DUIZENDEN WACHTTEN OP DE „SINT LOUIS Het probleem van de j eugdwerkloosheid Drinkwatervoorziening in Zuid-Holland DURANTON NIEMAND MOCHT AAN BOORD Gemobiliseerde Studenten De taak van de kerk GEEN GELOOP MEER AAN DE DEUR U heeft er geen omkijken naar Besparing, want incasso-kosten vervallen Vergunning zal noodzakelijk moeten zijn Louis Raemaekers gehuldigd Begrafenis Ds. Lingbeek 2c BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD MAANDAG 19 JUNI 1939 Het einde van een zwerftocht Zeer strenge maatregelen van de Antwerpsche politie Van een bijzonderen correspondent J J ET staat er zoo onbeduidend en verloren in het dagelijksch bericht van den Antwerpschen Havendienst, tusschen de lange lijst der Verwacht wordende schepen": 17 Juni, s.s. St. Louis, van Havana. Maar hoe zullen de 900 asyl-loozen, die als tennisballen werden heen en weer gegooid, naar den dag verlangd hebben, dat dit bericht kon verschijnen Dan zou aan hun tragischen zwerftocht, aangevangen op 13 Mei, een, althans voorloopig, einde komen. Sinds dezen dag vroegen zij een toevlucht, nadat zij eerst in hun eigen geboorteland waren opge jaagd en verjaagd. En toen den kapitein van de „St. Louis" tenslotte niets anders overbleef dan terug te keeren, verklaarden een paar honderd uitgeworpenen den dood te verkiezen boven een terugkeer in wat ook voor hen eens hun vaderland was geweest. „Men kan nauwelijks beseffenzeide ons Zaterdag een der opvarenden, dien wij met veel moeite konden benaderen, „wat het voor ons beteekende, toen eindelijk dan toch het bericht kwam dat Nederland, België, Engeland en Frankrijk zich over ons ontfermd hadden". ZOO waren wü dan Zaterdagmiddag tegenwoordig bij de aankomst van het veelbesproken schip en met ons een leger van loarnalisten, fotografen komiteitsleden. autoriteiten, gendarmen. De geheele kade. waar de boot zou me ren. was streng afgezet. Op het Zuider- wandelterras en de voetpaden stond een dichte menigte van duizenden. Op het terrein van de Hamburg—Ame- rikal'tjn werd niemand toegelaten, tenzij hij in het bezit was van een officieel toe gangsbewijs. Eindelijk kwam het groote schip in zicht en na nog eenigen tijd wachtens lag de boot, met de hakenkruisvlag in top. aan wal. Toen de landingsbrug was uit gebracht kwam evenwel de groote te leurstelling. Onmiddellijk werd een dub bele haag van gendarmen om de brug heen geplaatst en niemand, behalve de agenten van den openharen veiligheids dienst. mocht aan boord. Hoe sommige konfraters en ook wij zelf aandrongen, het was alles tever geefs; er waren strenge orders en zij werden stipt uitgevoerd. Zelfs de jour nalist, die een truc gebruikte en een sleepboot „charterde" om hem zoo aan den anderen kant van het schip onge merkt aan boord te helpen, baatte dit alles niet, behalve dat hij een proces verbaal opliep. Voor de 250 passagiers, die in België mochten blijven, werd onderwijl een trein gereed gemaakt, die hen (binnen de afsluitingen, op het terrein der scheepvaartmaatschappij) zou opne men. De overigen moesten aan boord van de „St. Louis" blijven, do 194 Jo den, die door Nederland zullen worden opgenomen, zouden Zondag het schip mogen verlaten, d.w.z. overstappen op een kleinere boot. die hen via Hans- weert naar Rotterdam zal brengen. Voor de 250, die naar Frankrijk gaan en de 250 voor Engeland, zullen sche pen langszij van de „St. Louis" komen te liggen, waardoor zij. zonder aan wal te zijn geweest» het. land kunnen ver laten. Dit waren, zeide men ons, de ge troffen maatregelen. T JET was ongeveer 7 uur toen met de f~f ontscheping der voor België be stemden werd aangevangen, 't Is begrijpelijk, dat er heel wat tijd verliep eer alle formaliteiten vervuld waren en er een accoord was bereikt tusschen de belanghebbenden zelf. wat betreft het land hunner keuze. Tijdens het overstappen der in België achterbliivenden van het schip in den trein gelukte het ons toch met een hunner even in aanraking te ko men en eenige woorden te wisselen. ..Met goeden moed en in het bezit van geldige papieren waren wij van Hamburg ver trokken. doch ook .jjapieren" hebben in dezen tijd voor ons geen waarde meer! Dat ondervonden wij toen aan slechts een tiental onzer in Havana vergund werd te ontschepen. 