Regeling van het personenvervoer cXcud&JtQ (BeALchteiï „Het rapport der Commissie niet scherp bestreden" 'sWerelds Idraaiboek SERAJEWO NA 25 JAAR DE ZAAK-OSS De heer Schouten aan het woord Kamerleden eten oorlogsbrood Roodhuiden eischen vijf milliard dollar De Latijnsche brug heet thans de Princip-brug De gedachten aan strijd hebben thans plaats gemaakt voor de principieele bereidheid tot samenwerking RAIL EN RUBBER: Sterk opgeblazen tegenstelling Drama in Batavia's onderwereld Ie BLAD PAG. 3 AMERSFOORTSCH DAGBLAD WOENSDAG 28 JUNI 1939 's-GRAVENHAGE, 28 Juni. De TweecJe Kamer kwam hedenmiddag bij een onder voorzitterschap van mr. J. R. H. van Schaik. In afwijking met het reglement van orde komt het wetsontwerp afwijking van den in art. 1 der tariefsmachti gingswet 1031 opgenomen termijn dade lijk in openbare behandelin-r nadat blanco eindverslag was uitgebracht. Het wordt zonder debat en z.h.st. aan genomen. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling der zaak-Oss. De minister-president, dr. H. Colijn, heeft achter de regeeringstafel plaats genomen. De heer Schouten (A.R.) zet zijn rede voort. De zaak staat niet zoo. dat de commissie in de plaats van den mi nister ambtenaren heeft willen hoo- ren Deze ambtenaren zouden niet in de gelegenheid worden gesteld een oordeel over het be leid van den minister te ge ven of verifi catie van zijn verklaringen. Beoordeeling van het beleid van ambtena ren is alleen dan geschied, wanneer dit noodzakelijk SCHOUTEN was voor de beoordeeling van het beleid van den minister. Spr. bespreekt vervolgens de critische opmerkingen van de verschillende spre kers over het verslag der commissie. Hij bestrijdt de rede van den heer Van Maarseveen op het punt. van de daarbij aangegeven feiten. Ten aanzien van den winkelier B. bestond wel degelijk de mogelijkheid, dat hier sprake was van een strafrechterlijke kwestie. Spr. er kent echter, dat oogenblikkelijke arres tatie niet noodig was geweest. De commissie heeft deze arrestatie niet gebagatelliseerd. De aanmerking in he.t verslag richt zich dan ook niet al leen tegen de brigadë-Oss. De brigade heeft inderdaad fouten ge maakt, doch het gaat hier om het be leid van den minister. De commissie heeft in haar verslag absoluut niet willen verklaren, dat pas toor-B. strafbare^ feiten heeft gepleegd. Dit mag de commissie niet beoordeelen en ook de Kamer niet. Ook in deze zaak haridhaaft de commissie haar stand punt, De commissie stond steeds op het standpunt, dat de geheele zaak-Van den H. was afgeloopen. Wat het hooren van den officier van justitie door den gemachtigde van den minister betrpft, dit was een speciaal geval. De zaak was niet, dat alle amb tenaren van den mipister waren opge roepen als getuige voor den Centralen Raad. Dit hooren was niet beleidvol. De commissie heeft zooveel mogelijk haar best gedaan zich in de positie van alle betrokkenen in te denken. Naar de meening van den heer Van Maarseveen was de hoofdzaak de indi- vidueele vrijheid en de belangen van de burgers en de rechtszekerheid. Hier over is echter geen verschil van mee rling. Het gaat om het heleid van den minister van justitie, toen hij zijn maat regel nam tegen de brigade:Oss. De rede van den minister geeft de commissie geen aanleiding tot uitvoeri ge beschouwingen. Op menig punt heeft spr. er met instemming van kennis ge nomen. Het verslag der commissie is er goed iafgekomen en is niet scherp bestreden. De beschouwingen van den minister Op het. punt van de 4aak van de Kamer gaan langs het verslag der commissie heen. Wat de pleitnota van mr. James