Verdachte beschuldigt
vroegere vriendin
van fantasie
Militaire wetsontwerpen in
de Tweede Kamer
Waarom waarschuwde
het meisje D.
niemand?
Prins Bernhard in de
Cineac
Vergrooting van het contingent bepleit
Verlenging van
den eersten
oefeningstijd
Zoutconventie
wegens succes
geprolongeerd
2e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 14 JUNI 1939
HET DRAMA TE KOEDIJK
Zenuwarts acht het onwaarschijnlijk, dat een man
als verd. zijn kinderen om het
leven zou brengen
Voor het Amsterdamsche ge
rechtshof is gistermiddag de be
handeling van het drama te Koe
dijk voortgezet
Na de pauze stijgt de spanning
In de zaal. want Maria D.. de hoofd
getuige en vroegere vriendin van
verdachte, verschijnt voor het ge-
tuigenhekje. Zij houdt zich aan
haar verklaringen voor de recht
bank. zij heeft er niets aan toe te
voegen, noch wil zii iets intrekken.
Eerst confronteert de president haar
met de zuster uit het ziekenhuis. Het
meisje houdt vol, dat vèrd. in het zie
kenhuis een stuk een machtiging
tot ontvangen van steun heeft ge-
teekend. De zuster houdt vol. dat zij
geen pen en inkt op de kamer heeft
gebracht
Pres.: Meisje D., kan het niet zijn.
dat verdachte heeft gezegd: „Teeken
het thuis maar voor mij.''
Neen, dat weet ze zeker, zóó is het
niet gebeurd. Ze heeft van de zuster
schrijfmateriaal gekregen.
Mr. Canis: Lag hii in bed toen hij
teekende? Had hij een onderlegger?
Neen. een onderlegger om het papier
te steunen had hij niet gehad. Hij had
in bed geteekend. hij was nog erg suf.
Pres.: (tot Maria D.)- Het is onbe
grijpelijk. dat verd. op den 13en
Januari, toen hij eigenlijk een slaap-
kuur deed. zóó een handteekening zet
te.
Bjj het verdere verhoor geeft het
meisje toe een verhouding met B. te
hebben gehad. Verdachte wilde met
haar trouwen, maar zoo verklaarde
het meisje „Ik zei. in een gesprek
1n Juli, dat ik weinig lust had met
hem te trouwen, omdat ik de kinde
ren niet steeds om me heen wilde heb
ben. Verdachte had* toen geantwoord:
„Daar zal je geen last van hebben." Ge
tuige had toen gezegd: „Dan moet er.
iets verschrikkelijks gebeuren."
Raadsheer mr. Canis: Dus over dat
verschrikkelijke bent u het eerste be
gonnen.
Getuige: Ja. maar ik heb direct ge
zegd: „Dat kan niet".
Verdachte heeft toen geantwoord:
„Laat dat maar aan mil over".
.Pres.: Hebt u hem In den waan gela
ten. dat u met hem wilde trouwen als
hij vrij was?
Getuige geeft dit toe.
In een later gesprek in Septem
ber had verdachte haar gezegd, dat
hij met vrouw en kinderen in het
water zou rijden om op die wijze
een einde aan hun leven te maken.
Over de kinderen had hij gezegd:
„Ze moeten maar dood. anders
worden ze net als de moeder."
Pres.: Maar dat is toch vreemd, het
«enige kwaad, dat u van die vrouw
weet te vertellen, is dat zij zoo bazig
was.
Getuige: En toch heeft hij dat ge
zegd.
Vlak voor den 2en Januari, waar
schijnlijk op Oudejaarsdag, had verd.
nogmaals met getuige gesproken. Hij
had toen gezegd, dat het „ongeluk" op
2 Januari zou gebeuren.
Pres.: En hebt u hem toen nog trach
ten te remmen, net als bij die andere
gesprekken.
Getuige (zacht): Ja 't hielp niet
Pres.: 't Is eigenlijk misdadig wat u
gedaan hebt. U waarschuwt de politie
noch de vrouw, u wacht kalm het be
richt door de radio af.
Getuige: Ik probeerde hem toch nog
te remmen.
