OP WACHT IN HET KAMP RUBRIEK VAN OOM BOB r LONDEN GEEFT TEVEEL LICHT „UIT EIGEN PEN" BRIEFWISSELING >1 door JAN VAN LEEUWEN „Er moet vannacht een groot bee6t bij het kamp geweest zijn," werd aan het ontbijt verteld. „De afdrukken van zijn poten staan bij de keukentent!" Ze praatten allemaal verbaasd door elkaar en keken naar Hans en Karei, die de wacht gehouden hadden. „Zeg, wachten, hebben jullie vannacht niets gezien?" vroegen ze. Maar de jongens, die met erg slaperige gezichten vlug een paar boterhammen aten voor ze naar bed gingen, schudden allebei .hun hoofd. „Nee we hebben niets gezien. Tk begrijp niet, hoe het mogelijk is!" Ze praatten er nog lang over door en ieder sing naar de keukentent om naar de afdrukken in het zand te kijken. Onbe grijpelijk, dat de wachten er niets van gemerkt hadden. Die hadden zeker ge slapen inplaats van te waken! Nu was het waar, dat ze erover gedacht hadden om helemaal geen wacht te nemen, om- lat er toch nooit iets gebeurde 's nachts. Het kampeerterrein lag zo veilig als het maar kon. Maar de jongens vonden het zelf leuk om te waken en daarom hadden ze toch maar weer twee wach ten aangesteld. Na drie nachten zouden er weer ander jongens waken. Dit was de eerste nacht van Hans en Karei ge veest. Hoe meer de jongens erover nadach- 'en, hoemeer ze tot de overtuieing kwamen, dat Hans en Karei geslapen hadden inplaats van gewaakt. Dat was 'och werkelijk te gek. AI was het dan hij na niet nodig om te waken, dat was nog geen reden om te gaan slapen! En er moest hier toch een beest geweest zijn, dat zagen ze duidelijk aan de spo ren. Nu konden de wachten niet eens vertellen, wat het vy.as geweckt. .Later toen de wachten sliepen, vertelden ze elkaar lachend, dat de sporen van de hond waren. De jongens besloten om die nacht een grap uit te balen. Ze praatten er met één van de leiders over, want die moest het natuurlijk wel we ten, anders zou het niet lukken. De he le dag liepen ze mét geheimzinnige ge zichten rond. Een paar werden met een boodschappenmandje naar bet dorp ge stuurd en kwamen een tijdje later lach ende terug met een volle mand. Wat er in de mand zat, kon helaas niemand zien, want er lag een doek overheen. De wacht gaat in Om twaalf uur werden Hans en Karei gewekt. Eerder hoefden ze niet de wacht in te gaan, want de kampleiders waren tot die tijd zelf nog op. Ze kwamen slaperig en geeuwend te voorschijn en ze zagen er niet uit of ze erge zin hadden om te gaan waken. „Jongens, het is nogal koud," zei Flips, zoals de sportleider altijd genoemd werd. „We-hebben het vuurtje maar voor jullie aangelaten, dan kan je je nog eens warmen. De nachten zijn nog koel, al is het dan ook midden in de zomer. Jullie weten, wat je moet doen, ge regeld rondlopen langs de tenten en kij ken of er nergens onraad is. Ze slapen allemaal, dus van de jongens zullen jullie geen last hebben. Enkijk maar goed of er vahnaebt niet weer een roofdier komt!" De jongens knikten en gingen naar het wachttentje. Daar stond altijd wat eten klaar en daar lagen een paar de kens, die ze konden omslaan. Brrr, het viel lang niet mee om midden in de nacht uit je slaap gehaald te worden. Ze sliepen ook wel overdag, maar s middags stonden ze dan weer op. Ze liepen nu een paar maal om het kamp heen met de dekens omgeslagen en gingen toen bij het vuurtje zitten. „Er komt toch niets zei Karei. „Eerst vond ik het wel leuk om to waken, maar