Dagblad
Wanneer zal spanning
Charles de Kosters' roman
„Huwelijksreis" gefilmd
tot ontlading komen?
Karl Ritter in „sferische"
moeilijkheden verward
Internationaal bridge-
tournooi
Hoog rendement
op aandeelen
De wereld,
van
Prof. dr. J. H. Gunning
tachtig jaar
2e BLAD PAG. 4
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 8 JULI 1939
Een teekening uit eert van de nieuwste teekenfilms, waarin de hond Pluto, zooals
gewoonlijk in verrassende moeilijkheden komt
CRK.0.5
Wenscht U
een beschaafden toon?
Het
spant de kroon!
's-GRAVENHAGE, 7 Juli. Vijftiende
ronde open-teams:
Finland wint van België met 1 m.p.
Noorwegen wint v. Duitschland 16 m.p.
Hongarije wint van Zweden met 8 m.p.
Nederland wint van Yougo Slavië 1 m.p.
Engeland wint van Italië met 5 m.p.
België wint totaal met 41 matchpunten,
1 victory-point.
Noorwegen wint totaal met 29 match-
punten, 1 victory-point.
Zweden wint totaal 8 match-punten,
1 victory-point.
Yougo-Slavië wint totaal met 3 match-
punten. 1 victory-point.
Engeland wint totaal met 18 match-pun
ten, 1 victory-point.
Zesde ronde dames-teams:
Engeland wint v. Denemarken m. 6 m.p.
Nederland wint van Frankrijk m. 2 m.p.
Engeland wint totaal na 40 handen met
19 matchpunten.
Nederland wint totaal na 40 handen met
31 match-punten.
Zestiende ronde open-teams:
België wint van Italië met 18 m.p.
Denemarken wint v. Zweden m. 11 m.p.
Yougo-Slavië wint v. Engeland 2 m.p.
Hongarije wint v. Duitschland m. 9 m.p.
België wint totaal met 18 match-punten,
totaal 2 vict.-points.
Zweden wint totaal met 13 match-pun
ten, totaal 5 vict.-points.
Yougo-Slavië wint totaal met 11 match
punten, totaal 4 vict.-points.
Hongarije wint totaal met 5 matcli-pnt.
Het Nederlandsche ooen-team heeft in
totaal 2 victory-points.
Het Duitsche open-team heeft in totaal 3
victory-points.
Het Hongaarsche open-team heeft in to
taal 2 victory-points.
Het Deensche open-team heeft in tótaal
2 victory-points.
Het Engelsche open-team heeft in totaal
2 victory-points.
FINANCIEEL OVERZICHT
Scherpe koersfluctuaties bij beperkten handel. Risi
co's van aandeelen- en obligatiebezit. Invloed der
Amerikaansch-Engelsche ruiltransactie op rubber-
markt. Tijdelijke verhooging van rubberexport?
DE internationale fondsenmarkt wordt
nog steeds volkomen beheerscht door
de groote vraag, die de geheele we
reld bezig houdt: zal de opgehoopte en wel
haast tot in het ondraaglijke gestegen span
ning in den eerstvolgende tijd tot ontlading
komen? Met beklemming ziet men het kwik
in den politieken thermometer hoe langer
hoe hooger rijzen; het moment, waarop het
kookpunt bereikt zal worden, kan niet meer
vèr-af liggen. En toch, ondanks alles, blijft
men hoop koesteren op een wending ten goe
de; men speurt naarstig naar een zweem
van verbetering; soms meent men die te zien
in de grootere waarschijnlijkheid van het
tot stand komen van het pact tusschen En
geland en Rusland, dan weer geven de be
richten uit Danzig aanleiding tot iets minder
pessimisme. Waarna dan weer de onvermij
delijke terugslag volgt.
Zoo blijft de wereld tusschen hoop en
vreeze zweven en. de beurs, als getrouw
spiegelbeeld van wat de menschheid beroert,
registreert de koortsachtige spanning in de
ups en downs, die de koersen ondergaan.
Aldus zün de betrekkelijk belangrijke
koerswijzigingen in de afgeloopen week te
verklaren. De omvang van den handel heeft
met deze koersverschillen, die op sommige
dagen 5 a 10% bedroegen, geen gelijken tred
gehouden. Het zün nog slechts zeer weinigen,
die onder de tegenwoordige onzekere, ver
houdingen den moed vinden, naar den eenen
of den anderen kant iets te onderriemen.
