Tien millioen voor onmiddellijke leniging van den nood Nederlandsche kinderen zijn welkom in de Oostmark V erordening tot bescherming van schuldenaren GIREERT U ONS NOG HEDEN? Berucht inbreker drie jaar onschuldigin de gevangenis? De blik op de toekomst gericht De handel in specerijen en Zuidvruchten Dr. Seyss Inquart bezoekt Rotterdam W Er kan een uitstel van zes maanden aan den schuldenaar worden verleend EEN MERKWAARDIGE REVISIEZAAK VOOR HET AMSTERDAMSCHE HOF BEKENTENIS VAN „TINUS DE GODDELOOZE" Na drie jaar gevang vrijspraak geëischt Se BLAD PAG. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 22 JUNI 1940 7 RIJDAGMIDDAG heeft de Rijkscommissaris voor de bezette V Nederlandsche gebieden, Rijksminister Seyss-Inquart een be zoek aan Rotterdam gebracht, waar hij de verwoeste binnenstad in oogenschouw heeft genomen, een tocht door de havens heeft ge maakt en in het stadhuis is voorgelicht omtrent de plannen, welke de stadsarchitect, ir. W. G. Witteveen in verband met den weder opbouw van het stadscentrum heeft ontworpen. In gezelschap van den Rijkscommissaris bevonden zich o.m. de commissarissen-generaal minister Fischboeck, Hauptamtsleiter dr. Schmidt, Brigadefuehrer Rauter, vice-admiraal Fïïntzmann, Kapi tein Christiansen, prof. dr. Casagrande, die rijksminister dr. Todt vertegenwoordigde, Gouwleider Wagner en andere Duitsche mili taire- en civiele autoriteiten. Ook was bij dit bezoek tegenwoordig de Nederlandsche regeeringscommissaris voor den wederopbouw, ir. Ringers. De Rijkscommissaris, die bij den ingang van het stadhuis, waar leden van de Rotterdamsche Burgerwacht een eerewacht vormden, werd verwelkomd door den gemeentesecretaris. Mr. M. Smeding, begaf zich onmiddellijk naar de werkkamer van den burgemeester, mr. P. J. Oud, waar de begroeting plaats vond. Het gezelschap be gaf zich vervolgens naar een aangrenzend vertrek, waar de stads architect, de heer Witteveen aan den Rijkscommissaris en diens medewerkers werd voorgesteld. De heer Witteveen gaf hierna een duidelijke uiteenzetting van de plannen, welke hij in verband met den wederopbouw van de door het bombardement verwoeste stadsgedeelte heeft ontworpen en van de vraagstukken, die zich hierbij hebben voorgedaan. Aan de hand van enkele teekeningen, waarop het plan is ge projecteerd, gaf ir. Witteveen den Rijkscommissaris een uiteen zetting van de wijze waarop hij heeft gemeend deze vraagstukken tot een bevredigende oplossing te kunnen brengen. dralen der Nederlandsche bevel voerders is deze termijn zoozeer overschreden, dat ten slotte nog slechts de troepen op den beganen grond en slechts een deel van de luchtseskaders op de hoogte kon den worden gebracht van de over gave, die op het laatste oogenblik was geschied. DE Rijkscommissaris had het betoog van den heer Witte- yeen met groote belangstelling ge volgd. Aan het slot stelde hij den stadsarchitect niet alleen enkele vragen, maar gaf hij hem boven dien in het kader van den weder opbouw een aantal belangrijke punten in overweging. Rijksminister Soyss-Inquart hield "daarna de volgende rede: Rotterdam is de stad, waaraan de verwoestende gevolgen van de oor logsmiddelen, die tegenwoordig worden toegepast, het duidelijkst zichtbaar zijn geworden. Erkend moet worden, dat de Rotterdamsche burgerij in het bijzonder, zooals de Nederlanders in het algemeen, aan het werk zijn gegaan om de vernie lingen op te ruimen en plannen te ontwerpen voor den wederopbouw der betrokken gebieden. Dit