„MAATREGELEN WAREN NIET
GERECHTVAARDIGD"
Amsterdam heeft een
„ijzeren long"
ALLE STANDPUNTEN
GEHANDHAAFD
„Wij moeten vreemdeling-
gezind worden"
De conclusies van de
commissie-Schouten
zijn aanvaard
GEEN NIEUWE
ARGUMENTEN
De eerste in ons
land
De vreemdeling
is een
goede klant
Belgische oorlogs
invaliden bezoeken
ons land
De automaat
slikte vertinde
cent
3e BLAD PAG. 1
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DONDERDAG 29 JUNI 193»
De Tweede Kamer concludeert:
NA een vergadering van bijna zes uren heeft de Tweede Kamer
met groote meerderheid de conclusie van het verslag der com
missie-Schouten inzake Oss aanvaard.
De eerste conclusie werd aangenomen met 62 tegen 28 stemmen;
ide geheele Roomsch-Katholieke fractie stemde tegen. De Kamer
heeft daardoor uitgesnroken. dat de feiten en omstandigheden, welke
den minister van Justitie hebben geleid tot het nemen van den
maatregel van 1 April 1938 ten aanzien van de brigade-Oss der Ko
ninklijke Marechaussee, dien maatregel niet rechtvaardigen, terwijl
aan hetgeen nadien is gebleken in elk geval geen motiveering voor
dien maatregel kan worden ontleend. Naar men weet, bestond deze
maatregel daarin, dat genoemde brigade gelast is zich tijdelijk van
opsporingsdienst te onthouden. De tweede conclusie, waarbij de
Kamer de nota van den minister voor kennisgeving aanneemt, werd
zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de N.S.B.-fractietegen.
's-GRAVENHAGE. 28 Juni In de he
denmiddag onder voorzitterschap van mr.
J. R. H. van Schaik voortgezette zitting
van de Tweede Kamer constateerde de
heer Schouten (A R.) dat het kort na
de arrestatie van een groot-industrieel
die van zedenmisdrijven verdacht werd.
plotseling verkeerd is gegaan met de bri
gade-Oss.
Is er dan plotseling een fundamenteele
wijziging in de werkmethode der brigade
gekomen? Als over alle opsporingsambte
naren zoo werd geoordeeld als over deze
brigade in haar toenmalige samenstelling,
dan zouden voor allen gelden de woorden
van den psalmist„Wie zal bestand zijn?"
Wat van den II. betreft, hier hebben
drie rechterlijke ambtenaren onder
eede verklaard, dat er naar hun oor
deel reden was voor vervolging; dit
kan men niet verwaarloozen.
Men kan niet ontkennen, dat de P. G.
Invloed uitgeoefend heeft op het slui
ten van het onderzoek in de zaak van
de beide geestelijken. Er zijn inderdaad
fouten gemaakt door de marechaussee,
doch hun chefs mogen niet buiten be
schouwing worden gelaten. De P. G.
heeft onder eede verklaard, dat hij in
vloed op de stopzetting gehad kan heb
ben. De commissie zegt hiermede niets
over de strafbaarheid van de betrokken
personen.
Wanneer de Kamerleden allen bij de
besprekingen der commissie aanwezig
waren geweest, dan hadden allen aan
de zijde der commissie gestaan.
De minister: Het verschil is, dat nu
achteraf wordt geoordeeld.
De heer Schouten ontkent dit
niet, doch verklaart, dat de commissie
Reen oogenhlik uit het oog wil verlie
zen, dat men vandaag anders oordee-
len kan over het beleid dan op 1 April
1938. ITet stelt de commissie teleur, dat
de minister sindsdien geen afstand
heeft kunnen doen van zijn toenma
lige opvattingen. Het is de grootste
zore van de commissie geweest om den
minister niet zwaarder te belasten dan
noodzakelijk was.
In haar eenigo materieele conclusie
heeft de commissie zich alleen over
het beleid van den minister uitgelaten.
Het beleid van den P. G. en anderen
moest geheel buiten beschouwing blij
ven. De commissie meent, dat haar
standpunt juist is.
Tegen beschuldigingen als zou de mi
nister bevorderen, dat katholieke gees
telijken niet onder het gemeene recht
vallen, moet de commissie ten sterkste
opkomen. Spr. hoopt, dat het van nu
af aan uit is met het hrengen van
vreemde elementen in deze zaak. De
commissie heeft de zaak zakelijk be
zien; de religieuze en- politieke richting
van den bewindsman heeft geen rol
Bespeeld.
