Het mannetje op het vliegertouw Goethe op school EEN ZEESLAG OP TAFEL RUBRIEK VAN OOM BOB Een sprookje door Gerrie Koenraads -i{53oCEp UIT EIGEN PEN' BRIEFWISSELING x Zat RUILHANDEL HET HUIS VANC ARMEN BOEK DE KOEKOEKKK 300 JAAR OU De eerste Poolexpedi KINDER COURANT j5^ De wind lag voor hel bo^ in t zon netje en mopperde hevig. „Nu ben ik al zo oud en ieder jaar is precies bet zelfde. Nooit gebeurt er eens iets bij zonders Zo n leven is op de duui nie; uit te houden. Als er vandaag niet iets gebeurt, barst ik nog van verve ling1'' Met een wild geloei sprong hij op, zodat een paar oude eiken ver schrikt in elkaar krompen, vloog over de landweg het stadje in gapte oen paar heren hun hoed van 't hoofd en liet de ramen rinkelen Toen sprong hij over de boerderij en belandde zo op het grote stoppelveld, van waar ze gisteren de laatste schoven hadden weggenomen. Hier waren Jan en Iicnk al een uur bezig hun mooie vlieger op te laten Maar het was hen tot nu toe niet ge lukt. Er was geen windje te bekennen. Altijd viel de vlieger weer op de grond Wisten de jongens eigpnlijk wel dat er iemand heel belangstellend naar hen zat te kijken? Nee. dat wisten ze vast niet. Die iemand was een heel klein man netje dat in een verlaten muizenhol woonde. Dat ventje heette Spitserits. Omdat het zulk heerlijk weer was, was hij zijn hol uitgekropen en voor z'n huis gaan zitten, waar hij zich heerlijk koesterde in de zon. Even later waren de twee jongens vrolijk lachend en pratend op het veld ge' unen. Toen was Spitserits z'n moeheid met één slag verdwenen. Nieuwsgierig keek hij toe. Maai toen de vlieger, na een paar keer proberen, nog niet omhoog wilde gaan, begon het hem te vervelen en ging hij op de grond liggen om een dutje te doen. Toen kwam de wind plotseling aan gestormd .Hola!" floot de wind. ..hier is wat leuks te beleven! Die \lieger moet leren vliegen, zie ik. Vooruit jij luilak!" snauwde hij en voordat de jongens wisten wat er gebeurde werd hun vlipger de hoogte in getrokken. Als Jan hem niet stevig aan 't touw had vastgehouden, was hij vast weg gevlogen. In een ommezien was het hele touw afgewonden en stond de vlieger heel hoog, zó klein, dat hij een nietig blaadje papier leek. De jongens schreeuwden van plezier en Spitserits had 't. liefst ook meege- schreeuwd, zo leuk \ond hij het dat de vlieger eindelijk was opgegaan De wind trok uit alle macht, hij had zo graag het touw uit Jan's hand gerukt Maar die paste goed op dat de wind zijn snood plan niet kon uitvoeren. Woedend pakte de wind toen een paar strohalmen en dreef ze door de lucht „Zeg Henk", zei Jan toen hij d« stro halmen door de lucht zag zweven, ,,ik weet wat leuks". Hij nam een paar strohalmen, legde z.c om het touw én bond de einden aan elkaar. Meteen had de wind ze gepakt en langs hel touw helemaal naar de vlieger ge voerd, tot groot plezier van de jongens- „Dat is een fijn luchtreisje!" dacht Spitserits, ..ik wou dat ik ook zooiets kon doen! Wat zal de wereld er leuk uitzien, als je van zo hoog naar bene den kijkt! Ik moet toch eens ptobeé ren of ik ook langs dat vliegertouw naar boven kan." Even later trippelde hij op de jon gens af, juist toen Jan weer een paar strohalmen pakte. Daaraan hield Spitserits zich vast en werd zo mee naar boven genomen. alleen maar: „O, dat is niets, een beetje vuil. denk ik!" Nu. Spitserits vond de reis heerlijk Het ging een beetje langzamer dan anders, omdat het bundeltje strolial men nu iets z.w aarder was. Maar Spit serits moest zich goed vasflu uden want de wind was zo sterk dat hij het kleine ventje zo had kunnen meene men. Boven aangekomen dacht