getuigt van het gezonde en juiste stand punt van het Nederlandsche volk tegenover deze gebeurtenissen cn geeft ook den waarborg, dat op lan- geren termijn de juiste houding tegenover de nieuwe vorming der dingen gevonden zal worden. De oorzaken der ée' beurtenissen Het beeld van deze vernielingen geeft echter ook aanleiding er over na te denken, waar de laatste oorzaken ge zocht moeten worden voor het ontstaan en het verloop van deze gebeurtenissen. Ik wil naar aanleiding hiervan en op deze plaats niet de redenen herhalen, die den Fuehrer gedwongen hebben in dit land te komen. I-Iet is voor mij aan geen twijfel onderhevig, dat evenals thans reeds vele Nederlanders, die met 'open blik de vorming der toekomst za gen over eenigen tijd alle toon aangevende kringen van het Nederland sche volk zullen inzien, dat Nederland niet door den grooten Iood der histo rische gebeurtenissen gegrepen werd. om duurzame schade te lijden, of be perkt te worden in de krachten van zijn volksaard en in de vrijheid van zijn handelen. Wanneer ik echter inga op de voor Rotterdam tragische gebeur tenis, zou ik uitdrukkelijk willen vaststellen, dat de Duitsche leger leiding voor zij de bevelen tot het beslissende optreden voor haar hier ingesloten kameraden gaf, de Nederlandsche bevelvoerders er van in kennis had gesteld, dat bin nen drie uur de aanval zou ge schieden, wanneer Rotterdam niet intusschen tot een open stad werd door het wegtrekken van de Ne derlandsche troepen. Door het Ook de ontruiming der door een aan val bedreigde stadsdeelen, waarvoor met drie uren, tijd genoeg was gege ven, werd niet geheel ten uitvoer ge- ,c*d- ..i. Deze constateeringen zijn niet oe- doeld als verwijt tegen de Nederland sche hevelvoerders. Doordat de voor cle leiding van het land verantwoordelij ke factoren naar het buitenland ge vlucht waren, is wellicht de besluit vaardigheid der achtergebleven com mandanten geremd geworden. ANN EER ik de verwoestingen bouwwerk in deze stad aanschouw, ben ik er zeker van, dat het Neder landsche volk de juiste consequen ties zal trekken uit deze gebeurte nissen. Aan den eenen kant het bewijs er voor, wat een onoverwinnelijke macht thans staat achter al dege nen die in de bescherming zijn van de Duitsche weermacht, en dat geldt op gelijke wijze voor iederen afzon derlijken Duitscher als ook voor dengene, die met goeden wil samen werkt met het Duitsche Rijk. Aan den anderen kant zal deze gebeur tenis in zijn totalen omvang de aan leiding vormen om onversaagd de eigen krachten in het werk te stel len voor den wederopbouw en voor een nieuwe regeling der economi sche, politieke en volksche grondsla gen van dit land. Laten wij thans onzen blik naar de toekomst richten. Gij hebt het plan. den kern van Rotterdam schooner dan ooit te doen verrijzen. Ik wensch u toe. dat toekomstige geslachten hier een voor de stad Rotterdam waardig centrum zullen zien, als het Juiste symbool voor de gebeurtenissen van dezen tijd n.l. dat uit het harde gebeuren van deze dagen een nog schoonere en nog krach tiger vormgeving geboren wordt dan het verleden vermocht te bieden. Ik heb met mijn eerste woorden, die ik tot u richtte, uitdrukking gegeven aan den wensch, dat vooral een aanvang zou wor den gemaakt met den wederopbouw van dit land. Ik heb toen verklaard, dat een wederopbouwfonds moest worden opgericht dat op prcfcrcntieelc wijze van middelen voorzien de basis moet bieden Voor het verschaffen van middelen aan dit opbouw werk. Ik heb nu vandaag een verordening on- dcrtcekend, welke dit wederopbouwfonds vastlegt. Volgens nog uit tc vaardigen uit voeringsbepalingen zullen schadeloosstellin gen tot dekking van de schade van particu lieren. zoowel als van de gemeenschap ter beschikking worden gesteld. 