Tien millioen voor onmiddellijke
leniging van den nood
Nederlandsche kinderen zijn
welkom in de Oostmark
V erordening tot bescherming
van schuldenaren
GIREERT U ONS
NOG HEDEN?
Berucht inbreker drie jaar
onschuldigin de gevangenis?
De blik op de
toekomst
gericht
De handel in
specerijen en
Zuidvruchten
Dr. Seyss Inquart bezoekt Rotterdam
W
Er kan een uitstel van zes maanden aan den
schuldenaar worden verleend
EEN MERKWAARDIGE REVISIEZAAK VOOR
HET AMSTERDAMSCHE HOF
BEKENTENIS VAN
„TINUS DE
GODDELOOZE"
Na drie jaar gevang
vrijspraak geëischt
Se BLAD PAG.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 22 JUNI 1940
7 RIJDAGMIDDAG heeft de Rijkscommissaris voor de bezette
V Nederlandsche gebieden, Rijksminister Seyss-Inquart een be
zoek aan Rotterdam gebracht, waar hij de verwoeste binnenstad in
oogenschouw heeft genomen, een tocht door de havens heeft ge
maakt en in het stadhuis is voorgelicht omtrent de plannen, welke
de stadsarchitect, ir. W. G. Witteveen in verband met den weder
opbouw van het stadscentrum heeft ontworpen.
In gezelschap van den Rijkscommissaris bevonden zich o.m. de
commissarissen-generaal minister Fischboeck, Hauptamtsleiter dr.
Schmidt, Brigadefuehrer Rauter, vice-admiraal Fïïntzmann, Kapi
tein Christiansen, prof. dr. Casagrande, die rijksminister dr. Todt
vertegenwoordigde, Gouwleider Wagner en andere Duitsche mili
taire- en civiele autoriteiten. Ook was bij dit bezoek tegenwoordig
de Nederlandsche regeeringscommissaris voor den wederopbouw,
ir. Ringers.
De Rijkscommissaris, die bij den ingang van het stadhuis, waar
leden van de Rotterdamsche Burgerwacht een eerewacht vormden,
werd verwelkomd door den gemeentesecretaris. Mr. M. Smeding,
begaf zich onmiddellijk naar de werkkamer van den burgemeester,
mr. P. J. Oud, waar de begroeting plaats vond. Het gezelschap be
gaf zich vervolgens naar een aangrenzend vertrek, waar de stads
architect, de heer Witteveen aan den Rijkscommissaris en diens
medewerkers werd voorgesteld.
De heer Witteveen gaf hierna een duidelijke uiteenzetting van
de plannen, welke hij in verband met den wederopbouw van de
door het bombardement verwoeste stadsgedeelte heeft ontworpen
en van de vraagstukken, die zich hierbij hebben voorgedaan.
Aan de hand van enkele teekeningen, waarop het plan is ge
projecteerd, gaf ir. Witteveen den Rijkscommissaris een uiteen
zetting van de wijze waarop hij heeft gemeend deze vraagstukken
tot een bevredigende oplossing te kunnen brengen.
dralen der Nederlandsche bevel
voerders is deze termijn zoozeer
overschreden, dat ten slotte nog
slechts de troepen op den beganen
grond en slechts een deel van de
luchtseskaders op de hoogte kon
den worden gebracht van de over
gave, die op het laatste oogenblik
was geschied.
DE Rijkscommissaris had het
betoog van den heer Witte-
yeen met groote belangstelling ge
volgd. Aan het slot stelde hij den
stadsarchitect niet alleen enkele
vragen, maar gaf hij hem boven
dien in het kader van den weder
opbouw een aantal belangrijke
punten in overweging.
Rijksminister Soyss-Inquart hield
"daarna de volgende rede:
Rotterdam is de stad, waaraan de
verwoestende gevolgen van de oor
logsmiddelen, die tegenwoordig
worden toegepast, het duidelijkst
zichtbaar zijn geworden. Erkend
moet worden, dat de Rotterdamsche
burgerij in het bijzonder, zooals de
Nederlanders in het algemeen, aan
het werk zijn gegaan om de vernie
lingen op te ruimen en plannen te
ontwerpen voor den wederopbouw
der betrokken gebieden. Dit getuigt
van het gezonde en juiste stand
punt van het Nederlandsche volk
tegenover deze gebeurtenissen cn
geeft ook den waarborg, dat op lan-
geren termijn de juiste houding
tegenover de nieuwe vorming der
dingen gevonden zal worden.