het is toch eigenlijk erg saai." „Ja," zei Han* en hij geeuwde eens luid. „En eigenlijk is het onzin om te moeten waken Dat van dat beest was natuurlijk ook niet waar. Die sporen hebben ze misschien met opzet in het zand getrokken. En anders is het een hond geweest uit de buurt. Ik geloof heus, dat we wel een beetje geslapen hebben, gisternacht 1" „Ja. dat geloof ik ook," zei Karei nu. „En het is me heel goed bevallen. Ik ga nu weer lekker lui liggen, als er iets komt, merken we het wel. Ik zal wol wakker blijven, maar als je ligt wordt je niet. zo koud". En even later lagen de beide „wachten" in hun dekens ge rold naast het vuurtje. De overval Ze hadden nog geen kwartier gelegen of ze vielen allebei in slaap. Ze dach ten er niet meer aan. dat ze de wacht moesten houden, ze sliepen heel rus tig en vast. Tien minuten later werd het doek van een van de tenten opzij geschoven en twee jongens slopen er voorzichtig uit. Ze hadden een trainingspak aan en hun zakken puilden helemaal uit. Op hun tenen liepen ze naar het vuurtje. „Zie je nu, hoe vast ze slapen!" fluis terde Joost. „Dat noemen ze nu waken. Als het hele kamp afbrandde, zouden zij er niets van merkenWat stom, dat ze niet eens begrepen hebben, dat er iets aan de hand is. Anders blijft 's nachts toch nooit, vuur branden! Dat zou veel te gevaarlijk zijn „Ja, maar laten we nu opschieten," zei Leo ook heel zacht en meteen gooi de hij iets in het vuur. Onmiddellijk schoten hoge vlammen de lucht in en het was een geknetter en lawaai, alsof er van vlakbij een heel regiment sol daten aan het oefenen was Hans en Karei sprongen verschrikt op en keken naar het vuur, dat maar bleef knetteren en vonken. Ze konden Leo en Joost, die aan de andere kant stonden en voortdurend nieuw vuur werk, want dat was het. geweest, wat ze op het vuur gooiden, niet zien. Een nachtelijk bad Uit alle tenten werd nu lawaai ge hoord en even later stonden bijna alle jongens in hun pyama met jassen om geslagen buiten en keker naar het vuurwerk. Karei en Hans keken zo be teuterd, dat ze allemaal begonnen te lachen en riepen: „Mooie wachten zijn jullie! Het hele kamp kan afbranden zonder dat jullie het merken! Schamen jullie jo nietEen paar andere jon gens riepen: „Onder de pomp mbeten ze gehouden worden, dan zullen ze wel helemaal wakker worden Vooruit on der de pomp met-dé wachter 1" en Hans en Karei •'■evértfen met hun hoofd onder de pomp gehóuden, tot ze eindelijk rie pen: „Genade, we zijn nu wel wakker." Zo leerden ze dat wachten niet horen te slapen 's nachts, want als er iets gebeurt is het altijd al te laat, als ze eindelijk wakker wordenNa dit nachtelijke bad was er in het hele kamp niemand te vinden, die beter de wacht hield dan Karei en Hans en dat was ook de bedoeling geweest! In het laatste jaarverslag van de sterrenwacht in Greenwich heeft prof. Spender Jones, het hoofd van de wacht, verklaard, dat binnen afzienbare tijd de sterrenwacht verplaatst moet worden. „Elk jaar," zo vertelde hij, „hebben we meer last van de lichten, die van Lon den uitstralen. De stad geeft zelfs op die afstand nog zo veel licht af, dat de wetenschappelijke onderzoekingen er ernstig door gehin derd worden. Er kunnen geen foto's meer van de sterrenhemel gemaakt wor den, want de sterren zijn maar heel zwak zichtbaar door de vele elcctrische lichten van de stad. Het zal daarom no dig zijn, dat de sterrenwacht verplaatst