10 millioen voor den wederopbouw Ik heb beschikt dat een bedrag van tien millioen gulden terstond wordt uitgetrokken, dat in gevallen, die in sociaal opzicht waard zijn dat er rekening mee gehouden wordt, ter beschikking wordt gesteld voor de onmiddelij- ke leniging van den nood en de verzekering van het bestaan der betrokkenen, zonder verplichting tot terugbetaling, en wel op reke ning van de schadeloosstellingsbe dragen uit het Wederopbouw fonds. Het beheer en de verdeeling berust bij het Nederlandsche ministerie voor Sociale aangelegenheden, waarmede ik in het licht wil stellen, dat vooral re kening moet worden gehouden met so ciale gezichtspunten. Ik heb bepaald, dat die bedragen uit de Nederlandsche begrooting, die thans uit den aard der zaak niet meer kunnen worden gezon den aan degenen, die daarop recht had- den. gestort worden in dit Wederop bouwfonds, zooals bijv. de bijdrage voor den Volkenbond e.d. Wij zullen bij de opstelling van de toekomstige begroo ting er zorg voor dragen, dat ook nog verdere middelen ter beschikking zul len worden gesteld, die dan de waar borging vormen van rente en terugbe taling van die bedragen, welke als lee ningen ter beschikking worden gesteld aan het wederopbouw werk. Wij moeten hij al onze handelingen steeds onzen blik richten op de men- schcn. Tenslotte kan het er niet om gaan, economische of bestuursinrichtin gen in het leven te roepen om haar zelfs wil: het belangrijkste is de mensch het oproepen en leiden van zijn kracht en voor degenen, die de verantwoorde lijkheid dragen, de zorg voor het wel zijn daarvan, niet als charitatieve wel daad, maar als eerste sociale verplich ting van al degenen, die met de hun toegemeten rechten tegelijkertijd ver plichtingen voor de algemeene zaak toe gewezen kregen, dus voor degenen, voor wie recht en plicht één wordt in het begrip der verantwoordelijkheid. Hot schijnt mij derhalve vooral belang rijk, dat wij ons niet alleen bekomme ren om den wederopbouw der gebou- wen. maar dat wij ons oogmerk richten op de mensrhen, die door de vernielin gen zelve hebben geleden of nog lijden. Ik weet, dat gij in mensehelijke hulp vaardigheid zorg hebt gedragen voor het voorloopig onderbrengen van deze getroffenen. Aangezien de wederopbouw wanneer hij zorgvuldig wordt ont worpen en tot uitvoering wordt ge bracht tijd cischt. moeten deze zor gen op een zondanige wijze worden uit gevoerd. dat de betrokkenen komen in omstandigheden, die voor eenigen tijd stabiel zijn en hun het gevoel ontnemen dat zij zijn aangewezen op de aalmoe zen der medemenschen. Nederlandsche kinderen naar Oostmark Behalve deze van overheidswege te treffen maatregelen, zal nog voldoen de ruimte zijn voor alle medeburgers, om bewijzen te kunnen geven van een echte volksgemeenschap. En in dezen zin der gemeenschap, die gij immers zelf in het verleden eenmaal hebt bewezen verzoek ik u het te hegrijpen, wanneer ik u thans vooral namens den Oostmark- schen Gouw, die in het bijzonder de geboortegebouw is van den Führer, de Opper Donau. de uitnoodiging overbreng om Nederlandsche kin deren, vooral van gezinnen, die door de oorlogsschade zijn getroffen, te laten komen naar vacantie-tehuizen