De oorzaken der ée'
beurtenissen
Het beeld van deze vernielingen geeft
echter ook aanleiding er over na te
denken, waar de laatste oorzaken ge
zocht moeten worden voor het ontstaan
en het verloop van deze gebeurtenissen.
Ik wil naar aanleiding hiervan en op
deze plaats niet de redenen herhalen,
die den Fuehrer gedwongen hebben in
dit land te komen. I-Iet is voor mij aan
geen twijfel onderhevig, dat evenals
thans reeds vele Nederlanders, die met
'open blik de vorming der toekomst za
gen over eenigen tijd alle toon
aangevende kringen van het Nederland
sche volk zullen inzien, dat Nederland
niet door den grooten Iood der histo
rische gebeurtenissen gegrepen werd.
om duurzame schade te lijden, of be
perkt te worden in de krachten van
zijn volksaard en in de vrijheid van
zijn handelen.
Wanneer ik echter inga op de
voor Rotterdam tragische gebeur
tenis, zou ik uitdrukkelijk willen
vaststellen, dat de Duitsche leger
leiding voor zij de bevelen tot het
beslissende optreden voor haar
hier ingesloten kameraden gaf, de
Nederlandsche bevelvoerders er
van in kennis had gesteld, dat bin
nen drie uur de aanval zou ge
schieden, wanneer Rotterdam niet
intusschen tot een open stad werd
door het wegtrekken van de Ne
derlandsche troepen. Door het
Ook de ontruiming der door een aan
val bedreigde stadsdeelen, waarvoor
met drie uren, tijd genoeg was gege
ven, werd niet geheel ten uitvoer ge-
,c*d- ..i.
Deze constateeringen zijn niet oe-
doeld als verwijt tegen de Nederland
sche hevelvoerders. Doordat de voor cle
leiding van het land verantwoordelij
ke factoren naar het buitenland ge
vlucht waren, is wellicht de besluit
vaardigheid der achtergebleven com
mandanten geremd geworden.
ANN EER ik de verwoestingen
bouwwerk in deze stad aanschouw,
ben ik er zeker van, dat het Neder
landsche volk de juiste consequen
ties zal trekken uit deze gebeurte
nissen.
Aan den eenen kant het bewijs er
voor, wat een onoverwinnelijke
macht thans staat achter al dege
nen die in de bescherming zijn van
de Duitsche weermacht, en dat geldt
op gelijke wijze voor iederen afzon
derlijken Duitscher als ook voor
dengene, die met goeden wil samen
werkt met het Duitsche Rijk. Aan
den anderen kant zal deze gebeur
tenis in zijn totalen omvang de aan
leiding vormen om onversaagd de
eigen krachten in het werk te stel
len voor den wederopbouw en voor
een nieuwe regeling der economi
sche, politieke en volksche grondsla
gen van dit land.
Laten wij thans onzen blik naar de
toekomst richten. Gij hebt het plan. den
kern van Rotterdam schooner dan ooit
te doen verrijzen. Ik wensch u toe. dat
toekomstige geslachten hier een voor
de stad Rotterdam waardig centrum
zullen zien, als het Juiste symbool voor
de gebeurtenissen van dezen tijd n.l.
dat uit het harde gebeuren van deze
dagen een nog schoonere en nog krach
tiger vormgeving geboren wordt dan
het verleden vermocht te bieden.
Ik heb met mijn eerste woorden, die ik
tot u richtte, uitdrukking gegeven aan den
wensch, dat vooral een aanvang zou wor
den gemaakt met den wederopbouw van
dit land. Ik heb toen verklaard, dat een
wederopbouwfonds moest worden opgericht
dat op prcfcrcntieelc wijze van middelen
voorzien de basis moet bieden Voor het
verschaffen van middelen aan dit opbouw
werk.