be treft, de commissie kan er niets aan doen, dat de minister die niet had. DB st.uk behoorde deel uit te maken van het dossier over deze zaak. Het vragen om de nota zou de heteekepis van het stuk niet hebben vergroot Spr. kan het oordeel van den Minister, dat de commissie dén samenhang oer feiten en 'omstandigheden uit het oog verloren heeft, niet onderschrijven. De commissie heeft aeèn oogenhlik de be schouwing van het complex van ge dragingen uit hef oog verloren. Gedurende langen lijd zijn er geen opmerkingen gemaakt over de werk wijze der brigade. - Kort voor de zaak-Oss heeft de bri gade een uitgebreid onderzoek ingesteld in een zedenzaak tegen een groot-in dustrieel. Gedurende al dien tijd is cr geen ruchtbaarheid geweest. Dit onder zoek is later zeer noodzakelijk geble ken, daar hef wees op verderfelijke verhoudingen. Kort Pa de arrestatie is het met de hrigade-Oss plotscliPg ver keerd gegaan. SOLDATEN BRENGEN SOLDATEN KRANT NAAR SOESTDIJK NIJMEGEN, 28 Juni. Morgen zal ter gelegenheid van den verjaardag van Z.K.H. Prins Rernhard een wielrenners- ploeg van vijf soldaten te 12 uur van Malden hij Nijmegen vertrekken om het speciale Prins Bernhard-nummer van de soldatenkrant, van het Ie bataljon van het 26e regiment infanterie voor Prins Bernhard bestemd, naar Soestdijk te brengen. De aankomst ten paleize zal ongeveer 4 uur plaats hebben. f 's-GRAVENHAGE. 28 Juni. - He denmorgen heeft een zeer voorname broodbezorger bij twee zeer voorna me klanten boterhammetjes af gele verd. Om elf uur werden aan het ge bouw van de Eerste Kamer voor vijf tig personen bij het gebouw van de Tweede Kamer voor honderd perso nen gesneden boterhammen bezorgd door het denarfement van economi sche zaken. Dit brood was het nieuwe oorlogs brood dat aan de Kamerleden werd aangeboden als attentie voor het aan nemen van de wet. waarbij dit brood het aanziin kreeg Ongetwiifehl zullen de honderdvijfiig volksvertegenwoor digers de wellicht belegde bo terhammetjes met extra aandacht heb ben gesavoureerd. V. UIT DE STAATSCOURANT Bij beschikking van den directeur- generaal der posterijen, telegrafie en iclefonie zijn, met ingang van 1 Juni 1939 beneomd tot hoofdcommies der posterijen, telegrafie en telefonie, J. Berkhout, thans commies bij den P.T.T.- dienst, aangewezen als beheerder van het districtsbijkantoor Rotterdamzuid en S. Ochtman, thans commies bij den P.T.T.-dicnst, aangewezen als beheerder van het bijkantoor te Voorburg. Aan het vakexamen heeft voldaan de surnumerair van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren wer ken W. Koonings. De vice-consul der Nederlanden te Al- meria (Spanje), de heer E. Gimenez Garcia, heeft de leiding van zijn post wederom op zich genomen. Bij K.B. is de heer N. G. M. van Vel- zen benoemd tot consul der Nederlan den te Boston, Mass., buiten bezwaar van 's lands schatkist. VELE jaren geleden, toen de blanke pioniers in de enorme gebieden, die thans de Vereenigde Staten vormen, met de verschillende Indianen stammen allerlei verdragen sloten over den aankoop van land tegen uiterst lage 'prijzen, moeten zij wel gedacht hebben, dat zij geslepen zakenlieden waren. Een groot aantal van deze ver dragen mot de Indianen veroorzaakt de Ameriknansche regeering thans echter veel hoofdbrekens, want in vele geval len is de economische en politieke stra tegie van He voorvaderen, die in totaal ongeveer 300 overeenkomsten met de Indianenstammen onderteekenden, een „boemerang" gebleken. Volgens het federale bureau voor Tndiaanscho vraagstukken heeft de Amerikaansehe regeering er gedurende de jaren