„Oorlog met Engeland
zou ten gunste van
Japan eindigen"
Recente ontwikkelingen ver
stoorden het vertrouwen
Chamberlain verklaart in het Lagerhuis,
dat Engeland vast besloten is om zijn
verplichtingen na te komen
„Duitsche bevolking
wordt niet
onderdrukt"
Fransch consul
te Madrid
mishandeld
Sluisdeur in Kieler
Kanaal verbrand
Optimisme in
Japansche pers
JuanBesteirotot
gevangenisstraf
veroordeeld
HET RAADSEL VAN
RIVERSIDE DRIVE
Ie BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DINSDAG 11 JULI 1939
De toestand in Danzig
/""«HAMBERLAIN heeft gistermiddag naar aanleiding van verschil-
lende vragen over Danzig in het Lagerhuis een verklaring
afgelegd, waarbij hij er op wees reeds eerder te hebben betoogd, dat
de Britsche regeering een nauw contact handhaaft met de Poolsche
en Fransche regeeringen over deze kwestie. Chamberlain had voor
bet oogenblik niets toe te voegen aan de inlichtingen, die het Huis
reeds gegeven waren omtrent den plaatselijken toestand. De minis
ter-president gaf echter, waar dit wellicht nuttig kon zijn, een over-
2icht van de elementen dezer kwestie, zooals zij de Britsche regee
ring voorkomen-
NAAR het ras, zoo ging
Chamberlain, volgens Reuter,
voort is Danzig een bijna ge
heel Duitsche stad. doch de wel
vaart van zijn inwoners hangt in
zeer groote mate af van den Pool-
schen handel. De Weirhsel is de
eenige waterweg van Polen naar
Öe Oostzee en de haven aan de
monding is daaróm van vitaal
strategisch en economisch belang
voor PnVn.
Een andere, in Danzig gevestigde mo-
Jgendheid. zou. wanneer zij dat wensch-
te, Polena toegang tot de zee kunnen
blokkeeren en aldus economisch en mi
litair Polen in een wurgen den greep
kunnen nijpen. Zij. die verantwoordelijk
waren voor hef opstellen van het hui
dige statuut der Vrije Stad. waren zich
'deze feiten volledig hewust en deden
hun Sest om dienovereenkomstige voor
zieningen te treffen.
Bovendien Is" er geen sprake van
onderdrukking der Duitsche bevol
king in Danzig. Integendeel, het be
stuur over de' Vrije Stad is in Duit
sche handen en 'de eenige beperkin
gen. die haar opgelegd zijn, zijn niet
zoodanig, dat daardoor de vrijheden
van haar burgers worden besnoeid.
Ofschoon die-huidige regeling mis
schien verbeterd zou kunnen wor
den. kan zij "zelf niet worden be
schouwd als in den grond onrecht
vaardig of onlogisch.
Tn feite was de handhaving van den
status quo gegarandeerd door den Duit*
schen rijkskanselier zelf tot 1944 door
het tien jaar loopende verdrag, dat hij
met maarschalk Pilsoedski sloot Tot
Maart i.L schijnt Duitschland van ge
voelen te zijn geweest, dat, terwijl do
positie van Danzie uiteindelijk een her
ziening noodig zou kunnen hebhen. de
kwestie noch urgent was. noch waar
schijnlijk leiden zou tot een ernstig ge
schil.
In Maart echter, toen de Duitsche re
geering een aanbod naar voren bracht
in den vorm van zekere desiderata, be
geleid door een perscampagne, begreep
de Poolsche regeering. dat zij weldra
zou kunnen komen te slaan tegenover
een unilaterale oplossing, waartegen zij
met'al haar krachten weerstand zou
moeten bieden, 7,11 zag de gebeurtenis
sen voor zich. die geschied waren in
Oostenrijk Tsiecho-Slownküe en het Me-
melgcbied. Bijgevolg weigerde zij het
Duitsche standpunt te aanvaarden en
deed zelf voorstellen voor een mogelijke
oplossing van problemen, waarbij
Duitschland geïnteresseerd is Zekefp
defensieve maatregelen werden door po.
len genomen op 23 Maart en het ant
woord werd op 2R Maart naar Berlijn
gezonden.
