Nu er een Prinsesje
geboren is
A
-'j «t
PRINSES BEATRIX
niet meer alleen
Vivat Oranje!
De vlag in top!
Willem III, Koning-Stadhouder
w 1
Een groote geest in een
zwak lichaam
Het Oranjehuis:
een rots van
Jr
graniet
Opnieuw geluk
in Prinselijk
gezin
Een staatsman
van de eerste
orde
3e BLAD PAG. 2
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1939
li 7EER is ons een Prinses geboren en weer heerscht er groote
vreuüde in den lande. Misschien is die vreugde niet zoo uitbundig
als het geval ware geweest, wanneer een Erfprins geboren ware, maar
daarom is zij er niet minder hartelijk om. Want dit toch is het voor
naamste in deze gebeurtenis, dat er weer een Oranjetelg geboren is,
draagster van een naam, die met Nederland een is. En hoewel de jong
geborene naar alle waarschijnlijkheid nooit aan de regeering zal
komen, dient men toch de staatkundige beteekenis van de geboorte
van deze Oranjetelg niet geheel uit te wisschen. Want elke nieuwe
loot aan den Oranjestam, maakt het voortbestaan van de dynastie
zekerder en het feit, dat dit zoo is, maakt, ook om staatkundige rede
nen, deze geboorte tot een belangrijk feit.
r/w t
mm
7 m\
LAAT ons in dit verband citceren, wat
prof. jhr. de Savornin Lobman in
ons avondblad van 31 Januari 1938
schreef bij de geboorte van Prinses Bea
trix. „Achter ons ligt, ook in Nederland,
hoewel hier misschien in wat mindere
mate dan elders, een periode van de
machtspositie der volksvertegenwoordi
gingen. eigenlijk der politieke partijen.
Do hezwaren daarvan zijn overal aan
den lijve gevoeld. Wij beleven tegen'
woordig de reactie daartegen, met name
in onzen grootsten buurstaat, waar op
de machtsusurpatie van de politieke
partijen gevolgd is de machtsusurpatie
van een politieke partij en haar leider.
De eenzijdigheid van de caricatuur van
de vrijheid sloeg om in de eenzijdigheid
van de caricatuur van het gezag. Wel
licht nog meer. Het is dus zoo vreemd
niet, dat tegenwoordig, meer dan vroe
ger. wel eens het geval geweest is de ver
diensten in het oog springen van een
regeeringsvorm, die volledig ruimte laat
aan den georganiseerden. in het parle
ment tot uiting gebrachten volksinvloed,
maar die aan het hoofd van het gemee-
nebest stelt een souverein, die niet aan
verkiezing zijn gezagspositie dankt, die
van niemand afhankelijk is en die boven
de partijen verheven is.
Wij hebben echter in Nederland niet
2 nder meer met den regeeringsvorm
van de constitutioneels monarchie zon
der meer te doen. De geboorte van de
Prinses is niet alleen belangrijk, omdat
de constitutioneele monarchie op zichzelf
daardoor wordt bevestigd, maar is voor
al van beteekenis, omdat daardoor de
mogelijkheid menschelijkerwijs schier
tot zekerheid wordt, dat tot in lengte van
dagen een Oranje op den troon der Ne
derlanden zal zitten. Deze voortzetting
,van de vaderiandsche dynastie is staats.
rechtelijk van groot belang. Heeft een
dynastie, in die mate als het Huis van
Oranje een plaats in het hart des volks
verworven, dan waardeert het volk de
regeerende uit zulk een geslacht niet
maar als staatsorgaan, als functionaris
sen, doch in de eerste plaats als erfgena
men van een met de historie van de na
tie zelf samen geweven eigen persoon
lijk recht óp het hoogst gezag. Uit niets
blijkt dat duidelijker dan uit de heftig
heid van de volksreactie, als de revolu-
tionnair het bestaat zijn hand uit te ste
ken naar de Kroon van een vorst uit een
dergelijke dynastie. Daarom is het Oran
jehuis. meer misschien dan ecnige ande
re dynastie uit het heden of verleden ge
grond op een rots van graniet en betee-
kent de handhaving van dat geslachteen
verzekering van de vastheid van den
Staat".