Spit serits: „Nu zal ik 'I me eens gemak kelijk maken en zorgen dal ik niet naar beneden glij Nu kon hij genie ten van het prachlige uitzicht, „O, wat zijn de hemel ei de zon dichtbij en wat is de aarde ver!" kraaide hij van plezier. Toen hij zo een poosje gezeten had, vond hij 't tijd om weer eens naar be neden te gaan. Maar hoe hij ook wacht te. er kwam geen wind die hem naar beneden kon voeren. Hij kreeg t heus een beetje benauwd en wou al dat hij nooit naar hoven gekomen wa Toen er na een uur nog geen hulp gekomen was, werd hij wanhopig. Hij hield zich met z'n ene handje aan de vlieger vast en hield in de andere een heel klein mesje, waarmee hijhet vlieger touw begon door te snijden. En toen kreeg de wind het in de ga ten. Met hernieuwde kracht trok hij aan de vlieger, zodat Jan angstig riep „Kijk eens Jan. aan die ene halm hangt iets! riep Henk uit Spitserits schrok zo. dat hij bijna losgelaten had en naar hemden gevallen was. Hij had nooit gedacht dat die kinderen hem in de gaten zouden krijgen. Mat zou er nu met hem gebeuren? Maar Jan zei ..Henk, help me het touw vasthouden, anders iaat ik los!"' Dat hielp natuurlijk niets. Want het touw was al half doorgesneden. Een laatste, krachtige ruk... en de wind voerde de vlieger ver wég door de lucht. Beneden stonden de jongens. Ais het meisjes geweest waren had den ze vast gehuild Maar de wind i aasde door en voerde hun vlieger naar het bos, waar hij aan een hoorn blepf hangen. En wat was er met Spitserits ge beurd? Ja. die had zich krampachtig aan de vlieger moeien vasthouden en haalde verlicht adem, toen zijn vlieg machine aan de hooin bleef hangen Maar hoe moest hij weer naar hene den komen? Juist toen hij dit dacht kwam er een raaf naast hem zitten. ..Lieve raaf", zei Spitserits. ..hrpng me alsjeblieft naar huis. Ik heb een grote luchtreis gemaakt. Ik zou nu graag naar bed willen en slapen want ik hen doodmoe Zulke reizen ben ik niet gewend.' „Nu" antwoordde de raaf, ..voor de ze keer wil ik 't wel doen." Het duur de niet lang of Spitserits zat op de rug van de raaf en maakte nog eens een luchtreis, waarna hij veilig in zijn muizenholletje belandde. En toen hij gezond en wel in zijn bedje lag: dacht hij: „Menschenkinderen, heb ik even tjes geboft'" Gelukkig kan een zeeslag op tafel geen kwaad. Je kunt je er-zelfs koste lijk mee vermaken. We eraan dus een oorlogsschip maken, dat op het droge kan zwemmen. Erg moeilijk is dat niet. Het dek knippen we van sterk kar ton. De vorm kun je op het voorbeeld zien. .Te ziet dat er drie gaten, met aan elke kant drie sneden voor de masten en de zeilen in komen en dat de rand gekarteld wordt. Nu vouwen we de tandjes naar be neden en plakken rondom een streep karton. Door deze scheepswand boren we twee stukken ijzerdraad. Van te voren rijg je aan elk stuk ijzerdraad twee klosjes (garenklosjes) die even groot moeten zijn. Daar tussen stop je een stukje kurk, zodat ze niet heen en weer kunnen schuiven. Op het voor beeld zie je onze. scheepsromp van on deren en op het kleine voorbeeld kun je zien hoever de klosjes naar beneden uit moeten steken, opdat ons schip makkelijker kan lopen. Van hetzelfde karton knippen we nu nog drie zeilen, die van onderen iwee tongetjes hebben, zie voorbeeld. Door die zeilen steken we dunne hou ten staafjes en zetten deze masten in de. gaten van het dek. Aan de achter kant verbinden we de drie masten weer door een staafje aan elkaar, dat dus over de lengte van de onderkant van het dek loopt en met dunne ijzer draadjes aan de beide spillen, waarop de klosjes lopen, vastgemaakt wordt. Als je je schip nu op de tafel zet en