Nog deze week beginnen militaire besprekingen te Moskou Op aandringen van de Sovjet Russische regeering Debatten in Lagerhuis OUWEHAND'S DIERENPARK Motie der lib. verworpen Vormde Franco een nieuwe regeering? Handhaving van orde te Tientsin: HET RAADSEL VAN RIVERSIDE DRIVE Ie BLAD PAG. 2 amersfoortsch dagblad dinsdag i Augustus 1939 LONDEN, 31 Juli. (Reuter). In zijn rede in het Lagerhuis heeft minister-president Chamberlain medegedeeld, dat zoo spoedig mogelijk waarschijnlijk nog deze week Britsche en Fransche vertegenwoordigers naar Moskou zullen worden gezonden voor het houden van militaire besprekingen. Daarnaast zullen de politieke be sprekingen worden voortgezet opdat een eindovereenkomst tot stand komt op den grondslag van een politiek accoord. Chamberlain zeide, dat de Sovjet-regeering als haar meening te kennen heeft gegeven, dat het in het tegenwoordige stadium der onderhandelingen van nut zal zijn onmiddellijk militaire besprekin gen te beginnen. De regeeringen van Frankrijk en Engeland hebben zich daarmede accoord verklaard en treffen thans maatregelen om zoo spoedig mogelijk militaire gedelegeerden naar Moskou te zenden. Aan het hoofd der Britsche delegaties zullen staan admiraal Sir Reginald Drax, luchtmaarschalk Sir Charles Burnett en majoor John Heywood- In antwoord op een desbetreffende vraag zeide Chamberlain, dat de besprekingen waars^Mmlijk deze week zouden beginnen. Het debat over de buitenland- sche politiek in het Lagerhuis werd geopend door den liberalen afgevaardigde, Sinclair, die zeide, dat de indruk bestaat, dat Cham berlain nog sterker dan de minis ter van buitenlandsche zaken naar pacificatie neigt en nog minder resoluut is in zijn verzet tegen agressie. Het is zeer noodig, dat de premier voor sommige zijner aanhangers duidelijk maakt, dat het verzet tegen agressie en de opbouw van een vredesfront een politiek van hemzelf en van de regeering was. Wij hebben geluk kig geen behoefte aan een nieuwe verzekering ten aanzien van onze betrekkingen fot Frankrijk: wij verheugen ons in een duidelijke samenwerking tusschen beide lan den, in het bijzonder in de lucht (Applaus). Maar wel is een nieu we verzekering omtrent de onder handelingen met Rusland drin gend noodig. Engeland wenscht de hulp van Rus land, maar daarvoor moet het het waas van wantrouwen jegens de Sovjet Unie verscheuren. Sinclair juichte de afvaardiging van admiraal Drax toe en betoogde, dat men al was het maar voor enkele dagen, een man van de grootste politieke standing, die toegang zou hebben tot de invloed rijkste autoriteiten op bet Kreml. naar Moskou moet sturen om de besprekin gen op te stuwen. Het is niet onmogelijk, dat Hongarije tijdens het. reces van het parlement het voorwerp van een aanval wordt en zijn onafhankelijkheid wenscht te verdedi gen. Sinclair stelde de vraag of Enge land het zijn plicht zou achten Hongarije Jn dat geval steun te verlcenen. Het Is boven eiken twijfel verhe ven, dat Engeland Polen moet steu nen bij een aanval tegen Dantzig, doch wanneer begint die aanval? Is er iets behalve een volledige bezet ting van.Dantzig, de uitdrijving van alle Poolsche ambtenaren en de pro clamatie van Dantzig tot deel van Duitschland, dat de Engelsche re geering als een agressie zou beschou wen? De arbeidersafgevaardigde Dalton noemde de vertraging in de onderhan delingen te Moskou ernstig en zeide: „Indien wij konden bereiken, dat Rus land naast Frankrijk en ons staat, dat een pact. uitgewerkt door soldaten, zee lieden en vliegers van de drie landen, wordt geteekend. ui indien ook Hitier daarvan zeker was, dan is het geen overdrijving te zeggen, dat wij dit jaar en misschien zelfs voor een lange pe riode geen oorlog zouden hebben. Dit diplomatieke getreuzel aldus Dalton is zonder precedent. Zij, die er voor verantwoordelijk zijn, dragen ook de ver antwoordclijkheid voor het in gevaar brengen van den wereldvrede. Dalton sprak de hoop uit, dat de