wordt, naar een plek, die ver van een grote stad afligt. Dit is werkelijk een hele gebeurte nis, niet alleen voor de onmiddellijke omgeving, maar voor de hele wereld. Deze Engelse sterrenwaclht werd al in 1675 gebouwd en in 1899 werd hij he lemaal vernieuwd. Op school hebben we allemaal geleerd, dat de Meridiaan van Greenwich al sinds tientallen ja ren als de Nul-meridiaan geldt. Als de sterrenwacht nu verplaatst wordt, zal dit zeker de aanleiding voor veel ver gissingen en misverstanden zijn. Maar vlakte als Londen, hoeft ons dit hele maal niet te verwonderen. Het spreekt vanzelf, dat alle geleerden zich nu af- viagen, waar de nieuwe sterrenwacht zal komen te staan. Het is van veel be lang om een plaats uit te zoeken, waar voorloopig geen gevaar voor een toch kunnen we iheel goed begrijpen, dat de wacht last moet hebben van de lichten, die door de stad uitgestraald worden. Zelfs bij een kleine stad is dat al zo, dus bij een stad met een opper- „lichtzee" is. Met z'n benen kan hij al zwemmen Elk porceleinen beeldje een erestuk Iedereen heeft wel eens een porcelei nen beeldje gezien en het bewonderd. We kunnen ons bijna niet indenken, dat er een stof bestaat, die zo blank en fijn is als porcelein en dat de mensen daar dan nog zulke prachtige dingen van kunnen maken. Degenen, die dat ma ken, zijn ook echte kunstenaars. Er zijn verschillende plaatsen, die bekend zijn geworden door de porceleinfabricage. In Frankrijk is Sèvres het meest bekend en in Duitsland is het Meissen met het beroemde Meissen porselein. Al heel vroeg, honderden jaren voor Christus verstonden de mensen de kunst van pottenbakken. In China, Griekenland, Egypte en waar we maar Een beeldje van Marie Antoinette, helemaal uitgevoerd in porcelein stukken van over hebben, werden toen al dikwijls heel mooie dingen gemaakt. In de loop der eeuwen is deze industrie steeds meer uitgebreid, natuurlijk ook doordat men meer op de hoogte geraak te van de grondstoffen, die ervoor ge bruikt moesten worden. Het eersle por celein dat in Europa kwam werd al in de 13de eeuw uit het Verre Ooeten inge voerd, maar pas in de 17de eeuw, begon de industrie ongeveer gelijktijdig op te komen. Ons Delfts aardewerk en porcelein heeft een wereldberoemdheid gekregen. In Sèvres wordt nog steeds het bekende „zachte" porcelein gemaakt, dat heel bijzonder fijn gekleurd kan worden en voor fijne beeldjes uitstekend geschikt is. Het spreekt vanzelf, dat cr voor por celein veel zuiverder grondstoffen no- die: zijn dan voor aardewerk. Er moet heel wat met deze grondstoffen gebeu ren voor ze geschikt zijn om tot beeld jes cn borden omgevormd te worden. Het hoofdbestanddeel van porcelein is kaolin, dat echter helemaal gereinigd moet worden en dan tenslotte vermengd met veldspaat cn kwarts een jaar lang in de kelder moet blijven liggen. In een gloeiend vuur moeten al deze grondstoffen tot porcelein samenvloeien, In de grote zalen zitten nu de kun stenaars, die met voorzichtige bewegin gen een vorm geven' aan de vormloze massa, die ze voor zich hebben liggen. Heel zacht pakken de mensen het por celein aan en maken eerst de afzonder lijke deeltjes, als hoofd, armen, lichaam, enz. Die deeltjes moeten daarna onzicht baar aan elkaar gezet worden. In andere zalen zitten vrouwen, die heel kleine bloemknoppen malen en an dere fijne onderdelen, die nodig zijn voor het beeldje. Maar ook dan is het porceleinen beeldje nog