bij. het 2e regiment wielrijders, de' eerste-luitenant A. J. G. Boutmij, van dat regiment; bij het, 2e regiment luchtstrijdkrach ten, de eerste-luitenant J. C. Boogaard, vlieger bij dat, regiment; bij het 2e regiment infanterie, de eer ste-luitenants J. W. G. Cornet van dat regiment en A. P. M. van Rooij, van het regiment, grenadiers, adjudant van den staf der brigade grenadiers en jagers (le infa.nterie-brigadeV; hij het wapen der cavalerie, tot rit meester, bij de rijschool, de eerste-luite nant J. Hoytcma van Konijnenburg, van de Rijschool; bij bet. wanen der artillerie, tot luitenant-kolonel, commandant van onderscheidenlijk het 12e regiment f motor) artillerie, het le regiment lucht doelartillerie en hot 11e regiment (mo- tor)artillerie, de majoors G. P. Granpré Molière, van het 3c regiment veldartil lerie, C. C. Grosjean, van het le regi ment- luchtcloclaHilllerie, belast met de waarneming van de functie van com mandant van dat regiment, en P. I-I. Schoutei. van het korps rijdende artil lerie; tot luitenant-kolonel, bij den staf varx het wapen, de majoor, G. W. Le Heux, van dien staf, directeur van het remon tewezen; tot majoor, de kapitein H. J. St,root- man, commandant van het artillerie- paardendepot; bij het 2e regiment veld artillerie, de kapiteins L. Ezerman en F. A. "J. dé Klerck, beiden van dat regi ment; bij den staf der 2e artillerlebrigade, de kapitein G. A. Geel, van dien staf; bij liet 9e regiment (motor)artillerie, de kapitein W. P. van den Abeelen, van dat regiment; bij den staf van het wapen, 'de kapi tein A. B. Mulder»-yam dien etafj bij het 3e regiment veldartillerie, de kapitein C. H. Iwes, van het 6e regi ment veldartillerie; bij het 12e regiment (motor)artillerie, de kapitein J. F. Grosjean, van het 8e regiment veldartillerie; tot kapitein, bij den staf van het wapen, de eerste- luitenant G. R. Timmer, van dien staf, adjudant van den inspecteur der artil lerie; bij het korps rijdende artillerie, de eerste-luitenant O. A. Kaub, van dat korps, bij de commissie van proefne ming; bij het 12e regiment (motor)artillerie, de eerste-luitenant IJ. de Boer, van de school voor reserve-officieren der bere den artillerie; bij het 9e regiment (motor)artilleiïe. de eerste-luitenant P. A. Goedhart, van het 3e regiment veldartillerie; bij het regiment kustartillerie, de eex-- ste-luitenant J. H. T. Dacms, van dat regiment; bij het 11e regiment (motor)artillerie, de eerste-luitenant N. P. P. van Hoorn, van het 7c regiment veldartillerie; bij het 2e regiment Iuchtdoelartille- rïe, de eerste-luitenants H. J. Ennen, en J. D. Stolp, onderscheidenlijk van het le en bet 8e regiment veldartillerie; hij het 2e regiment veldartillerie, de eei'ste luitenants mr. dr. W. P. J. A. van Roijcn, en P. J. la Gordt Dill ié,' bei den van dat regiment; bij het Se regiment veldartillerie, de eerste luitenant L. II. le Fèvre de Mon tigny, van de school voor reserve-offi- cieren der bereden artillerie; bij het -ie regiment veldartillerie, de eerste-luitenant F. Soei\ van het Se re giment veldartillerie: bij het 5e regi ment veldartillerie, de eerste-luitenant D. W. yan den Bosch van dat, regiment; bij bet. 7e regiment veldartillerie, de eerste-luitenant W. de Bruijne, van dat regiment; bij het wapen der Koninklijke mare chaussee, tot majoor, de kapitein H. A. J. G. Kaasjagci*, commandant van het depot van het wapen; tot kapitein, de eerste-luitenants, G. J. W. Gelderman en J. S. Rops, beiden yan dat wapen, LONDEN, 26 Mei (Reuter). De Britsche voorstellen inzake weder- zijdschen bijstand in geval van een agi-essie zijn vandaar naar Moskou verzonden. Bijzonderheden der voox-stellen zijn ter kennis gebracht van de Fransche regeering. Eenigen anderen regeeringen zijn mededeelingen gedaan over de Britsche opvattingen over een ver zet bieden tegen agressie. WIJERSSTRAAT 13 TEL. 2437 BELEGGINGEN IN Directie: H. VOLKERS Zaterdag 27 Mei 1939. 