militaire ver tegenwoordigers voor Moskou den poli tici een voorbeeld zullen geven en spoe dig tot een resultaat zullen komen. Het zou het beste zijn, wanneer Halifax een bezoek aan Molotof ging brengen of Molotof voor een bezoek uitnoodigde. Men verkeert thans in een stadium, waarin mén tot per soonlijk contact zou kunnen komen - en het zou voortreffelijk zijn, wan neer Halifax Molotof zou ontmoeten en Chamberlain met Stalin van ge dachten zou wisselen. Chamberlain aan hel woerd Minister-president Chamberlain, die met luide toejuichingen begroet werd, zeide: Zoowel Dalton als Sinclair heb ben laten doorschemeren, dat naar hun meening de schuld voor de vertraging in de onderhandelingen met Rusland geheel bij Engeland ligt. Ik kan het Huis de verzekering geven, dat het eenige zelfbeheersching heeft gevered niet over te 'aan tot correctie van den verkeerden indruk, dien Dalton heeft trachten te doen ontstaan. Om diezelfde reden zal ik geen historisch overzicht van de onderhandelingen met Rusland geven. Ik weet zeer wel, dat er in an dere landen menschen zijn, die zeer na ijverig de vorderingen onzer overeenkom sten gadeslaan en zeer verheugd zou den zijn met alle munitie, die zij zou den kunnen gebruiken om verdeeldheid tusschen de Sovjet-regeering en ons te zaaien. (Applaus). Het is natuurlijk geen geheim, dat de Russische regeering en de samenwer kende Fransch-Britsche regeeringen er tot dusverre niet in geslaagd zijn tot een voor alle partijen bevredigende de finitie van den term „indirecte agres sie" te komen, ofschoon alle drie regee ringen beseffen, dat een indirecte agres sie even gevaarlijk als een directe kan zijn en alle drie regeeringen verlangen een bevredigende methode te vinden, om tegen die agressie op te treden. Tezelf dertijd hoeden wij ons er zeer voor maar den schijn op ons te laden, dat wij in breuk willen maken op de onafhankelijk heid van andere staten. Wij toonen zeker groot vertrouwen en een oprecht verlangen tot een overeenkomst te komen, wanneer wij er in toestemmen soldaten, ma- rinemenschen en vliegers naar Rus land te zenden om te bespreken, hoe wij militaire plannen kunnen opstellen, nog voor wij de verzeke ring hebben, dat wij op de politieke punten tot overeenstemming zullen komen. De Russische commissaris voor buitenlandsche zaken heeft als zijn meening te kennen gegeven, dat, wanneer wij een begin zou den maken met militaire bespre kingen waaraan hij groote waarde hecht de politieke moei lijkheden niet onoverkomelijk zouden blijken te zijn. Die mee- ningsuiting heeft bij ons den door slag gegeven, toen wij tot dit zeer ongewone besluit kwamen- Het is de oprechte hoop van de Fransche en van de Britsche re geering, dat de verwachtingen van Molotof bewaarheid zullen wor den. Dantzig Ten aanzien van Dantzig zeide Cham berlain: de bezorgdheid in Europa heeft op het oogenblik de neiging zich rond om Dantzig te concentreeren. Op 10 Juli heb ik ir het Huis een verklaring over Dantzig afgelegd. Ik besef, dat een toe voeging aan die verklaring haar geens zins zou versterken en ik wensch niets te doen om haar te verzwakken. De plaatselijke toestand te Dantzig heeft veel bezorgdheid veroorzaakt en ver- eischt klaarblijkelijk de zeer nauwlet tende aandacht. Sommige persberichten over de mililarisatie, die heeft plaats gehad, waren ongetwijfeld overdreven. Sedert lord Halifax zeide. dat hij zich niet onnoodig bezorgd maakte, hebben zich grensincidenten voorgedaan, die de spanning eer hebben versterkt dan ver minderd doch dL Poolsche regeering, die de meest bewonderenswaardige kalmte heeft getoond (algemeene toe juichingen) kan men, daarvan ben ik overtuigd, toevertrouwen, dat zij zal volharden in een wijs staatsmanschap en zelfbeheersching". Groote menschen en heele kleine, stadsmenschen en dorpelingen, geleerde en erg eenvoudige menschen... ze vinden het allemaal even prachtig in Holland's mooi ste natuurpark, R H E N E N op de Grebbeberg