Na het gebeurde had getuige al
leen met verd. gesproken in het
ziekenhuis. Hii had toen gezegd,
dat de tocht een mislukking was
geweest, maar ze moest maar ge
duld hebben; „we zullen elkaar
toch wel krijgen."
Nadat verdachte uit het ziekenhuis
was ontslagen had verd. het meisje op
gezocht in Schagen. Hij wilde haar
waarschuwen tegen een man, die werk 1
van haar maakte.
Pres. (tot verd.): Was de verhouding
toen uit?
Verd.: Ja
't Meisje: Neen
Pres.: Waarom hebt u het heele ver
haal aan den journalist K. verteld
Wat bezielde u om hem te zeggen, dat
verd. zijn vrouw en kinderen in het
water heeft gereden? En dat na een
half jaar zwijgen.
Getuige: Ik wilde alles zeggen. De
journalist had aanvankelijk beloofd te
zullen zwijgen.
Later waren K. en getuige naar een
priester gegaan. Getuige had een zeet
vriendschappelijke verhouding met K.
De president leest nog een aantal
processen-verbaal voor. Een daarvan
beschrijft o.a. hoe het meisje het be
richt door de radio hoorde. Zij logeer
de bij familie te Blokker. „Zij was erg
geschrokken" hadden de familieleden
gezegd.
Pres.: Als u toch alles vooruit wist.
hoefde u niet te schrikken.
Raadsheer mr. Canis (terugkomende
op de verklaringen van get.): U hebt
eigenlijk het eerst over do kinderen
gesproken. Dat u ze niet om u heen
kon zien. U zoudt hem dan eigenlijk
op dit afschuwelijke idee hebben ore-
bracht.
De verdachte wordt dan onder
vraagd:
Nooit heeft hij gezegd, dat hij
van zijn vrouw af wilde of haar en
de kinderen uit den weg wilde rui
men.
Pres.- F.en priester verklaart an
ders. Tegen hem zoudt u hehhen
gezegd, dal u wel vaaer met het
plan had rondgeloopen.
Verdachte <met klem). Onjuist.
Pres.: Maar fantaseert dit meis
je dan dit heele afgrijselijke moord-
verhaal.
Verd.: Ja, alles is gelogen.
Wel heeft verdachte eens gezegd:
„Als je geen geloof, geen gevoel en
geen geweien had. zou je de boel kun
nen verdrinken."
Pres En verder hebt u haar niets
gezegd
Verd.: Geen woord.
President: „En u hebt in het zieken
huis nooit over „een mislukking" ge
sproken.
Ook dat ontkent verdachte. Wel hpd
hij over het hondje gesproken, maar
niet in den zin van een fantasie.
Procureur-generaal: „Wat dacht u
vlak voor het ongeluk?"
Verdachte. „Ik dacht „het gaat niet
goed. als ik nu maar niet gestraft
wordt voor mijn zondig verleden
Weer vraagt de president of ver
dachte nooit te kennen heeft gege
ven zijn vrouw en gezin op te wil
len ruimen.
En weer antwoordt hij kalm:
„Nooit
Verdachte: „Dat moet een abuis
van den priester zijn. Ik heb nooit
gezegd, dat ik die gedachte aan
zoo'n vreeselijk misdrijf heb ge
had.
De verdediger ondervraagt
De veltlediger neemt de ondervra
ging dan over:
Getuige, u hebt herhaaldelijk gespro
ken over „de schatten van kinderen"
van verdachte, zooals u het uitdrukte.
Waarom hebt u zich dan niet tegen
het zgn. plan verzet.
Getuige geeft toe. dat zij veel van de
kinderen hield.
Verdediger: „Is het waar, dat de
journalist K. met getuige wil trouwen.
Ik zou nu wel eens willen weten,
roept mr. de Groot uit, hoe precies de
verhouding tusschen getuige en K. is.
Daar zit meer achter en een juist ant
woord zou een ander licht op de ver
klaringen van dit meisje werpen.
Maria D.: Tusschen mij en meneer
K. is niets dan bescherming en vriend
schap.
Verdediger: „Er zijn menschen die
gezien hebben, dat K. en dit meisje el
kaar in het openbaar kusten.
