OP WACHT IN HET
KAMP
RUBRIEK VAN OOM BOB
r
LONDEN GEEFT
TEVEEL LICHT
„UIT EIGEN PEN"
BRIEFWISSELING
>1
door JAN VAN LEEUWEN
„Er moet vannacht een groot bee6t
bij het kamp geweest zijn," werd aan
het ontbijt verteld. „De afdrukken van
zijn poten staan bij de keukentent!"
Ze praatten allemaal verbaasd door
elkaar en keken naar Hans en Karei,
die de wacht gehouden hadden. „Zeg,
wachten, hebben jullie vannacht niets
gezien?" vroegen ze. Maar de jongens,
die met erg slaperige gezichten vlug
een paar boterhammen aten voor ze
naar bed gingen, schudden allebei .hun
hoofd. „Nee we hebben niets gezien. Tk
begrijp niet, hoe het mogelijk is!" Ze
praatten er nog lang over door en ieder
sing naar de keukentent om naar de
afdrukken in het zand te kijken. Onbe
grijpelijk, dat de wachten er niets van
gemerkt hadden. Die hadden zeker ge
slapen inplaats van te waken! Nu was
het waar, dat ze erover gedacht hadden
om helemaal geen wacht te nemen, om-
lat er toch nooit iets gebeurde 's nachts.
Het kampeerterrein lag zo veilig als
het maar kon. Maar de jongens vonden
het zelf leuk om te waken en daarom
hadden ze toch maar weer twee wach
ten aangesteld. Na drie nachten zouden
er weer ander jongens waken. Dit was
de eerste nacht van Hans en Karei ge
veest.
Hoe meer de jongens erover nadach-
'en, hoemeer ze tot de overtuieing
kwamen, dat Hans en Karei geslapen
hadden inplaats van gewaakt. Dat was
'och werkelijk te gek. AI was het dan
hij na niet nodig om te waken, dat was
nog geen reden om te gaan slapen! En
er moest hier toch een beest geweest
zijn, dat zagen ze duidelijk aan de spo
ren. Nu konden de wachten niet eens
vertellen, wat het vy.as geweckt. .Later
toen de wachten sliepen, vertelden ze
elkaar lachend, dat de sporen van de
hond waren. De jongens besloten om
die nacht een grap uit te balen. Ze
praatten er met één van de leiders over,
want die moest het natuurlijk wel we
ten, anders zou het niet lukken. De he
le dag liepen ze mét geheimzinnige ge
zichten rond. Een paar werden met een
boodschappenmandje naar bet dorp ge
stuurd en kwamen een tijdje later lach
ende terug met een volle mand. Wat er
in de mand zat, kon helaas niemand
zien, want er lag een doek overheen.
De wacht gaat in
Om twaalf uur werden Hans en Karei
gewekt. Eerder hoefden ze niet de wacht
in te gaan, want de kampleiders waren
tot die tijd zelf nog op. Ze kwamen
slaperig en geeuwend te voorschijn en
ze zagen er niet uit of ze erge zin
hadden om te gaan waken.
„Jongens, het is nogal koud," zei Flips,
zoals de sportleider altijd genoemd werd.
„We-hebben het vuurtje maar voor
jullie aangelaten, dan kan je je nog
eens warmen. De nachten zijn nog koel,
al is het dan ook midden in de zomer.
Jullie weten, wat je moet doen, ge
regeld rondlopen langs de tenten en kij
ken of er nergens onraad is. Ze slapen
allemaal, dus van de jongens zullen
jullie geen last hebben. Enkijk
maar goed of er vahnaebt niet weer een
roofdier komt!"
De jongens knikten en gingen naar
het wachttentje. Daar stond altijd wat
eten klaar en daar lagen een paar de
kens, die ze konden omslaan. Brrr, het
viel lang niet mee om midden in de
nacht uit je slaap gehaald te worden.
Ze sliepen ook wel overdag, maar
s middags stonden ze dan weer op.
Ze liepen nu een paar maal om het
kamp heen met de dekens omgeslagen
en gingen toen bij het vuurtje zitten.
„Er komt toch niets zei Karei. „Eerst
vond ik het wel leuk om to waken, maar
het is toch eigenlijk erg saai."
