AMER SFOORTTSCfi DAGBLAD „Een Kind des Volks Rust,eenvoud,trouw DE EEMLANBER Dat is zijn allergrootste eeretitel De „kleine luyden' Frankrijk's economische herleving SABOTAGE...? Woensdag 21 Juni 1939 Uitgave: VALKHOFF Co. Bureau: Arnhemschepoortwal 2a 37e Jaargang No. 338 Dr. H. COLIJN IS MORGEN 70 JAAR OUD It Opheffing van de 40-urige werkweek zelfs in links-politieke kringen onvermijdelijk geacht Jaarlijks worden 15.000 vliegers opgeleid GEEN ULTIMATUM VAN IBN SAOED AAN ENGELAND BERICHT Licht op: 9 uur 53 min. ABONNtMtNISPRIJS oer 3 maanden voor Amersfoort 1.95: per maand 0.65; per week met gratis verzekering tegen ongelukken] f 0.15 Binnenland tranco per post per 3 maanden 2.85. Afzonderlijke nummers f 0.05 POSTREKENING 47910 TELEFOON INTERC. 513 MET MAANDAGOCHTENDBLAD PUI K nFR inVFRTFNTIFN 4 f 105 m°' l*KIJi> UtK flUFtmtWIItri re2c| m(.er [0 25 Licfdadighcids-advertentiën voor de helft var. Jen prija. Kleine Advertentiin „KEITJES" Ui vooruilbetalinj 1-5 refiels 50 cent, elke reëel meer 10 cent, driemaal plaatsen I 1.— Bewijsnummer eatra I 0 03 ZT^E/V 70-jarige, wakker en kloekhoudtsaevis tran- quillus in undis, het roer van den Staat. Eerbiedwaardig Maar waarom golft hem, op dezen kroondag, een zooveel warmer gevoeldan enkel eerbied, tegen? Hoe komt het, dat hij in breeder volkskring, dan een onzer vroegere staat kundige leiders, erkend wordt als een nationale figuur? Onmogelijk, Colijn te denken los van de phase van onze staatkundige ontwikkeling, waarin hij zijn loopbaan geloo- pen en naar de prijs gedongen heeft: het tijdperk van de volle ontwikkeling onzer democratische instellingen. „Colijn", pochte een ontoonbaar mannetje tijdens het jongste bezoek van den minister-president aan de stad van het Instructiebataljon, „Colijn is mijn slaapje op de cham- brée geweestMen lachte; maar onbewust had de brave ex-brigges de juiste maat aangegevenwaarmede wij allen bewust of onbewust, Colijn metenhij heeft geen andere of betere kansen gehad, dan de geringste onzer. C o lij n, en dat is zij n grootste eeretitel, is een kind des volks. rl 10EN, in 1813, na de wederkomst van Oranje en het herstel van den staat, de vraag te berde kwam, hoedanig de sa menstelling moest zijn van de volksver tegenwoordiging, d.i. welke volksgroep als pays légal, als de .natie" zou worden aangemerkt, stond men voor de keuze tusschen drie oplossingen. Men kon het actieve staatsburgerschap bij uitsluiting toekennen aan den kring der oude regen ten; men kon het kiezerscorps uitbreiden tot de gegoede bourgeoisie, die de revo lutie tot staatkundig aanzien had ge bracht; en men kon, ten slottesteunen op de gemeente, de „kleine luyden". door Prof. dr. C. Gerretson Het was Hogendorp, die den eersten weg opdrong: het was Kemper, die waar schuwde. dat die weg doodliep en die aanried den sfaat te vestigen op het „eigenlijke volk".#Doch Kemper's raad werd, helaas, in den wind geslagen: de monarchie werd gevestigd op de smalle basis van de honderden der geconsoli deerde aristocratie. En het heeft ge duurd tot 1848 eer tot het pays légal ook werden toegelaten „de duizenden van de beste, van de gegoedste, van de braafste ingezetenen", de „werkzame middenstand, die het meest aan den Staat toebrengt". Maar wat beduidde, zelfs na 184S, het „volk achter de kiezers"? Een Colijn zou onder die bedeeling. zijn kans niet hebben gehad Eerst de verlaging van den census heeft den breederen vólks kring aandeel aan, en daardoor belang in den staat geschonken. Elk dier achtereenvolgens tot staat kundig leven gewekte volksgroepen heeft haar verbeelder gehad: Groen ver