907 personen, waaronder 400 vrouwen en kinderen, moesten terug. Wü deden een beroep op den president van Cuba. op president Roosevelt, op minis ter Chamberlain, op den Franschen mi nister. doch niets baatte, de autoriteiten van Cuba bleven weigeren. „Gij kunt u niet voorstellen de bit tere wanhoop, die zich van ons mees ter maakte, toen wij vernamen, dat de kapitein van de „St. Louis" besloten had naar Duitschland terug te keeren. Het was een vreeselijke, alles vernieti gende mededeeling. „Doch tijdens dien tragischen terug tocht ontvingen wij tenslotte dan toch ter elfder ure de blijde tijding, dat en kele landen, waaronder het uwe, ons voorloopig wilden opnemen. „Nadat wij in Hamburg voor de reis 500 mark hadden betaald, moesten wij voor deze, ons opgedrongen terugreis, nog eens 250 Mark bijpassen. „Wat is er waar van de berichten over zelfmoorden", vroegen wij nog. „Inderdaad, deze hebben zich voor gedaan" zeide onze zegsman, doch het zijn pogingen gebleven en slechts in een paar gevallen. Overigens hebben zich aan boord en te Havana genoeg droevige tooneelen afgespeeld. Zoo b.v. had iemand, die reeds een jaar op Cuba woont, eindelijk een visum voor zijn vrouw gekregen en kwam hij haar af halen. Evenwel: ziin vrouw mocht niet van boord en is weer terug moeten gaan!" Voor oen langer gesprek was er geen gelegenheid meer. zoodat wij het, he laas. moesten afbreken. Toen wij weer buiten kwamen, stond het nog altijd zwart van de menschen, de massa nieuwsgierigen, ook familie leden. zelfs vrouwen en kinderen van passagiers, die zich nog aan boord be vonden. Laat in den avond, toen we De studenten, die hun college-gelden betaald hebben en thans gemobiliseerd zijn. ondervinden in zooverre nog een ernstigen tegenvaller, dat zij nu buiten hun schuld niet van hun betaalde col lege-gelden kunnen profiteeren. De on billijkheid daarvan wordt door de be voegde autoriteiten zeer wel ingezien. Het meest voor de hand liggende zou zijn, dat deze studenten de betaalde col legegelden, of althans een gedeelte er van zouden terugontvangen. Evenwel verzetten de wettelijke bepalingen zich daartegen. Er bestaat echter een bepaling in de regeling der college-gelden, dat studen ten door den minister in aanmerking kunnen worden gebracht om kosteloos de colleges aan de rijks-universiteiten en hnogo scholen bij te wonen. Naar de Maasbode verneemt, over weegt de minister voor het volgende studiejaar van deze bevoegdheid ge bruik te maken, om de erkende onbil lijkheid tegenover de thans gemobili seerde studenten te herstellen. WIJNHANDEL (.DE MOOR' COGNAC 3.25 per flesch LANGESTRAAT 8 TEL. 129 GOEDE KANSEN IN ZUID AFRIKA? AMSTERDAM. 19 Juni. - Het hoofd bestuur van de NederlandschZuid- Afrikaansche Vereen iging heeft een schrijven verzonden aan de rectoren en directeuren van gymnasia, lycea, en hoogere burgerscholen in Nederland, waarin gewezen wordt op het feit, dat Zuid-Afrika een land is. dat jongelui met een middelbare of gymnasiale op leiding dadelijk een goede betrekking biedt en dat het probleem „hoe komen afgestudeerde jongelui aan den slag" in Zuid-Afrika onbekend is. Ook voor Nederlanders aldus de circulaire bestaan er in Zuid-Afrika goede kansen op een betrekking, mits zij in Zuid-Afrika worden opgeleid en een Zuid-Afrikaansch diploma behalen. PRINSELIJK PAAR TER KERKE SOEST. 