Ik verzoek het Huis nauwkeurig acht
te slaan op de tijden en de data. Er is
in Duitschland ronduit verklaard, dat
hef de waarborg der Britsche regeering
was. die de Poolsche regeering aanmoe
digde om over te gaan tot het optreden,
dat ik beschreven heb. Men zal echter
opmerken. dat onze garant 1p niet werd
gegeven voor 31 Maart. Tegen 2fi Maart
was er zelfs geen gewag van gemaakt
bij de Poolsche regeerlng. De recente ge-
heurtenissen In Danzig hebben onver
mijdelijk de vrees doen onkomen. dat
hef in de hedoeling ligt om zijn toekom
stige status te regelen door unilateraal
ontreden, georganiseerd met heimelijke
methoden, aldus Polen en de andere
mogendheden voor een voldongen feit
nlaatsende. Onder dergelijke omstandig
heden zou. zoo wordt opgeworpen,
iedere actie, die door polen werd onder
nomen om den toestand te herstellen,
voorgesteld worden als een daad van
avrossip van ziin kant en wanneer zijn
actie gesteund werd door andere mo-
"endVieden. zonden zit beschuldigd wor
den Polen te helpen pn aan te hitsen tot
het gebruik van geweld
Wanneer het vervolg der gebeur
tenissen !n feite zou zijn. zooals in
deze hypothese wordt verondersteld,
zullen de leden van het Huis uit
hetgeen ik eerder gezegd heb. hegrij
pen. dat de kwestie niet zou kun
nen worden beschouwd als een zui
ver locale aangelegenheid, betrek
king hebbende op de rechten en vrij
heden der Danzigers, welke tu's-
schen twee haakjes op geenerleï
wijze bedreigd worden, doch ter
stond ernstiger kwesties zouden
doen opkomen, welke het Poolsche
nationale bestaan en de poolsche
onafhankelijkheid raken.
Wij hebben den waarborg gege
ven, dat wij onzen bijstand zouden
verleenen aan Polen, in geval van
een duidelijke bedreiging van zijn
onafhankelijkheid, welke bet van
vitaal belang zou achten om te
weerstaan met zijn nationale
strijdkrachten en wij zijn vastbe
sloten om deze verplichting ten
uitvoer te leggen.
In zijn rede voor den Rijksdag op 28
Maart zeide de Duitsche rijkskanselier,
dat wanneer Polen wenschte te komen
tot nieuwe verdragsregelingen betreffen
de zijn betrekkingen met Duitschland,
hij dit denkbeeld slechts zou kunnen
toejuichen. Hij voegde er aan toe, dat
iedere toekomstige regeling van dien
aard gebaseerd zou moeten zijn op een
volstrekt duidelijke verplichting, gelij
kelijk bindend voor beide partijen.
De Britsche regeering is er zich van
bewust, dat de recente ontwikkelingen
in de Vrije Stad het vertrouwen hebben
verstoord on het op het oogenblik moei
lijk hebben gemaakt de atmosfeer te
vinden, waarin redelijk overleg kan
overheerschen
Tegenover dezen toestand blijft de
Poolsche regeering kalm en de Engel-
sohe regeering hoopt, dat de Vrije Stad
met haar oude tradities wederom moge
bewijzen, gelijk zij tevoren in haar ge
schiedenis heeft gedaan, dat verschil
lende nationaliteiten tezamen kunnen
werken, wanneer haar werkelijke belan
gen samenvallen. Tntusschen vertrouw
ik. dat alle betrokkenen hun vastbeslo
tenheid zullen uitspreken en toonen. dat
niet toegestaan zal worden, dat welke
incidenten ook met betrekking tot Dan
zig een zoodanig karakter zullen aanne
men. dat zij een bedreiging zouden
kunnen vormen voor den vrede In
Europa.