in de Oostmark. Wanneer uw kinderen aan de oevers van de nieren in het Salzkammergut of in Karinthie of in de schoone dalen van Tvrol en Stiermarken zich verheu gen cn schoone Duitsche landen leeren kennen en menscheri, die hun zonder voorbehoud zijn toegedaan, dan moet gij dit niet opvatten, alsof dit gedacht is als een weldadigheid van onzen kant. maar als een daad van wedcrzijdsche menscheliike hulpvaardigheid, waarin de dank medespreekt voor de houding, die gij eens tegenover ons aan den dag hebt gelegd. Ik wensch de stad Rotterdam toe, dat zij na de moeilijke dagen van de zen tijd, een gelukkige toekomst tege moet zal gaan. Burgemeester Oud spreekt rede van den Rijkscommissaris beantwoordende, zeide burge meester Oud, dat Rotterdam het oog op de toekomst, richt. Met den bouw van een nieuwe binnenstad is direct een begin gemaakt. In vergelijking met den socialen toestand in do nieuwe stadsgedeelten, was die in de thans in puin liggende binnen stad slecht. Bij don wederopbouw van het centrum zal aan dien socia len toestand veel aandacht worden besteed. Uit de rede van den Rijks commissaris heeft spreker verno men, dat de Duitsche autoriteiten aan den wederopbouw krachtig wil len medewerken. Spreker is hier- over ten zeerste verheugd. De Rijkscommissaris zoo ging de burgemeester verder heeft aan het slot van zijn toespraak herinnerd aan de ontvangst van Oostcnrijksche kinde ren in Nederland tijdens den vorigen oorlog. Nederland achtte dat destijds een prettige plicht van monscholijkheid. Spreker vindt het buitengewoon harte lijk, dat de Ostmark thans hetzelfde 's-GRAVEXHAGE, 21 Juni. Het, heden verschenen, verordeningenblad bevot het volgende: Verordening van den Rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche ge bied betreffende maatregelen ten aan zien van de bescherming van schulde naren, van de burgerlijke en strafrechts pleging, alsmede van het administratie ve recht met het oog op de sinds 10 Mei 1910 ingetreden bijzondere omstan digheden. Op grond van par. 5. van het decreet van don Führer betreffende de uitoefe ning der regceringsbevoegdheden in Ne derland van 18 Mei 1940 (njkswetblad 1, biz. 77S) bepaal ik: Par. 1. De secretaris-generaal van het depar tement van justitie wordt gemachtigd voorschriften betreffende de bescher ming van schuldenaren, de burgerlijke en strafrechtspleging, alsmede het ad ministratieve recht, met het oog op de sinds 10 Mei 1940- ingetreden bijzondere omstandigheden, uit te vaardigen. Par. 2. Deze, verordening treedt in werking op den dag van afkondiging. 's-Gravenhage. 17 Juni 1940. De Rijksminister voor het bezette Ne derlandsche gebied: SEYSS-INQUART In aansluiting hierop volgt het eerste uitvoeringsbesluit van den secretaris generaal van het departement van jus- itie ingevolge de verordening nr. 13/1940 betreffende maatregelen ten aanzien van de bescherming van schuldenaren, van de burgerlijke cn strafrechtspleging, alsmede van het administratieve recht, met het oog op de sinds 10 Mei 1910 in getreden bijzondere omstandigheden. Op grond van por. 1 van de verorde ning nr. 13/1940 en overeenkomstig de par. 2 en 3 van de verordening nr. 3/1940 van den Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied bepaal ik: Par. 1. BESCHERMING VAN SCHULDE NAREN Art. 1. (1.) De rechter kan een schuldenaar, die tengevolge van de bijzondere om standigheden, welke zich sedert 10 Mei 1940 hebben voorgedaan, niet tijdig aan zijn vóór dien datum aangegane ver