in de zeilen blaast, zal het vrolijk voort rollen. Het is leuk om meer dan één schip te maken, want dan kun je een zeeslag houden. Wie het eerst de vloot van den ander van de talel ge blazen heeft, heeft gewonnen. r~ Beste nichten en neven. LJ ET aantal brieven is al wat groter, maar we hebben de familie nog niet helemaal hij elkaar. Jullie hebben ook heel wat mee gemaakt, de een heeft het wat beter getroffen dan de ander maar onverdeeld plezierig is het natuurlijk niet geweest. De reis was het ergste, doch het is hegiijpelijk, dat 50.000 mensen niet zo maar een, twee, drie zijn ondergebracht. Ik vond het aardig alles over jullie tocht te horen. Hoe is het mogelijk, dat jullie alle maal over dat tweede raadsel zijn ge struikeld. het is toch ere gemakkelijk Omdat ik blij hen dat jullie weer zon der ongelukken terug zijn. zal ik de oplossing toch maar goed rekenen. Van Madeliefje vond ik nog een ver haaltje dat ik hier laat volgen. n HOE DE SNEEUWKLOKJES OP DE AARDE KWAMEN Een heel lange tijd geleden leefde er een kabouter, die verschrikkelijk knap was. Die kabouter heette Tip. Die Tip had een paar kleine zilveren klok jes en daar kon hij prachtig op spelen. Telkens verzon hij weer nieuwe wijsjes. Als hij 's nachts in de maneschijn zat te spelen, kwamen de muizen, de ke vers, de vleermuizen, en natuurlijk ook de andere kabouters, om hem heen zit ten. Zelfs de kabouterkoning: kwam wel eens luisteren. Die vond het zó mooi, dat hij kabouter Tip benoemde tol hof- klokkenspeler. Dat was een hele eer. Tot, eens op een dag, Tip ziek werd. De koning zond gauw iemand, om den dokter te halen. Toen de dokter kwam, schudde hij zijn hoofd en zei: „Dat ziet er niet zo mooi uit." Tip werd al maar zieker. En op een kwade dag stierf hij Dat was me wat. Alle kabouters waren in de rouw, en ook de dieren waren bedroefd. Toen Tip begra\en werd. zetten de kabouters zijn klokjes op zijn grafje. Toen kwam de winter. Het sneeuwde zo erg. dat er van de klokjes niets meer te zien was. Die zaten diep onder de sneeuwr. Maar, toen de sneeuw begon weg te smelten, stonden er inplaats van de zil veren klokjeseen paar leuke bloem pjes. En die bloempjes Hadden precies dezelfde vorm als de klokjes De kabou ters zeiden: „Laten we die bloempjes „sneeuwklokjes" noemen". En dat ge beurde. En nu zie je nog ieder voorjaar, al heel vroeg de sneeuw-klokjes te voor schijn komen. MADELIEFJE 13 jaar. Nufje. Dat viel mij niet mee nichtje, ik dacht dat je mij deze week juist veel te vertellen zou hebben. Wat het weer betreft hadden we een prach tige Meimaand, ik hoop, dat de hele zomer zo mooi blijft. Madeliefje. Je hebt mij een uitvoerige beschrijving gegeven van de tocht naar Bergen. Het is ons allen vrijwel hetzelfde gegaan, ik vertrok ook in donker onder hevig schieten, doch de mensen bleven gelukkig nog al kalm. Wij hebben met de bagag° niet veel last gehad, daar is goed voor gezorgd. Leuk. dat het konijntje terug is gevonden. Het diertje vond het dicht bij huis nog het veiligst denk ik. Oranjepop. Je hebt van de evacuatie gemaakt wat je kon en al leen de prettige dingen onthouden, dat is verstandig nichtje. .De Alkmaarse Göethe de beroemde Duitse dichter was ook ééns een gewone school jon gen; zoals lullie Of liever gezeed hij was een schooljongen, maar waar schijnlijk had hij 't niet zo leuk als jullie. Hij kreeg namelijk privaatles. Niet alleen, maar met een stellet ie ka- mf raadjes. Kameraadjes, dat klinkt heel lief, maar helaas waren sommigen van die kameraadjes allesbehalve lief, zeker niet tegenover Wolfgang Goethe. /a plaagden hem verschrikkelijk. Na tuurlijk waren ze