Regeling van het personenvervoer
cXcud&JtQ (BeALchteiï
„Het rapport der Commissie
niet scherp bestreden"
'sWerelds
Idraaiboek
SERAJEWO NA 25 JAAR
DE ZAAK-OSS
De heer Schouten
aan het woord
Kamerleden eten
oorlogsbrood
Roodhuiden eischen
vijf milliard dollar
De Latijnsche brug
heet thans
de Princip-brug
De gedachten aan strijd hebben thans
plaats gemaakt voor de principieele
bereidheid tot samenwerking
RAIL EN RUBBER:
Sterk opgeblazen
tegenstelling
Drama in Batavia's
onderwereld
Ie BLAD PAG. 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 28 JUNI 1939
's-GRAVENHAGE, 28 Juni. De
TweecJe Kamer kwam hedenmiddag bij
een onder voorzitterschap van mr. J. R.
H. van Schaik.
In afwijking met het reglement van
orde komt het wetsontwerp afwijking
van den in art. 1 der tariefsmachti
gingswet 1031 opgenomen termijn dade
lijk in openbare behandelin-r nadat
blanco eindverslag was uitgebracht.
Het wordt zonder debat en z.h.st. aan
genomen.
Aan de orde is de voortzetting van de
behandeling der zaak-Oss.
De minister-president, dr. H. Colijn,
heeft achter de regeeringstafel plaats
genomen.
De heer Schouten (A.R.) zet zijn
rede voort. De zaak staat niet zoo. dat
de commissie in de plaats van den mi
nister ambtenaren heeft willen hoo-
ren Deze ambtenaren zouden niet in de
gelegenheid
worden gesteld
een oordeel
over het be
leid van den
minister te ge
ven of verifi
catie van zijn
verklaringen.
Beoordeeling
van het beleid
van ambtena
ren is alleen
dan geschied,
wanneer dit
noodzakelijk
SCHOUTEN
was voor de beoordeeling van het beleid
van den minister.
Spr. bespreekt vervolgens de critische
opmerkingen van de verschillende spre
kers over het verslag der commissie.
Hij bestrijdt de rede van den heer Van
Maarseveen op het punt. van de daarbij
aangegeven feiten. Ten aanzien van den
winkelier B. bestond wel degelijk de
mogelijkheid, dat hier sprake was van
een strafrechterlijke kwestie. Spr. er
kent echter, dat oogenblikkelijke arres
tatie niet noodig was geweest.
De commissie heeft deze arrestatie
niet gebagatelliseerd. De aanmerking in
he.t verslag richt zich dan ook niet al
leen tegen de brigadë-Oss.
De brigade heeft inderdaad fouten ge
maakt, doch het gaat hier om het be
leid van den minister.
De commissie heeft in haar verslag
absoluut niet willen verklaren, dat pas
toor-B. strafbare^ feiten heeft gepleegd.
Dit mag de commissie niet beoordeelen
en ook de Kamer niet. Ook in deze zaak
haridhaaft de commissie haar stand
punt, De commissie stond steeds op het
standpunt, dat de geheele zaak-Van den
H. was afgeloopen.
Wat het hooren van den officier van
justitie door den gemachtigde van den
minister betrpft, dit was een speciaal
geval. De zaak was niet, dat alle amb
tenaren van den mipister waren opge
roepen als getuige voor den Centralen
Raad. Dit hooren was niet beleidvol.
De commissie heeft zooveel mogelijk
haar best gedaan zich in de positie van
alle betrokkenen in te denken.
Naar de meening van den heer Van
Maarseveen was de hoofdzaak de indi-
vidueele vrijheid en de belangen van
de burgers en de rechtszekerheid. Hier
over is echter geen verschil van mee
rling. Het gaat om het heleid van den
minister van justitie, toen hij zijn maat
regel nam tegen de brigade:Oss.
De rede van den minister geeft de
commissie geen aanleiding tot uitvoeri
ge beschouwingen. Op menig punt heeft
spr. er met instemming van kennis ge
nomen.
Het verslag der commissie is er goed
iafgekomen en is niet scherp bestreden.
De beschouwingen van den minister
Op het. punt van de 4aak van de Kamer
gaan langs het verslag der commissie
heen.
