Gezond verstand of Stuka's? HITLER'S RIJKSDAG REDE Hitler's appèl aan Londen HET ANTWOORD IS AAN GROOT RRITTANNIE IV0R0L De Nederlandsche Tandpasta De verbreking der Britsch-Fransche betrekkingen „Afrekening kan verschrikkelijk worden" Fransche bladen zijn critisch jegens Pétain's regeering VREDE OF VERWOESTING? De rede van den Fuehrer maakt overal diepen indruk Ie BLAD PAG. 2 AMERSFOORTSCH DAGBLAD (Vervol e van pas. l) De Führer noemde onder degenen, die „zicli hoogst verdienstelijk hebben ge maakt in het streven naar de mogelijk heid, in een nieuw Duitschland weder overwinningen Ie kunnen voeren", rijks minister IIcss, den stafchef der S.A. Lutze, den organisator van de gehople veiligheidsorganisatie en van de eenhe den der gewapende S.S., Himmler, voorts Hiérl als grondlegger en leider van den rijksarbeidsdienst, Todt als or ganisator \an de wapen- en muniliefa- bricage en als bouwmeester van het strategische wegennet alsmede van het vestingfront in het Westen, voorts dr Goebbels als den leider van een propa ganda, „welker peil het duidelijkst tot uiting komt hij vergelijking met die van den Wereldoorlog." Na nog Hilgenfeldt genoemd te hebben als leider van tal rijke organisaties van het binncnland- sche front en generaal von Schroeder als leider van den rijkshond voor dc luchtbescherming vervolgde dc Führer: „ïk kan deze lofrede niet heslui ten zonder daarbij tenslotte den man te danken, die sedert jaren mijn buitenlandsch-politieke richt lijnen in trouwen, moeizamen en afmattenden arbeid verwezenlijkt. De naam van partijgenoot von Rib- bentrop zal met. de politieke ver heffing van de Duitsche natie als rijksminister van buitenlandsche za ken voor altijd verbonden zijn". Dc Führer deed hierop mededeeling van de onderscheidingen, die aan de generaals, die zich het meest verdien stelijk hebben gemaakt, verleend wor den. „Ik moet, zeide hij o.a., in de eer ste plaats den man noemen, hij wien het mij zwraar valt, den voldoenden dank te vinden voor de verdiensten, die zijn naam verbinden met de beweging, den staat en bovenal het Duitsche luchtwapcn. Sedert het tijdstip van de oprich ting der S.A. is partijgenoot Goering met de ontwikeling en den bloei van de bew-eging verbonden. Sedert den wederopbouw van de Duitsche weermacht werd hij tot schepper van de Duitsche luchtmacht. Hij heeft daarmede als ecnige de hoog ste bijdrage voor den wederopbouw van de Duitsche weermacht gele verd. Hij heeft als leider van de Duitsche luchtmacht in het achter ons liggende verloop van den oorlog bijgedragen tot het scheppen van de voorwaarden voor de overwinning. Zijn verdiensten zijn uniek. Ik benoem hem derhalve tot Rijksmaarschalk van het Groot-Duit- sche Rijk en begiftig hem met het groot Kruis van het IJzeren Kruis. Bevorderingen van opper-officieren Voor verdiensten om de overwining van de Duitsche wapens in den strijd voor de vrijheid en de toekomst van het Groot-Duitsche Rijk werden verder, naar de Führer mededeelde, bevor derd tot generaa 1-v e 1 d- maarschalk: de opperbevelhebber van het leger, von Brauchitsch, de opper bevelhebber van de legergroep A, von Rundstedt, de opperbevelhebber van de legergroep C, Ritter von Leeb, de opper bevelhebber van de legergroep B, von Bock, de opperbevelhebber van het twaalfde leger, List, de opperbevelheb ber van het vierde leger, von Kluge, dc opperbevelhebber van het eerste leger, von Witzlcben, en de opperbevelhebber var. het zesde leger, von Reichenau. Tot kolonel-generaal zijn be vorderd: de chef van den generalen staf van het leger, Halder, de