tegenwoordigde de oude aristrocatie: Thorhooke de groote burgerij: Kuyper de kleine luyden. KERN DER NATIE T J IT die kleine luyden. den breeden kring van kleine doch zelfstandige boeren en burgers, die van oudsher de kern der natie hebben gevormd, is ook Colijn voortgekomen. Zij hadden trouwens niet op de toekenning van het staatsbur gerschap gewacht, om zich als burgers van een nog vrije samenleving in kerk en school in maatschappeliik zelfbestuur te oefenen. En toen ook zij eindelijk be gonnen uit te trekken, om hun aandeel in den staat te veroveren, vonden zij. dank zij Thorbecke's onderwijsorganisatie, de deuren van alle middelbare en hoogere scholen, van alle vakinstituten, die tot de militaire en civiele bedieningen leid den. wijd open. Het 'liberale stelsel van volksonder wijs heeft zijn nadeelen gehad; maar zijn onmiskenbare voordeel is geweest, dat het juist den kleinen luyden de toegang geopend heeft tot de hoogste staatsambten. Maar een toegang, die alleen te beurt viel aan wie het. door eigen bekwaamheid en karakter ver diende. En de ouderen onder ons, die de chambrée, in haar klassieken vorm, nog hebben gekend, weten, dat er ook karakter noodig was. om „door den troep" heen omhoog te komen. Ook Colijn heeft den ladder van den ondersten sport op moeten beklimmen. Engelsche mannen van beteekenis. die tijdens zijn Londensche periode met hem in aanraking kwamen, stonden wel eens verbaasd over het alronde van zijn kennis omtrent alles wat aan de Nederlandsche belangen raakte. En in derdaad is die kennis, in vergelijking met die van de grootste politieke lei ders uit vroegere tijdperken, van een wonderbaarlijke veelzijdigheid. Dat is te danken juist aan^dien loopbaan van onder op. ZIJN LOOPBAAN Ep EN merkwaardige loopbaan. Begon- nen in de volksschool als onder meester: weinigen kunnen „uitleggen" als hij. Daarna door de Kampensche chambrée en de Aljehsche troep naar den staf van Van Heutsz: daar leerde hij bevelen. Met Van Heutsz als adviseur mee naar Buiten zorg, waar hij werd ingewijd in de gehei men der administratie. In die vertrou wenspositie leerde hij een groot deel van de Oost de visu kennen. Op een zijner tochten in de Buitenbe zittingen ontving hij, in een inlandsch prauwtje de rivier van Palembang af zakkend, het telegraphisch bericht van zijn verkiezing tot Tweede Kamerlid. Het parlement opende hem den weg tot zijn eerste ministerschap. Daarop volgde zijn betrekking tot de Koninklijke, zijn leiderschap van de Asiatic te Londen, een der hoogtepun ten van zijn carrière. Hier was hij een leerling in de hoogeschool der wereld- financiën. Zoo heeft hij alle kringen van het nationale leven: onderwijs: leger, ad ministratie on handel moeten doorloo- pen eer het premierschap hem te beurt viel. Hoeveel rijker was de schat van erva ring die hij daartoe meebracht, dan die Van Hall en Thorbecke. Heemskerk Sr. en Kuyper. zich hadden kunnen ver werven „Al doende" heeft hij zich zoo tot zijn hooge taak. de leiding des volks, ee- vormd. En „al doende" heeft het volk hem leeren kennen en waardeeren. Na tuurlijk is hij in de kringen van zijn werkzaamheid reeds vroeg naar waar de geschat. Maar zijn populariteit on der de massa is eerst langzaam ge groeid. Die populariteit wortelt dan ook dieper, dan in instemming met zijn politiek, die, in een overgangstijd perk als het onze, uit den aard der zaak geen duurzamen algemeenen bijval kan vinden. De warmte, waarmede zijn feest wordt meege vierd, straalt dan ook uit van een anderen haard, dan die waarin de politieke partijgangerschap haar vuurtje stookt. Zij komt voort uit de