plichtingen kan voldoen, een uitstel van ten hoogste zes maanden verleenen, in dien zulks redelijkerwijze van den schuldeischer kan worden verlangd. (2.) De rechter kan het uitstel ook voor een gedeelte van de verplichting verleenen. (3.) Indien de schuldenaar reeds in verzuim is, kon het uitstel met terug werkende kracht verleend worden. (4.) Het uitstel wordt niet verleend, indien en voorzooverre blijkt, dat de verplichting tusschen partijen niet vast staat. Is de verplichting hij rechterlijk gewijsde vastgesteld, dan kan het uit stel steeds worden verleend. (5.) Is ter zake nog geen geding bij den rechter aanhangig, dan kon de schuldenaar, bij gebreke van overeen stemming met den schuldeischer, zich bij eenvoudig request tot den bevoegden rechter wenden. (6.) De rechter kan over het uitstel een voorloopige beslissing geven. Een definitieve beslissing ge*ft hij niet, dan nadat de schuldeischer gehoord, althans behoorlijk opgeroepen is. (7.) De beslissingen nopens het uit stel zijn noch aan hooger beroep, noch aan cassatie onderworpen. Par. 2. BURGERLIJKE EN STRAFRECHTS PLEGING, ALSMEDE ADMINISTRA TIEF RECHT Art. 2. (1.) De burgerlijke rechter kan wet telijke voorschriften betreffende termij nen en vormen buiten toepassing laten, indien deze tengevolge van de bijzon dere omstandigheden, welke zich sedert 10 Mei 1940 hebben voorgedaan, in rede lijkheid niet konden of kunnen worden in acht genomen. (2.) De burgerlijke rechter kan de uitvoering van een door hem gpgeven beslissing, niet zijnde een eindbeslis sing, geheel of ten deele achterwege la ten, indien haar uitvoering tengevolge van de in lid 1 bedoelde omstandighe den redelijkerwijze niet kan worden ge vorderd. Art. 3. De strafrechter kan wettelijke voor schriften betreffende termijnen en vor men builen toepassing laten, indien de ze ten gevolge van de bijzondere om standigheden, welke zich sedert 10 Mei 1940 voorgedaan hebben, in redelijkheid niet konden of kunnen worden in acht genomen. Art. 4. In gedingen, voortvloeiend uit het ad ministratieve rpcht, kunnen wettelijke voorschriften betreffende termijnen en vormen buiten toepassing worden gela ten, indien deze tengevolge van de bij zondere omstandigheden, die zich se dert 10 Mei 1040 hebben voorgedaan, in redelijkheid niet konden of kunnen wor den in acht genomen. 's-Gravpnhage, 18 Juni 1910. De secretaris generaal van het depar tement van justitie: J. C. TENKINK. wil doen ten aanzien van Nederland sche kinderen. Wat Rotterdam betreft, zal spreker zich direct in verbinding stellen met de organisaties, die met de zorg voor de Rotterdamsche kinde ren zijn belast, opdat het plan spoedig tot uitvoering kan komen. Aan het eind van zijn toespraak on derstreepte de burgemeester de wour den van den Rijkscommissaris, waarbij deze uiting gaf aan den vvensch dat Rot terdam een gelukkige toekomst mag te gemoet gaan. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar den toren van het stadhuis, van waar men een goed uitzicht heeft over de stad. Geruimen tijd heeft de Rijks commissaris van dit hooge Dunt af. de Maasstad aanschouwt. Onder leiding van den burgemeester maakte het gezelschap na het bezoek aan het stadhuis een autotocht door de stad, waarbij vrijwel alle stadsgedeelten werden bezocht. Met de salonboot „Stad Rotterdam" werd tot besluit een vaartocht door de havens gemaakt. Aan het einde hier van het was inmiddels reeds acht uur geworden hebben de Rijkscom missaris en zijn medewerkers