dat zij tegenover verdragsover tredingen door de blanken een oogje toekneep-, niet aan gedacht dat de India nen op zekeren dag advocaten in de arm zouden kunnen nemen. Op grond der verschillende verdragen eischen de Indianen op het oogenhlik van de regeering een som van in totaal 5 mil liard dollar! De Scneca-Tndianen, eens een mach tige stam aan do Amerikaansch-Cana- deesche grens maken op grond van- een oud verdrag aanspraak op de Xiagara- Rivier. Wanneer dit eigendomsrecht komt vast te staan, zouden de Indianen zich kunnen verzetten tegen het feit, dat de electrise.he centrales het water van de rivier afleiden. Toen de Tndianen in 1855 reusachtige gebieden in het Noord-Westen aan de blanken afstonden, kregen zij bepaalde jacht- en visscherij rechten. Deze rech ten zijn echter in strijd met de wetten van do staten Washington en Oregon, die in jacht- en visscherijbelastingen voorzien. Wanneer echter de fiscus bij de Indianen verschijnt om belasting op hun jachtbuit te heffen zegt de Tndiaan hun in alle gemoedsrust: „Leest ons verdrag door!" Intusschen zal er nog wel veel water door de Niagara en andere oude Indiaansche rivieren moeten stroomen voor en aleer de regeering te Washing ton alle door de Indianen gestelde eischen erkent... Veel herinnert aan den fanatieken jongeman, die den Wereldoorlog ontketende PRINCIP-BRUG heet op het oogenblik de Latijnsche Brug van Serajexvo, bij welke op 28 Juni 1914 de aanslag plaats haddie den Wereldoorlog ontketende. In het huis aan de overzijde is een zwarte marmeren plaat gemetseld, waarop de historische gebeurtenis staat beschreven. Gabriel Princip, die indertijd nauwelijks twintig jaar oud tvas, had met zijn vrien den den 28sten Juni als datum van den aanslag gekozen, wijl op de zen dag het Bosnische nationale feest gevierd werd en zij het be zoek van aartshertog Franz Fer dinand op dien dag als een provo catie beschouwden. ERAJEWO, dat 70.000 inwoners telt, ligt in het dal van de rivier de Miliatska. Men bereikt het met een treintje, dat urenlang tusschen hooge bergen rijdt en ontelbare tunnels pas seert alvorens het het dal nadert, waar- in Scrajewo verscholen ligt Op het eer ste gezicht ziet de stad er heel gewoon uit. Men zou haar voor een Nederland- sche provinciestad kunnen houden. Zoo dra men zich echter een weinig van Een straatje van Scrajewo met een minaret van een Mohammedaansche moskee op den achtergrond het centrum verwijdert, komt men in nauwe straten vol witte huizen, waar van de deuren met Oostersche mozaie- ken belegd zijn. In de hoofdverkeers aders ontmoet men veel Europeesch ge- kleede burgers, maar ook talrijke Mo hammedanen, die met fez cn tulband rondloopen. De vrouwen zijn in zwarte linnen mantels gehuld en verbergen hun gezicht achter donkere sluiers. De Jodinnen dragen op het hoofd de eigen aardige kap, die uit den tijd der Inqui sitie stamt. Orthodoxe Bosniërs dragen hun nationale eostuum en wandelen in z.g. opanci's. Dat zijn eigenaardige Iee- ren schoenen, waarvan de neuzen den vorm van hoorns hebben. Ten slotte ziet men ook vele boeren, die op bloote voe ten hun ezel bij den teugel leiden. De Turken hebben nog slechts weinig sporen in de stad achtergelaten. Het eenige, wat aan hen herinnert, zijn de honderd moskeeën met hun slanke mi narets en de draohten der hoeren, die bijna allen den tradttioneelen fez cn de kniebroek met. breede plooien dragen. Op het marktplein, de z.g. Carsija, trach ten zij hun waren aan den man te bren gen. Men vindt hier echter ook fijn kant werk, inheemsche bijouterieën en fraai versierde leeren voorwerpen. Verder kan men hier ook eigenaardig gebak koopen. waarin vooral noten, amandelen, non- gat, halva en rabat lokoum gebruikt rijn. Op het marktplein komen twaalf nauwe straten uit, die ieder aan een verschillend gilde gewijd zijn. Zoo vindt men er de straat van de ketellappers, van de zadelmakers, van de juweliers, enz. Hier liggen ook de kleine restau rants. waar de Zuidslavische nationale gerechten met paprika en sarma wor den geserveerd. 