Nog deze week beginnen militaire
besprekingen te Moskou
Op aandringen van de Sovjet
Russische regeering
Debatten in
Lagerhuis
OUWEHAND'S DIERENPARK
Motie der lib.
verworpen
Vormde Franco
een nieuwe
regeering?
Handhaving van
orde te
Tientsin:
HET RAADSEL VAN
RIVERSIDE DRIVE
Ie BLAD PAG. 2
amersfoortsch dagblad
dinsdag i Augustus 1939
LONDEN, 31 Juli. (Reuter). In zijn rede in het Lagerhuis
heeft minister-president Chamberlain medegedeeld, dat zoo spoedig
mogelijk waarschijnlijk nog deze week Britsche en Fransche
vertegenwoordigers naar Moskou zullen worden gezonden voor het
houden van militaire besprekingen. Daarnaast zullen de politieke be
sprekingen worden voortgezet opdat een eindovereenkomst tot
stand komt op den grondslag van een politiek accoord.
Chamberlain zeide, dat de Sovjet-regeering als haar meening te
kennen heeft gegeven, dat het in het tegenwoordige stadium der
onderhandelingen van nut zal zijn onmiddellijk militaire besprekin
gen te beginnen. De regeeringen van Frankrijk en Engeland hebben
zich daarmede accoord verklaard en treffen thans maatregelen om
zoo spoedig mogelijk militaire gedelegeerden naar Moskou te zenden.
Aan het hoofd der Britsche delegaties zullen staan admiraal Sir
Reginald Drax, luchtmaarschalk Sir Charles Burnett en majoor John
Heywood-
In antwoord op een desbetreffende vraag zeide Chamberlain, dat
de besprekingen waars^Mmlijk deze week zouden beginnen.
Het debat over de buitenland-
sche politiek in het Lagerhuis
werd geopend door den liberalen
afgevaardigde, Sinclair, die zeide,
dat de indruk bestaat, dat Cham
berlain nog sterker dan de minis
ter van buitenlandsche zaken naar
pacificatie neigt en nog minder
resoluut is in zijn verzet tegen
agressie. Het is zeer noodig, dat
de premier voor sommige zijner
aanhangers duidelijk maakt, dat
het verzet tegen agressie en de
opbouw van een vredesfront een
politiek van hemzelf en van de
regeering was. Wij hebben geluk
kig geen behoefte aan een nieuwe
verzekering ten aanzien van onze
betrekkingen fot Frankrijk: wij
verheugen ons in een duidelijke
samenwerking tusschen beide lan
den, in het bijzonder in de lucht
(Applaus). Maar wel is een nieu
we verzekering omtrent de onder
handelingen met Rusland drin
gend noodig.
Engeland wenscht de hulp van Rus
land, maar daarvoor moet het het waas
van wantrouwen jegens de Sovjet Unie
verscheuren.
Sinclair juichte de afvaardiging van
admiraal Drax toe en betoogde, dat men
al was het maar voor enkele dagen, een
man van de grootste politieke standing,
die toegang zou hebben tot de invloed
rijkste autoriteiten op bet Kreml. naar
Moskou moet sturen om de besprekin
gen op te stuwen.
Het is niet onmogelijk, dat Hongarije
tijdens het. reces van het parlement het
voorwerp van een aanval wordt en zijn
onafhankelijkheid wenscht te verdedi
gen. Sinclair stelde de vraag of Enge
land het zijn plicht zou achten Hongarije
Jn dat geval steun te verlcenen.
Het Is boven eiken twijfel verhe
ven, dat Engeland Polen moet steu
nen bij een aanval tegen Dantzig,
doch wanneer begint die aanval? Is
er iets behalve een volledige bezet
ting van.Dantzig, de uitdrijving van
alle Poolsche ambtenaren en de pro
clamatie van Dantzig tot deel van
Duitschland, dat de Engelsche re
geering als een agressie zou beschou
wen?