In haar conclusie heeft de commissie
slechts uitgedrukt, dat zij den hewus-
ten maatregel niet juist acht. Een po
litieke bcteekenis heeft de commissie
«r niet aan gegeven.
Een consilium abeundi bevat de
conclusie niet. De Kamer zal goed
doen bij de aanvaarding van de
conclusie er de beteekenis aan te
hechten, welke de commissie eraan
geeft en er geen ander karakter
aan toe te kennen.
Voor spr. persoonlijk is het zuiver
menschelijk element het moeilijkste ge
weest. De minister van justitie is een
bekwaam en religieus man. Daarom
spijt het spr. dat het beleid inzake Oss
oiet juist geweest is.
De heer Rost van Tonningen
(N.S.B.) bestrijdt de woorden van den
heer Schouten, tot hem gericht. Hij ont
kent, dat de redevoeringen dienen om
de zaak-Oss on te helderen. Hij brengt
de zaak in verhand met de dreigende
kabinetscrisis.
Punt voor punt gaat spr. de rede van
den heer Schouten na, waarbij hij wijst
op de ondervonden tegenwerking.
Spr. ontkent, dat hij on 28 Februari
gevraagd heeft., of het rapport nog de
zelfde week klaar zou zijn. Ook ontkent
spr. inbreuk te hebben gepleegd op do
geheimhouding der besprekingen.
Als de Kamer haar plicht deed, zou
de minister moeten terechtstaan .voor
den Hoogen Raad. Deze minister
springt met aangiften van strafbare fei
ten om op een wijze, die elke rechts
zekerheid tart.
Deze minister laat strafzaken eerst
sluiten om zich daarna te beroepen op
de geheimhouding van de geseponeer
de dossiers. De Kamer kan zoo niet
controleeren, of terecht is geseponeerd.
De minister denkt door een perscam
pagne het volk te beïnvloeden. Dit is
intellectueels hoogmoed.
(De voorzitter hamert).
Spr. houdt vol, dat de minister een
deputatie uit Oss heeft ontvangen. Spr.
geeft de namen, w.o. burgemeester
Ploegmakers en notaris Bijvoet. Zij zijn
naar het departement van justitie ge
gaan.
De minister: Zij zijn misschien
aan de deur geweest.
De heer Rost: U heeft ze ontvangen.
De minister: Dat: is. onwaar.
De heer Rost: De verklaringen van
den minister kloppen niet. De Kamer
mag deze zaak niet laten rusten. Als
de minister en de Kamer hun plicht
verzaken, dan deugen zij niet meer voor
hun ambt.
De minister en de P.-G. dienen te ver
dwijnen. Spr. eischt eerherstel voor de
marechaussee.
De heer van Maarseveen (R.K.)
bestrijdt de rede van den heer Schou
ten. Zijn eigen betoog acht spr. niet
ontzenuwd.
De verdediging door mevrouw Mac
kayKatz van de marechaussee gaat
naar spr.'s oordeel wel wat ver.
Wat den P.-G. betreft spr. had hem
öf kunnen verdedigen öf aanvallen.
Spr. beschikte niet over voldoende ge
gevens en de P.-G. kon zich niet ver
antwoorden.
De heer De Geer (C.H.) is van oor
deel, dat de minister gesproken heeft
als eerlijk man, die zich vergist heeft.
Het verheugt spr., dat de overgroote
meerderheid der Kamer in 's ministers
onkreukbaarheid gelooft.
Spr. zal zijn stem voor de conclusie
uitbrengen. Zoowel tegen de onwaar
dige als tegen de nobele bestrijding
handhaaft spr. zijn standpunt, dat aan
neming van de conclusie niet beteo-
kent, dat de minister moet aftreden.
De heer Van der Goes van Na-
ters (S.D.) meent, dat de minister
zich vergist in de reactie van het volk,
wanneer het meent, dat het niet veilig
zal zijn bij de handhaving van het
rechtsgezag.
De minister heeft aan het drijven van
een hoofdambtenaar geen weerstand
kunnen bieden; aan zijn goede trouw
wordt niet getwijfeld.
's Ministers betoog was bewust en
consequent eenzijdig.
Spr. moet zijn conclusie, ook ten aan
zien van den P.-G. handhaven. Krach
tige gezagsuitoefening in de leiding
van den P.-G. ontbreekt geheel. Vol
doende waarborgen voor de toekomst
heeft de minister niet gegeven.