Mr. Canis: ,,'t Is onbegrijpelijk, dat. u
aan K. alles tot in bijzonderheden ver
telde, terwi,jl er zooals u zegt geen
verhouding tusschen u en K. was.
President: „U kon toch volstaan met
te zeggen, dat u een verhouding met
^crdachte heht gehad, dat was voor K.
al erg genoeg geweest.
Daarvoor hoefde u het misdrijf niet
te verraden.
De vriend K. als getuige
Het verhoor is hiermede ten einde,
het meisje is langer dan anderhalf uur
ondervraagd, doch zij blijft bij haar
verklaringen. Zii mag gaan zitten en
zij staat haar plaats af aan haar
vriend K., die vertelt, „dat het meisje
tijdelijk bij hem de huishouding ver
zorgde". Getuige had geruimen tijd een
verhouding met het meisje. Hij kende
verdachte B. niet, op zekeren dag had
B. haar opgezocht ten huize van ge
tuige. Hij had een fluisterend gesprek
gehoord. En met veel moeite had hij
haar later bewogen te vertellen, wat er
besprokpn was. Zij had verteld, dat zij
een verhouding met verd. heeft gehad.
Getuige had toen gezegd: „Oh, ben jij
de vrouw, die er achter zou zitten, zoo
als men fluistert".
Maria had haar verhaal voortgezet,
doch zij had getuige eerst laten belo
ven niels te vertellen. „Ik dacht
zegt getuige „dat het een tamelijk
onschuldig verhaal was". Toen hii het
geheele drama hoorde, had hij zijn be
lofte van stilzwijgendheid herroepen.
Getuige had mei een priester gespro
ken en met dezen priester had ver
dachte óók een gesprek gehad. I^ater
had deze tegen getuige gezegd: „Het is
gebeurd, zooals het meisje het gezegd
heeft".
Pas in October deed getuige aangifte
hij de justitie.
President: „Eerst hebt u verklaard,
dat de priester hem niet schuldig vond.
omdat hii verd. er wel eens over
heeft gedacht, maar het plan niet op
zettelijk heeft uitgevoerd. Nu verklaart
u, dat de priester gezegd heeft, dat het
gebeurd is zooals Maria vertelde.
Getuige: „Ik kreeg van den priester
den indruk, dat verd. een onweerstaan
bare drang had en dat het gebeurde
toch een ongeluk was.
President: „Heeft u nog een verhou
ding met het meisje. Gaat u haar trou
wen?"
Getuige: „De verhouding is uit Ik
kan haar niet trouwen, omdat ik geen
0005 wand'laacs onvoorzichtigheid
raakt holland zn natuurschoon
kw'jt
geld heb. Mede in verband met deze
zaak kreeg ik ontslag en nu moet ik
een eigen bedrijf opbouwen. Bovendien
ben ik getrouwd
President: „Wordt uw vrouw niet
bewogen om mee te werken aan een
echtscheiding."
Getuige (koeltjes): „Ik weet er niets
van."
Raadsheer mr. Canis: Waarom had
u zoo'n haast om van die aanklacht
tegen B. werk te maken? Lag dat niet
in uw bijzondere verhouding tol het
meisje Maria D
Neen. zegt getuige. Bovendien had
ik niet zooveel haast.
Mr. Canis: Dat had u wel. want na
dat u met een jurist had gesproken
kon u niet eens wachten tot de pries
ter weer terug was. die toevallig seni-
ge dagen uit was. U haalde nog een
anderen priester in de zaak om toch
maar gauw een aanklacht te kunnen
indienen.
Pres. (tot getuige K U heht rap
port op rapport gestapeld om maar te
kunen „bewijzen", dat B. een misdadi
ger is.
Het hof hoort vervolgens den pries
ter, pater De Hart. In Mei 1938 Is ge
tuige K. bij hem geweest om te vertel
len. wat hij, K.. van het meisje had ge
hoord. Dat verhaal was zoo tenden
tieus, dat de priester de vrees kreeg,
dat juffrouw B. nog elk oogenblik ge
vaar liep gedood te worden. Getuige
had het meisje gehoord en daarbij was
hii direct van dien vrees genezen.