De arbeidersafgevaardigde Dalton
noemde de vertraging in de onderhan
delingen te Moskou ernstig en zeide:
„Indien wij konden bereiken, dat Rus
land naast Frankrijk en ons staat, dat
een pact. uitgewerkt door soldaten, zee
lieden en vliegers van de drie landen,
wordt geteekend. ui indien ook Hitier
daarvan zeker was, dan is het geen
overdrijving te zeggen, dat wij dit jaar
en misschien zelfs voor een lange pe
riode geen oorlog zouden hebben. Dit
diplomatieke getreuzel aldus Dalton
is zonder precedent. Zij, die er voor
verantwoordelijk zijn, dragen ook de ver
antwoordclijkheid voor het in gevaar
brengen van den wereldvrede. Dalton
sprak de hoop uit, dat de militaire ver
tegenwoordigers voor Moskou den poli
tici een voorbeeld zullen geven en spoe
dig tot een resultaat zullen komen.
Het zou het beste zijn, wanneer
Halifax een bezoek aan Molotof ging
brengen of Molotof voor een bezoek
uitnoodigde. Men verkeert thans in
een stadium, waarin mén tot per
soonlijk contact zou kunnen komen -
en het zou voortreffelijk zijn, wan
neer Halifax Molotof zou ontmoeten
en Chamberlain met Stalin van ge
dachten zou wisselen.
Chamberlain aan hel woerd
Minister-president Chamberlain, die
met luide toejuichingen begroet werd,
zeide: Zoowel Dalton als Sinclair heb
ben laten doorschemeren, dat naar hun
meening de schuld voor de vertraging
in de onderhandelingen met Rusland
geheel bij Engeland ligt. Ik kan het
Huis de verzekering geven, dat het
eenige zelfbeheersching heeft gevered
niet over te 'aan tot correctie van den
verkeerden indruk, dien Dalton heeft
trachten te doen ontstaan. Om diezelfde
reden zal ik geen historisch overzicht
van de onderhandelingen met Rusland
geven. Ik weet zeer wel, dat er in an
dere landen menschen zijn, die zeer na
ijverig de vorderingen onzer overeenkom
sten gadeslaan en zeer verheugd zou
den zijn met alle munitie, die zij zou
den kunnen gebruiken om verdeeldheid
tusschen de Sovjet-regeering en ons te
zaaien. (Applaus).
Het is natuurlijk geen geheim, dat de
Russische regeering en de samenwer
kende Fransch-Britsche regeeringen er
tot dusverre niet in geslaagd zijn tot
een voor alle partijen bevredigende de
finitie van den term „indirecte agres
sie" te komen, ofschoon alle drie regee
ringen beseffen, dat een indirecte agres
sie even gevaarlijk als een directe kan
zijn en alle drie regeeringen verlangen
een bevredigende methode te vinden, om
tegen die agressie op te treden. Tezelf
dertijd hoeden wij ons er zeer voor maar
den schijn op ons te laden, dat wij in
breuk willen maken op de onafhankelijk
heid van andere staten.
Wij toonen zeker groot vertrouwen
en een oprecht verlangen tot een
overeenkomst te komen, wanneer
wij er in toestemmen soldaten, ma-
rinemenschen en vliegers naar Rus
land te zenden om te bespreken,
hoe wij militaire plannen kunnen
opstellen, nog voor wij de verzeke
ring hebben, dat wij op de politieke
punten tot overeenstemming zullen
komen.
De Russische commissaris voor
buitenlandsche zaken heeft als
zijn meening te kennen gegeven,
dat, wanneer wij een begin zou
den maken met militaire bespre
kingen waaraan hij groote
waarde hecht de politieke moei
lijkheden niet onoverkomelijk
zouden blijken te zijn. Die mee-
ningsuiting heeft bij ons den door
slag gegeven, toen wij tot dit zeer
ongewone besluit kwamen-
Het is de oprechte hoop van de
Fransche en van de Britsche re
geering, dat de verwachtingen van
Molotof bewaarheid zullen wor
den.