Het Verre'Goeden Sprekende over het Verre Öpstep zei de de minister-president: „Ook hiér wil ik zeggen, dat het onze zaak niét bevor dert. wanneer men suggereert, dat in de formule (van de overeenkomst te To kio) dingen moeten worden gelezen, die de regeering reeds heeft tegengesproken, die aanleiding moeten geven tot bezorgd heid en verslagenheid in China en die niet een voorzichtig en onpartijdig on derzoek van de formule onderstellen. De formule is de vaststelling van een feit, zij beteekende geen wijziging in de po litiek, noch de toekenning van de rech ten van oorlogvoerende aan Japan. Zij is ook geen verraad aan de Britsche be langen in China en bedoelt niet de rech ten van derde partijen af te staan. Sinclair heeft gevraagd of de formule beteekent, dat wij Japan zullen helpen te houden wat het heeft en dat wij het niet in den weg zullen staan, indien het meer wil hebbend Wat een uitstekende munitie voor hen, die ons geen goeds toewenschen. Deze gedachten zijn niet alleen beleedigend voor onzen goeden naam, maar zij zouden onzen invloed in de wereld ook kunnen verminderen, indien men er geloof aan hechtte. Laat mij herhalen, dat deze regeering haar politiek in het Verre Oosten niet om werpt op verzoek van een andere mo- gendhed en dat Japan dat ook niet ge vraagd heeft. Ongetwijfeld zijn er vele moeilijkheden bij de kiesche onderhan delingen, die worden voortgezet en niet de minste van die moeilijkheden is het aanhouden van de anti-Britsche agitatie in Noord-China, welke geleid wordt door menschen, die door de Japanners be- invloed, geinspireerd en gecontroleerd worden. Ik voel mij verplicht te zeggen, dat de Britsche regeering genood zaakt zal zijn den toestand zeer ernstig onder oogen te zien, in dien deze agitatie, deze aanvallen op Britsche belangen en Britsche rechten ongebreideld voortduren. Dat" zou een succesvol einde der onderhandelingen zeer moeilijk maken. Het doel, dat wij ons voor oogen houden, is een billijke en recht vaardige regeling van den strijd in China. Een „woordennor'og" Helaas, aldus besloot Chamberlain, braakt een giftige propaganda ih de pers en uit andere bronnen dagelijks een slechte gezindheid tusschen de volken uit. Ik ..kan de-gedachte niet van mij afzetten, dat, wanneer wij slechts een einde zouden maken aan dezen wo'or denoorlog, en in aansluiting daarop een actie zouden ondernemen tot herstel van het vertrouwen der volken in de vrede lievende bedoelingen van allé Europee- sche staten, er geen vraagstuk zou zijn, dat niet door vreedzame beperking op gelost. zou kunnen en moeten worden. Indien dat bereikt zou kunnen, worden, zou de winst van alle betrokken partijen onschatbaar zijn. Wij zouden, daarvan hen ik ten volle overtuigd, voorwaarts kunnen zien naar een periode van groei ende en onvergelijkelijke welvaart in de internationale nijverheid en landbouw, welke zou leiden tot een algemeene ver betering van het levenspeil der volke ren. Indien daarentegen een oorlog zou uitbreken, dan is welke partij ook de eindoverwinning zou behalen niets zekerder dan dit: overwinnaar en overwonnene zou den een afschuwelijken oogst van menschelijk lijden en menschelij- ke ellende hebben in te zamelen. Ik geloof, dat die groote, diepe en fundamenteele waarheid begint door te werken, in den geest van de regeerders en dien van volken tegelijkertijd en slechts op dat ge loof steunt mijn hoop, dat wij nog een middel zullen vinden om te ontkomen aan de nachtmerrie van het oogenblik en terug te treden in het zonlicht van den vrede." LONDEN, 31 Juli. (Reuter). - De motie tot het verlagen van de begrooting voor buitenlandsche zaken, welke was ingediend door de liberale oppositie en naar aan leiding waarvan vandaag de de batten over de buitenlandsche po litiek werden gehouden, is door het Lagerhuis met 266 tegen 130 stemmen verworpen. LISSABON, 31 Juli. (Havas). Volgens uit Spanje ontvangen be richt zou Franco een nieuw minis terie