's Avonds worden van de minarets af de geloovigen tot het gebed opgeroe pen, ténrij! in de hoofdstraten het corso plaats heeft De jonge mannen en jonge meisjes der stad loopen dan de straten op en neer en wisselen daarbij schuch tere blikken en lachj'es. Wanneer het geheel donker geworden is, dansen en zingen de Zigeuners in de café's en de gasten 'gooien uit louter vreugde hun glazen op den grond kapot. De kcllners brengen vroolijk weer nieuwe glazen en schrijven de gebroken bokaal op de rekening. Zoo is Sera je wo heden ten dage een vreedzame stad, die veel van haar Oostersche charme bewaard heeft Overal echter, op de Prinzip- hrug, in het café, waar de samen zweerders elkaar antmoetten en in dp kleine badplaats in dé nabijheid, waar het. aartshertogelijk paar, de laatste dagen van zijn leven door bracht, moet de bezoeker steeds weer denken aan den bleeken en fanatieken jongeman, die hier vijf en'twintig jaren geleden de grootste tragedie der geschiedenis ontketen de. Het belang der betrokkenen en van het Nederlandsche publiek ROTTERDAM. 28 Juni. Het vraagstuk van vrijwillige samen werking op het gebied van het per sonenvervoer in Nederland is van verschillende kanten belicht op het vandaag in den dierentuin hier ter stede gehouden speciaal aan dit onderwerp gewijde congres van den Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland. De bijeenkomst stond onder leiding van oud-minister ir. M. C. E. Bongaerts, algemeen voorzitter van den B.B.N., die in zijn openingswoord in het bijzonder welkom heette den vertegenwoordiger van den minister van Waterstaat en den burgemeester van Rotterdam, mr. P. J. Oud, alsmede de drie sprekers prof. mr. F. de Vries, hoogleeiaar aan de Han- dclshoogeschool te Rotterdam, den heer Schilthuis en prof. dr. ir. J. Goudriaan, president-directeur der Nederlandsche Spoorwegen, en de vertegenwoordigers van de bevriende verkeersbonden cn vervoersorganisaties. Wat het onderwerp van het congres betreft, herinnerde de heer Bongaerts aan hetgeen de minister in de memo rie van antwoord op zijn coordinatie- ontwerp heeft geschreven, n.l. dat de uitvoerbaarheid van de regeling in hooge mate samenhangt met liet juiste samengaan van overheid cn bedrijfsle ven, waarbij uiteraard eerstgenoemde zich op het standpunt moet stellen het bedrijfsleven zoo ruim mogelijk baan te laten voor eigen organisatorischen opbouw. Twee jaar celeden reeds heeft de B. B. N. deze uitspraak voelen aan komen en is hij begonnen met den or ganisatorischen opbouw onder zijn le den. Wij steken thans de hand uit aldus spr. naar de organisaties van onze vrienden op den weg, die zich eveneens reeds organiseerden en naar 't georganiseerde railvervoer. De Neder landsche oplossing van het vervoerpro bleem moet volgens spr. zijn: vrijheid van handelen van de bedrijfsgenooten. in het kader van een onderlinge gebon denheid in het algemeen belang. Het standpunt van het autovervoer VERVOLGENS besprak het lid der Tweede Kamer, de heer J. Schilt- h u i s, ondervoorzitter der af dee ling personenvervoer in den B. B. N., het onderwerp: „Samenwerking op het gebied van het personenvervoer, gezien