niet allemaal ver velend. Goethe had er ook wel een paar aardige vriendjes onder. Maar het aantal vijanden was toch groter. Goethe hield zich hoe langer hoe meer op den achtergrond. Hij dacht dat hij daardoor minder last zou heb ben van zijn kwelbeesten. Msac mis hoor, ze plaagden hem eigenlijk nog meer. En niet zo gewoon ook. Tegen een gewoon plagerijtje kon Goethe best. Maar tegen de laffe plagerijen van de jongens uit zijn klas, was hij niet bestand, zoals niemand dat trou wens zou zijn. Op zekere keer zaten ze in de klas, toen de onderwijzer even weg moest. De jongens waren toen aan zich zelf overgelaten. Eerst ging het goed. Goe the zat met zijn echte vrienden en de anderen bemoeiden zich niet met hen Maar langzamerhand gingen Goethe's vrienden naar huis, zodat hij op 't laatst alleen met z.ijn vijanden bleef. Drie waren het. En die laffe jongens gingen na een poosje de klas tiil en kwamen terug met knuppels. Goethe had natuurlijk direct in de gaten dat dit niet veel goeds voor hem beteken de. En jawel hoor, de jongens begon nen met hun knuppels Wolfgang's kuiten te bewerken. Allesbehalve leuk natuurlijk. Na een poos kon Goethe het haast niet meer uithouden van de pijn. Hij had besloten niets te doen of t« zeggen, in de hoop dat de jongens liet maar op zouden geven. Maar daar kwam niets van in. Toen het Goethe te bar werd en de pijn niet m er om uit te houden was sprong hij plotse ling op. greep een van de jongens hij z'n kraag en smeet hem op de grond waar hij hem met z'n knie vasthield. Met zijn ene hand greep hij de tweede longen bij z'n nek en met z'n andere de derde jongen, waarna hij ze met hun hoofden tegen elkaar smeet zodat zc het uitgilden. Door dat gebrul kwam het hele huis aangelopen. Eerst had den ze natuurlijk erg veel medelijden met die eirip „arme" jongens, maar toen Goethe de blauwe plekken op z'n hren en de stokken liet zien. h errepon 7." al gauw wie de schul ligen waren Erg veel heeft Gootlie op school niet geleerd. Van zijn vader leerde hij veel meer. Grammatica vond hij verschrik kelijk. Maar in elk geval is hij een van de beroemdste kaasmarkt is dan ook beroemd. Het is leuk dat je alles zo goed gezien hebt. Ik was ook in Alkmaar, het was er ge zellig druk. Je hent wel erg lang on derweg geweest. fijn dat je het zo goed trof hij de mensen waar je kwam. S ij s j e. Het is jammer, dat je geen gelegenheid meer had om naar „de Hout" te gaan. Ik ben er nog wel geweest Sijs en ik heh het meeste ple zier gehad om de apen. Gelukkig bleef ie nog bij je ouders in de buurt, was ie met Oranjepop samen hij dezelfde mensen? Viooltje. De mensen in die kleine dorpjes leven heel wat eenvou diger dan wij Viool. Daar aan te wen nen gaat niet zo gemakkelijk. De eer ste dagen was ik ook in zo'n klein plaatsje, maar later was ik in Alkmaar hij familie en daar was het erg gezel lig. M at had ie met het hondje ge daan? E d e 1 w e i s z Je hebt het toch nog getroffen M'oensdagmiddag want het was heerlijk weer om te tennissen. Ik kan mij voorstellen, dat je verleden week niet aan de kinderkrant dacht, er is ook zoveel geheurd. De hoeren zullen erg blij geweest zijn. dat ze hun koeien terugzagen. De tuin had wel een beetje regen nodig, maar het ver veelt pauw, dat ben ik met je eens. Bruinvis. Gelukkig, dat jullie het hondje hebben laten leven, wat zal het blij zijn geweest, toen het je vader en zusje weer zag. Jij kunt een garag? beginnen zeg want voor jouw auto's heb je toch geen benzine nodig, je hebt er heel wat gekregen met je verjaar dag. Ik feliciteer je nog Bruinvis Harlekijn. Je hebt een grote reis gemaakt kleine nicht. Geen