Ik heb nu vandaag een verordening on-
dcrtcekend, welke dit wederopbouwfonds
vastlegt. Volgens nog uit tc vaardigen uit
voeringsbepalingen zullen schadeloosstellin
gen tot dekking van de schade van particu
lieren. zoowel als van de gemeenschap ter
beschikking worden gesteld.
10 millioen voor den
wederopbouw
Ik heb beschikt dat een bedrag
van tien millioen gulden
terstond wordt uitgetrokken, dat
in gevallen, die in sociaal opzicht
waard zijn dat er rekening mee
gehouden wordt, ter beschikking
wordt gesteld voor de onmiddelij-
ke leniging van den nood en de
verzekering van het bestaan der
betrokkenen, zonder verplichting
tot terugbetaling, en wel op reke
ning van de schadeloosstellingsbe
dragen uit het Wederopbouw
fonds.
Het beheer en de verdeeling berust
bij het Nederlandsche ministerie voor
Sociale aangelegenheden, waarmede ik
in het licht wil stellen, dat vooral re
kening moet worden gehouden met so
ciale gezichtspunten. Ik heb bepaald,
dat die bedragen uit de Nederlandsche
begrooting, die thans uit den aard der
zaak niet meer kunnen worden gezon
den aan degenen, die daarop recht had-
den. gestort worden in dit Wederop
bouwfonds, zooals bijv. de bijdrage voor
den Volkenbond e.d. Wij zullen bij de
opstelling van de toekomstige begroo
ting er zorg voor dragen, dat ook nog
verdere middelen ter beschikking zul
len worden gesteld, die dan de waar
borging vormen van rente en terugbe
taling van die bedragen, welke als lee
ningen ter beschikking worden gesteld
aan het wederopbouw werk.
Wij moeten hij al onze handelingen
steeds onzen blik richten op de men-
schcn. Tenslotte kan het er niet om
gaan, economische of bestuursinrichtin
gen in het leven te roepen om haar
zelfs wil: het belangrijkste is de mensch
het oproepen en leiden van zijn kracht
en voor degenen, die de verantwoorde
lijkheid dragen, de zorg voor het wel
zijn daarvan, niet als charitatieve wel
daad, maar als eerste sociale verplich
ting van al degenen, die met de hun
toegemeten rechten tegelijkertijd ver
plichtingen voor de algemeene zaak toe
gewezen kregen, dus voor degenen,
voor wie recht en plicht één wordt in
het begrip der verantwoordelijkheid.
Hot schijnt mij derhalve vooral belang
rijk, dat wij ons niet alleen bekomme
ren om den wederopbouw der gebou-
wen. maar dat wij ons oogmerk richten
op de mensrhen, die door de vernielin
gen zelve hebben geleden of nog lijden.
Ik weet, dat gij in mensehelijke hulp
vaardigheid zorg hebt gedragen voor
het voorloopig onderbrengen van deze
getroffenen. Aangezien de wederopbouw
wanneer hij zorgvuldig wordt ont
worpen en tot uitvoering wordt ge
bracht tijd cischt. moeten deze zor
gen op een zondanige wijze worden uit
gevoerd. dat de betrokkenen komen in
omstandigheden, die voor eenigen tijd
stabiel zijn en hun het gevoel ontnemen
dat zij zijn aangewezen op de aalmoe
zen der medemenschen.
Nederlandsche kinderen
naar Oostmark
Behalve deze van overheidswege te
treffen maatregelen, zal nog voldoen
de ruimte zijn voor alle medeburgers,
om bewijzen te kunnen geven van een
echte volksgemeenschap.
En in dezen zin der gemeenschap,
die gij immers zelf in het verleden
eenmaal hebt bewezen verzoek ik u
het te hegrijpen, wanneer ik u
thans vooral namens den Oostmark-
schen Gouw, die in het bijzonder de
geboortegebouw is van den Führer,
de Opper Donau. de uitnoodiging
overbreng om Nederlandsche kin
deren, vooral van gezinnen, die door
de oorlogsschade zijn getroffen, te
laten komen naar vacantie-tehuizen
in de Oostmark.