van het standpunt van het autovervoer". Het is nog niet zoo lang geleden, dat de auto-wegvervoerder aan de mogelijk heid van samenwerking nauwelijks kon gelooven. De gedachten aan strijd heb ben thans echter plaats gemaakt voor de principieele bereidheid tot samen werking. Dat het daartoe kon komen, is zeker ongetwijfeld niet in geringe mate te danken aan de nu niet alleen meer door de wegvervoerders verdedig de maar toch vrijwel allerzijds aanvaar de stelling, dat een niet onbelangrijk deel van het personenvervoer te land inderdaad het best door het motorrijtuig kan worden vcricht. Ook van de zijde van het railverkeer wordt nu herhaal delijk en duidelijk het nut en de moge lijkheid der samenwerking bepleit. De erkenning door het railvervoer van de noodzakelijkheid om aan het auto- wegvervoer een belangrijk deel van het personenvervoer toe te vertrouwen, laat de vraag nog onbeantwoord, in hoeverre in de practijk die erkenning zal leiden tot aanvaarding eener rol in de geza menlijke taak, welke ook het wegver voer bevredigend zal achten en even zeer kan het omgekeerde worden ge zegd. Veel zal er voor de toekomst van af hangen van de ervaringen van den ar beid der adviescommissie, voorzien in artikel negen der wet. Van meer beteekenis dan de nauwkeurige samenstelling der ad viescommissie is nog de sfeer, waar in zij werkt Hoe beter die sfeer, hoe beter de uit te brengen advie zen objectief juist zullen zijn cn door den minister kunnen worden opgevolgd. Het zal zaak zijn er daarbij van uit te gaan, dat grondslag der coördinatie zal dienen te zijn het algemeen belang. De samenwerking tusschen weg- en railvervoer zal beide vervoersvormen in staat, stellen al hun aandacht te beste ons dan binnenkort in Nederland alge meen kunnen verheugen in een geor dend apparaat voor het personenver voer, dat. voldoet, aan de eischen, die daaraan in redelijkheid kunnen worden gesteld en welker resultaten ook voor den vervoerder bevredigend zijn. Het standpunt van het railvervoer TEN slotte was het woord aan prof. Goudriaan, die het standpunt van het railvervoer uiteenzette. Spr. verklaarde, dat de directie der den aan de volmaking der outillage en van de het publiek geboden service. Het, autowegvervoer vertrouwt op een redelijke toepassing der nieuwe rege len. Spreker meent, dat dit vertrouwen ge grond zal blijken te zijn en wij zullen Nederlandsche Spoorwegen het bijeen roepen van dit congres ten zeerste had toegejuicht. De vrijwillige samenwer king tusschen alle beroepsvervoerders in het personen- en goederenverkeer Prof. dr. JGoudriaan zij het 'ook met den onmisbaren steun van zekere wettelijke regelingen is. volgens s.pr., verre te verkiezen boven een van boven af aan het bedrijf opge legde regeling. Spr. wilde hierbij drie verschillende stadia onderscheiden. De eerste en be langrijkste elappe is het scheppen van de goede psychologische sfeer: een per soonlijk contact, een persoonlijk ver trouwen. De tweede etappe is dan het zich beraden op de techniek van de sa menwerking, het zoeken naar de prac- tisch uitvoerbare organisatorische mid delen om de overeenstemming van be langen tot uitdrukking te brengen. De derde etappe is de toepassing van deze techniek op bepaalde concrete gevallen- Wij moeten thans eerst peilen of wij reeds zoover zijn, dat wij het eerste sta dium hebben bereikt. Wij moeten meer met elkaar paren van aangezicht tot aangezicht en minder met elkaar van gedachten wisselen in de pers. Wij moeten niet trachten eikaar te imponeeren door machtsvertoon of door het. klcineeren van de wederpartij. Naarmate