19 Juni. Het Prinselijk paar heeft Zondagochtend in de Her vormde kerk te Soest de godsdienst oefening onder leiding van den emeri tus-predikant ds. J. Lammerts van Bueren bijgewoond. Derde conferentie van jeugdleiders te Lage Vuursche bijeen LAGE VUURSCHE Op initiatief van het Ned. Jeugdleiders Instituut werd op de .irnst Sillemhoeve, alhier, een tweedaagsche conferentie gehou den. De heeren G. W. F. v. Hoeven, di recteur van de Sociale Jeugddienst van het Departement van Soc. Zaken en Ir. S. A. Posthumus, assistent van de Trchn. Hoogeschocl te Delft voerden hier het woord over „Jeugdwerkloos heid" terwijl" de heeren prof. J. H. Nie- kel. directeur van het Philosophicum te Warmond en H. Gordeau, hoofdredac teur van het orgaan van het Ned. Jon- gelings Verbond het onderwerp „Jeugd en Kerk" hebben behandeld. Aan deze conferentie werd deelgeno men door een tachtigtal afgevaardigden van jeugdorganisaties van alle richtin gen de leiding beruste bij dr. C. P. Gun ning, voorzitter van het Ned. Jeugdlei dereinstituut. In zijn openingswoord herinnerde dr Gunning er aan dat het juist 15 jaar geleden was dat de eerste conferentie van jeugdleiders gehouden werd, een proef, die eerst verleden jaar kon wor den herhaald. Het succes daarvan was wanneer U de abonnementsgelden op het A m e r s- f oortsch Dagblad automatisch gireert, Op aanvraag aan onze administratie (Tel. 513) zenden wij aan kwartaal-abonné's een machtiging ter teekening en de girodienst zorgt voor de rest. Indien U thans aanvraagt, kunnen de abonnements gelden voor het derde kwartaal 1939 reeds automa tisch overgeschreven worden. Adm. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. Ged. Staten wenschen medezéggenschap bij het exploiteeren van water uit de Lek 's GRAVENHAGE, 19 Juni. In 1924 werd in Zuid-Holland de pro vinciale drinkwaterleidingsverorde ning vastgesteld. Daarbij werd het oprichten en hebben van een water leidingbedrijf, het wijzigen of uit breiden van waterleidingwerken en het uitbreiden of inkrimpen van het verzorgingsgebied van zulk een be drijf afhankelijk gesteld van een vergunning van Ged. Staten, waar aan zoodanige voorwaarden kunnen worden verbonden als ter verzeke ring van een doelmatige drinkwa tervoorziening der provincie noodig zijn. Ontbrak bij de totstandkoming der verordening in 1924 nog in 112 gemeen ten een waterleiding, thans zijn van de 179 gemeenten dezer provincie nog slechts 17, die tezamen nog geen 2 pro cent der bevolking tellen, van een be hoorlijke drinkwatervoorziening versto ken. Nu bijna de geheele provincie van waterleiding voorzien is, aldus schrijven Ged. Stuten ter toelichting van een thans voorgestelde wijziging der prov. verordening, beginnen echter andere vraagstukken van drinkwatervoorzie ning in toenemende mate de aandacht te vragen, en wel vraagstukken, waarop de provinciale verordening evenmin in elk opzicht berekend gebleken is, als dc be staande waterleidingwerken, in het bij zonder de bestaande waterwinnings middelen, er waarschijnlijk op berekend zullen blijken te zijn. In verband daarmede vormen de be palingen over uitbreiding en wijziging van waterleidingwerken het uitgangs punt van de thans voorgestelde wijzi ging. Als gevolg van de bestaande bepaling heeft het provinciaal bestuur geenerlei bevoegdheid ter verzekering van oen doelmatige drinkwatervoorziening der provincie ten aanzien van de waterlei dingbedrijven van alle gemeenten boven de 10.000 inwoners met uitzondering van Wassenaar tezamen ongeveer 00 procent van de bevolking van dit ge west tellende. eindelijk huiswaarts keerden, was de trein nog steeds niet vertrokken en de voor België bestemde opvarenden