„Ja," zei Han* en hij geeuwde eens
luid. „En eigenlijk is het onzin om te
moeten waken Dat van dat beest was
natuurlijk ook niet waar. Die sporen
hebben ze misschien met opzet in het
zand getrokken. En anders is het een
hond geweest uit de buurt. Ik geloof
heus, dat we wel een beetje geslapen
hebben, gisternacht 1"
„Ja. dat geloof ik ook," zei Karei nu.
„En het is me heel goed bevallen. Ik
ga nu weer lekker lui liggen, als er iets
komt, merken we het wel. Ik zal wol
wakker blijven, maar als je ligt wordt
je niet. zo koud". En even later lagen
de beide „wachten" in hun dekens ge
rold naast het vuurtje.
De overval
Ze hadden nog geen kwartier gelegen
of ze vielen allebei in slaap. Ze dach
ten er niet meer aan. dat ze de wacht
moesten houden, ze sliepen heel rus
tig en vast.
Tien minuten later werd het doek van
een van de tenten opzij geschoven en
twee jongens slopen er voorzichtig uit.
Ze hadden een trainingspak aan en
hun zakken puilden helemaal uit. Op
hun tenen liepen ze naar het vuurtje.
„Zie je nu, hoe vast ze slapen!" fluis
terde Joost. „Dat noemen ze nu waken.
Als het hele kamp afbrandde, zouden
zij er niets van merkenWat stom,
dat ze niet eens begrepen hebben, dat
er iets aan de hand is. Anders blijft
's nachts toch nooit, vuur branden! Dat
zou veel te gevaarlijk zijn
„Ja, maar laten we nu opschieten,"
zei Leo ook heel zacht en meteen gooi
de hij iets in het vuur. Onmiddellijk
schoten hoge vlammen de lucht in en
het was een geknetter en lawaai, alsof
er van vlakbij een heel regiment sol
daten aan het oefenen was
Hans en Karei sprongen verschrikt
op en keken naar het vuur, dat maar
bleef knetteren en vonken. Ze konden
Leo en Joost, die aan de andere kant
stonden en voortdurend nieuw vuur
werk, want dat was het. geweest, wat
ze op het vuur gooiden, niet zien.
Een nachtelijk bad
Uit alle tenten werd nu lawaai ge
hoord en even later stonden bijna alle
jongens in hun pyama met jassen om
geslagen buiten en keker naar het
vuurwerk. Karei en Hans keken zo be
teuterd, dat ze allemaal begonnen te
lachen en riepen: „Mooie wachten zijn
jullie! Het hele kamp kan afbranden
zonder dat jullie het merken! Schamen
jullie jo nietEen paar andere jon
gens riepen: „Onder de pomp mbeten
ze gehouden worden, dan zullen ze wel
helemaal wakker worden Vooruit on
der de pomp met-dé wachter 1" en Hans
en Karei •'■evértfen met hun hoofd onder
de pomp gehóuden, tot ze eindelijk rie
pen: „Genade, we zijn nu wel wakker."
Zo leerden ze dat wachten niet horen
te slapen 's nachts, want als er iets
gebeurt is het altijd al te laat, als ze
eindelijk wakker wordenNa dit
nachtelijke bad was er in het hele kamp
niemand te vinden, die beter de wacht
hield dan Karei en Hans en dat was
ook de bedoeling geweest!
In het laatste jaarverslag van de
sterrenwacht in Greenwich heeft prof.
Spender Jones, het hoofd van de wacht,
verklaard, dat binnen afzienbare tijd de
sterrenwacht verplaatst moet worden.
„Elk jaar," zo vertelde hij, „hebben we
meer last van de lichten, die van Lon
den uitstralen.
De stad geeft zelfs op die afstand nog
zo veel licht af, dat de wetenschappelijke
onderzoekingen er ernstig door gehin
derd worden. Er kunnen geen foto's
meer van de sterrenhemel gemaakt wor
den, want de sterren zijn maar heel
zwak zichtbaar door de vele elcctrische
lichten van de stad. Het zal daarom no
dig zijn, dat de sterrenwacht verplaatst
wordt, naar een plek, die ver van een
grote stad afligt.
Dit is werkelijk een hele gebeurte
nis, niet alleen voor de onmiddellijke
omgeving, maar voor de hele wereld.