Dantzig
Ten aanzien van Dantzig zeide Cham
berlain: de bezorgdheid in Europa heeft
op het oogenblik de neiging zich rond
om Dantzig te concentreeren. Op 10 Juli
heb ik ir het Huis een verklaring over
Dantzig afgelegd. Ik besef, dat een toe
voeging aan die verklaring haar geens
zins zou versterken en ik wensch niets
te doen om haar te verzwakken. De
plaatselijke toestand te Dantzig heeft
veel bezorgdheid veroorzaakt en ver-
eischt klaarblijkelijk de zeer nauwlet
tende aandacht. Sommige persberichten
over de mililarisatie, die heeft plaats
gehad, waren ongetwijfeld overdreven.
Sedert lord Halifax zeide. dat hij zich
niet onnoodig bezorgd maakte, hebben
zich grensincidenten voorgedaan, die de
spanning eer hebben versterkt dan ver
minderd doch dL Poolsche regeering,
die de meest bewonderenswaardige
kalmte heeft getoond (algemeene toe
juichingen) kan men, daarvan ben ik
overtuigd, toevertrouwen, dat zij zal
volharden in een wijs staatsmanschap
en zelfbeheersching".
Groote menschen en heele
kleine, stadsmenschen en
dorpelingen, geleerde en
erg eenvoudige menschen...
ze vinden het allemaal even
prachtig in Holland's mooi
ste natuurpark,
R H E N E N
op de Grebbeberg
Het Verre'Goeden
Sprekende over het Verre Öpstep zei
de de minister-president: „Ook hiér wil
ik zeggen, dat het onze zaak niét bevor
dert. wanneer men suggereert, dat in
de formule (van de overeenkomst te To
kio) dingen moeten worden gelezen, die
de regeering reeds heeft tegengesproken,
die aanleiding moeten geven tot bezorgd
heid en verslagenheid in China en die
niet een voorzichtig en onpartijdig on
derzoek van de formule onderstellen. De
formule is de vaststelling van een feit,
zij beteekende geen wijziging in de po
litiek, noch de toekenning van de rech
ten van oorlogvoerende aan Japan. Zij
is ook geen verraad aan de Britsche be
langen in China en bedoelt niet de rech
ten van derde partijen af te staan.
Sinclair heeft gevraagd of de formule
beteekent, dat wij Japan zullen helpen
te houden wat het heeft en dat wij het
niet in den weg zullen staan, indien het
meer wil hebbend Wat een uitstekende
munitie voor hen, die ons geen goeds
toewenschen. Deze gedachten zijn niet
alleen beleedigend voor onzen goeden
naam, maar zij zouden onzen invloed
in de wereld ook kunnen verminderen,
indien men er geloof aan hechtte. Laat
mij herhalen, dat deze regeering haar
politiek in het Verre Oosten niet om
werpt op verzoek van een andere mo-
gendhed en dat Japan dat ook niet ge
vraagd heeft. Ongetwijfeld zijn er vele
moeilijkheden bij de kiesche onderhan
delingen, die worden voortgezet en niet
de minste van die moeilijkheden is het
aanhouden van de anti-Britsche agitatie
in Noord-China, welke geleid wordt door
menschen, die door de Japanners be-
invloed, geinspireerd en gecontroleerd
worden.
Ik voel mij verplicht te zeggen,
dat de Britsche regeering genood
zaakt zal zijn den toestand zeer
ernstig onder oogen te zien, in
dien deze agitatie, deze aanvallen
op Britsche belangen en Britsche
rechten ongebreideld voortduren.
Dat" zou een succesvol einde der
onderhandelingen zeer moeilijk
maken.
Het doel, dat wij ons voor oogen
houden, is een billijke en recht
vaardige regeling van den strijd
in China.
Een „woordennor'og"
Helaas, aldus besloot Chamberlain,
braakt een giftige propaganda ih de
pers en uit andere bronnen dagelijks een
slechte gezindheid tusschen de volken
uit. Ik ..kan de-gedachte niet van mij
afzetten, dat, wanneer wij slechts een
einde zouden maken aan dezen wo'or
denoorlog, en in aansluiting daarop een
actie zouden ondernemen tot herstel van
het vertrouwen der volken in de vrede
lievende bedoelingen van allé Europee-
sche staten, er geen vraagstuk zou zijn,
dat niet door vreedzame beperking op
gelost. zou kunnen en moeten worden.