won der dat iedereen stil was toen de sire nes gingen. Gelukkig dat alles goed is afgeloopen, wat zullen jullie blij ge weest zijn, toen jullie allemaal weer veilig in jullie eigen huis waren. Je was zeker wel liever in den Haag dan in Oud-Karspel? Speenkruidje. Jij hebt ook weer heel wat beleefd zowel prettige als minder prettige dingen. De toe vloed van vluchtelingen was in Alk maar ook zo ontzettend groot, dat al le^ niet ineens verwerkt kon worden. Het is leuk, dat jullie de tweedn keer zulke aardige mensen troffen met meisjes van je eigen leeftijd. Ik ben eerst in Hensbroek gewpes', en later in Alkmaar. Het was er heel gezellig en ik vond het ook een beetje jammer om weer weg te gaan. Poppen moes. Wat heb je met de poppenkinders gedaan? Rustig in bed gestopt? Leuk, dat de konijntjes allemaal voor de poortdeur zaten met 8 nieuwe kindertjes. Ze zullen de tuin wel flink kaal gegeten hebben. Vond je het ook prettig in Alkmaar eri heb je de kaasmarkt gezien? Molleboon. Jij hebt je vrije tijd goed besteed zeg en de omgeving van Alkmaar verkend. Mooi is het daar zeker, vooral Schoorl. Ik ken al dc plaatsen die je opnoemde ook en ik vind het een prachtig land. We heb- hen veel gastvrijheid ontvangen van de Noord-Hollanders, daarvoor zullen we hen altijd dankbaar blijven. Leergraag. Het deed me ge noegen dat je ook weer present was. Ja nichtje we gaan weer gewoon met alles door en doen of er niets gebeurd is. M'at jammer van de hond, hij was juist zo goed gewend, maar er zat niet anders op en op dat ogenblik was het voor het beest het beste wat je doen kon. J u f f r o u w Snip. Je bent dus alweer direct flink aan de slag gegaan. Over 6 weken heb je echt vacantie, dus sla je maar moedig door de repetities heen. Maak je een goede kans dat je over gaat, je bent nogal eens ziek ge weest? Heeft Max de avonturen goed doorstaan, ik hoor niets rneer van den Kleinen man. Zonnekind. M'at een uitvoerige brief schreef jp mij en dat ié- geen won der. want jc had stof genoeg. In Alk maar ben je nog al eens heen en weer gestuurd. Ik hen ook in de Emmaslraat geweest, waar kennissen van mij waren ingekwartierd. Fijn, dat jullie het ten laatste nog zo goed troffen, er zijn ge lukkig ook veel aardige mensen. Boefje. Dat was weer een zorg minder, het zou een teleurstelling ge weest zijn als je geliefde vereniging op geheven moest worden, Boef. De paar den waren zeker op scherp rantsoen ge kleid, ik hoop dat de stakkers ook wat bijgekomen zijn. Zelfs jij laat mij in de steek niet liet tweede raadsel en het is zo eenvoudig Boefje. Bui.tenkind. Je hebt de ver moeiende reis dus goed doorstaan, dat doet mij genoegen neef. Heb je je buiten huis weer betrokken? Ik geloof graag dat je je niet verveelde in zo'n druk gezin, dat was met recht een huis vol mensen. Een verhaaltje zal zeer wel kom zijn, want de voorraad is op. Tot de \olccnde week Buitenkind. W i 1 d 7. a n c. Al was het gpen lo geerpartij, toch heh je de bloemetjes nogal een*, huiten gezet. Leuk. dat je overal familie en kennissen had die ie bezoeken kon. Ik had juist ook afge sproken om te eraan roeien (het is daar een echt waterland') toen ik weer ver trok. maar dat vond ik ook weer prettig. DE OPLOSSING I Het spreekwoord luidt: Ieder huis heeft zijn kruis. II De plaats in Friesland is „Holwer- da" met de woorden: Haan, oord. lens. wals. eend, roef, doos. Alva. De prijs i* deze weck voer Oranjepop. met r is het iets eigenaardig?, is het brandbaar. M'elke letters"—an er steeds achter worden gevn ftBON welke woorden krijgt men dan? II Binn( DOC1 Op de kruisjeslijn komt eeoffl woord voor: grappenmaker. x mm x X x X Ie rij: het helpen. 