wa ren dus nog steeds niet allen ont scheept... Ged. Staten herinneren in dit ver band eraan, dat de Haagsche ge meenteraad 16 Januari 1939 in be ginsel besloot tot den bouw van een tweede waterleiding, welke het wa ter in of nabij Bergambacht zal ont trekken aan de rivier de Lek, van waar het water door een buisleiding naar 's-Gravenhage zal worden ge voerd om via de bestaande duinwa terinstallatie te worden gedistri bueerd. Dit Haagsche plan (welk6 uitwerking en voltooiing nog een aantal maanden zal vorderen), illustreert de leemte, waarin het onderhavige voorstel beoogt te voorzien. Er is namelijk grond voor de verwachting, dat ook andere ge meenten op den duur water uit de Lek noodig zullen hebben, zoodat de nieu we waterleiding bestemd kan zijn een gewichtige rol te vervullen in de drink watervoorziening van dit gewest. He.t gemeentebestuur van 's-Gravenhage heeft hiervoor van den aanvang af het wordt door Ged. Staten met waar deering erkend een open oog gehad, doch de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur voor de algemeene drinkwatervoorziening maakt het niet temin ongewcn6cht, dat een dergelijk groot werk, dat in belangrijkheid alle sinds 1924 in deze provincie opgerichte waterleidingbedrijven verre overtreft, kan worden tot stand gebracht en ge ëxploiteerd zonder eenige, op het be lang eener doelmatige drinkwatervoor ziening der provincie gerichte zeggen schap van Gedep. Staten. Daarom meenen Ged. Staten te moeten voorstellen de artikelen 1 en 14 der hier bedoelde verordening zoodanig te wijzigen, dat in den ver volge voor elke eenigszins belang rijke wijziging of uitbreiding op wa terleidinggebied in het belang der algemeene drinkwatervoorziening een vergunning aan Ged. Staten ver- eischt zal zijn, waaraan de ter be hartiging van dat belang noodzake lijke voorwaarden kunnen worden verbonden. Als gevolg van het bestaande artikel 14 zijn er thans drie groepen waterlei dingbedrijven, t.w. Ie. die, welke in het geheel niet aan een vergunning zijn ge bonden; 2e. die welke in hun geheel aan een vergunning zijn gebonden, en 3c. die, welke slechts ten deele door een vergunning worden bchcerscht. Het voorgestelde artikel 14 handhaaft dezen toestand voor elk bedrijf ongewijzigd, totdat een vergunning noodig wordt voor nieuwe werken of wijziging van het verzorgingsgebied, waarna het be drijf in zijn geheel vergunningsplichtig wordt, voor zoover het college van Ged. Staten niet anders beslist. FRANSCHE LOF VOOR Jhr. LOUDON „Een van de beste vrienden, die Frankrijk telt" In een commentaar op de verleening van het Grootkruis van het Legioen van Eer aan den Nederlandschen gezant jhr. Loudon, schrijft de Petit Parisien ojn.: „De hoogste onderscheiding van onze nationale orde eert de verdiensten van een der eminentste leden van het corps diplomatique te Parijs, een der beste vrienden, die Frankrijk telt." Het blad geeft vervolgens een over zicht over den loopbaan van den Ne derlandschen oudminister van buiten- landsche zaken, die tijdens den we reldoorlog „alle hulpbronnen van zijn talent in het werk stelde" om de Ne- derlandsche neutraliteitspolitiek in overeenstemming te brengen met „de heimelijke sympathie voor de recht vaardige zaak der door den keizer aan gevallen naties". Het blad herinnert eraan, dat minister Loudon Nederland 80.000 Franschen en Belgen heeft doen opnemen, die vluchtten voor de terug trekkende legers van Hindenburg. Het blad voegt hieraan toe: „In de legatie te Parijs ging jonkheer Loudon voort nieuwe bewijzen af te leggen van zijn gevoelens voor Frankrijk, dat trouwens van dezelfde gevoelens jegens hem be zield was. Weinig vreemdelingen genie ten zooveel vriendschap in de Parijsche society." Ten slotte wijst het blad