Mocht een oorlog uitbreken, dan zün de
gevolgen hiervan voor de ondernemingen,
welker aandeelen ter beurze genoteerd wor
den, in het geheel niet te overzien, z'ü het
ook, dat in kringen van den fondsenhandel
velen, gezien de vroeger opgedane ervaring,
van meening zün, dat behoudens een scherpe
reactie na den eersten schok de uitwerking
op het koerspeil nog wel eens zou kunnen
meevallen. Daarbü wordt dan rekening ge
houden met de omstandigheid, dat de no
teeringen der meeste aandeelen reeds thans
op een „noodpeil" zün aangeland, hetwelk in
geen verhouding meer staat tot 't rendement
op basis van de dividenduitkeeringen. Het
lage niveau, waarop de aandeelenkoersen zich
thans bewegen, geeft daartegenover alle aan
leiding, een krachtig herstel te verwachten
voor het geval een politieke ontspanning
van meer dan tüdeljjken aard mocht intreden.
Wanneer men de rendementsberekening
voor de leidende fondsen der Amsterdam-
sche beurs baseert op de uitkeeringen in de
laatste twee jaar, dan komt men zonder uit
zondering bü de tegenwoordige koersen tot
een opbrengst van meer dan 5, meestal ech
ter van dicht bü de 6 Op basis van de
dividenden in de laatste tien jaar wordt het
rendement wat minder hoog; bü de Han
delsver. „Amsterdam" is het gemiddelde
rendement van 1929/38, blü'kens onderstaand
staatje, zelfs vrü laag, waarbij echter opge
merkt moet worden, dal in deze tienjarige
periode de voor de suiker- en andere cultu
res büzonder ongunstige jaren vielen, waar
in slechts een klein dividendje kon worden
betaald, wat het gemiddelde natuurlük sterk
drukt.
Rendement Rendement op
op basis basis div.
div. 1937 gemiddelde
en 1938 1929/38
Philips'
GloéilamjSen ca. 5% ca. 5%
Unilever 5.8 5.1
Kon. Petroleum 5.7 4.2
Handelsver.
„Amsterdam" 5.2 3.2
Vergeleken met het rendement, dat op
obligatiën kan worden gemaakt, zün de bo
venstaande gemiddelden alleszins aantrek-
kelü'k. Natuurlük dient er rekening mede te
worden gehouden, dat in het niveau van
aandeelenkoersen niet slechts goede, maar
ook kwade kansen voor de bedrp'ven verdis
conteerd worden en het spreekt van zelf, dat
juist deze kwade mogelp'khedcn onder de
tegenwoordige omstandigheden zeer hoog
worden aangeslagen. Het is echter de vraag,
of men door het bezit van aandeelen nu wer-
kelük zooveel meer risico loopt dan wan
neer men obligatiën bezit, waarop het ren
dement tusschen de 3 en 3% schommelt,
op basis der huidige beursnoteeringen.
Het zou nl. nog te bezien staan welk soort
fondsen in geval van oorlog het sterkst zou
den worden getroffen: aandeelen van goede
ondernemingen, die als „Sachwerte" toch een
belangrüke productiekracht en „Goodwill"
vertegenwoordigen, welke waarschü'nlü'k te
eeniger tüd hun waarde zullen herkrijgen,
of obligatiën, vorderingen op de overheid,
welker basis volkomen illusoir zou worden
wegens de monetaire en financiëele ont
wrichting, die het onvermüdelüke gevolg van
een wereldramp zou zpn.
Maar ook als het ergste vermeden zal kun
nen worden, levert het bezit van obligatiën
een niet te onderschatten risico op, wegens
de kans op een verdere koersdaling in ver
band met de lagere waardeering van het
overheidscrediet als gevolg van groote de
fensie- en steun-uitgaven en de te verwach
ten stjiging van den rentevoet. In een vorig
overzicht hebben wü een en ander reeds na
der in het licht gesteld.