Ook heeft de priester verdachte
gehoord, die hem bekende wel eens
met het plan te hebben rondgeloo-
pen zijn vrouw te dooden. Maar
dien dag had hii dat plan niet
gehad en het te water rijden was
volgens verd. niets anders dan een
ongeluk. Volgens Marietje D. was
er echter wel opzet in 't spel ge
weest.
Weer betoogt verdachte met klem,
dat de priester zich vergist en de ver
halen door elkaar haalt. Over plannen
had hij nooit gesproken, wel over de
verhouding met het meisje.
De priester handhaaft zijn lezing.
Tenslotte hoort het hof dr. H. Hoe-
neveld, zenuwarts te Alkmaar nog, die
naar de geestvermogens van verdach
te een onderzoek Instelde.
Verdachte is volkomen toerekenings
vatbaar. Na het gebeurde was hij vol
komen geschokt
Desk. acht het zeer onwaarschijn
lijk, dat een man als verdachte,
na een rustig familiebezoek, zijn
kinderen, waar hij veel van hield,
om het leven zou brengen. Dat is
onaannemelijk meent deskundige.
Wel kon hij gemakkelijk een dubbel
leven leiden, temeer daar zijn vriendin
een krachtiger natuur heeft dan verd.
Er is wel eens gezegd, dat hij zoo wei
nig bedroefd leek na het verlies van
zijn kinderen. Dat lijkt misschien zoo
omdat hij oppervlakkig is en droef
heid betrekkelijk kort In zijn geest
blijft hangen. De dokter ziet In hem
een goedige, sterk emotioneele man,
die eigenlijk zelf niet meer precies
weet, hoe het ongeluk gebeurd is.
De zitting wordt geschorst tot Don
derdagochtend a.s.
De door hemzelf vervaardigde
film aanschouwd
's-GRAVENHAGE, 13 Juni. Na het
bijwonen van de zitting van den Raad
van State heeft Z.K.H. Prins Bernhard
een bezoek gebracht aan de Cineac op
het Buitenhof, waar hij de film heeft
aanschouwd, welke hij zelf van Prinses
Beatrix heeft opgenomen. De Prins was
vergezeld van zijn secretaris, jhr. mr. C.
Dedel en zijn adjudant kapitein J. K.
II. de Roo van Alderwereit.
De hooge bezoekers werden verwel
komd door directie van de Cineac, de
heeren A. Gelder en J. C. C. baron van
Tilh die den Prins en zijn gevolg aller
eerst de cabine lieten zien en de daarin
aangebrachte technische snufjes, welke
het mogelijk maken een smalfilm op het
groote doek te vertoonen. De Prins, als
deskundig amateur, toonde hiervoor
zeer groote belangstelling. De directie
van de Cineac bood den Prins daarna
een boek aan, waarin allerlei herinne
ringen aan het vertoonen van deze film
zijn aangebracht, zooals persverslagen,
foto's en... zelfs een bewijs van de
filmkeuringscommissie, dat de film vat)
Prinses Beatrix voor alle leeftijden was
goedg -keurd.
Ten slotte heeft de Prins zelf de film
aanschouwd, hetgpen voor hem ook al
daarom een attractie was, omdat hij
verschillende gedeelten, welke hij heeft
opgenomen, zelf nog niet geprojecteerd
had gezien. Er was voor den Prins dus
een geheel nieuw gedeelte bij. Geen
wonder dus. dat hij, evenals de vele be
zoekers van de Cineac, ook hartelijk
meelachte bij het vertoonen van de
film.
Het bezoek van Prins Bernhard aan
de Cineac was al spoedig bekend gewor
den, zoodat. toen om kwart over vier
het gezelschap de Cineac verliet, een
groote menschenmenigte op het Buiten
hof verzameld was, die den Prins har
telijk toejuichte.
's-GRAVENHAGE. ln de gistermid
dag voortgezette vergadering van de
Tweede Kamer kwam aan de orde het
wetsontwerp naturalisatie van J. A.
Baetens en 18 anderen.
