KABINET-COLIJN LIJDT NEDERLAAG Meerderheid van 55 stemmen tegen de regeering DRONKEN AUTOMOBILIST REED ALS EEN DOLLE „Officier" bleek oplichter DE MINISTER-PRESIDENT: „Dit is een intermezzo-kabinet en geen normale toestand" Het heengaan van minister de Wilde 3e BLAD PAG. 1 AMERSFOORTSCH DAGBLAD VRIJDAG 28 JULI 1939 's-GRAVENHAGE, 27 Juli. Bij de be sprekingen van de regeeringsverklaring in de Tweede Kamer vervolgt de heer Kersten (S.G.) zijn betoog met te zeg gen dat, door hun bondgenootschap met Rome de Christelijke partijen zelf ver antwoordelijk zijn voor het gebeurde. Nog is men niet van Rome los, doch spreker hoopt, dat de breuk volledig zal worden. Voor een goed bestuur van ons land hebben we Rome niet noodig. Wat de plan nen van de re geering betreft, spreker wenscht te verklaren, dat deze zijn instem ming hebben. Hij acht het in tusschen een on- afvvijsbaren eisch, dat het leven goedkoo- per worde en dat de' bedrijfslasten worden vermin- KERSTEN derd. De werkloozen moeten weder in de maatschappij worden opgenomen. Spreker vraagt zich af waarom thans toezeggingen mogelijk zijn aan de kwee- kelingen met akter, waartegen minister Slotemaker zich met een beroep op het kabinet steeds verzette. Intusschen ver wacht hij, dat zij alleen voor de bur gerlijke leerkrachten en niet voor de kloosterlingen zullen gelden. Aan het spel van Roomsch en Rood wenscht spreker niet mee te doen (vreugde). Een motie van af keuring zou het kabinet allicht naast zich neerleggen, aangezien er nog geen beleid is geweest, dat men zou kunnen afkeuren. Hij hoopt, dat men nimmer meer met Rome zal medewerken. De heer Schouten (A.R.) brengt in herinnering, dat het regeeringscommu- niqué van 1 Juli de verschilpunten ten opzichte van de financieele politiek in het vorige kabinet duidelijk heeft, doen uitkomen. Op den achtergrond van het. aftreden van minister De Wilde en van de daarop gevolgde kabinetscrisis staat in elk ge val de finan cieele politiek. Bij de interpella tie-Wijnkoop is wel gebleken, dat minister De Wilde zijn ont- SCHOUTEN slag heeft genomen wegens verschil van opvatting omtrent de wijze van dekking der uitgaven voor defensie en sociale zaken. Het communiqué van den R.P.D. van 1 Juli beoordeelde den toestand op 29 Juli. Het is zeer wel mogelijk dat de 'situatie toen eenigermate veranderd was sedert het aftreden van minister De Wilde, een paar weken tevoren. Het parlement heeft voor ons aldus spreker groote waarde, daarvan getuigt onze geschiedenis. Die waarde ontleent het aan zijn beginselen. De anti-revolutionnaircn zijn in het parlement gebonden aan hun beginsel, zooals Groen van Prinsterer dat heeft verkondigd. Desnoods zullen zij hun kracht zoe ken in isolement. Het standpunt, dat het kabinet per se op een meerderheid moet be rusten is onjuist. Een meerderheid in het positieve is nog geen meerderheid in daden. De daden van het kabinet zullen moe ten worden afgewacht, alvorens te be slissen of men zijn stem zal kunnen ver- leenen, ja of nern. Spr. hoopt, dat het een beslissing in bevestigenden zin zal zijn. Voor een niet-sluitende begrooting stonden wij gisteren niet voor het eerst, doch dit is reeds sedert. 