In de afgeloopen week is de koersafbrok-
keling op de obligatiemarkt nog verder
voortgeschreden, waarbü door ruilorders be
paalde staatsleeningen een grooter koersver
lies moesten boeken dan andere. Het stelde
teleur, dat de belcggingsvraag, die zich ge-
woonlük voor herbelegging van vrijgekomen
middelen na 1 Juli doet gevoelen, ditmaal
vrü'wel geheel achterwege is gebleven. Noch
op de markt voor staatsleeningen, noch op
die voor gemeente-leeningen en pandbrieven
was eenige toeneming der kooplust te be
speuren en daar het aanbod, zü het in be
perkten omvang, aanhoudt, zün de noteerin-
gen meerendeels nog verder teruggeloopen.
DE Amsterdamsche aandeelenmarkt
moest het in den aanvang der week
buiten de „directieven" van Wallstreèt
stellen, omdat de fondsen- en goederenmark
ten in de Ver. Staten op den „Onafhankelük-
heidsdag" gesloten waren Hoewel bü her
vatting van den handel te New York bleek,
dat men daar den internationalen toestand
iets minder gespannen achtte, terwy'l men
bovendien de vooruitzichten voor een her
stel van het zakenleven in den herfst gun
stig beoordeelt, kon de koersverbetering,
welke van te voren op de Amsterdamsche
beurs was ingezet, geen verderen voortgang
maken.
Aandeelen Koninklijke Petroleum werdan
nog gunstig beinvloed door de berichten be
treffende een voor de maatschapppen niet
al te ongunstige oplossing van het petro-
leumconflict in Mexico. Toch was ook voor
dit fon'ds de handel niet in overeénstemming
met de naar verhouding belangrüke koers-
sprongen. Het was duidelü'k merkbaar, dat
door het ontbreken van limites een betrekke-
lük kleine vraag reeds aanleiding gaf tot een
krachtige koersverbetering, een factor, die
zich ook in de meeste andere afdeelingen
deed gevoelen.
Zelfs in den rubberhoek was eenige koers-
beweging waar te nemen, hoewel de notee
ring van het product voortdurend op het
zelfde niveau van 8 1/8 a 8 3/16 d. per lb.
gehandhaafd blü'ft. Het is duidelü'k dat deze
prü's, die neerkomt op een opbrengst van
ca. 33 cent per K.G. voor rubbermaat-
schappü'en allesbehalve bevredigend is, zoo
lang slechts op 50 pet. van de productie
capaciteit mag worden gewerkt. Wel moet
h'crbü in het oog worden gehouden, dat de
standaard-productie, waarop 'de restrictie ge
baseerd is, voor de Ned.-Indische onderne
mingen in 1939 aanmerkelük hooger is ge
steld dan in het voorafgaande jaar. Dit
heeft het belangrüke gevolg, dat de export
van Ned.-Indisöhe ondernemingsrubber in
het derde kwartaal van dit jaar 44.400 ton
zal mogen bedragen, tegen slechts 32.300 ton
in de overeenkomstige periode van het
vorige jaar.
De mogelükheid bestaat dat de export,
resp. de productie, in het laatste kwartaal
van dit jaar nog aanmerkelük verder ver
hoogd zal kunnen worden en dit niet alleen
wegens de inmiddels ingetreden verbetering
van de statistische ppsitie der rubbermarkt,
maar ook door een bpzondere oorzaak, n.l.
de tusschen de Ver. Staten en Groot-Brittan-
nië gesloten ruil-overeenkomst, die vermoe-
delpk op 1' October a.s. in werking zal tre
den. De omvang van 'deze overeenkomst is
weliswaar heel wat minder groot geworden
dan aanvankelü'k was voorzien, maar toch
zal zy' een zekeren invloed op de markt der
desbetreffende artikelen kunnen uitoefenen.
Speciaal de rubbermarkt, waar vraag en aan
bod tot dusverre door de internationale pro
ductie-regeling met elkander in evenwicht
werden gehouden, zal de uitwerking ervan
moeten ondervinden en een verhooging der
productie zal noodzakelük worden.