Wanneer uw kinderen aan de oevers
van de nieren in het Salzkammergut of
in Karinthie of in de schoone dalen
van Tvrol en Stiermarken zich verheu
gen cn schoone Duitsche landen leeren
kennen en menscheri, die hun zonder
voorbehoud zijn toegedaan, dan moet
gij dit niet opvatten, alsof dit gedacht
is als een weldadigheid van onzen kant.
maar als een daad van wedcrzijdsche
menscheliike hulpvaardigheid, waarin
de dank medespreekt voor de houding,
die gij eens tegenover ons aan den dag
hebt gelegd.
Ik wensch de stad Rotterdam toe,
dat zij na de moeilijke dagen van de
zen tijd, een gelukkige toekomst tege
moet zal gaan.
Burgemeester Oud spreekt
rede van den Rijkscommissaris
beantwoordende, zeide burge
meester Oud, dat Rotterdam het oog
op de toekomst, richt. Met den bouw
van een nieuwe binnenstad is direct
een begin gemaakt. In vergelijking
met den socialen toestand in do
nieuwe stadsgedeelten, was die in
de thans in puin liggende binnen
stad slecht. Bij don wederopbouw
van het centrum zal aan dien socia
len toestand veel aandacht worden
besteed. Uit de rede van den Rijks
commissaris heeft spreker verno
men, dat de Duitsche autoriteiten
aan den wederopbouw krachtig wil
len medewerken. Spreker is hier-
over ten zeerste verheugd.
De Rijkscommissaris zoo ging de
burgemeester verder heeft aan het
slot van zijn toespraak herinnerd aan
de ontvangst van Oostcnrijksche kinde
ren in Nederland tijdens den vorigen
oorlog. Nederland achtte dat destijds
een prettige plicht van monscholijkheid.
Spreker vindt het buitengewoon harte
lijk, dat de Ostmark thans hetzelfde
's-GRAVEXHAGE, 21 Juni. Het,
heden verschenen, verordeningenblad
bevot het volgende:
Verordening van den Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandsche ge
bied betreffende maatregelen ten aan
zien van de bescherming van schulde
naren, van de burgerlijke en strafrechts
pleging, alsmede van het administratie
ve recht met het oog op de sinds 10
Mei 1910 ingetreden bijzondere omstan
digheden.
Op grond van par. 5. van het decreet
van don Führer betreffende de uitoefe
ning der regceringsbevoegdheden in Ne
derland van 18 Mei 1940 (njkswetblad 1,
biz. 77S) bepaal ik:
Par. 1.
De secretaris-generaal van het depar
tement van justitie wordt gemachtigd
voorschriften betreffende de bescher
ming van schuldenaren, de burgerlijke
en strafrechtspleging, alsmede het ad
ministratieve recht, met het oog op de
sinds 10 Mei 1940- ingetreden bijzondere
omstandigheden, uit te vaardigen.
Par. 2.
Deze, verordening treedt in werking op
den dag van afkondiging.
's-Gravenhage. 17 Juni 1940.
De Rijksminister voor het bezette Ne
derlandsche gebied:
SEYSS-INQUART
In aansluiting hierop volgt het eerste
uitvoeringsbesluit van den secretaris
generaal van het departement van jus-
itie ingevolge de verordening nr. 13/1940
betreffende maatregelen ten aanzien
van de bescherming van schuldenaren,
van de burgerlijke cn strafrechtspleging,
alsmede van het administratieve recht,
met het oog op de sinds 10 Mei 1910 in
getreden bijzondere omstandigheden.
Op grond van por. 1 van de verorde
ning nr. 13/1940 en overeenkomstig de
par. 2 en 3 van de verordening nr. 3/1940
van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied bepaal ik:
Par. 1.
BESCHERMING VAN SCHULDE
NAREN
Art. 1.
(1.) De rechter kan een schuldenaar,
die tengevolge van de bijzondere om
standigheden, welke zich sedert 10 Mei
1940 hebben voorgedaan, niet tijdig aan
zijn vóór dien datum aangegane ver
plichtingen kan voldoen, een uitstel van
ten hoogste zes maanden verleenen, in
dien zulks redelijkerwijze van den
schuldeischer kan worden verlangd.
(2.) De rechter kan het uitstel ook
voor een gedeelte van de verplichting
verleenen.