erop. dat de gezant den bouw van het Nederland- sche paviljoen in de Cité Universitaire tot een goed einde heeft weten te bren gen, en besluit „hiermede heeft Lou don goed gewerkt voor het onderlinge begrip tusschen de jeugdige elites, het eenige pand van een waren vrede." Hij ontvangt de zilveren eere medaille van Roermond MAASTRICHT, 19 Juni. - In Limburg had zich eenigen tijd geleden een eere comité gevormd ter huldiging van den Roermondenaar dr. Louis Raemaekers, den politiekcn teekenaar van internatio nalen faam, die kort geleden 70 jaar oud is geworden. De huldiging van dr. L. Raemaekers geschiedde gistermiddag in de bovenzaal van hotel du Casque in aanwezigheid o.a. van het lid der Tweede Kamer, ir. M. Bongaerts, de burgemeesters» van Roermond en Maastricht, bcschermhee- ren van het huldigingscomité, een depu tatie van de Roermonds;he bevolking, de heeren H. Houben, consul van Frank rijk, en mr. J. Hustinx, consul van Bel de reden dat dit jaar weer een confe rentie werd gehouden. Ir. S. A. Posthumus wilde van het on derwerp „Jeugdwerkloosheid" alleen de principieele zijde belichten. Spreker constateerde dat bij de werkloozen-jeugd dikwijls het min derwaardigheidscomplex sterk is ontwikkeld; zij gevoelen zich een andere groep dan zij die werken, waardoor er een kloof komt tus schen beide groepen, een kloof, wel ke men een nieuw soort klassestrijd zou kunnen noemen. Daarom is ook zoo gevaarlijk de maatregel welke onlangs is getroffen, n.l. om de bewakingsmanschappen aan de grenzen, die werk in den burger maatschappij hebben, te vervangen door werkloozen. Hierdoor wordt het onderscheid tusschen beide groepen des te sterker geconcentreerd Veelal is nog de gedachtengang dat het voldoende is de jeugd aan werk, al dan niet productief, te helpen, doch er moet werk tegen loon komen opdat de jeugd weer plannen voor de toe komst kan maken. De geheele Neder- landsche Volksgemeenschap is er ver antwoordelijk voor dat een groot per centage van de Nederlandsche Jeugd geen toekomst heeft. De heer G. W. F. van Hoeven, behan delde hierna het onderwerp van de praktische zijde. Spr. besprak eerst een bepaling van den omvang van de jeugdwerkloosheid, en wees erop dat men uierbij niet uit kon gaan van de cijfers der bureaux voor arbeidsbemiddeling. Gebleken was namelijk dat deze cijfers sterk afweken van die der bureaux voor jeugdregistra- tie, welke veel meer de werkelijkheid benaderden. Uitvoerig stond spreker stil bij het werk der bureaux voor jeugd-re- gistratie, waarvan er thans 23 in het ge heele land zijn, maar welke voortaan voor het geheele land wettelijk zullen zijn voorgeschreven. Als vanzelf volg de ook een bespreking van „Staat van dienstboekje" en hetgeen dit in de praktijk zal beteekenen. Tenslotte behandelde spr. nog de maatregelen welke genomen zullen worden. De Centrale werkplaatsen en vakcursussen zullen blijven bestaan. Daarnaast blijven ook de kampen welke worden geexploiteerd door de vier erkende richtingen, de z.g. zuilen. De kampen zullen inplaats van 6 en 8 weken, voortaan 12 weken duren. Ge neeskundig onderzoek zal regelmatig plaats vinden en de kampleiding zal een beter salaris ontvangen. Deze kam pen mogen geenszins vergeleken wor den met de kampen van een twintig jaar geleden. Kaderkampen, waaruit la ter nieuwe kampleiders gerecruteerd worden, zijn er reeds enkele ingericht. Ook voor de meisjes wordt gezorgd. Naast de bestaande dienstboden-in ternaten komen nog nieuwe, ter wijl er ook proeven worden geno men met meisjeskampen, op de wijze zooals deze er thans reeds zijn voor jongens. Den tweeden dag sprak als eerste, de heer H. Gordeau over „Jeugd en Kerk" Na eerst erop gewezen te hebben dat kerk en jeugd van elkaar vervreemd waren en de jeugd