Wat de pleitnota van mr. James be
treft, de commissie kan er niets aan
doen, dat de minister die niet had. DB
st.uk behoorde deel uit te maken van
het dossier over deze zaak. Het vragen
om de nota zou de heteekepis van het
stuk niet hebben vergroot
Spr. kan het oordeel van den Minister,
dat de commissie dén samenhang oer
feiten en 'omstandigheden uit het oog
verloren heeft, niet onderschrijven. De
commissie heeft aeèn oogenhlik de be
schouwing van het complex van ge
dragingen uit hef oog verloren.
Gedurende langen lijd zijn er geen
opmerkingen gemaakt over de werk
wijze der brigade. -
Kort voor de zaak-Oss heeft de bri
gade een uitgebreid onderzoek ingesteld
in een zedenzaak tegen een groot-in
dustrieel. Gedurende al dien tijd is cr
geen ruchtbaarheid geweest. Dit onder
zoek is later zeer noodzakelijk geble
ken, daar hef wees op verderfelijke
verhoudingen. Kort Pa de arrestatie is
het met de hrigade-Oss plotscliPg ver
keerd gegaan.
SOLDATEN BRENGEN SOLDATEN
KRANT NAAR SOESTDIJK
NIJMEGEN, 28 Juni. Morgen zal ter
gelegenheid van den verjaardag van
Z.K.H. Prins Rernhard een wielrenners-
ploeg van vijf soldaten te 12 uur van
Malden hij Nijmegen vertrekken om het
speciale Prins Bernhard-nummer van de
soldatenkrant, van het Ie bataljon van
het 26e regiment infanterie voor Prins
Bernhard bestemd, naar Soestdijk te
brengen.
De aankomst ten paleize zal ongeveer 4
uur plaats hebben.
f
's-GRAVENHAGE. 28 Juni. - He
denmorgen heeft een zeer voorname
broodbezorger bij twee zeer voorna
me klanten boterhammetjes af gele
verd. Om elf uur werden aan het ge
bouw van de Eerste Kamer voor vijf
tig personen bij het gebouw van de
Tweede Kamer voor honderd perso
nen gesneden boterhammen bezorgd
door het denarfement van economi
sche zaken.
Dit brood was het nieuwe oorlogs
brood dat aan de Kamerleden werd
aangeboden als attentie voor het aan
nemen van de wet. waarbij dit brood
het aanziin kreeg Ongetwiifehl zullen
de honderdvijfiig volksvertegenwoor
digers de wellicht belegde bo
terhammetjes met extra aandacht heb
ben gesavoureerd.
V.
UIT DE STAATSCOURANT
Bij beschikking van den directeur-
generaal der posterijen, telegrafie en
iclefonie zijn, met ingang van 1 Juni
1939 beneomd tot hoofdcommies der
posterijen, telegrafie en telefonie, J.
Berkhout, thans commies bij den P.T.T.-
dienst, aangewezen als beheerder van
het districtsbijkantoor Rotterdamzuid
en S. Ochtman, thans commies bij den
P.T.T.-dicnst, aangewezen als beheerder
van het bijkantoor te Voorburg.
Aan het vakexamen heeft voldaan de
surnumerair van den waarborg en de
belasting der gouden en zilveren wer
ken W. Koonings.
De vice-consul der Nederlanden te Al-
meria (Spanje), de heer E. Gimenez
Garcia, heeft de leiding van zijn post
wederom op zich genomen.
Bij K.B. is de heer N. G. M. van Vel-
zen benoemd tot consul der Nederlan
den te Boston, Mass., buiten bezwaar
van 's lands schatkist.
VELE jaren geleden, toen de blanke
pioniers in de enorme gebieden,
die thans de Vereenigde Staten
vormen, met de verschillende Indianen
stammen allerlei verdragen sloten over
den aankoop van land tegen uiterst
lage 'prijzen, moeten zij wel gedacht
hebben, dat zij geslepen zakenlieden
waren. Een groot aantal van deze ver
dragen mot de Indianen veroorzaakt de
Ameriknansche regeering thans echter
veel hoofdbrekens, want in vele geval
len is de economische en politieke stra
tegie van He voorvaderen, die in totaal
ongeveer 300 overeenkomsten met de
Indianenstammen onderteekenden, een
„boemerang" gebleken.