OE toen geschreven woorden
gelden ook thans nog en in
nog klemmender mate. Door de
geboorte van de Prinses is de rots
van graniet nog meer versterkt.
Schier zeker is het nu, dat tot in
lengte van dagen een Oranje op
den troon zal zitten. En juist daar
om is het zoo verheugend, omdat
het Huis van Oranje voor het Ne-
derlandsche volk een symbool is,
waar het zich omheen kan scharen
in tijden van nood en waar het op
rekenen kan, wanneer de ure des
gevaars daar is.
Wat in vroeger tijden is ge
schied, is daarvan voldoende be
wijs. Daarom stemt deze geboorte
tot buitengewone vreugde, omdat
daardoor de hechte band, die
reeds tusschen Nederland en
Oranje bestond is gesmeed, tot
een stalen keten, die niet meer te
slaken is.
Willem de Zwij
ger op jeugdigen
leeftijd. Hij ver
schilt hier nog
wel eenigszins
van de portret
ten op lateren
leeftijdwaar hij
de bezadigde
Vader des Va
derlands is
J
17 AN geliefde personen bezit men
graag een welgelijkend portret. De
mate van populariteit van de leden van
ons Oranjehuis door de eeuwen heen kan
men aflezen aan het overweldigend aantal
gravures die hun beeltenissen dragen, en
die, van ouder op ouder bewaard, nog he
den ten dage in omloop zijn. zij 't vooral
door bewonderaars van oude kunst ge
zocht. Onze voorouders lazen niet alleen
in den Bijbel en in hun Cats, zij verdiep
ten zich ook met eenige voorkeur in de
gelaatslijnen der Oranjes waarschijnlijk
wijl die koppen de beste karaktertrekken
weerspiegelen van onze natie.
Dat was zoo in de zeventiende, het
bleef zoo in de achttiende eeuw, toen
weliswaar de meer atmosferische
„zwarte kunst" de koele gravure ver
ving, maar hei venverven van goede
beeltenissen toch altijd nog geen sine
cure was. In de 19e eeuw is in dit op
zicht een machtige verandering inge
treden. De steendruk en later de foto
TOEN den 31sten Januari van het vo
rig jaar de aankondiging van „de
blijde gebeurtenis" door herauten
in onze Koninklijke Residentie plaats
had, wierpen vliegtuigen, die boven de
stad cirkelden, tienduizenden strooibil
jetten uit in goud, blauw en oranje,
waarop, tusschen de stralen eener rijzon
de zon, de woorden stonden:
Vivat Oranje! De vlag in top!
d' Oranje-zon stijgt stralend op!
En het was een en al vreugde. De in
ternationale zorgen werden tijdelijk te
ruggedrongen: eigen bezwaren en moei
lijkheden werden minder gevoeld: er
was eenheid in de liefde tot ons Vorsten
huis: er was toenadering van allen tot
allen. Want ons Vorstenhuis beleefde
een groot geluk en het Nederlandsche
volk doelde daarin, was zelf gelukkig en
begreep, dat, wat er,nu gebeurd was,
van grooten invloed zou kunnen zijn op
zijn land en zijn lot. Als vanouds, toon
nu en dan de toekomst donker scheen
voor het Huis van Oranje, was door som.
migen voorspeld met de oude spreuk:
Jt orange r f le ure ra", „de oran
jeboom z al bloeie n", dat Ne
derland en Oranje zouden blijven be
staan en blijven verhonden en den wan-
kelmoedigen hield men de klassieke uit
spraak voor: „tandem fit surculus ar
bor", „ten laatste wordt het twijgje een
boom." En zie, de laatste dag van Ja
nuari '38 bracht uftkomst, bracht licht.
Aan den ouden stam was een jonge loot
gekomen. De Oranjeboom bloeide Welk
een blijdschap voor het heden, welk een
belofrc voor de toekomst! Hel deed be
grijpen. dat ons volk schreide en straal
de van geluk, dat het zijn vreugde da
verend uitte en tóch daarbij de prijzens
waardige zelftucht behield, die voör uit
spattingen behoedde. Die houding van
ons volk op een der hoogtepunten van
zijn nationale blijdschap deed een bui
tenlander tot schrijver dezes zeggen:
..Gij zijt een verwonderlijk en een be
wonderenswaardig volk. Gij komt in ge
wone tijden niet uit uw plooi. Muziek en
zang vullen utr straten en pleinen niet.
van dansen Itcbt gij niet hel minste be
grip. En wanneer gij dan eindelijk iets
beleeft, dat ficcl uw nationale ziel ont
roert en u gr en zenloos gelukkig maakt,
dan behoudt gij een discipline over u
zelf, die ons, vreemdelingen, verbaast.