Een overval als gevolg van
een misverstand in een
restaurant
MADRID, 10 Juli (Havas). De
Fransche consul in Madrid. Jacques
Pigeonneau, is in den nacht van
Zaterdag op Zondag het slachtoffer
geworden van een overval. Hij
kwam om één uur dien nacht uit
een dancing, toen verscheidene in
dividuen zich op hem wierpen en
hem ernstig toetakelden.
De geneesheeren verklaren, dat zijn
toestand geen zorg baart. De redactie
van Havas in Parijs voegt hier aan toe:
De Spaansche ambassadeur te Parij9
heeft terstond aan Bonnet den meest op
rechten spijt der Spaansche regeering
tot uitdrukking gebracht. Hij deelde
mede, dat onmiddellijk een onderzoek
is ingesteld naar de schuldigen.
De Fransche consul in Madrid heeft
tegenover vertegenwoordigers van de
pers een verklaring afgelegd omtrent
de omstandigheden, waaronder hij het
slachtoffer is geworden van den over
val. Hij vertelde, dat hij met zijn
vrouw, een bevriend Spaansch luite
nant en een jonge Fransche vrouw, ge
dineerd had in den tuin van een. res
taurant in de Calle Abascal, toen een
Spaansch officier, die aan een naburig
tafeltje zat, een gebaar verkeerd be
greep en hem in het gelaat sloeg. De
consul stootte den man krachtig van
zich af en daar bleef het voor dat
oogenblik bij. Een half uur later stond
het Fransche gezelschap op om weg te
gaan. Omstreeks vijftig personen, die
eveneens den maaltijd in den tuin ge
bruikten, stonden ook op en gingen
naar de deur, waardoor het Fransche
gezelschap vertrokken was. Zij riepen
beleedigende woorden uit en bedreig
den den consul. Buiten word hij een
steeg ingesleept, waar hij afgeranseld
en getrapt werd. Ten slotte slaagde hij
er in zich te bevrijden en zich met een
taxi naar het Fransche ziekenhuis te
laten vervoeren. Het incident had nog
een vervolg ter plaatse, waar een nieu
we vechtpartij, zonder verdere conse
quenties, uitbrak tusschen Spanjaar
den, die aan den overval hadden deel
genomen, en personen, die hun hun
louding verweten.
BRUNSBUETTELKOOG, 10 Juli (D.N.B.)
De met vaten benzine geladen Zweed-
Bohe motorschoener „Nobles" is voor de
sluis van Brunsbuettelkoog in brand
geraakt en gezonken. Het brandende
schip werd door den krachtigen wind
tegen de oostelijke sluisdeur gedreven,
zoodat de vlammen oversloegen en de
sluisdeur in brand staken. De sluis
moest voor onbepaalden tijd buiten wer
king worden gesteld.
HAVELOCK ELLIS OVERLEDEN
LONDEN, 10 JulL (Havas). Have-
lock Ellis de beroemde psycholoog,
wiens in 1898 verschenen werk studiën
over sexueele psychologie zoo veel stof
in het land heeft doen opwaaien. Is in
den leeftijd van 80 jaar overleden in zijn
woning in Hintlesham bij Ipswich.
KINDERHOEKJE
190. Intusschen is de koning tot de ontdekking gekomen,
dat Pam verdwenen is. De vorst is radeloos en het geheele
paleis is in rep en roer. „Zoeken!!, overal zoeken!!!, be
veelt hij.
191. De vorst laat de beste detectives uit het land bij zich
ontbieden en vertelt wat er gebeurd is „Het is eert moei
lijke laak." zegt de koning, maar ik verlang van ieder uwer
de uiterste krachtsinspanning. Hij die den ontvluchte vindt,
ontvangt een groote belooning.
Men gelooft dat de Vereenigde
Staten geen partij zullen
kiezen
Bezorgdheid over
besprekingen
TOKIO, 10 Juli. (Domei).