Volgens het federale bureau voor
Tndiaanscho vraagstukken heeft de
Amerikaansehe regeering er gedurende
de jaren dat zij tegenover verdragsover
tredingen door de blanken een oogje
toekneep-, niet aan gedacht dat de India
nen op zekeren dag advocaten in de
arm zouden kunnen nemen. Op grond
der verschillende verdragen eischen de
Indianen op het oogenhlik van de
regeering een som van in totaal 5 mil
liard dollar!
De Scneca-Tndianen, eens een mach
tige stam aan do Amerikaansch-Cana-
deesche grens maken op grond van- een
oud verdrag aanspraak op de Xiagara-
Rivier. Wanneer dit eigendomsrecht
komt vast te staan, zouden de Indianen
zich kunnen verzetten tegen het feit,
dat de electrise.he centrales het water
van de rivier afleiden.
Toen de Tndianen in 1855 reusachtige
gebieden in het Noord-Westen aan de
blanken afstonden, kregen zij bepaalde
jacht- en visscherij rechten. Deze rech
ten zijn echter in strijd met de wetten
van do staten Washington en Oregon,
die in jacht- en visscherijbelastingen
voorzien. Wanneer echter de fiscus bij
de Indianen verschijnt om belasting op
hun jachtbuit te heffen zegt de Tndiaan
hun in alle gemoedsrust: „Leest ons
verdrag door!"
Intusschen zal er nog wel veel water
door de Niagara en andere oude
Indiaansche rivieren moeten stroomen
voor en aleer de regeering te Washing
ton alle door de Indianen gestelde
eischen erkent...
Veel herinnert aan den fanatieken jongeman,
die den Wereldoorlog ontketende
PRINCIP-BRUG heet op het
oogenblik de Latijnsche Brug
van Serajexvo, bij welke op 28 Juni
1914 de aanslag plaats haddie
den Wereldoorlog ontketende. In
het huis aan de overzijde is een
zwarte marmeren plaat gemetseld,
waarop de historische gebeurtenis
staat beschreven. Gabriel Princip,
die indertijd nauwelijks twintig
jaar oud tvas, had met zijn vrien
den den 28sten Juni als datum van
den aanslag gekozen, wijl op de
zen dag het Bosnische nationale
feest gevierd werd en zij het be
zoek van aartshertog Franz Fer
dinand op dien dag als een provo
catie beschouwden.
ERAJEWO, dat 70.000 inwoners telt,
ligt in het dal van de rivier de
Miliatska. Men bereikt het met een
treintje, dat urenlang tusschen hooge
bergen rijdt en ontelbare tunnels pas
seert alvorens het het dal nadert, waar-
in Scrajewo verscholen ligt Op het eer
ste gezicht ziet de stad er heel gewoon
uit. Men zou haar voor een Nederland-
sche provinciestad kunnen houden. Zoo
dra men zich echter een weinig van
Een straatje van Scrajewo met een
minaret van een Mohammedaansche
moskee op den achtergrond
het centrum verwijdert, komt men in
nauwe straten vol witte huizen, waar
van de deuren met Oostersche mozaie-
ken belegd zijn. In de hoofdverkeers
aders ontmoet men veel Europeesch ge-
kleede burgers, maar ook talrijke Mo
hammedanen, die met fez cn tulband
rondloopen. De vrouwen zijn in zwarte
linnen mantels gehuld en verbergen
hun gezicht achter donkere sluiers. De
Jodinnen dragen op het hoofd de eigen
aardige kap, die uit den tijd der Inqui
sitie stamt. Orthodoxe Bosniërs dragen
hun nationale eostuum en wandelen in
z.g. opanci's. Dat zijn eigenaardige Iee-
ren schoenen, waarvan de neuzen den
vorm van hoorns hebben. Ten slotte ziet
men ook vele boeren, die op bloote voe
ten hun ezel bij den teugel leiden.
De Turken hebben nog slechts weinig
sporen in de stad achtergelaten. Het
eenige, wat aan hen herinnert, zijn de
honderd moskeeën met hun slanke mi
narets en de draohten der hoeren, die
bijna allen den tradttioneelen fez cn de
kniebroek met. breede plooien dragen.