Tot een belangrüke prü'sverihooging zal de
ruilovereenkomst vermoedelük niet leiden, al
schünt het in de bedoeling van de Engel
sche regeering te liggen, de benoodigde hoe
veelheid rubber (80.000 ton, die tegen 600.000
balen Amerikaansche katoen worden „ge
ruild") op de open markt aan te koopen en
wel zooveel mogelü'k via de gewone handels
kanalen. Er zullen evenwel maatregelen
worden genomen om prp's-excessen te voor
komen, die in strü'd met de belangen der
beide landen worden geacht. Een van deze
maatregelen zal het te dien aanzien te ple
gen overleg met het Internationale Restric
tie Comité zün tot het vaststellen van een
extra export-quotum. Een extra quotum
van 10 pet. voor zes maanden zou ongeveer
73 000 ton opleveren; het restant zou dan
uit de aanwezige voorraden kunnen worden
gedekt.
Voor de rubberproducten zal zulk een
export-verruiming met 10 pet., al zou deze
slechts gedurende een (half jaar gelden, bui
tengewoon welkom zün. Wel zullen zü eenige
moeilü'kheden hebben te overwinnen in
verband met gebrek aan geschoold personeel
voor het tappen van de grootere hoeveel
heid rubber, doch men neemt aan, dat dit
geen onoverkomelijk bezwaar zal zün.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
3% pet. Nederland 1911 99%, 99%, 99%.
3 pet. Nederland 96/05, 85%, 848/1#.
3 pet. Nederland '37 91»/,., 89"/18.
3%—3 pet. Nederland 95%, 94%. 94%.
2% pet. N.W.S. 71%. 70 7/16.
4 pet. Kopenhagen 100 '08 81%, 78%.
81%.
4 pet. Kopenhagen '38 84, 86%.
4% pet. Dantzig 50—100 15, 11%.
Bethlefhcm Steel 38%, 40%, 40.
U.S. Steel 3335%. 34%.
General Motors 31%, 32%.
Aku 33%, 34, 33%.
Lever Bros. 129%, 128. 130, 128%.
Philips 198%, 208, 202%. 205%.
Koninklüke Petroleum 296% cum div.,
291% ex div., 302%, 301%.
Amsterdam-Rubber 181, 186%, 185. 189, 188.
Deli Batavia Rubber 127, 130, 128%.
Hessa Rubber 80%, 88%.
HollandAmerika Lp'n 96. 98.
Ned. Scheepvaart Unie 104, 108.
Handelsver. Amsterdam 390%, 387%, 399,
392. 394%.
Koloniale Bank 161%, 165%, 162%.
Deli Batavia Tabak 134, 136, 134;%.
Deli M». 185%, 192%.
HET EINDE VAN HET
„HAPPY ENDING"
Amper twee jaar geleden noemden de
Amerikanen het een „box office mad
ness" een commercieele dwaasheid, een
film te vervaardigen met een ongeluk-
kigen afloop. De held, de verpersoon
lijking van de stralend gezondheid
of misschien, in 't ergste geval, op een
gebroken arm na placht de lieftalli
ge heldin (eveneens met een blos van
Max Factor) in zijn, eventueel gezwach-
telden, arm te nemen, haar een klin
kenden zoen te geven, waarop onmid
dellijk het beeld overvloeide van geluk
en in de letters, die het woord „einde"
vormden.
Overtuigd, dat het publiek „happy
endings" verlangde, bewandelde de film
vroeger de wonderlijkste wegen, om tot
tevredenheid van de massa uit een di
lemma te geraken, dat eigenlijk maar
één eerlijken afloop had.
En daar is opeens een heele zwerm
films om te bewijzen, dat men eerlijk
aan zijn einde wil komen. Daar is Sa
muel Goldwyn's „Wuthering Heights",
waarin beide hoofdpersonen in de laat
ste acte sterven „Dark Victory"
met den dood van Bette Davis aan het
slot. In „Juarez" met Paul Muni en Bet
te Davis, wordt laatstgenoemde in haar
filmrol krankzinnig, na, een beroep ge
daan te hebben op Napoleon III om het
leven van haar echtgenoot, Maximiliaan
Keizer van Mexico (Brian Aherne)
te redden. De film eindigt met de fusil
lade van Brian Aherne.
In R.K.O.'s „The Story of Vernon and
Irene Castle", de nieuwe Fred Astaire-
Ginger Rogers film. vond Vernon Castle
den dood in een vliegtuigbotsing tijdens
legermanoeuvres in de slotscène van de
film. Dit tragische einde kwam even
eens voort uit de authenticiteit van het
filmgegeven.