1932 het geval. De financieele mogelijkheden bepalen het financieele beleid. Vóór 1941 dient het. tekort op den gewonen dienst op 80 millioen gulden te worden gesteld, zoo heeft, minister Colijn bij de interpella tie-Wijnkoop medegedeeld. Spr. verklaart intusschen niet te he grijpen op grond waarvan de regeering thans wol tegemoetkomingen aan de kweekelingen met akte en verlaging van de leerlingenschaal financieel moge lijk acht en hij zal daaromtrent gaarne nadere mededeelingen ontvangea Ook de A.R. fractie is gouvernemen teel gezind, zij wil gaarne dit kabinet haar steun bieden, maar zij moet haar houding steeds toetsen aan haar poli tieke beginselen. Richtsnoer blijven voor haar de ordinantiën Gods. De geest van het staatsbestuur is steeds en vooral nu van overwegende beteekenis. Spreker hoopt, dat in het aanstaande najaar een ontmoeting met het kabinet de gelegenheid zal bieden, in te gaan op de plannen. Hij wenscht het kabinet bij zijn afvaart een goede reis. Het. suc ces zal afhangen van Godes zegen. Dv. Colijn spreekt De voorzitter van den minister raad, dr. Col ij n, acht het mèt den heer De Geer volkomen misplaatst ten aanzien van het regeeringsgc- schil te gaan spreken van „schuld." Hier was alleen sprake van een diep gaand meningsverschil. De stijging van de middelen van 1937 op '38 heeft 61 millioen bedragen. In het licht van die stijging heeft men toenmaals gemeend, eenige zaken te kunnen opzetten. Spr. had evenwel in het program van 1937 een veiligheids- clausule opgenomen, waardoor de toe zeggingen waren gebonden aan de uit komsten gedurende de vierjarige perio de. De stijging van 1938 op '39 bedroeg slechts 7 millioen. De toestand was dus geheel veranderd. Dit heeft minis ter De Wilde ertoe gebracht te waar schuwen tegen geld kostende nieuwe plannen, met name tegen die inzake de jeugdwerkloosheid, waarmede 10 mil lioen gemoeid zou zijn. Reeds in Sep tember 193S had minister De Wilde om die reden gedreigd met heengaan. Spr. heeft tenslotte minister De Wilde weten te bewegen voorloopig te blijven. In een brief van 2 November 1938 aan de oudere leden van het kabinet zeide de heer De Wilde dat hij zijn bezwaar tegen de 10 millioen voor de jeugd werkloosheid zou laten vallen, mits op andere posten de noodige dekking zou worden gevonden. Toen dit tenslotte niet bleek te geschieden werd hij tot heengaan genoopt. In het algemeen deelde spreker het standpunt, van minister De Wilde, ge lijk hij reeds eerder heeft betoogd. Indien spreker de aanhangige wetsontwerpen tot invoering van eenige nieuwe belastingen waar tegen nogaleenige bezwaren schij- nen te bestaan niet medetelt en op de desbetreffende 50 millioen dus niet zou mogen rekenen, dan komt de minister van financiën voor 1940 voor een tekort op den gewonen dienst van S9 millioen te staan, ter wijl voor 1941 reeds voor 45 millioen verplichtingen zijn aangegaan. Voor 1940 moeten op den kapitaaldicnst door leening 250 millioen worden ge dekt, waarvan 20S millioen aan nieuwe uitgaven. De vlottende schuld bedraagt dus ongeveer een milliard gulden. Na veel heen en weer spreken over de plannen van minister Romme ont ving spreker op 28 Juni van dezen mi nister een schrijven, waaruit bleek, dat hij de verantwoordelijkheid voor zijn de partement alleen zou kunnen dragen bij handhaving van de plannen inzake werkverschaffing, steunverlcening en jeugdwerkloosheid en bij loyale mede werking tot uitvoering daarvan. Toen spreker daarop geen positief antwoord kon geven, diende den volgenden dag minister Romrae zijn ontslagaanvrage in, hetgeen tot de kabinetscrisis leidde. Als formateur voor een nieuw kabi net is spreker zijn onderzoekingen be gonnen op zoodanige wijze, dat de katholieken niet zouden worden uitge sloten. Toen spreker van katholieke zijde niet de gcwenschte medewerking kon verkrijgen, heeft hij gaarne bevor derd, dat een katholiek