Op het marktplein, de z.g. Carsija, trach
ten zij hun waren aan den man te bren
gen. Men vindt hier echter ook fijn kant
werk, inheemsche bijouterieën en fraai
versierde leeren voorwerpen. Verder kan
men hier ook eigenaardig gebak koopen.
waarin vooral noten, amandelen, non-
gat, halva en rabat lokoum gebruikt
rijn. Op het marktplein komen twaalf
nauwe straten uit, die ieder aan een
verschillend gilde gewijd zijn. Zoo vindt
men er de straat van de ketellappers,
van de zadelmakers, van de juweliers,
enz. Hier liggen ook de kleine restau
rants. waar de Zuidslavische nationale
gerechten met paprika en sarma wor
den geserveerd.
's Avonds worden van de minarets af
de geloovigen tot het gebed opgeroe
pen, ténrij! in de hoofdstraten het corso
plaats heeft De jonge mannen en jonge
meisjes der stad loopen dan de straten
op en neer en wisselen daarbij schuch
tere blikken en lachj'es. Wanneer het
geheel donker geworden is, dansen en
zingen de Zigeuners in de café's en de
gasten 'gooien uit louter vreugde hun
glazen op den grond kapot. De kcllners
brengen vroolijk weer nieuwe glazen en
schrijven de gebroken bokaal op de
rekening.
Zoo is Sera je wo heden ten dage
een vreedzame stad, die veel van
haar Oostersche charme bewaard
heeft Overal echter, op de Prinzip-
hrug, in het café, waar de samen
zweerders elkaar antmoetten en in
dp kleine badplaats in dé nabijheid,
waar het. aartshertogelijk paar, de
laatste dagen van zijn leven door
bracht, moet de bezoeker steeds
weer denken aan den bleeken en
fanatieken jongeman, die hier vijf
en'twintig jaren geleden de grootste
tragedie der geschiedenis ontketen
de.
Het belang der betrokkenen
en van het Nederlandsche
publiek
ROTTERDAM. 28 Juni. Het
vraagstuk van vrijwillige samen
werking op het gebied van het per
sonenvervoer in Nederland is van
verschillende kanten belicht op het
vandaag in den dierentuin hier ter
stede gehouden speciaal aan dit
onderwerp gewijde congres van den
Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland.
De bijeenkomst stond onder leiding
van oud-minister ir. M. C. E. Bongaerts,
algemeen voorzitter van den B.B.N., die
in zijn openingswoord in het bijzonder
welkom heette den vertegenwoordiger
van den minister van Waterstaat en den
burgemeester van Rotterdam, mr. P. J.
Oud, alsmede de drie sprekers prof. mr.
F. de Vries, hoogleeiaar aan de Han-
dclshoogeschool te Rotterdam, den heer
Schilthuis en prof. dr. ir. J. Goudriaan,
president-directeur der Nederlandsche
Spoorwegen, en de vertegenwoordigers
van de bevriende verkeersbonden cn
vervoersorganisaties.
Wat het onderwerp van het congres
betreft, herinnerde de heer Bongaerts
aan hetgeen de minister in de memo
rie van antwoord op zijn coordinatie-
ontwerp heeft geschreven, n.l. dat de
uitvoerbaarheid van de regeling in
hooge mate samenhangt met liet juiste
samengaan van overheid cn bedrijfsle
ven, waarbij uiteraard eerstgenoemde
zich op het standpunt moet stellen het
bedrijfsleven zoo ruim mogelijk baan
te laten voor eigen organisatorischen
opbouw. Twee jaar celeden reeds heeft
de B. B. N. deze uitspraak voelen aan
komen en is hij begonnen met den or
ganisatorischen opbouw onder zijn le
den. Wij steken thans de hand uit
aldus spr. naar de organisaties van
onze vrienden op den weg, die zich
eveneens reeds organiseerden en naar
't georganiseerde railvervoer. De Neder
landsche oplossing van het vervoerpro
bleem moet volgens spr. zijn: vrijheid
van handelen van de bedrijfsgenooten.
in het kader van een onderlinge gebon
denheid in het algemeen belang.