operbevel- hebber van het zevende leger, Doll- mann, de opperbevelhebber van het tweede leger, Freiherr von Weichs, de opperbevelhebber van het achttiende le ger, von Kuechler, do opperbevelhebber van het zestiende leger, Busch, de op perbevelhebber van het negende leger, Strauss, de militaire bevelhebber in Noorwegen, von Falkenhorst, de bevel voerende generaal van het 22e le gercorps, von Ivleist, de bevelvoerende generaal van het zevende legercorps, von Schobert, dc bevelvoerende gene raal van het negentiende a.k., Guderian, de bevelvoerende generaal van het vijf tiende a.k., Hoth, de bevelvoerende ge neraal van het derde a.k., Haase, de be velvoerende generaal van het zestiende a.k., Hoeppner. Gezien de verdiensten hij een enkel optreden, zijn verder bevorderd luite nant-generaal Diet], bevelvoerend gene raal van het corps bergjagers in Noor wegen, tot generaal der infanterie. Hem werd als eerste officier van de Duitsche weermacht het bp het ridderkruis van het IJzeren Kruis behoorende eiken loof verleend. Onder voorbehoud van een latere ge zamenlijke waardeering van den leider en officieren der rijksoorlogsmarine heeft de Fuehrer admiraal Carls, hevel voerend admiraal \an het marine-station Oostzee, bevorderd tot gencraal-admi- raal. Als gevolg van de unieke prestaties van het Duitsche luchtwapen zijn dooi den Fuehrer verder bevorderd tot generaa 1-v eldraaarschalk: de kolonel-generaal Milch. de generaal dei vliegers. Sperrle. cn de generaal dei- vliegers, Kesselring. tot kolonels-generaal, ziin bevorderd: de generaals der vliegers Stumpff. Grauert cn Keiler, alsmede de generaa! der luchtdoelartillerie. Weise. Tot generaals der vliegers ziin door •den Fuehrer bevorderd: de luitenant-ge neraal Geissler. gcneraal-rnajoor Jes chonnek, luitenant-generaal Locrzer, lui ■tenant-generaal Ritter von Groim en ge neraal-maioor freiherr van Riehthofen. In het opperbevel van de weermacht heeft de Fuehrer kolonel-generaal Kei tel tot generaal-veldmaarschalk en ge neraal-majoor Jodl tot generaal der ar tillerie bevorderd. De verhouding tot Italië en Engeland „Ik kan, zoo ging de Fuehrer voort, de beschouwing over dezen strijd niet besluiten, zonder 1 rbii diroo» onzen bondgenoot te geden ken. Sedert er een nationaal-socialis- tisch regime beslaat stonden op ziin programma van de buitenlandsche politiek twee doelen, ten eerste: hel totstand brengen van een ware over eenkomst en een vriendschap met Italië en ten tweede: het totstaml- brengen van eenzelfde verhouding tot Engeland. Gij weet. dat ik deze opvattingen reeds twintig jaar geleden precies zoo heb vei kondigd als later. Ik heb deze gedachte in woord en geschrift ontelbare malen behandeld e verdedigd, toen ik zelf nog tot de r^—isitie behoorde. Ik heb. toen bet Duitsche volk mij met ziin leiding belastte, onmiddellijk getracht, deze oudste doelstelling der nationaal-socia listische huitenlandsch politiek prac tisch te verwezenlijken. Ik betreur het ook thans nog, dat het mij ondanks al mijn pogin gen met Engeland niet gelukt is tot die vriendschap te geraken, die, naar ik geloof, voor beide vol ken een zegen geweest zou zijn. En vooral, dat mij dit ondanks on ophoudelijke oprechte pogingen niet gelukt is. Ik ben echter des te gelukkiger, dal tenminste het eerste programmapunt van mijn buitenlandsche politieke doel stelling verwezenlijkt kon worden. Ik heb dit voor alles te danken aan M u s- s o 1 i n i, liet genie, dat thans -*an het hoofd van het Italiaansche volk staat want alleen dank zii ziin seculaire ai beid werd liet mogelijk, de