(3.) Indien de schuldenaar reeds in
verzuim is, kon het uitstel met terug
werkende kracht verleend worden.
(4.) Het uitstel wordt niet verleend,
indien en voorzooverre blijkt, dat de
verplichting tusschen partijen niet vast
staat. Is de verplichting hij rechterlijk
gewijsde vastgesteld, dan kan het uit
stel steeds worden verleend.
(5.) Is ter zake nog geen geding bij
den rechter aanhangig, dan kon de
schuldenaar, bij gebreke van overeen
stemming met den schuldeischer, zich
bij eenvoudig request tot den bevoegden
rechter wenden.
(6.) De rechter kan over het uitstel
een voorloopige beslissing geven. Een
definitieve beslissing ge*ft hij niet, dan
nadat de schuldeischer gehoord, althans
behoorlijk opgeroepen is.
(7.) De beslissingen nopens het uit
stel zijn noch aan hooger beroep, noch
aan cassatie onderworpen.
Par. 2.
BURGERLIJKE EN STRAFRECHTS
PLEGING, ALSMEDE ADMINISTRA
TIEF RECHT
Art. 2.
(1.) De burgerlijke rechter kan wet
telijke voorschriften betreffende termij
nen en vormen buiten toepassing laten,
indien deze tengevolge van de bijzon
dere omstandigheden, welke zich sedert
10 Mei 1940 hebben voorgedaan, in rede
lijkheid niet konden of kunnen worden
in acht genomen.
(2.) De burgerlijke rechter kan de
uitvoering van een door hem gpgeven
beslissing, niet zijnde een eindbeslis
sing, geheel of ten deele achterwege la
ten, indien haar uitvoering tengevolge
van de in lid 1 bedoelde omstandighe
den redelijkerwijze niet kan worden ge
vorderd.
Art. 3.
De strafrechter kan wettelijke voor
schriften betreffende termijnen en vor
men builen toepassing laten, indien de
ze ten gevolge van de bijzondere om
standigheden, welke zich sedert 10 Mei
1940 voorgedaan hebben, in redelijkheid
niet konden of kunnen worden in acht
genomen.
Art. 4.
In gedingen, voortvloeiend uit het ad
ministratieve rpcht, kunnen wettelijke
voorschriften betreffende termijnen en
vormen buiten toepassing worden gela
ten, indien deze tengevolge van de bij
zondere omstandigheden, die zich se
dert 10 Mei 1040 hebben voorgedaan, in
redelijkheid niet konden of kunnen wor
den in acht genomen.
's-Gravpnhage, 18 Juni 1910.
De secretaris generaal van het depar
tement van justitie:
J. C. TENKINK.
wil doen ten aanzien van Nederland
sche kinderen. Wat Rotterdam betreft,
zal spreker zich direct in verbinding
stellen met de organisaties, die met
de zorg voor de Rotterdamsche kinde
ren zijn belast, opdat het plan spoedig
tot uitvoering kan komen.
Aan het eind van zijn toespraak on
derstreepte de burgemeester de wour
den van den Rijkscommissaris, waarbij
deze uiting gaf aan den vvensch dat Rot
terdam een gelukkige toekomst mag te
gemoet gaan.
Het gezelschap begaf zich vervolgens
naar den toren van het stadhuis, van
waar men een goed uitzicht heeft over
de stad. Geruimen tijd heeft de Rijks
commissaris van dit hooge Dunt af. de
Maasstad aanschouwt.
Onder leiding van den burgemeester
maakte het gezelschap na het bezoek
aan het stadhuis een autotocht door de
stad, waarbij vrijwel alle stadsgedeelten
werden bezocht.
Met de salonboot „Stad Rotterdam"
werd tot besluit een vaartocht door de
havens gemaakt. Aan het einde hier
van het was inmiddels reeds acht
uur geworden hebben de Rijkscom
missaris en zijn medewerkers afscheid
van burgemeester Oud genomen en zijn
zij per auto naar Den Haag terugge
keerd.