2e rij: een plaats in Noord Bra? 3e rij: een soort gevlochten ie rij: een plaats in OverijseL mi\ 5e rij: een kleur. f de rij: een vogel. 7e rij: een verblijfplaats voor di- 8e deel. een deel van het gehit Nufje vraagt boekenbonnu di Madeliefje help ik aan J.y-fgjj Hoefdieren". Een onbekende die onsJB bonnen zond danken wij daarvw m dclijk. E d e l w e i s z kom maar eerujv^H of er boeken- en Paula-bonnen m zijn. Molleboon spaart IJsl* tj^ Droste bonnen. Leergraag kan op K. en nen rekenen. Boefje epn boekenbon heb; ien voor je. var De prijs cn de bonnen liggeoM dagmiddag na 3 ucr weer voo-lvar klaar. Tot de volgende week. 'JJi Hartelijk ltiel OOM 1 ye. DE RAADSELS Met seh is het zeldzaam, met 1 is het «en kledingstuk, met b is het een vis Oi heel insc het Op zekere dag brandde het hu> tota een arme boer af. Hij woond» zinil buurt van een grote badplaats ajsr eraaf. die daar logeerde en eenT Virwl ling maakte, kwam langs het de huisje en direct kwam ere?;!;'ïl netje bij hem op. een Als kind had hij al veel van tir j.jja en metselen gehouden en ook nu' me| te hij nog veel dincen voor i. zelf. Hij riep direct een stel weii hij elkaar en beval hen de pc: zinl op te ruimen en een nieuw hm- hoe zetten. Hij w?as zelf een van de ib jJOO werklieden. ,,Mrant". zei 'hij. vind ik het werk prettig en te-nl&oec is het heel gezond!" Als er badgasten langs kwas^'-'-fc stil bleven staan om naar den f ^r0 den graaf fp kijken, nam hij r. J af en zei: ,ei' „Mensen, ik moet m'n huis no:: gel leren ook. wilt u alstublieft wat: scl En meestal gaven de mensen e?;|va dubbeltjes. liet huis was binnen korte t.; 1 opgebouwd. Zo kreeg de. boer '«S leen een veel mooier huis dan L vij had, maar ook het geld dat d'lac; voor hem ingezameld had. wj de coi CC! bi- de Jullie kent allemaal de kojhe klokjes. Je weet zeker wel dal wi het Zwarte M'oud komen. Als; goed bekijkt zie je hoe sierlijk:- he versierd met houtsnijwerk. te Dit jaar hebben de bewoners tij iv dorpje Furtwangen in het l M'oud, het 300 jarig jubileum 4 te koekoeksklok gevierd. Want inI kwam de uurwerker Hans Kurt tl idee. om op zijn grote klokkeijj H vogel te zetten, die door de ro?;a|| de koekoek de uren en de hali"'IJjg zou aangeven. Hij had veel surc*'«s| zijn plannetje en nu bestaat lrjQ koeksklok al 300 jaar. Het spreeliP» zelf dat de koekoeksklok het ntfjj Duitsland wordt gezien, ons land vind je ze jc alleen maar aan alle klokjesï mensen als aandenken uit het li M'oud meebrengen. Het is ook aardig om te wetfJM het horloge is uitgevonden doorJ Henlein, een bewoner van Neur^/a g SKioK ner in zien. Maar o vrij vaak. al- Enige tijd geleden, is de bekende* rikaanse Poolonderzoeker Byrd. Poolgebied teruggekeerd. Bij def tegenheid is het interessant rug te gaan tot de eerste Poolev' die ondernomen werd. Je weet de eerste Poolonderzoeker was: Barcndsz, een Nederlander. He' voor de expeditie kreeg hii van eeo rijke Amsterdamse kooplieden. In 1594 ontdekte hij de M'estk'i-j Nova Zembla. In 1593 ging hij s: tenschappelijk stuurman met dej ditie van Heemskerck mee. 10 M'1 vertrokken ze van Amsterdam ders en de mannen van de f*l,! w aren stomverbaasd toen ze 5 JuDl het perst ijsschotsen zagen. Eerst dachten ze dat het., zwanen waren. Zo zagen ze foeii de verte natuurlijk Op dp*e tocht ontdekten 7P "pii en het Bereneiland. Daarna ?e naar Nova Zerubla. waar 7* cf,_ een waren te overwinteren. Zpc den lagen ze daar vast. Als voedsel ze elke dag het vlees van ijshcr' de terugreis naar Nederland stiff'! lem Barendsz plotseling.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 8