staatsman als dr. Kooien zou trachten een kabinet te formeeren. Nadat dr. Kooien de op dracht had teruggegeven, heeft spreker overwogen of hij de tweede opdracht mocht aanvaarden. Hij heeft deze in be raad genomen, omdat hij nu iets vrijer stond in zijn keuze. Toen het andermaal mislukte om katholieken in het kabinet op te nemen is spr. gekomen tot een pro- gra m-kabinet. Spr. herhaalt: dat hij geen katholieken heeft kunnen vinden, die genoeg zaam zijn inzichten deelden en die bereid waren de onver mijdelijke conclusies daaruit te trekken. Er is gezinspeeld, dat spr. in elk geval als kabinetsfor mateur wcnschte op te tre den. (Beweging). Spr. betwist den grond daarvoor. Spreker beschouwt dit kabinet als een inter mezz o-kabinet en niet als een normalen toe stand in ons land. Hij meent dat de heer Albarda dit ook wel weet. In 1926 zeide de heer de Geer als leider van het kabinet bereid te zijn heen te gaan zoodra een Steltloopcn. Welke rechtgeaard Hollan dsche jongen beoefent niet op zijn tijd dit aardige spel? Het valt niet mee, om het evenwicht te bewaren hechte meerderheid aanwezig zou blijken waarop een parlementair kabinet kon worden geformeerd. Spreker herhaalt thans die woorden en hij voegt eraan toe, dat hij in zulk geval zich zoo haas tig mogelijk van hier zal verwijde ren. Overigens zijn de namen van de leden van het nieuwe kabinet nog maar twee dagen bekend, een ter mijn, wel iets te kort om over hun beleid een oordeel te kunnen vel len. (Gelach). De eisch, dat geen oneconomische werken moeten worden uitgevoerd, be- teekent niet, dat alleen rendabele werken uitgevoerd zouden mogen wor den. Spreker moet het antwoord op ge detailleerde vragen schuldig blijven. Natuurlijk zal het kabinet de wijzi gingen, die het noodig acht, verwerken in de begrooting, die in September zal worden ingediend. Aan de uitvoering zal niet worden begonnen aleer de Sta- ten-Generaal in de gelegenheid zijn ge weest, zich over de plannen der regee ring uit te spreken Verwondering is geuit over het naar voren brengen van verbeteringen in het onderwijs en zorg voor ouden van dagen tezamen met den eisch van een slui tend budget. Indien er artsen bestonden, die hei geheugen konden opwerken, dan zou spreker de betreffende Kamerleden wil len adviseeren zich tot hen te wenden. Spr. herinnert eraan, dat in de aanhan gige belastingontwérpen f 11 millioen is gereserveerd voor sociale doeleinden. Hij is voorts van meening dat 80 k 90 procent van de noodlijdende gemeenten zal kunnen worden geholpen. Spreker concludeert, dat in de gegeven omstan digheden geen ander kabinet mogelijk was. Mocht hij zich daarin vergissen, welnu, er is niets eenvoudiger dan hem deze vergissing bij notarieele akte te be- teekenen. Spreker herinnert, aan vorige kabinet ten, die min of meer tot de Kamer sche nen te behooren, doch waarbij conflic ten toch niet uitbleven: het eerste kabi- net-Ruys (oorlog en marine), het tweede kabinet-Ruys (vlootwet) en het eerste kabinet, dat sprekers naam droeg en dat struikelde over de Vaticaansche kwestie. Het kabinet is zich bewust, dat het naar overeenstemming met» de Kamer behoort te streven, doch het kan niet voorbijzien, dat het zich moet baseeren op den financieelen toestand des lands. Hiermee staat of valt het. In serene rust wachten wij den uitslag af, wetende, dat er niets gebeurt bij toeval en dat alles wordt bestuurd door Hem, die ook op aarde de hoogste koning is. De heer Deckers (R.K.) repliceert. Hij wil allereerst den heer Rost van Tonningen mededeelen, dat