beide geeste lijk zoo verwante revoluties samen tc voegen, om nu aan het einde door het gemeenschappelijk vergoten bloed een bond te bezegelen, die voorbestemd is voor Europa een nieuw leven te ont sluiten. Dat ik persoonlijk de eer heb de vriend van dezen man te kunnen zijn. stemt mii gelukkig, in aanmerking ge nomen het karakler van een levenslot, dat juist zooveel uunten van overeen komst met het mijne vertoont als onze beide revoluties, ia daarenboven de ge geschiedenis der eenwording cn dc bloei van onze beide volken gemeen heeft. Toen aan liet Duitsche Rijk verleden jaar tegen mijn vvensch cn wil deze oorlog werd opgedrongen, hebben Mus solini cn ik ons beraden over het ver dere optreden der beide staten. Uitvoe rig beschreef' Hitler het groote nut, dat dc houding van Italië voor het Duitsche Rijk opleverde. „Onze samenwerking op politiek en militair gebied is een volko men samenwerking, aldus dc Fuehrer, zij zal het onrecht teniet doen, dat door de eeuwen heen het Duitsche en het Ita liaansche volk is aangedaan. Want aan het einde van alles staat de gemeen schappelijke overwinning. (Luide toe juichingen'). De toekomstige ontwikkeling WANNEER ik thans, zoo vervolgde de Fuehrer, over de toekomst spreek, geschiedt dit niet om te pralen. Ik wil zonder eenige overdrijving een beeld geven van den toestand, zooals ik die zie. Het verloop van dc achter ons lig gende tien maanden van dezen oorlog heeft mijn opvatting in het gelijk ge steld en dc mecningen van onze tegen standers in het ongelijk. Wanneer zoo genaamde Engelsche staatslieden verze keren, dat hun land uit iedere neder laag en iedere mislukking sterker te voorschijn treedt, dan is het zeker geen grootspraak, wanneer ik thans zeg, dat wij uit de successen eveneens ster ker te voorschijn zijn gekomen. De hand geweigerd IK heb in mijn rode van den zesden October de verdere ontwikkeling van dezen oorlog wel juist-voorspeld. Wan neer men tbans niet juist in de neder lagen de teekenen en waarborgen van de eindoverwinning ziet, dan geloof ik, dat de ontwikkeling mij tot dusver wel in liet gelijk heeft gesteld. Niettegen staande ik \an deze ontwikkeling over tuigd was, heb ik destijds Frankrijk en Engeland de hand toegestoken om tot overeenstemming te komen. Het ant woord. dat ik daarop ont\ing, zult gij I" nog herinneren. Ik geloof echter wel, dat reeds thans Frankrijk natuur lijk minder dc schuldige staatslieden als het volk over dezen zesden Octo ber anders zal denken. Welk een onnoemelijke ellende is sindsdien over dit groote land en volk gekomen. Ik wil bet er nog niet eens over hebben, wat een leed deze oorlog den soldaten heeft gebracht. Want bijna hier bovenuit gaat nog het leed, dat ontstaan is door de gewetenloosheid van hen, die milliocnen menschen zonder eenigen grond van hun haardsteden hebben verdreven, slechts met de ge dachte. hierdoor wellicht de Duitsche oorlogsvoering moeilijkheden te kunnen bereiden Wat de heeren Churchill en Rev- naud met hun adviezen en instruc ties milliocnen menschen aan leed berokkend hebben, kunnen zij noch bii hun leven, noch in het hierna maals verantwoorden. Ik hoor thans uit Londen slechts één schreeuwen het is niet het schreeuwen der massa's, doch der politici dat de strijd moet worden voortgezet. Ik weet niet, of deze politici reeds de juiste voorstelling van de komende voortzetting van dezen sjriid heb ben. Ik geloof nauwelijks, dat het Engelsche volk naar Canada gaat, doch het zullen toch wel alleen de heeren belanghebbenden bij de be wapeningsindustrie zijn, die zich naar Canada