wij ons krachtiger voelen als persoon en als bedrijf zal de samen werking tusschen ons gemakkelijker zijn. De Nederlandsche Spoorwegen heb ben geen belang hij zwakke, verbrokkel de en elkaar onderling bestrijdende or ganisaties van het particuliere beroeps vervoer. Indien elk der vcr*voerstakken zou kunnen komen tot. één centrale krachtige organisatie, zou dit de samen werking met de spoorwegen, die van nature een eenheid vormen, ten zeerste bevorderen. Spr. weet, dat de B.B.N. vooral den laatsten tijd ontzaglijke vorderingen heeft gemaakt op dit gebied en wenscht den bond met zijn pogingen van harte succes. Het moet ook een vanzelfsprekend uit- gaugspunt tusschen ons zijn, dat er be hoort te bestaan gelijk recht voor allen. In zijn voordracht voor de Rotterdam- sche Kamer van Koophandel heeft spr. reeds duidelijk gezegd, dat de directie van de N.S. nimmer eenige poging zal ondernemen zoo dit al in haar ruacht was om het motorvervoer op den weg kunstmatig te bonadcelen door de las ten, welke op dit verkeer 'drukken, hoo- ger te maken of hooger te houden dan noodig is voor het 'dekken van de on kosten van den weg. Anderzijds moet erop worden gewezen, dat het spoor wegbedrijf in tal van opzichten zwaar der belast is dan het wegverkeer. De geheel naar spr.'s gevoel sterk op geblazen tegenstellingen, welke men wel eens maakt tusschen rail en rubber is een doodgewone alledaagsche tegen stelling tusschen twee verschillende technieken. Op de rail moet worden vervoerd, daar waar de rail het goedkoopst is en op den weg, waar deze het goed koopst is. Het helpt ons niets of wij elkaar al goed gezind zijn en het beste willen, als wij het niet eens zijn over één gemeen schappelijk doel. En dat gemeenschap pelijk doel, dat onze geheele samenwer king moet inspirceren en beheerschen, kan naar spr.'s overtuiging geen ander zijn dan er met ons allen naar te stre ven om Nederland te voorzien van een zoö doelmatig mogelijk werkend ver voerapparaat en dus de economie van het Nederlandsche vervoerapparaat tot het hoogst bereikbare op te voeren. Indien wij cr door samenwerking in kunnen slagen de totale kosten van het Nederlandsche vervoerapparaat aanzien lijk te doen dalen zaJ deze van alle kan ten met vreugde worden begroet, ook zelfs wanneer men er aanvankelijk wan trouwend tegenover zou staan. De objectieve mogelijkheid om alle be langen tegelijkertijd te dienen, is alleen aanwezig, indien er geld op tafel komt, geld niet verkregen door het vragen van hooge prijzen aan het publiek, maar wel verkregen door een zoo sterk mo gelijke verlaging van ons aller bedrijfs kosten in onderling overleg. Mogelijk heden in deze richting liggen voor het grijpen. De N.S. hebben het grootste be lang hij goed geleide, rendeerende auto- husbedrijvcn, taxibedrijven enz. Deze on dernemingen hebben een groot belang bij een coed geleid, rendeerend spoor wegbedrijf. De directie van de N.S. rekent het niet tot haar taak to vechten voor eng chauvinistisch gezien belang van het railbedrijf. De N.S. is een onderdeel een belangrijk, maar toch niet meer dan een onderdeel van het geheele Neder landsche vervoerbedrijf. Zij is bereid tot elke bedrijfsin- krimping, die de economie van het geheele Nederlandsche vervoerappa raat kan dienen. Maar dit stand punt sluit in zich, dat zij niet kan deelnemen aan vormen van samen werking, die de economie van het vervoerapparaat zullen 6chaden in plaats van bevorderen. Spr. ziet het oogenblik met rassche schreden naderen, waarop zij het niet voorgoed, dan toch voor een zekere periode er een schaarschte aan