Door het aannemen van de conclusie
keurt de Kamer het beleid van den
P.-G. af. Moge uit deze treurige zaak
ten minste iets goeds voortkomen:
krachtige rechtshandhaving.
De heer B i e r e m a (Lib.) heeft de
goede trouw van den minister niet in
twijfel getrokken. De zakelijke inhoud
van de rede heeft spr. echter niet kun
nen bevredigen. Als algemeenen regel
aanvaardt spr. gaarne, dat geen inzage
van dossiers mag geschieden. In dit
uitzonderlijke geval had een uitzonde
ring gemaakt moeten worden.
De minister heeft niet aannemelijk
kunnen maken, dat de maatregel nood
zakelijk was. Integendeel. De brigade-
Oss heeft fouten gemaakt. Doch waar
om dit sensationeele ingrijpen. Zou de
minister dit ook gedaan hebben, als
het niet twee pastoors betrof?
De minister: Zonder den minsten
twijfel.
De heer Bierema trekt de goede
trouw niet in twijfel, doch meent, dat
het onderbewustzijn een rol kan heb
ben gespeeld.
Spr. heeft uit de rede begrepen, dat
de minister zijn standpunt handhaaft
en dat alles bij het oude zal blijven.
Spr. vreest, dat dan den minister zal
blijken, dat hij zich nogmaals in den
weerslag op ons volk heeft vergist.
Mevr. M a c k a yK a t z (C.H.) waar
deert het betoog van den minister. Zij
betreurt, dat de minister zijn standpunt
heeft gehandhaafd. Dat de maatregel
noodzakelijk was, is niet gebleken. Het
belang van de marechaussee heeft de
minister uit het oog verloren.
De P.-G. heeft aanleiding gegeven tot
de geruchten, waaruit anderen een
roomsch zaakje konden maken.
Als de minister aanblijft en geen
maatregelen neemt, dan zal hij zich
weer in den weerslag op het volk ver
gissen.
De heer Van Houten (C.D.U.) is
van oordeel, dat de minister gepoogd
heeft de beteekenis van het rapport te
normaliseeren. De kwestie-Oss kan en
zal niet afgeloopen zijn, als de minister
zich neerlegt bij de conclusie van de
meerderheid.
Als de minister uit de aanvaarding
van de conclusie niet de noodige con-
WETENSCHAPPEN
DE medische outillage van de hoofd-
stad is dezer dagen verrijkt met een
der nieuwste vindingen, waarover de
wetenschap de beschikking gekregen heeft,
namelijk de z.g. ijzeren long
Dit is de populaire benaming van het
toestel voor kunstmatige ademhaling, dat
in den korten tijd van zijn bestaan, alom
zoo sterk de aandacht heeft getrokken.
Men herinnert zich. dat'dit apparaat tot
dusverre het leven heeft weten te behou
den van een zoon van een Amerikaan-
schen millionnair, wiens ademhalingsor
ganen niet meer functioneerden. Vooral
in Engeland, waar de Jong" wordt ge
fabriceerd. heeft het toestel grooten op
gang gemaakt, mede dank zij het besluit
van Lord Nuffield om het kosteloos aan
alle ziekenhuizen van het Britsche Ko
ninkrijk te verstrekken.
Gistermiddag heeft dr. H. Kinderman,
onder-directeur van het Wilhelminagast,-
huis, de werking van den „ijzeren long"
om deze niet fraaie en ook niet juiste
betiteling van het nieuwe toestel, dat
officieel als „both cabinet respirator"
wordt aangeduid, maar te gehruiken
voor vertegenwoordigers van de pers
gedemonstreerd. Het. is ondergebracht
in de isoleerafdeeling van het gebouw
voor besmettelijke ziekten, omdat hel
naar men verwacht in de eerste plaats
nuttige diensten zal kunnen bewijzen
hij gevallen van kinderverlamming. Ook
hoopt men het apparaat met succes te
cehruiken in bepaalde gevallen van
diphterie. verstikking of electrische
schok en in andere gevallen, waarbij
de ademhalingsorganen gestoord zijn.
Het toestel is eigenlijk een groote
platte kist ter lengte van een men
schelijk lichaam, dat de patiënt ge
heel omsluit. In de kist rust een
bed, dat gemakkelijk in- en uitge
schoven kan worden. De patiënt
wordt op het bed gelegd met het
hoofd uitstekend door een gat In
het einde daarvan.