terugtrekken. Het volk zal, naar ik ineen, toch wrel in En geland moeten blijven. Gelooft mij vrij, ik gevoel een inner- 1 ijken afkeer van dit soort gcwetenloo- ze parlementaire volks- en statenver- nietigers. Het doel mij bijna pijn, wan neer bet lot mij er 'toe uitverkoren beeft, datgene te sluiten, wat door de/.e menschen ten val gebracht wordt, want bet was niet mijn oogmerk oorlog ie \oeren, doch een nieuwen socialen staat van zeer hooge cultuur op te bomven. Elk jaar van dezen oorlog berooft mij van dezen arbeid. En dc oorzaken van dezen roof zijn belachelijke nullen, die men hoogstens als politieke fabrieks waar der natuur kan betitelen. De lieer Churchill heeft zoojuist weer verklaard, dat hij den oorlog wil. Hij is thans ongeveer zes weken geleden be gonnen met den oorlog op bet terrein, waar lui schijnbaar gelooft, wel bijzon der sterk te zijn, namelijk den lucht oorlog tegen de burgerbevolking, zij het ook onder liet op den voorgrond gescho ven motto tegen zoogenaamde oorlogs doelen. Ik heb hierop tot nu toe nauwe lijks laten antwoorden. Doch dit moet nu niet b.eteekenen, dat dit het eenige antwoord is of zal blijven De beer Churchill zal mii ditmaal wel licht bij wijze van uitzondering: willen geloovcn, wanneer ik als profeet thans hel volgende zeg: er zal daardoor een groot wereldrijk vernietigd worden. Eon wereldrijk, dat ik nooit het voornemen heb gehad te vernietigen of ook maar te benadeelen. Alleen ben ik mij er van bewust, dat de voortzetting van dezen strijd slechts zal eindigen met de al- gehccle vernietiging van een van beide strijdenden. De lieer Churchill kan gc loöven, dat dit Duitschland is. Ik weet. dat bet Engeland zal ziin. In dit uur voel ik mij verplicht, voor mijn geweten nog eenmaal een beroep te doen op het ver stand, ook in Engeland. Ik meen, dit te kunnen doen, omdat ik im mers niet als overwonnene iets vraag, doch als overwinnaar een beroep doe op het gezonde ver stand. Ik zie geen reden, die tot voortzetting van dezen strijd zou kunnen dwingen. Ik betreur de slachtoffers, die hij zal eischen. Ook mijn eigen volk zou ik ze wil len besparen. Ik weet, dat milliocnen Duitsche mannen en jongelingen in vuur ge raken bn de gedachte, eindelijk den strijd te kunnen aanbinden met den vijand, die ons zonder eenigen grond voor de tweede maal den oorlog ver klaarde. Alleen weet ik, dat ook thuis vele vrouwen cn moeders zijn. die ondanks de grootste bereidwillig heid. ook bet laatste te offeren, toch met baar hart aan dit laatste han gen. Dc heer Churchill mag nu deze verklaring weer afdoen door te schreeuwen, dat dit slechts het pro duct is van mijn angst en vart miin twijfel aan de eindoverwinning. Ik heb dan in elk geval mijn geweten tegenover de komende dingen ont last. De Fuehrer besloot: Terugblikkende pp de achter ons liggende tien maanden worden wij wel alle overmeesterd dooi de genade van de Voorzienigheid, die ons dit groote werk liet gelukken. Ik zelf ben geroerd door het bewustzijn van bet mii door haar toebedeelde lot. miin volk de vrijheid en eer hergeven te heb ben. De schande, die 22 jaar geleden in bet bösch van Compiègne baar ontstaan vond, is op dezelfde plaats voor altijd tc niet gedaan. GENEVE, 19 Juli (D.N.B..) De minister van buitenlandsche zaken, Baudoin, heeft voor dc journalisten, die zich te ichv bevinden, een ver klaring afgelegd over het afbreken van de diplomatieke betrekkingen met Engeland cn over het vraagstuk van een Engelsche schadevergoe ding voor de aanvallen on Oran. Dc Eransche minister was tot deze ver klaring genoodzaakt