U wilt ons het abonnements
geld gireerew voor het derde
kwartaal? Mogen wij U
dan een vriendelijk verzoek
doen. Ontvangen wij Uwe giro
na 1 Juli, dan zijn de kwitan
ties reeds aan de bank gegeven
en ontstaat de mogelijkheid
van vergissingen.
GIREERT ONS DUS NOG
HEDEN, DAN HEBBEN
WIJ DE OVERSCHRIJ
VING NOG VOOR 1
JULI IN ONS BEZIT.
Wilt U het even doen; dank U.
Het bovemstaande geldt niet
voor hen die ons per automati
sche giro betalen.
ADM. A.D.
AMSTERDAM, 21 Juni. Op 9
Mei 1934, dus ruim zes jaar geleden,
kwamen bewoners van een villa te
Apeldoorn tot de onaangename ont
dekking, dat inbrekers tijdens hun
afwezigheid het huis hadden door
zocht en 3700 aan effecten hadden
gestolen. Eenigen tijd later, eind
Augustus 1934, werd een berucht in
breker geknipt toen hij te Amster
dam de gestolen effecten te koop
aanbood. Een dienstmeisje in de
buurt ven de villa waar de effecten
waren gestolen, herkende den man
als de verdachte onbekende, die op
den avond van de inbraak had aan
gebeld, z.g. om een informatie te ne
men. Waarschijnlijk dacht de man,
dat in die villa niemand thuis was
en had hij oorspronkelijk het plan
daar in te breken. Voorts werd hij
nog in het bezit van een looper en
andere werktuigen gevonden.
De verdachte, H. Y. K„ werd door
de Rechtbank te Zutfen en in hoo
ger beroep ook door het Hof te Arn
hem tot drie jaar gevangenisstraf
veroordeeld wegens diefstal met in
braak. Hij zat de straf uit.
Vonnis bij vergissing"?
In Januari 1938 echter, legden twee
zware jongens, Sch. en van der H., bij
genaamd „Tinus de Goddelooze", een
reeks bekentenissen af. Bij die serie be
kenden zij ook de inbraak te Apeldoorn.
Wel hadden zij herhaaldlijk met verd.
K. samengewerkt, maar te Apeldoorn
had hij niet meegedaan. Daarin hadden
Rechtbank en Hof zich vergist, hield het
tweetal vol.
K. vroeg revisie aan en de Hooge Raad
verwees de zaak naar het Gerechtshof
te Amsterdam. Bij die revisie-behande
ling in October 1938. werden Sch. en
van der II. als getuige gehoord. Zij hiel
den hun lezing vol, ofschoon er ook
sprake van was geweest, dat zij de be
kentenis in elkaar hadden ge-zet om
verd. K. aan een schadeloosstelling te
helpen. Hoe het ook zij, de procureur-
generaal eischte verd.'s vrijspraak, doch
het Gerechtshof wees een interlocutoir
arrest. De uitspraak zou worden aange
houden tot het resultaat bekend zou
zijn van de vervolging tegen Sch. en
van der H. wegens do Apeldoornsche in-
hraak. Zoowel door de Rechtbank te
Zutfen als het Hof tc Arnhem, werden
zij echter vrijgesproken. Wel een be
kentenis-, maar verder niets. Het wettig
bewijs ontbrak. Subs, was het tweetal
meineed, afgelegd voor het Amsterdam-
sche Hof, ten laste gelegd, doch ook
daarvan werden zij vrijgesproken.
Zóó stonden, wat de revisie-zaak be
treft. de feiten toen verd. K. weer voor
het Hof verscheen ter voortzetting van
de revisie-behandeling.
„De Sch. en van der H. aldus de
president zijn vervolgd wegens den
diefstal, waarvoor u veroordeeld werd,
zij zijn vrijgesproken door de Rechtbank
te Zutfen Dat is niet erg bevredigend
voor u. Ook van de subs, ten laste ge
legde meineed zijn zij vrijgesproken.
Veel verder zijn wij niet gekomen.
Denkt u, dat de Rechtbank u geloofde?"
Verd. kon dat niet met zekerheid zeg
gen. Ook het Hof te Arnhem sprak Sch.
en van der II. vrij. De president las de
bekentenissen van deze beide mannen
voor. Zij verklaarden nadrukkelijk, dat
verd. niets met de inbraak te maken
had gehad.