hebben gevormd. Te Burgos verwacht men ieder oogenblik de officieele bekendmaking ervan. Onderwerp van bespre king op de Britsch-Japam- sche conferentie Chineesche telegrammen aan Chamberlain en Roosevelt TOKIO. Een communique van het ministerie van Buitenlandsche za ken meldt, dat de voltallige Britsch- Japansche conferentie hedenmid dag van 16.00 tot 18.50 bijeen is ge weest, teneinde de kwesties verband houdende met de handhaving van orde en rust te Tientsin nader te bespreken. Dennis. het hoofd van de Britsche Politie te Tientsin, gaf een uiteenzet ting van bepaalde punten, voortvloei ende uit de ingediende voorstellen. Be sloten werd, sommige dezer punten voor te leggen aan een ondercommis sie, die onmiddellijk na de verdaging van de voltallige vergadering bijeen kwam, met het doel den weg te effenen voor een accoord, waarbij een meer doeltreffende samenwerking tusschen de Japansche autoriteiten en de Brit sche gemeentepolitie wordt gewaar borgd. -Morgenochtend zal een andere onder commissie bijeenkomen teneinde de economische aangelegenheden verder te bespreken. Van gezaghebbende zijde wordt vernomen, datde .sub-commissie, welke de kwesties der handhaving van de orde en rust te Tientsin heeft besproken direct na de ver- - daging der voltallige zitting der Engelsch—Japansche conferentie de voornaamste punten heeft geregeld, hoewel eenige minder belangrijke punten nog open zijn. Hoewel de voorgestelde regeling de finitieven vorm aanneemt, zal de aan gelegenheid. waarover de Britsche "am bassadeur met zijn regeering overleg heeft gepleegd, verder worden behan deld in een andere subcommissie, welke Dinsdagochtend dé beraadslaging over economische kwesties zal voortzetten. De subcommissie voor plociaire kwes ties zal' Dinsdagmorgen van twee tot vier uur vergaderen om de overblijven de minder belangrijke zaken te regelen. Telegrammen aan Cham berlain en Roosevelt Leidende -Chineesche openbare lichamen hebben .telegrammen aan Chamberlain gezonden, volgens Reuter uit Tsjoengking meldt, waarin aangedrongen wordt op on middellijke opschorting van de con ferentie te Tokio en opzegging van hét Britsch-Japansche handelsver drag. Ook is een telegram gezonden aan Roosevelt, waarin deze gelukgewenscht wordt met de opzegging van het ver drag met Japan en het besluit gepre zen wordt als een doeltreffende maat regel tot waarborging van den vrede en belemmering van de Japansche agres sie. Tot de organisaties, die deze bood schappen onderschrijven, behooren de Chineesche Volkenbondsunie, de afdee- ling China van de Internationale vre descampagne en de Vereeniging voor Buitenlandsche Betrekkingen. Landingspoging der Japanners bij Wangmoen Ongeveer 1.000 man Japansche troe pen probeeren vasten voet te krijgen aan de Chineesche kust bij Wangmoen, in de buurt van Macao, zoo bericht Reuter uit Sjanghai. De Chineesche troepen bieden hard- nekkigen tegenstand. Tot nu toe is de aanval der Japanners afgeslagen, Japansche vliegtuigen hebben uit machinegeweren de stad Tsjekki be stookt. Er zijn meer dan twintig doo- den. Oorlogsschepen hebben de kust bij Wangmoen gebombardeerd. FEUILLETON Naar hal Engelsch van STANLEY HART PAGE 23) De jongen wees den chauffeur den weg en na een poosje wees hij hem een nauw steegje tusschen een vischafslag en een smerig tabakswinkeltje. Toen de wagen het steegje inhobhelde, viel het licht op de achterzijde van een groot an sédan, die zoowat honderd voet van de Avenue af stond. „Dat is de wagen, dien ze gebruikt hebben", zei de jongen zachtjes. „Wijs ons den kelder", zei ik gejaagd. De taxi stopte achter de groote auto. We sprongen er uit. De jongen voorde ons onbevreesd naar de sombere huizen, die langs de steeg stonden. Hij wees raar een lage deur, Vier of vijf stcenen treden voerden erheen. „Die deur is het, meneer", fluisterde hij. „Die kelder heeft zeker verschillende ruimten niet?" vroeg ik op gedempten toon. „Dat weet ik niet. meneer," antwoord