als gevolg van bepaalde berichten, welke door de Engelsche radio' waren uitgezonden. In antwoord op de bewering van de Engelsche radio, dat men te Yichy noch in bevestigenden, noch in afwijkenden zin op dit vraagstuk is ingegaan, ver klaarde Baudoin. dat dc Engelschen van de situatie, waarin de Fransche regee ring zich bevond, gebruik hadden ge maakt om de dingen in een voor de Brit ten gunstig licht tc stellen Baudoin verklaarde, dat dc Britsche minister van buitenlandsche zaken ei met mee bad volstaan, het besluit van de Frans c regeering over het afbreken van de diplomatieke betrekkingen lei kennis te nemen, maar dat Lord Halifax een voorstel bad gedaan om de betrek kingen weder aan te knoopen. De Fran sche regeering had hierop onmiddellijk geantwoord, dat op dit verzoek slechts kon worden ingegaan, indien aan be paalde voorwaarden was voldaan. Onder deze voorwaarden moest in dc eerste plaats worden genoemd de terug gave van do schepen, die in de havci van Alexandria en in Engelsche havens op onrechtmatige wijze in beslag zijn ge nomen, of die onrechtmatig zijn opse legd. Een andere voorwaarde was een volledige schadevergoeding voor dc slachtoffers van den Britschen aan va en voor de daarbij aangerichte schade -Baudoin merkte op. dat dc berichten die uit Londen Vichy hadden bereikt, aantoonden, dat de Britsche regeering niet is genpflren toe te stemmen in he. vrijlaten van de Fransche schepen. Volgens een officieelc Britsche mede deeling aldus meldt het D.N.B. nade; zullen thans alle Fransche oorlogs schepen, die in Engelsche en Schotschr havens liggen, in dienst van dc Britsche marine worden gesteld. Den bemannin gen wordt toegestaan, onder Engelsche vlag te blijven vechten. T-T ITLER's Rijksdagrede -®- A bevatte ook ditmaal weer een verrassend element. Want als zoodanig mac men het appèl, dat de Duitsche Rijkskanselier deed aan het gezond verstand der Britsche staatslie den zeker bestempelen. Er was dan ook vrijwel niemand, die de rede van den Rijkskanselier beluisterde, voor wien dit appèl en het hierin besloten liggen de vredesaanbod niet kwam als een groote verrassing. Steeds, aldus ver klaarde Hitier. heb ik gestreefd naar eene vriendschappelijke verstandhou ding tusschen de Duitsche en Britsche Rijken. Vóór de veldtocht in Polen begon en ook nog nadien, den 6en Oc tober 1939, heeft de Führer gepoogd om de Britsch-Duitsche betrekkingen in redelijkheid te regelen. Inderdaad wij hebben het vóór den oorlog uitbrak vrijwel dagelijks betoogd ware eene vriendschappelijke verhouding tus schen Engeland en Duitschland een zegen voor Europa en een garantie voor den vrede in ons werelddeel. Zal zulk eene vriendschappelijke verhouding te elfder ure nog bereikbaar zijn? Adolf Hitler komt de eer toe, hiertoe door zijn rede van gisteravond alsnog eene mo gelijkheid te hebben geschapen. Zal Londen de toegestoken hand aanvaar den? Zullen de Britsche heeren bereid zijn om het continent aan Duitsch- land's leiding over te laten en genoegen te nemen, wat henzelven betreft, met de leiding van het Britsche wereldrijk? Het ware haast een te schoon einde voor dezen verschrikkelijken Europeeschen broederoorlog. \A/EDEROM heeft Berlijn het ini- tiatief genomen. Ditmaal niet op de slagvelden, doch ten behoeve van een snellen vrede. Weliswaar heeft de Duitsche Rijkskanselier de voorwaar den van zulk een Britsch-Duitschen vrede niet nadrukkelijk opgesomd, doch zoowel uit vroegere redevoeringen van Adolf Hitler als, naar wij vertrouwen, via diplomatieke kanalen kan de Brit sche regeering geacht