Gij zet u in beweging, gij neemt al den
schijn aan van u ie laten gaan, maar gij
blijft ingetogen, u zelf controleerend,
voornaam. En toch zien wij, vreemden,
wel, hoe blij en hoe gelukkig gij zijt."
ZULK ecne houding zal het Neder
landsche volk opnieuw den vreem
deling te zien geven nu het weder
om gelukkig kan zijn met de gelukkigen
te Soestdijk en in 'sGravenhage. Sedert
anderhalf jaar geleden Prinses Beatrix
geboren werd, is de band tusschen het
Nederlandsche Volk en zijn Koningshuis
sterk bekrachtigd. Het eenvoudige huise
lijke geluk van het Prinselijk paari de
engo samenleving van de ouders met het
lieve, parmantige dochterke, de welwil
lende contacten door Prinses Juliana en
Prins Bernhard met het publiek, met het
groote gezin der Nederlandsche natie,
vrijwillig ^gezocht of welwillend toege
staan, dat alles heeft een groote sympa
thie. een golf van genegenheid doen gaan
van ons tot hen.
Wij kunnen onze Koningin niet dank
baar genoeg zijn voor de ruime opvoe
ding. die zij haar dochter heeft gegeven,
en die deze in staat stelt als eene moder
ne vrouw in eene moderne wereld te
staan, welker aspiraties en eischen zij
verstaat en deelt. Daarbij moeten wij het
als een groot geluk beschouwen, dat
rins Bernhard eveneens een kind van
zijn tijd is. daarvan het groote en snelle
rhythme aanvoelt en in alles toont een
voudig te kunnen zijn, een mensch die,
ofschoon nabij den troon, duizenden pun
ten van contact vindt in het werkende
leven van het Nederlandsche volk. Zelfs
zijn liefde voor en zijn bekwanmheid in
het fotografeeren komen hem en ons ton
goede en verbinden ons nauwer. Wat de
Beatrix-film het Prinselijk gezin nader
tot ons hart heeft gebracht, is moeilijk in
woorden te schatten. Intelligent zijn de
man en de vrouw, die, op de treden van
den troon staande, aldus het volk hun
eigen leven in sommige intieme oogen-
blikken doen deelen. Zij geven te ken
nen, dat er gevoelens zijn. die allen ge
meen hebben: dat er tusschen de levens
des harten daar en hier geen schcidmu-
ren bestaan en dat zij, menschón. door
het lot geplaatst op vooraanstaande
hoogten, in werkelijkheid niets mensehe-
lijks aan zich vreemd achten en belmo
ren tot de groote menschheid om hen
heen.
Een geluk in zulk een gezin is een ge
luk voor allen, die het omringen. Aldus
zullen honderdduizenden Nederlanders in
hun hart reagecren op de tijding der nieu
we „bidde gebeurtenis". Hun aller gedach
ten zullen tevens gaan naar onze Koningin,
die aldus opnieuw de vreugde smaakt,
haar kinderen gelukkig te zien.
DE onmiddellijke nakomelingen van Willem den Zwijger waren
bijna zonder uitzondering mannen met een buitengewone
begaafdheid. Zijn zonen Maurits en Frederik Hendrik verwierven
zich een buitengewone faam op het slagveld. Frederik's zoon Willem
de Tweede liet, hoe kortstondig ook zijn leven was, vermoeden, dat
er een zeer groot veldheer en staatsman in hem stak, niettegen
staande zijn eenigszins ruw optreden tegen het machtige Amster
dam, maar de merkwaardigste figuur van al die afstammelingen van
Willem den Zwijger in de rechte lijn, was ongetwijfeld Willem de
Derde, stadhouder van Holland en Koning van EngelandHoezeer
men zijn bekwaamheid als veldheer in twijfel kan trekken, vast staat
wel, dat hij als staatsman een zeer uitzonderlijke figuur was, die op
het Europeesche schaakbord in de tweede helft van de zeventiende
eeuw een zeer bizondere rol heeft gespeeld.