niet klaar. Het moet nog een paar maal gebrand wor den. sommige kleuren moeten op het beeldje worden aangebracht vóór het geglazuurd wordt cn andere erna. De schilders verven in hun atelier heel fijne takjes cn bloemen op de vazen en beeldjes en eindelijk, na zoveel handen te zijn gepasseerd en na met zoveel zorg en liefde bewerkt te zijn. is het beeldje, hei bord of het kopje klaar. Want liefde hebben al deze mensen voor hun werk en het is ook net of een porceleinfabriek een op zichzelfstaande wereld is. Er heersebt een heel speciale sfeer en alle voorwerpen, die eruit gaan zijn met zo veel zorg hehandeld alsof het een ere stuk is. Dat is het geheim, waardoor de porceleinen beeldjes altijd zo heel fijn en smaakvol zijn. Beste nichten en neven. DAAR jullie natuurlijk popelen om de uitslag te vernemen, zal ik die eerst bekend maken. Groep I, leeftijd 79 jaar: le prijs Tarzan, 2e prijs Oranjevlin der. Groep II, leeftijd 9—11 jaar: le prijs Pinguin, 2e prijs Molle- bo o n. Groep III, leeftijd boven 11 Jaar: le prijs Athleet, 2e prijs Hout v e s t e r. Er zijn zoveel leuke tekeningen inge zonden, dat het moeilijk was een keus te imaken en daarom heb ik voor alle inzenders een troostprijsje, dat alle te leurstellingen natuurlijk voorkomt. Het zijn de nichtjes Boefje, Juffrouw Snip, Kippcstaartje, Leergraag, Poppen- moeke. Rozeknopje, Duikelaartje. Saljy Swing. Speemkruidjc, Zonneke, Blondje, Zonnekind en Huismus en van de neven Old Death, Alvata en Jan Fluit, die er voor in aanmerking komen. Wie dé tekening terug wil hebben, kan zich aan het loket vervoegen en de belanghebbenden kunnen Maandagmid dag na 3 uur de prijzen komen afhalen. Alvata gaat weer verder met zijn ver haal. RADIO-TOESTELLEN... EN NOG WAT (Vervolg) TAG Boy, Boy itte paardje rijden op jouw rug tag Boy, kom nou, toe kom nou! Zo was de verwelkoming van de klei ne Tilly, zolang de kleine meid, die nu VA jaar was, maar even op haar kleine, poezelige pootjes had kunnen staan. Ze stond iedere morgen om 12 uur en iedere middag om 3 uur op Boy te wadhten om paardje te rijden op zijn rug. 't Was de kleinste, de liefste cn de meest verwende uit het gezin van de familie Verhagen. Iedereen keek haar na op straat, om dan tot z'n medewan- dclaar te zeggen Wat 'n schattig kind. Zoals altijd stond de kleine Tilly op Boy te wachten, maar het was alsof ze het niet zo van harte deed vandaag, een beetje down was ze, doch Boy had ook een onrustig gevoel, zeker een slechte repetitie dacht hij. hij kon er zelf geen verklaring voor vinden. Een half unrtje later zat de familie aan tafel, doch er werd niet zo als an ders direct, toegetast. 't Leek wel of ieder iets had. F.n 't was dan ook de klap op de vuurpijl toen moeder zei Hè, 'k heb net 't idee of er iets heel ergs gebeuren gaat of moet, en ik weet zelf niet wat 't is. Voorzichtig Donald ik wacht hier, denk er om als er iets gebeurt, berg je je hoor. 't Zou niet graag voor dit klei ne karweitje een paar jaartjes het kas- sie ingaan. Ik heb een gevoel of dit niet goed afloopt, maar 't is nu al twaalf koor goed gegaan de 13e zal 't ook wel lukken. Hoewel 13 Is 't ongeluksgetal. Hou toch 's je mond zei de ander nu. 