afscheid van burgemeester Oud genomen en zijn zij per auto naar Den Haag terugge keerd. U wilt ons het abonnements geld gireerew voor het derde kwartaal? Mogen wij U dan een vriendelijk verzoek doen. Ontvangen wij Uwe giro na 1 Juli, dan zijn de kwitan ties reeds aan de bank gegeven en ontstaat de mogelijkheid van vergissingen. GIREERT ONS DUS NOG HEDEN, DAN HEBBEN WIJ DE OVERSCHRIJ VING NOG VOOR 1 JULI IN ONS BEZIT. Wilt U het even doen; dank U. Het bovemstaande geldt niet voor hen die ons per automati sche giro betalen. ADM. A.D. AMSTERDAM, 21 Juni. Op 9 Mei 1934, dus ruim zes jaar geleden, kwamen bewoners van een villa te Apeldoorn tot de onaangename ont dekking, dat inbrekers tijdens hun afwezigheid het huis hadden door zocht en 3700 aan effecten hadden gestolen. Eenigen tijd later, eind Augustus 1934, werd een berucht in breker geknipt toen hij te Amster dam de gestolen effecten te koop aanbood. Een dienstmeisje in de buurt ven de villa waar de effecten waren gestolen, herkende den man als de verdachte onbekende, die op den avond van de inbraak had aan gebeld, z.g. om een informatie te ne men. Waarschijnlijk dacht de man, dat in die villa niemand thuis was en had hij oorspronkelijk het plan daar in te breken. Voorts werd hij nog in het bezit van een looper en andere werktuigen gevonden. De verdachte, H. Y. K„ werd door de Rechtbank te Zutfen en in hoo ger beroep ook door het Hof te Arn hem tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens diefstal met in braak. Hij zat de straf uit. Vonnis bij vergissing"? In Januari 1938 echter, legden twee zware jongens, Sch. en van der H., bij genaamd „Tinus de Goddelooze", een reeks bekentenissen af. Bij die serie be kenden zij ook de inbraak te Apeldoorn. Wel hadden zij herhaaldlijk met verd. K. samengewerkt, maar te Apeldoorn had hij niet meegedaan. Daarin hadden Rechtbank en Hof zich vergist, hield het tweetal vol. K. vroeg revisie aan en de Hooge Raad verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam. Bij die revisie-behande ling in October 1938. werden Sch. en van der II. als getuige gehoord. Zij hiel den hun lezing vol, ofschoon er ook sprake van was geweest, dat zij de be kentenis in elkaar hadden ge-zet om verd. K. aan een schadeloosstelling te helpen. Hoe het ook zij, de procureur- generaal eischte verd.'s vrijspraak, doch het Gerechtshof wees een interlocutoir arrest. De uitspraak zou worden aange houden tot het resultaat bekend zou zijn van de vervolging tegen Sch. en van der H. wegens do Apeldoornsche in- hraak. Zoowel door de Rechtbank te Zutfen als het Hof tc Arnhem, werden zij echter vrijgesproken. Wel een be kentenis-, maar verder niets. Het wettig bewijs ontbrak. Subs, was het tweetal meineed, afgelegd voor het Amsterdam- sche Hof, ten laste gelegd, doch ook daarvan werden zij vrijgesproken. Zóó stonden, wat de revisie-zaak be treft. de feiten toen verd. K. weer voor het Hof verscheen ter voortzetting van de revisie-behandeling. „De Sch. en van der H. aldus de president zijn vervolgd wegens den diefstal, waarvoor u veroordeeld werd, zij zijn vrijgesproken door de Rechtbank te Zutfen Dat is niet erg bevredigend voor u. Ook van de subs, ten laste ge legde meineed zijn zij vrijgesproken. Veel verder zijn wij niet gekomen. Denkt u, dat de Rechtbank u geloofde?" Verd. kon dat niet met zekerheid zeg gen. Ook het Hof te Arnhem sprak Sch. en van der II. vrij. De president las de bekentenissen van deze beide mannen voor. Zij