Het standpunt van het
autovervoer
VERVOLGENS besprak het lid der
Tweede Kamer, de heer J. Schilt-
h u i s, ondervoorzitter der af dee
ling personenvervoer in den B. B. N.,
het onderwerp: „Samenwerking op het
gebied van het personenvervoer, gezien
van het standpunt van het autovervoer".
Het is nog niet zoo lang geleden, dat
de auto-wegvervoerder aan de mogelijk
heid van samenwerking nauwelijks kon
gelooven. De gedachten aan strijd heb
ben thans echter plaats gemaakt voor
de principieele bereidheid tot samen
werking. Dat het daartoe kon komen,
is zeker ongetwijfeld niet in geringe
mate te danken aan de nu niet alleen
meer door de wegvervoerders verdedig
de maar toch vrijwel allerzijds aanvaar
de stelling, dat een niet onbelangrijk
deel van het personenvervoer te land
inderdaad het best door het motorrijtuig
kan worden vcricht. Ook van de zijde
van het railverkeer wordt nu herhaal
delijk en duidelijk het nut en de moge
lijkheid der samenwerking bepleit.
De erkenning door het railvervoer van
de noodzakelijkheid om aan het auto-
wegvervoer een belangrijk deel van het
personenvervoer toe te vertrouwen, laat
de vraag nog onbeantwoord, in hoeverre
in de practijk die erkenning zal leiden
tot aanvaarding eener rol in de geza
menlijke taak, welke ook het wegver
voer bevredigend zal achten en even
zeer kan het omgekeerde worden ge
zegd.
Veel zal er voor de toekomst van af
hangen van de ervaringen van den ar
beid der adviescommissie, voorzien in
artikel negen der wet.
Van meer beteekenis dan de
nauwkeurige samenstelling der ad
viescommissie is nog de sfeer, waar
in zij werkt Hoe beter die sfeer,
hoe beter de uit te brengen advie
zen objectief juist zullen zijn cn
door den minister kunnen worden
opgevolgd.
Het zal zaak zijn er daarbij van uit te
gaan, dat grondslag der coördinatie zal
dienen te zijn het algemeen belang.
De samenwerking tusschen weg- en
railvervoer zal beide vervoersvormen in
staat, stellen al hun aandacht te beste
ons dan binnenkort in Nederland alge
meen kunnen verheugen in een geor
dend apparaat voor het personenver
voer, dat. voldoet, aan de eischen, die
daaraan in redelijkheid kunnen worden
gesteld en welker resultaten ook voor
den vervoerder bevredigend zijn.
Het standpunt van het
railvervoer
TEN slotte was het woord aan prof.
Goudriaan, die het standpunt
van het railvervoer uiteenzette.
Spr. verklaarde, dat de directie der
den aan de volmaking der outillage en
van de het publiek geboden service.
Het, autowegvervoer vertrouwt op een
redelijke toepassing der nieuwe rege
len.
Spreker meent, dat dit vertrouwen ge
grond zal blijken te zijn en wij zullen
Nederlandsche Spoorwegen het bijeen
roepen van dit congres ten zeerste had
toegejuicht. De vrijwillige samenwer
king tusschen alle beroepsvervoerders
in het personen- en goederenverkeer
Prof. dr. JGoudriaan
zij het 'ook met den onmisbaren steun
van zekere wettelijke regelingen is.
volgens s.pr., verre te verkiezen boven
een van boven af aan het bedrijf opge
legde regeling.
Spr. wilde hierbij drie verschillende
stadia onderscheiden. De eerste en be
langrijkste elappe is het scheppen van
de goede psychologische sfeer: een per
soonlijk contact, een persoonlijk ver
trouwen. De tweede etappe is dan het
zich beraden op de techniek van de sa
menwerking, het zoeken naar de prac-
tisch uitvoerbare organisatorische mid
delen om de overeenstemming van be
langen tot uitdrukking te brengen. De
derde etappe is de toepassing van deze
techniek op bepaalde concrete gevallen-
Wij moeten thans eerst peilen of wij
reeds zoover zijn, dat wij het eerste sta
dium hebben bereikt. Wij moeten meer
met elkaar paren van aangezicht tot
aangezicht en minder met elkaar van
gedachten wisselen in de pers.