'k Zal heus wel oppassen, bemoei jij je maar met je zelf. daar heb je al meer dan genoeg aan. Nou, 't beste hoor. bromde de eer ste nog. terwijl hij in het donker van de nacht, verdween tusschen twee hoog opgroeiende struiken, een klein fluitje in de mond, dat als hij 'r op blies, 'het gemiauw van een kat nabootste. Om halfelf was de familie Verhagen naar boven gegaan. Tillv was door me vrouw om half 7 al naar haar bedje ge bracht, waar ze al gauw insliep en droomde van feeën, elfjes en kabouters. 't Licht zal bij mevrouw en mijnheer ongeveer een klein uurtje uitgeweest zijn, toen iemand heel zachtjes het al tijd een klein eindje openstaande raam van Tilly's kamer verder opendeed en in de kamer stapte. Een kleine branden de cigarettenaansteker was het enige schijnsel, dat toen de kamer verlichtte. De onbekende liep op het bedje van de kleine meid toe. waar een glimlach om haar mondje bewees, dat ze verrukt, leef de in het land van de nimfen en kabou ters. Plotseling, als een bliksemstraal in de nacht, hief de onbekende man een deken op en sloeg het om het doodver. schrikte meisje, dat een gil gaf, doch even verdoofde van schrik. En enige se conden later reed een donkerblauwe Chevrolet, die het nummer G. 1758 droeg, de stile straat uit. Het was toen even over half 12 Jan Fluit. Prettig, dat jullie zulk mooi weer troffen, het was een hele reis zeg. Zoals jij de glijbaan ge tekend hebt, zou hot mij ook niet lij ken. ik kan mij voorstellen, dat je er na twee ritjes genoeg van had. Heb je nog pannekoeken gegeten, dat heb je mij niet verteld. Je hebt de groeten van Paganini. Dik Trom. Gefeliciteerd zeg, wat ben je opeens hard van stapel ge lopen, ik vind het, een hele prestatie. Leuk. dat je nu op het vlot mag. Her valt. niet mee, met, hoge leren schoe nen aan te zwemmen, ik dacht, dat het ook wel gympjes mochten zim. Houtvester. Dat sombere be gin van de maand, heeft alles fijn op gefrist. Eigenlijk dacht ik altijd, dat alleen meisjes nieuwsgierig waren. Maar nu merk ik, dat ook m'n neven er last van hebben. Ben je tevreden Houtvester? Ik feliciteer jou ook met je diploma, dat is nog vlug gegaan. Voor Dik Trom is het ook erg leuk, jullie kunnen nu samen in het diepe. Korenbloem. Je bent kort van stof nichtje, je brief is ongeveer in te legramstijl. Wat leuk dat er een nicht van je uit Indië komt. Zijn je ouders daar ook niet, of ben ik met een ander familielid in de war. Ik hoop, dat m'n vraag succes heeft, je houdt nu de krantenfoto's zeker wel goed bij? Kippestaarte. Dat is leuk voor Korenbloem, ik hoop dat je ze hebt. Het is zoals je al dacht, ik heb van Nederland en Koloniën alleen de gewone postzegels, misschien is er nog iets bij, ik zal in ieder geval voor je zoeken. Je bent nu alweer gerust, wat de prijzen betreft en je zuit nu wel gauw gaan zwemmen. Is Duikelaar weer beter? Zo eenzaam in de school bank is niet gezellig. Raffles de Onbekende. Je schijnt, nog al reclame te maken voor de kinderkrant, zeg maar uit mijn naam, dat zij hartelijk welkom zijn. Ik denk, dat het extra mooie namen zullen wor den, nu er zo over gedacht wordt. Je hebt heel wat gezien op je schoolreis, vond je de mijn het interessantst? Ik vind fietsen ook fijn Raffles. Help je vrienden maar denken. Zonnekind Wat aardig, dat je een prijs hebt gewonnen, het is een be wijs, dat je lang niet dom bent in de Fransche taal. Al heten we naar de „kei", vind ik het heus niet de grootste bezienswaardigheid van de stad. Ik zal je maar in vertrouwen vertellen, dat ik er helemaal niet trots op ben, jij wel Zonnekind? Springvogeltje. Je bent wel kom vogclnichtje, ik heb de naam nog niet eerder