Deze Engelse sterrenwaclht werd al in
1675 gebouwd en in 1899 werd hij he
lemaal vernieuwd. Op school hebben
we allemaal geleerd, dat de Meridiaan
van Greenwich al sinds tientallen ja
ren als de Nul-meridiaan geldt. Als de
sterrenwacht nu verplaatst wordt, zal
dit zeker de aanleiding voor veel ver
gissingen en misverstanden zijn. Maar
vlakte als Londen, hoeft ons dit hele
maal niet te verwonderen. Het spreekt
vanzelf, dat alle geleerden zich nu af-
viagen, waar de nieuwe sterrenwacht
zal komen te staan. Het is van veel be
lang om een plaats uit te zoeken,
waar voorloopig geen gevaar voor een
toch kunnen we iheel goed begrijpen,
dat de wacht last moet hebben van de
lichten, die door de stad uitgestraald
worden. Zelfs bij een kleine stad is dat
al zo, dus bij een stad met een opper-
„lichtzee" is.
Met z'n benen kan hij al
zwemmen
Elk porceleinen beeldje
een erestuk
Iedereen heeft wel eens een porcelei
nen beeldje gezien en het bewonderd.
We kunnen ons bijna niet indenken, dat
er een stof bestaat, die zo blank en fijn
is als porcelein en dat de mensen daar
dan nog zulke prachtige dingen van
kunnen maken. Degenen, die dat ma
ken, zijn ook echte kunstenaars. Er zijn
verschillende plaatsen, die bekend zijn
geworden door de porceleinfabricage.
In Frankrijk is Sèvres het meest bekend
en in Duitsland is het Meissen met het
beroemde Meissen porselein.
Al heel vroeg, honderden jaren voor
Christus verstonden de mensen de
kunst van pottenbakken. In China,
Griekenland, Egypte en waar we maar
Een beeldje van Marie Antoinette,
helemaal uitgevoerd in porcelein
stukken van over hebben, werden toen
al dikwijls heel mooie dingen gemaakt.
In de loop der eeuwen is deze industrie
steeds meer uitgebreid, natuurlijk ook
doordat men meer op de hoogte geraak
te van de grondstoffen, die ervoor ge
bruikt moesten worden. Het eersle por
celein dat in Europa kwam werd al in
de 13de eeuw uit het Verre Ooeten inge
voerd, maar pas in de 17de eeuw, begon
de industrie ongeveer gelijktijdig op te
komen.
Ons Delfts aardewerk en porcelein heeft
een wereldberoemdheid gekregen. In
Sèvres wordt nog steeds het bekende
„zachte" porcelein gemaakt, dat heel
bijzonder fijn gekleurd kan worden en
voor fijne beeldjes uitstekend geschikt
is. Het spreekt vanzelf, dat cr voor por
celein veel zuiverder grondstoffen no-
die: zijn dan voor aardewerk. Er moet
heel wat met deze grondstoffen gebeu
ren voor ze geschikt zijn om tot beeld
jes cn borden omgevormd te worden.
Het hoofdbestanddeel van porcelein is
kaolin, dat echter helemaal gereinigd
moet worden en dan tenslotte vermengd
met veldspaat cn kwarts een jaar lang
in de kelder moet blijven liggen.
In een gloeiend vuur moeten al deze
grondstoffen tot porcelein samenvloeien,
In de grote zalen zitten nu de kun
stenaars, die met voorzichtige bewegin
gen een vorm geven' aan de vormloze
massa, die ze voor zich hebben liggen.
Heel zacht pakken de mensen het por
celein aan en maken eerst de afzonder
lijke deeltjes, als hoofd, armen, lichaam,
enz. Die deeltjes moeten daarna onzicht
baar aan elkaar gezet worden.