Vervolgens wordt het bed in de kist
geschoven, die luchtdicht gemaakt
wordt. Een rubberkraag gaat om den
nek van den patiënt, zoodat zijn geheele
lichaam in een afgesloten kamer rust,
terwijl zijn hoofd eruit steekt.
Het einde van de „kist" is met een
slang verbonden met een „pulsator", een
blaasbalg, welke door een electromotor
in beweging wordt gebracht. Deze balg,
die dus longdiensten verricht, trekt de
lucht uit het cabinet, geeft daarmee de
longen van den patiënt gelegenheid uit
te zetten en veroorzaakt, dat hij door
neus en mond, die geheel vrij zijn, in
ademt.. De ademhaling kan worden ge
regeld in tempo's van 18, 24 en 32 per
minuut. Afwisselend is de luchtdruk
positief en negatief, zoodat de natuur
lijke ademhaling wordt geïmiteerd. Is
de luchtdruk positief, dan wordt de
borstkas van den patiënt ingedrukt,
waarna hij lucht kan inademen, is de
druk een oogenblik later negatief, dan
heeft hij gelegenheid tot uitademing. In
dien de motor mocht weigeren, kan de
aandrijving onmiddellijk los gemaakt
worden en kan de pulsatie geschieden
door handbeweging. De ventilatie van
het cabinet en de drukgraad kunnen
eveneens worden geregeld door middel
van. twee ventielen en de patiënt kan
tot op zekere hoogte verzorgd worden
zonder het cabinet te openen, dank zij
twee armgaten. die zich aan weerszij
den bevinden, ongeveer ter hoogte van
de schouders van den patiënt. Door mid
del hiervan kan ook de polsslag van
don patiënt worden gecontroleerd.
In sommige gevallen bleek het bij het
op gang brengen der ademhaling moge
lijk te zijn, dat deze gedurende een uur
zonder het toestel kon geschieden, zoo
dat er gelegenheid was tot verzorging
van den patiënt.
Overigens kan de patiënt gedurende
zeer langen tijd in de cabine blijven,
zoo noodig dagenlang.
De ..ijzeren long" is thans gereed om
zijn diensten te bewijzen. Ook hier
hoopt men er zegenrijke resultaten mee
te. bereiken.
3ÉÜ
Broodkeurinig op de tentoonstelling,
welke te Breda gehouden werd ter ge
legenheid van het Bakkerscongres.
sequenties trekt, zal de zaak bij de be
grooting weer ter sprake komen.
De heer W ij n k o o p (Comm.) acht
een van de ergste dingen, die den mi
nister moeten worden aangerekend, het
weigeren van inzage en verbieden van
verschijnen van ambtenaren. De minis
ter mag de Kamer niet. als een derde
beschouwen. Dit. is politiek opzet.
Het is noodzakelijk, dat deze minister
aftreedt.
De heer Z a n d t(St Geref.) acht den
indruk van de rede denzelfden als dien
van de rede van het vorige jaar. Het
was geen zakelijke rede.
Aan de marechaussee is onrecht ge
schied om de belangen van Rome te
dienen. De minister heeft daardoor het
recht gekrenkt.
Het prestige van den minister is te
zeer geschokt om den minister te doen
aanblijven.
De minister van justitie, de heer
Goseling. is van oordeel, dat er
rneer dan genoeg misverstanden zijn in
deze zaak. Met het enquête-voorste^
heeft spr. niets te maken gehad. Eerst'
op 6 Juli heeft spr. kunnen reageeren
op de motie-Albarda-Oud. Daarin heeft
spr. verklaard, gaarne zijn medewer
king te zullen verleenen. Er is dus
geen sprake geweest van een toezeg
ging bij de behandeling van het en
quête-voorstel.
De grootste moeilijkheid is deze, dat
het hier gaat om ambtenaren, waar
voor spr. aansprakelijk is. Doch deze
zijn werkzaam in strafzaken. Ook de
marechaussee bedoelt spr. hiermede. De
Kamer moet dus treden in waardeering
van strafzaken. Dit is een onmogelijk
heid. Nooit komt men tot een oplossing
van deze zaak door den aard van de
functie van dit college.