arbeidskrachten in Nederland zal ontstaan in plaats van teveel. De tweede we reldoorlog is reeds potentieel begonnen. De bittere ernst van dezen tijd legt ons dus den plicht op met alle kracht te'streven naar de grootste economie en alle klei ne belangentegenstellingen onder geschikt te maken aan het groote nationale belang. De vrijwillige samenwerking in. het Nederlandsche vervoerbedrijf, is nieuw. Niemand, die iete nieuws onderneemt, kan tevoren de garantie geven, dat hij slaagt. Maar wij moeten, aldus prof. Goudriaan. het. probeeren en ons uiter ste best doen om te slagen. Want wan neer het ons zou gelukken om het. langs den weg van vrijwillig overleg in hoofd zaak met elkaar eens te worden, zouden wij niet alleen de materieele belangen van onze bedrijven en van het Neder landsche publiek hebben gediend, wij zouden tevens een bij uitstek Nederland sche zaak hebben bevorderd door het be wijs te leveren, dat men met. vrijwillig heid hetere resultaten bereikt dan met dwang. OOST-INDIF. BATAVIA, 28 Juni (Aneta) Gis teravond tusschen half acht en acht uur heeft zich in de wijk van Ba tavia waar de z.g. onderwereld bij een pleegt te komen, een bloedig drama afgespeeld, waarbij drie per sonen zijn vermoord. Het betreft hier twee zeer beruchte Europeanen, Josef de W. en Scipio B. en een inlandsche vrouw. S. en de inlandsche vrouw zijn dood aangetroffen in een kamer van een be rucht huis. Naast hen lag een bebloed mes. De W. is, naar uit de verwondin gen blijkt, beschoten met een revolver en verder met messteken afgemaakt. Het onderzoek wordt geleid door den officier van justitie, den heer De la par- ra. De verhooren zijn gedurende den ge- •heelen nacht voortgezet. Het staat thans vrijwel vast. dat De W. vermoord is, omdat :hij zich niet ge houden heeft eian.de gewoonte waaraan hier strikt de hand gehouden wordt. n.l. „om zich niet met andermans vechtpar tijen te bemoeien". Hij is nl. eenige da gen geleden bij een vechtpartij voor iemand anders in de bres gesprongen, werd hierbij door de politie gearresteerd, en is nu door S., die over het voorgaan de met wraakgevoelens bezield was, uit den weg geruimd. S. is hierna naar huis gegaan, daar hij zelf gewond was. Hier heeft hij, .vermoedelijk toen hij zich bewust werd, wat hij had ge daan, zijn bezinning verloren, en heeft toen een einde gemaakt aan het leven van de vrouw waarmede hij een verhou ding had en zichzelf. Intusschen is ook een derde type uit de onderwereld van Batavia, een zekere N.,' verhoord. Ook deze stond zeer on gunstig bekend en heeft bij de zeden misdrijven de rol van bemiddelaar ge speeld. Het onderzoek is nog gaande. Het is vrijwel zeker dat S. vier schoten uit een revolver op De W. heeft gelost. Dit wapen is later gevonden. Het resul taat van de lijkschouwing is echter nog niet hekend. zoodat niet vaststaat of De W. door deze schoten is getroffen. Wel is het zeker dat laatstgenoemde ook ver schillende steekwonden heeft bekomen. S. schijnt bij dezen moord van zijn te genstander in den hals gewond to zijn met een mes, waarop hij met een sado naar huis is gegaan, waarop kort. daar na de verdere ontknooping van het dra ma volgde. van den weg staande auto'f mogen wanneer licht op ver plicht is géén andere ver lichting voeren dan n rechtj geplaatst lampje, dat naar voren rood en naar achteren wit licht geeft Rechts van den weg staande, moogt u In zoo'n geval kiezen tusschen de nor male autoverllchtlng óf één links- zittend lampje, dat naar voren wit en naar achteren rood licht geeft Wl ROOD

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 3