De heer de Marchant et d'A n-
sembourg (N.S.B.) is van oordeel,
dat de volksche gedachten den minister
van justitie vreemd zijn. De minister
heeft terstond iemand van de voor
dracht geschrapt, omdat op hem de ver
denking van fascistische geneigdheid
rustte. Spr vergelijkt hiermede de hou
ding ten opzichte van den oud-gezant
Alexich. De minister wenscht vooral
geen menschen met karakter Spr. ziet
met belangstelling het resultaat van het
hernieuwde onderzoek ten aanzien ven
degenen, die vervallen zijn. tegemoet
Spr. kan zich met het ontwerp niet ver
eenigen.
De Minister van Justitie ziet
van het woord af.
Het ontwerp wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen met aanteek^.-
ning, dat de N.S.B. wenscht geacht te
worden te hebben tegengestemd.
Aan de orde zijn de wetsontwerpen:
Wijziging van de dienstplichtwet. Onder
de wapenen blijven van dienstplichti
gen; in vverkelijken dienst houden van
dienstplichtigen
D(? heer R u v s d e Beerenbrouck
(R.K.) ziet verschillende verbeteringen
in het eer9te ontwerp. Ten aanzien van
de herhalingsoefeningen sluit hij zich
bij den minister aan.
Over de overige voorstelln is spr. min
der enthousiast. Spr. acht de beste op
lossing de verhoogine van het contin
gent gepaard aan een eeringp verlen
ging van den eerste-oefeningstijd Spr
wenscht een contingent van 50 000 man
en een eerste-oefeningstijd van 17 maan
den. indien noodig
Het ware doeltreffender geweest, een
deel der wijzigingen permanent te ma
ken. n.l. de grensbeveiliging.
Spr. licht dit nader toe aan de hand
van cijfers.
Naar spr.'s meening is dit stelsel ook
een betere sociale voorziening te noe
men. Is tweejarige onteigening van ar-
beidsmogelljkheid zonder schadeloos
stelling billijk? Spr. vraagt daarom het
iets duurdere stelsel te nemen.
Wat de kosten betreft, daarover tast
Sien ook in het regeeringsstelsel in het
uister.
Het stelsel van spr. komt aan de
werkloosheidbestrijding ten goede. Men
zoekt naar ohjecten en hier voert men
het kostenbezwaar aan tegen uitbrei
ding van kazernes enz. Men moet hier
eerder aan een sluitende landsverdedi
ging en pen sluitend budget denken
Spr. acht het ontwerp niet aanbeve
lenswaardig en de maatregelen wille
keurig.
Ten aanzien van de beide andere ont
werpen heeft spr. hef bezwaar, dat ook
de cijfers, tegen welker verstrekking
geen bezwaar bestaat, niet zijn medege
deeld. Spr. sluit zich aan hij de opvat
ting. dat zooveel mogelijk mopt worden
tegemoet gekomen aan den wensch tot
vervanging van dienstplichtigen, die ln
de burgermaatschappij noode gemist
kunnen worden.
Spr. bepleit een zoo spoedig moge
lijke invoering van een afzonderlijk
commando grensbeveiliging.
De heer Duymaer van Twist
(A.R.) is van oordeel, dat vaststaat, dat
de dienstplichtwet ten aanzien van de
grens- en kustbeveiliging onvoldoende
werkt.
Gelukkig heeft men den tijd ge
had de maatregelen rustig uit te
voeren. Bij een snellen overval was
er van de mobilisatie en concentra
tie niets terecht gekomen.
Waarom acht de minister een perma
nente grens- en kustbeveiliging niet
noodig?
Dit standpunt strookt niet met de
radiorede van minister Colijn op 11
April. Zonder permanente grens- en
kustbeveiliging is de veiligheid van het
rijk niet verzekerd. Afdoende regelingen
te dien aanzien hadden veel bespaard.
De toegangsdeuren van Nederland moe
ten gesloten kunnen worden.
Men mag niet aannemen, dat wij bij
een overval den tijd hebben om onze
grenstroepen te mobiliseeren. Wat is er
bij de grens permanent? On sommige
plaatsen marechaussee of militaire po
litie. op andere plaatsen niets. België
heeft een permanente legersterkte van
88.000 man, waaronder 6000 Ardcnsche
jagers, aan de grens.