Het befjin, met het doode en weer tot
leven gewekte meisje, in een herberg
vol roerig leven, temidden van ouder-
wetscho zware •.leuren, steile trappen en
betegelde muren (de het verhaal speelt
lich omstreeks de zestiger jaren af) is
mysterieus en spannend, vol van die
troebele maar boeiende sfeer, die half
griezelverhaal en half legende is. Een
sfeer, die in menige specifiek Duitsche
film goed getroffen werd en alle sujet
ten in een betoovering gevangen houdt.
Maar tamelijk snel verandert de stem
ming geheel en al en wordt het naïeve
realisme, dat zoo hier en daar al te
proeven was, in de uitingen van gierig
heid der herbergierster, tot hoofdzaak,
ZIET, dat is wat te veel van het
goede. Met alle waardeering voor
bet goede inzicht van den regis
seur, die deze drie sferen onderscheidde,
Regisseur Karl Ritter
en schildert Ritter de film-menschen ons
van zoo nabij, dat er geen twijfel meer
overblijft: de regisseur gelooft in deze
figuren en doet al zijn best om ook ons
er in te doen gelooven.
Maar dan komt er weer een verande
ring, want Ritter, die voelt, dat het
egoïsme van deze moeder zoo ontaard is,
dat ze geen reëele figuur kan blijven,
zoekt zijn heil in humor, in de carica-
tuur. En vooral in de scènes, waarin de
moeder, naar de groote stad gekomen,
zich poogt in te dringen in hoogere krin
gen en daar aan het intrigueeren slaat
tegen haar schoonzoon, zijn vervuld van
die sfeer.
En wanneer we na zooveel sprongen
al niet goed meer weten, waar we aan
toe zijn verandert Ritter nog weer eens
en komt in de laatste navrante scènes,
waarin het conflict tusschen de vrouw
en het echtpaar tot ontploffing komt,
weer volkomen terug in het realisme
van zijn tweede episode.
EEN SPECULATIE...
TT ARL RITTER. die een verdienstelijk filmer is en bekend werd door verschil-
JA lende films waarin hij een voorkeur aan den dag legde voor militaire motieven.
heeft zijn nieuwste film gebaseerd op een roman van Charles de Coster „Hu
welijksreis" en daarmee een onderwerp gekozen, dat sterk afwijkt van wat al lang
zamerhand tot zün „genre" is geworden. Het is goed voor een regisseur, voor een
kunstenaar in het algemeen trouwens, om zich niet toe te leggen op werken, die
veel overeenkomst met elkaar verlootten. Variaties, nieuwe opgaven houden den
geest lenig en kunnen allerlei onverwachte inspiratie opleveren. Bovendien is liet
gegeven van dezen roman in de niet zoo erg groote hoeveelheid nieuwe vondsten,
waar de filmliteratuur op kan bogen weer een origineel geluid en dat kan niet van
alle nieuwe films worden gezegd.
De geschiedenis die van fantasie
getuigt is die van een herbergierster
en haar dochter. De dochter is ziek en
komt te sterven, tenminste de dorps
dokter verklaart haar dood. En terwijl
de moeder weeklaagt over haar verloren
eenige kind en ondertusschen met
alle hebzucht en zakelijkheid van een
plattelandsvrouw haar herbergje verder
drijft koint er een gast binnen, die
ook dokter blijkt te zijn. Hij hoort toe
vallig van het gestorven dochtertje en
ontdekt, dat het meisje slechts schijn
dood is. Onmiddellijk aangewende
pogingen om haar weer tot leven te
brengen hebben succes en hoewel de
moeder tot het laatste oogenblik blijft
twijfelen, krijgt ze haar doodgewaande
kind weer terug. Voorwaar een bizon-
dere gebeurtenis.
Maar op een andere manier raakt ze
haar kind weer kwijt. Want de dokter
wordt verliefd
op het meisje
en aangezien
zij die liefde
beantwoordt
volgt er al
len tegenstand
van de vrouw
ten spijt een
huwelijk, dat
naar liet zich
laat aanzien
erg gelukkig zal worden.