Indien dat bereikt zou kunnen, worden,
zou de winst van alle betrokken partijen
onschatbaar zijn. Wij zouden, daarvan
hen ik ten volle overtuigd, voorwaarts
kunnen zien naar een periode van groei
ende en onvergelijkelijke welvaart in de
internationale nijverheid en landbouw,
welke zou leiden tot een algemeene ver
betering van het levenspeil der volke
ren.
Indien daarentegen een oorlog
zou uitbreken, dan is welke
partij ook de eindoverwinning zou
behalen niets zekerder dan dit:
overwinnaar en overwonnene zou
den een afschuwelijken oogst van
menschelijk lijden en menschelij-
ke ellende hebben in te zamelen.
Ik geloof, dat die groote, diepe en
fundamenteele waarheid begint
door te werken, in den geest van
de regeerders en dien van volken
tegelijkertijd en slechts op dat ge
loof steunt mijn hoop, dat wij nog
een middel zullen vinden om te
ontkomen aan de nachtmerrie van
het oogenblik en terug te treden
in het zonlicht van den vrede."
LONDEN, 31 Juli. (Reuter). -
De motie tot het verlagen van de
begrooting voor buitenlandsche
zaken, welke was ingediend door
de liberale oppositie en naar aan
leiding waarvan vandaag de de
batten over de buitenlandsche po
litiek werden gehouden, is door
het Lagerhuis met 266 tegen 130
stemmen verworpen.
LISSABON, 31 Juli. (Havas).
Volgens uit Spanje ontvangen be
richt zou Franco een nieuw minis
terie hebben gevormd. Te Burgos
verwacht men ieder oogenblik de
officieele bekendmaking ervan.
Onderwerp van bespre
king op de Britsch-Japam-
sche conferentie
Chineesche telegrammen
aan Chamberlain en
Roosevelt
TOKIO. Een communique van het
ministerie van Buitenlandsche za
ken meldt, dat de voltallige Britsch-
Japansche conferentie hedenmid
dag van 16.00 tot 18.50 bijeen is ge
weest, teneinde de kwesties verband
houdende met de handhaving van
orde en rust te Tientsin nader te
bespreken.
Dennis. het hoofd van de Britsche
Politie te Tientsin, gaf een uiteenzet
ting van bepaalde punten, voortvloei
ende uit de ingediende voorstellen. Be
sloten werd, sommige dezer punten
voor te leggen aan een ondercommis
sie, die onmiddellijk na de verdaging
van de voltallige vergadering bijeen
kwam, met het doel den weg te effenen
voor een accoord, waarbij een meer
doeltreffende samenwerking tusschen
de Japansche autoriteiten en de Brit
sche gemeentepolitie wordt gewaar
borgd.
-Morgenochtend zal een andere onder
commissie bijeenkomen teneinde de
economische aangelegenheden verder
te bespreken.
Van gezaghebbende zijde wordt
vernomen, datde .sub-commissie,
welke de kwesties der handhaving
van de orde en rust te Tientsin
heeft besproken direct na de ver-
- daging der voltallige zitting der
Engelsch—Japansche conferentie de
voornaamste punten heeft geregeld,
hoewel eenige minder belangrijke
punten nog open zijn.
Hoewel de voorgestelde regeling de
finitieven vorm aanneemt, zal de aan
gelegenheid. waarover de Britsche "am
bassadeur met zijn regeering overleg
heeft gepleegd, verder worden behan
deld in een andere subcommissie, welke
Dinsdagochtend dé beraadslaging over
economische kwesties zal voortzetten.
De subcommissie voor plociaire kwes
ties zal' Dinsdagmorgen van twee tot
vier uur vergaderen om de overblijven
de minder belangrijke zaken te regelen.
Telegrammen aan Cham
berlain en Roosevelt
Leidende -Chineesche openbare
lichamen hebben .telegrammen aan
Chamberlain gezonden, volgens
Reuter uit Tsjoengking meldt,
waarin aangedrongen wordt op on
middellijke opschorting van de con
ferentie te Tokio en opzegging van
hét Britsch-Japansche handelsver
drag.