worden, die voorwaarden te kennen. Het wachten is thans op Londen's beslissing. Zullen de Britsche heeren bereid zijn om veel water in hun Europeeschen wijn te doen. ter wille van den vrede in ons werelddeel en ter wille van het onver sneden behouden hunner imperiale fus ten? Het antwoord op deze vraag zal IJ CT ligt voor de hand, dal de rede van Hitler haar stempel drukt* op de Duitsche kranten van vandaag, die alle uitvoerige commentaren geven. De Berliner Boersenzeitung schrijft, dat hel door Adolf I-Iitler geleide Grootduitschc Rijk, zij aan zij strijdende met Italië en levend in vriendschappelijke betrekkin gen met bet machtige Russische rijk. thans gereed slant voor de laatste afre kening met Engeland, grooter en sterker dan ooit op alle gebieden cn in staat om op ieder oogenblik den vernietigenden slag te slaan. Het getuigt.van een onver- bepalend zijn voor den loop der wereld geschiedenis in de komende decennia. Het zal tevens beslissen over het leven van tienduizenden menschen en over het levensgeluk en het welzijn van mil- lioenen Europeanen. Zwaar en groot is de verantwoordelijkheid, die door Hitler's woorden is gelegd op de schou ders van het Britsche Kabinet en te vens op de schouders van alle verant woordelijke Britten. Zal Londen de toegestoken hand grijpen? Zal de we reld getuige mogen zijn van eene Britsch-Duitsche verzoening vóór de hel boven en op de Britsche eilanden losbreekt? Wij hopen het innig. PNIEUW leeft Europa tusschen hoop en vrees. Hoop op een spoe- digen vrede en op een spoedig begin van den grooten wederopbouw; vrees voor de verschrikking, die een onbe perkte Britsch-Duitsche oorlog voor vele millioenen menschen met zich zal brengen. Adolf Hitler liet geen twijfel bestaan. Wijst Londen deze laatste toe naderingspoging af. dan zal de strijd onherroepelijk tot het bittere einde worden gevoerd. Dan zal de Duitsche weermacht als dood en verderf zaaiend instrument met volle kracht en met inzet van alle middelen tegen Enge land worden gebruikt. Wie. dit lezen de, het beeld van steden als Warschau en Rotterdam voor oogen neemt, wordt het bang te moede bij de gedachte aan het beeld, dat tal van Britsche steden en dorpen zullen vertoonen in de zeer nabije toekomst, als Londen voortzet ting van den oorlog verkiest boven de conferentiezaal. Alsnog, wat zal Lon den doen? ORLOG of vrede? Hoe vaak heb- ben wij in de afgeloopen jaren deze vraag te dezer plaatse reeds ge steld, hoe vaak hebben wij dit pro bleem niet behandeld? Of men terug gaat naar de dagen, voorafgaande aan de conferentie van München, of naar de maanden, die op deze conferentie volgden, steeds keerde die cardinale vraag terug. Gelijk de vraag ook giste ren weer op den voorgrond der wereld-' belangstelling is komen te staan. Het antwoord ligt thans in Londen. In de Britsche hoofdstad moet dezer dagen de beslissing vallen: Oorlog of vrede, ten kwade of ten goede. Moge het den oorlogspremier Churchill gegeven zijn, als vredesminister te eindigen! Moge hij den moed vinden om de realiteit te zien, zooals zij is. en door dit inzicht zijn volk en geheel Europa de ver schrikkingen van den laatsten slag besparen. Zal het laatste woord zijn aan het gezond verstand of aan de Stuka's? gelijkelijk verantwoordelijkheidsgevoel, dat toch nog een laatste beroep op het verstand werd gedaan, terwijl de macht van het Duitsche Rijk het zeker maakt, dat do afrekening met Engeland vreese- lijk zal worden voor de betrokkenen. De Führer heeft den Engelschen nog een laatste kans gegeven om tot bezinning :e komen. De Deutsche