de R.K. fractie geen. verantwoordelijkheid aan vaardt voor al hetgeen in eenig R.K. dagblad wordt geschreven. Zij heeft geen partij-orgaan. Intusschen wil spre ker wel zeggen, dat hij hetgeen in „Ons Noorden" over de Kroon werd geschre ven, verwerpt als grof en absurd. Spreker houdt verder eenige beschou wingen over den financieelen toestand. Bij de vlottende schuld mogen de vlottende vorderingen niet uit het oog worden verlo ren. Tot den minister-presi dent zou spre ker willen zeg gen, dat hij geen enkel lid heeft hooren zinspelen op DECKERS eenige gehecht heid van dr. Colijn aan het formateur schap. De samenwerking met de niet-katho- lieke rechtsche fracties wordt door de katholieken ten zeerste op prijs gesteld. De heer De Geer heeft erkend, dat de formateur zich moet verantwoorden over de formatie. Dit wenscht ook sprekers fractie. Het is een van de essentieele deelen van de volksvertegenwoordiging en het dient aannemelijk te worden ge maakt. dat er samenwerking tusschen kabinet en parlement zij. De formateur had zich dienen te overtuigen, dat alle middelen tot samenwerking tusschen het te vor men kabinet en het parlement waren uitgeput, alvorens daarbui ten een kabinet te formeeren. Toen de basis niet in de rechter zijde bleek gevonden te kunnen worden, had de formateur naar een andere basis in het parlement moe ten uitzien. Waar dit niet is geschied, heeft spre kers fractie niet het noodige vertrouwen in het toekomstige beleid van het kabi net. Spreker dient daarom de volgende motie in: „de kamer, van oordeel, dat de ka binetsformatie niet heeft geleid tot het „optreden van een kabinet, dat den grootste mogelijken waarborg biedt voor een deugdelijke behartiging „van 's lands belangen in gemeen- „schappelijk overleg met de staten- „generaal. keurt het optreden van „dat kabinet af en gaat over tot de „orde van den dag." De heer Rost van Tonningen (X.S.B.) betwist, dat de R.K. fractie en de R.K. pers onafhankelijk van elkan der staan. Spreker wenscht duidelijk te zeggen, dat de heer Albarda zich bereid heeft getoond tot samenwerking met den heer Romme en dat de heer Albarda den judaskus heeft aangeboden. (De voorzit ter hamert herhaaldelijk). Voortgaande zegt spreker, dat de S.D.A.P. verraad pleegt aan haar beginselen (de voorzit ter hamert opnieuw-herhaalde malen). Nadat spreker tenslotte heeft gewaagd van een laaghartig optreden van de zijde der S.D.-fractie in deze Kamer, ontneemt de voorzitter hem het woord. De heer Albarda (S.D.) zal op de woorden van den heer Rost van Tonnin gen niet ingaan. Hij meent evenwel den heer Colijn erop te moeten wijzen, dat het kabinet in de toekomst niet zal kunnen «reke nen op een meerderheid in deze Kamer en dat daarom de constructie ervan tot zijn leedwezen niet toelaatbaar moet worden geacht. Dit kabinet moet in strijd worden geacht met de parlementaire zeden. Spreker herinnert aan een over eenkomstige situatie in 1868, toen evenmin tusschen kabinet en parle ment overeenstemming kon worden verkregen. Sprekers fractie zal voor de motie- Deckers stemmen. De heer De Marchant et d'An- sembourg (N.S.B.) zegt nog, dat er geen antithese is tusschen katholieken en niet-katholieken. Het gaat om de staatkundige opva'tingen en in zooverrg is voor spreker Colijn, Romme of Al barda „lood om oud ijzer". Sprekers fractie zal intusschen tegen de motie-Deckers stemmen, daar zij het kabinet naar zijn daden wil beoordee- len. De heer Van Houten (C.D.) zal voor de motie stemmen, nu deze door dr. Deckers is ingediend. Hij