In andere zalen zitten vrouwen, die
heel kleine bloemknoppen malen en an
dere fijne onderdelen, die nodig zijn
voor het beeldje. Maar ook dan is het
porceleinen beeldje nog niet klaar. Het
moet nog een paar maal gebrand wor
den. sommige kleuren moeten op het
beeldje worden aangebracht vóór het
geglazuurd wordt cn andere erna. De
schilders verven in hun atelier heel
fijne takjes cn bloemen op de vazen en
beeldjes en eindelijk, na zoveel handen
te zijn gepasseerd en na met zoveel zorg
en liefde bewerkt te zijn. is het beeldje,
hei bord of het kopje klaar. Want liefde
hebben al deze mensen voor hun werk
en het is ook net of een porceleinfabriek
een op zichzelfstaande wereld is. Er
heersebt een heel speciale sfeer en alle
voorwerpen, die eruit gaan zijn met zo
veel zorg hehandeld alsof het een ere
stuk is. Dat is het geheim, waardoor
de porceleinen beeldjes altijd zo heel
fijn en smaakvol zijn.
Beste nichten en neven.
DAAR jullie natuurlijk popelen om
de uitslag te vernemen, zal ik die
eerst bekend maken.
Groep I, leeftijd 79 jaar: le prijs
Tarzan, 2e prijs Oranjevlin
der.
Groep II, leeftijd 9—11 jaar: le
prijs Pinguin, 2e prijs Molle-
bo o n.
Groep III, leeftijd boven 11 Jaar:
le prijs Athleet, 2e prijs Hout
v e s t e r.
Er zijn zoveel leuke tekeningen inge
zonden, dat het moeilijk was een keus
te imaken en daarom heb ik voor alle
inzenders een troostprijsje, dat alle te
leurstellingen natuurlijk voorkomt.
Het zijn de nichtjes Boefje, Juffrouw
Snip, Kippcstaartje, Leergraag, Poppen-
moeke. Rozeknopje, Duikelaartje. Saljy
Swing. Speemkruidjc, Zonneke, Blondje,
Zonnekind en Huismus en van de neven
Old Death, Alvata en Jan Fluit, die er
voor in aanmerking komen.
Wie dé tekening terug wil hebben,
kan zich aan het loket vervoegen en de
belanghebbenden kunnen Maandagmid
dag na 3 uur de prijzen komen afhalen.
Alvata gaat weer verder met zijn ver
haal.
RADIO-TOESTELLEN... EN
NOG WAT
(Vervolg)
TAG Boy, Boy itte paardje rijden op
jouw rug tag Boy, kom nou, toe
kom nou!
Zo was de verwelkoming van de klei
ne Tilly, zolang de kleine meid, die nu
VA jaar was, maar even op haar kleine,
poezelige pootjes had kunnen staan. Ze
stond iedere morgen om 12 uur en
iedere middag om 3 uur op Boy te
wadhten om paardje te rijden op zijn
rug.
't Was de kleinste, de liefste cn de
meest verwende uit het gezin van de
familie Verhagen. Iedereen keek haar
na op straat, om dan tot z'n medewan-
dclaar te zeggen Wat 'n schattig
kind.
Zoals altijd stond de kleine Tilly op
Boy te wachten, maar het was alsof ze
het niet zo van harte deed vandaag, een
beetje down was ze, doch Boy had ook
een onrustig gevoel, zeker een slechte
repetitie dacht hij. hij kon er zelf geen
verklaring voor vinden.
Een half unrtje later zat de familie
aan tafel, doch er werd niet zo als an
ders direct, toegetast. 't Leek wel of
ieder iets had. F.n 't was dan ook de
klap op de vuurpijl toen moeder zei
Hè, 'k heb net 't idee of er iets heel ergs
gebeuren gaat of moet, en ik weet zelf
niet wat 't is.
Voorzichtig Donald ik wacht hier,
denk er om als er iets gebeurt, berg je
je hoor. 't Zou niet graag voor dit klei
ne karweitje een paar jaartjes het kas-
sie ingaan. Ik heb een gevoel of dit niet
goed afloopt, maar 't is nu al twaalf
koor goed gegaan de 13e zal 't ook wel
lukken. Hoewel 13 Is 't ongeluksgetal.
Hou toch 's je mond zei de ander nu.
'k Zal heus wel oppassen, bemoei jij je
maar met je zelf. daar heb je al meer
dan genoeg aan.
Nou, 't beste hoor. bromde de eer
ste nog. terwijl hij in het donker van
de nacht, verdween tusschen twee hoog
opgroeiende struiken, een klein fluitje
in de mond, dat als hij 'r op blies, 'het
gemiauw van een kat nabootste.