waardeering voor zijn karakter, waarin het volk enkele der beste deugden liefheeft, waardoor het zelf uitblinkt: zijn rust, zijn een voud, zijn trouw. COLIJN'S RUST ZIJN rust. Zij is de uitdrukking van een rotsvaste religieuze over tuiging, die zich zelden uitspreekt, maar die den grondslag is van zijn ge- heele wezen. Zij openbaart zich in zijn sterke behecrsching van persoonlijke affecten, zijn breede monschelijkheid, zijn weldadige objectiviteit in de beoor deeling van personen en zaken. Die in nerlijke rust straalt van hem uit en beheerscht zijn geheele omgeving. Het meest wellicht in bewogen oogenblik- ken. Zoo stond hij, de organisator der mo bilisatie, midden in het zenuwachtig gedraaf van hoogep en lagen, op dien gedenkwaardigen Augustusmiddag 1914, midden in de groote zaal der Witte, een weinig wijdbeens, de handen op den rug, met een genoegelijken glimlach op het gelaat: „het loopt". Zoo klonk ook zijn vaderlijk woord tijdens de Tsjechische crisis, toen hij na een kort exposé van den toestand, het volk maande om rustig naar bed te gaan. „Zoo iets", merkte een vreem deling op, „kan toch alleen in Hol land." „Maar," luidde het ant woord, „ook in Holland alleen Co lijn." EENVOUD ZIJN eenvoud. Ik weet niet, of ik met dit woord mijn meening juist tref. Ik bedoel eigenlijk niet zoo zeer zijn eenvoud in optreden en om gang, de gelijkmatigheid van zijn stemming, de eenparigheid van zijn werkwijzen. Bij hem behoeft men nooit te vreezen. dat hij morgen anders zal zijn dan gisteren; men weet volkomen wat men aan hem heeft en kan elke reactie vooruit berekenen. Dat maakt, ondanks zijn veeleischendheid. het die nen onder hem tot een dagelijksch feest. „Ik weet niet hoe het komt," hoor de ik eens een zijner secretarissen zeg gen bij het verlaten van zijn werk kamer, „maar bij hem komt men altijd blij vandaan." Doch ik bedoelde vooral zijn in- tellecfueele structuur, en beter had ik wellicht het woord klaarheid gebezigd. Colijn is allerminst een gecompliceerde geest: ook de inge wikkeldste vraagstukken worden, door hem bekeken, simple comme bonjour. De quintessens van een balans of een budget in drie getallen op een snip per papier; een beslissing lapidair als een gevechtsbevel: ziedaar het geheim van,die onbegrijpelijke werkkracht, die toch altoos, zoo noodig. nog tijd en rust weet te vinden, om zich, met volle aan dacht, te wijden aan een detail. Zijn brein gelijkt een raffinaderij. De „in take" kan zoo troebel niet zijn, of na korten tijd komt het er, als door een filter gezeefd, kristalhelder weer uit. COLIJN'S TROUW ZIJN trouw. Over zijn hechte trouw in persoonlijke verhoudin gen, spreek ik niet. In het open bare leven openbaart zij zich, "vooral in beproefde trouw aan zijn politiek beginsel. Sommigen zal deze uitspraak verwonderen. De staatsman Colijn, zullen zij zeg gen, is een opportunist. En zonder twij fel is hij dat óók, zooals alle staats lieden van beteekenis dat zijn. Staat kunde is nu eenmaal de leer van het mogelijke, en het is daardoor dat de politiek zoo gevaarlijk is voor onvaste karakters, voor welke zoo spoedig het mogelijke, in den zin van het krachtens beginsel geoorloofde, geïdentificeerd wórdt met al wat tot het uiterlijk succes dient. Maar Colijn's opportunisme is bepaald door een onverzettelijke norm, die de grenzen markeert tusschen wat hem als staatsman mogelijk en niet mogelijk is. Het is niet zoo gemakkelijk, die norm te omschrijven. Zij ligt. naar het anti-revolu- tionnair beginsel, op de grens van de ge bieden van gezag en vrijheid. Colijn is een man van gezag. Twijfel aan de rechtmatigheid