gehoord, is er een vogeltje van die naam? Het is leuk dat je mee doet, je vriendin Stormvogel, zal je wel alles verteld hebben over de raadsels en de prijzen. Ik hoop, dat je mij even trouw zult schrijven als zij dat doet. Tot de volgende week dan nieuwe nicht. Stormvogeltje. Dat was ook toevallig, je was nog niet klaar met mopperen cn daar won je de prijs. Ik denk zo, dat je een klein ondeugend meisje bent, maar dat vind ik wel leuk. Flink zo Stormvogel, jij haalt je vrien dinnen maar over om ook te schrijven. Heb je er nog meer? Eigenlijk wist ik niet of de brief wel voor mij bestemd was. er stond toch zo'n gekke naam op. Goed dat ik hem toch maar open ge maakt heb. Bedankt voor het raadsel. Athleet. Al is het dan geen Sin terklaas. het kloppen van je hart w even vol verwachting. Maakte je een luchtsprong? Je hebt een grappig hondje. Maar hij mag je niet van je huiswerk afhouden, dat moet je hem nog leren. Zij voelen direct, of de men sen van hen houden of niet. hoewel je er wat het keffen betreft vrijwel geen staat op kunt maken. Kleine honden keffen altijd. Nufje. Heb je flink veel bosbes sen geplukt, daar was het toch niet te warm voor wel Nufje? Heeft je moeder er jam van gemaakt, of heb je ze zo op gegeten? Je had zeker wel een pikzwart gezicht, dat kreeg ik er vroeger ook van want ik at er altijd meer op, dan ik er mee naar huis bracht. Je stuurde fijne bonnen voor de ruilhandel, bedankt zeg. Babbel kousje. Met het warme weer van Woensdagmiddag was het fijn zwemmen. Je schrijft, dat je het nog niet kent. maar dan ga je het toch zeker wel gauw leren Babbelkous? Misschien haal je deze zomer je diploma nog wel. Onze neef Dik Trom heeft het ook zo vlug gehaald. Opscheppertje, Tk ben blij, dat, jij je nog net op tijd herinnerde, dat het Woensdag was in plaats van Dins dag. Zeg maar aan Rozeknop. dat. het mij ook erg speet. Toen ik je brief kreeg, was het prachtig weer. maar ik weet nog niet wat voor weer het is als je dit leest, want dan zijn we alweer een halve week verder. Alvata. Wat heb je Woensdag middag voor les? Leuk dat je mij toch nog even schreef. Het verhaal wordt nu spannend in de krant, onze familie leden zijn nog te jong om erg kritisch to zijn, ze zullen er wel van genieten. Vol gende keer schrijf ik je uitvoeriger, antwoord op jouw brief. Paganini. Jij weet de mooie dingen die je op de schoolreis gezien hebt wel te vertellen. Ik maak er uit op, dat je erg gevoelig bent voor natuur schoon en dat doet mij veel. genoegen want daar beleef je steeds weer vreugde aan. Het is telkens nieuw en altijd weer anders. Hóe gaat. het met de viool studie? Het is er nu wel een beetje warm voor denk ik. M o 11 e b o o n. Het is een hele reis van Zuid-Limburg terug. Weet je hoe dat komt Molleboon? Als je gaat ben je nog vol verwachting naar wat. je te zien zult, krijgen en als je terug komt, ben je moe en begin je slaap te krijgen. Nu lach je mij natuurlijk uit. want. je zegt zo'n grote padvinder krijgt niet gauw slaap, maar na zo'n reis verlangen zelfs grote mensen naar hun mandje. Boefje. Als je zo'n som moest maken zou *je zpegen „pff... veel te warm" en nu reken ie warempel voor je eigen plezier de tijd die ie nog van de vaeantie scheidt in minuten uit. Je zou het toch dunkt mij niet alleen on plezierig vinden om het zwemabonne ment als je bleef zitten. Tk reken er vast op dat ie overgaat. Boef. Die invitatie is lang niet gek, ie