Ook is een telegram gezonden aan
Roosevelt, waarin deze gelukgewenscht
wordt met de opzegging van het ver
drag met Japan en het besluit gepre
zen wordt als een doeltreffende maat
regel tot waarborging van den vrede en
belemmering van de Japansche agres
sie. Tot de organisaties, die deze bood
schappen onderschrijven, behooren de
Chineesche Volkenbondsunie, de afdee-
ling China van de Internationale vre
descampagne en de Vereeniging voor
Buitenlandsche Betrekkingen.
Landingspoging der
Japanners bij Wangmoen
Ongeveer 1.000 man Japansche troe
pen probeeren vasten voet te krijgen
aan de Chineesche kust bij Wangmoen,
in de buurt van Macao, zoo bericht
Reuter uit Sjanghai.
De Chineesche troepen bieden hard-
nekkigen tegenstand. Tot nu toe is de
aanval der Japanners afgeslagen,
Japansche vliegtuigen hebben uit
machinegeweren de stad Tsjekki be
stookt. Er zijn meer dan twintig doo-
den. Oorlogsschepen hebben de kust
bij Wangmoen gebombardeerd.
FEUILLETON
Naar hal Engelsch van
STANLEY HART PAGE
23)
De jongen wees den chauffeur den
weg en na een poosje wees hij hem een
nauw steegje tusschen een vischafslag
en een smerig tabakswinkeltje. Toen de
wagen het steegje inhobhelde, viel het
licht op de achterzijde van een groot an
sédan, die zoowat honderd voet van de
Avenue af stond.
„Dat is de wagen, dien ze gebruikt
hebben", zei de jongen zachtjes.
„Wijs ons den kelder", zei ik gejaagd.
De taxi stopte achter de groote auto.
We sprongen er uit. De jongen voorde
ons onbevreesd naar de sombere huizen,
die langs de steeg stonden. Hij wees
raar een lage deur, Vier of vijf stcenen
treden voerden erheen.
„Die deur is het, meneer", fluisterde
hij.
„Die kelder heeft zeker verschillende
ruimten niet?" vroeg ik op gedempten
toon.
„Dat weet ik niet. meneer," antwoord
de de jongen. „We wonen hier nog niet
zoo lang. Ik ben een paar dagen geleden
voor het eerst beneden geweest en toen
gooiden ze me er dadelijk uit. Ik kreeg
niet veel te zien."
„Nou goed. Ga nu maar opbellen. Als
je ermee klaar bent, ga dan naar hot
hoofdbureau en blijf daar op me wach
ten."
De jongen spoedde zich in de duister
nis weg. De rest van ons troepje ging
de treden af. Toen we onzeker voor de
deur halt hielden, fluisterde ik tegen
King: „Bent u gewapend?"
„Goeie help, neen", antwoordde hij
verschrikt.
Ik haalde mijn zaklantaarn te voor
schijn en liet het licht in het rond
schijnen. Dichtbij zag ik een hoop oud
bout liggen. Ik zocht een Hinken stok
en gaf dien aan King. Op een wenk van
niij wierpen we ons alle drie met ons
voile gewicht tegen de deur aan. Een
splinterend gekraak kondigde onze
komst in den kelder aan. Ik hoorde
niets anders dan het hijgen mijner met
gezellen, toen we eenmaal in de stik
donkere ruimte stonden. Meteen haalde
ik mijn zaklantaarn te voorschijn, zette
me schrap, als werd ik aangevallen en
liet het licht, in het rond schijnen. We
bevonden ons in een soort hal, waarop
drie deuren uitkwamen.
„Drie deuren en wij met z'n drieën",
zei King veelbeteckenend.
„Ik laat je liever niet gaan met alleen
dien stok als wapen", zei ik.
„Ik ben toch geen goede schutter",
antwoordde hij, en ik zag hem grinni
ken. „Doch ik heb heel wat ratelslangen
inet een stok doodgeslagen en ik kan er
nog wel een paar aan!"