Wat de weigering van inzake van
stukken betreft, merkt spr. op, dat men
niet mag riskeeren, dat er een soort
volksgericht ontstaat
Wat het hooren van ambtenaren be
treft, niet wenschelijk is, dat deze zelf
standig inlichtingen geven. De commis
sie had een regeling met spr. kunnen
treffen. Geheel uitgesloten was niet, dat
de ambtenaren zouden worden gehoord.
Spr. kan zich niet voorstellen, hoo
de heer Rost van Tonningen denkt
met zijn rede iets te bereiken.
De heer Rost van Tonningen:
Gaat u maar liever weg.
(De voorzitter roept hem tot de orde).
De minister wijst er op, dat de
heer Rost van Tonningen eerst een
strafbare gedraging noemde en thans
verklaard heeft, dat deze gedraging
niet strafbaar was.
Wat moet er van een volksgerecht
terecht komen, als men de zaken zoo
verdraait.
Uitdrukkelijk ontkent spr., dat de
P.-G. het onderzoek tegen pastoor B.
heeft doen sluiten. Mogelijk is dit ten
gevolge van een informatie van den
bisschop geschied, misschien is dit van
invloed geweest op de houding van den
substituut-officier en den wachtmees
ter.
Naar spr.'s meening zijn de opspo
ringsambtenaren door den maatregel
tegenover geestelijken niet kopschuw
geworden. Men blijft, vooral in het
Zuiden, zeer streng tegen dergelijke
gevallen. Het blijft, spr. verwonderen,
dat men niet meer medegevoel heeft
gehad voor de methode van onderzoek.
In dit verband wijst spr. op het ver
hoor van de misdienaren en van de
Haagsche dame.
Wat de haast betreft, deze was nood
zakelijk om in de groeiende onrust in
te grijpen. Spr. had wel gaarne gezien,
dat het contact met het corpscomman
do beter ware geweest Bij het onder
houd ter departemente is geen sprake
geweest van eenige controverse. Dit is
een zakelijke bespreking van een zake
lijk meeningsverschil. Er zijn tekortko
mingen. Het gaat echter alleen om den
graad van den ernst daarvan en over
den genomen maatregel. Bij verbete
ring van het contact met het comman
do kan de zaak zeer goed in goede we
gen geleid worden. De Kamer zal spr.
niet vragen, tot welke conclusie hij zal
komen. Spr. voelt zich gerust, en ook
voldaan, omdat de onkreukbaarheid
van zijn bedoelingen vastgesteld is.
De eerste conclusie komt in
stemming.
Zij wordt aangenomen met 62
tegen 28 stemmen.
Tegen stemde de R.K. fractie.
De tweede conclusie wordt z. h.
st. aangenomen met aanteekening,
dat de N.S.B. wenscht geacht te
worden te hebben tegengestemd.
Om 18.50 uur wordt de vergade
ring verdaagd tot Vrijdagmiddag
1 uur.
DE DIRECTEUR VAN HET 'A.N.V.V.:
Congresverg a dering van de Alg.
Ned. Ver. voor Vreemdelin
genverkeer te Leeuwarden
LEEUWARDEN, 28 Juni. Na
dat gisteravond de deelnemers aan
het Congres der A.N.V.V. op het
gemeentehuis te Leeuwarden waren
ontvangen, waar de burgemeester
der gemeente jhr. mr. J. M. van
Beyma, een welkomstwoord sprak,
dat door den voorzitter der vereeni-
ging C. R. T. baron Krayenhoff
werd beantwoord, begon vanoch
tend in de zalen Schaaf de ochtend
vergadering.
Na een kort openingswoord van den
voorzitter, die er zich over verheugde
dat de belangstelling zoo groot was,
was aan de orde het jaarverslag, waar
aan het volgende wordt ontleend:
De vrije stroom van reizigers en toe
risten wordt door belemmerende bepa
lingen, welke in verscheidene landen
bestaan cn nog steeds worden uitge
breid, meer en meer binnen zeer nauwe
oevers ingedijkt. Wat den arbeid in het
binnenland betreft: dit is nog steeds
het zorgenkind van de verceniging. Het
streven zal er in de toekomst op gericht
zijn, deze organisatie tot een hechtere
te maken, door een nauwen band te
leggen tusschen de plaatselijke, streek-
en provinciale organisaties".
Bij de bespreking van het verslag
sprak de heer D. A. Klomp te
Bergen (N.H.) er zijn vreugde over
uit, dat thans ook de regeering het
nut van vreemdelingenverkeer heeft
ingezien en dat zij een bedrag van
een ton voor dit doel heeft beschik
baar gesteld.