Om halfelf was de familie Verhagen
naar boven gegaan. Tillv was door me
vrouw om half 7 al naar haar bedje ge
bracht, waar ze al gauw insliep en
droomde van feeën, elfjes en kabouters.
't Licht zal bij mevrouw en mijnheer
ongeveer een klein uurtje uitgeweest
zijn, toen iemand heel zachtjes het al
tijd een klein eindje openstaande raam
van Tilly's kamer verder opendeed en
in de kamer stapte. Een kleine branden
de cigarettenaansteker was het enige
schijnsel, dat toen de kamer verlichtte.
De onbekende liep op het bedje van de
kleine meid toe. waar een glimlach om
haar mondje bewees, dat ze verrukt, leef
de in het land van de nimfen en kabou
ters. Plotseling, als een bliksemstraal in
de nacht, hief de onbekende man een
deken op en sloeg het om het doodver.
schrikte meisje, dat een gil gaf, doch
even verdoofde van schrik. En enige se
conden later reed een donkerblauwe
Chevrolet, die het nummer G. 1758
droeg, de stile straat uit. Het was toen
even over half 12
Jan Fluit. Prettig, dat jullie
zulk mooi weer troffen, het was een
hele reis zeg. Zoals jij de glijbaan ge
tekend hebt, zou hot mij ook niet lij
ken. ik kan mij voorstellen, dat je er
na twee ritjes genoeg van had. Heb je
nog pannekoeken gegeten, dat heb je
mij niet verteld. Je hebt de groeten van
Paganini.
Dik Trom. Gefeliciteerd zeg,
wat ben je opeens hard van stapel ge
lopen, ik vind het, een hele prestatie.
Leuk. dat je nu op het vlot mag. Her
valt. niet mee, met, hoge leren schoe
nen aan te zwemmen, ik dacht, dat het
ook wel gympjes mochten zim.
Houtvester. Dat sombere be
gin van de maand, heeft alles fijn op
gefrist. Eigenlijk dacht ik altijd, dat
alleen meisjes nieuwsgierig waren.
Maar nu merk ik, dat ook m'n neven
er last van hebben. Ben je tevreden
Houtvester? Ik feliciteer jou ook met
je diploma, dat is nog vlug gegaan.
Voor Dik Trom is het ook erg leuk,
jullie kunnen nu samen in het diepe.
Korenbloem. Je bent kort van
stof nichtje, je brief is ongeveer in te
legramstijl. Wat leuk dat er een nicht
van je uit Indië komt. Zijn je ouders
daar ook niet, of ben ik met een ander
familielid in de war. Ik hoop, dat m'n
vraag succes heeft, je houdt nu de
krantenfoto's zeker wel goed bij?
Kippestaarte. Dat is leuk
voor Korenbloem, ik hoop dat je ze
hebt. Het is zoals je al dacht, ik heb
van Nederland en Koloniën alleen de
gewone postzegels, misschien is er nog
iets bij, ik zal in ieder geval voor je
zoeken. Je bent nu alweer gerust, wat
de prijzen betreft en je zuit nu wel
gauw gaan zwemmen. Is Duikelaar
weer beter? Zo eenzaam in de school
bank is niet gezellig.
Raffles de Onbekende. Je
schijnt, nog al reclame te maken voor de
kinderkrant, zeg maar uit mijn naam,
dat zij hartelijk welkom zijn. Ik denk,
dat het extra mooie namen zullen wor
den, nu er zo over gedacht wordt. Je
hebt heel wat gezien op je schoolreis,
vond je de mijn het interessantst? Ik
vind fietsen ook fijn Raffles. Help je
vrienden maar denken.
Zonnekind Wat aardig, dat je
een prijs hebt gewonnen, het is een be
wijs, dat je lang niet dom bent in de
Fransche taal. Al heten we naar de
„kei", vind ik het heus niet de grootste
bezienswaardigheid van de stad. Ik zal
je maar in vertrouwen vertellen, dat ik
er helemaal niet trots op ben, jij wel
Zonnekind?
Springvogeltje. Je bent wel
kom vogclnichtje, ik heb de naam nog
niet eerder gehoord, is er een vogeltje
van die naam? Het is leuk dat je mee
doet, je vriendin Stormvogel, zal je wel
alles verteld hebben over de raadsels en
de prijzen. Ik hoop, dat je mij even
trouw zult schrijven als zij dat doet. Tot
de volgende week dan nieuwe nicht.