van het gezag waarvan hij de drager is, is wel nooit bij hem opgekomen. Hij kende geen aar zeling in 1918: hij zou ook thans nog, was het nood, geen aarzeling kennen. Maar Colijn is tevens een man der vrijheid. Hoe weinig moeten zij hem gekend hebben, die, aanhangers van on- Nederlandsche beginselen, een oogen- blik hebben cemeend. dat hij. „in be paalde omstandigheden", hun man zou kunnen worden! Vrij van doctrinaire afgoderij voor de letter der Grondwet, is zijn constitutioneele gezindheid on losmakelijk verbonden aan zijn histn- risch-religieuse overtuiging. Het „ik kan ook anders" is voor hem, op deze materie, niet toepasselijk. De. zonder twijfel onopzettelijke, mis kenning van zijn onwankelbare beginsel- trouw is, m.i., ook de diepere oorzaak van de ontiidige verbreking van de nationale unie. die in hel vorig kabinet, niet zonder bezwaar, maar ook niet zonder aanzienlijk voordeel was verwerkelijkt. TEGENSTELLING? IN veler oogen is Colijn als nationale figuur een tegenstelling met Colijn als anti-revolutionnair staatsman. Colijn is, redeneert men, nu wel voort gekomen uit dien bekrompen kring der kleine luyden, maar hij is vroeg in de groote wereld gekomen en door zijn levensloop en zijn levenservaring ver boven zijn oorspronkelijk sociaal en geestelijk milieu uitgegroeid. Hij is een nationale persoonlijkheid ondanks zijn anti-revolutionnair partijleider schap. Die zoo spreken begrijpen niets van het primum movens van Colijn's per- PARIJS, 21 Juni. (A.N.P.). - De vèrbetering van den economi- schen toestand van Frankrijk komt, aldus de Financial News, tot uitdrukking in een stijging van het aantal arbeiders. Op 1 Mei van dit jaar waren er in de in dustrie, mijnbouw en handel 85.000 arbeiders meer tewerk ge steld- De in de afgeloopen week gepubliceerde indexcijfers vertoo- nen denzelfden hersteltendens. Dc gunstigste berichten komen uit de metaalindustrie, die in het afgeloopen jaar geruimon tijd een ernstige crisis doormaakte. Deze industrie maakt thans een gestadig toenemenden „boom" periode door als gevolg van de bewapeningsorders. Eveneens van belang is de opleving in de bouwvakken, een van de indus- stri' ën die wellicht het meeste te lijden heeft geliad van de economische en sncia'«i crises der laatste jaren. Het in- 'ioxcijfer voor deze industrie (1913 100). dat in 193S gemiddeld (il bedroeg, is in Arcil gestes-en tot 77 Deze stijging schijnt voornamelijk veroorzaakt te zijn door de kwijtschelding van belasting, waartoe minister Reynaud in het begin van dit jaar besloot en welke maat regel thans vrucht begint af te werpen. De maatregelen ter opheffing der 40-urige werkweek in be ginsel slechts van tijdelijken aard welke sedert den zomer van 1938 zijn genomen, voornamelijk die welke vervat waren in de de creten van November 1938, heb ben reeds een algemeene wijziging van den toestand veroorzaakt. De opheffing van de 40-urige werk week wordt thans onvermijdelijk ge acht, zelfs in links-politieke kringen als gevolg van den internationalen toe stand. Deze verandering van gedachte in Frankrijk wordt het. duidelijkst ge ïllustreerd door de houding van den se cretaris-generaal van de C. G. T. Jou- haux op de internationale arbeidsconfe- rentie te Genève, waarop deze de ont werpresolutie steunde, ten doel hebben de de kwestie der vermindering van arbeidsuren uit te stellen wegens „de opvoering van de bewapening der lan den ter beveiliging van hun nationale veiligheid en ter bescherming van hun vrijheid." WASHINGTON, 20 Juni. (Havas). Het Huis van Afgevaardigden heeft een ontwerp van wet aangenomen, waarbij het bureau