11.15 uur. Inkoop Verkoop Chèque Berlijn 74.55 74.75 Parijs 4.92% 4.94% Brussel 31.67 31.72 Londen 8.71 8.73 Zwitserland 41.91 41.96 Cable New York 1.85% 1.86% Chèque Milaan 9.75 9.90 Duitsch bankpapier 26.00 27.00 zilver 29.25 30.25 l'oeristenmarken 46.50 Franscb bankpapier 4.93 4.99 Belgisch 6.34 6.40 Engelsch 8.71 8.74% ZwitserBch 42.00 42.15 Amerikaanscb 1.85% 1.87% Indisch 99.00 100.00 Handelsmarken 7.25 8.25 Ponden (goud) 15.21 15.28 Dollars (goud) 3.11 3.15 Gouden tientjes 12.58 12.6 GELDKOERS Prolongatie Particul. diacontol Daggeld: OM REKENINGSKOERSEN 26 Mei 27 Mei Londen Berlijn Parijs Brussel (Belga) Zwitserland Kopenhagen Stockholm Oslo NewYork(cable) Rome 8.72 8.71% 0.74.70 0.74.70 4.93% 4.93% 31.71 41.98 38.95 44.95 31.71 41.94 38.92% 14.90 43.82% 43.82% 1.86% 1.86% 6.40 6.45 LONDEN, 27 Mei (Havas). In antwoord op vragen van Hen derson ten aanzien van het bond genootschap met Portugal heeft Butler in het Lagerhuis als volgt geantwoord: „Zooals de Britsche premier aari minister Salazar in een persoonlijke boodschap reeds heeft medege deeld, werd de verklaring van Zijne Excellentie, dat het oude bondge nootschap tusschen onze beide lan den een der duurzame beginselen blijft van de Portugeesche buiten- landsche politiek, door de Bi'itsche regeering en de Britsche natie met de gx-ootste voldoening ontvangen. De Britsche regeeiïng harerzijds be vestigt zonder aarzelen opnieuw haar wil haar verplichtingen na te komen volgens de voorwaarden van dit bondgenootschap, dat een in strument zal blijven van groote waarde ten dienste van den wereld vrede. De banden, welke onze beide landen, beide koloniale mogendheden en mo- gendheden aan den Atlantischen Oceaan, verhinden, zijn steeds nauw geweest en onze regeering hoopt innig, dat zij dat nog langen tijd zullen blij ven. Ik wensch de gelegenheid te baat te nemen om do op 21 December 1937 door den Britschen minister van buiten- landsche zaken afgelegde verklaring op nieuw te bevestigen en te verklaren, dat voor zoover ons betreft zekere voor stellen van vóór den Wei-eldoorlog met betrekking tot zekere Portugeesche ge bieden volkomen dood zijn en dat wij niet, de geringste bedoeling hebben deze weer naar voren te brengen". (Havas toekent hierbij aan, dat hoe wel geen nadere uitleg daarvan wordt gegeven, er reden is te gelooven, dat Butler hiermede wilde zeggen, dat er geen sprake kan zijn van een op lossing va lx het koloniale vraagstuk ten koste van Portugal. Men zal zich herinneren, aldus Havas, dat zekere Britsche en Duitsche staatslieden in de laatste jaren der vorige eeuw en in hot begin dezer eeuw in dezen zin voorstellen hebben gedaan). Henderson vroeg vervolgens of het bondgenootschap met Portugal Enge land het recht liet andere overeenkom sten te sluiten. Butler antwoordde hier op: „Wij zijn volkomen vrij bondgenoot schappen te sluiten met andere landen." BRITSCH KONINGSPAAR TE BANFF BANFF, 27 Mei (Reuter) De koning exx de koningin zijn te Banff aangeko men, en zullen een dag volkomen rust nemen, Tijdens hun voorafgaande kor te bezoek aan Calgary is het konings paar verwelkomd door een groote me nigte, waaronder cowboys en roodhui den. NEW YORK, 27 Mei. (Havas). Fritz Kuhn, de Donderdag ge arresteerde leider van den Duit- schen „German American Bund'1 te New York, is aan een verhoor onderworpen. Hij ontkende, dat hij een bedrag van ongeveer 15.000 dollar uit de kas van den bond had ontvreemd. Tegen een borg stelling van 5.000 dollar is hij in voorloopige vrijheid gesteld. Hij blijft evenwel onder politietoe zicht. Wereldconferentie van de Chris telijke jeugd van 24 Juli tot 2 Augustus AMSTERDAM, 27 Met Zeer bij- zondex-e omstandigheden voorbehou den mag thans met zekerheid wor den vastgesteld, dat van 24 Juli tot 2 Augustus a.s. in Amsterdam een wereldconferentie van Christelijke jeugd zal worden gehouden. Zestienhonderd jongo menschen duizend jonge mannen en zeshonderd jonge vrouwen waarvan 2/3 beneden de 25 iaar en de x*est beneden de 35 jaar, tezamen vertegenwoordigende 65 naties, Komen gedurende tien dagen in Amstex*- dam bijeen om de meeste brandende vraagstukken van dezen tijd te bespre ken en te behandelen. Aan de orde zul len worden gesteld do vcrhoi.ding van do "b risten jeugd tot: de volkenwereld, fie maatschappelijke ordening, volk en staat, de opvoeding, de rasscnvraag. het huwelijk en het gezinsleven, de kerk en haar wereldzendingstaak ens. VEERTIGJARIG JUBILEUM BAARN, 26 Mei. Do heer H. Schou ten, Hoofd der R.K. School alhier, zal op 1 Juni a.s. zijn 40-jarig jubileum als on derwijzer vieren,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 3