de de jongen. „We wonen hier nog niet zoo lang. Ik ben een paar dagen geleden voor het eerst beneden geweest en toen gooiden ze me er dadelijk uit. Ik kreeg niet veel te zien." „Nou goed. Ga nu maar opbellen. Als je ermee klaar bent, ga dan naar hot hoofdbureau en blijf daar op me wach ten." De jongen spoedde zich in de duister nis weg. De rest van ons troepje ging de treden af. Toen we onzeker voor de deur halt hielden, fluisterde ik tegen King: „Bent u gewapend?" „Goeie help, neen", antwoordde hij verschrikt. Ik haalde mijn zaklantaarn te voor schijn en liet het licht in het rond schijnen. Dichtbij zag ik een hoop oud bout liggen. Ik zocht een Hinken stok en gaf dien aan King. Op een wenk van niij wierpen we ons alle drie met ons voile gewicht tegen de deur aan. Een splinterend gekraak kondigde onze komst in den kelder aan. Ik hoorde niets anders dan het hijgen mijner met gezellen, toen we eenmaal in de stik donkere ruimte stonden. Meteen haalde ik mijn zaklantaarn te voorschijn, zette me schrap, als werd ik aangevallen en liet het licht, in het rond schijnen. We bevonden ons in een soort hal, waarop drie deuren uitkwamen. „Drie deuren en wij met z'n drieën", zei King veelbeteckenend. „Ik laat je liever niet gaan met alleen dien stok als wapen", zei ik. „Ik ben toch geen goede schutter", antwoordde hij, en ik zag hem grinni ken. „Doch ik heb heel wat ratelslangen inet een stok doodgeslagen en ik kan er nog wel een paar aan!" „Nu goed", antwoordde ik. „Dan neem Ik de middelste deur en u beiden elk een zijdeur." Mijn deur was niet op slot en toen ik naar King omkeek, was deze reeds door <le zijne verdwenen. In de ruimte, waar in ik kwam, bevond zich een tweede deur en daartegen lag een hoop rommel opgestapeld, die daar blijkbaar kort ge leden neergelegd was. Ik begon het zaakje wég te ruimen. Plotseling hield ik op en luisterde. Er was vast en zeker iémand aan den anderen kant der deur. Ik verdubbelde mijn pogingen. Juist toen ik de deur wilde openrukken, werd ze opengeworpen en sprong de politie agent er doorheen. „O, ben jij het?" riep ik teleurgesteld uit. „Ja",, antwoordde hij, zijn licht door de kamer werpend. „Dit vertrek is ook al leeg. Het andere net zoo. Ik denk, dat. er niets is." „Laten we dan naar King gaan kij ken", zei ik, ietwat gejaagd. „Ik maak me ongerust over hein, want hij heeft niets dan dien stok bij zich." We keerden terug naar de voorhal, maar een verstikte kreet deed ons staan. „Meneer Clark! Clark! Cla Het was de stem van King en ze zweeg schrikwekkend plotseling. Ik sprong naar de deur in de hal, gevolgd dooi den agent We kwamen in een klein, kaal vertrek. Vlak voor ons stond een zware deur op een kier. Omzichtig lie ten we ons licht daardoor naar binnen vallen. Het vertrek zag er bewoonbaar uit. Er lag een karpet en er stond een tafel. Vol ontzetting zag ik een man voorover aan de andere zijde van de tafel op den grond liggen. Ik snelde er heen. Ilet was Henry King, die met zijn hoofd in een bloedplas lag! Ik knielde naast hem neer en keerde tem om. Opzij van zijn hoofd had hij een diepe wonde en zijn gezicht was doodsbleek. Maar tot mijn vreugde hoor de ik hem onder het omkeeren kreunen. De politieagent onderzocht intusschcn het vertrek verder. „Ts hier nergens water te vinden?" .vroeg ik hem. „Water?" antwoordde hij. „Ja, hier is een fonteintje." Met een glas water in de hand kwam hij naar ons toe. Ik sprenkelde hét wa ter in King's gezicht. Uit mijn zak- fleschje goot ik eenige druppels rüm tusschen zijn tanden. Hij kuchte en opende zijn oogen. Binnen enkele mi nuten was hij in staat overeind te ko men. Verward keek hij naar den agent, die met. zijn licht de wanden onder zocht. Opeens greep hij mij bij mijn arm .