heeft geen ver wachting van goede samenwerking tus schen kabinet en parlement en acht het karakter van het kabinet ongewenscht voor de uitvoering van democratische politiek. De heer Joekes (V.D.) gaat nog maals in op verschillende punten van het in de regeeringsverklaring aangege ven voorloopige program. Hij herhaalt, dat de formateur heeft nagelaten alle middelen te beproeven, welke tot de vor ming van een kabinet konden leiden, dat zou kunnen rekenen op een meer derheid in de Kamer. Nu de heer Dec kers een motie in dezen geest heeft in gediend, zal sprekers fractie haar stem aan die motie geven. De heer Kersten (S.G.) betoogt, dat de anti-rcvolutionnairen en christe- lijk-historischen. die met Rome samen werkten, thans in de motie-Deckers loon naar werken hebben gekregen. Naar zijn meening kan de regcering de motie echter naast zich neerleggen en be hoeft het bij aanneming ervan niet heen te gaan, aangezien het geen afkeuring van zijn beleid behelst. De heer De Visser (Comm.) her haalt, dat het kabinet niet steunt op eenige meerderheid in de volksvertegen woordiging. De motie van den heer Dec kers heeft spreker verrast en verheugd. Spreker zal voor de motie stemmen. De heer Schouten (A.R.) motiveert zijn stem tegen de motie. Tot dusverre is nog niets gebleken van eenig mate rieel conflict tusschen regcering en parlement. Daarom is deze motie in strijd met de parlementaire zeden. Zijn fractie zal derhalve tegen stemmen. Minister Colijn zal, waar vaststaat, dat de meerderheid van de Kamer ver dere samenwerking met het kabinet niet wenscht, afzien van verdere re pliek. De motie-Deckers, in stemming gebracht, wordt met 55 tegen 27 stemmen aangenomen. (Vóór de katholieken, vrijzin nig-democraten, sociaal-democra ten, communisten en de chr. de mocraten. Tegen de anti-revolutionnairen, chr.-historischen, liberalen, natio- naal-socialisten en staatkundig gereformeerden). De vergadering wordt te 5.35 verdaagd tot morgen, Vrijdag, één uur. Wegens poging tot doodslag vijftien maanden tegen hem geeischt ROTTERDAM, 27 Juli. Op 17 Mei kwam J. Th. S., woonachtig te Over- schie, met zijn auto uit Culemborg te Rotterdam aan, waar hij een café op het Oostplein bezocht. Hier bleef hij ge- ruimen tijd en hij dronk er zooveel, dat hij onder den invloed er van geraakte. Toen hij dan ook tenslotte in zijn auto stapte, en weg reed gebeurden er dade lijk ongelukken. Hij reed n.l. een ver- keerspaaltje om. Een majoor van poli tie gelastte hem daarop met zijn auto aan den kant van den weg te komen. S. voldeed echter niet aan dit bevel, maar reed snel weg. Niet zoo snel ech ter of de agent v. d. Burg, die in de nabijheid stond, zag kans op de tree plank te springen. Ook op zijn sommatie tot stoppen gaf de dolle bestuurder geen acht. Integendeel, hij trachtte door snelle wendingen van de auto den agent te doen vallen en toen dit niet lukte, reed hij in snelle vaart vlak langs de boomen op den Goudschen sin gel. De agent, het gevaar ziende, sprong van de auto. die even verder tegen een transformatorhuisje botste en bleef staan. S. bleek ongedeerd te zijn en werd geboeid naar het politiebureau gebracht en later op gesloten in het Huis van Bewaring, waar hij tot nu toe heeft vertoefd. Thans heeft hij terecht gestaan voor de rechtbank en het bleek, dat hij zich van het heele geval niets herinnerde. Nadat de beide politiebeambten waren gehoord, nam mr. S. Loke requisitoir. Hij wees op het gevaar dat dronken be stuurders veroorzaken; hij herinnerde aan Lonneker en Eindhoven