De verlengingsmogelijkheid van den
eerste-oefeningstijd tot twee jaar acht
spr. een lichtpunt. Hpt staat voor spr.
vast. dat de perste-oefeningstijd voor
goed op twee ianr zal worden bepaald,
daar het oorlogsgevaar latent blijft Dit
acht spr. niet zonder bezwaar.
De oplossing is: vergrooting van
het contingent. Spr. deelt het be
zwaar van den minister, dat dan
uitbreiding van de kazernes noodig
zal zijn. niet. daar deze ook hij ver
lenging van den eerste-oefeningstijd
noodig is.
De herhalingsoefeningen zullen met
veel beleid moeten plaats hebben. Welke
maatregelen zullen getroffen worden om
den dienstplichtigen eenige zekerheid
te geven, dat zij hun betrekking niet
vzrliezen?
Spr. Is van oordeel, dat aan de vrij
willige landstormcorpsen motordienst
groote schade is toegebracht door onoor
deelkundig oproepen.
Mogelijkheid van willekeur
De heer W endelaar (Lib.) brengt
de regeering dank voor de verduidelij
king in de memorie van antwoord ge
geven.
Ten aanzien van het tweede wetaont
werp merkt spr. op, dat in het Konink
lijk besluit van oproeping geen bepaal
de groepen worden genoemd, doch „al
het personeel, bestemd om hij de bui
fengewone opropping uitwendige veilig
heid op te komen Spr is van oordeel
dat hier de mogelijkheid van willekeur
geschapen wordt. Spr. hoopt, dat «pop
die behoorlijk geregeld wordt de vergoe
ding aan opgeroepen spoorwegperso
neel.
Het eerste wetsontwerp brengt naar
spr.'s meening niet alleen voor het ge
mobiliseerde leger gpen man ver«ter
king, doch hpf verzwakt het zelfs, daar
de beste lichtingen naar de grenstroepen
worden verplaatst.
Ook wordt er gpen stap gedaan in de
richting van de „totale verdediging"
Dit ontwerp gaat niet in de richting vnn
den algemepnen dienstplicht Spr acht
de tegenstelling op sociaal gebied schrij
nend tusschen dienstplichtigen en niet
dienstplichtigen.
Spr. is het met de regeering eens.
dat heter is het minder goede, dat
snel te verkrijgen is. De contingents
vergrooting zou inderdaad pas later
resultaat opleveren. Deze overwe
eing dient ook te gelden ten aan
zien van de vloot.
Spr. Is bereid over ztjn bezwaren heen
te stappen.
Spr. vraagt, waarom de regeering niet
de jongste lichtingen heeft opgeroepen
De regeering zal in geen jaren kunnen
ontkomen aan toepassing van de ge
vraagde bevoegdheden. Het ware daar
om beter geweest een eerste oefenings
tijd van 17 maanden voor te schrijven
met 7 maanden daarboven facultatief
De heer Schilthuis (V.D.) is van
oordeel dat de contingentsuithreiding
zekere sociale voordeden heeft. Bij uit
breiding zou sprake zijn van een per
manenten maatregel. Ook bij verlenging
van den persten-oefeningstijd zal echter
gezorgd moeten worden voor onderdak
Spr. beseft, dat ook aan dit stelsel na
deelen kleven, doch acht de keuze van
de regeering juist. Hij acht het niet-per-
manente karakter van de grens- en
kustbeveiliging juist. Permanente-voor
zieningen zouden duurder zijn dan noo
dig is.
Ook deze spr. zag liever, dat den eer
ste-oefeningstijd verlengd werd tot 1?
18 maanden; dit zou minder nadeelig
zijn voorde dienstplichtige werknemers.
Spr. acht de verlenging van den
duur der herhalingsoefeningen, on
danks zijn bezwaren, aanvaardbaar.'
Ten aanzien van de beide laatste wets
ontwerpen merkt spr. op. dat hij zich
met de genomen maatregelen kan ver
eenigen. Spr. ziet er niettemin bezwa
ren in, n.l. maatschappelijke nadeelen,
ontstaan door het verwijderen uit hun
gezinnen van oudere mannen.