TTOEN Willem nog een jongen was,
liet het zich niet aanzien, dat hij
nog eens voorbestemd zou zijn een
vooraanstaande positie in te nemen.
Zijn vader had door zijh optreden togen
Holland en met name tegen Amsterdam
zulk een afkoer bij den Zeven Provin
ciën weten in te boezemen tegen alles
wat Oranje was, dat men van het stad
houderschap niets meer wilde weten.
Het was de tijd van het eerste stadhou-
derlooze tijdperk, toen mannen als Jo-
han .de Witt ons land bestierden. Wil
lem werd zorgvuldig op den achter
grond gehouden. Immers Johan de Witt
was de mccning toegedaan, dat een
eenhoofdige executieve niet anders dan
kwaad zou berokkenen en daarom stel
le hij alle pogingen in het werk den
jeugdigen Prins te beletten het ambt
zijner voorvaderen waar te nemen. Zoo
lezen wij in zijn pleidooi voor de acte
van Seclusie, waarbij de Prins van
Oranje uitgeschakeld werd van het
stadhouderlijk ambt: „dat bij de Staten
van de onderscheidene Provinciën, ieder
in de sijnen, is de volle ende absolute
souvereiniteit mitsgaders het indisputa-
bel recht, ende de onbcpaelde macht,
omme over alle saeckon, die bij de Unie,
ofte bij particulier consent van de Pro
vinciën aan de Generaliteit niet sijn ge-
defereert, bij hun selve te resolveeren,
disponecren ende decroteeren, ofte daar-
ïnne te doen. of te late. 't gene dcselve
voor den dienst van hare Provinciën
ofte van dp Ingesetenen of iemand ter
wereld heeft te bemoeien." Het ontbre
ken van een centrale regeering staat
Johan de Witt dus wel aan, geen won
der dat hij van het stadhouderschap,
dat immers een sterke uitvoerende
macht kon zijn, weinig moest hebben.
MAAR ook een bekwaam man als
Johan de Witt kon den loop der
geschiedenis niet stuiten. Het
rampjaar 1G72. toen de Franschcn ons
land binnen vielen, toen het volk rede
loos. de regeering radeloos en het land
reddeloos, was. kwam en het eerste ge
volg van den grooten nood was, dat
het' volk weer een beroep deed op een
Oranje, De Witt en zijn broer Cornelis
werden vermoord cn de jeugdige Wil
lem werd stadhouder. Daarmede begon
een- carrière, die opmerkenswaard is
door haar merkwaardigheid. Willem
toch was lichamelijk niet veel meer dun
pen wrak. Zijn lichaam was betrekke
lijk klein en verre van athletisch en
daarbij leed hij altijd aan een hoofd
pijn, die met het klimmen der jaren
eerder toen- dan afnam. De geestkracht,
die hij ontwikkelde was echter buiten
gewoon. Het gelukte hom de Franschcn
terug te drijven, niet door veldslagen te
winnen, maar door na elke veldslag
weer volkomen paraat klaar te staan.
Zelden won hij een slag, maar zelden
verloor hij er een zoodanig, dat hij ver
nietigd was. Maar zijn staatsmans-
hcleid overtrof nog verre zijn be
kwaamheid om veldslagen niet te ver
liezen. Op het politieke schaakbord was
li ij den Franschen Koning Lodewi.'k
den Veertienden verre de baas. .Steds
wist hij tegenover de macht van den
Zonnenkoning allianties in het veld te
brengen, die voor Frankrijks macht
op het vasteland een sta in den weg
vormden.
WILLEM was gehuwd met Maria
Stuart de dochter van den
Roomschen Koning van Enge
land Jacobus den Tweeden, die er in
slaagde zichin den korten tijd, dat hij
aan het bewind was, zoo gehaat te ma
ken, dat de Engelschen hem verjoegen
en Willem en zijn vrouw tot Koning en
Koningin van Engeland uitriepen. Dit
was de „glorious revolution" van 1-S88.