„Nu goed", antwoordde ik. „Dan neem
Ik de middelste deur en u beiden elk
een zijdeur."
Mijn deur was niet op slot en toen ik
naar King omkeek, was deze reeds door
<le zijne verdwenen. In de ruimte, waar
in ik kwam, bevond zich een tweede
deur en daartegen lag een hoop rommel
opgestapeld, die daar blijkbaar kort ge
leden neergelegd was. Ik begon het
zaakje wég te ruimen. Plotseling hield
ik op en luisterde. Er was vast en zeker
iémand aan den anderen kant der deur.
Ik verdubbelde mijn pogingen. Juist
toen ik de deur wilde openrukken, werd
ze opengeworpen en sprong de politie
agent er doorheen. „O, ben jij het?" riep
ik teleurgesteld uit.
„Ja",, antwoordde hij, zijn licht door
de kamer werpend. „Dit vertrek is ook
al leeg. Het andere net zoo. Ik denk,
dat. er niets is."
„Laten we dan naar King gaan kij
ken", zei ik, ietwat gejaagd. „Ik maak
me ongerust over hein, want hij heeft
niets dan dien stok bij zich."
We keerden terug naar de voorhal,
maar een verstikte kreet deed ons staan.
„Meneer Clark! Clark! Cla
Het was de stem van King en ze zweeg
schrikwekkend plotseling. Ik sprong
naar de deur in de hal, gevolgd dooi
den agent We kwamen in een klein,
kaal vertrek. Vlak voor ons stond een
zware deur op een kier. Omzichtig lie
ten we ons licht daardoor naar binnen
vallen. Het vertrek zag er bewoonbaar
uit. Er lag een karpet en er stond een
tafel. Vol ontzetting zag ik een man
voorover aan de andere zijde van de
tafel op den grond liggen. Ik snelde er
heen. Ilet was Henry King, die met zijn
hoofd in een bloedplas lag!
Ik knielde naast hem neer en keerde
tem om. Opzij van zijn hoofd had hij
een diepe wonde en zijn gezicht was
doodsbleek. Maar tot mijn vreugde hoor
de ik hem onder het omkeeren kreunen.
De politieagent onderzocht intusschcn
het vertrek verder.
„Ts hier nergens water te vinden?"
.vroeg ik hem.
„Water?" antwoordde hij. „Ja, hier is
een fonteintje."
Met een glas water in de hand kwam
hij naar ons toe. Ik sprenkelde hét wa
ter in King's gezicht. Uit mijn zak-
fleschje goot ik eenige druppels rüm
tusschen zijn tanden. Hij kuchte en
opende zijn oogen. Binnen enkele mi
nuten was hij in staat overeind te ko
men. Verward keek hij naar den agent,
die met. zijn licht de wanden onder
zocht. Opeens greep hij mij bij mijn
arm .„Ze zijn toch niet ontsnapt, wei?"
„Groote goedheid, ik heb die lui heele-
maal vergeten!" riep ik uit. „Heb jc
soms eenig spoor gevonden?" vroeg ik
den agent.
„Geen enkel," gromde hij. „En daar
kan ik niet bij, omdat er geen andere
uitgang is, dan die, waardoor wij bin
nengekomen zijn. En daardoorheen
kunnen ze niet ontsnapt zijn", voordat,
wij er waren. En waar is die vrouw ge
bleven?"
„Waoht eens", zei ik. Ik had in den
rechter wand iets bekends ontdekt. Het
was een paneel van planken, gelijk aan
dat. door ons in den eersten kelder ge
vonden. waardoorheen Spawn ontsnapt
was. Tot verwondering mijner metgezel
len ging ik erheen en maakte het open.
We kwamen toen in een ruim vertrek.
Aan bet einde daarvan bevond zich een
deur. die in de steeg uitkwam. De agent
ondersteunde den nog steeds wankelen
den King toen we naar huiten gingen.
Verbluft, bleef ik daar een oogenblik
staan kijken. Zoowel de sédan als de
taxi waren verdwenen.