Stormvogeltje. Dat was ook
toevallig, je was nog niet klaar met
mopperen cn daar won je de prijs. Ik
denk zo, dat je een klein ondeugend
meisje bent, maar dat vind ik wel leuk.
Flink zo Stormvogel, jij haalt je vrien
dinnen maar over om ook te schrijven.
Heb je er nog meer? Eigenlijk wist ik
niet of de brief wel voor mij bestemd
was. er stond toch zo'n gekke naam op.
Goed dat ik hem toch maar open ge
maakt heb. Bedankt voor het raadsel.
Athleet. Al is het dan geen Sin
terklaas. het kloppen van je hart w
even vol verwachting. Maakte je een
luchtsprong? Je hebt een grappig
hondje. Maar hij mag je niet van je
huiswerk afhouden, dat moet je hem
nog leren. Zij voelen direct, of de men
sen van hen houden of niet. hoewel je
er wat het keffen betreft vrijwel geen
staat op kunt maken. Kleine honden
keffen altijd.
Nufje. Heb je flink veel bosbes
sen geplukt, daar was het toch niet te
warm voor wel Nufje? Heeft je moeder
er jam van gemaakt, of heb je ze zo op
gegeten? Je had zeker wel een pikzwart
gezicht, dat kreeg ik er vroeger ook van
want ik at er altijd meer op, dan ik er
mee naar huis bracht. Je stuurde fijne
bonnen voor de ruilhandel, bedankt zeg.
Babbel kousje. Met het warme
weer van Woensdagmiddag was het fijn
zwemmen. Je schrijft, dat je het nog niet
kent. maar dan ga je het toch zeker wel
gauw leren Babbelkous? Misschien haal
je deze zomer je diploma nog wel. Onze
neef Dik Trom heeft het ook zo vlug
gehaald.
Opscheppertje, Tk ben blij,
dat, jij je nog net op tijd herinnerde, dat
het Woensdag was in plaats van Dins
dag. Zeg maar aan Rozeknop. dat. het
mij ook erg speet. Toen ik je brief kreeg,
was het prachtig weer. maar ik weet
nog niet wat voor weer het is als je dit
leest, want dan zijn we alweer een
halve week verder.
Alvata. Wat heb je Woensdag
middag voor les? Leuk dat je mij toch
nog even schreef. Het verhaal wordt nu
spannend in de krant, onze familie
leden zijn nog te jong om erg kritisch to
zijn, ze zullen er wel van genieten. Vol
gende keer schrijf ik je uitvoeriger,
antwoord op jouw brief.
Paganini. Jij weet de mooie
dingen die je op de schoolreis gezien
hebt wel te vertellen. Ik maak er uit op,
dat je erg gevoelig bent voor natuur
schoon en dat doet mij veel. genoegen
want daar beleef je steeds weer vreugde
aan. Het is telkens nieuw en altijd weer
anders. Hóe gaat. het met de viool
studie? Het is er nu wel een beetje
warm voor denk ik.
M o 11 e b o o n. Het is een hele reis
van Zuid-Limburg terug. Weet je hoe
dat komt Molleboon? Als je gaat ben je
nog vol verwachting naar wat. je te zien
zult, krijgen en als je terug komt, ben je
moe en begin je slaap te krijgen. Nu
lach je mij natuurlijk uit. want. je zegt
zo'n grote padvinder krijgt niet gauw
slaap, maar na zo'n reis verlangen zelfs
grote mensen naar hun mandje.
Boefje. Als je zo'n som moest
maken zou *je zpegen „pff... veel te
warm" en nu reken ie warempel voor
je eigen plezier de tijd die ie nog van
de vaeantie scheidt in minuten uit. Je
zou het toch dunkt mij niet alleen on
plezierig vinden om het zwemabonne
ment als je bleef zitten. Tk reken er vast
op dat ie overgaat. Boef. Die invitatie is
lang niet gek, ie hebt haar zeker met
alletwee je handen aangenomen?