Verscherpte grensbewaking
noodzakelijk
De heer Albarda (S.D.) is van
oordeel, dat over de noodzakelijk
heid van een verscherpte grensbe
waking geen verschil van meening
kan bestaan. Een zwakke defensie
werkt oorlogsinitiatief van andere
mogendheden in de hand.
De noodzakelijke oproeping van
dienstplichtigen heeft groote bezwaren
getoond. Daarom kan spr. volledig met
de bedoeling van de wijziging der
dienstplichtwet instemmen. In contin
gentsuitbreiding ziet spr. niet de oplos
sing. Op de voorgestelde wijze kan
men het snelst dienstplichtigen van
oudere lichtingen huiswaarts doen
gaan. Spr. kan zich dus met het sy
steem van het wetsontwerp vereenigen,
vooral, daar uitdrukkelijk wordt ver
klaard. dat dit ontwerp alleen in bui
tengewone omstandigheden zal worden
toegepast. Uit het wetsontwerp blijkt
dit niet.
Een grief van spr. is, dat tot duur
zaam recht gemaakt zal worden, wat
voor buitengewone omstandigheden is
bestemd. Daarom wenscht spr. beper
king van tijdsduur, ten einde onzeker
heid onder de dienstplichtigen te ver
mijden.
De keuze van den tijdsduur moet
vrij willekeurig zijn. Op dit punt zal
spr. een amendement indienen.
Bij het tweede wetsontwerp merkt
spr. op, dat de werkloozen den indruk
maken van hoorigen van den staat met
meer plichten dan rechten, indien zij
worden aangewezen voor vervanging
van dienstplichtigen. Onder de wape
nen geroepen, verliezen zij de kans op
werk. Spr. hoopt, dat zij in de gelegen
heid worden gesteld om werk te zoe
ken en, het gevonden hebbende, vrij
stelling te verkrijgen.
Voorts acht spr. particuliere en ge
meentelijke luchtafweer in strijd met
de Grondwet.
Dp heer De Marchant et d'A n-
sembourg (N.S.B.) is van oordeel,
dat men de verschillende bevolkings
groepen tracht zoet te houden. De voor
de hand liggende oplossing is de alge-
meene dienstplicht. Men vergete niet
dat wij ons land moeten verdedigen
Thans bewerkstelligt men telkens par-
tieele mobilisaties, die duurder zijn
dan de algemeene dienstplicht. Spr.
ontkent, dat onze zee- en landmacht
toereikend zijn.
Het feit, dat Nederland nog steeds
lid is van den Volkenbond, wijst er op,
dat wij niet met ernst een neutrale
zelfstandigheidspolitiek nastreven.
Spr. wenscht daarom verhooging van
het contingent tot minstens 50.000 met
een eerste-oefeningstijd van één jaar.
Spr. wenscht den minister niet te
volgen, indien deze niet den duur be-
WA TETEN WIJ MORGEN?
VOOR DE KOFFIETAFEL
Macaroni met ham en kaas.
Bereiding: Kook de macaroni in ruim
water met zout gaar. Roer in een ander
pannetje boter en een pakje (of gedeelte
van een pakje) koninginnesoep van
Maggi Maak er een papje van met wat
bouillon en roer hierdoor de macaroni,
de gereepte kaas en de zeer fijn gehakte
ham. Doe de massa in een vuurvast
schoteltje, bestrooi het met paneeimeel
en hier en daar een klontje boter, zet
het in den oven, en laat er een mooi
korstjp op komen.
VOOR DE MIDDAGTAFEL
Gebakken kalfslever.
Aardappelen
Appelmoes (van gedr. appelschijfjes).
Custard met aardbeien.
perkt tot ongeveer één laar en daarna
den algemeenen dienstplicht voorstelt.
Spr. verwacht dit echter niet en zal
daarom tegenstemmen.
De heer Tilanus (C.H.) vestigt er
de aandacht op. dat de minister ten
aanzien van de Internationale omstan
digheden heeft verklaard, dat ons land
daarbii niet betrokken was en niet be
dreigd werd. Wij moesten echter ge
dekt zijn en daarom zijn de genomen
maatregelen noodzakelijk geweest.