Inzake zijn voorgenomen aftreden
zeide de voorzitter op een desbetreffen
de vraag, dat hij wel heengaat, maai
het voornemen heeft alle vergaderingen
te bezoeken. Er komt. nu eenmaal een
einde aan alles en dit jaar acht spreket
het juiste oogenblik om uit eigen vrijen
wil heen te gaan.
De rekening werd goedgekeurd met
aan ontvangsten een bedrag van
210.610.24 en uitgaven 207.750.29. Het
resteerende bedrag 2.859,59 is bestemd
voor bestelde drukwerken.
Tot leden van het hoofdbestuur wer
den vervolgens door de leden benoemd
overeenkomstig de artikelen 5a en 5b
(V.V.V.'s prov. en fed. V.V.V.'s) mr. H
Vlugt te Rotterdam; C. A. van Woelde-
ren, burgemeester van Vlissingen en
L. C. A. van de Kasteele, gepension-
neerd generaal-majoor te 's-Gravenhage
Tot leden van het hoofdbestuur wer
den door de leden genoemd in artikel-5c
(zedelijke lichamen) gekozen de heeren
P. L. M. van Wayenburg, secretaris der
V.V.V. te Nijmegen; L. J. P. N. A.
Bouwman, chef van de afdeeling pas*
sage der maatschappij „Nederland" ta
Amsterdam en jhr. P. J. Six, secretaris
der Nederlandsche Kamer van Koop
handel.
In de contróle-commissie namen zit
ting de heeren J. van Alferen. te Zand-
voort.; J. Bleeker, burgemeester van
Dordrecht en E. G. Wassenaar, Leiden.
Na een uitgebreide discussie werd be
sloten het congres in 1940 te Den Hel
der te houden, zulks in verband met
het vijftigjarig bestaan der V.V.V. al
daar.
De directeur van de A.N.V.V., de heer
De Waal, hield vervolgens een causerie
over propaganda-activiteit en propagan-
da-materiaal der A.N.V.V. Spreker be
gon met voorbeelden te geven, waaruit
het groote belang voor een land bleek
van een goed vreemdelingenverkeer. Do
Nederlander moet „vreemdeling-gezind"
gemaakt, worden en hij moet den
vreemdelingen leeren zien als een goede
klant. Naast deze economische zijde
wees spreker op den ideeelen kant van
het vraagstuk, naar aanleiding waar
van hij de propaganda besprak. Hij ver
deelde deze in drie groepen: over Ne
derland iets laten lezen, zien en hooren.
Vervolgens gaf hij een overzicht van al
het door de A,N.V.V. uitgegeven mate
riaal. Behalve het verspreiden hiervan
verzorgt de A.N.V.V. ook het toezenden
van artikelen over ons land aan buiten-
landsche bladen. Om den menschen iets
te laten zien wordt gebruik gemaakt
van jaarbeurzen, tentoonstellingen en
dergelijke. Voorts wees spr. er op. dat
op 5 Augustus e.k. ook de radio voor
het eerst in de propaganda zal worden
ingeschakeld. Op dien dag zal via een
ultra kortegolfzendcr iets over Neder
land worden verteld.
Na deze inleiding werd tot twee uui
gepauzeerd. De dames maakten vandaag
een uitstapje naar Warga, waar het
melkbedrijf van de Frico in oogen-
6chouw genomen werd.
AMSTERDAM. 28 Juni. Daartoe in
staat gesteld door Prinses Jean de
Mérode maakt een aantal Belgische oor
logsinvaliden, aangesloten hij het Natio
naal Instituut voor Oorlogsinvaliden,
jaarlijks kleine uitstapjes, welke zich
soms tot het buitenland uitstrekken.
Ditmaal was Amsterdam uitgekozen en
zoo gebeurde het, dat vanmorgen een
ruime autobus met ongeveer 35 oorlogs
invaliden, welke allen zonder familie
zijn. uit Brussel vertrok met bestem
ming naar het Noorden. Via Breda en
Utrecht bereikte men het Prinselijk
paleis te Soestdijk, dat van buiten be
keken werd en daarna vervolgde het
gezelschap zijn reis naar de Nederland
sche hoofdstad. Men arriveerde alhier
tegen lunchtijd en men begon in de
hoofdstad mol het verorberen van een
uitgebreiden koffiemaaltijd. Om onge
veer drie uur brak het gezelschap op
en begaf zich naar de reederij Berg-
mann op het Damrak, vanwaar met een
watertram een tocht door de Amster-
damsche havens en grachten werd ge
maakt. Het gezelschap dat onder leiding
stond van een gepensiorrneerd hoofd
officier van het Belgische leger, den
heer G.'Jorissen, aanvaardde daarna via
Den Haag en Scheveningen weer den
terugtocht naar Brussel, waar het na
een geslaagden dag binnen onze gren
zen te hebben doorgehracht, in de late
avonduren terug verwacht werd.