hebt haar zeker met alletwee je handen aangenomen? Pinguin. Op dit oogenblik heeft je uniform er alweer een versiering hij- gekregen, fijn neef! Blijft er nog plaats over voor de volgende? Je vindt het natuurlijk reusachtig, dat je naar het kamp in Ommen gaat, dat zou ik ook vinden als ik m'n neef Pinguin was. Je zult er waarschijnlijk niet kunnen zwemmen of toch wel? Is er veel water in de buurt? Dat kan je domme oom zich opeens niet meer herinneren. Waar blijft Bruinoog? Leergraag Zoals voor de meeste familieleden is voor jou zwem men het grootste vermaak. Prettig, dat je nichtje er ook van houdt, dan krijg je geen botsingen. Ik denk ook wel, dat de afwezigheid van de onderwijzers verband houdt met de examens. Is het belangrijk, wat je mij de volgende week te vertel len hebt? Michaël Strogoff Als je slaagt, wordt het een schandelijk lan ge vaeantie neef. Het is fijn, dat de film nu goed was, je kent nu het klap pen van de zweep. Het raadsel was niet erg moeilijk en de goedkeuring van onze neven en nichten was eensge zind. Blondje. Het is een korte schoolreis, maar hij hoeft er niet. minder prettig om te zijn. De Baamse bossen zijn prachtig. Op de Vlasakkers was het een hele drukte de vorige Zondag, dat was leuk om ta zien. Ik wens je een prettige schoolreis. DE OPLOSSINGEN I. Het spreekwoord luidt: De appel valt niet ver van de stam, met de woorden: paars, Petten, laars, arend, mild, vet, veen. vaas. II. Bedoelde plaats in de provincie Utrecht is Soestdijk, met de woorden: ochtend, eerlijk, Soest, teer, dak, ijs. De prijs is deze week voor Nufje en kan Maandagmiddag na 3 uur wor den afgehaald. DE RAADSELS In de bovenste vakjes komt iets, dat de meeste nichten en neven in hun be zit hebben en dat nodig is, om een bo- paalde zomersport te kunnen beoefe nen. Van links naar rechts lees je, van boven naar beneden:. 1. Medeklinker. 2. Persoonlijk voornaamwoord. 3. Een boom. 4. Ander woord voor durf. 5. Ander woord van wending. 6. Bewoner vanr Indië. 7. Vorstelijk persoon. 8. Verdriet. 9. Deel van een pond. 10. Familielid. 11. Klinker. II Een spreekwoord van 4 woorden m 17 letters. 1, 3 is een dier 2. 4 is een jongensnaam (afk.) 5, 6 is een persoonlijk voornaam- woord. 7, 8, 11. 9 is een steun. 10. 11, 12, 13 is een woning. 14, 15. 16 is een vrucht. 14, 15, 17 is een meisjesnaam (afk.). RUILHANDEL Leergraag kan op Radion-bonnen rekenen. Johann Strauss help ik aan Sunlight-, boeken- en klokzeepbonnen. Jan Fluit spaart Artis-bonnen. Houtvester kan Patriabonnen ko men halen. O u d-n eef Bellefleur bedank ik namens de familieleden voor allerlei bonnen, die wij goed kunnen gebruiken, Kippestaartje komt kijken of er postzegels van Nederland en Kolo niën voor haar zijn. R. de Onbekende voor jou zijn er Vimbonnen en Kwattasoldaatjes. Zonnekind vraagt Artisbonnen. Springvogeltje spaart Artis- bonnen. Stormvogeltje kom maar eens kijken of er nog ijsbeertjes voor je zijn. Athleet voor jou zijn er Patria bonnen, Nufje kan van Nellemerken en boekenbonnen halen. Paganini krijgt Hillebonnen. Molleboon vraagt Sunlightbon- nen. Boefje houdt zich aanbevolen voor Droste- en boekenbonnen. Pinguin kom maar een kijken of er nog postzegels voor je zijn. S a 11 v Swing kan weer „bonta kleuren" komen halen. Bonnen en prijzen kunnen Maandagmiddag na 3 uur worden af gehaald. Hartelijk gegroet, OOM BOB.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 11