Maar de moeder heeft den arts nooit
kunnen vergeven, dat hij haar dochter
„stal" en ze verzint alle mogelijke intri
gues om haar kind weer terug te vin
den. Afwisselend aartsdomme en in-ge-
meene pogingen van haar kant hebben
echter weinig succes omdat èn de man
èn zijn jonge vrouw het egoïsme en de
kortzichtigheid van de moeder begrijpen
en probeeren te vergoelijken.
Maar met de koppigheid van alle
ifomme menschen gaat deze vrouwelijke
inquisiteur verder en ze weet zelfs een
vrouw op te diepen, op wie de dokter
vroeger nog eens verliefd is geweest.
Die reeds lang verbroken relatie
wordt met gretigheid gebruikten de
Jonge echtgenoote die instinctief
reeds iets gevoeld heeft van de hetee-
kenis van die andere vrouw begint
zich van haar man af te wenden. Maai
de hom barst geheel anders dan de
moeder gehoopt had, want inplaats van
nu weer bij haar moeder terug te
komen, voelt het jonge vrouwtje het
hcele leven als een last en maar juist
kan een catastrofale wanhoopsdaad ver
meden worden. Daarmee en het is
een even snelle als onwaarschijnlijke
wending komen dan het einde en de
verzoening.
DRIE SFEREN
TOEN Ritter aan deze film bezig was.
heeft hij zich wel eens laten ont
vallen. dat hü in de geschiedenis,
drie verschillende sferen zag. Nu de film
klaar is. blijkt, dat hü inderdaad ge
tracht heeft drie sferen te scheppen, maar
fs het duidclük. dat hü geen van de drie
heeft weten te kiezen en zoodoende geen
eenheid heeft weten te bereiken.
EEN beeld uit Karl Rider's film
„Mün kind behoort mü". welke
melodramatische titel het pseu
doniem is voor „De huwelüksreis".
'an links naar rechts: Angela Satto-
ker. Mathias Wieman. Francoise
Rosay en Car sta Löck. de vier voor
naamste artisten
(Foto U.F.A. Rotzinger)
VJ
ONDERWIJS
Bekend paedagoog, adviseur van
H.M. de Koningin en leeraar
van Prinses Juliana
hadden we toch maar liever gezien, dat
hij zich er tot een beperkt had.
Had hij de „grübelende" en wazige
mystiek gekozen, goed. Een strakke
regie zooals de zijne had ons mogelijk
voor kitsch gespaard". Was hij bij puur
realisme geble\&en, het had wellicht goed
kunnen worden. En ook voor een
comedie lagen de ingrediënten voor het
opscheppen (een Frank Capra had er
zeker een kostelijke geschiedenis uit ge-
hrouwénj.
Maar nu hebben we drie verschillende
interpretaties in een film en het komt
aan de begrijpelijkheid niet ten goede.
Een werk met een tamelijk eenvoudig
en doorzichtig gegeven moet het van de
uitwerking hebben en niet speculeeren
op de innerlijke hechtheid van het sce
nario. Deze film leert, dat zoo'n specu
latie gevaarlijk is.
En nu spreken we maar niet, van de
verhouding ten opzichte van het origi
neel. Want het moet in de filmindustrie
dat dit origineel
is en dat maar
gelegenheid krij
gen om den geest van dit origineel weer
te geven
GOED WERK
DAT deze film desniettegenstaande
■en zoo uitvoerige bespreking ver
dient. komt doordat ze in ver
schillende opzichten de talenten van
Karl Ritter, waarover bü vroegere
gelegenheden reeds is uitgeweid, vertoo-
nen en bovendien een nog weinig opge
merkte eigenschap van dezen Duitschen
filmer aan den dag legt: zün vermogen
om de schildering van een karakteristieke
entourage tot in alle détails vol te houden.