critiek uitoefende op do kerk, daar deze niet gelooft wat zij belijdt, merkte spr. op dat de hoden- daagsche jeugd en de kerk zich confron- teeren. De kerk dient, schuld te belijden terwijl de jeugd omtrent de kerk dient te worden ingelicht. Als de kerk weer gelooft hetgeen zij belijdt dan zal zij weer velen uit de duisternis van het on geloof tot zich trekken. MR. N. G. VAN TAACK TRA KRANEN OVERLEDEN 's-GRAVENHAGE, 19 Juni. Op 71-jarigen leeftijd is te zijnen huize te Wassenaar overleden mr N. G. van Taack Tra Kranen, oud-voorzitter van den pensioenraad, ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De begrafenis van het stoffelijk overschot, zal Dinsdag a.s. om 12 uur op Eik en Duinen geschieden. gië, mr. G. Bonhomme, president der Maastrichtsche rechtbank, een aantal Limburg8che artisten en besturen van verschillende kunstenaarsverenigingen. Dr. Louis Raemaekers is in hartelijke bewoordingen achtereenvolgens gehul digd door den heer J. Schaepkens van Riempst, wethouder van onderwijs, kunsten en wetenschappen van Maas tricht, door oud-minister van waterstaat mr. P. J. Reymer, burgemeester van Roermond, die aan dr. Raemaekers de zilveren eeremedaille zijner stad over handigde. door jhr. mr. W. Michiels van Kessenich, burgemeester van Maastricht en door den heer M. Kemp, die namens het huldigingscomité aan den gehuldig de een fraai uitgevoerd „album amico- rum" aanbood, waaraan tal van Lim burgsche kunstenaars zeer artistieke bijdragen hadden geleverd, zoodat die album 'n gedubbelde expositie van Lim burgsche kunst is geworden. Aan mevr. Raemaekers werd een bloemenmand aangeboden. Voorts hebben nog het woord gevoerd ir. M. Bongaerts en de heer Ern. van Aelst. voorzitter van den Limburgschen kunstkring. Dr. L. Raemaekers, die hartelijk dank te voor deze hulde, zoo treffend van Limburgsche spontaniteit, is tenslotte nog verrast met een vocale hulde van de K.Z. Mastreechter Staar, die hem de Nederlandsche en Limburgsche volks liederen toezong. Op de landelijke begraafplaats aan den Putter Straatweg, gemeente Voort huizen is Zaterdagmiddag omstreeks half een het stoffelijk overschot van den plotseling overleden emeritus-predikant ds. C. A. Lingbeek. oud-lid van de Twee de Kamer, onder groote belangstelling van de zijde der Herv. Gereformeerde Staatspartij ten grave gedragen. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op ds. K. Gravemeijer uit Den Haag en ds. H. E. Gravemeijer uit Amsterdam, (is. L. G. Bruiin uit Heteren. ds. G. Bar ber uit Heukelum. ds. P. Hofstede uit Leusden. ds. A. J. van Renes en ds. W. Jansen namens den Nederlandsch Her vormden Radio-Omroep, mevr. G. Bar- gerlïoedemaker. dochter van prof. Ph. J Hoedemaker. van wie ds. Lingbeek een toegewijd leerling en geestverwant geweest is, ds. A. G. den Hartog uit Rot terdam. ds. H. J. van Schutten uit Lun- teren. een groep van dertig visschers- vrouwen uit Scheveningen in haar ty pische kleederdrarht. met ds. de Roer namens de Hervormd Gereformeerde Partij te Scheveningen. alsmede het be stuur daarvan. Onder klokgelui van de Ned. Herv. kerk vertrok de stoet omstreeks half twaalf van het sterfhuis, waar ds. H. E. Gravemeijer gesproken had naar aan leiding van Isaias 40, Op het kerkhof werd de kist door acht predikanten naar het graf gedragen. Ds. K. Gravemeiier sprak naar aanlei ding van psalm 23. welke zooveel had beteekend in het leven van ds. Lingbeek: „de Heere is mijn herder mij zal niets ontbroken". Vervolgens sprak ds. H. F. Gravemeijer uit Amsterdam, eere-voorzitter van de Hervormd Gereformeerde partij. Daarna voerden nng het wnnrd ds. den Hartog, vice-voorzitter der H.G.S.P., ds, H. Bak ker uit Amsterdam namens de C.onfessio- neele Vereeniging en Hervormd Week blad der