AUgemeine Zeitung schrijft over dc verdiensten van den rijksminister van buitenlandsche zaken, von Ribbcntrop, zeggende, dat de Duitsche buitenlandsche politiek er zorg voor gedragen heeft, dat er voor Engeland geen ontkomen meer is, in het bijzonder, dat er geen hoop blijft np een verstoring van dc Duitsch-Russischc betrekkingen. De bclangengrenzen zijn af gebakend en nergens heeft een van beide landen deze grenzen overschreden. Zij ziin definitief. Den Engelschen blijft aldus niets anders over dan hun bedreigde eiland en ZATERDAG 20 JULI 1940 het perspectief hun groote wereldrijk moe-i. willig te vernielen, wanneer het beroep op het verstand met gehoord wordt. Het Hamburger Fremdenblatt schrijft o.m., dat de militaire macht van Duitschland een toppunt heeft bereikt Het antwoord, dat het zal kunnen geven op een voortzetting van de Engelsche provocaties zal neerkomen op het eiland als een hamerslag van het jongste Re- richt. De zuilen van een wereldrijk zul Ion daarbij scheuren, een wereldrijk, welks bestaan van Duitsche zijde noon is bestreden. Wanneer het nihilisme van Winston Churchill de overhand rnoclii bc-houden.. zal dc wereldgeschiedenis eens het vonnis er over-kunnen uitspre ken, wie het Britsche imperium heeft vernield, de onverbeterlijke amokmaker, die zijn volk met blinde oogen in he: verderf stort, of de vernieuwer van he Duitsche volk, die op het hoogtepunt van zijn overwinning de groote wijsheid der gematigdheid toont en die vóór dca eindstrijd met een wildgewordcn tegen stander de woorden uitspreekt: ik zij geen reden voor de voortzetting van det strijd". Engeland is voor een vreeseliik? keuze gesteld. Italiaansche indrukken De historische rijksdagrede van den Führer wordt in Italië zonder voorbehoud algemeen goedgekeurd. ooral de passages over de buiten gewone beteekenis van de houding \an Italië voor de oorlogvoering van Duitschland en de gemeenschappe lijke overwinning trekken zeer de aandacht en wekten de geestdrift der bevolking. Reeds een uur na het einde der Rijks- dagzitting publiceerden de dagbladen een zeer uitvoerig uittreksel uit de rede. De Giornale dTtalia plaatste over de ge- heele breedte van zijn editie de volgende opschriften: „Laatste beroep op het ver stand. De groote rede van den Führer in tegenwoordigheid van graaf Ciano in den Rijksdag. Dank aan den Duce en het fascistische Italië". Het blad wijst verder op de volstrekte zekerheid van de overwinning, die Adolf Hitler toont De, Lavoro Fascista spreekt in zijn op schriften van het „Front der spil tegen Engeland", van de „Loyale cn hartelijke erkenning van de bijdrage van liet fas cistische Italië voor de gemeenschappe lijke overwinning" cn schrijft in een ander opschrift: „Nog kan Engeland de Ontzetting van den Yernictigingsoorloz Vermijden". In Italiaansche politieke kringen wijst men op het feit. dat Hitier de volledige solidariteit en de constructieve kracht van de spil tot uitdrukking heeft ge- bracht. Zijn woorden bevestigen tevens het belang, dat Duitschland hecht aan dc deelneming van Italië aan den oorlog Bijzonder sympathiek vindt men, dal ook dc Italiaansche gesneuvelden zijd herdacht, waarbij vooral de heldhaftige dood van luchtmaarschalk Balho ver meld werd. Zonder voorbehoud valt men ook de conclusie bij ten aanzien van de verder; ontwikkeling van den toestand, ook hei geen Hitier gezegd heeft over de samen werking met Rusland. In Italiaanscln politieke kringen zegt men, dat in deze woorden een groote stoatsmansvisie tot uitdrukking komt, welke het zekerste onderpand vormt voor