De picturale effecten, waarmee hij zijn
film heeft getooid zijn voortreffelijk,
zoowel de schilderachtige beelden uit
het eerste gedeelte welke een Frans
Hals geen schande zouden aandoen, als
de burgerlijke milieus van later komen
prachtig tot leven een enkele maal
zelfs op een geestige manier, maar dat
is zelden, want Ritter blijft strak en
reëel. Zoo'n episode echter als de wan
hopige ren van de oude moeder door de
stad op zoek naar haar dochter of het
oogenblk, waarop de -dochter allerlei
herinneringen plotseling combineert tot
een verdenking tegen haar man, zijn
fijne stukjes film, die met veel ander
goed werk deze film temidden van haar
Duitsche collega's doet opvallen. Ze is
dus wel een drieluik, dat het bekijken
waard is, maar daarom nog geen drie-
eenheid
P.
Donderdag 13 Juli a.s. viert de be
kende paedagoog, prof. dr. J. H. Gun
ning Wzn., te Hilversum, zijn SOsten
verjaardag.
Johannes Hermanus Gunning werd
13 Juli 1859 te Utrecht geboren, waar
zijn vader hoogleeraar in de scheikun
de was. Zijn moeder was een zuster
van de bekende Allard Pierson..De 80-
jarige bezocht het gymnasium te Am
sterdam en studeerde aan de Sted.
Universiteit In 1882 werd hij leeraar
ir; de oude talen aan het gymnasium
te Utrecht, wat hij is geweest totdat
hij in 1887 conrector werd van het gym
nasium te Zwolle. In 1896 volgde zijn
Lienoeming tot rector. Dat is prof. Gun
ning geweest tot 1898 toen hij zijn ont
slag nam teneinde zich geheel te kun
nen wijden aan de 6tudie in de paeda-
gogiek 'en daartoe naar Jena vertrok.
Van 1900—1923 was prof. Gunning bij
afwisseling privaat-docent in de pae-
dagogiek aan de Amsterdamsche en
aan de Utrechtsche Universiteit. Daar
naast was hij van 19021917 werk
zaam als schoolopziener in het dis
trict Amsterdam. In die kwaliteit
bracht hij een nieuwe geest in de
school. In 1923 volgde zijn benoeming
tot buitengewoon hoogleeraar in de
paedagogiek aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht, welk ambt hij aanvaardde
met een inauguratie over: „Pro Domo".
Prof. Gunning is ook door het curato
rium van het Amsterdamsche gymna
sium voorgedragen geweest tot rector.
Maar de Raad besliste anders en het
geheele curatorium trad af.
De 80-jarige is een paedagoog van
erkende autoriteit. Hij gaf o.m. les aan
H.K.H. Prinses Juliana in de oude ta
len en was paedagogisch adviseur van
H.M. de Koningin. Hij is lid van 'het
algemeen college van toezicht, bijstand
en advies voor 's Rijks tucht- en op
voedingswezen, en lid van den Onder
wijsraad.
Prof. Gunning was vroeger een be
kend propagandist voor de geheelont
houding. Hoewel afkomstig uit recht-
sche kringen en religieus behoorend
tot de ethische richting, koos Ihij in po-
Uticis de richting der Liberalen. In
Amsterdam was hij bestuurslid van de
Liberale Unie. De Vrijheidsbond bracht
hem in 1915 in de Prov. -Staten van
Noord-Holland, waarvan hij tot 1918
deel heeft uitgemaakt en vaardigde
hem in 1925 af naar den gemeenteraad
van Hilversum, waarvan hij tot 1935
deel uitmaakte; We noemen voorts zijn
werk voor de Ned. Bachvereeniging
(namens welke hij voor de Bachfees-
ten van 1935 mede de leiding had.)
Vele geschriften zagen van de hond
van prof. Gunning het licht. We noe
men allereerst zijn 20 jaargangen van
het door hem geredigeerde uitnemen
oe tijdschrift „Het Kind", dat van
19071920 verscheen. Voorts zijn boek
je over Montessori; zijn verzameling
„Paedagogische Opstellen"; zijn ge
schriften over „Paedagogische school
reizen" en Staatsexamens cum effectu
civili. Ook over zenuwachtige kinderen
schreef hij een verhandeling. Prof.
Gunning promoveerde aan de Utrecht
sche Universiteit op een dissertatie ge
titeld: „De Babylonis Aristophanis Fa-
bula" in 1882, en aanvaardde zijn ambt
van privaat-docent sprekende over:
„De verantwoordelijkheid van den lee
raar."
Hij is commandeur in de Huisorde
van Oranje en officier in de Orde van
Oranje-Nassau.