„Ze zijn toch niet ontsnapt, wei?" „Groote goedheid, ik heb die lui heele- maal vergeten!" riep ik uit. „Heb jc soms eenig spoor gevonden?" vroeg ik den agent. „Geen enkel," gromde hij. „En daar kan ik niet bij, omdat er geen andere uitgang is, dan die, waardoor wij bin nengekomen zijn. En daardoorheen kunnen ze niet ontsnapt zijn", voordat, wij er waren. En waar is die vrouw ge bleven?" „Waoht eens", zei ik. Ik had in den rechter wand iets bekends ontdekt. Het was een paneel van planken, gelijk aan dat. door ons in den eersten kelder ge vonden. waardoorheen Spawn ontsnapt was. Tot verwondering mijner metgezel len ging ik erheen en maakte het open. We kwamen toen in een ruim vertrek. Aan bet einde daarvan bevond zich een deur. die in de steeg uitkwam. De agent ondersteunde den nog steeds wankelen den King toen we naar huiten gingen. Verbluft, bleef ik daar een oogenblik staan kijken. Zoowel de sédan als de taxi waren verdwenen. „Waar kan die ellendige, chauffeur van ons gebleven zijn?" vroeg ik vrij nutteloos. „Er vandoor gegaan", zei de agent, schouderophalend. „Die kerels zijn sluw; die laten zioh niet vangen!" „Waarom hebben we hem niet gezegd, dat hij op ons moest blijven wachten?" vroeg ik me af; „Dan hadden ze niet kunnen ontsnappen!" Ondanks onze tegenwerpingen bleef King bij ons, toen we de steeg verder onderzochten. Na enkele kronkelingen kwam ze in de Vijf en Vijftigste Straat uit. „Het is met geen-mogelijkheid te zeg gen, welken kant ze zijn opgegaan," bromde King. „Maar hier in de straat is éénriehting- verkeer," merkte-ik op. „En ze zullen wel niet gewaagd hebben, verkeerd te rijden. Ze moeten dus over de Elfde Avenue zijn gegaab." „Daar zijn we nog niet verder mee," gromde de agent. Teleurgesteld keerden we in de steeg terug. „Wat bevond zich eigenlijk in het ver trek, waarin we mijnheer King gevon den hebben?" vroeg de agfent, „Ik heb er weinig op gelet. „Er stond een tafel en een divan in," antwoordde hij. „Er grensde een klein vertrek aan, waarin zich een bed, een bureau en een spiegel bevond. Daarnaast was de uaschgelegenheid." „Dan moet dat de plaats zijn, waarin ze mevrouw Garrison wilden verborgen houden," zei ik. „En nu zijn ze ons na tuurlijk ontsnapt! Vertel eens. wat is or precies met. jou gebeurd. King?" King gromde. „Wel, ik kwam aller eerst in dat kleine, kale vertrek. Daar streek ik een lucifer aan. Ik zag tegen over me een stevige deur. Ik erheen en geprobeerd. Op slot! Mijn lucifer ging uit en ik streek er nog een aan. Stel je mijn verwondering, voor, toen ik zag. dat de deur intusschen geopend was! Ik doof de mijn vlammetje op slag en vroeg me af, wat ik nu moest doen. En opeens greep iemand mij bij mijn pols beet en trok me de kamer in. Dat gebéurde op het oogenblik, dat ik schreeuwde. Ik verdedigde me, maar ze sloegen me er gens mee neer. Drommels, ik zie nog sterretjes!" „Het bloedt nog aldoor flink," merkte ik op. „We moeten je naar een dokter brengen." Plotseling werd de steeg helder ver licht door de koplampen van een auto, die van de Elfde Avenue kwam. De wa gen stopte vlak bij ons en er kwam een heel stel agenten uit te voorschijn. Een tweede auto volgde. Hand en Gerrity kwamen haastig naar ons toe. „Wat is er gebeurd, Clark?" vroeg Hand. „We hebben hun spoor tot hiertoe kunnen volgen", antwoordde ik, somber, ,,en toen ziin ze ons weer door een list ontsnapt. Langs een geheime deur. Weg!" „Weg?" riep Gerrity wanhopig uit.. „En mevrouw Garrison?" vroeg Hand scherp. Ik haalde mismoedig de schouders op en schudde het hoofd. „Weg!" riep Gerrity nogmaals. „Dat kost ons wel een jaar om hen te vin den!" „Dat weet ik zoo. zeker nog niet." zei Hand grimmig. „Onze vrienden Spitz en Spawn hebben on.s dit. geleverd: daar valt niet aan te twijfelen. En... ik heb al een plan!" HOOFDSTUK XI. Mijnheer Flonnt toont zijn karakter. Met een smak legde inspecteur Ger rity den telefoonhoorn neer. „Nog niets!" bromde hij en begon weer heen en weer door zijn 'bureau te loopen. Hand duwde zijn. stoel nog wat meer achterover en haalde zijn cigarettenrook diep in. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1939 | | pagina 2