Vlootkringen geven uitdrukking
aan diepe bezorgdheid betreffen
de de a.s. besprekingen te Tokio
over een regeling van de kwestie-
Tientsin, ofschoon naar verluidt
nog geen besluit is genomen over
het zenden van een waarnemer
door de admiraliteit naar de
Britsch-Japansche besprekingen.
Naar aanleiding van de ontoegeeflijke
houding, die naar gemeld wordt veld
wint in Engeland ten .aanzien van Ja
pan in verband met Tientsin, waarbij
zelfs denkbeelden naar voren komen als
het instellen van economische sancties
en het ten uitvoer leggen van een vloot-
demonstratie tegen Japan schrijven de
dagbladen Yomioeri Sjimboen en Miyua-
ki Sjimboen over de mogelijkheid, van
een Engelsch-Japanschen oorlog, waar
van niemand kan zeggen of hij niet vol
gen zal op de anti-Japansche agitatie
der Engelsehen. vooral omdat naar de
bladen schrijven, de Japansche regee-
ring besloten heeft in geen geval de
blokkade van de Britsche concessie in
Tientsin te verzachten, tenzij Engeland
de politiek ten gunste van Tsjang Kai
Tsjek laat varen. Mocht een oorlog uit
breken tusschen Engeland en Japan,
dan voorspelt de Yomiori Sjimboen, dat
bet Verre Oosten het tooneel zal worden
van een grooten slag. Het blad geeft
een analyse van de Britsche vloot en
merkt op. dat Engeland 14 kapitale sche
pen heeft. 14 kruisers der a-klasse, 49
kruisers der b-klasse, met inbegrip van
de Belfast en de Edinburgh, 7 vliegtuig-
moedersdhepen, waarbij twee van ver
ouderd type. De gespannen verhoudin
gen in Europa verhinderen Engeland
echter kapitale schepen en kruisersnaar
het Verre Oosten to zenden, met uitzon
dering van zeer weinig schepen. Aldus
redeneerende gelooft de Yomioeri Sjim
boen dat Engeland gedwongen zal zijn
om zijn vlootstrijdmacbt te Singapore te
concentreeren in plaats van in Hong
kong, dat blootgesteld zal zijn aan Ja
pansche aanvallen.
Het blad citeert echter vlootdes-
kundigen en voorspelt dat Singapore
gemakkelijk zal vallen voor de Ja
pansche strijdkrachten, die het
waarschijnlijk evenmin moeilijk zul
len vinden het schiereiland Malak-
ka te veroveren. Een aanval met
alle beschikbare middelen door de
Japansche vloot buiten beschouwing
latende wijst het blad er op. dat
Singapore bedreigd zal worden door
de Japansche duikbooten. Het ver
lies van Singapore zou het signaal
vormen voor de ineenstorting van
het geheele Britsche defensiesysteem
in het Verre Oosten.
Sprekende over beweerde Britsche
machinaties om de Vereenigde Staten er
toe te brengen zich aan Britsche zijde te
plaatsen in een oorlog in het .Verre Oos
ten tegen Japan, schrijft de Yomioeri
Sjimboen niet te gelooven. dat de Ver
eenigde Staten Engeland in de kaart
zullen spelen en tegen Japan zullen
vechten alleen om de Britsche vlootsu-
prematie te vestigen.
Mochten de Vereenigde Staten
zich echter bij de Engelschen en
Franschen aansluiten tegen Japan
dan geeft het blad de Japansche
natie den raad te vertrouwen op
de vlootautoriteiten die een vloot-
politiek moeten hebben uitge
werkt met het oog op ieder moge
lijk noodgeval. Het blad besluit
met hieraan toe te voegen, dat het
resultaat van een oorlog tusschen
Japan en Engeland, wanneer die
zou ontstaan, zou eindigen ten
gunste van Japan.
MADRID, 10 Juli (Reuter).