Moeten zij echter onverzwakt worden
gehandhaafd en kan thans niet een ge
deelte van de mannen, nu alles is voor
bereid. naar huis worden gezonden?
Spr. meent, dal de regeling van 1936
zorgvuldig was voorbereid en zonder
haperen is uitgevoerd. Hij brengt daar
voor hulde aan de betreffende autori
teiten. Critiek heeft spr. op het punt
van de uitgaven: hij neemt echter ln
aanmerking, dat mobilisatie had moe
ten volgen, waarna de maatregelen
een ander, karakter zouden krijgen.
Spr. hoopt, dat hieraan spoedig een
einde wordt gemaakt.
Spr. deelt de bezwaren van den heer
Albarda ten aanzien van de werkloo
zen niet: Zii behouden hun steun, krij
gen soldij, klecding. dekking en voed
sel. Spr. is van oordeel, dat een werk
looze, die werk gekregen heeft, op ver
zoek steeds vrijgesteld zal worden.
Wat de kosten betreft, de uitgaven
voor de defensie zullen een belangrijke
stijging vertoonen.
Hoe zullen deze maatregelen worden
gefinancierd? Een antwoord van den
minister zal spr. od prijs stellen,
Spr. kan het niet eens zijn met dp
opvattingen van den heer Albarda ten
aanzien van de particuliere luchtaf
weer, wat diens grondwettelijke bezwa
ren betreft. De figuur vindt spr. echter
niet fraai.
De vergadering wordt verdaagd tot
hedenmiddag 1 uur.
Ontwrichting van de zoutmarkt
weer voor een jaar
voorkomen
's-GRAVENHAGE, 13 Juni. Van be
voegde zijde deelt men ons mede:
De Nederlandsche Staatscourant van
hedenavond bevat een ministerieele be
schikking, waarbij de Nederlandsche
Zoutconventie wederom voor den duur
van één jaar algemeen verbindend
wordt verklaard.
Deze door een zestal zieders gesloten
conventie heeft tot inhoud een afzei
quotaregeling, een prijsregeling en een
aantal leverings- en betalingsvoorwaar
den.
Het belang van de Conventie moei
hierin worden gezien, dat zij in het af-
gelnopen jaar een einde heeft kunnen
maken aan den concurrentiestrijd,
welke in de eerste helft van 1938. als
gevolg van het uiteenvallen van de
vroegere Zoutconventie. in toenemende
mate leidde tot een ontwrichting van de
zoutmarkt en die uiteindelijk een dooi
de huidige productie- en afzetverhou
dingen niet gemotiveerde vernietiging
van een gedeelte van het Nederlandsche
productie-apparaat tengevolge zou heb
ben gehad.
Evenals het vorige jaar zal de ultvoe
ring van de Conventie worden opgedra
gen aan de algemeene Zout-commissie.
waarin naast het meerendeel der zieders
ook vertegenwoordigers van de afne
mers en de arbeiders zitting hebben. De
taak van deze commissie zal o.a. be
staan in het vaststellen van de prijzen
van de verschillende soorten zout.
In bovengenoemd0 beschikking zijn de
overwegingen, welke tot de algemeen
verbindendverklaring hebben geleid, als
mede de verbindend verklaarde hepalin
gpn, opgenomen. Ten behoeve van be
langhebhenden kan worden medege
deeld. dat deze beschikking ter inzage
ligt hij -die Kamers van Koophandel er»
Fabrieken.
HEVIGE VECHTPARTIJ TUSSCHEN
TWEE LANDBOUWERS
STAPHORST. 13 Juni. Vanmorgen
kregen de landbouwers A. C. en D. R
uit Staphorst, toen zij in het veld aan
het werk waren, een hevigen twist. Deze
liep zoo hoog. dat de mannen elkaar
met mestvorken en messen te lijf gin
gen. Beiden werden zeer zwaar gewond.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
DE PRINS IN DEN RAAD VAN
STATE
's-GRAVENHAGE. 13 Juni. Van
middag heeft Prins Bernhard de bijeen
komst van den Raad van State bijge
woond.