Gereformeerde kerk en tenslot te bad ds. de Boer uit Scheveningen het Onze Vader. JOURNALISTEN OP EXCURSIE Het jaarlijksche uitstapje van den Nederlandschen Journalisten Kring 's-GRAVENHAGE, 19 Juni. Zooals wij reeds hebben gemeld eindigde de eerste dag van het jaarlijksche uitstapje van den Nederlandschen Journalisten kring, dat ditmaal Den Haag en omstre ken tot doel had, in een gezellig samen zijn in de foyer van het Kurhaus waar de excursisten de gast waren van den A.N.W.B. en van de directie van de Maatschappij Zeebad Scheveningen. Namens den A.N.W.B. werden de deel nemers in een hartelijk speechje wel kom geheeten door den voorzitter van den A.N.W.B., den heer II. P. J. Bloe- mers, burgemeester van Arnhem. Onder de aanwezigen waren voorts o.a. de 'heeren H. J. van Balen, directeur alge meene zaken en W. A. M. Westerouen van Meeteren, directeur tourisme van dezen bond, mr. C. Adoma Zijlstra, na mens de directie van de maatschappij Zeebad, en de heeren C. R T. baron Krayenhoff, voorzitter, en mr. H. C. H. Canter Cremers, ondervoorzitter van de Algemeene Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer. Baron Krayenhoff sprak woorden van waardeering voor de steun, die hij steeds van de zijde van de pers mocht onder vinden. De tweede dag van het „kring-uit stapjede Zondag, ving aan met een rondrit uit Scheveningen door Den Haag met autobussen van de Westlandsche Stoomtram-Maatschappij. Een bezoek werd gebracht aan het re creatieoord van de Koninklijke Petro- leummaatschappij te Rijswijk, het Huis te Werve, en daarna ging het verder mcj. dc autobussen het Westland in. Na een kort oponthoud te Naaldwijk werd andermaal gestopt bij de bloemen en vruchtenkweekerij van den heer P. Kester te Westerlee. Over 's-Gravezande. Monster en Loos duinen reed men weer naar Schevenin gen terug. Hier bood de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's-Gra venhage en omstreken in Seinpost aan de journalisten een dejeuner dinatoire aan, waarbij o.a. behalve de voorzitter van de kamer, de lieer A. G. Verbeek, de beide ondervoorzitters, de heeren F. Schiff en M. Kropveld, o.a. ook de wethouders prof. ir. C. L. van der Bilt, L. Buurman en M. Vrijenhoek en de Haagsche gemeentesecretaris mr. dr. J. J. Boasson aanzaten. Deze tweede dag van de excursie eindigde met een thee op het solarium van het Palace-hotel, waar de -deelne mers en hun dames de gasten waren van den perschef van de Koninklijke en mevrouw Kroon. AFZONDERLIJK DEPARTEMENT VAN LANDBOUW NIET GEWENSCHT Dat de belangen van industrie, land bouw en handel behartigd worden door een departement onder leiding van den minister van Economische zaken, lijkt het verbond van Ned. Werkgevers in alle opzichten de eenige juiste toestand omdat de belangen van industrie, land bouw en handel in vele opzichten met elkaar vervlochten zijn. In een request aan den ministerraad wordt er in dit verband tegen geprotes teerd, dat er in den laatsten tijd van landbouwziide wordt aangedrongen op wederinstelling van een afzonderlijk de partement van Landbouw, omdat de taak van een minister van Economische Zaken tweeslachtig en onoverzichtelijk zou zijn. Stellers merken op dat industrie, landbouw en handel in zeer vele opzich ten nauw met elkaar kunnen en moeten samenwerken. Dat er tusschen de sa menwerkende deelen van ons bedrijfsle ven tegenstellingen bestaan, kan niet worden ontkend, al meent het verhond, dat het hier veelal vermeende tegenstel lingen betreft. Een zoo groot mogelijke samenwer king tuschen industrie, landbouw en handel blijft in hooge mate gewenscht. De instelling van een afzonderlijk de partement van landbouw zou echter met deze doelstelling in striid komen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 12