Willem stond nu op het toppunt van
zijn macht. Zijn plannen om aan het
eerzuchtig streven van den Franschen
koning weerstand te kunnen bieden
konden nu gemakkelijker gevormd
worden. In feite was de troonbestij
ging van Willem cn Maria een slag in
liet aangezicht van Lodewijk. Met ver
dubbelden ijver zette Willem zijn po
gingen voort en het bleek daarbij tel-
Koning-stadhouder Willem III
IA 7ILLEM was stadhouder van
Holland en Koning van En
geland. Men heeft dit wel eens
omgedraaid en hem Koning van
Holland en stadhouder van Enge
land genoemd, omdat zijn macht
in Holland en Zeeland veel groo-
ter was dan in Engeland. Goed
beschouwd is dat juist. De macht
van het Engelsche parlement was
zoo groot, dat Willems zeggen
schap niet zoo bizonder was.
Maar toch heeft hij ook in Albion
een onuitwischbaren indruk ach-
De landing van Prins Willem III te Brixham in Engeland. Vandaar begon hij
zijn tocht naar Londen, dat door Jocobus II verlaten werd, die naar Lodewijk XIV
van Frankrijk vluchtte
kens weer, dat. hij, hoewel geplaagd
dooi- lichamelijke kwalen, in „politicis"
den Franschen koning verre de bias
was. Zijn grootste slaat kundige feit ver
richtte luj, toen bij bij het uitbreken
van den Spaanschen Successie oorlog
in 1702 er in slaagde een Europeesche
coalilie tegen den Zonnenkoning in het
veld te brengen, die ciezen bijkans te
genover geheel Europa stelde. Het was
den Koning-Stadhouder echter niet be
schoren het uitbreken van den onriog
mode te maken. Eenige dagen voordien
overleed hij aan de gevolgen van <'en
val van zijn paard, hem overkwam lii-
dens een rit op zijn geliefd landgoed
Hampton.Court. Met hem stierf de ziel
van de coalitie.
ter gelaten, getuige het feit, dat hij
onder de beste Engelsche Konin
gen wordt gerangschikt.
Met hem stierf de laatste man-
nnelijke afstammeling van Willem
den Zwijger in de rechte lijn. Zijn
roemrijk leven was een waardig
besluit van een serie mannen, die
zich ten opzichte van hun land
een buitengewone verdienste ver
worven hebben. Na zijn dood ging
de opvolging over op de Friesche
drongen de gravure^ en de verwante
technieken op den Achtergrond. Wat
bleef was de genegenheid voor de
Oranjes, en de lust om hun conterfeit-
sel te bezitten werd door de goedkoo-
pere procédé's zeker niet. bekoeld, inte
gendeel in hooge mate aangevuurd.
Onze grootouders lieten de steendruk
ken of de fotografische reproducties en-
cadreeren in mahoniehouten of vergul
de lijsten dikwijls heel' gedistingeerd
en wanneer de jonge generatie den
smaak in dergelijke zwart-wit-versie-
ring niet grondig had verloren, zouden
ze misschien nu nog hangen, en me
nigeen zou verbaasd staan turen naar
de groote familiegroepen die in omloop
waren van Koning Willem III, Konin
gin Sophie en hun kinderen, in een pe
riode toen het Huis van Oranje nog tal
van representanten telde cn voor het
voortbestaan van onze dynastie niet de
geringste vrees behoefde te rijpen.
Dié periode was plotseling voorbij,
sneller dan -men menschelijkerwijze
had kunnen verwachten. Maar eenmaal
is zij er toch geweest en men krijgt
thans weer de vrijmoedigheid te «ge-
looven, dat de patriarchale idee in het
Huis van Oranje geenszins is uitge
storven. Het woord „Oranje-gezin" is
nimmer alleen maar een woord ge
weest, alhoewel het een enkele maal
toch slechts een abstractie dreigde te
worden. Na dé geboorte van Prinses
Beatrix was die dreiging opgeheven,
maar nu deed de gedachte zich gelden,
die voor vorstenkinderen opgaat zoo
goed als voor elk menschenkind: „Het
is beter niet alleen te zijn."