Wij moeten niet trachten eikaar te
imponeeren door machtsvertoon of door
het. klcineeren van de wederpartij.
Naarmate wij ons krachtiger voelen
als persoon en als bedrijf zal de samen
werking tusschen ons gemakkelijker
zijn. De Nederlandsche Spoorwegen heb
ben geen belang hij zwakke, verbrokkel
de en elkaar onderling bestrijdende or
ganisaties van het particuliere beroeps
vervoer. Indien elk der vcr*voerstakken
zou kunnen komen tot. één centrale
krachtige organisatie, zou dit de samen
werking met de spoorwegen, die van
nature een eenheid vormen, ten zeerste
bevorderen.
Spr. weet, dat de B.B.N. vooral den
laatsten tijd ontzaglijke vorderingen
heeft gemaakt op dit gebied en wenscht
den bond met zijn pogingen van harte
succes.
Het moet ook een vanzelfsprekend uit-
gaugspunt tusschen ons zijn, dat er be
hoort te bestaan gelijk recht voor allen.
In zijn voordracht voor de Rotterdam-
sche Kamer van Koophandel heeft spr.
reeds duidelijk gezegd, dat de directie
van de N.S. nimmer eenige poging zal
ondernemen zoo dit al in haar ruacht
was om het motorvervoer op den weg
kunstmatig te bonadcelen door de las
ten, welke op dit verkeer 'drukken, hoo-
ger te maken of hooger te houden dan
noodig is voor het 'dekken van de on
kosten van den weg. Anderzijds moet
erop worden gewezen, dat het spoor
wegbedrijf in tal van opzichten zwaar
der belast is dan het wegverkeer.
De geheel naar spr.'s gevoel sterk op
geblazen tegenstellingen, welke men
wel eens maakt tusschen rail en rubber
is een doodgewone alledaagsche tegen
stelling tusschen twee verschillende
technieken.
Op de rail moet worden vervoerd,
daar waar de rail het goedkoopst is
en op den weg, waar deze het goed
koopst is.
Het helpt ons niets of wij elkaar al
goed gezind zijn en het beste willen, als
wij het niet eens zijn over één gemeen
schappelijk doel. En dat gemeenschap
pelijk doel, dat onze geheele samenwer
king moet inspirceren en beheerschen,
kan naar spr.'s overtuiging geen ander
zijn dan er met ons allen naar te stre
ven om Nederland te voorzien van een
zoö doelmatig mogelijk werkend ver
voerapparaat en dus de economie van
het Nederlandsche vervoerapparaat tot
het hoogst bereikbare op te voeren.
Indien wij cr door samenwerking in
kunnen slagen de totale kosten van het
Nederlandsche vervoerapparaat aanzien
lijk te doen dalen zaJ deze van alle kan
ten met vreugde worden begroet, ook
zelfs wanneer men er aanvankelijk wan
trouwend tegenover zou staan.
De objectieve mogelijkheid om alle be
langen tegelijkertijd te dienen, is alleen
aanwezig, indien er geld op tafel komt,
geld niet verkregen door het vragen
van hooge prijzen aan het publiek, maar
wel verkregen door een zoo sterk mo
gelijke verlaging van ons aller bedrijfs
kosten in onderling overleg. Mogelijk
heden in deze richting liggen voor het
grijpen. De N.S. hebben het grootste be
lang hij goed geleide, rendeerende auto-
husbedrijvcn, taxibedrijven enz. Deze on
dernemingen hebben een groot belang
bij een coed geleid, rendeerend spoor
wegbedrijf.
De directie van de N.S. rekent het
niet tot haar taak to vechten voor eng
chauvinistisch gezien belang van het
railbedrijf. De N.S. is een onderdeel een
belangrijk, maar toch niet meer dan
een onderdeel van het geheele Neder
landsche vervoerbedrijf.
Zij is bereid tot elke bedrijfsin-
krimping, die de economie van het
geheele Nederlandsche vervoerappa
raat kan dienen. Maar dit stand
punt sluit in zich, dat zij niet kan
deelnemen aan vormen van samen
werking, die de economie van het
vervoerapparaat zullen 6chaden in
plaats van bevorderen.