Prof. Juan Besteiro Is tof
dertig jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
J2ux toilet SHeef)
VRAACT UW AANDACHT VOOR
EEN INTERESSANTE PRIJSVRAAG
Leet dele gunstig* gelegenheid niet veorbljgeenl
lui Tollet Zeep, de moderne lehoonheldneeo.
ipeeisal bereid voor de «ertorging ven hol geleel.
geoll U kam op een Iriil horloge.
Al wet U te doen heelt li het volgend*:
Setchrljl In hoogitem 30 woorden Uw ervaring over
Lu* Tollet Zeep voor de veriorglng van het gelaat.
Frankeer Uw Intending al, brlel en vermeld duidelijk
Uw naam en adres. Adreueer aanLu* Tollet Zeep
prijivreag. postbu, No. 7, Rotterdam en voeg bij
Uw Intending drie bultenomilagen van Lu* Tellet
Zeep. U kan to vaak Intenden al, U wil, Indian
U bij elke intending 3 omslagen voegt Op de
uitslag Is geen beroep mogelijk en brletwlueling
hierover kan niet wordan gevoerd. Allé Inten-
dlngen wordan om eigendom en kunnon door
ia»r goeddunken worden gebruikt
lux toilet zeep
tegen vermoeide huid
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
STANLEY HART PAGE
5
„Hallo, HandI" zei de dokter, mijn
vriend de hand drukkend. „Hm! Heel
erg, wAt-7" wees hij op het meisje. „Ja,
jongens, neemt die foto's maar."
Garrison, de inspecteur. Hand en ik
liepen de gang op. Twee mannen kwa
men naar Gerritv toe. „Hoe ligt hot ge
val. inspecteur?" vroegen ze.
..Binnen op te fel vinden jullie een
pistool met parafmoeren kolf" ant
woordde Gerrity. ..Met een massa vin
gerafdrukken. Óf er nog anderen te vin
den zijn. weet ik niet. maar zoek er
zelf maar eens naar."
Toon de heide mannen weg waren,
wendde Gerrity zich tot Garrison. „Ik
zou die andere leden van het gezelschap
ook eraag ondervragen", zei hij. „Eén
voor één. Waar kan dat het beste?"
„Tk zou denken on mijn werkkamer",
antwoordde Garrison zenuwachtig.
„Kiikt u eerst zelf maar eens."
Hij bracht ons door de gang naar de
hal. wear hil een deur opendo en het
licht opdraaide. Het ven rek w as van
dezelfde grootte als de bibliotheek en
lag er vlak naast. Middenin stond een
mahoniehouten bureau ministre. Gerrity
liep naar dat bureau toe en keek het
vertrek rond.
„Staat dit vertrek op eenigerlei wijze
met de bibliotheek in verbinding?"
„De bibliotheek is aan den anderen
kant van dien muur daar", antwoordde
Garrison. „Maar er is geen tusscben-
dcur. Is dit vertrek geschikt?"
„Uitstekend, dank u. Ik zal hen hier
één voor één laten komen. Dan raken
we niet in de war. Gaat u nu maar terug
naar de kamer bij de anderen."
Garrison liep lang7.aam naar de deur
toe. Daar draaide hij zich half om. Hij
keek ons een oogenblik verdrietig aan,
als wilde hij Iets zeggen. Maar meteen
keerde hij zich om en verliet haastig het
vertrek.
HOOFDSTUK III
Voorloopig onderzoek
Inspecteur Gerrity legde beslag op het
bureau In de werkkamer. Hij schoof het
zoo. dat het recht tegenover de deur
kwam te staan. Met een tevreden knikje
liep hi| naar de gang en riep: „Tim,
kom eens binnen."
De brigadier kwam stoer de kamer
binnen. „Jawel, inspecteur."
„Ga naar de kamer, waar het gezel
schap is en vraag daar: „Is inspecteur
Gerrity soms hier?"
„Jawel, mijnheer. Net als gewoonlijk".
Tim verliet de kamer. Gerrity keerde
zich glimlachend om en wendde zich
tot Hand. „Ik heb ook nog een troef
achter de hand", zei hij.
„Juist", antwoordde mijn vriend. „En
dat is een handige zet ook."