JA/IE de geestige, soms aandoenlijke
film gezien heeft, die Prins Bern
hard van het guitig dribbelende prinsesje
maakte, zal wellicht eenige gedachten en
overwegingen in zich hebben voelen op
komen. O.a. deze, dat de Oranjes in de
twintigste eeuw dank zij de moderne be
schaving in menig opzicht nóg dichter
staan bij de groote volksmassa dan vroe
ger. Wat men lot dusver over de kinder
daden las. en hoorde, ziet men thans in
eigen directe, verrukte aanschouwing. Wat
een afstand tusschen de aloude deftige
gravure of het statige geschilderde kin
derportret, die altijd nog decoratief kon
den worden opgesmukt, en de fel onthul
lende film; die immers de „naakte", in
tiemste feiten geefthet kind in zijn kin-
derlfjkste uitingen en meest huiselijke
reacties, grappig door het onbewuste en
ongebreideld, méér dan enkel grappig
voor hen die in de kleine handelingen en
gebaren iets meenen te kunnen aflezen
van den wezenlijken aard en aanleg.
Maar juist door een intieme aanra
king, zooals de film kan geven, durft
men zijn gedachten den vrijen loop
laten. Elk kind kan een schoone jeugd
hebben, als lipt door de ouders met
liefde en begrip omringd wordt. Prin
ses Juliana zelf is er het levend bewijs
voor.-Maar het kind kan tenslotte niet
buiten mede-kinderen. En zijn meest
natuurlijke speelnootjes zijn de eigen
broer en zus.
Prinses Beatrix, die tot dusver zich
met speelgoed en hond „tevreden" stel
de, heeft thans een levend wezen in
haar onmiddellijke nabijheid gekregen,
dat van gelijke beweging is als zij, dat
in dezelfde, ja aanvankelijk in meer
dere mate, beslag legt op de zorg der
ouders, op de aandacht van derden,
dat" schreit en lacht, en dat binnenkort
op de beschermende- moederlijke en
wellicht ook strijdlustige instincten
van de oudere zuster een beroep zal
doen. Daarmee is de eigenlijke, gezon
de gezinstoestand in 't leven geroepen,
die veel beter waarborgen biedt voor
dc.richtige ontwikkeling van de jeugd
dan bij het primaire gezin met het
ééne, ecnige kind mogelijk is (goede en
gelukkige uitzonderingen daargelaten).
r\ E blijdschap over het feit dat voor
de tweede maal het jonge Oranjege
zin gezegend is. over het feit, dat de dy
nastie opnieuw hechter is verankerd in
het Nederlandsche volk, de vreugde over
de staatkundige zekerheden, die de nieuwe
toestand geeft zü alle kunnen gerust
een oogenblik terugtreden voor de innige
gevoelens van erkentelijkheid, die in ons
groeien nu wij weten dat Prinses Beatrix
niet meer alleen is, maar een gelijkwaar
dig makkertje naast zich heeft, die naast
haar opgroeit, waarmee zij te rekenen en
tedeelen heeft, waarmee zij spelen
kan, spelen moet, die haar er telkens
weer ongezocht aan herinnert dat de men-
schen niet atomistisch maar sociaal leven
de individuen zijn. dat wij allen min of
meer op elkaar zijn aangewezen, en dat
zooals de Engelschman het prachtig uit
drukt „hapjness is born a twin."
Inderdaad: „happiness is born a
twin", het geluk is als eon tweeling
geboren.- Dit geldt niet alleen voor
Prinses Bealrix, het. gaat ook op voor
Oranje en Nederland. Ons volk is zich
duurzaam bewust vajv die twep-ecn-
hcid, maar nooit zoo overweldigend-
spontaan als in dagen als deze. Dan
springt de hernieuwe overtuiging in
ons op. dat wij allen deel hebben aan
de vreugde en smart die Oranje door
leeft. zooals omgekeerd Oranje gedeeld
heeft en deelt in blijdschap en leed,
welke, het Nederlandsche volk door
maakt.
tak, waar onze Koningin ook van
afstamt. In Engeland werd hij op
gevolgd door zijn schoonzuster
Anna.
Willem leverde hét bewijs, dat
niet alle oorlogen op het slagveld
worden gewonnen. Integendeel,
staatsmanskunst kan veel meer
bereiken dan het winnen van én
kele veldslagen.