Spr. ziet het oogenblik met
rassche schreden naderen, waarop
zij het niet voorgoed, dan toch
voor een zekere periode er een
schaarschte aan arbeidskrachten
in Nederland zal ontstaan in
plaats van teveel. De tweede we
reldoorlog is reeds potentieel
begonnen. De bittere ernst van
dezen tijd legt ons dus den plicht
op met alle kracht te'streven naar
de grootste economie en alle klei
ne belangentegenstellingen onder
geschikt te maken aan het groote
nationale belang.
De vrijwillige samenwerking in. het
Nederlandsche vervoerbedrijf, is nieuw.
Niemand, die iete nieuws onderneemt,
kan tevoren de garantie geven, dat hij
slaagt. Maar wij moeten, aldus prof.
Goudriaan. het. probeeren en ons uiter
ste best doen om te slagen. Want wan
neer het ons zou gelukken om het. langs
den weg van vrijwillig overleg in hoofd
zaak met elkaar eens te worden, zouden
wij niet alleen de materieele belangen
van onze bedrijven en van het Neder
landsche publiek hebben gediend, wij
zouden tevens een bij uitstek Nederland
sche zaak hebben bevorderd door het be
wijs te leveren, dat men met. vrijwillig
heid hetere resultaten bereikt dan met
dwang.
OOST-INDIF.
BATAVIA, 28 Juni (Aneta) Gis
teravond tusschen half acht en acht
uur heeft zich in de wijk van Ba
tavia waar de z.g. onderwereld bij
een pleegt te komen, een bloedig
drama afgespeeld, waarbij drie per
sonen zijn vermoord.
Het betreft hier twee zeer beruchte
Europeanen, Josef de W. en Scipio B.
en een inlandsche vrouw.
S. en de inlandsche vrouw zijn dood
aangetroffen in een kamer van een be
rucht huis. Naast hen lag een bebloed
mes. De W. is, naar uit de verwondin
gen blijkt, beschoten met een revolver
en verder met messteken afgemaakt.
Het onderzoek wordt geleid door den
officier van justitie, den heer De la par-
ra. De verhooren zijn gedurende den ge-
•heelen nacht voortgezet.
Het staat thans vrijwel vast. dat De
W. vermoord is, omdat :hij zich niet ge
houden heeft eian.de gewoonte waaraan
hier strikt de hand gehouden wordt. n.l.
„om zich niet met andermans vechtpar
tijen te bemoeien". Hij is nl. eenige da
gen geleden bij een vechtpartij voor
iemand anders in de bres gesprongen,
werd hierbij door de politie gearresteerd,
en is nu door S., die over het voorgaan
de met wraakgevoelens bezield was, uit
den weg geruimd. S. is hierna naar
huis gegaan, daar hij zelf gewond
was. Hier heeft hij, .vermoedelijk toen
hij zich bewust werd, wat hij had ge
daan, zijn bezinning verloren, en heeft
toen een einde gemaakt aan het leven
van de vrouw waarmede hij een verhou
ding had en zichzelf.
Intusschen is ook een derde type uit
de onderwereld van Batavia, een zekere
N.,' verhoord. Ook deze stond zeer on
gunstig bekend en heeft bij de zeden
misdrijven de rol van bemiddelaar ge
speeld. Het onderzoek is nog gaande.
Het is vrijwel zeker dat S. vier schoten
uit een revolver op De W. heeft gelost.
Dit wapen is later gevonden. Het resul
taat van de lijkschouwing is echter nog
niet hekend. zoodat niet vaststaat of De
W. door deze schoten is getroffen. Wel
is het zeker dat laatstgenoemde ook ver
schillende steekwonden heeft bekomen.
S. schijnt bij dezen moord van zijn te
genstander in den hals gewond to zijn
met een mes, waarop hij met een sado
naar huis is gegaan, waarop kort. daar
na de verdere ontknooping van het dra
ma volgde.
van den weg staande auto'f
mogen wanneer licht op ver
plicht is géén andere ver
lichting voeren dan n rechtj
geplaatst lampje, dat naar
voren rood en naar achteren
wit licht geeft
Rechts van den weg staande, moogt u
In zoo'n geval kiezen tusschen de nor
male autoverllchtlng óf één links-
zittend lampje, dat naar voren wit
en naar achteren rood licht geeft
Wl
ROOD