Gerrity ging achter het bureau zitten.
Hand en Ik bleven achter hem tegen den
muur geleund staan. Even later trad
Stanton, een der beste detectieves van
het hoofdbureau, de kamer binnen.
„Nog wat te weten gekomen?" vroeg
Gerrity.
Stanton 6loot de deur achter zich. „Ja,
mijnheer. Ik had een goed plekje achter
de gordijnen van de kamer er vlak
naast. Ik heb een en ander opgevangen,
mijnheer."
„Nou, laat eens hooren."
„Eerst stonden ze, zonder veel te zeg
gen, bij elkaar. Ik kon in de kamer
kijken en zag een der dames zich van
de anderen verwijderen. Ze wenkte een
jongen man, haar te volgen. Geheel on
opgemerkt door de rest. Ze liep naar een
stoel vlak bij mij. Ik had haar kunnen
aanraken. Ik stond op heete kolen, Zoo
dra ze zat, liet ze een poederdoosje val
len, maar ze had het deksel eerst los
gemaakt, zoodat alle poeder over den
grond zou vallen. Toen wenkte ze dien
jongen man, om het op te rapen. En
toen hij zich bukte, zei ze iets tegen
hem."
„En wat zei ze?"
Stanton boog zich over het bureau
heen. „Ze zei: „Waarom heb je het in
vredesnaam gedaan. Frank?", fluister
de Stanton. „Die jonge man keek naar
haar op. maar beheerschte zich en sloeg
zijn oogen meteen neer. „Wat?" vroeg
hij. „Je denkt toch niet. dat ik haar
neergeschoten heb?" Ze gaf hem een
duwtje en zei: „Tob maar niet over mij.
Frank. Ik zal wel zeggen, dat je met
mij hebt zitten praten. Jij zegt hetzelfde.
Niet vergeten, hoor!"Ik kon zien,
dat hij daarna niet goed wist. hoe hij
het had", vervolgde Stanton. „Ze nam
het doosje van hem aan. stond op en
keerde naar de andoren terug. HU bleef
daar nog een minuut en beet zich op de
lippen. Daarna liep hij den anderen kant
uit en bleef alleen staan."
Inspecteur Gerrity zweeg een poosje.
Hij nam het lijstje der gasten, hem door
Garrison opgegeven, in de handen.
„Wie was die dame?" vroeg hij.
„Ik heb haar naam niet gehoord", ant
woordde Stanton. „Maar ik geloof, dat
het mevrouw Garrison was. Ik heb haar
portret wel in de krant gezien."
„Die man heette Frank?" mompelde
Gerrity. „Dat moet dus dr. Innes zijn.
Nog iets meer, Stanton?"
„Neen; verder deden ze heel gewoon.
Ze herhaalden telkens weer, dat „Garry"
het onmogelijk kon gedaan hebben. De
gewone malle vragen en antwoorden.
Maar er is een klein kereltje bij. dat vrij
verdacht doet. Hij is zoo zenuwachtig als
een oude juffrouw met influenza."
„Goed, Stanton. Zeg nu tegen Tim, dat
hij binnenkomt. En blijf jij ook hier.
Ga daar staan. Als de vrouw, die je
mot Frank hebt zien praten, binnen
komt, dan vraag je: „Hebt u mijn pot
lood soms noodig?" En dat vraag je ook
als die Frank binnenkomt. Zeg nu te
gen Tim. dat ik hem noodig heb."
Tim kwam binnen en keek zijn supe
rieur vragend aan.
„Zet een paar man in de kamer bij
die lui, Tim", beval Gerrity. „Zeg dat
ze zich bedaard moeten houden; die
lui verheelden zich nog al wat. Ik heb
liever niet, dat ze er te veel samen over
praten. Vraag miss Dykeman. hier te
komen."
Op het oogenblik, dat het meisje de
kamer binnenkwam, kreeg ik medelij
den met haar. Ze was een aardig klein
ding. Zo keek ons met haar groote
bruine oogen smeekend aan. Angstig
kwam ze binnen cn bleef aarzelend
staan.