voor burgerluchtvaart wordt gemachtigd gedurende vijf jaar 15.000 vliegers jaarlijks op te leiden. Het. ont werp voorziet een crediet van 5.675.000 dollar voor het loopende jaar en een maximum van 7 millioen dollar voor de volgende jaren. Het ontwerp is reeds door den Senaat goedgekeurd en is thans doorgezonden naar president Roosevelt, die het met zijn handteekening moet bekrachtigen. soonlijkheid. Naar mijn overtuiging is het tegenovergestelde het geval. Colijn is, naar mate hij hooger steeg, met de kleine luyden innerlijk steeds in niger een geworden. Hij is geen nationaal staatsman, on danks, maar omdat hij een anti- revolutionnair staatsman is. In zijn markante persoonlijkheid heeft de klei ne minoriteit, die aan onze geschiede nis haar stempel heeft opgedrukt, nog eens van het gansche volk de erkenning van haar nationale karakter en betee kenis afgedwongen. Er zullen, bij dit feest, zonder twijfel veel loftuitingen worden vernomen, die in de geschiedenis geen weerklank zullen vinden. De waardeering van le venden is een teedere en moeilijke zaak. De Tijd oordeelt soms genadeloos over het. oordeel der tijdgenooten. Nuchter heid in de waardeering voegt vooral aan die hem genegen zijn. Doch welk oordeel de historie ook over den staatsman, den sol daat, den econoom, den financier ten slotte zal vellen: op één punt voel ik mij verzekerd, dat zij geen afbreuk zal doen aan de gemeene overtuiging van wie hem na moch ten staan: In Colijn heeft ons volk een groot karakter voortge bracht. Senator Barbour wil een onder zoek in verband met de drie duikbootrampen WASHINGTON, 21 Juni. (Reu ter). Een resolutie, waarin ge vraagd wordt om instelling van een congrescommissie, die een onderzoek zou instellen naar de mogelijkheid, dat het verlies der drie onderzeeërs, Squalus. Thetis en Phenix te wijten zou zijn aan sabotage, is vandaag in den se naat ingediend door senator Bar bour. De resolutie verklaart, dat een commissie opdracht zou moe ten krijgen om een onderzoek in te stellen naar de gehee'e kwestie van het optreden v?n buitenland- sche spionnen in de Verecnigde Staten. Een Duitsche tegenspraak van berichten in de Italiaansche pers BERLIJN, 20 Juni (Reuter). „Wij zijn goede vrienden van Engeland", aldus heeft Khalid al Hoed, de ver tegenwoordiger van Saoedi6ch-Ara- bië verklaard in een interview naar aanleiding van de Italiaansche berichten, volgens welke het be zoek, dat hij te Berchtesgaden aan Hitier heeft gebracht, verband zou houden met een uitimatum, dat de zoon van koning Ibn Saoed tot En geland zou hebben gericht. Na met stelligheid ontkend te heb ben, dat hij onderhandelingen van wel ken aard ook had gevoerd, verklaarde Khalid dat zijn bezoek aan Hitier zui ver diende tot beantwoording van het bezoek, dat Goebbels verleden jaar aan het hof van Ibn Saoed heeft gebracht. Hij deelde mede, dat hij om gezond heidsredenen te Berlijn vertoefde en voegde hieraan toe, dat hij, alvorens zich naar Berlijn te begeven, te Londen en Parijs had vertoefd. De Wilhelmstrasse spreekt de Ita liaansche persberichten eveneens tegen en van welingelichte zijde worden zij als onzin bestempeld. Zij zijn niettemin door de Duitsche pers op een in het oog loopende plaats afgedrukt ZIJ, die zich met ingang van 1 Juli a.s. op geven als kwartaalabonné, ontvangen de tot dien da tum verschijnende num mers gratis. Weerverwachting Verwachting geldig van he denavond tot morgenavond ongeveer 19 uur: Iets warmer, gedeeltelijk bewolkt, overwegend drocv. zwakke tot matige wind uit Oostelijke richtingen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 1