„Waar kan die ellendige, chauffeur
van ons gebleven zijn?" vroeg ik vrij
nutteloos.
„Er vandoor gegaan", zei de agent,
schouderophalend. „Die kerels zijn sluw;
die laten zioh niet vangen!"
„Waarom hebben we hem niet gezegd,
dat hij op ons moest blijven wachten?"
vroeg ik me af; „Dan hadden ze niet
kunnen ontsnappen!"
Ondanks onze tegenwerpingen bleef
King bij ons, toen we de steeg verder
onderzochten. Na enkele kronkelingen
kwam ze in de Vijf en Vijftigste Straat
uit.
„Het is met geen-mogelijkheid te zeg
gen, welken kant ze zijn opgegaan,"
bromde King.
„Maar hier in de straat is éénriehting-
verkeer," merkte-ik op. „En ze zullen
wel niet gewaagd hebben, verkeerd te
rijden. Ze moeten dus over de Elfde
Avenue zijn gegaab."
„Daar zijn we nog niet verder mee,"
gromde de agent.
Teleurgesteld keerden we in de steeg
terug.
„Wat bevond zich eigenlijk in het ver
trek, waarin we mijnheer King gevon
den hebben?" vroeg de agfent, „Ik heb
er weinig op gelet.
„Er stond een tafel en een divan in,"
antwoordde hij. „Er grensde een klein
vertrek aan, waarin zich een bed, een
bureau en een spiegel bevond. Daarnaast
was de uaschgelegenheid."
„Dan moet dat de plaats zijn, waarin
ze mevrouw Garrison wilden verborgen
houden," zei ik. „En nu zijn ze ons na
tuurlijk ontsnapt! Vertel eens. wat is
or precies met. jou gebeurd. King?"
King gromde. „Wel, ik kwam aller
eerst in dat kleine, kale vertrek. Daar
streek ik een lucifer aan. Ik zag tegen
over me een stevige deur. Ik erheen en
geprobeerd. Op slot! Mijn lucifer ging uit
en ik streek er nog een aan. Stel je mijn
verwondering, voor, toen ik zag. dat de
deur intusschen geopend was! Ik doof
de mijn vlammetje op slag en vroeg me
af, wat ik nu moest doen. En opeens
greep iemand mij bij mijn pols beet en
trok me de kamer in. Dat gebéurde op
het oogenblik, dat ik schreeuwde. Ik
verdedigde me, maar ze sloegen me er
gens mee neer. Drommels, ik zie nog
sterretjes!"
„Het bloedt nog aldoor flink," merkte
ik op. „We moeten je naar een dokter
brengen."
Plotseling werd de steeg helder ver
licht door de koplampen van een auto,
die van de Elfde Avenue kwam. De wa
gen stopte vlak bij ons en er kwam een
heel stel agenten uit te voorschijn. Een
tweede auto volgde. Hand en Gerrity
kwamen haastig naar ons toe. „Wat is
er gebeurd, Clark?" vroeg Hand.
„We hebben hun spoor tot hiertoe
kunnen volgen", antwoordde ik, somber,
,,en toen ziin ze ons weer door een list
ontsnapt. Langs een geheime deur.
Weg!"
„Weg?" riep Gerrity wanhopig uit..
„En mevrouw Garrison?" vroeg Hand
scherp.
Ik haalde mismoedig de schouders op
en schudde het hoofd.
„Weg!" riep Gerrity nogmaals. „Dat
kost ons wel een jaar om hen te vin
den!"
„Dat weet ik zoo. zeker nog niet." zei
Hand grimmig. „Onze vrienden Spitz en
Spawn hebben on.s dit. geleverd: daar
valt niet aan te twijfelen. En... ik heb
al een plan!"
HOOFDSTUK XI.
Mijnheer Flonnt toont zijn karakter.
Met een smak legde inspecteur Ger
rity den telefoonhoorn neer. „Nog
niets!" bromde hij en begon weer heen
en weer door zijn 'bureau te loopen.
Hand duwde zijn. stoel nog wat meer
achterover en haalde zijn cigarettenrook
diep in.
(Wordt vervolgd)