de gemeenschap pelijkc slotovervvinning en het bereiken van alle constructieve doeleinden de: heide revoluties. Zweedsche opinit In politieke kringen der Zweedsche hoofdstad heeft de rede van Hitier eer. zeer diepen indruk gemaakt. Vooral wijst men op het volstrekte vertrouwen in de overwinning. De grootste belang stelling is in Zweden gewekt door de uit eenzettingen van Hitler over de betrek kingen met Rusland. In het bijzonder juicht men de woorden toe over de sta bilisatie der betrekkingen tusschen de staten in het Oost-Europeesche gebied De door den Führer aan Engeland gerichte woorden noemt men een hartstochtelijk beroep op de mensche- .lijkheid en men spreekt dpn wensch uit. dat Engeland van deze kans gebruik zal maken. PARIJS, 19 Juli. (D.N.B.Ver- schillende Parijsche bladen nemen tegenover de regeering te Vichy een afwijzende houding aan, waarbij slechts voor maarschalk Pétain een uitzondering wordt gemaakt. Deze bladen eischen, dat het Fransche volk, in het hijzonder het arbeidende volk, bij den heropbouw van Frank rijk wordt betrokken. „La Vie Nationale" vraagt zich af ho? men een nieuw Frankrijk kan opbouwen zoolang de vroegere voorzitter van den Senaat. Jcanneney, en de vroegere voor zitter van de Kamer, Herriot, daaraan meewerken. Weliswaar zijn er onder (k parlementsleden enkelen die nog rc-cht van spreken hebben, maar deze beiden moeten zwijgen. De „dikke Eduard" (be doeld wordt Herriot), deze demagoog en -voor tweehonderd procent anti-fascist, heeft de onbeschaamdheid thans op tf roepen tot een herstel des lands. In den naam van de moeders en weduwen van Frankrijk kan niet worden geduld, dat lieden als liij deel hebben aan den her opbouw van Frankrijk. Het blad „La France au Travail' schrijft: De nieuwe regecring te Vichy denkt niet aan de arbeidersklasse Maar het is de arbeidersklasse, die Itf dons den oorlog in dc eerste linies heeft gestaan en die haar bloed voor Frank rijk heeft gestort. De beslissingen, di? te Vichy worden genomen, zijn waarde loos. BELGISCHE KRIJGSGEVANGENEN WORDEN VRIJGELATEN BERLIJN, 19 Juli (D.N.B.). P' Führer heeft bepaald, dat alle Belgische krijgsgevangenen, met uitzondering van officieren en onderofficieren, worden vrijgelaten. De terugkeer der vóór df capitulatie naar Duitschland gebracht krijgsgevangenen zal geschieden naar gelang van de beschikbare v'ervöermid* delen. Er is reeds een begin gemaakt. NEW YORK, 20 Juli. (D.N.B.). De rijksdagrede van den Führer met haar laatste beroep op het verstand van Engeland, wekt het grootste opzien in de Vereenigde Staten. Vol spanning kijkt het geheele Amerikaansche publiek naar Londen, welks antwoord van fatale beteekenis zal zijn voor de ontwikkeling der wereldgeschiede nis, zooals men ook in de Vereenigde Staten duidelijk inziet. De redevoering van Hitler is door talrijke Amerikaansche stations uitgezonden en door milliocnen Amerikanen gehoord, ondanks den korten termijn, waarop zij was aangekondigd. Onder geweldige opschriften, die het alternatief van Engeland: vrede of verwoesting, ondubbelzinnig tot uitdrukking brengen, publiceercn de late edities van de New Yorksche kranten Vrijdag de gedenkwaardige redevoering uitvoerig. Daarbij worden uiteraard de tot Engeland gerichte passages op den voorgrond geplaatst. De Associated Press, die den volledigen tekst van de rede heeft gepubli ceerd, legt den nadruk op Hitiers waarschuwing voor de verwoesting van een wereldrijk, wanneer Engeland vasthoudt aan voortzetting van den strijd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1940 | | pagina 2