Ik gaf haar gauw een stoel, waarop
ze zich met een woord van dank liet
neervallen. Zenuwachtig met haar vin
gers spelend keek ze Gerrity aan. Ze
was opvallend jong.
„U bent miss Gladys Dykeman?"
vroeg hij vriéndelijk.
„Ja."
„U waart hier, toen miss Vcnora
neergeschoten werd?"
„J—ja."
„Ik veronderstel dat u het schot hebt
gehoord. Waar bevond u zich toen?"
„In de ontvangzaal. Ik danste met
mijnheer King."
„Bent u daar zeker van??"
„O, ja."
„Wie was er nog meer in dat ver
trek?"
„Wel, ik geloof iedereen. Dat wil zeg
gen. iedereen behalve mijnheer Garri
son en Vera. Ik bedoel miss Venora."
„Bedenk u eens goed. Het is een heel
ernstige zaak. Weet u heel zeker dat al
de anderen er waren, behalve mijnheer
Garrison en miss Venora?"
Het meisje dat al haar best deed,
haar zenuwachtigheid te verbergen,
keek naar het plafond. Eindelijk schud
de ze haar hoofd. „Ikik ben er
niet zeker van. mijheer de inspecteur"
zei ze met een klein stemmetje.
Gerritv glimlachte. Hij kon heel vrien.
delijk zijn, als hij wilde.
„Maar u weet toch wel enkele perso
nen, die zeker met u in het vertrek
waren, op te noemen, niet waar? U
waart toch niet alleen met mijnheer
King?"
„Neen, maar mijnheer King en ik wa
ren al dansend juist bij de gang geko
men. Wc bevonden ons recht tegenover
de deur. waar... waar... ohl" jammer
de ze in snikken uitbarstend.
Gerritv grijnsde ongeduldig, maar
stond op en kwam naast hét meisje
staan.
„Kom. houd uzelf nu eens goed", zei
hij rustig. „Ik weet. wel, dat het heel
erg is zöoiets mee te maken. Maar u<
kunt ons misschien helpen. Dat wilt u
toch wel graag doen?"
„O, ja", riep het meisje gejaagd uit.
„Maar mijnheer Garrison kan het niet
gedaan hébben. Ik ben er zeker van, dat
hij het niet gedaan heeft!"
„Misschien wel niet", stemde Gerrity
toe. „Maar we weten het nooit zeker,
voordat we achter de waarheid zijn ge
komen. Dat ziet u toch ook wel? U kunt
hem niet beter helpen, dan door ons
te helpen. Nu dan, wie weet u zeker, dat
in het vertrek waren, toen het schot
viel?"-
„Ik vrees, dat ik het niet zeker kan
zeggen. Ik had niet veel aandacht aan
de anderen geschonken en stond net
met mijn rug naar de kamer toe. Ik
ben er zeker van dat mijnheer Flount
en mevrouw Garrison er waren. Toen
ik het schot hoorde, was ik als gehyp
notiseerd! Ik stond onbeweeglijk de ka-»
mer in te kijken."
„Kon u in de bibliotheek kijken?"
„O, ja. De deur stond half open. Het
was er donker en ik kon niemand zien.
Toen kwam mijnheer Garrison er met
wild rollende oogen en bloed aan zijn
handen uitgehold."
„Wat hebt u toen gedaan?"
„Ik kon me niet bewegen. Ik zag, dat
mijnheer Garrison de gang doorliep. HIJ
kwam hier binnen. Mijnheer King nam
me bij mijn arm en bracht me in do
ontvangzaal terug."
„Wie waren daar, toen hij u er terug
bracht?"
„Tkik weet het niet precies. Ik
dacht van iedereen... maar... o, mijn
gedachten waren zoo in de war. Ik weet.
dat mevrouw Garrison er was. Ze gat
een gil en liep mijnheer Garrison ach
terna."
(Wordt vervolgd.)!