Pinguin. Op dit oogenblik heeft
je uniform er alweer een versiering hij-
gekregen, fijn neef! Blijft er nog plaats
over voor de volgende? Je vindt het
natuurlijk reusachtig, dat je naar het
kamp in Ommen gaat, dat zou ik ook
vinden als ik m'n neef Pinguin was. Je
zult er waarschijnlijk niet kunnen
zwemmen of toch wel? Is er veel water
in de buurt? Dat kan je domme oom
zich opeens niet meer herinneren. Waar
blijft Bruinoog?
Leergraag Zoals voor de
meeste familieleden is voor jou zwem
men het grootste vermaak. Prettig, dat
je nichtje er ook van houdt, dan krijg
je geen botsingen.
Ik denk ook wel, dat de afwezigheid
van de onderwijzers verband houdt
met de examens. Is het belangrijk,
wat je mij de volgende week te vertel
len hebt?
Michaël Strogoff Als je
slaagt, wordt het een schandelijk lan
ge vaeantie neef. Het is fijn, dat de
film nu goed was, je kent nu het klap
pen van de zweep. Het raadsel was niet
erg moeilijk en de goedkeuring van
onze neven en nichten was eensge
zind.
Blondje. Het is een korte
schoolreis, maar hij hoeft er niet. minder
prettig om te zijn. De Baamse bossen
zijn prachtig. Op de Vlasakkers was het
een hele drukte de vorige Zondag, dat
was leuk om ta zien. Ik wens je een
prettige schoolreis.
DE OPLOSSINGEN
I. Het spreekwoord luidt: De appel
valt niet ver van de stam, met de
woorden: paars, Petten, laars, arend,
mild, vet, veen. vaas.
II. Bedoelde plaats in de provincie
Utrecht is Soestdijk, met de woorden:
ochtend, eerlijk, Soest, teer, dak, ijs.
De prijs is deze week voor Nufje
en kan Maandagmiddag na 3 uur wor
den afgehaald.
DE RAADSELS
In de bovenste vakjes komt iets, dat
de meeste nichten en neven in hun be
zit hebben en dat nodig is, om een bo-
paalde zomersport te kunnen beoefe
nen.
Van links naar rechts lees je, van
boven naar beneden:.
1. Medeklinker.
2. Persoonlijk voornaamwoord.
3. Een boom.
4. Ander woord voor durf.
5. Ander woord van wending.
6. Bewoner vanr Indië.
7. Vorstelijk persoon.
8. Verdriet.
9. Deel van een pond.
10. Familielid.
11. Klinker.
II
Een spreekwoord van 4 woorden m
17 letters.
1, 3 is een dier
2. 4 is een jongensnaam (afk.)
5, 6 is een persoonlijk voornaam-
woord.
7, 8, 11. 9 is een steun.
10. 11, 12, 13 is een woning.
14, 15. 16 is een vrucht.
14, 15, 17 is een meisjesnaam (afk.).
RUILHANDEL
Leergraag kan op Radion-bonnen
rekenen.
Johann Strauss help ik aan
Sunlight-, boeken- en klokzeepbonnen.
Jan Fluit spaart Artis-bonnen.
Houtvester kan Patriabonnen ko
men halen.
O u d-n eef Bellefleur bedank ik
namens de familieleden voor allerlei
bonnen, die wij goed kunnen gebruiken,
Kippestaartje komt kijken of
er postzegels van Nederland en Kolo
niën voor haar zijn.
R. de Onbekende voor jou zijn
er Vimbonnen en Kwattasoldaatjes.
Zonnekind vraagt Artisbonnen.
Springvogeltje spaart Artis-
bonnen.
Stormvogeltje kom maar eens
kijken of er nog ijsbeertjes voor je
zijn.
Athleet voor jou zijn er Patria
bonnen,
Nufje kan van Nellemerken en
boekenbonnen halen.
Paganini krijgt Hillebonnen.
Molleboon vraagt Sunlightbon-
nen.
Boefje houdt zich aanbevolen
voor Droste- en boekenbonnen.
Pinguin kom maar een kijken
of er nog postzegels voor je zijn.
S a 11 v Swing kan weer „bonta
kleuren" komen halen.
Bonnen en prijzen kunnen
Maandagmiddag na 3 uur worden af
gehaald.
Hartelijk gegroet,
OOM BOB.