en betoog de, dat men in dit geval kon spreken van poging tot doodslag door de manier waarop S. gepoogd heeft den politie agent van den wagen te werken. De eisch luidde tenslotte een jaar en drie maanden gevangenisstraf. Uitspraak 31 Juli. ERNSTIG VERKEERSONGEVAL 's-GRAVENHAGE, 27 Juli. Heden middag omstreeks 2 uur, is op den Sta tionsweg, hoek Stationsplein alhier, een ernstig verkeersongeval gebeurd. De 17-jarige wielrijder A. B., wonende in de Wolmaranstraat, werd aangereden door een militaire vrachtauto, bestuurd door den 20-jarigen H. R. uit Leidschen- dam. De wielrijder kreeg een sohedelbasis- fractuur en is door den geneeskundigen dienst in zorgwekkenden toestand naar het R.K. ziekenhuis aan het Westeinde vervoerd. GEVAARLIJK SPEL AMSTERDAM, 27 Juli. Vanmiddag is op een houwterrein aan de Ortelius- kade een ernstig ongeval gebeurd. Daar speelde een aantal jongens op een sta pel raamkozijnen. Plotseling schoot een der kozijnen uit den stapel los en een achtjarige jongen, die daardoor zijn evenwicht verloor, viel en kreeg het houten geraamte tegen het hoofd. De knaap liep een verwonding aan het oog en een hersenschudding op en is ter ver pleging naar het Wilhelmina gasthuis vervoerd. POSTDUIVEN WORDEN NEERGESCHOTEN "olitie zal speciaal toezicht gaan houden De minister van justitie brengt in het alg. Politieblad ter kennis van rijks- en gemeentepolitie, dat de Federatie van Nederlandsche Postduivenbonden zich schriftelijk tot hem heeft -gericht met een klacht over veelvuldig aan schieten en dooden van postduiven en een verzoek om ter bescherming de zer ook voor de landsverdediging nut tige dieren maatregelen te willen tref fen. Een ingesteld onderzoek heeft uitge wezen, dat sommige landsstreken het bovenbedoelde euvel inderdaad veel vuldig voorkomt. Do minister richt mitsdien tot de ijks- en gemeente politie het verzoek de noodige aandacht ter zake te willen besteden en er spe ciaal op toe te zien ,dat door de hou ders -geen misbruik wordt gemaakt van de machtigingen tot het voorhanden hebben van een vuurwapen ter verde diging van huis of erf van vergunnin gen tot, het dooden van schade-toebren gen de beschermde vogels. Pensionhouder in Delft voor 250 opgelicht DELFT, 27 Juli. Het was een on geveer 25-jarige jongeman, gekleed in de uniform van officier der koopvaar dij, die zich een dezer dagen vervoegde bij een pensionhouder te Delft. Hij deelde mede, dat hij aan de Technische Hoogeschool zijn 6tudie moest vol tooien en daarom wilde hij een kamer huren. De pensionhouder, zelf een oud zeeman, was zeer in zijn schik met den nieuwen gast, die, zooals hij zelf ver klaarde, een nette en aardige man leek. De nieuwe gast bracht een nacht in het pension door en ging daarna naar Rotterdam, om, zooals hij zeide,, zijn koffers te halen en dan vijf andere studenten mee te brengen, die ook in het pension hun intrek wilden nemen. De „student-zee-officier" keerde ech ter niet terug en toen de pensionhou der een onderzoek instelde, bleek, dat een bedrag van 250 gulden- uit zijn wo ning was verdwenen. De politie, die van (het gebeurde in kennis werd gesteld, heeft den man te Nijmegen aangehouden en hem van daag naar Delft overgebracht. Hij bleek een bekend oplichter en dief te zijn, wonende te Leiden. DE BOTERHEFFING 's-GRAVENHAGE, 27 Juli. Het be drag van de heffing en steunuitkeering op boter, is behoudens tusschentrjdsche wijziging, voor de week van 27 Juli tot 3 Augustus vastgesteld op 55 cent per HU.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 9