Maar de eigenaar van de
cigaretten niet
Een mild vonnis
AMSTERDAM, 28 Juni. Drie
jaren geleden had de man. die van
middag voor het hekje van den poli
tierechter verscheen, zich schuldig
gemaakt aan diefstal uit een ciga-
rettenautomaat. Een veel voorko
mend misdrijf, doch de omstandig
heden waaronder deze man tot zijn
daad was gekomen, rechtvaardigen
het milde vonnis, dat over dezen
„misdadiger'* werd uitgesproken,
volkomen.
Zooals zijn verdediger hem schetste,
was de verdachte een absoluut eerlijk
mensch, die gedurende zijn geheele le
ven geen wandaad heeft gepleegd, inte
gendeel. steeds van zijn verschillende
werkgevers uitstekende getuigschriften
ontving. De crisis, welke enkele jaren
geleden begon met de wereld te teiste
ren, deed ook zijn invloed geweien in
het hotelbedrijf, waarin verdachte werk
zaam is, en daardoor had de man eeni-
gen tijd in zeer behoeftige omstandig
heden geleefd. In die periode had hij
enkele boodschappen gedaan op de
markt op het Waterlooplein, hij had
daarbij een gulden besteed en naar zijn
meening een kwartje terugontvangen.
Voor dit kwartje wilde hij uit een auto
maat cigaretten koopen. Maar op het
moment, dat hij het muntstukje in de
gleuf wilde werpen, ontdekte hij, dat
het een vertinde cent was. Het duiveltje
van de rookers speelde hém parten. Mo
gelijk was het ook de veronderstelling,
dat het een toch onopgemerkte wan
daad zou zijn. Na een korte aarzeling
wierp verdachte de cent in de automaat
en nam zijn doosje cigaretten in ont
vangst. Helaas of misschien geluk
kig? de eenige oneerlijkheid, welke
deze man. voor zoover is na te gaan, in
zijn leven pleegde, bleef niet onopge
merkt.
Twee weken gevangenisstraf, eischte
de officier van Justitie. Zijn blanco
strafblad, de gunstige indruk van
's mans persoonlijkheid, welke zijn ver
dediger wist, te scheppen en het feit,
dat het misdrijf jaren geleden was ge
pleegd, redde verdachte van zulk een
straf. Het vonnis luidde twintig gulden
boete.
Demografisch laboratorium
in wording
's-GRAVENHAGE, 28 Juni. Bij hst
intieme afscheid van prof. Methorst als
directeur van het Centraal Bureau voor
de Statistiek hebben de ambtenaren van
dit bureau den scheidenden directeur
medegedeeld, een som gelds te hebben
gedeponeerd als eerste bijdrage voor een
„prof. dr. Methorst-fonds", dat moet die
nen voor de tot standkoming en in
standhouding van een demografisch la
boratorium. Deze stichting zal zijn een
centraal punt voor verzameling en be
studeering van gegevens van physi-
schen, psychischen en sociologischen
aard betreffende de Nederlandsche be
volking.
VERLENGING VAN DEN TERMIJN
DER TARIEFMACHTIGINGSWET
's-GRAVENHAGE. 28 Juni. In af
wijking van het reglement van orde
kwam hedenmiddag het wetsontwerp
afwijking van den in art. 1 der Tarief
machtigingswet 1934 opgenomen termijn,
hoewel het niet op de agenda stond,
dadelijk in openbare behandeling. Er
was blanco eindverslag uitgebracht. Het
ontwerp werd zonder debat en z. h. st.
aangenomen.
Deze wijziging der Tariefmachtigings
wet heeft ten doel de termijn, binnen
welke de Staten-Generaal de inmiddels
bij voorbaat ingevoerde wijziging der
tariefwet moeten goedkeuren, te verlen
gen, daar de behandeling der Tariefwet
binnen den gestelden termijn van 6
maanden niet meer mogelijk-was.