Verdachte onschuldig?
De procureur-generaal, mr. A. A. L.
F. van Dullemen, zeide in zijn requisi
toir, dat verd. wel 6tePds ontkend heeft,
maat toch heeft hij alles gedaan om de
Justitie op een dwaalspoor te leiden.
Spr. was van meening, dat verd. inder
daad deze inbraak niet heeft gepleegd.
De herkenning door het dienstmeisje
die den man, die aanbelde, slechts en
kele oogenblikken sprak, is uiterst pro
blematisch.
Ik heb er nog over gedacht, aldus
het O.M., hem wegens heling to
vervolgen. Maar dat feit is na zes1
jaar verjaard, zoodat vervolging
niet meer mogelijk is. Dat behoeven
wij niet al te zeer te betreuren,
want hij heeft voor don inbraak een
straf van drie iaar uitgpzefen en een
dergelijke straf zou de Rechtbank
hem voor de heling zeker ook heb
ben opgelegd.
Hij heeft dus onder een verkeerd eti
ket gezeten en al te tragisch hoeven wij
dat niet op te nemen.
Spr. vorderde vernietiging van het
vonnis en vrijspraak van verd.
De verdediger, mr. Th. Eokens, vond
de tragiek van dit geval zitten in een
veroordeeling, die op losse gronden,
zonder voldoende bewijsgronden is uit
gesproken.
Dat is jammer voor het recht en pl.
hoopte, d«at het Hof als nog verd. zal
vrijspreken. Het Hof zal op 2 Juli arrest
wijzen.
Verbodsbepalingen in het
leven geroepen
Het verordeningenblad bevat verder
het eerste uitvoeringsbesluit van den
secretaris-generaal van het departement
vctn landbouw en visscherij, met betrek
king tot den handel in specerijen en
zuidvruchten.
Onder specerijen wordt verstaan:
Witte en zwarte peper, nootmuscaat,
foelie, kaneel, kruidnagel, piment, lau
rierbladeren, gemberwortel en carda
mom, zoowel in bewerkten als in onbe-
werkten toestand
Per. 2 luidt:
(1.) Het voorhanden of in voorraad
hebben van specerijen is verboden.
(2.) Het iii het vorige lid gestelde
verbod geldt niet:
a) Voor zoover betreft voorraden,
aangehouden door particulieren voor
huishoudelijk gebruik;
b) ten aanzien van detaillisten;
c) indien van de voorhanden of in
voorraad zijnde hoeveelheden spece
rijen op de door of vanwege den secre
taris-generaal te bepalen wijze en tijd
stippen opgave is verstrekt en voorraad-
staten zijn bijgehouden.
Par. 3 luidt:
(1.) Het verhandelen, doen verhande
len, afleveren, doen afleveren van spe
cerijen is verboden.
(2.) Het in het eerste lid van deze
paragraaf gestelde verbod geldt niet,
indien cn voor zoover:
a) Het verhandelen, doen verhande
len, afleveren, doen afleveren geschiedt
met respectievelijk aan consumen
ten;
b) ontheffing hiervan is verleend
door of vanwege den secretaris-generaal
en indien de voorwaarden, zoo noodig
door of vanwege den secretaris-generaal
aan deze ontheffing te verbinden, zijn
nagekomen.
Par. 4 luidt:
Dit besluit treedt in werking op den
dag van afkondiging en eindigt met in
gang van 1 Januari 1941. Het kan wor
den aangehaald als crisis-specerijen-be
sluit 1940.
Een gelijk besluit is genomen ten aan
zien van zuidvruchten, waaronder wordt
verstaan:
aj Geïmporteerd gedroogd fruit;
b) geïmporteerde vruchtenpulp met
inhegrip van vruchtenmoes e.d.;
c) geïmporteerde gekonfijte vruch
ten;
d) geïmporteerde walnoten, hazelno
ten, pecannoten, cashewnoten of pitten,
paranoten, gepeld of ongepeld;
e) krenten, rozijnen, abrikozepitten,
amandelen gepeld of ongepeld, bewerkt
of onbewerkt, geraspte of gemalen co-
cosnoot, gekonfijte gember.