verklaarden nadrukkelijk, dat verd. niets met de inbraak te maken had gehad. Verdachte onschuldig? De procureur-generaal, mr. A. A. L. F. van Dullemen, zeide in zijn requisi toir, dat verd. wel 6tePds ontkend heeft, maat toch heeft hij alles gedaan om de Justitie op een dwaalspoor te leiden. Spr. was van meening, dat verd. inder daad deze inbraak niet heeft gepleegd. De herkenning door het dienstmeisje die den man, die aanbelde, slechts en kele oogenblikken sprak, is uiterst pro blematisch. Ik heb er nog over gedacht, aldus het O.M., hem wegens heling to vervolgen. Maar dat feit is na zes1 jaar verjaard, zoodat vervolging niet meer mogelijk is. Dat behoeven wij niet al te zeer te betreuren, want hij heeft voor don inbraak een straf van drie iaar uitgpzefen en een dergelijke straf zou de Rechtbank hem voor de heling zeker ook heb ben opgelegd. Hij heeft dus onder een verkeerd eti ket gezeten en al te tragisch hoeven wij dat niet op te nemen. Spr. vorderde vernietiging van het vonnis en vrijspraak van verd. De verdediger, mr. Th. Eokens, vond de tragiek van dit geval zitten in een veroordeeling, die op losse gronden, zonder voldoende bewijsgronden is uit gesproken. Dat is jammer voor het recht en pl. hoopte, d«at het Hof als nog verd. zal vrijspreken. Het Hof zal op 2 Juli arrest wijzen. Verbodsbepalingen in het leven geroepen Het verordeningenblad bevat verder het eerste uitvoeringsbesluit van den secretaris-generaal van het departement vctn landbouw en visscherij, met betrek king tot den handel in specerijen en zuidvruchten. Onder specerijen wordt verstaan: Witte en zwarte peper, nootmuscaat, foelie, kaneel, kruidnagel, piment, lau rierbladeren, gemberwortel en carda mom, zoowel in bewerkten als in onbe- werkten toestand Per. 2 luidt: (1.) Het voorhanden of in voorraad hebben van specerijen is verboden. (2.) Het iii het vorige lid gestelde verbod geldt niet: a) Voor zoover betreft voorraden, aangehouden door particulieren voor huishoudelijk gebruik; b) ten aanzien van detaillisten; c) indien van de voorhanden of in voorraad zijnde hoeveelheden spece rijen op de door of vanwege den secre taris-generaal te bepalen wijze en tijd stippen opgave is verstrekt en voorraad- staten zijn bijgehouden. Par. 3 luidt: (1.) Het verhandelen, doen verhande len, afleveren, doen afleveren van spe cerijen is verboden. (2.) Het in het eerste lid van deze paragraaf gestelde verbod geldt niet, indien cn voor zoover: a) Het verhandelen, doen verhande len, afleveren, doen afleveren geschiedt met respectievelijk aan consumen ten; b) ontheffing hiervan is verleend door of vanwege den secretaris-generaal en indien de voorwaarden, zoo noodig door of vanwege den secretaris-generaal aan deze ontheffing te verbinden, zijn nagekomen. Par. 4 luidt: Dit besluit treedt in werking op den dag van afkondiging en eindigt met in gang van 1 Januari 1941. Het kan wor den aangehaald als crisis-specerijen-be sluit 1940. Een gelijk besluit is genomen ten aan zien van zuidvruchten, waaronder wordt verstaan: aj Geïmporteerd gedroogd fruit; b) geïmporteerde vruchtenpulp met inhegrip van vruchtenmoes e.d.; c) geïmporteerde gekonfijte vruch ten; d) geïmporteerde walnoten, hazelno ten, pecannoten, cashewnoten of pitten, paranoten, gepeld of ongepeld; e) krenten, rozijnen, abrikozepitten, amandelen gepeld of ongepeld, bewerkt of onbewerkt, geraspte of gemalen co- cosnoot, gekonfijte gember.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 6